VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk...

88
VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS. SAMENWERKING Toespraak voor de provincieraad van Vlaams-Brabant door Lodewijk De Witte, provinciegouverneur dinsdag 7 oktober 2014

Transcript of VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk...

Page 1: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

1

VLAAMS-BRABANTEN BRUSSEL

AUTONOMIE VS. SAMENWERKING

Toespraak voor de provincieraad van Vlaams-Brabant

door Lodewijk De Witte, provinciegouverneur

dinsdag 7 oktober 2014

Page 2: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VOORWOORD

°

Page 3: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

3

Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar

ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij elkaar binnenlopen,

die hun eigen leven willen leiden en elkaar toch ook nodig hebben. Hoe we als

naburige regio’s met elkaar overleggen en samenwerken, hoe we dat tot nu toe

doen en hoe we dat in de toekomst nog beter kunnen doen, daarover gaat deze

toespraak.

Mijn beleidsmedewerkers Bert Carleer en Katty Wouters hebben over het on-

derwerp heel veel informatie verzameld, geordend en geanalyseerd. Ze konden

daarvoor beroep doen op medewerkers en verantwoordelijken van diverse dien-

sten van de provinciale en de Vlaamse overheid, te veel om ieder afzonderlijk te

vermelden. Ik ben al die mensen, en in het bijzonder Katty en Bert, veel dank

verschuldigd, omdat ik dankzij hen een goed zicht op de realiteit en op de ver-

wachtingen kon bekomen.

Mijn dank gaat ook naar de mensen die zorgden dat deze toespraak en dit

boekje mooi konden worden afgewerkt: Marleen Piccard en Tania Gilson op

mijn secretariaat; Claire Cornu die de taalfouten verbeterde en Karolien Van de

Goor die voor de lay-out instond.

Lodewijk De Witte

7 oktober 2014

Page 4: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

°

INHOUDSOPGAVE

Page 5: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

5

INLEIDING 7

1 VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD? 11

De verhuiswagen bolt af en aan ________________________________________________________________________ 13

Frenetiek pendelende werkbijen ________________________________________________________________________ 23

De schoolgaande jeugd ____________________________________________________________________________________ 29

De grens over op zoek naar welzijn en cultuur? ____________________________________________________ 33

2 DE BESTAANDE BRUGGEN: GAMMEL OF HANDIG? 37

Mobiliteit op de arbeidsmarkt ____________________________________________________________________________ 39

Blauwe en groene aders in stad en rand ______________________________________________________________ 41

Overleg over mobiliteit: een dik besmeerde boterham ___________________________________________ 44

Noodhulp en veiligheid _____________________________________________________________________________________ 47

Ieder met zijn vlag ___________________________________________________________________________________________ 50

3 INZETTEN OP EEN ZWARE STRUCTUUR OF GUNSTIGE VOORWAARDEN CREËREN? 55

Voldoende wederzijds voordeel? ________________________________________________________________________ 57

Bikkelen om de schaarse middelen _____________________________________________________________________ 58

Vlot overleg tussen regio’s hangt samen met duidelijke

rolverdeling tussen de besturen binnen de regio’s _________________________________________________ 59

Vertrouwen vs. achterdocht ______________________________________________________________________________ 61

4 EEN SPRONG VOORWAARTS 65

De uitdagingen voor een metropolitane regio ______________________________________________________ 73

De schaarse ruimte verdelen ______________________________________________________________________________ 74

De regio vergroenen en leefbaar houden ____________________________________________________________ 77

Vlot en veilig vervoer ________________________________________________________________________________________ 78

Meer werk, minder loos____________________________________________________________________________________ 79

Samenwerkende besturen _________________________________________________________________________________ 81

TOT SLOT 85

Page 6: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

°

INLEIDING

Page 7: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

7

Mevrouw de voorzitter,

Beste collega’s van de deputatie,

Dames en heren provincieraadsleden,

Sinds 1 januari 1995 zijn Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk van elkaar losge-

maakt. In de logica van de omvorming van België tot een federale staat, werd de

unitaire provincie Brabant gesplitst. De provincie Vlaams-Brabant is onderdeel

van het Vlaamse Gewest en Gemeenschap, van de deelstaat Vlaanderen. Brussel

is een hoofdstedelijk gewest, met 19 gemeenten, het provinciaal niveau bestaat

er niet meer.

Vlaams-Brabant en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest1 gaan sedert 20 jaar

ieder hun weg, wat ook de opzet was van het Sint-Michielsakkoord. Beide re-

gio’s tellen iets meer dan 1,1 miljoen inwoners. Beide regio’s zoeken elk op zich

oplossingen voor de belangrijkste uitdagingen, zoals mobiliteit, economische

ontwikkeling, ruimtelijke ordening, arbeidsmarkt, veiligheid en andere. Geogra-

fisch blijven Vlaams-Brabant en Brussel evenwel in elkaar geklonken, Brussel is

een enclave in het grondgebied van Vlaams-Brabant. Sociologisch zijn er tussen

de twee regio’s veel verbanden, is er een wisselwerking die beduidend verder

gaat dan die tussen buurprovincies. Belangrijke uitdagingen zijn niet te beant-

woorden als er volledig naast elkaar of tegen elkaar wordt gewerkt. Dat besef

is er al lang, overleg en samenwerking zijn aanbevelenswaardig, maar mogen

de autonomie en de ontwikkeling op maat van de twee regio’s niet in de weg

staan. Waar vinden we het evenwicht tussen een goede samenwerking en de

voldoende vrijheid en kansen om zichzelf te ontwikkelen? Hoe zorgen we dat de

twee regio’s op gelijke voet, met gelijke aanspraken met elkaar kunnen spreken?

Hoe geven we efficiënt vorm aan het overleg en de samenwerking die nodig

zijn?

1 Voor het gemak en de vlotte leesbaarheid zal ik verder over Brussel spreken wanneer ik het heb over het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Page 8: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

8 ° INLEIDING

We hebben al veel pleidooien gehoord voor betere samenwerking, er zijn gere-

geld nieuwe voorstellen gedaan. Het ontbreken van een globale, alles overkoe-

pelende overleg- en samenwerkingsstructuur leidde meermaals tot de kritiek

dat de twee regio’s niet naar elkaar wilden luisteren. Nochtans zijn er in de

afzonderlijke beleidsdomeinen veel contacten en vormen van min of meer ge-

formaliseerd overleg.

Geen zinnig mens zal betwisten dat een goede afstemming en coördinatie van

de verschillende initiatieven en van het beleid nodig zijn om tot goede resultaten

te komen. De beide regio’s hebben baat bij overleg. Maar we mogen niet de

illusie koesteren dat, hoe uitgebreid of goed gestructureerd ook, het overleg, de

verschillen in behoeften, in belangen, in inzichten zal wegtoveren. Die verschil-

len erkennen en er rekening mee houden moet de basis zijn van constructief

overleg. De ene regio mag de andere niet verhinderen om vooruitgang te boe-

ken in belangrijke en soms moeilijke dossiers.

In deze toespraak wil ik nagaan waar de verwevenheid tussen de Vlaams-

Brabantse en Brusselse samenleving het sterkst is, wil ik in kaart brengen welke

vormen van overleg en samenwerking reeds functioneren en wil ik onderzoe-

ken langs welke weg we het best komen tot constructief overleg en tot goede

afstemming.

Page 9: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

9

Page 10: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

1

VLAAMS-BRABANTEN BRUSSEL

VERSTRENGELD OFVERVREEMD?

Page 11: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

11

De impact van Brussel op Vlaams-Brabant gaat veel verder dan de hoofdstedelij-

ke functie die Brussel vervult voor België en voor Vlaanderen. Voor andere pro-

vincies en regio’s is Brussel de bestuurlijke hoofdstad, voor de Brabanders is zij

bovendien de historische hoofdstad van Brabant en voor velen van hen ook de

sociologische centrumstad. Al heeft zij die positie altijd enigszins moeten delen

met Leuven, toch spreidde Brussel door de eeuwen heen zijn tentakels uit over

de bevolking van heel Brabant en zeker over die van Halle-Vilvoorde.

De verhouding tussen een centrumstad en de gemeenten en bevolking van haar

omliggende is meestal ambigu, dat is bijna overal ter wereld zo. Aantrekking,

afscherming, afstoting, het speelt vaak allemaal door elkaar: soms bij de ene

persoon zus en bij de andere zo; soms conflicterend binnen één en dezelfde

persoon; soms verandert dat bij een mens in de loop van zijn levensjaren. Johan

Verminnen, geboren en opgegroeid in de Vlaamse Rand, in Wemmel, bezingt in

verschillende van zijn liedjes de liefde voor wat hij ziet als zijn stad. In ‘Brussel’

mijmert hij teder over de stad die hem omarmt en verwarmt en, ook al stemmen

verminkingen van zijn stad hem wat droever, hij voelt er zich thuis als nergens

anders. Veel inwoners van de Vlaamse Rand zullen zich daarin herkennen. Daar-

tegenover hoor je soms mensen spreken over de grootstad als een monster, dat

druk en dreigend de mensen belaagt en hen fysiek of moreel ziek maakt. En tus-

sen de grote liefde en de grote afschuw is er een hele toonladder van emoties,

in al zijn klemtonen en nuances. Veel mensen bekijken het nuchterder en minder

gevoelsmatig, wegen het praktische nut en de voordelen die een centrumstad

te bieden heeft af tegen de last die ze veroorzaakt. Een centrumstad heeft voor

de gegadigden uit haar omgeving een ruim en divers aanbod in petto, op het

vlak van jobs, van allerlei voorzieningen, van cultuur en ontspanning, van handel

en winkels. Daartegenover creëert een centrumfunctie vaak druk, druk op de

ruimte en op het verkeer, druk op de prijzen, druk op de rust van een woon-

omgeving, door lawaaihinder en storingen, door meer onveiligheid. Dat soort

factoren en afwegingen speelt bijna altijd in de verhouding tussen een grote

stad en de haar omringende regio, je zal nogal eens de woorden haat-liefde-

verhouding horen vallen. Ook in de rand van andere steden wil een deel van de

Page 12: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?112

bevolking de grootstad zoveel mogelijk buiten houden. Voor de verhouding tus-

sen Brussel en de Vlaamse Rand, of tussen Brussel en Vlaams-Brabant, is dat niet

anders, maar voegen extra elementen nog wat zout, zoet of zuur toe. De ver-

fransing gedurende vele decennia en daarna de snelle internationalisering van

Brussel hebben van Brussel een smeltkroes gemaakt: dat vinden sommigen een

extra aantrekkelijk piment, maar heeft anderen vervreemd van hun hoofdstad.

De taalkwestie, de schrik dat daarmee de Nederlandse taal en cultuur en ook

een manier van leven zullen wegkwijnen, maakt veel randbewoners bezorgd en

alert. Het Europees statuut belooft mogelijkheden en kansen, maar zorgt ook

dat we minder vat hebben op hoe Brussel en omgeving zich zullen ontwikkelen.

De speciale, ronduit ingewikkelde bestuurlijke compositie die voor Brussel is ge-

schreven in het kader van de staatshervorming en van de Belgische evenwichten,

was wellicht nodig, maar maakt toch dat veel mensen niet goed begrijpen hoe

Brussel bestuurlijk kan functioneren.

De spanning die er bijna altijd zit op de verhouding tussen een grote stad en de

streek die er rond ligt, wordt in het geval van Brussel nog verhoogd door enkele

heel eigen en bijzondere kenmerken. De ene vindt dat boeiend, de andere vindt

dat lastig, velen vinden dat een beetje van allebei. Er zit veel subjectiefs in de

manier waarop de verhouding tussen Brussel en Vlaams-Brabant wordt ervaren,

maar om de wisselwerking tussen beide goed in te schatten, moeten we ook

naar feitelijke, objectieve situaties en evoluties kijken:

Hoeveel inwoners van Brussel komen in Vlaams-Brabant wonen en omge-

keerd?Hoeveel Vlaams-Brabanders gaan naar Brussel werken en hoeveel Brusselaars

hebben een job in Vlaams-Brabant?Hoeveel mensen gaan naar school of naar een gezondheids- of welzijnsvoor-

ziening in de andere regio?

Los van subjectieve voorkeuren of appreciaties, zegt het feitelijk gedrag ook veel

over de relatie tussen Vlaams-Brabant en Brussel.

Page 13: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

13

DE VERHUISWAGEN BOLT AF EN AAN

Wie nog met de idee leeft dat de bewoners van Vlaanderen zeer honkvast zijn,

zal die mening bij het bekijken van de tabel met verhuisbewegingen moeten

bijstellen, zeker wat Vlaams-Brabant betreft.

Verhuisbewegingen naar, van en binnen Vlaams-Brabant (2008-2012)

Migraties Inwijking Uitwijking Migratie- saldo

Jaarlijks mi- gratiesaldo per 1.000 inwoners

Met buitenland 52.111 40.910 11.201 2,07

Met België 135.521 117.583 17.938 3,32

waarvan Brussel 72.350 37.369 34.981 6,47

waarvan Vlaanderen 50.309 59.304 -8.995 -1,66

waarvan Wallonië 12.862 20.910 -8.048 -1,49

Binnen de provincie Vlaams-Brabant

280.884 280.884 0 0,00

tussen gemeenten 132.481 132.481 0 0,00

binnen gemeenten 148.403 148.403 0 0,00

Totaal 468.516 439.377 29.139 5,39

Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning

Er wordt nogal wat verhuisd. 187.600 mensen zijn op vijf jaar tijd in Vlaams-Bra-

bant komen wonen; 158.500 mensen zijn weggetrokken uit de provincie;

280.900 zijn binnen Vlaams-Brabant verhuisd. Samengeteld zijn dat 627.000

mensen, op een bevolking van ongeveer 1.100.000 inwoners is dat binnen een

tijdsbestek van vijf jaar opmerkelijk veel, al zal het wel zo zijn dat dezelfde men-

sen drie of vier keer of zelfs meer over en weer zijn verhuisd. Het groot aantal

verhuizingen stemt overeen met statistieken uit vroegere studies die er op wijzen

dat in veel gemeenten van Vlaams-Brabant minder dan 20% van de inwoners

ook in die gemeente geboren en getogen zijn. Dat is vooral zo in de steden en

in de residentiële gemeenten dicht bij Brussel, maar zelfs in een landelijke en ver

Page 14: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?114

van Brussel gelegen gemeente als Geetbets is hooguit 45% van de inwoners in

de gemeente van geboorte blijven wonen. Voor de sociologische samenstelling

van de bevolking en voor de manier waarop mensen kijken naar grenzen is deze

achtergrond van frequent in- en uitwijken niet zonder betekenis.

De belangrijkste uitwisseling gebeurt tussen Brussel en Vlaams-Brabant: op

vijf jaar tijd kwamen 72.300 Brusselaars (6% van de Brusselse bevolking) naar

Vlaams-Brabant en half zo veel mensen verhuisden in de andere richting, samen

110.000 mensen die verhuisd zijn. Dat levert het grootste migratiesaldo voor de

provincie op: bijna 35.000 inwoners, een jaarlijks migratiesaldo van +6,47 per

1.000 inwoners. Tussen Vlaams-Brabant en de vier andere Vlaamse provincies

zien we evenveel verhuisbewegingen, ook 110.000, maar in- en uitgaande ver-

huizingen zijn meer in evenwicht, met toch een voor Vlaams-Brabant negatief

saldo van 9.000 inwoners (-1,66 per 1.000 inwoners). Per saldo verliezen we

bijna evenveel inwoners aan Wallonië: 8.000 mensen (-1,49 per 1.000 inwo-

ners). Ook vanuit en naar het buitenland is er een belangrijke migratie: 93.000

migraties, met een positief migratiesaldo van 11.200 inwoners (+2,07 per 1.000

inwoners). In het totaal levert dat voor Vlaams-Brabant een jaarlijks positief mi-

gratiesaldo op van +5,39 per 1.000 inwoners, wat voor de bevolkingsaangroei

drie keer belangrijker is dan de natuurlijke aangroei (9.000 mensen of +1,67 per

1.000 inwoners).

Geboortes en sterfte in Vlaams-Brabant (2008-2012)

Geboortes Sterfte Natuurlijke aangroei

Jaarlijks saldo per 1.000 inwoners

Vlaams-Brabant 57.367 48.330 9.037 1,67

Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning

Page 15: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

15

Algemene conclusie is dat er veel verhuisd wordt in, naar en uit Vlaams-Brabant,

nationaal en internationaal. Vooral uit Brussel en ook uit het buitenland wint

Vlaams-Brabant inwoners bij, samen loopt dat tot jaarlijks +8,54 per 1.000 in-

woners. Aan de andere Vlaamse en aan de Waalse provincies verliezen we per

saldo inwoners (jaarlijks -2,15 per 1.000 inwoners). Het globaal positieve migra-

tiesaldo van jaarlijks +5,39 per 1.000 inwoners is de belangrijkste verklaring voor

de sterke aangroei van de bevolking, sterker dan gemiddeld in Vlaanderen. Als

resultaat steeg het aantal inwoners van 995.266 op 1 januari 1995 tot 1.106.314

op 1 januari 2014.

Het thema van deze toespraak is de wissel- en samenwerking tussen Vlaams-Bra-

bant en Brussel, ik zal dus van naderbij bekijken hoe de in- en uitwijking van en

naar Brussel verloopt.

De aangroei uit Brussel bleef in het voorbije decennium redelijk constant. De

uitwijking uit Brussel ligt de jongste tien jaar hoger dan in de jaren ’80 of ’90,

maar minder hoog dan in de jaren ’60 of ’70, toen was de stadsvlucht duidelijk

groter.2 De impact op de Vlaamse Rand en op Brussel kunnen we aflezen op

deze figuren.

2 Dossier Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel p.19-20

Page 16: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?116

Bevolkings- en inkomensevolutie in de brede Rand, 1954-2012

Bron: NIS/ADSEI (1955-2014)

Bevolkings- en inkomensevolutie in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest,

1954-2012

Bron: NIS/ADSEI (1955-2014)

Page 17: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

17

Brussel had in de jaren ’60 een positief migratiesaldo, maar dat sloeg om in de

jaren ’70 en ’80. Brussel zag in die decennia nog wel behoorlijk wat mensen

inwijken, uit het buitenland en van elders in België, maar zag nog veel meer

mensen de stad ontvluchten, waardoor het migratiesaldo tot diep in de jaren ’90

negatief bleef voor Brussel. De piek van 1.080.000 inwoners, behaald in 1968,

werd na een lange daling van het inwonersaantal slechts opnieuw bereikt in

2010, dankzij een flink gestegen natuurlijke aangroei en een opnieuw sterk po-

sitief migratiesaldo. De inwoners die Brussel per saldo jaarlijks nog steeds verliest

aan Vlaams-Brabant en de andere provincies, worden meer dan gecompenseerd

door instroom uit het buitenland.3

De typologie van de mensen die verhuizen tussen Brussel en Vlaams-Brabant

dekt veel verschillende werkelijkheden en motieven, maar toch zien we dat de

gekende en te verwachten patronen zich blijven voordoen. Vooral jonge gezin-

nen, vaak met kinderen, verlaten Brussel-19 en komen naar Vlaams-Brabant;

de volwassenen van die gezinnen werken vaker en verdienen beter dan de ge-

middelde bevolking van Brussel. Bij de verhuizers uit Vlaams-Brabant zijn jonge

alleenwonende volwassenen oververtegenwoordigd.4 Op deze figuur zie je op

de onderste balk welk aandeel de verschillende bevolkingstypes hebben in het

inwonersaantal van Vlaams-Brabant. Uit hun aandeel onder de instromers uit

en de uitstromers naar Brussel-19 kan je afleiden welke typologieën worden

versterkt of verzwakt. Door de in- en uitwijking wint het aandeel van jonge

gezinnen en minderjarige kinderen in Vlaams-Brabant; we verliezen jonge vol-

wassenen en alleenwonenden.

3 Dossier Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel p. 21 4 Dossier Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel p. 23 e.v.

Page 18: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?118

Gezinspositie van de migranten van Brussel, naar Brussel en van de

Vlaams-Brabantse bevolking (2008-2012)

Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning

Bij de mensen die over en weer verhuizen zijn er veel van buitenlandse origine.

Als je niet louter kijkt naar de huidige nationaliteit, maar ook naar de nationa-

liteit bij geboorte en de nationaliteit van de ouders, is meer dan 60% van de

Brusselse bevolking van niet-Belgische afkomst.5 In Vlaams-Brabant is dat 16%.

Bij de verhuizers uit Brussel zijn er 57% mensen van niet-Belgische afkomst,

iets lager dan hun aandeel in de Brusselse bevolking. Mensen van buitenlandse

afkomst gaan sneller uit Vlaams-Brabant naar Brussel-19 wonen: hun aandeel

onder de verhuizers ligt driemaal hoger dan hun aandeel in de Vlaams-Brabant-

se bevolking. Onderstaande figuur maakt dat duidelijk.

5 Situatie in 2011 zie Dossier Wisselwerking Vlaams-Brabant en Brussel p. 24

Page 19: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

19

Nationaliteit bij geboorte van de verhuizers van en naar Brussel en van de

Vlaams-Brabantse inwoners (2008-2012), inwonende kinderen nationaliteit van

het gezinshoofd

Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning

Als we kijken naar de evolutie van 2005 tot 2012, vinden we bij de instroom uit

Brussel vooral steeds meer mensen van Oost-Europese afkomst terug.

Nationaliteit bij geboorte van de netto-instromers vanuit Brussel

Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning

Page 20: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?120

Van welke herkomst ze ook zijn, wellicht speelt bij de gezinnen die Brussel-19

verlaten dezelfde wens die we al decennia lang zien bij het proces van subur-

banisatie. Wanneer men zich het kan veroorloven, gaan velen van hen op zoek

naar een nog betaalbare woning buiten de centrumstad, met meer rust en groen

en toch niet te ver weg. De Brusselaars die naar de rand van de stad trekken,

zijn mensen die vaker dan gemiddeld aan het werk zijn, in dienstverband of als

zelfstandige. Ze zijn ook gemiddeld vaker aan het werk dan Vlaams-Brabanders

die naar de stad trekken.

Arbeidsmarktpositie van personen op beroepsactieve leeftijd bij geboorte

(2008-2010)

Bron: KSZ DWH AM&SB

Page 21: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

21

Vaak kiezen gezinnen om te gaan wonen in gemeenten die dicht bij de gemeen-

te van oorsprong liggen, naar de Vlaamse Rand dus.

Gemiddeld jaarlijks migratievolume met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

(2008-2012)

Hoe sterker de bevolking groeit in één van de gemeenten van het Brusselse

Gewest, hoe groter de druk wordt om uit te wijken, meestal gebeurt dat in

dezelfde windrichting. Inwoners van een gemeente uit het noorden van Brussel

bijvoorbeeld zoeken een nieuwe woning in de Noordrand. Hoe dichter de

gemeenten uit de stad en in de Rand bij elkaar liggen, hoe gemakkelijker er wordt

verhuisd. Dat zorgt voor een verjonging van de bevolking in Vlaams-Brabant

en voor een stijging van het aandeel inwoners van buitenlandse herkomst.

Dat brengt geen zeer grote schokken mee voor de financiële positie van de

bevolking, veel instromers in Vlaams-Brabant hebben een job. In de gemeenten

Asse, Machelen, Sint-Pieters-Leeuw en Vilvoorde zien we wel meer instromers

met een modaal tot klein inkomen, in de gemeenten ten zuidoosten van Brussel

zien we een groot aandeel hoge inkomens.

Page 22: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?122

Los van de impact die de talrijke verhuisbewegingen hebben, in Vlaams-Brabant

en met name in de Vlaamse Rand enerzijds, in Brussel anderzijds, staat wel vast

dat ze leiden tot meer intense contacten tussen de inwoners van beide regio’s.

Het is niet omdat iemand verhuist, dat hij of zij alle banden met zijn vroegere

omgeving doorknipt. Wanneer gezinnen of alleenwonenden verhuizen naar een

woning in de andere regio, verhuizen niet meteen of noodzakelijk al hun acti-

viteiten mee: werkplek, school, verenigingen waar men lid van is, familie- en

vriendschapsbanden … Een meer intense uitwisseling over de gewestgrenzen

heen vraagt om meer intense samenspraak en –werking om alles zoveel moge-

lijk in goede banen te leiden.

Page 23: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

23

FRENETIEK PENDELENDE WERKBIJEN

De pendel van werkende mensen naar Brussel, vanuit en doorheen Vlaams-Bra-

bant, is en blijft een halve volksverhuizing, iedere dag opnieuw. De andere rich-

ting uit gaat het om veel minder, maar toch nog een serieus aantal werkenden.

En daarbovenop zakken iedere dag drommen vergadertijgers af naar Brussel.

Vanuit de brede Rand rond Brussel gaan 83.400 mensen naar Brussel werken,

vanuit heel Vlaams-Brabant zijn dat er 121.000. Vanuit Brussel komen er 28.200

werken in Vlaams-Brabant, bijna 90% daarvan in bedrijven of instellingen in de

Rand. Samen zijn dat bijna 150.000 pendelbewegingen, een keer heen en nog

een keer terug. Omdat mensen die werken voor de EU, de NAVO en sommige

andere internationale instellingen daarin niet meegeteld zijn, is dat nog een on-

derschatting.

Uit de andere Vlaamse provincies gaan nog eens 121.000 mensen naar Brus-

sel werken; 14.100 Brusselaars doen het omgekeerde. Naar het Waalse Gewest

gaat het om respectievelijk 132.600 en 21.000 mensen.

Page 24: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?124

De tabel hieronder geeft een duidelijk overzicht en geeft aan dat er tussen 2007

en 2010 niet heel veel verandering was.

Pendelgegevens voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest op 31/12

Inkomende pendel

Werkende inwoners

Uitgaande pendel

Pendelsaldo Pendel- volume

2007 384.470 217.535 62.163 + 322.307 446.633

2008 383.767 218.551 65.981 + 317.786 449.748

2009 379.770 222.068 62.577 + 317.193 442.347

2010 381.394 227.228 63.216 + 318.178 444.610

Inkomende pendel- intensiteit

Interne werk-gelegenheid

Uitgaande pendel- intensiteit

Beroepsbevolking

2007 63,86% 602.005 22,23% 279.698

2008 63,72% 602.318 23,19% 284.532

2009 63,10% 601.838 21,98% 284.645

2010 62,67% 608.622 21,77% 290.444

Bron: KSZ DWH AM & SB, verwerking Steunpunt sociale planning

Wanneer we kijken naar die enorme pendelstroom die dagelijks over en weer

vloeit, hebben we het over twee beleidsdomeinen waarvoor coördinatie met het

Brusselse Hoofdstedelijke Gewest noodzakelijk is: mobiliteit en arbeidsmarktbe-

leid.

Op de taartdiagrammen zien we dat er een grote verwevenheid van tewerkstel-

ling is tussen Brussel en de meeste provincies. De pendelarbeid naar Brussel is

het grootst vanuit Brabant, maar uit Oost-Vlaanderen gaan meer dan 50.000 en

uit de provincie Antwerpen meer dan 35.000 mensen naar Brussel werken. Het

globale pendelvolume gaat over 450.000 werkenden en zorgt voor een enorme

hoeveelheid verplaatsingen. Daarbovenop moeten veel mensen, in het kader

van hun job, naar Brussel voor vergaderingen of besprekingen. Ik zag nooit cij-

fers over welke aantallen verplaatsingen dat gaat, maar we weten uit ervaring

dat het over veel gaat.

Page 25: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

25

Inkomende pendel BHG Uitgaande pendel BHG(gemiddelde 2007-2010: 382.350 pendelaars) (gemiddelde 2007-2010: 63.484 pendelaars)

Bron: KSZ DWH AM & SB, verwerking Steunpunt sociale planning

Al die verplaatsingen verlopen, voor meer of minder kilometers, over het grond-

gebied van Vlaams-Brabant.

Pendelaars komen met het openbaar vervoer of met de auto, het aandeel fiets-

verplaatsingen is bijzonder klein. Brussel Mobiliteit weet, op basis van enquêtes,

dat meer dan de helft van de pendelaars meer dan één vervoermiddel gebrui-

ken. Als men naar het hoofdvervoermiddel kijkt, zou het aandeel van de auto op

10 jaar tijd met ongeveer 10% zijn gedaald, maar toch nog ruimschoots winnen

met 63,7%, 51% als chauffeur en 12,7% als passagier. 26,3% van de verplaat-

singen gebeurt met de trein.6 Volgens een rapport van Task Force Brussel (2012)

zou 50% van de werknemers in Brussel het openbaar vervoer gebruiken (trein,

metro, tram of bus) en 41% de auto.

De arbeidsmarkt van Brussel en Vlaams-Brabant blijft zeer sterk met elkaar ver-

weven, al is het sterk in één richting. Op de figuur hieronder zien we dat het

aantal werkplaatsen die in Brussel zijn gevestigd, steeg met bijna 100.000 en

dat voor meer dan 50% daarvan een beroep wordt gedaan op iemand die naar

Brussel pendelt. Sinds 1995 nemen mensen die in Brussel-19 wonen wel een

groter aandeel van de jobs voor hun rekening, maar nog altijd minder dan de

helft. Van de pendelaars komt ruim één derde uit Vlaams-Brabant, dat aandeel

blijft redelijk stabiel.

6 FOD Mobiliteit, BELDAM, Belgium Daily Mobility, enquête afgenomen tussen december 2009 en januari 2011

Page 26: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?126

Aantal werkenden in het BHG naar woonplaats (links).

Verdeling van de inkomende pendel in het BHG naar woonplaats

van de werkende (rechts).

Bron: EAK, verwerking Steunpunt sociale planning

Het aantal jobs in Vlaams-Brabant groeide in dezelfde periode ook met ruim

100.000, tot 430.000 in 2011. Hier zien we dat voor twee derde van de bijko-

mende jobs een beroep wordt gedaan op mensen die van buiten onze provin-

cie komen. Bijna een kwart daarvan komt uit Brussel; het procentueel aandeel

van Brussel in de pendelarbeid naar Vlaams-Brabant veranderde niet veel, maar

aangezien die pendelarbeid bijna verdubbelde, komen ook bijna dubbel zoveel

mensen uit Brussel in Vlaams-Brabant werken.

Page 27: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

27

Aantal werkenden in Vlaams-Brabant naar woonplaats (links).

Verdeling van de inkomende pendel in Vlaams-Brabant naar woonplaats

van de werkende (rechts).

Bron: EAK, verwerking Steunpunt sociale planning

Het belang van de pendel tussen Brussel en Vlaams-Brabant is erg verschillend

van de ene tot de andere gemeente, afhankelijk van hun ligging, dat blijkt uit

deze kaart.

Page 28: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?128

Pendelvolume met Brussel (31/12/2010)

Uit de randgemeenten gaat meer dan twee derde werken in het Brusselse Ge-

west. In alle gemeenten van de brede Rand gaat het om meer dan één derde tot

meer dan de helft. In Oost-Brabant ligt dat tussen 5 en 15%. In twee gemeen-

ten, Machelen en Zaventem, is het aandeel van de inkomende pendel uit Brussel

groter dan die van de uitgaande pendel naar Brussel.

Ondanks de zeer drukke en stijgende pendel, zijn de arbeidsmarkten van Brus-

sel en Vlaams-Brabant onvoldoende op elkaar afgestemd. Voor een vergelijk-

baar aantal inwoners, is het aantal werklozen in Brussel vier keer zo hoog als

in Vlaams-Brabant. De voorbije vijf jaar schommelt het aantal niet-werkende

werkzoekenden in Brussel tussen de 100.000 en de 110.000, in Vlaams-Brabant

tussen de 25.000 en de 28.000. Dat terwijl er in die periode bij de VDAB gemid-

deld 5.000 à 6.000 openstaande vacatures waren in het normaal economisch

circuit, dus zonder de uitzendopdrachten. Van die openstaande vacatures werd

er ruim twee derde in Halle-Vilvoorde aangeboden en was bijna de helft be-

stemd voor laaggeschoolden.

Page 29: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

29

DE SCHOOLGAANDE JEUGD

De schoolpendel tussen Vlaams-Brabant en Brussel is veel beperkter dan de

werkpendel, zowel in absolute aantallen als in verhouding tot het totale aantal

schoolgaanden/werkenden.

Van de bijna 180.000 leerlingen in het basis- en secundair onderwijs gingen er

in het schooljaar 2009-2010 ongeveer 28.500 naar een school in Brussel. Dat

is bijna één op zes. 72% daarvan gaan naar een Franstalige school, 7.700 naar

een Nederlandstalige. Uit andere Vlaamse provincies lopen er 2.400 leerlingen

school in Brussel. Uit Brussel komen er 3.500 leerlingen naar een Vlaams-Bra-

bantse school, op de 194.000 schoollopende Brusselse jongeren is dat minder

dan 1,5%. De leerlingen die schoollopen in één van de Europese of internatio-

nale scholen zijn daar niet bijgeteld.

De leerlingenstroom van Vlaams-Brabant naar het Nederlandstalig onderwijs in

Brussel zwakt geleidelijk af.

Leerlingen uit Halle-Vilvoorde, Vlaams-Brabant en Brussel die in Brussel

schoollopen

2010 2011 2012

aantal %* aantal %* aantal %*

Basisonderwijs

arr. Halle-Vilvoorde 3.036 5,4 2.903 5,1 2.869 5,0

prov. Vlaams-Brabant 3.246 3,1 3.111 3,0 3.083 2,9

BHG 22.407 91,5 22.999 90,8 23.658 90,3

Secundair onderwijs

arr. Halle-Vilvoorde 4.559 13,3 4.362 12,7 4.215 12,4

prov. Vlaams-Brabant 4.852 7,3 4.669 7,1 4.541 6,9

BHG 7.771 79,8 7.898 78,5 8.208 78,3

* Percentage van het aantal leerlingen dat onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap volgt en woont in, respectievelijk, arr. Halle-Vilvoorde, prov. Vlaams-Brabant en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Bron: Departement Onderwijs en Vorming, verwerking Steunpunt sociale planning

Page 30: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?130

Het aantal jongeren uit de Vlaamse Rand dat kiest voor een Franstalige school

in Brussel bleef, uitgedrukt in percentage, stabiel; in absolute aantallen was er

een lichte stijging. In het lager onderwijs gaat het om 22%, in het secundair om

33% van de leerlingen.

Aantal en percentage leerlingen woonachtig in de Vlaamse Rand die school

lopen in het Franstalig onderwijs in het Brusselse en Waalse Gewest

2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013

Basisonderwijs

Aantal 9.320 9.655 9.668 9.832

Percentage* 22,72% 23,17% 22,87% 22,88%

Secundair onderwijs

Aantal 9.566 9.770 9.700 9.898

Percentage 32,86% 33,22% 33,12% 33,37%

Totaal

Aantal 18.886 19.425 19.368 19.730

Percentage 26,93% 27,33% 27,07% 27,17% * Percentageberekening: aantal leerlingen woonachtig in de Vlaamse Rand die school lopen in het Waalse gewest of in het Franstalig onderwijs van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ten opzichte van de leerlingen woonachtig in de Vlaamse Rand. Bron: Agentschap voor Onderwijsdiensten, data leerplichtcontrole

Het aantal leerlingen dat in Brussel-19 woont en een Vlaams-Brabantse school

bezoekt, is beperkt, maar stijgt de jongste jaren vrij sterk, van 3.568 in 2010

naar 4.317 in 2012.

Page 31: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

31

Leerlingen uit Halle-Vilvoorde, Vlaams-Brabant en Brussel die in Vlaams-Bra-

bant naar school gaan, basisonderwijs en secundair onderwijs, aantal en

percentage

2010 2011 2012

aantal %* aantal %* aantal %*

Basisonderwijs

arr. Halle-Vilvoorde 51.627 92,3 52.508 92,7 53.492 92,8

prov. Vlaams-Brabant 97.682 94,4 99.154 94,6 100.653 94,6

BHG 1.931 7,9 2.178 8,6 2.377 9,1

Secundair onderwijs

arr. Halle-Vilvoorde 24.596 71,8 24.716 72,2 24.732 72,5

prov. Vlaams-Brabant 53.451 80,7 53.321 80,8 53.167 80,8

BHG 1.637 16,8 1.813 18,0 1.940 18,5 *Percentage van het aantal leerlingen dat woont in, respectievelijk Halle-Vilvoorde, Vlaams-Brabant en het Brusselse Gewest Bron: Departement Onderwijs en Vorming, verwerking Steunpunt sociale planning

Het hoger onderwijs in Brussel rekruteert natuurlijk veel breder, uit heel Vlaan-

deren.

Het Nederlandstalig onderwijs heeft moeite om het stijgend aantal leerlingen

een plaats te geven en op een goede manier op te vangen, dat is zowel zo in

de scholen op het grondgebied van Brussel als in de Vlaamse Rand. De oorzaak

daarvan ligt vooral bij de demografische druk, bij de snelle aangroei van de be-

volking en vooral van de jonge bevolking. Het groeiend aantal kinderen dat in

de gemeenten van de Vlaamse Rand woont, goeddeels het gevolg van inwijking

van jonge gezinnen, maakt dat veel meer leerlingen zich aanmelden bij de scho-

len in de Rand. Het aantal leerlingen dat woont in Brussel en wil schoollopen in

de Vlaamse Rand, versterkt de druk nog, maar toch eerder in beperkte mate.

Het woon-schoolverkeer van de pendelende leerlingen draagt bij aan de ver-

keersdruk ’s morgens en ’s avonds. Zoals de pendelarbeid vergt ook de school-

pendel efficiënte verplaatsingsmogelijkheden tijdens de spitsuren en versterkt

Page 32: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?132

het de roep om oplossingen voor de almaar toenemende mobiliteitsdruk.

Voor het onderwijsveld zelf lijkt de verwevenheid tussen Vlaams-Brabant en

Brussel er vooral in te liggen dat de scholen geconfronteerd worden met een

gelijkaardige problematiek. Bij veel scholen van het Nederlandstalig onderwijs

komen meer leerlingen aan de poort kloppen dan er eigenlijk plaats voor is. Veel

van die leerlingen hebben een andere moedertaal dan het Nederlands en een

zeer diverse culturele achtergrond. De uitdaging is de leerlingen zo’n opleiding

en opvoeding mee te geven dat ze hun plaats kunnen vinden in een snel veran-

derende wereld, binnen een grootstedelijke context. Uitwisseling van ervarin-

gen, van leermethodes, van organisatorische maatregelen, kan scholen wellicht

helpen in de moeilijke situaties waar ze voor staan. Hoe slaan we die brug wan-

neer de bestuurlijke en financiële context verschillend is en de scholengroepen

ieder binnen de gewestgrenzen functioneren?

Page 33: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

33

DE GRENS OVER OP ZOEK NAAR WELZIJN EN CULTUUR?

Gaan mensen in de verschillende welzijnssectoren, voor gezondheidszorg, voor

cultuur en ontspanning vaak over de grens op zoek naar het passende aanbod?

Dat kan zeer verschillend zijn van de ene sector tot de andere en we weten het

niet altijd goed. Voor sommige voorzieningen is nabijheid zeer belangrijk; voor

een gespecialiseerd aanbod op hoog niveau gaat de uitwisseling soms veel ver-

der dan tussen naburige regio’s, worden mensen uit heel het binnen- en soms

ook het buitenland aangetrokken.

1.200 kinderen uit Vlaams-Brabant worden opgevangen in een door Kind en

Gezin erkende voorziening in het Brusselse Gewest. Maar nabijheid speelt voor

kinderopvang sterk mee, zodat heel het Vlaams-Brabants grondgebied niet erg

relevant is. Voor zes gemeenten vinden meer dan 20% van de kinderen die

worden opgevangen in een voorziening onder toezicht van Kind en Gezin, een

plaats in Brussel-19. Voor Drogenbos is dat 75%; voor Kraainem 41%; voor

Asse, Machelen, Dilbeek en Linkebeek tussen 20% en 30%. Het aanbod aan

kinderopvang is soms verbonden aan de werkplek, de V.U.B. heeft bv. 150 er-

kende plaatsen voor kinderopvang. Deze cijfers gaan enkel over ‘Nederlandsta-

lige’ opvang, de opvang die valt onder het ONE (Office de la Naissance et de

l’Enfant) is niet meegeteld. We mogen vermoeden dat daar ook een groot aantal

kinderen met woonplaats in Vlaams-Brabant worden opgevangen. Zowel in de

Vlaamse Rand als in Brussel-19 is het voor jonge ouders niet eenvoudig om voor

hun kinderen opvang te vinden.

Voor verschillende soorten voorzieningen kennen we enkel het aanbod dat aan-

wezig is, niet waar de cliënten vandaan komen. We weten maar al te goed dat

Halle-Vilvoorde opkijkt tegen een grote achterstand aan welzijnsvoorzieningen,

dat is onder meer zo voor de bijzondere jeugdzorg en de geestelijke gezond-

heidszorg. Het is niet zo dat de inwoners van de Rand daarvoor in Brussel te-

rechtkunnen, want ook daar is het aanbod schaars. Vlaams-Brabant en Brussel

Page 34: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL: VERSTRENGELD OF VERVREEMD?134

delen voor die zorgvragen niet zozeer in elkaars aanbod, ze delen de schaarste.

De Centra voor Algemeen Welzijnswerk in Brussel betrekken, voor hun begelei-

dingen, 15 à 20% van hun cliënteel uit de Vlaamse Rand. Het omgekeerde komt

zelden voor. Mensen uit Brussel zouden dan weer vaker in de Rand op zoek gaan

naar een voorziening voor gehandicapten.

Voor gezondheidszorg zijn er enkele ziekenhuizen in Brussel die ook voor de

inwoners van Halle-Vilvoorde een belangrijk aanbod verstrekken, al vinden die

ook hun weg naar de grote ziekenhuizen in Leuven of Aalst.

Voor de vrije tijd zijn er in Brussel cultuurtempels die bezoekers aantrekken van

heinde en ver, maar die wellicht gemakkelijker bereikbaar zijn en vaker worden

bezocht door cultuurhongerigen uit Vlaams-Brabant. Brusselaars zoeken moge-

lijkheden tot recreatie in onze provincie.

Voor de welzijnssectoren, de gezondheidszorg, de vrije tijd, is de uitwisseling tus-

sen Vlaams-Brabant en Brussel zelden helemaal afwezig, maar het belang ervan

is zeer uiteenlopend. Niet alles is in kaart gebracht, het beeld is vaag en disparaat.

Page 35: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

35

Algemeen zien we dat de uitwisseling tussen Vlaams-Brabant en Brussel

op verschillende domeinen manifest aanwezig is. Uitstekende dossiers

van het Steunpunt sociale planning van ons provinciebestuur en van

de Studiedienst van de Vlaamse regering tonen dat aan. De verhuisbe-

wegingen zijn zeer talrijk; we kampen met eenzelfde mobiliteitsknoop;

de arbeidsmarkt is sterk verweven; de milieuproblemen gaan over de

grenzen heen.

Iedereen voelt aan dat samenspraak en samenwerking nodig zijn en dat

die beter kunnen dan vandaag.

Page 36: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

2

DE BESTAANDE BRUGGEN

GAMMEL OF HANDIG?

Page 37: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

37

Wanneer ik sommigen hoor spreken over de band tussen Brussel en Vlaams-Bra-

bant, lijkt het soms dat elke vorm van samenwerking onbestaande zou zijn.

Er wordt wel eens gezwaaid met het voorbeeld van de driehoek Kortrijk-Rij-

sel-Doornik en met echte of geveinsde verbazing gevraagd waarom men over

de landsgrenzen heen wel tot stevige samenwerking bereid is en waarom niet

tussen de regio’s in het centrum van het land? Daarmee wordt een vertekend

beeld gecreëerd.

Als we het terechte debat willen voeren over de manier waarop twee regio’s die

op veel vlakken met elkaar vervlochten zijn het best met elkaar omgaan, kijken

we het best eerst naar wat reeds aan overleg bestaat en hoe dat functioneert.

Daarbij moeten we beseffen dat een mooie structuur niet gelijk staat met een

reëel en effectief gebruik daarvan. Hoe het overleg in de praktijk werkt en of

het al dan niet tot goede resultaten leidt, hangt in mijn ogen niet alleen af van

de structuren die men opricht, maar minstens evenveel van de attitude en cul-

tuur die er heerst. Je kan je de vraag stellen of een brede, open, goed zichtbare

boulevard beter is voor twee partijen om elkaar te ontmoeten dan een ietwat

onoverzichtelijk netwerk van wegen, paadjes en bruggetjes langs waar men el-

kaar weet te vinden? Veel hangt af van hoe de partijen tegenover elkaar staan.

Hebben ze gelijk- of uiteenlopende belangen en visies? Vertrouwen ze elkaar of

zijn ze eerder wantrouwig? Zien ze elkaar als gelijke partners of niet?

Bij de opeenvolgende staatshervormingen, had men wel degelijk oog voor de

nood aan overleg en samenwerking tussen regio’s die voortaan ieder afzonder-

lijk en exclusief bevoegd werden voor belangrijke beleidsdomeinen. Het kader

daarvoor is de Bijzondere Wet tot hervorming van de instellingen. Deze wet van

8 augustus 1980 is bij elke nieuwe stap in de staatshervorming aangepast en

aangevuld, ruim vijfentwintig keer. De wet schrijft voor dat de regeringen van de

deelstaten en van de federale staat overleg moeten plegen over onder meer de

planning en de compatibiliteit van het autosnelwegen- en waterwegennet; over

de samenwerking tussen de spoorwegen en de maatschappijen voor stads- en

streekvervoer; over de wederzijdse informatie tussen de diensten voor oplei-

Page 38: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

38 2 DE BESTAANDE BRUGGEN: GAMMEL OF HANDIG?

ding, werkloosheid en arbeidsbemiddeling; over het luchtverkeer op de open-

bare vliegvelden; over de opvolging van de maatregelen die kunnen worden

genomen t.a.v. minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben ge-

pleegd. Er is voorzien dat de staat, de gemeenschappen en de gewesten samen-

werkingsakkoorden kunnen sluiten om gezamenlijk beleid te voeren. Het Over-

legcomité tussen de verschillende regeringen kan Interministeriële Conferenties

oprichten en deed dat o.a. voor Mobiliteit en Infrastructuur; voor Tewerkstelling,

Vorming en Sociale Economie; voor Leefmilieu; voor Welzijn, Sport en Fami-

lie; voor Veiligheids- en Handhavingsbeleid. ‘De Interministeriële Conferenties

hebben geen dwingende beslissingsmacht, maar zijn het instrument voor een

soepel en efficiënt overleg tussen de betrokken overheden, met eerbiediging

van de autonomie van elk van hen. Zij kunnen het forum zijn voor de uitwerking

van samenwerkingsakkoorden en van de diverse samenwerkingsprocedures die

bepaald zijn in de wetten tot hervorming van de instellingen.’7

De plaats om onder regeringen en ministers elkaar te informeren, onderling

overleg te plegen, afspraken te maken en formele akkoorden te sluiten, die

structuur is voorzien, met name ook voor de thema’s waar de noden en de

belangen van Brussel en Vlaams-Brabant met elkaar zijn vervlochten. Er is een

kader gecreëerd, maar op zich volstaat dat niet, de vraag is of en hoe het is in-

gevuld: een mooi kader zonder invulling onderstreept enkel de leegte.

Voor een aantal thema’s is gebleken dat de behoefte aan overleg en samenwer-

king groot is. Zijn de overheden van Brussel en Vlaams-Brabant erin geslaagd

daarvoor bruggen te slaan die daadwerkelijk worden gebruikt? Laat ons eens

kijken naar enkele van die thema’s, zoals werkgelegenheid, leefmilieu, mobiliteit,

veiligheid en vrije tijd. Niet zozeer met de bedoeling een volledige inventaris

op te maken, maar om een betere kijk op de realiteit te krijgen, niet enkel de

realiteit van de structuren, wel die van de dagelijkse wisselwerking tussen over-

heidsbesturen.

7 12 september 1995 - Omzendbrief betreffende de interministeriële conferenties

Page 39: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

39

MOBILITEIT OP DE ARBEIDSMARKT

Ik wil beginnen bij tewerkstelling. Als we de vraag van werkzoekenden naar

werk en de vraag van bedrijven naar geschikte werknemers beter op elkaar kun-

nen laten aansluiten, dan zouden veel mensen worden geholpen en dan zou de

maatschappij er flink op vooruitgaan. We weten dat de werkloosheidsgraad in

Brussel veel hoger ligt dan die in Vlaams-Brabant. Gemiddeld voor 2013: 20%

in Brussel, 6% in Vlaams-Brabant. We weten dat er een enorm probleem is van

jeugdwerkloosheid. Ook voor 2013: 30% in Brussel, wel dalend het voorbije

jaar, 16% in Vlaams-Brabant. We weten dat er in Brussel en in Vlaams-Brabant

openstaande vacatures zijn die moeizaam worden ingevuld. Er is dus nood aan

initiatieven om, over de grens van Brussel en Vlaams-Brabant heen de mobiliteit

op de arbeidsmarkt aan te moedigen en om de kloof tussen jobaanbod en aan-

bod van werkzoekenden weg te werken.

Reeds in 1996 werd door de Vlaamse en de Brusselse regering beslist om het

Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding (BNCTO) op

te richten. De rol daarvan is vergelijkbaar met het vroegere Subregionale Te-

werkstellingscomité (STC) of de huidige Sociaaleconomische Raad van de Regio

(SERR). Het BNCTO komt elke maand bijeen, het heeft werkgroepen over diver-

siteit en over kansengroepen, het herbergt een forum voor lokale werkwinkels,

het wordt ondersteund door Actiris en door de VDAB.

De Brusselse en Vlaamse overheden sloten in ’99 samenwerkingsprotocollen af

over het werkervaringsplan en over Nederlandstalige beroepsopleiding in het

Brusselse Gewest. In 2005 kwam er een samenwerkingsakkoord, tussen alle

gewesten en gemeenschappen, over intergewestelijke mobiliteit van werkzoe-

kenden, waarin voorzien wordt om specifieke acties op te zetten tussen Brussel

en de Vlaamse Rand. In 2006 volgde een samenwerkingsakkoord tussen Brussel

en Vlaanderen met oog op het harmoniseren van het opleidingsbeleid en op het

bevorderen van de mobiliteit van werkzoekenden.

Page 40: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

40

Wat bracht dit allemaal op? Sinds 2006 worden werkaanbiedingen, o.a. voor

knelpuntberoepen, automatisch uitgewisseld; tussen 2006 en 2011 kreeg en

verspreidde Actiris 150.000 werkaanbiedingen van de VDAB, omgekeerd gin-

gen er 20.000 van Actiris naar de VDAB. Vandaag zijn er drie lokale werkwinkels

actief binnen het Brusselse Gewest. De VDAB geeft gericht werkaanbiedingen

door aan Actiris, op basis van de profielen van de Brusselse werkzoekenden:

het gaat om vacatures voor kortgeschoolden en voor jobs als chauffeur en ma-

gazijnier, in de schoonmaak en in de horeca, als administratieve kracht of in de

handel-verkoop. Dat alles zorgde ervoor dat op drie jaar tijd meer dan 5.000

Brusselse werkzoekenden een job vonden in Vlaams-Brabant. De pendelarbeid

uit Brussel naar de Vlaamse Rand neemt merkbaar toe.

Het samenwerkingsakkoord tussen Brussel en Vlaanderen werd in 2011 ver-

nieuwd, met meer ambitieuze doelstellingen. De VDAB zal jaarlijks 1.500 jobs

in Vlaams-Brabant openstellen voor Brusselse kortgeschoolden en Actiris zal per

job zes geschikte kandidaten doorsturen. Om dat te doen lukken, komen er

meer taal- en beroepsopleidingen. Stageaanbiedingen worden beschikbaar over

de gewestgrens heen. Een strategische werkgroep zorgt voor het opstellen en

opvolgen van een actieplan, met als eerste bedoeling de instroom van Brusselse

werkzoekenden naar jobs in de gemeenten van de Vlaamse Rand te bevorderen.

Bijzondere aandacht gaat daarbij naar het luchthavengebied. Daaruit volgde de

realisatie van het Luchthavenhuis Brussels Airport, dat actief communiceert over

werken en over alle opleidingen op en rond de luchthaven, over vervoer naar

Zaventem …

In de jaarverslagen van Actiris lezen we dat op drie jaar tijd, van 2010 tot 2012,

bijna 10.000 Brusselse werkzoekenden werk vonden bij een werkgever in de

Vlaamse Rand.

2 DE BESTAANDE BRUGGEN: GAMMEL OF HANDIG?

Page 41: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

41

BLAUWE EN GROENE ADERS IN STAD EN RAND

Waterwegen, bossen en landschappen vloeien of lopen door, van administratie-

ve grenzen trekken ze zich niets aan.

De Bijzondere Wet tot hervorming van de instellingen schrijft voor dat er in

ieder geval samenwerkingsakkoorden moeten komen over hydrologie, over wa-

terbeheersing en over waterwegen. In 1995 werd door de drie gewesten zo’n

samenwerkingsakkoord goedgekeurd, waarbij werd opgemerkt dat dit ‘een be-

vestiging was van de bestaande toestand, van afspraken die door de betrokken

diensten reeds in de dagelijkse praktijk werden toegepast’. Het akkoord han-

delt over het beheer van bevaarbare waterwegen en scheepvaartrechten, over

debieten en waterstanden, over het melden van verontreiniging … Minstens

één keer per jaar moet het Intergewestelijk Overleg Waterwegen samenkomen.

Voor de onbevaarbare waterlopen van tweede en derde categorie wordt recht-

streeks tussen de waterbeheerders afgesproken, bij ons is dat de provinciale

dienst waterlopen. Het diensthoofd bevestigt dat daarover weinig of niet wordt

vergaderd, dat de mensen elkaar kennen en contact met elkaar opnemen tel-

kens een dossier of een probleem beide regio’s aanbelangt. Dat loopt vlot, er

zijn geen moeilijkheden, liefst zo houden is de boodschap. Een vertegenwoordi-

ger van Brussel maakt deel uit van de Algemene Vergadering van het Dijle-Zen-

nebekken. Er worden nu ook afspraken gemaakt over waterzuivering.

Voor het Zoniënwoud, een habitatrichtlijngebied dat zich uitstrekt over 4.400

ha en over de drie gewesten, tekenden de drie gewestministers in 2008 een in-

tentieverklaring. Er is een samenhangende structuurvisie uitgewerkt, grensover-

schrijdend. Twee grote beleidsprincipes staan voorop: de natuur- en milieuwaar-

den versterken en duurzame recreatie aanbieden. De opzet is om praktijken en

stijlgewoonten te harmoniseren, bv. om dezelfde regels voor toegankelijkheid

en dezelfde bewegwijzering in te voeren, zodat de bezoeker overal in het woud

weet waaraan zich te houden. Daar komt veel bij kijken en het ligt soms in een

Page 42: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

42

onverwachte hoek, zoals het krantenartikel over paddenstoelen plukken aan-

toont.

Er is een uitgebreid overlegmodel uitgetekend: de ministers komen één keer per

jaar samen; de bosbeheerders overleggen frequent in een stuurgroep; een over-

leggroep betrekt andere administraties en burgemeesters en gouverneurs bij het

beheer; in een begeleidingsgroep worden natuurbewegingen, sport- en jeugd-

verenigingen, bosexploitanten en andere gebruikers uitgenodigd. In de praktijk

is er de jongste jaren een intensief overleg gegroeid tussen de agentschappen

die instaan voor het bosbeheer. Ze vergaderen zeer geregeld met de stuurgroep,

overleggen veel ad hoc, werken samen aan projecten voor ontsnippering en

voor toeristische toegangspoorten. Op het vlak van communicatie willen ze nog

meer een eenstemmig verhaal brengen.

De Vlaamse Landmaatschappij is de jongste jaren actiever geworden in de

Vlaamse Rand rond Brussel, met verschillende landinrichtingsprojecten. Van

daaruit hebben ze een brug geslagen naar het Brussels Instituut voor Leefmilieu

(BIM). En met verschillende andere partners (Ruimte Vlaanderen en Stedelijke

Ontwikkeling in het BHG, de Vlaamse en Brusselse bouwmeester) willen ze de

potenties omtrent open ruimte in kaart brengen en een agenda voor de ont-

wikkeling ervan uitwerken: daarvoor werd in het voorjaar van 2014 het project

Open Ruimte Brussel/Vlaanderen gelanceerd.

Voor natuurbeleid weet men elkaar steeds beter te vinden, zijn er steeds meer

contacten en afspraken tussen de ambtenaren in het veld. Voor grensoverschrij-

dende milieuhinder ligt dat moeilijker. De meest heikele punten zijn de luchtver-

vuiling en de lawaaihinder. Elk gewest voert zijn beleid, van afstemming is niet

veel sprake. Luchtvervuiling is voor een groot deel te wijten aan het autoverkeer

en daardoor verbonden aan de mobiliteitsproblematiek.

Bij lawaaihinder is er heel veel te doen geweest over de geluidsoverlast van

opstijgende of dalende vliegtuigen. De pogingen om daarvoor tot een geza-

menlijk overlegd beleid te komen zijn niet goed gelukt, omdat de belangen en

2 DE BESTAANDE BRUGGEN: GAMMEL OF HANDIG?

Page 43: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

43

de standpunten in het Brusselse en het Vlaamse Gewest zo uiteenlopend zijn.

In het luchthavenakkoord van februari 2011 werd principieel overeengekomen

om een ‘Overlegforum voor de luchthaven Brussel-Nationaal’ op te richten. In

2002 gebeurde dat ook, met een vertegenwoordiging van gemeentebesturen,

milieuverenigingen en bewonersgroepen uit Brussel en Vlaams-Brabant. Er werd

een vijftal keer vergaderd, zonder concreet resultaat, en dan stierf het initiatief

een stille dood. In 2008 besliste de federale regering om opnieuw een ‘Overleg-

forum betreffende geluidshinder op en rond de luchthaven Brussel-Nationaal in

het leven te roepen, met 32 gemeenten, Belgocontrol, de luchthavenuitbater,

het Directoraat-generaal luchtvaart. Ook dit forum heeft sedertdien niet meer

dan vijf keer vergaderd. Ondertussen bleef de kwestie voor discussie zorgen

in en tussen de regeringen. De Brusselse regering vaardigde eenzijdig normen

en boetes uit voor overvliegende vliegtuigen. Opeenvolgende federale ministers

werkten plannen uit voor de verdeling van de vluchten en van de geluidsoverlast

over de verschillende deelgebieden. Er kwamen gewijzigde plannen die werden

gecontesteerd, toch doorgevoerd en dan weer teruggedraaid. Er waren bespre-

kingen in Interministeriële Conferenties, discussies en procedures in het Overleg-

comité. Er was dus niet zozeer een gebrek aan overlegorganen of -procedures,

maar wel een te groot verschil in visie, waardoor overeenstemming niet mogelijk

bleek. Dat illustreert dat niet zozeer de formele overlegstructuur, maar wel de

mogelijkheid of de wil om tot een akkoord te komen, bepalend zijn voor het

succes van overleg.

Page 44: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

44

OVERLEG OVER MOBILITEIT: EEN DIK BESMEERDE BOTERHAM

Mobiliteit is het meest evidente grensoverschrijdende vraagstuk en tezelfdertijd

het meest penibele. In ieder van de gewesten kampen we met verkeersknopen,

met opstoppingen, met de vraag naar beter openbaar vervoer, met de plaats

voor langzaam verkeer, en met verkeersveiligheid. Die lastige kwesties verei-

sen visie, volgehouden inspanningen en veel investeringen. Verkeer en vervoer

stroomt over de grenzen, dagelijks en massaal, Brussel en Vlaams-Brabant delen

dezelfde zorgen en problemen.

Binnen het brede beleidsdomein van de mobiliteit ontbreekt het dan ook niet

aan pogingen en initiatieven om tot overleg en samenwerking te komen. De

boterham van de mobiliteit is dik besmeerd met afspraken en structuren voor

overleg. Of dit gezorgd heeft voor doorbraken en oplossingen met overtuigend

resultaat, blijft een terechte vraag.

Reeds in 1991 werden samenwerkingsakkoorden gesloten over het beheer en

de verkeersregeling van wegen die de gewestgrenzen overschrijden en over het

bus- en tramvervoer van en naar Brussel. ‘De Lijn, de MIVB en de TEC plegen

regelmatig overleg, over het afstemmen van het vervoersaanbod en om de be-

langen van de gebruikers te vrijwaren, en in het bijzonder om de tarieven te

harmoniseren, om de gepaste aansluitingen te verzekeren en om de klanten

goed te informeren.’

In 1998 kwam er een principieel akkoord tussen het Vlaamse en het Brussel-

se Gewest om de samenwerking over het geheel van de mobiliteitsproblemen

te regelen. Sedertdien vergadert een stuurgroep met de betrokken kabinetten,

diensten en agentschappen van de Brusselse en de Vlaamse overheid twee-

maandelijks over hoe dit principieel akkoord moet worden uitgevoerd en op-

gevolgd. Er volgden nog verschillende akkoorden: over vervoersbewijzen en

gecombineerde abonnementen voor bus en tram (2001-2004); over de opmaak

2 DE BESTAANDE BRUGGEN: GAMMEL OF HANDIG?

Page 45: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

45

van streefbeelden voor de Ring 0 en het betrekken daarbij van het Brusselse

Gewest; over de integratie van tickets en tarieven voor het openbaar vervoer

(2006); over het realiseren van infrastructuurprojecten voor openbaar vervoer

opgenomen in het IRIS2-plan van Brussel en in de Mobiliteitsvisie 2020 van De

Lijn Vlaams-Brabant (2010); over het verkeersmanagement op de Ring en de

snelwegen (2010); over verkeerslichtenbeïnvloeding voor de bussen; over een

kilometerheffing voor vrachtwagens en een verkeersvignet voor lichte voertui-

gen (2011); over fietssnelwegen en de opmaak van het zogenaamde FietsGEN

(2012); sinds 2012 voeren de overheden in Brussel een strikter parkeerbeleid,

wat de gemeenten in de Rand ertoe noopt om ook over hun parkeerreglemen-

ten te overleggen.

In 2010 is gestart met een Vlaams-Brussels ministerieel overleg over interregio-

nale mobiliteit, met kabinetsvertegenwoordigers, het departement mobiliteit en

het Agentschap Wegen en Verkeer, de openbare vervoersmaatschappijen en de

waterwegbeheerders. Het provinciebestuur is geen deelnemer aan dat overleg.

De thema’s die worden besproken zijn o.m. de samenwerking tussen De Lijn en

de MIVB, de optimalisatie van de Ring 0, het dynamisch verkeersmanagement,

de fietsroutenetwerken, het vervoer te water. Er werden enkele werkgroepen

opgericht, één daarvan heet ‘Fiets’ en die zorgde ervoor dat het plan van het

FietsGEN er kwam. Wanneer De Lijn haar mobiliteitsvisie 2020 heeft uitgewerkt

en in het kader daarvan het project voor enkele tramlijnen heeft opgezet, wer-

den de Brusselse diensten (departement mobiliteit en MIVB) daar van meet af

aan voluit bij betrokken.

Een verhaal apart is het Gewestelijk Expresnet van de spoorwegen, het plan om

met de trein mee te zorgen voor streekvervoer in een gebied tussen Brussel en

enkele regionale steden zoals Leuven, Mechelen, Aalst, Nijvel en Waver. Wan-

neer Vlaams-Brabant in 1995 van start ging, liep daarover al overleg en werden

we daarop als provinciebestuur uitgenodigd. De hoofdrol is in dit verhaal weg-

gelegd voor de spoorwegen, dus voor de federale overheid, maar er is in de

verschillende episodes altijd overleg geweest met de gewestelijke, provinciale

Page 46: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

46

en gemeentelijke overheden. In 2003 sloten federale en gewestelijke overheden

een formeel akkoord om het GEN te realiseren. Er is voorzien in een algemene,

een strategische en operationele coördinatie, met op het hoogste niveau de

ministers als deelnemers, op het praktisch-operationele de specialisten van de

vervoersmaatschappijen.

Bij de zesde staatshervorming werd afgesproken om binnen de NMBS een struc-

tuur op te richten om het GEN te beheren en daar ook de gewesten bij te be-

trekken. Een Koninklijk Besluit van april 2014 regelt de vertegenwoordiging van

de gewesten in het ‘GEN-oriëntatiecomité’.

Het luchtverkeer en met name de impact van de werking van de luchthaven van

Zaventem en van de geluidshinder van vliegtuigen, is de voorbije 15 jaar nooit

weggeweest uit het nieuws. De bevolking in de verschillende gebieden hebben

verschillende belangen, hun overheden namen die over en verdedigen die, de

ene keer in het politiek overleg op niveau van ministers en regeringen, een ande-

re keer door zelf en autonoom maatregelen uit te vaardigen. Hierboven schetste

ik al kort een verhaal van dat uitzichtloos overleg.

2 DE BESTAANDE BRUGGEN: GAMMEL OF HANDIG?

Page 47: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

47

NOODHULP EN VEILIGHEID

Branden, rampen, inbraken, verkeersongevallen … het doet zich altijd voor op

een welbepaalde locatie, maar om de slachtoffers bij te springen of om misdrij-

ven te voorkomen en te bestraffen, kan je niet louter redeneren binnen de gren-

zen van geografische omschrijvingen. De meeste aspecten van het veiligheidsbe-

leid behoren tot de bevoegdheid van de federale overheid, die het optreden van

hulp- en veiligheidsdiensten over de grenzen van gewesten en provincies heen

kan organiseren en sturen. Toch rijzen er ook voor veiligheid eenzelfde soort

vragen als voor andere beleidsdomeinen, over coördinatie, over samenwerking,

over beleid dat is afgestemd op de specifieke situatie.

Voor dringende hulpverlening, door ambulances en brandweer, wordt al lang

gewerkt volgens het principe dat niet alleen de territoriale bevoegdheid telt,

maar dat de dienst die op een bepaald ogenblik het snelst ter plaatse kan zijn,

zorgt voor de interventie of minstens voor de versterking wanneer die nodig

is. Dit principe wordt nu nog consequenter toegepast, sedert de regel van de

‘snelste adequate hulp’ is veralgemeend. In de praktijk betekent dit dat er voor

verschillende (deel)gemeenten in de Vlaamse Rand al decennia-oude overeen-

komsten zijn gesloten om brandweerinterventies te laten gebeuren vanuit pos-

ten van de Brusselse brandweer, omdat heel wat van die posten eerder aan

de buitenkant van het Brusselse Gewest zijn gevestigd en de kazernes van de

Vlaams-Brabantse brandweerdiensten verderaf liggen. Bij meer grootschalige

interventies is het ook vaak de brandweer uit Brussel die met meer middelen

ter versterking komt aanrukken. De samenwerking en versterking tussen Brussel

en Vlaams-Brabant verlopen in principe niet anders dan die tussen de hulpdien-

sten uit verschillende provincies en roepen ook niet meer problemen op. Ook

voor geneeskundige hulpverlening, wordt de snelst bereikbare ambulance uitge-

stuurd. Dat heeft al geregeld voor problemen en discussie gezorgd, omdat het

medisch personeel dat een ziekenwagen uit Brussel (of uit Wallonië) bemant,

niet of onvoldoende Nederlands kent. Daarvoor is al heel veel overlegd, zijn

bijkomende hulpdiensten in de plaats gesteld, is er gesleuteld aan de regels over

Page 48: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

48

welke ambulance naar welke plaats wordt gestuurd, maar dat belet niet dat er af

en toe nog klachten binnenkomen over ambulanciers die een zieke of gewonde

niet in het Nederlands kunnen helpen.

Voor de structuur en de werking van de politie, wordt de indeling van de ge-

rechtelijke arrondissementen gevolgd. Zoals we weten, was er tot aan de zes-

de staatshervorming één gerechtelijk arrondissement, één openbaar ministerie

voor Brussel en voor Halle-Vilvoorde. Bij de politiehervorming is er één politiear-

rondissement voor Brussel en Halle-Vilvoorde opgericht, maar er werd wel tel-

kens een substructuur voorzien voor Halle-Vilvoorde: een adjunct-DirCo (direc-

teur-coördinator), een adjunct-DirJud (directeur gerechtelijke politie), een AIK in

Asse (Arrondissementeel Informatie Kruispunt), Arrondissementeel Recherche

Overleg voor de politiezones in Halle-Vilvoorde. Op justitieel vlak is men blijven

werken met één Arrondissementele Raad Slachtofferzorg, met één Justitiehuis,

met één gerechtelijk labo voor heel het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.

Je zou dus kunnen zeggen dat justitie en politie nog een eengemaakte structuur

had voor wat sommigen de Brusselse Metropolitane Regio zijn gaan noemen.

Wat heeft dat opgeleverd? Halle-Vilvoorde is een regio met meer dan 600.000

inwoners, op het vlak van het aantal misdrijven of op het vlak van verkeer scoort

ze hoog op de probleemladder, de mensen zijn er minstens even bezorgd over

hun veiligheid als elders. Toch zijn er over zowat de hele lijn minder mensen

en middelen beschikbaar dan in vergelijkbare arrondissementen in Vlaanderen:

minder parketmagistraten, veel minder rechercheurs, minder afstappingen van

het gerechtelijk labo, minder controles door de wegenpolitie, minder justitieel

welzijnswerk … Door deel uit te maken van één arrondissement met Brussel,

stond de bevolking uit Halle-Vilvoorde in de schaduw, had ze minder stem, en

we hebben nochtans geprobeerd te roepen. Werd het beduidend lager aantal

mensen en middelen dan gecompenseerd door een efficiëntere coördinatie en

samenwerking, omdat de politie kon werken onder één procureur des Konings

en binnen één structuur? Niet of nauwelijks. De korpschefs van de lokale politie

beklemtonen geregeld de nood aan gecoördineerde politieacties om een halt

toe te roepen aan hardnekkige criminaliteit. Een voorbeeld daarvan: het aantal

2 DE BESTAANDE BRUGGEN: GAMMEL OF HANDIG?

Page 49: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

49

woninginbraken per 100 woningen per jaar ligt in Halle-Vilvoorde hoger dan

waar ook in Vlaanderen, hoger dan in de grootstedelijke regio’s Antwerpen en

Gent, twee keer zo hoog als in het arrondissement Leuven. De vraag van de

korpschefs vond geen gehoor bij de collega’s van de Brusselse politiezones die

weliswaar deel uitmaakten van hetzelfde gerechtelijk en politiearrondissement,

maar vanuit een Brussels standpunt redeneren en reageren. De pogingen om

gecoördineerde politieacties over de gewestgrenzen heen in te bedden in de

politiewerking, leverden zeer weinig op.

Het is dus niet omdat diensten binnen eenzelfde structuur opereren, dat ieder

deelgebied voldoende aan zijn trekken komt en dat er vlot wordt samengewerkt.

Het was dus logisch dat we met de bestuurlijke overheden al lang tot de conclu-

sie kwamen dat Halle-Vilvoorde nood had aan een eigen openbaar ministerie,

een eigen procureur, een eigen politiearrondissement. Met de zesde staatsher-

vorming is die er gekomen. Dat moet toelaten om te ijveren voor het gelijkwaar-

dig uitbouwen en uitrusten van de politionele en van de justitiële diensten. De

nood aan samenwerking en coördinatie tussen de politie van Brussel en Hal-

le-Vilvoorde blijft even sterk bestaan, we moeten ook daar onverminderd voor

ijveren.

Page 50: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

50

IEDER MET ZIJN VLAG

In andere beleidsdomeinen zoals welzijn, cultuur of toerisme zijn er veel minder

akkoorden, afspraken of overlegfora. Voor persoonsgebonden aangelegenhe-

den zoals welzijn, onderwijs of cultuur is het natuurlijk zo dat de Vlaamse Ge-

meenschap bevoegd is in Vlaanderen én in Brussel. De samenhang in het be-

leid en de samenwerking tussen diensten kunnen door dezelfde minister, door

hetzelfde departement worden bewerkstelligd. Daarvoor hoeven geen formele

akkoorden met externe partners te worden aangegaan. Voor welzijn, onderwijs,

cultuur of vrije tijd voorziet de wetgeving niet dat er moet overlegd worden tus-

sen de overheden. In de praktijk merken we in deze beleidsdomeinen een slui-

merende wens en intentie om tussen Nederlandstalig Brussel en Vlaams-Brabant

tot meer wisselwerking te komen, maar in de praktijk blijft dat zeer bescheiden.

Het gebeurt bijna uitsluitend door afspraken of projecten op het niveau van de

instellingen en voorzieningen, veel minder op bestuursniveau.

Opvallend is dat verschillende vormen van samenwerking groeien en dan weer

wegdeemsteren. Op het vlak van cultuur werd in de jaren ‘90, steunend op de

erfenis van Brabant, een gezamenlijke werking voor cultuurprijzen, voor koor- en

toneeltornooien, voor amateurkunsten voortgezet, maar dat hield niet stand. In

2002 sloegen de KVS, het Kaaitheater en de culturele Centra De Westrand en

Strombeek de handen in elkaar voor Kwartslag. Met een gezamenlijke pas kon je

naar vier theaterproducties, er kwamen een gezamenlijke programmabrochure

en promotie, met meer dan 100 producties per seizoen bundelde Kwartslag het

grootste gedeelte van het aanbod in de Rand. Maar het initiatief kende een gro-

te terugval en, met niet meer dan 16 producties waaruit nu nog kan worden ge-

kozen, draait het op een laag pitje. De Nederlandstalige bibliotheken van Brussel

hebben zich aangesloten bij het PBS-systeem van Vlaams-Brabant.

Voor toerisme zien we een gelijkaardige evolutie. Aanvankelijk trokken Brussel

en Vlaams-Brabant nog eens samen op, bij deelname aan beurzen en work-

shops, door in de toeristische brochures een pagina te voorzien voor de buur-

2 DE BESTAANDE BRUGGEN: GAMMEL OF HANDIG?

Page 51: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

51

regio, door elkaars brochures door te geven voor de onthaalpunten. Maar dat

ging verloren, op dit ogenblik is er geen contact of samenwerking meer met

kunststad Brussel. Brussel komt niet meer aan bod in de brochures van de Groe-

ne Gordel en vice versa, er is ook geen uitwisseling meer van brochures.

Ook op het vlak van jeugd en sport is er vandaag op beleidsniveau geen overleg

of afstemming, geen structurele of ad-hocsamenwerking. Dat kan wel bestaan

tussen clubs en verenigingen, maar ambtelijk of politiek zijn daar geen afspraken

over.

Nochtans werd in de loop der jaren op beleidsvlak, door de verantwoordelijke

Vlaamse minister meermaals gepleit om inzake cultuur of toerisme tot meer

afstemming en samenwerking te komen, tussen de instellingen uit Brussel en uit

de Vlaamse Rand. De wens, de intentie om dat te doen is nooit opgegeven. Er

zijn ook pogingen gedaan om dat vorm te geven, die soms overleven, soms weer

wegebben, maar die alles bij elkaar zeer bescheiden zijn gebleven.

Het Huis voor de Gezondheid is het platform voor de verschillende vormen van

gezondheidszorg in Brussel. MediRand is een koepelorganisatie van huisartsen-

kringen in Halle-Vilvoorde. Beide hebben als doel om Nederlandstalige patiën-

ten te begeleiden en door te verwijzen, zodat ze een medisch parcours in hun

moedertaal kunnen afleggen. De zorgzoeker, een online databank met adressen

in Brussel en in de Rand, helpt daarbij. Het Regionaal Overleg Gehandicapten-

zorg (ROG), dat bestaat in elke provincie, werkt voor Vlaams-Brabant en Brussel

samen.

Page 52: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

52

SAMENGEVAT

Ik heb geen volledige inventaris van alle overlegmechanismen tussen Brussel

en Vlaams-Brabant willen opmaken, maar toch een uitgebreid overzicht willen

bieden, omdat we daaruit volgens mij twee dingen kunnen leren.

Ten eerste dat het beeld van twee regio’s die naast elkaar leven en zelfs niet

willen proberen met elkaar te overleggen, dat zo’n beeld niet klopt. Er zijn veel

initiatieven genomen, in een verder en in een recent verleden, er bestaan veel

structuren en akkoorden. Als de vruchten die daaruit voortkomen te mager zijn,

moeten we ons eerst terdege afvragen hoe dat komt, voordat we nieuwe struc-

turen willen opzetten. Ik ga daar dadelijk op in.

Ten tweede dat de manier waarop het overleg tussen Brussel en Vlaams-Brabant

tijdens de voorbije decennia is ontstaan en gegroeid, wellicht een weerspie-

geling is van de manier waarop men in de verschillende beleidsdomeinen te-

genover elkaar staat. Er is geen allesomvattende, transparante overlegstructuur

waar over de beleidsdomeinen heen heldere afspraken over een lange termijn

worden gemaakt. Diensten en instellingen zoeken elkaar wel op om onder el-

kaar praktische regelingen te treffen en dat leidt tot praktische resultaten. In

enkele belangrijke beleidsdomeinen zijn er vaste afspraken voor beleidsoverleg.

Tussen Brussel en Vlaams-Brabant ontbreekt het niet aan overleg- en samen-

werkingsinitiatieven: er bestaat een breed dispositief aan overleginstanties op

beleidsniveau en aan werkgroepen of fora op ambtelijk niveau; er bestaat een

hele batterij aan gewest-grensoverschrijdende akkoorden, maatregelen en af-

spraken. Er bestaan veel bruggen en bruggetjes, de ene discreter dan de andere,

maar meer dan eens wordt van een brug die institutioneel maar gammel is toch

handig gebruik gemaakt. Er bestaat heel wat, maar in het ene beleidsdomein

werkt het beter dan in het andere.

2 DE BESTAANDE BRUGGEN: GAMMEL OF HANDIG?

Page 53: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

53

De samenwerking tussen arbeidsbemiddelingen en -opleidingsdiensten geeft

goede resultaten en wordt als positief ervaren, wat niet belet dat de actoren

van het arbeidsmarktbeleid nog betere resultaten willen. Voor verkeer en ver-

voer zijn er wel degelijk concrete afspraken gemaakt en nieuwe projecten voor

Brabant-Brussel uitgewerkt, maar zowat iedereen vindt het too little, too late

als antwoord op de mobiliteitsuitdaging. De jongste vijf jaar zien we een nieu-

we verstandhouding groeien voor natuur- en landschapsontwikkeling, voor het

beheer van waterlopen was die er al langer. De grote problematieken van mi-

lieuhinder blijven en hangen nauw samen met mobiliteit en economische ont-

wikkeling. Voor politie en criminaliteitsbestrijding kon men nog terugvallen op

één structuur, maar dat heeft niet geleid tot een evenwichtige uitbouw van de

diensten en evenmin tot een sterke coördinatie. Binnen de sectoren welzijn,

gezondheid, onderwijs, cultuur en vrije tijd, zijn er enkele versnipperde en be-

scheiden vormen van samenwerking.

Als de vele vergaderingen en inspanningen om tot overleg te komen niet vol-

doende renderen, als de resultaten sterk verschillen van beleidsdomein tot be-

leidsdomein, ligt dat dan vooral aan de structuren voor overleg en samenwer-

king of is dat aan andere oorzaken te wijten?

Page 54: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

3

INZETTEN OP EEN ZWARE STRUCTUUR OF GUNSTIGE VOOR-

WAARDEN CREËREN?

Page 55: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

55

Zowel bij beleidsverantwoordelijken, bij academici als bij organisaties uit het

maatschappelijk middenveld horen we kritische stemmen over de bestaande

samenwerking en oproepen voor meer toekomstige samenwerking tussen

Vlaams-Brabant en Brussel.

Het initiatief van de werkgeversorganisaties ‘Business Route 2018 for Metro-

politan Brussels’8 kreeg veel weerklank. Het valt mij op dat het pleidooi van

de werkgevers voor intergewestelijke samenwerking in een metropolitaan mo-

biliteitsbeleid9 bijna helemaal gaat over de thema’s en projecten waarover de

mobiliteitsverantwoordelijken van de verschillende regio’s al samen rond de tafel

zitten en al afspraken maken; het pleidooi gaat minder over een ander mobili-

teitsbeleid dan over meer en snellere realisaties. De Brusselse Raad voor Leefmi-

lieu, BRAL, probeerde in 2011 met het project Brussel aan de Rand10 meer vaart

te krijgen in het intergewestelijk overleg. Eén van de aandachtspunten is het

ontbreken van een gezamenlijke benadering over ruimtelijke ordening, waar-

bij het inplanten van grote publiekstrekkende complexen in het oog springt.

Dat is ook een grote zorg van het Interregionaal Platform voor een duurzame

economische ontwikkeling,11 opgericht door vakbonden, milieuverenigingen en

middenstandsorganisaties. Het aftoetsen en afstemmen van de visie op ruimte-

lijke ordening tussen de twee regio’s is lang achterwege gebleven, pas sedert

enkele jaren probeert men daarover elkaar te vinden. Met deze initiatieven laten

middenveldorganisaties blijken dat zij hogere verwachtingen hebben van het

overleg tussen Brussel en Vlaams-Brabant. In studies en debatten hebben menig

academicus, maar ook veel politici de sterke wisselwerking tussen Brussel en de

brede Vlaamse Rand onderstreept en zich uitgesproken voor sterkere vormen

van samenwerking. Het moge duidelijk zijn dat wat tot vandaag functioneert

aan overleg tussen die regio’s, beneden de verwachtingen van velen ligt.

8 www.brusselsmetropolitan.eu9 De Brusselse mobiliteitsknoop ontwarren. Intergewestelijke samenwerking in een metropolitaan mobiliteitsbeleid, juni 201010 www.bralvzw.be/project-brussel-aan-de-rand11 www.brusselsnieuws.net/nl/nieuws/vakbond-milieubeweging-en-ondernemers-tegen- megashoppingprojecten

Page 56: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

56 INZETTEN OP EEN ZWARE STRUCTUUR OF GUNSTIGE VOORWAARDEN CREËREN?3

Hoe komt het? Ontbreekt het aan structuren of aan wettelijke regels voor over-

leg? Of spelen er andere factoren die maken dat het overleg niet uitmondt in

vruchtbare samenwerking? Mij komt voor dat sociologische en politieke facto-

ren sterker doorwegen dan het type overlegstructuur bij het al dan niet behalen

van goede resultaten. Ik wil die even met u overlopen.

Page 57: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

57

VOLDOENDE WEDERZIJDS VOORDEEL?

Het afstemmen en samenwerken loopt vlot en loont wanneer de verschillende

betrokken partijen er voldoende wederzijds voordeel uit halen. Dat is een

rode draad die we kunnen volgen in de verschillende beleidsdomeinen. Voor

het arbeidsmarktbeleid hebben werkzoekenden en werkgevers, Brusselaars en

Vlaams-Brabanders ieder wat te winnen bij het beter doen aansluiten van vraag

en aanbod op de arbeidsmarkt. Daardoor is er veel goodwill en bereidheid el-

kaar tegemoet te komen. Voor ruimtelijke ordening en het vestigingsbeleid voor

bedrijven of grote complexen, liggen de kaarten anders. Visies over ruimtelijke

ordening zijn op lange termijn ontzettend belangrijk, maar zorgen zelden voor

snelle baten. Het aantrekken van investeringen loopt vaak in concurrentie tussen

naburige regio’s, die de lusten voor de ander en de lasten voor zichzelf zien. Dat

verklaart wellicht waarom er in het verleden weinig overleg was over ruimtelijke

ordening en planning.

De belangen van twee regio’s kunnen simpelweg tegengesteld zijn, wat maar

al te duidelijk is in de kwestie van het vliegtuiglawaai. Brussel probeert met alle

middelen om de vliegtuigen van Zaventem weg te houden uit het luchtruim bo-

ven de hoofdstad, de gemeenten en de subregio’s uit Vlaams-Brabant eisen een

evenredige spreiding. De belangen zijn dermate uiteenlopend dat het overleg

een dovemansgesprek wordt en dat de betrokken partijen elkaar eerder probe-

ren te verschalken dan te verstaan.

Page 58: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

58

BIKKELEN OM DE SCHAARSE MIDDELEN

Een factor van belang is of er voor een problematiek ruime middelen en moge-

lijkheden zijn, dan wel of er krapte en schaarste heerst.

Dat we niet sneller opschieten met oplossingen voor de mobiliteit, is volgens

mij niet in de eerste plaats te wijten aan verschillen in visie of aan het strak

kamperen op eigen standpunten, maar veeleer aan de schaarste aan investe-

ringsmiddelen en de krapte aan ruimte. Ik wil de verschillen in standpunt die be-

staan tussen Brussel en Vlaams-Brabant niet weggommen, maar het zijn vooral

de nood aan geld en de procedures voor de aanleg van infrastructuur die mo-

biliteitsprojecten moeizaam en langzaam doen verlopen. Een goed voorbeeld

daarvan is het GEN, het Gewestelijk Expresnet. Zowel het Brusselse Gewest als

Vlaams-Brabant was daar vragende partij voor, beide wilden we dat de spoor-

wegen dat netwerk zouden uitbouwen. De spoorwegen waren daar niet tegen,

maar wilden daarvoor extra financiële toezeggingen van de federale regering.

Dat liet lang op zich wachten. De aanleg van de Josaphat-tunnel en het op vier

sporen brengen van een aantal spoorlijnen vereisten een lange planning en tot

op dit ogenblik maken enkele protesten en rechtszaken dat men op een paar

plaatsen niet verder kan. Het zijn vooral de discussies over de kredieten en de

procedureslagen die zorgden voor grote vertraging bij de realisatie van het GEN,

veel meer dan de verschillen in opstelling tussen Vlaams-Brabant en Brussel over

enkele specifieke aspecten.

Het bikkelen om de schaarse middelen speelt ook sterk mee op de achtergrond

van het veiligheidsbeleid. Het openbaar ministerie en de federale politie zitten

al jaren krap bij kas. Brussel vraagt meer mensen en middelen om het hoofd te

bieden aan de scherpe veiligheidsproblemen en aan de vele dossiers van Justitie.

In Halle-Vilvoorde maken we aanspraak op naar verhouding even veel mensen

en middelen als in de andere arrondissementen in Vlaanderen. Het zijn in de

eerste plaats de budgettaire beperkingen die het normaal inlossen van die ver-

wachtingen belemmeren en die voor spanningen zorgen.

INZETTEN OP EEN ZWARE STRUCTUUR OF GUNSTIGE VOORWAARDEN CREËREN?3

Page 59: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

59

VLOT OVERLEG TUSSEN REGIO’S HANGT SAMEN MET DUIDELIJKE ROLVERDELING TUSSEN DE BESTUREN BINNEN DE RE-GIO’S

Hoe eenvoudiger en coherenter het bestuur is georganiseerd aan iedere kant,

des te eenvoudiger en vlotter kan het overleg tussen regio’s lopen. Wanneer aan

de ene of de andere zijde de verantwoordelijkheden niet eenduidig zijn toebe-

deeld, wanneer de besluitvorming binnen een regio gecompliceerd en moei-

zaam verloopt, dan zal dat afkleuren op het overleg, dan wordt het moeilijker

om afspraken te maken en overeenkomsten te sluiten.

Vanuit Vlaanderen zijn we al eens geneigd te wijzen op het complex communau-

tair arrangement en op de ingewikkelde institutionele constructies in het be-

stuur van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.12 Een gewestregering en -parle-

ment met communautaire versleuteling; gemeenschapsbevoegdheden die over

de Vlaamse regering, de Franse Gemeenschapsregering en de Gemeenschaps-

commissies verspreid zijn; de federale regering en de Europese instellingen die

een feitelijke impact hebben; de gemeenten die staan op hun zelfstandigheid

en bevoegdheden: het is niet altijd bevorderlijk voor een helder beleid. Maar

de pot moet de ketel niet verwijten, aan Vlaamse kant zingen ook nogal wat

verschillende stemmen mee in het bestuurskoor, wat meer dan eens schaadt

aan de harmonie. De Vlaamse overheid heeft de bovenhand in het bestuurlijk sa-

menspel, oefent bevoegdheden uit en beheert kredieten die voor de streekont-

wikkeling bepalend zijn en dus ook essentieel zijn in het overleg met Brussel. De

Vlaamse overheid met haar verschillende agentschappen blinkt zelf niet altijd

uit in eenstemmigheid of samenzang en haar betrokkenheid bij de streek is niet

altijd vanzelfsprekend. De lokale en de streekbesturen willen ook hun stem laten

horen, maar zijn niet altijd goed op elkaar afgestemd. Het provinciebestuur zou

een natuurlijke gesprekspartner kunnen zijn voor de Brusselse regering, we kwa-

men in de voorbije jaren geregeld bijeen met Brusselse ministers, vooral de Ne-

12 www.kuleuven.be/metaforum/docs/pdf/wg_6_n.pdf

Page 60: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

60

derlandstalige dan, maar het verschil in bevoegdheden en financiële slagkracht

met de overheden van het Brusselse Gewest is te groot om vanuit de provincie

het overleg vlot te trekken. Het onderuit halen van de bevoegdheden en de

financiële slagkracht van het provinciebestuur is niet van aard om de rol van de

provincie als gesprekspartner met Brussel sterker te maken.

Niemand kan voorbijgaan aan de rol van de gemeenten in de relatie met Brus-

sel. Maar voor het gemeentelijk bestuursniveau in Vlaams-Brabant is niet altijd

duidelijk wie namens wie spreekt en hoe zij samen afspraken kunnen maken en

uitvoeren. De ene keer verheffen zich gezaghebbende stemmen onder de bur-

gemeesters, een andere keer verenigen de burgemeesters zich in een platform,

of ze doen een beroep op het RESOC als spreekbuis, of ze vragen aan de inter-

communale Haviland om een project of actie op te zetten. Een klein voorbeeld

om dat te illustreren, opnieuw uit het mobiliteitsbeleid. Al lang wordt gezegd

dat, om de automobiliteit naar Brussel in te perken, het essentieel is om binnen

het Brusselse Gewest een strikter en eenduidig parkeerbeleid te voeren. Dat

lag ingewikkeld, want de gemeenten waren daarvoor bevoegd. Een paar jaar

geleden heeft het Brusselse Gewest na overleg met hun gemeenten dat strikter

parkeerbeleid ingevoerd, zoals al lang was bepleit. Dat laat zich natuurlijk ook

voelen over de gewestgrens, vooral in gemeenten van de Noordrand. Waardoor

die gemeenten zich nu afvragen hoe zij hun parkeerbeleid gezamenlijk kunnen

aanpakken.

De verhouding regelen tussen naburige huishoudens met verschillende belan-

gen, is op zich al geen simpele opgave. Als binnen ieder van de huishoudens

de interne relaties gecompliceerd en de afspraken onder elkaar rommelig zijn,

dan maakt dat de opgave nog minder eenvoudig. Werken aan een beter overleg

tussen Brussel en Vlaams-Brabant, vraagt ook dat binnen ieder van de regio’s

werk wordt gemaakt van bestuurlijke vereenvoudiging.

INZETTEN OP EEN ZWARE STRUCTUUR OF GUNSTIGE VOORWAARDEN CREËREN?3

Page 61: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

61

VERTROUWEN VS. ACHTERDOCHT

Heerst er vertrouwen of is er sprake van wantrouwen tussen de partners in een

overleg? Dat is cruciaal voor de kansen op slagen en voor de wijze van aan-

pakken. We doen er goed aan daar nuchter naar te kijken. Je kan preken dat

je met een voluntaristische aanpak de hinderpalen wel zal wegwerken, maar

helaas is niemand vrij van erfzonden en spelen sociaal-politieke wetmatigheden

een sterke rol. Sociologisch zijn de banden en de verwevenheid tussen Brussel

en Vlaams-Brabant zeer sterk, dat heb ik in het eerste deel van mijn toespraak

belicht. Dat men is beginnen te spreken over een metropool is begrijpelijk. De

sprong maken dat daarvoor ook één of andere vorm van metropolitaan bestuur

nodig is, roept vragen op en achterdocht. Waar ligt de verklaring?

Vlaams-Brabant heeft lange tijd met Brussel en Waals-Brabant deel uitgemaakt

van een overkoepelend bestuur, de provincie Brabant. Ik denk niet dat dat in

de herinnering leeft als een zeer geslaagd huwelijk, waarin de Vlaams-Bra-

bantse besturen, verenigingen en bevolking beter aan hun trekken kwamen

dan na de splitsing.

Het pleidooi van stadsregionale samenwerking en besturen leeft al lang

en niet alleen in België. Bijna altijd staan de omliggende gemeenten huive-

rig tegenover de opname in een stadsregionaal verband of in een vorm van

metropoolbestuur. Tijdens een studiesessie van de Vlaamse Gemeenschaps-

commissie heeft een Nederlandse professor belicht hoe het project van de

burgemeesters van Den Haag en Rotterdam voor een metropool, met 24 ge-

meenten en 2,2 miljoen inwoners, gestuit is op veel weerstand van de om-

ringende gemeenten en van het provinciebestuur. De professor stelde dat er

een goed onderscheid moet worden gemaakt tussen metropolen en metro-

poolbesturen. Hij stelde de vraag of een metropoolbestuur effectief is: ‘Elk

wetenschappelijk en empirisch bewijs ontbreekt dat aantoont dat het beter is

dat metropolen uitgroeien tot bestuurlijke arrangementen.’

Page 62: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

62

Niet iedereen houdt van de stad. Moderne verlichte stedelijken kunnen dat

achterlijk vinden, het is nu eenmaal zo dat een deel van de bevolking de groot-

stad liefst buiten haar leefwereld wil houden en dat je die mensen en menin-

gen niet onder de mat kan vegen. Niet iedereen leeft of denkt kosmopolitisch.

De situatie van Brussel en Vlaams- en Waals-Brabant is extra en zwaar beladen

door de communautaire context. Het vastleggen van de taalgrens en het inde-

len van België in deelstaten is er gekomen als antwoord op reële problemen

en behoeften. Dat hoeft de samenwerking over de gewestgrenzen niet in de

weg te staan, maar de communautaire gevoeligheden moeten wel worden

gerespecteerd.

De brede regio rond Brussel bestempelen als het hinterland, dat enkel bestaat

bij gratie van een grootstad en dat eet uit de hand van het economisch rijke

Brussel, zonder recht te doen aan de veelzijdige en complexe ontwikkelingen

en verbanden, lokt natuurlijk de vrees uit van dominantie en van een een-

zijdige claim van Brussel op zeggenschap in het bestuur van dat hinterland.

Terwijl de realiteit van Halle-Vilvoorde en Vlaams-Brabant veel complexer en

genuanceerder is dan een gerichtheid op één enkel centrum, Brussel.

We moeten het niet wegsteken, ook de vrees dat men als inwoners of als

gemeenten uit de Rand meer zou moeten betalen, dat men bij het opgaan

in een metropolitaan verband een groter deel van zijn inkomen zou moeten

afstaan, speelt een rol. Sommigen proberen daar zedig over te zwijgen, an-

deren komen daar rond voor uit. Ook bij Franstalige politici hoorde ik hogere

lasten al meermaals vermelden als reden waarom bijlange niet alle Franstalige

inwoners happig zijn om op één of andere manier aan te sluiten bij Brussel.

INZETTEN OP EEN ZWARE STRUCTUUR OF GUNSTIGE VOORWAARDEN CREËREN?3

Page 63: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

63

Als men voorstander is van meer overleg en samenwerking, is het niet

voldoende ons op te roepen om meer met elkaar te praten, om meer

goede wil aan de dag te leggen. We moeten de voorwaarden, de facto-

ren die sterk bepalend zijn voor de kansen op succes, zorgvuldig analy-

seren en nuchter onder ogen zien. Er zal evenveel aandacht moeten zijn

voor het werken aan die voorwaarden als voor het creëren van meer

overleg.

Page 64: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

4

EEN SPRONG VOORWAARTS

Page 65: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

65

De tijd lijkt mij rijp om een sprong voorwaarts te maken in het Brussel-Brabant

overleg. Daar zijn verscheidene redenen voor.

We zien dat sedert een aantal jaren de relaties op het terrein tussen Brusselse

en Vlaamse overheden meer ontspannen zijn. Besturen en diensten leggen

onderlinge contacten en verkennen de mogelijkheden om gezamenlijk meer

samenhangend beleid uit te bouwen. Een leidend ambtenaar verwoordde het

zo: ‘Er is meer wederzijds gesnuffel dan ooit. Initiatieven op de werkvloer

of op ambtelijk niveau zijn het meest efficiënt. We gaan het best voor een

praktijkgerichte aanpak, vertrekkend van de noden uit het veld. Onder de

radar wordt vaak het meest bereikt.’ In verschillende beleidssectoren maken

administraties uit Brussel en uit Vlaams-Brabant afspraken om hun projecten

en hun regulier werk beter op elkaar af te stemmen.

Uit het maatschappelijk middenveld komt steeds sterker de roep om tussen de

regio’s het beleid beter te coördineren. De werkgeversorganisaties uit Brussel

en Vlaams-Brabant vragen daar expliciet naar en werkten een ‘business-route’

uit. Milieuorganisaties hebben al een paar keer aan de bel getrokken om mi-

lieuproblemen en -effecten grensoverschrijdend te bekijken. Ook vakbonden

en middenstandsorganisaties roeren zich en vragen een interregionale bena-

dering van nieuwe ontwikkelingen en projecten.

Het besef groeit dat we er weinig baat bij zullen hebben om elkaar te be-

concurreren, maar dat we er alle belang bij hebben om ons zo goed mo-

gelijk te positioneren tussen Europese grootstedelijke regio’s. Daarin zullen

we beter slagen naarmate we een betere synergie tussen Brussel, Vlaams- en

Waals-Brabant kunnen creëren. Zeker de diensteneconomie vertoont in Eu-

ropa de neiging om zich sterker te concentreren in grote metropolen, van-

wege de schaalvoordelen en de innovatiedynamiek.13 Brussel-Brabant heeft

daarvoor de troeven, maar we kampen eveneens met de typische problemen:

gebrekkige mobiliteit en veel congestie; grote krapte aan (betaalbare) ruimte;

dualisering, vooral wegens een moeizame integratie van inwoners van vreem-

13 Van Dooren Metro-economie

Page 66: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

66 EEN SPRONG VOORWAARTS4

de afkomst en wegens te lage scholing; onveiligheid. Om onze troeven goed

uit te spelen en om onze problemen beter te beheersen of op te lossen, zal

betere samenwerking nodig zijn.

In de zesde staatshervorming is beslist over te gaan tot de oprichting van

een ‘hoofdstedelijke gemeenschap van Brussel’, met het oog op overleg over

gewestaangelegenheden.14 De thema’s voor overleg zijn werk, economie,

ruimtelijke ordening, mobiliteit en leefmilieu. Mobiliteit, wegenwerken en ver-

keersveiligheid worden in het bijzonder vermeld.

In haar regeerakkoord verbindt de Brusselse regering zich ertoe om ‘alles in

het werk te stellen om vorm te geven aan dit nieuwe overlegorgaan en om het

goed te laten werken’. De Vlaamse regering besteedt in haar regeerverklaring

bijzondere aandacht aan ‘het leefbaar en groen houden van de Vlaamse Rand

en aan het betrekken van alle actoren bij een globaal geïntegreerd beleid voor

alle inwoners van de Vlaamse Rand’. Met de regering van het Brusselse Hoofd-

stedelijke Gewest wil Vlaanderen ‘bilateraal overleg m.b.t. mobiliteit, werk en

ruimtelijke ordening en samenwerken om concrete uitdagingen die zich ter zake

stellen aan te pakken’.

14 Bijzondere Wet tot hervorming van de instellingen art. 92, bis § 7

Page 67: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

67

DE VRAAG IS HOE?

Met de hierboven beschreven opstelling van de regeringen, van het middenveld

en van de diensten op de werkvloer, lijkt de situatie mij gunstig om ernstige

stappen vooruit te kunnen zetten naar een beter overleg en een sterkere syner-

gie tussen Brussel en Vlaams-Brabant. Om dat succesvol te doen, zal dat door-

dacht moeten gebeuren, zullen we goed rekening moeten houden met het ver-

leden dat we meedragen, zullen we de gevoeligheden en belangen van iedere

regio moeten respecteren, mogen we de autonomie van elke regio niet in vraag

stellen, zullen we oog moeten hebben voor de te vervullen randvoorwaarden.

De vraag is hoe we de stappen zetten om daadwerkelijk vooruit te gaan? Want

je kan je voeten ook zo plompverloren zetten dat je meteen uitschuift.

Dat begint bij de positie die men elkaar toebedeelt en ook de gebruikte taal en

terminologie is daarbij van belang. Wanneer de Vlaamse Rand, heel Halle-Vil-

voorde of zelfs heel Vlaams-Brabant wordt bekeken in functie van Brussel, dan

starten we op een slechte voet. Niemand kan in twijfel trekken dat de inter-

actie en de relaties met Brussel sterker zijn dan met een andere stad of regio,

maar toch is Halle-Vilvoorde geen monocentrisch op Brussel gericht gebied.

Halle-Vilvoorde is niet louter de buitenkant of het hinterland van Brussel. In de

verschillende teksten, debatten en studiemomenten over het onderwerp, wordt

steevast gesteld dat de brede Vlaamse Rand samen met Brussel een metropool

vormt en dat is terecht en correct. Maar verschillende auteurs wijzen op het

polycentrisch karakter van het gebied, er is geen eenzijdige gerichtheid op de

hoofdstad. Halle-Vilvoorde is niet alleen deel van de metropool rond Brussel.

Het is ook een deel van de Vlaamse Ruit, het verdicht gebied met als hoeken

Antwerpen, Gent, Brussel en Leuven. Binnen de Vlaamse Ruit worden Leuven

en Mechelen genoemd als kleinere, maar op zich functionerende stadsgewes-

ten, die ook een belangrijke wisselwerking met Halle-Vilvoorde hebben. En laat

ons niet uit het oog verliezen dat er in Halle-Vilvoorde ook goed uit de kluiten

gewassen steden en gemeenten zijn, waar op eigen kracht initiatieven en ont-

wikkelingen worden doorgezet. Wil ik daarmee het belang van de wisselwerking

Page 68: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

68

met Brussel minimaliseren? Geenszins, in het eerste deel van mijn toespraak heb

ik duidelijk aangegeven dat de verhuisbewegingen, de pendelarbeid, het ge-

bruik van voorzieningen zich vooral met Brussel voordoen. In het soort schetsen

die men gebruikt in de ruimtelijke ordening zou de band van Halle-Vilvoorde

met Brussel met een veel dikkere worden aangeduid dan die met de andere

steden in de Vlaamse Ruit, volkomen terecht. Maar die andere pijlen zijn er wel,

de realiteit is genuanceerder dan een monocentrische gerichtheid op Brussel. De

Vlaamse regering ziet Vlaanderen als een groen en dynamisch stedengewest15

en daar maakt Halle-Vilvoorde ten volle deel van uit.

Een tiental jaar geleden was ik aanwezig bij de opening van een nieuwe ves-

tiging, een distributiecentrum van een groot farmaceutisch multinational met

Franse wortels, SANOFI. Ik vroeg hen waarom ze voor een vestigingsplaats in

Vlaams-Brabant hadden gekozen. Hun keuze lag aan een combinatie van rede-

nen: als farmaceutisch bedrijf wilden ze graag een plaats niet ver van Leuven,

om de contacten met universiteit en ziekenhuis te kunnen aanhalen; ze wilden

een aanwezigheid in Vlaanderen, want ze hadden al vestigingen in Wallonië en

Brussel; ze wilden ook niet te ver van Brussel als hoofdstad gelegen zijn; een

goede verbinding met Antwerpen was een bijkomende troef. En dus hadden ze

gekozen voor Boortmeerbeek, maar het had net zo goed Kampenhout of Zemst

kunnen zijn. Dat vat goed de positie van Halle-Vilvoorde samen: dicht bij Brussel,

dicht bij de Vlaamse steden. Sedertdien heeft SANOFI overigens een bedrijf in

Geel overgenomen en zijn Belgisch hoofdkwartier in Diegem gevestigd.

Bij elk overleg moet men rekening houden met en recht doen aan het po-

lycentrisch karakter van Halle-Vilvoorde, ook in de benaming die wordt

gekozen.

Je kan je de vraag stellen of de termen ‘Metropolitaan gebied Brussel’ en ‘Hoofd-

stedelijke Gemeenschap van Brussel’ psychologisch de verstandigste keuzes zijn

om de gemeenten van Vlaams-Brabant met een positieve ingesteldheid naar het

overleg uit te nodigen? Ook het veelvuldig gebruik van de term ‘het hinterland

EEN SPRONG VOORWAARTS4

15 VIA Vlaanderen in Actie

Page 69: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

69

van Brussel’ om Halle-Vilvoorde of Vlaams-Brabant aan te duiden, komt bevoog-

dend over. Bovendien dekken die termen wel een belangrijk deel van de realiteit,

maar niet de hele realiteit. Dat is zeker zo voor het nieuwe overleg dat in de

Bijzondere Wet op de hervorming van de Instellingen is ingeschreven. Er werd

afgesproken en er is in de wet ingeschreven dat alle gemeenten van Vlaams-

en Waals-Brabant automatisch partner zijn in het overleg. Zouden we dan niet

spreken over het Brussel-Brabant Overleg? Zou dat niet veel meer recht doen

aan de positie en aan de verwachtingen van ieder? Ik vraag mij echt af of de

mensen in Aarschot, Leuven, Jodoigne of Tienen zich zien als een onderdeel

van de Hoofdstedelijke Gemeenschap van Brussel? Ik betwijfel zelfs sterk of de

Vlaamse gemeenten in de Rand graag zo worden bestempeld? De naam is mis-

schien niet het meest belangrijke, essentieel is wel dat Halle-Vilvoorde erkend

wordt als een regio met een eigen dynamiek, met een wisselwerking in meer

dan één richting, waarbij de banden met Brussel wel het zwaarst doorwegen,

maar niet de enige zijn.

Page 70: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

70

VALKUILEN

Ik wil nog waarschuwen voor enkele valkuilen.

Bij de laatste staatshervorming is afgesproken om een vrijwillig overleg te

organiseren over gewestaangelegenheden, de zgn. grondgebonden materies.

Toch hoor ik hier en daar stemmen opgaan en zie ik suggesties opduiken voor

een vorm van overkoepelend bestuur, waarbij de besluitvorming afhankelijk

wordt gemaakt van het te voeren overleg. Als zoiets er al ooit zou kunnen

komen, is de tijd daar nu zeker rijp voor. De bedoeling moet zijn om ideeën,

inzichten en plannen naast elkaar te leggen en aan elkaar te toetsen. Het doel

is een positieve stimulans voor elkaar te zijn, om te zien waar visies kunnen

samensporen, om elkaar sterker te maken. Als het overleg wordt ervaren als

een middel voor de over-het-muurtje-kijkende-buur om lastig te doen, om

elkaar een pad in de korf te zetten door besluitvorming te vertragen en te be-

moeilijken, dan zal dat overleg gauw een futloos verplicht nummertje worden.

Het respect voor de autonomie van iedere regio is een essentiële voorwaarde

voor succes.

Men moet er zich zeker voor hoeden om een verdoken communautaire stra-

tegie binnen te smokkelen in het hele overleg. Als Franstalig Brussel wil pro-

beren om, buiten de geldende afspraken tussen de gemeenschappen om, via

dit overleg steun te organiseren aan de Franstaligen in de Rand, dan zal het

vertrouwen meteen ondermijnd zijn. Dat is de reden waarom de Vlaamse re-

gering nog eens duidelijk onderstreept dat het overleg tussen Vlaams-Brabant

en Brussel moet gaan over gewestaangelegenheden.

Ik heb gewezen op de verschillende vormen van overleg en samenwerking

die de jongste jaren van onderuit groeien. We moeten ons er voor hoeden

die dynamiek stil te leggen of te versmachten door eerst de brede visie of de

grote lijnen te willen vastleggen in een globaal overleg. Toenadering zoeken

over de visie die in beide regio’s leven over de ontwikkelingen in de toekomst

EEN SPRONG VOORWAARTS4

Page 71: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

71

is zeer nuttig, maar mag geen reden zijn om te wachten met praktijkgerichte

samenwerking. Binnen hetzelfde gewest is het al niet altijd voor de hand lig-

gend om een duidelijke en gedragen visie te ontwikkelen, dat vraagt in ieder

geval tijd en mondt niet altijd uit in een toekomstplan waaruit de te zetten

stappen en de te ondernemen acties helder voortvloeien. Neem de visie over

het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel: daar is lang over gestudeerd en

gedebatteerd; niet iedereen was gelukkig met het resultaat; het ruimtelijk

uitvoeringsplan dat ervoor werd opgesteld is vernietigd. Waarover al moeilijk

een consensus bereikt wordt binnen één gewest, daarover zal het niet met

een wandelingetje in het park zijn dat we met twee gewesten op eenzelfde

golflengte geraken. Daarom moeten we de moeilijke dossiers niet uit de weg

gaan, maar dat zou praktische samenwerkingen op de werkvloer niet in de

weg mogen staan. We moeten elkaar ook willen helpen in kleine dossiers

en daarmee vertrouwen opbouwen voor moeilijke discussies, veeleer dan het

been stijf te houden in kleine vragen omdat er over de grote vraagstukken nog

discussie is.

We moeten ook aanvaarden dat er in sommige beleidsdomeinen of voor

sommige dossiers verschillen en geschillen zullen blijven. We weten waar een

aantal moeilijke knelpunten liggen, bv. de vestiging van grote (winkel)com-

plexen en de vliegroutes vanuit Zaventem. Met het overleg tussen Brussel en

Vlaams-Brabant moeten we proberen de standpunten dichter bij elkaar te

brengen, maar als we voor het overleg tussen de regio’s het adagium hante-

ren dat er een akkoord is over niets zolang er geen akkoord is over alles, dan

zullen we niet ver geraken.

We moeten vooral de belangen die we delen en de kansen die voor ons lig-

gen voor ogen houden. Op Europees en op wereldvlak zien we dat centraal

gelegen en dicht bevolkte, sterk verstedelijkte regio’s een grote aantrekkings-

kracht uitoefenen op mensen en op bedrijven. Daar vinden we een grote con-

centratie van economische en andere activiteiten, daar wordt meerwaarde

voortgebracht - intellectueel en financieel - om innovatie en nieuwe ontwik-

Page 72: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

72

kelingen te schragen. Brussel en de Vlaamse Ruit zijn vandaag metropolen in

Europa. Brussel is het belangrijkste politieke centrum en één van de belangrijk-

ste zakencentra, Antwerpen heeft één van de grootste havens, Leuven loopt

voorop als kennisregio, Zaventem is één van de grote Europese luchthavens.

De metropolen groeien verder, economisch en demografisch, dat is ook zo

voor Brussel, voor de Vlaamse Ruit, voor Vlaams-Brabant. De tewerkstelling

groeit niet genoeg mee, lees ik in analyses.

EEN SPRONG VOORWAARTS4

Page 73: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

73

DE UITDAGINGEN VOOR EEN METROPOLITANE REGIO

De mogelijkheden die voor ons liggen zullen we beter kunnen benutten naarma-

te we de problemen beter beheersen. In zowat alle metropolen zien we dezelfde

uitdagingen naar voren komen:

Hoe gebruiken we het best de schaarse ruimte?

Dat is vooral de vraag van ruimtelijke ordening en van streekontwikkeling.

Hoe kunnen we de regio vergroenen en leefbaarder maken?

Hoe zorgen we voor een voldoende vlot verkeer en vervoer?

Hoe laten we vraag en aanbod van werk beter op elkaar aansluiten?

Hoe zorgen we voor een efficiënt bestuur?

Ieder zal hierin de kwesties herkennen die ons in Vlaams-Brabant en in Brussel

sterk bezighouden. Die kwesties staan voorop in de standpunten van de Vlaam-

se en Brusselse regering over waar er synergie tussen de regio’s moet worden

nagestreefd. Op ieder van die kwesties wil ik kort ingaan.

Page 74: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

74

DE SCHAARSE RUIMTE VERDELEN

Eén van de kenmerken van metropolitane gebieden is dat ze sterk groeien terwijl

de beschikbare ruimte beperkt is. Dat is voor Brussel en voor Vlaams-Brabant

niet anders. De bevolking in Vlaams-Brabant groeit sneller dan gemiddeld in

Vlaanderen; 0,82% per jaar t.o. 0.71%. Dat zorgt in de Vlaamse Rand voor een

bevolkingsdichtheid van 862 inwoners/km², tegenover gemiddeld in Vlaanderen

472 inwoners/km². 27,3% van de oppervlakte van de Vlaamse Rand is bebouwd,

terwijl dat gemiddeld in Vlaanderen 18,7% is. Ook Leuven en zijn regio groeien

snel en hebben geen overschot aan ruimte. De dichte bevolking en de drukke

bebouwing zorgen, samen met de centrale ligging, voor de meeste congestie

op de wegen in Vlaanderen, voor druk bezet openbaar vervoer, voor grote druk

op de woningmarkt.16 Hoe we de groei kunnen opvangen en de kwaliteit van

de leefomgeving kunnen verbeteren, is de cruciale uitdaging voor het ruimtelijk

beleid. Zowel in het Vlaamse als in het Brusselse Gewest ging er in de voorbije

decennia meer aandacht naar ruimtelijke planning, maar ieder bleef daarbij zijn

eigen koers varen. In een meer gevorderd stadium van de plannen werden de

wettelijk voorgeschreven procedures van consultatie, advies of overleg wel ge-

volgd, maar bij het uitwerken van concepten of plan-ideeën in een vroege fase

was er nauwelijks onderlinge afstemming.

Pas sedert een paar jaar zoeken de verantwoordelijken voor ruimtelijke ordening

elkaar op om al in een vroeg stadium tot uitwisseling te komen. In 2012 hebben

de ministers van de drie gewesten een ‘Informatieforum voor Ruimtelijke Orde-

ning’ opgericht. Afgesproken werd om studies, analyses, visies en belangrijke

projecten met elkaar uit te wisselen en zo aan kennisdeling te doen. Moge-

lijke gemeenschappelijke strategieën, voor bv. een gebiedsgericht beleid voor

de logistieke sector of voor het opwaarderen van stedelijke gebieden, kunnen

worden besproken.

EEN SPRONG VOORWAARTS4

16 Een gewoon woonhuis kost in de Vlaamse Rand gemiddeld een kwart meer dan elders in Vlaan-deren, bouwgrond kost per m² gemiddeld een derde meer.

Page 75: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

75

Onlangs zijn Ruimte Vlaanderen, Brussel Stedelijke Ontwikkeling en OVAM

een partnerschap aangegaan voor een Territoriaal Ontwikkelingsprogramma17

voor de Noordrand. Het gebied omvat Vilvoorde, Machelen, Zaventem, Parking

C op grondgebied Grimbergen, de Heizelvlakte op grondgebied Brussel, Ne-

der-Over-Heembeek, Haren, Evere en Schaarbeek. Het doel is een langetermijn-

visie voor het gebied te ontwikkelen, die als basis kan dienen voor een interre-

gionaal ruimtelijk beleid. Het provinciebestuur wordt daar ook bij betrokken. In

het voorjaar 2014 zochten ambtenaren uit beide regio’s (van Brussel Stedelijke

Ontwikkeling, Brussel stad, Ruimte Vlaanderen, de dienst ruimtelijke ordening

van de provincie en de coördinator van het strategisch project Vilvoorde-Mache-

len) elkaar op voor een terreinbezoek en om van elkaar een reeks projecten te

leren kennen: Schaarbeek Vorming, Dockx Brussel, Buda kanaalplan en B-post,

Watersite en Drie Fonteynen, CAT-site. De afspraak is om daar een vervolg aan

te geven.

Als dankzij het informatieforum, het TOP Noordrand en het informeel ambte-

lijk overleg het vertrouwen kan groeien, wordt een betere afstemming tussen

beleid en planning in beide gewesten mogelijk. Dan kunnen de bevoegde over-

heden al in een vroege fase samen zitten om tot overlegde en gedeelde visies

te komen. Als die openheid er komt, dan dienen zich kansen aan, maar zijn ook

keuzes noodzakelijk. Die moeilijke keuzes zullen gaan over welke winkel, sport

of vrijetijdscomplexen zich waar en onder welke voorwaarden kunnen vestigen;

welk openbaar vervoer we mogelijk willen maken met welke infrastructuur;

welk soort woonvormen we waar toelaten; waar we open ruimte vrijwaren van

bebouwing en van inname voor commerciële doeleinden. Al die inhoudelijke

keuzes hebben grote maatschappelijke en financiële implicaties. Overleg gaat

niet alleen over informatie uitwisselen en in kaart brengen, het gaat ook over

knopen doorhakken over het toebedelen van schaarse ruimte.

17 Een TOP is een nieuw instrument in het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Een Territoriaal Ontwikkelingsprogramma brengt de relevante belanghebbenden samen om in een bepaald gebied vanuit gemeenschappelijke doelstellingen tot een programma van realisaties op korte en middellan-ge termijn te komen.

Page 76: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

76

Er liggen ook andere kansen op groei en tewerkstelling dan door te mikken op

grote complexen die veel autoverplaatsingen uitlokken. Bij vergelijking tussen

Europese metropolitane regio’s is vastgesteld dat er in Brussel en omliggende

minder mensen tewerkgesteld zijn in het toerisme en in de horeca dan in andere

regio’s. Daar liggen kansen, die we in wederzijds voordeel beter zullen kunnen

benutten indien we de toeristische strategie en promotie opnieuw op elkaar

afstemmen en indien we aan hetzelfde zeel trekken.

EEN SPRONG VOORWAARTS4

Page 77: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

77

DE REGIO VERGROENEN EN LEEFBAAR HOUDEN

De demografische groei in Brussel en in Vlaams-Brabant noopt onvermijdelijk

tot verdichting van woonwijken en van bedrijfsvestigingen. Daartegenover staan

de uitgesproken ambities van de besturen voor duurzaamheid, vergroening,

leefbaarheid, klimaatneutraliteit. We vinden die ambitie terug bij alle bestuurs-

niveaus. Het Vlaamse Gewest beklemtoont in haar regeerakkoord dat ze de

Vlaamse Rand groen en leefbaar wil houden. In de komende regeerperiode wil

de Vlaamse regering 1.000 hectare bijkomend toegankelijk groen in de Rand

realiseren. Duurzaamheid is een speerpunt in het provinciaal beleid, dat daarbij

alle gemeenten wil betrekken, o.m. met het burgemeestersconvenant. Verdich-

ten en het versterken van de open ruimte hoeven elkaar niet tegen te spreken,

als we daar verstandig en creatief mee omgaan.

De grenzen tussen Brussel en Vlaams-Brabant zijn administratief, ze vormen

geen natuurlijke barrières. We moeten dus verder gaan met de groeiende groe-

ne samenwerking, van onderuit. Ik denk daarbij aan de samenwerking tussen

de bosbeheerders voor het Zoniënwoud; aan de landinrichtingsprojecten zoals

Molenbeek-Maalbeek; aan de afspraken tussen de Vlaamse Landmaatschappij

en het Brussels Instituut Leefmilieu voor het landschap van Neerpede (600 ha op

grondgebied van Anderlecht en 700 ha in Vlaams-Brabant).

In het luchtruim zijn er moeilijk grenzen te trekken. De luchtvervuiling (CO2-uit-

stoot, ozon, fijn stof …) en de impact op de volksgezondheid en het klimaat

dwarrelt overal neer. Afspraken over objectieven en normen om in de ene regio

de lucht voor de andere niet te laten verpesten, helpt ons allemaal vooruit. Af-

spraken over duurzaamheid vereist wel dat voor moeilijke dossiers als de wer-

king van de luchthaven ieder op een correcte en eerlijke manier wil samenwer-

ken en dat men niet door eenzijdige maatregelen op een slinkse manier alle last

op de buren wil afwentelen.

Page 78: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

78

VLOT EN VEILIG VERVOER

Mobiliteit is de meest evidente en grootste grensoverschrijdende uitdaging.

Daar valt tegelijkertijd het meeste en misschien toch het minste nieuwe over te

zeggen. Vanuit Vlaams-Brabant zetten we sterk in op mobiliteit, we hebben dat

nu gebundeld in de campagne Vlot Vlaanderen. In het Vlaams en in het Brussels

regeerakkoord gaat er veel aandacht naar. Juist omdat het zo evident is dat

het mobiliteitsprobleem gewestgrensoverschrijdend is, zijn er al veel samenwer-

kingsakkoorden over gesloten en veel overleginstanties in het leven geroepen,

politieke en ambtelijke. Er staan programma’s in de steigers, de meest in het oog

springende zijn nieuwe tramlijnen, het Gewestelijk Expresnet, fietssnelwegen,

de optimalisatie van de Ring 0, stadslanen. De grootste uitdaging is voor het

realiseren van het geplande beleid voldoende financiering te vinden en de las-

tige procedures rond te krijgen. Ik zou kunnen voorstellen een nieuwe kaars en

bril aan te schaffen, om nieuwe overlegstructuren te creëren, maar daar zullen

het nodige geld en het nodige draagvlak niet plots mee te voorschijn worden

getoverd. Het lijkt mij nuttiger de bestaande structuren en kanalen te gebruiken,

intensiever, nog meer doel- en resultaatgericht. De huidige en de toekomstige

generaties zouden het ons niet vergeven als we de ambities voor een vlot, duur-

zaam en veilig verkeer en vervoer niet zo hoog mogelijk hebben gelegd. We

zullen ons daarbij moeten toespitsen op de gekende, maar onopgeloste knel-

punten. Binnen het verhaal van de mobiliteit dienen zich thema’s aan die wel

niet nieuw zijn, maar die zich nu meer opdringen: stadsdistributie, sluipverkeer

en parkeerbeleid zijn er daar enkele van.

EEN SPRONG VOORWAARTS4

Page 79: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

79

MEER WERK, MINDER LOOS

Als de arbeidsbemiddelaar voor werkzoekenden een passende job zoekt, of

voor vacatures een geschikte werknemer, dan kijkt hij vandaag verder dan de

grenzen van zijn provincie of gewest. Er lopen tussen de VDAB, Actiris (Brussel)

en Forem (Wallonië) afspraken om gericht vacatures en kandidaten daarvoor uit

te wisselen. Opleidingen en bijscholingen worden ook afgestemd op de vraag

op de arbeidsmarkt in een andere regio.

Er zijn nog veel vacatures in Brussel en Vlaams-Brabant die slechts traag en moei-

zaam worden ingevuld. Daarom organiseert de VDAB Vlaams-Brabant oplei-

ding of beurzen, ook voor midden- en hogergeschoolden, voor jobs in Brussel

met een financieel of ICT-profiel. Het Luchthavenhuis is een initiatief waaraan

de VDAB en Actiris meewerken en waarmee werkzoekenden vanuit Brussel en

Vlaams-Brabant naar jobs op de luchthaven naartoe worden geleid. Toch moe-

ten we meer en beter nastreven. In een samenwerkingsakkoord van 2011 is

afgesproken om jaarlijks 1.500 arbeidsposten in Vlaanderen te selecteren en aan

te bieden aan werkzoekenden uit Brussel. Tot nu toe werd deze doelstelling niet

gehaald, de VDAB bleef steken op 1.100.

De opleidingscapaciteit die de VDAB heeft, ook in Brussel, wordt niet volledig

benut. Daardoor wordt de vooral Franstalige arbeidsreserve in Brussel onvol-

doende ingeschakeld voor vacatures in Vlaams-Brabant.

Bij de institutionele opleidingspartners Bruxelles Formation en VDAB-Brussel

heerst de bereidheid om samen naar oplossingen te zoeken. Samen werkzoe-

kenden de gepaste competenties bijbrengen die hen sterker maken om buiten

de gewestgrenzen werk te vinden, is een mooi uitgangspunt om gezamenlijk

over het inrichten van opleidingen na te denken. Vertrekkend vanuit de contact-

taal van de werkzoekende, kan er samen een traject uitgewerkt worden waar er

geïntegreerd aandacht is voor de taal die nodig is om de tewerkstellingskansen

te maximaliseren.

Page 80: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

80

Naast de dialoog tussen de arbeidsbemiddelingsdiensten, moeten we ook met de

werkgevers in dialoog treden. De taalvereisten in vacatures voor laaggeschoolde

beroepen zijn niet altijd in overeenstemming met noodzakelijke kennis voor de

uitoefening van het beroep, en al zeker niet in overeenstemming met het meren-

deel van de anderstalige arbeidsreserve. Het taalniveau wordt hierdoor een extra

selectiecriterium dat het voor de anderstalige werkzoekende moeilijker maakt om

aan de slag te raken.

Anderzijds is werken in een omgeving waar een andere taal dan de moedertaal

gesproken wordt, een uitstekende leerschool voor het verbeteren van de taal-

vaardigheden. De VDAB en organisaties bieden reeds heel wat middelen aan ter

ondersteuning van het leren van het Nederlands op de werkvloer. Er is echter nog

marge binnen de bestaande middelen om hier meer bedrijven mee te bereiken.

Het is in het belang van bedrijven en van werkzoekenden in Vlaams-Brabant en

in Brussel om geografische en institutionele grenzen te overschrijden en bruggen

te bouwen.18 De interregionale mobiliteit op de arbeidsmarkt versterken is een

door de Vlaamse en Brusselse minister van Werk gezamenlijk onderschreven doel-

stelling. Verschillende samenwerkingsakkoorden zijn daarvoor goedgekeurd. Dat

zorgde voor verschillende overlegfora. We zouden aan efficiëntie winnen al het

overleg tussen diensten samen te brengen in één overlegforum, liefst met vaste

gesprekspartners. Actiris en de VDAB denken al in die richting.

Het zou goed zijn de stap naar een overkoepelend forum te zetten.

We moeten zo’n forum durven voldoende ambitieuze doelstellingen meegeven:

op het vlak van het aantal uit te wisselen vacatures en het invoeren van goed

werkende gegevenssystemen daarvoor; over het aanbieden en gebruiken van

beroeps- en van taalopleidingen voor werkzoekenden; over de aansluiting van

het onderwijs op de arbeidsmarkt en het aanleren van de tweede landstaal, het

Nederlands in Brusselse maar ook het Frans in Vlaams-Brabantse scholen; over

projecten om tewerkstelling op de luchthaven, in de logistiek of in zorginstellingen

te verbeteren.

EEN SPRONG VOORWAARTS4

18 Public Employment Services’ Contribution to EU2020 Strategy Output Paper

Page 81: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

81

SAMENWERKENDE BESTUREN

De institutionele indeling van België kwam via verschillende stappen in de

staatshervorming tot stand, het kan niet de bedoeling zijn die terug te draaien.

Elders zien we hoe besturen van naburige regio’s in een complexe institutio-

nele situatie toch een effectieve samenwerking weten op te zetten. Binnen de

staatsindeling zoals ze nu is en met de interne grenzen die er zijn, moet dat ook

tussen Vlaams-Brabant en Brussel mogelijk zijn. We moeten een manier van

samenwerken zoeken waarbij we het wederzijds voordeel en het respect voor

ieders belang en autonomie voor ogen houden en we zorgen dat effectieve

resultaten en vooruitgang het proces blijven aandrijven.

De vraag zal zijn hoe de gewesten het door de zesde staatshervorming voor-

ziene overleg tussen Brussel, Vlaams- en Waals-Brabant willen vormgeven? De

Bijzondere Wet bepaalt dat de gewesten, de federale overheid en de bijna 120

gemeenten van de drie gebieden van rechtswege lid zijn en dat de provinciebe-

sturen kunnen toetreden. Deze raadzaal zou niet groot genoeg zijn om ieder-

een een plaats te geven. In ieder geval gaat het om vrijwillig overleg, niet om

een overkoepelend bestuur. Ik denk dat zo’n uitgebreide vergadering in eerste

instantie een rol zou moeten krijgen als overlegplatform, voor het toelichten

van gegevens en studies, voor het aanreiken van ideeën en het uitwisselen van

inzichten, voor het nadenken over mogelijke richtingen om nieuwe vormen van

samenwerking te ontwikkelen.

In verschillende beleidsdomeinen heeft zich de voorbije jaren een groeiend over-

leg en samenwerking ontwikkeld tussen diensten en ambtenaren op de werk-

vloer, al dan niet na een aanzet daartoe door een akkoord tussen ministers of

regeringen. Daar zijn al positieve resultaten uit voortgekomen, al staat men in

het ene beleidsdomein verder dan in het andere. Ik geloof dat we die verschil-

lende dynamieken moeten vasthouden, dat we ze verder moeten ontwikkelen

en stap voor stap moeten richten op het bereiken van praktische resultaten.

We kunnen de verschillende vormen van overleg het best blijven bundelen per

Page 82: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

82

beleidsdomein. Wat goed werkt en positieve resultaten voortbrengt op de werk-

vloer, moeten we daar niet weghalen om er in een groot cenakel principiële

debatten over te voeren.

Van verschillende kanten is er terecht op gewezen dat het succes van een over-

leg niet enkel afhangt van de manier waarop het overleg zelf is georganiseerd,

maar ook van de manier waarop het bestuur in elke deelnemende regio is ge-

structureerd. Hoe complexer de structuur van de besturen, hoe meer de be-

voegdheden zijn verspreid, des te moeilijker is het om tot duidelijke en eens-

gezinde besluitvorming te komen binnen één regio en des te moeilijker wordt

het om resultaten te bereiken in het overleg met andere regio’s. Van Vlaamse

kant worden dan vaak de complexe instituties in het Brusselse Hoofdstedelijke

Gewest aangehaald, met de gewestoverheid, de gemeenschapscommissies, 19

gemeenten, verschillende politiezones … Maar misschien kunnen we het best

voor eigen deur vegen en kijken of we in de Vlaamse Rand en in Halle-Vilvoorde

wel goed georganiseerd zijn om tot duidelijke gezamenlijke visies en stellingna-

mes te komen. De Vlaamse regering speelt in het beleid en in het overleg met

Brussel een primordiale rol, dat staat buiten kijf. Dat neemt niet weg dat de

gemeenten belangrijke partners zijn, maar niet verenigd zijn. De ene keer ko-

men de gemeenten bijeen in een burgemeestersoverleg, een andere keer wordt

het RESOC als platform gebruikt of wordt binnen de intercommunale Haviland

streekoverleg gevoerd. Het gemis van een erkenning van Vilvoorde en eventueel

van Halle als centrumstad betekent voor Halle-Vilvoorde een ernstige handicap

voor het uitbouwen van dienstverlening en van beleid. In een aantal beleidsdo-

meinen en dossiers speelt het provinciebestuur een belangrijke rol. Dat zou ook

in andere domeinen een adequate oplossing zijn, maar de Vlaamse regering

trekt niet die kaart. Dan is er de vzw De Rand, het coördinatieplatform VSGB,

het START-overleg. Een grondig herdenken van streekbestuur en streekverte-

genwoordiging binnen Vlaams-Brabant en met name binnen Halle-Vilvoorde,

zou toelaten om met een sterkere en duidelijkere opstelling het overleg met

Brussel aan te gaan.

EEN SPRONG VOORWAARTS4

Page 83: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

83

Page 84: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

°

TOT SLOT

Page 85: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

85

Vlaams-Brabant en Brussel worden beiden meegezogen in gelijkaardige demo-

grafische en sociologische evoluties. De bevolking groeit sneller dan elders; ze

verjongt, het aantal kinderen in de basisscholen stijgt sterk; ze wordt diverser, er

is veel migratie en er worden steeds meer andere talen gesproken; er zijn vele

verhuisbewegingen, niet alleen maar vooral tussen Brussel en Vlaams-Brabant;

de bevolkings- en de bebouwingsdichtheid, zeg dus maar de verstedelijkings-

graad, liggen hoog en blijven toenemen.

Er zijn ook belangrijke verschillen tussen de twee regio’s. De scholingsgraad in

Vlaams-Brabant is hoog, beduidend meer jongeren volgen hoger onderwijs dan

elders in Vlaanderen; in Brussel daarentegen zijn er veel laaggeschoolden, be-

duidend meer dan elders. De werkzaamheidsgraad in Vlaams-Brabant is hoog,

in Brussel is de werkloosheid drie- tot viermaal zo hoog als in Vlaams-Brabant.

Er is het verschil in taal en cultuur, de communautaire verhoudingen blijven voor

spanningen zorgen.

Vanuit Europees perspectief bekeken, zit Vlaams-Brabant te paard op twee in

elkaar grijpende metropolen, het metropolitaan gebied Brussel en de Vlaamse

Ruit. Metropolen worden internationaal bekeken als regio’s met grote kansen

op innovatie en op groei, maar ook als regio’s die nood hebben aan krachtig

beleid om mobiliteit, arbeidsmarkt, huisvesting, leefbaarheid en duurzaamheid

in goede banen te leiden. De besturen in die metropolitane regio’s zijn het aan

zichzelf en aan hun bevolking verplicht om samen te werken. Het jongste de-

cennium zijn de overheden elkaar weer beter gaan vinden om samen beleid en

projecten uit te werken, maar de uitdagingen blijven groot. De tijd is rijp voor

een sprong voorwaarts in de samenwerking, mits dat doordacht en met respect

gebeurt. Essentieel is dat de specifieke positie van Vlaams-Brabant en van de

brede Vlaamse Rand wordt erkend, het specifiek karakter met eigen ontwikke-

lingen en met veel verbindingen zowel naar Brussel als binnen de Vlaamse Ruit.

Het mag in geen geval de bedoeling zijn om delen van Vlaams-Brabant te laten

‘herkoloniseren’ door Brussel of om Vlaams-Brabant samen met Brussel onder

Page 86: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

86

een overkoepelend bestuur te plaatsen. De autonomie van elke regio moet ten

volle worden gerespecteerd.

We kunnen er wel beide sterker uitkomen door beter te overleggen over kan-

sen en uitdagingen van de beide regio’s, door het beleid beter op elkaar af te

stemmen en in uitvoering daarvan meer samenwerking op te zetten. Om dat

met succes te doen, zullen we de structuren en processen voor overleg en sa-

menwerking stap voor stap moeten verbeteren en verfijnen. Evenzeer zullen we,

binnen Brussel en binnen Vlaams-Brabant, het interne bestuur moeten vereen-

voudigen en slagkrachtiger maken.

° TOT SLOT

Page 87: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

87

Page 88: VLAAMS-BRABANT EN BRUSSEL AUTONOMIE VS ...3 Sinds 1995 gaan Vlaams-Brabant en Brussel bestuurlijk hun eigen weg, maar ze blijven sterk verweven, ze zijn als buren die heel veel bij

COLOFON

redactie: Lodewijk De Witte, Bert Carleer, Katty Wouters, Marleen Piccard, Tania Gilson

lay-out: grafische cel, provincie Vlaams-Brabant

druk: ProFeeling

depotnummer: 2014/7537/1