Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een...

21
Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 1 van 21 Datum: 10/10/2013 Auteur: Lifa Ouald Chaib Versie: 02 Herkomst: Werkgroep crisis - synthesenota crisis Doel: ter informatie Bestemming: CAW-beleidsgroep Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk In deze nota is het de bedoeling om vanuit het Steunpunt een visie te formuleren op de inhoud en de organisatie van crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk. De nieuwe regelgeving van het algemeen welzijnswerk (in principe in werking vanaf 1 januari 2014) voorziet dat elk CAW haar beschikbare aanbod moet inzetten “om de eerste opvang te verzorgen van personen die in een materiële, sociale of psychosociale noodsituatie verkeren en hulp te bieden aan personen die een bijzonder risico lopen in zo’n noodsituatie terecht te komen”. Elk CAW moet overeenkomstig dit beleidskader hulp bieden aan personen die zich in een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als “een door de gebruiker ervaren noodsituatie”. Op organisatorisch vlak wordt bepaald dat elk CAW “deel moet uitmaken van een netwerk crisishulpverlening en dat er binnen elk werkgebied samenwerkingsafspraken moeten gemaakt worden met relevante actoren”. Om aan deze uitdaging te kunnen voldoen, is een nieuwe visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk noodzakelijk, zowel over het conceptueel als het organisatorisch kader: Op conceptueel vlak is het belangrijk dat crisishulpverlening duidelijker (en misschien anders) gepositioneerd wordt tegenover andere vormen van (crisis)hulpverlening binnen het algemeen welzijnswerk. Het is ook aangewezen de crisishulpverlening te moduleren. Anderzijds plaatst het nieuwe regelgevend kader de sector ook voor grote organisatorische uitdagingen om een aanbod van crisishulpverlening te kunnen uitbouwen. Ook hierover formuleren we enkele aanbevelingen, die vertrekken van de voorgeschreven netwerkvorming en vraag tot samenwerkingsafspraken met andere sectoren. In deze nota wordt een aanzet gegeven voor beide aspecten: conceptueel en organisatorisch. Vooreerst komen in een beknopte contextanalyse enkele knelpunten uit de huidige praktijk aan

Transcript of Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een...

Page 1: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 1 van 21

Datum: 10/10/2013

Auteur:

Lifa Ouald Chaib

Versie:

02

Herkomst:

Werkgroep crisis - synthesenota crisis

Doel: ter informatie

Bestemming:

CAW-beleidsgroep

Visie op crisishulpverlening in het

algemeen welzijnswerk

In deze nota is het de bedoeling om vanuit het Steunpunt een visie te formuleren op de inhoud en de organisatie van crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk.

De nieuwe regelgeving van het algemeen welzijnswerk (in principe in werking vanaf 1 januari 2014) voorziet dat elk CAW haar beschikbare aanbod moet inzetten “om de eerste opvang te verzorgen van personen die in een materiële, sociale of psychosociale noodsituatie verkeren en hulp te bieden aan personen die een bijzonder risico lopen in zo’n noodsituatie terecht te komen”. Elk CAW moet overeenkomstig dit beleidskader hulp bieden aan personen die zich in een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als “een door de gebruiker ervaren noodsituatie”. Op organisatorisch vlak wordt bepaald dat elk CAW “deel moet uitmaken van een netwerk crisishulpverlening en dat er binnen elk werkgebied samenwerkingsafspraken moeten gemaakt worden met relevante actoren”.

Om aan deze uitdaging te kunnen voldoen, is een nieuwe visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk noodzakelijk, zowel over het conceptueel als het organisatorisch kader:

Op conceptueel vlak is het belangrijk dat crisishulpverlening duidelijker (en misschien anders) gepositioneerd wordt tegenover andere vormen van (crisis)hulpverlening binnen het algemeen welzijnswerk. Het is ook aangewezen de crisishulpverlening te moduleren.

Anderzijds plaatst het nieuwe regelgevend kader de sector ook voor grote organisatorische uitdagingen om een aanbod van crisishulpverlening te kunnen uitbouwen. Ook hierover formuleren we enkele aanbevelingen, die vertrekken van de voorgeschreven netwerkvorming en vraag tot samenwerkingsafspraken met andere sectoren.

In deze nota wordt een aanzet gegeven voor beide aspecten: conceptueel en organisatorisch. Vooreerst komen in een beknopte contextanalyse enkele knelpunten uit de huidige praktijk aan

Page 2: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 2 van 21

bod. Vervolgens stellen we een visie voor op crisis (definitie, kenmerken, wie raakt in crisis, wie definieert een crisis en de crisissen voor het algemeen welzijnswerk) en de positionering van crisishulpverlening (definitie, kenmerken, crisishulpverlening en het opnemen van verantwoordelijkheden, activiteiten, doelgroep, doelstellingen, kwaliteitskenmerken, werkingsprincipes, houdingsaspecten, specifieke vaardigheden).

Daarna staan we uitgebreid stil bij crisishulpverlening als een gemoduleerd aanbod: een centraal permanent crisismeldpunt, crisisinterventie, crisisopvang en crisisbegeleiding. Hiervoor hebben we ons vooral laten inspireren door het model zoals gehanteerd binnen Integrale Jeugdhulp.

Vertrekkend vanuit crisishulpverlening als een gemoduleerd aanbod formuleren we een organisatorisch concept voor crisishulpverlening.

Tot slot formuleren we een aantal aanbevelingen voor de organisatie en implementatie van crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk.

Page 3: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 3 van 21

1. Vaststellingen over het actueel aanbod

Vandaag is crisishulpverlening slechts in beperkte mate uitgebouwd binnen het algemeen welzijnswerk. De uitbouw ervan is sterk afhankelijk van lokale initiatieven en er zijn grote verschillen in profilering (crisisopvang, crisisinterventie, crisisteams, intersectorale netwerken en crisisonthaal) en positionering (crisis al dan niet als aparte opdracht met een eigenstandige betekenis onderscheiden van onthaal en begeleiding). Bovendien is er sprake van het oneigenlijk inzetten van crisishulpverlening: voor directe opvang in een situatie van dakloosheid, als time-out voor een residentiële begeleiding of als wachtkamer voor een residentiële begeleiding.

Crisishulpverlening zit overal in het CAW maar er is weinig afstemming tussen de onderscheiden deelwerkingen en er is sprake van een versnipperd aanbod. Een gevolg is ook dat crisishulpverlening niet duidelijk zichtbaar is in de registratie. Het gebrek aan een duidelijke visie op crisis(hulpverlening) leidt er toe dat de registratie op dit vlak vertekend en onvoldoende betrouwbaar is.

Bovendien is crisishulpverlening (nog) niet gemoduleerd in onze sector. Het is een algemeen begrip en wanneer we dit verder willen verduidelijken, dringt modulering zich op. Er is sprake van een module ‘crisisbegeleiding’, maar we stellen vast dat deze vlag de lading niet dekt. De module crisisbegeleiding wordt omschreven als “een kortdurende, intensieve crisisbegeleiding die focust op het bespreekbaar maken van de crisis met als acties: in kaart brengen van de crisis, bespreekbaar maken van de inhoud en de oorzaken van de crisis en de manier waarop hiermee wordt omgegaan, het mobiliseren van en mogelijk bemiddelen met betrokkenen, stressfactoren wegnemen en het stabiliseren van de crisis.” (Handboek typemodules) Deze module is onvoldoende duidelijk en niet herkenbaar, omdat ze niet strookt met de effectieve praktijk van de centra. Een aantal aspecten uit de beschrijving van deze module zoals ‘kortdurend’, ‘intensief’, ‘crisis in kaart brengen’ zijn vaag en onvoldoende toepasbaar in de praktijk. Bovendien wordt de vraag gesteld waarin crisisbegeleiding zich onderscheidt van andere (residentiële) begeleidingsmodules. Een aantal centra situeren crisishulpverlening binnen onthaal en stellen dat zij niet aan crisisbegeleiding doen. Anderen stellen zich de vraag of er nog wel sprake is van crisis als er reeds een begeleiding is opgestart.

De knelpunten over de huidige module hebben vooral betrekking op een onduidelijke positionering en onduidelijke invulling van crisishulpverlening in de sector. De huidige module is niet gekaderd in een bredere visie op crisishulpverlening. Bovendien wordt in de huidige module ‘crisisbegeleiding’ het onderscheid met ‘crisisinterventie’ niet gemaakt.

Er is ook geen duidelijk competentieprofiel voor hulpverleners die crisissituaties aanpakken en de methodieken zijn niet gespecificeerd of neergeschreven. Er is wel veel praktijkervaring in de verschillende deelwerkingen.

Bij de organisatie van crisishulpverlening is er niet altijd sprake van een (intersectoraal) netwerk waarbij, naargelang de regionale context, afspraken worden gemaakt over de organisatie van crisishulpverlening en de wijze waarop de 24/24 uur bereikbaarheid vorm kan krijgen.

Page 4: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 4 van 21

2. ‘Crisis’

Definitie

In de literatuur zijn er verscheidene definities terug te vinden. Uit de verscheidenheid aan definities in de literatuur onthouden we een aantal kernwoorden:

Een acuut beleefde noodsituatie Hier en nu Intern en extern Tijdelijk Onvoorspelbaar karakter Onmiddellijk ingrijpen Onevenwicht draagkracht versus draaglast Controleverlies Keerpunt Kans en risico

We omschrijven een crisissituatie als volgt:

“Een crisis is een door de betrokkene(n) en/of zijn/hun omgeving en/of de hulpverlener acuut beleefde tijdelijke noodsituatie waarvan de oorzaken of aanleidingen zowel intern als extern kunnen zijn. De situatie wordt gekenmerkt door haar onvoorspelbaar karakter, het dreigend onevenwicht tussen draagkracht en draaglast bij de betrokkene(n) en zijn/haar of hun omgeving en het dreigend controleverlies bij de betrokkene(n) en zijn, haar of hun omgeving. De noodsituatie vereist volgens de betrokkene(n) en/of zijn/hun omgeving en de hulpverlener een onmiddellijk en tijdelijk ingrijpen in het hier en nu. We zien een crisis als een keerpunt met zowel risico’s als kansen.”

Kenmerken1

Een cliënt(systeem) in crisis vertoont een emotionele reactie op een situatie die als bedreigend en onoplosbaar wordt beleefd. Een cliënt(systeem) in crisis acht zich op dat moment niet in staat de problemen het hoofd te bieden, raakt in verwarring, kan niet meer logisch nadenken, is angstig, is geëmotioneerd en kan gevoelens niet reguleren, is gespannen, kan geen ontspanning meer bewerkstelligen, ziet geen doeltreffende oplossing, verliest energie en dreigt onder de druk te bezwijken. Er is spoedig psychosociale, psychologische, psychiatrische of alleszins professionele hulp noodzakelijk om voortschrijdende verslechtering te voorkomen.

Wie komt in een crisis terecht?

Niet iedereen die zich in een zelfde situatie bevindt, zal in crisis geraken. Dit zal afhangen van het evenwicht tussen draagkracht en draaglast en wordt beïnvloed door de situatie, de persoonlijkheid en de omvang en de kwaliteit van het sociale netwerk.

1 Ad Snellen, basismodel voor methodisch hulpverlenen in het maatschappelijk werk, Coutinho, maart 2007

Page 5: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 5 van 21

Wie definieert de crisis?

Een crisis wordt gedefinieerd door de cliënt(systeem) vanuit een subjectieve beleving. Een cliënt(systeem) is in crisis omdat men dit zo ervaart. Het is van belang dat er bij de cliënt(systeem) bereidheid is om met de crisissituatie aan de slag te gaan. De cliënt zal zich moeten engageren en moeten openstaan voor verandering.

Op welke crisissen heeft het algemeen welzijnswerk een antwoord?

Het algemeen welzijnswerk is er voor iedereen met om het even welke welzijnsvraag en bijgevolg ook voor iedereen die zich in een crisissituatie bevindt. In de eerste opvang van mensen in een crisissituatie wordt geen onderscheid gemaakt in de aard van de crisis (psychologisch, psychiatrisch, materieel, sociaal,…). Dit betekent dat iedereen die zich in een crisissituatie bevindt, in het algemeen welzijnswerk terecht moet kunnen.

Het algemeen welzijnswerk gaat verder aan de slag met ‘psychosociale crisissen’. In een intersectorale context is het wel relevant om de soorten crisis te onderscheiden en is het aan het algemeen welzijnswerk om zich verder te profileren op psychosociale crisissen.

Page 6: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 6 van 21

3. ‘Crisishulpverlening’

Definitie

“Crisishulpverlening is kortdurende, intensieve, meestal directieve begeleiding aan mensen in een acute psychosociale noodsituatie die gericht is op het herstel van het evenwicht in de toestand van de cliënt(systeem).” “Crisishulpverlening is actiegericht, speelt zich af in het hier en nu en is tijdelijk en kortdurend.”

Hulpverleners sluiten zo goed mogelijk aan bij de behoeften van cliënten in de verschillende fasen (taxatie, het formuleren van een hulpaanbod, de uitvoering, de afsluiting en de vervolghulpverlening) van de crisissituatie.”

Kenmerken van crisishulpverlening

De kenmerken van crisishulpverlening zijn:

Crisishulpverlening is een specifieke vorm van hulpverlening en vraagt bijgevolg om een andere stijl van interveniëren.

Crisishulpverlening is eclectisch (er wordt gebruik gemaakt van een breed spectrum van technieken en strategieën), directief (de hulpverlener ordent, oordeelt, neemt beslissingen en handelt) en actiegericht (bestaat niet louter uit gesprekken maar ook uit iets aanpakken).

Crisishulpverlening vereist spoed. Kenmerkend aan de vraag van de cliënt en/of het cliëntsysteem of van de verwijzer is dat directe actie (situatie analyseren, rust brengen en kalmeren, acute zaken regelen, zorg dragen voor adequate hulp als de paniek voorbij is) noodzakelijk is.

Aan crisishulpverlening gaat geen uitgebreide vraagverheldering vooraf: enkel de noodzakelijke informatie wordt verzameld om op dat moment de nodige stappen te kunnen zetten.

Crisishulpverlening vertrekt vanuit het hier en nu (zoeken naar oplossingen voor het probleem dat de noodsituatie heeft veroorzaakt) en is van korte duur.

Door het onverwachte en onvoorspelbare karakter moet crisishulp zeer flexibel zijn. Het proces van crisishulpverlening blijft in zekere mate onvoorspelbaar.

Crisishulpverlening is noodzakelijk om verdere hulpverlening mogelijk te maken. Bij crisishulpverlening wordt de cliënt of het cliënt(systeem) zo snel mogelijk overgedragen aan de verdere hulpverlening, waar een uitgebreide intake volgt en procesmatig wordt gewerkt aan de probleemsituatie.

Crisishulpverlening bestaat uit een aantal modules: een centraal permanent crisismeldpunt, de crisisinterventie, de crisisopvang en de crisisbegeleiding.

Veiligheid bieden kan een aspect zijn binnen crisishulpverlening, maar is niet noodzakelijk de focus. Voor cliënten die in een onveilige situatie verkeren of geconfronteerd worden met dreigend geweld, zullen veiligheidsmaatregelen genomen worden (beveiligde opvang, veiligheidsplan,…). Maar niet alle situaties van onveiligheid zijn per definitie crisissituaties (bv. vrouw die vooraf plant om het huis te verlaten).

Page 7: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 7 van 21

Crisishulpverlening en het opnemen van ‘verantwoordelijkheden’2

Het uitgangspunt is dat een cliënt(systeem) in crisis zoveel mogelijk zelfstandigheid, privacy, vrijheid en inspraak moet hebben. In crisissituaties kan de hulpverlener worden geconfronteerd met een cliënt(systeem) die op dat moment niet in staat is of slechts gedeeltelijk in staat is verantwoordelijkheid te dragen. Kenmerkend voor crisishulpverlening is dat de hulpverlener tijdelijk bepaalde verantwoordelijkheden moet opnemen maar het afwegen daarvan ten opzichte van eventueel meer zwaarwegende belangen zal zeer zorgvuldig moeten gebeuren.

Activiteiten van crisishulpverlening3

De belangrijkste activiteiten kunnen we als volgt omschrijven:

De situatie analyseren

Rust brengen en kalmeren

Acute zaken regelen

Zorg dragen voor adequate hulp als de ‘crisis’ voorbij is.

Doelgroep van crisishulpverlening

Er is geen sprake van een vast omschreven doelgroep. Het uitgangspunt is de crisissituatie. Crisishulpverlening richt zich tot cliënten(systemen) en doorverwijzers die zich in een actuele noodsituatie bevinden en waarbij directe actie noodzakelijk is.

Het betreft zowel het cliënt(systeem) als de verwijzer. Bij de doelgroep verwijzer kan het algemeen welzijnswerk een consultfunctie opnemen maar blijft de verwijzer wel verantwoordelijk of is er minstens sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid.

Doelstellingen van crisishulpverlening

We omschrijven de doelstellingen als volgt:

Het hoofddoel is het herstel van het evenwicht: de acute problematiek is aangepakt en de spanningen zijn weer hanteerbaar voor de cliënt en zijn directe omgeving. Aansluitend is het doel dat een veranderingsproces op gang komt. De crisis is opgelost maar daarom is het probleem of de oorzaken van de problematiek nog niet opgelost

De cliënt(systeem) kan weer (eventueel tijdelijk) verder zonder vervolghulpverlening.

De cliënt wordt verwezen naar doelmatige en efficiënte hulpverlening om de (resterende) oorzaken van de problematiek aan te pakken.

Door de onmiddellijke reactie op een crisissituatie kan een escalatie van problemen voorkomen worden, waardoor nog meer ingrijpende vormen van hulpverlening vermeden worden (preventief karakter).

2 Frans Brinkman, Ruud van den Berg, crisishulpverlening, Bohn Stafleu Van Loghum, 2003

3 Margot Scholte, Anne-Martie van Bergen, Daan Heineke en Karin Sok, Transparant aanbod AMW: modulen als

bouwstenen voor de hulpverlening, Movisie, 2007

Page 8: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 8 van 21

Kwaliteitskenmerken van crisishulpverlening

Over het algemeen is crisishulpverlening:

7 dagen op 7 en 24 uur op 24 uur inzetbaar;

laagdrempelig en toegankelijk;

voor iedereen in crisis (geen omschreven doelgroep);

zonder voorafgaande selectie;

ambulant, mobiel en residentieel (naargelang de situatie is een koppeling soms aangewezen);

individueel en met cliëntsysteem (relatiepartner, gezin, directe omgeving);

door gekwalificeerd en flexibel personeel met een specifieke deskundigheid, multidisciplinair team;

in nauw contact met andere hulpverleners (sectorale en intersectorale afstemming). Werken met partners in een netwerk biedt veel meer kans op snelle opvolging en doorstroom (naadloze overgangen).

Werkingsprincipes van crisishulpverlening

Crisishulpverlening vertrekt van centrale kenmerken van het sociaal werk zoals: een generalistisch perspectief, focus op het dagelijks leven, emancipatie, subsidiariteit, maatzorg, maximale participatie van cliënten en systemen waartoe ze behoren, kwaliteitsvolle en transparante hulp- en dienstverlening, het belang van preventie en het vervullen van de signaalfunctie.

Attitude en vaardigheden van de crisishulpverlener4

Een crisishulpverlener neemt de volgende houding aan:

Stressbestendigheid: tijdsdruk, onzekerheid en groot emotioneel appel kunnen dragen en hanteren;

Besluitvaardigheid met een praktische instelling: de situatie snel inschatten, prioriteiten stellen en beslissingen nemen;

Een directieve en actieve rol en positie aannemen;

Verantwoordelijkheid nemen én inschatten. In crisissituaties kan de hulpverlener worden geconfronteerd met mensen die op dat moment niet of slechts ten dele in staat zijn om verantwoordelijkheid te dragen. De crisishulpverlener zal dan tijdelijk bepaalde verantwoordelijkheden moeten overnemen. Twijfel en onduidelijkheid en het terugspelen van verantwoordelijkheid naar mensen die dat op dat moment niet aankunnen, werkt verwarrend en weinig oplossend.

Grenzen stellen: een crisishulpverlener gaat niet in op dwingende en onredelijke eisen, houdt de regie en blijft condities bepalen.

Specifieke vaardigheden zijn:

Alert zijn en kunnen hanteren van non-verbale signalen.

4 Ad Snellen, Basismodel voor methodisch hulpverlenen in het maatschappelijk werk, Coutinho, maart 2007

Page 9: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 9 van 21

Stellen van eenvoudige en concrete vragen

Een directe, rustige en duidelijke spreekstijl hanteren: korte zinnen en eenvoudige woorden.

Eigen gevoelens niet tonen, omdat dit mensen in crisis nog meer in verwarring brengt.

Structureren krijgt binnen een crisissituatie een bijzondere invulling: ruimer dan het verhaal van de cliënt(systeem) heeft het ook betrekking op personen, op tijd (onderscheid maken tussen datgene wat acuut moet gebeuren en dat wat binnen de 24 uur moet gebeuren en dat wat op langere termijn kan plaatsvinden), plaats (mensen uit een systeem voor een bepaalde tijd uiteen halen), activiteiten (aanbieden van gedragsalternatieven).

Page 10: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 10 van 21

4. Crisishulpverlening is een gemoduleerd aanbod

Crisishulpverlening is een te algemeen begrip, dat kan verduidelijkt worden door een indeling in modules. Modulering van crisishulpverlening is ook belangrijk om crisishulpverlening zuiver te houden en om het te kunnen positioneren zowel op centrumniveau, op sectoraal niveau en intersectoraal. Er kunnen duidelijke afspraken worden gemaakt met de samenwerkingspartners over wie welke module op zich kan nemen en de wijze waarop de 24/24 uur inzetbaarheid kan georganiseerd worden.

We laten ons hierbij inspireren door het concept van crisisjeugdhulp in het kader van Integrale Jeugdhulp: een hulpprogramma dat bestaat uit een centraal permanent crisismeldpunt (crisispermanentie) met een belangrijke coördinerende rol, de crisisinterventie, de crisisopvang (een aanbod van verblijf) en de crisisbegeleiding. Binnen dit hulpprogramma kunnen de crisisinterventie, de crisisopvang en de crisisbegeleiding enkel via het centraal permanent meldpunt geactiveerd worden.

Het is van cruciaal belang dat er tussen deze modules (meldpunt, interventie, opvang en begeleiding) samenhang is en naadloze overgangen. Dat vraagt om goede samenwerking tussen de actoren die deze modules aanbieden.

4.1. Crisismeldpunt

Definitie

“Een centraal permanent crisismeldpunt is een telefonisch of fysiek aanmeldpunt dat telefonisch 24 uur op 24 uren en 7 dagen op 7 bereikbaar is voor cliënt(systeem) in crisissituaties en aanmelders van crisissituaties.”

Het meldpunt is het startpunt van het hulpprogramma. Het beslist of de andere pijlers van het crisishulpprogramma (interventie, opvang en begeleiding) al dan niet worden geactiveerd. Het bewaakt hierdoor ook dat er geen oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van het hulpprogramma. Het meldpunt neemt de gemelde situatie niet per definitie over en zal met de aanmelder bekijken wat die zélf t.a.v. de crisis kan ondernemen. Wanneer hulpverleners een crisissituatie melden zijn ze niet automatisch ontslaan van hun eigen verantwoordelijkheid.

Doelstellingen

Garanderen dat elke crisissituatie direct beantwoord wordt.

Consult en informatie geven aan de persoon die de crisissituatie aanmeldt.

Voorkomen dat crisissituaties leiden tot verdere escalatie en tegemoet komen aan het subsidiariteitsbeginsel.

De crisissituatie benutten om een veranderingsproces op gang te brengen.

Opdracht

Het organiseren van een fysieke en telefonische permanentie en de nodige informatie verzamelen om de nodige eerste stappen te kunnen zetten.

Een permanente bereikbaarheid garanderen voor aanmeldingen van crisissituaties door

Page 11: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 11 van 21

cliënt(systeem) en doorverwijzers.

Informatie verzamelen en de aanmelding toetsen aan de definitie van crisis, de vrijwilligheid, het subsidiariteitsbeginsel, het oplossingsperspectief en (indien aanwezig) de regionale en Vlaamse afspraken).

Garanderen dat direct na de aanmelding een kwaliteitsvol antwoord komt op de vraag van de cliënt(systeem) of de doorverwijzer door middel van het geven van consult.

Bij consult wordt er samen met de doorverwijzer bekeken wat mogelijke oplossingen zijn voor de crisissituatie zodat de doorverwijzer weer ruimte krijgt om zelf met de situatie aan de slag te kunnen gaan.

Bij aanmeldingen waar nog geen sprake is van een acute crisissituatie, maar wel van een moeilijke situatie die tot een acute crisis kan leiden, wordt er steeds verwezen naar het onthaal

Wanneer het meldpunt de nodige informatie heeft verzameld, beslist het in samenspraak met de aanmelder over het verdere verloop van de aanmelding. Het crisismeldpunt formuleert een concreet voorstel: naast het geven van consult (doorverwijzers) is er de mogelijkheid om de andere modules (interventie, opvang en begeleiding) uit het hulpprogramma in te schakelen.

Het hulpprogramma (interventie, opvang en begeleiding) kan enkel geactiveerd worden via het meldpunt. Daarom is het belangrijk dat het crisismeldpunt een uitdrukkelijk mandaat krijgt van de partners van het netwerk.

Het crisismeldpunt volgt de casus actief op tot de crisis onder controle is en/of tot de vervolgbegeleiding geïnstalleerd is.

Na consult of activering van de crisisopvang, crisisinterventie of crisisbegeleiding sluit het crisismeldpunt het dossier af en staat het in voor het vervolledigen van de aanmeldingsregistratie.

Het crisismeldpunt kan gevraagd worden om adviezen te geven bij de afronding van de crisishulp en bij het zoeken naar vervolghulp.

Kwaliteitseisen

De organisatorische en methodische kwaliteitseisen kunnen als volgt omschreven worden:

24/24 uur en 7/7 dagen telefonisch bereikbaar voor cliënt(systeem) en verwijzers

Beschikken over kennis van het mogelijk hulpaanbod voor crisissituaties, zowel binnen als buiten het hulpprogramma (in meerdere sectoren).

In staat zijn om crisishulp af te bakenen.

Kunnen omgaan met een grote diversiteit van aanmelders en hen aanspreken op de eigen verantwoordelijkheid.

Kunnen omgaan met onvoorspelbaarheid, druk, frustratie en onmacht.

Verwerven van krediet en mandaat bij de partners in het netwerk.

Investeren in vorming, ontwikkelen van een VTO beleid.

Investeren in een werking en afstemming in teamverband.

Deelnemen aan overlegstructuren en informatiemomenten.

Page 12: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 12 van 21

Bij voorkeur worden de medewerkers ondersteund door een leidinggevende of een coördinator die als opdracht heeft: interne organisatie van het meldpunt, ondersteuning van medewerkers, meldpunt vertegenwoordigen in overlegstructuren.

Voorzien in een intern back-upsysteem dat garandeert dat een meldpuntmedewerker bij moeilijke aanmeldingen terecht kan bij een aanspreekpunt voor overleg of advies.

Steekkaart typemodule

Functie: aanmelding van crisissituaties, verzamelen van informatie, beslissingen nemen over de verdere stappen en de afhandeling van de crisishulp verder opvolgen.

Acties

Informatie verzamelen om de nodige stappen te kunnen zetten Consult Informatie Dispatching/verwijzing (interventie, opvang en begeleiding) 1 tot 2 gesprekken

Intensiteit: ½ - 1 uur per gesprek

Duur: max. 3 uur

Setting: ambulant (centrum), telefonisch

4.2. Crisisinterventie

Definitie

“Een crisisinterventie is een onmiddellijke en kortdurende stress verlagende vorm van hulpverlening die ambulant en/of mobiel kan zijn”. Uiteraard kan crisisinterventie ook gecombineerd worden met opvang (zie verder).

Doelstelling

Voorkomen dat mensen in crisissituaties te snel binnen een te ingrijpende context of gerechtelijk circuit terechtkomen.

De crisissituatie benutten om een veranderingsproces op gang te brengen.

Maximaal inzetten op de context.

Crisisinterventie leidt tot terug greep krijgen op de crisissituatie.

De voorwaarden creëren voor een (vervolg)begeleiding.

Veiligheid behouden en bewaken.

Steekkaart typemodule

Functie: de crisissituatie deblokkeren (crisissituatie omschrijven en onder controle krijgen, uit de impasse geraken).

Page 13: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 13 van 21

Acties:

Veiligheid installeren Praktische dienstverlening Verdere verzameling van informatie om stappen te kunnen zetten Naar de cliënt en de crisissituatie toe stappen, ook zonder dat de cliënt zelf een hulpvraag

heeft gesteld. Doelstellingplan opstellen Bemiddelen Contextgesprekken voeren, maximaal inzetten van de leefomgeving Gebruik maken van specifieke methodieken Oriënteren naar verdere hulp

Frequentie: 2 tot 5 gesprekken

Intensiteit: ½ uur tot 2 uur per gesprek

Duur: crisisinterventie moet binnen de 12 uur na aanmelding kunnen ingezet worden en dit gedurende maximum 3 dagen. Hierbij wordt de leefomgeving (context) maximaal ingezet.

Setting: ambulant of mobiel

Kwaliteitsvereisten

De kwaliteitseisen voor het crisismeldpunt (zie boven) gelden ook voor crisisinterventie.

Bijkomend: vaardigheden en attitudes voor een proactieve en outeachende aanpak.

4.3. Crisisopvang

Definitie

“Een crisisopvang is het aanbieden van een verblijf van maximum 21 dagen, om te kunnen komen tot een oplossing van de crisissituatie en veiligheid te installeren of rust te bieden. Dit verblijf wordt steeds gecombineerd met crisisinterventie of crisisbegeleiding”.

Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen crisisopvang en andere vormen van opvang (residentiële opvang voor mannen vrouwen of koppels, noodopvang/nachtopvang en de beveiligde opvang). Een vraag naar ‘directe opvang’ omwille van dakloosheid, is niet noodzakelijk een vraag naar crisishulp. Hetzelfde geldt voor een vraag naar beveiligde opvang: die niet per definitie een vraag is naar crisishulp (zie verder onder punt 5).

Het verblijf kan aangeboden worden in een residentiele context (crisisopvangcentrum), maar kan ook andere vormen aannemen.

Doelstellingen

De crisissituatie benutten om een veranderingsproces op gang te brengen.

Veiligheid installeren

Voorkomen dat de crisissituatie escaleert.

Adempauze inlassen voor de betrokken partijen.

Page 14: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 14 van 21

Steekkaart typemodule

Functie: verblijf

Acties:

Aanbieden van bed, bad en brood en een veilige omgeving Altijd gecombineerd met crisisinterventie of crisisbegeleiding Overleg met crisisinterventie of crisisbegeleiding

Frequentie: dagelijks

Intensiteit: 24/24 uur

Duur: maximaal 21 dagen

Locatie: (crisis)opvangcentrum of andere formule

4.4. Crisisbegeleiding

Definitie

“Crisisbegeleiding kan ambulant en/of mobiel zijn en kan gecombineerd worden met crisisopvang. Er wordt gedurende maximaal 3 weken gewerkt aan veranderingsdoelen die focussen op de crisis. De crisisbegeleiding moet naadloos aansluiten op de crisisinterventie.” “Crisisbegeleiding is verkennend en explorerend, oplossingsgericht, ingrijpend, contextgericht, directief, kortdurend, intensief en confronterend.”

Crisisbegeleiding onderscheidt zich van de andere vormen van psychosociale begeleiding omwille van de kenmerken van de crisissituatie en de gevolgen voor de hulpverlening. Bij crisisbegeleiding wordt er gewerkt aan de oorzaken van de crisis.

Doelstellingen

Voorkomen dat mensen in crisissituaties te snel binnen een ingrijpende context of gerechtelijk circuit terechtkomen.

De crisissituatie benutten om een veranderingsproces op gang te brengen.

Veiligheid behouden en bewaken.

Steekkaart typemodule

Functie: begeleiding

Acties:

Veiligheid behouden en bewaken Concretiseren, opvolgen en evalueren van het doelstellingenplan Context betrekken/contextgesprekken Oplossingsvaardigheden aanreiken Gebruik maken van aangepaste methodieken Significante hulpverleners betrekken Zoeken naar, en toeleiden tot gepaste vervolghulp

Page 15: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 15 van 21

Voeren van overdrachtsgesprekken Naadloze overgangen vanuit crisisinterventie en naar de eventuele vervolghulpverlening.

Frequentie: 3 tot 5 keer per week

Intensiteit: 1 tot 3 uur per gesprek

Duur: 3 weken en niet verlengbaar.

Setting: ambulant, mobiel en residentieel

Page 16: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 16 van 21

5. Crisishulp en vragen naar veiligheid en directe opvang

Om oneigenlijk gebruik van crisishulpverlening tegen te gaan is het is zeer belangrijk om een heldere afgrenzing te maken tussen crisishulpvragen en hulpvragen naar veiligheid en naar directe opvang.

Niet alle vragen naar crisishulp zijn vragen naar veiligheid en/of directe opvang. Maar vooral: niet elke vraag naar veiligheid is een vraag naar crisishulp en niet elke vraag naar directe opvang is een vraag naar crisishulp.

5.1. Crisishulp en vragen naar veiligheid

Iemand die in zich een onveilige situatie bevindt - bijvoorbeeld door reëel of dreigend familiaal geweld - verkeert daarom niet altijd of per definitie in een crisissituatie. Er kunnen ook vragen zijn naar veiligheid, zonder dat er sprake is van een crisissituatie. Bijvoorbeeld: een vrouw die omwille van aanslepend familiaal geweld, ‘rustig’ besluit om volgende week met haar kinderen het huis te verlaten en dit plan bespreekt met een hulpverlener. Het verzekeren van de veiligheid van deze vrouw en haar kinderen is geen crisishulpverlening, maar een hulpverlening met het oog op bijvoorbeeld een beveiligde opvang.

Anderzijds, wanneer een crisissituatie gepaard gaat met onveiligheid of een bedreiging van de integriteit (van de persoon zelf of van derden), zullen er in het kader van de crisishulpverlening uiteraard de nodige maatregelen of acties moeten ondernomen worden.

5.2. Crisishulp en vragen naar directe opvang

Een situatie van acute dak- of thuisloosheid wordt vaak gezien als een crisissituatie. Ook dit is niet per definitie het geval. De nood aan een verblijf- of opvangplek kan zeer acuut zijn, maar daarom verkeert de betrokkene nog niet in een crisissituatie.

De vermenging van vragen naar directe opvang en crisissituaties is een van de factoren die maken dat de crisisopvangcentra oneigenlijk gebruikt worden en dichtslibben. Daarom is het raadzaam om de toegang tot crisisopvang en tot directe opvang niet te vermengen. De ‘bufferfunctie’ van een crisismeldpunt kan daartoe bijdragen.

Page 17: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 17 van 21

6. Organisatie van crisishulpverlening

De vraag stelt zich nu op welke wijze bovenstaande visie op crisis en crisishulpverlening organisatorisch kan vertaald worden in en vanuit de 11 CAW’s in Vlaanderen en Brussel. De decretale opdrachten met betrekking tot crisishulpverlening en de conceptuele inbedding ervan binnen het algemeen welzijnswerk zoals hierboven beschreven, brengen immers grote organisatorische uitdagingen met zich mee. De organisatievergroting is in dit verband zeker een opportuniteit.

De sectorale doelstelling m.b.t. crisishulpverlening stelt dat crisishulpverlening moet aangeboden worden voor een ruimere regio en dat het CAW-aanbod van crisishulpverlening zich moet situeren in een intersectoraal netwerk met een gedeelde verantwoordelijkheid van verschillende actoren en sectoren: politie, parket, lokale overheden, geestelijke gezondheidszorg, ziekenhuizen, psychiatrie of verslavingszorg.

We werkten een organisatiemodel uit met drie dimensies:

1. De 4 modules: meldpunt, interventie, opvang (verblijf) en begeleiding. 2. Een aanbod binnen en buiten de openingsuren. 3. De mate waarin het CAW een taak zelf invult of in een intersectoraal samenwerkingsverband.

Elke vorm van organisatie dient getoetst te worden aan 3 basisprincipes:

1. De kwaliteitseisen van crisishulpverlening, minstens zoals in deze visietekst omschreven. 2. De samenhang en de naadloze schakeling tussen de verschillende modules. 3. De organiseerbaarheid (middelen, schaal,…).

Schematisch:

Meldpunt Interventie Opvang (verblijf) Begeleiding

Binnen openingsuren

1 3 5

6

Buiten openingsuren

2 4

Openingsuren = de tijd waarin het CAW voor iedereen toegankelijk is, fysiek, telefonisch of via nieuwe media.

Crisishulpverlening moet een samenhangend ‘hulpprogramma’ zijn. De keuzes voor de organisatie van de 4 modules - binnen en buitende openingsuren en al dan niet in een intersectoraal verband - beïnvloeden elkaar en kunnen invloed hebben op de drie vermelde basisprincipes. Een voorbeeld: als de module ‘interventie’ gescheiden wordt georganiseerd van het crisismeldpunt, kan het schakelen van melding naar interventie moeilijk verlopen. Of: als de permanentie van het crisismeldpunt over verschillende netwerkpartners verdeeld wordt, kunnen specifieke communicatieproblemen ontstaan. Het functioneren van de netwerken crisisjeugdhulp

Page 18: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 18 van 21

in het raam van de Integrale Jeugdhulp kan op dit vlak heel wat leerpunten opleveren.

Ad 1: Meldpunt binnen de openingsuren

Rekening houdend met de basisprincipes van het onthaal als kernopdracht van het CAW, kan het crisismeldpunt tijdens de openingsuren het best ingebed worden binnen de bestaande onthaalwerking. Deze keuze is ingegeven vanuit meerdere overwegingen:

Duidelijkheid voor de hulpzoekende. Het onthaal is de unieke plaats waar alle aanmeldingen in kader van het algemeen welzijnswerk gebeuren (al dan niet in samenwerking met andere actoren). Naast het concept van algemeen onthaal is er geen apart concept ‘crisisonthaal’ nodig als afzonderlijke toegangspoort.

Praktische toepasbaarheid. De onthaalpunten zijn reeds operationeel en kunnen mits een relatief kleine aanpassingen uitgerust worden om ook in te staan voor de crisismeldingen. Het gaat daarbij vooral over de aanpassingen in de competenties van de onthaalmedewerkers. Deze dienen enerzijds vertrouwd te zijn met de principes van crisishulp en de visie zoals hierboven uiteengezet. Anderzijds dienen zij ook over de nodige competenties te beschikken om te kunnen omgaan met crisissituaties. Het uitgangspunt is dat crisissituaties overal en altijd kunnen opduiken en dat elke medewerker over de nodige competenties moet kunnen beschikken om met crisissen om te gaan.

Uitgaande van de kernopdracht onthaal, kan het CAW volledig zelf instaan voor een crisismeldpunt tijdens de openingsuren. Elke algemene onthaalwerking moet in staat zijn om met crisismeldingen om te gaan en een gepaste interventie te doen (zie ad 3).

Ad 2: Meldpunt buiten de openingsuren

De organisatie van een crisismeldpunt buiten de gewone openingsuren (het verzekeren van een 24-uur permanentie) is een heel andere zaak. Er zijn verschillende mogelijkheden:

Verzekeren van een crisispermanentie in combinatie met de permanentie in een residentieel opvangcentrum. Die permanentie kan dan instaan voor de module crisismeldpunt, telefonisch én fysiek.

Verzekeren van een (telefonische) crisispermanentie, waarbij hulpverleners buiten de gewone openingsuren oproepbaar zijn via GSM.

Organisatie van een crisismeldpunt in een samenwerkingsverband, als dan niet gecombineerd met andere modules en al dan niet centraal of in een beurtrol. Voorbeelden: KINA (Antwerpen), LINC (Leuven),…

Ad 1 & 2:

Een crisismeldpunt kan open staan voor alle burgers met een crisishulpvraag. De brede toegankelijkheid is dan een troef, maar het gevaar is dat het meldpunt vaak gecontacteerd wordt voor hulpvragen die eigenlijk geen crisis zijn. Dit kan vooral buiten de openingsuren belastend zijn. Het meldpunt kan ook beperkt wordt tot ‘intermediairs’. Dergelijk meldpunt is

Page 19: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 19 van 21

minder laagdrempelig, maar heeft het voordeel dat de aanmelders sterker kunnen geresponsabiliseerd worden, mits een degelijke consultfunctie vanuit het meldpunt. Hierover kan geleerd worden uit de ervaringen met de meldpunten in de crisisjeugdhulp (Integrale Jeugdhulp).

Zowel in het kader van het CAW-aanbod als in een breder intersectoraal crisisnetwerk, vervult het meldpunt een spilfunctie. Het is niet alleen het centrale aanspreekpunt, maar moet ook de bevoegdheid hebben om een interventie en/of opvang (verblijf) te kunnen mobiliseren. Op die manier heeft het crisismeldpunt een regiefunctie, die binnen de sector en bij uitbreiding in het intersectoraal netwerk duidelijk moet omschreven zijn en door alle betrokkenen aanvaard. Vanuit deze regiefunctie van het crisismeldpunt is het ook aangewezen dat er over de afhandeling van een crisissituatie een terugkoppeling gebeurt naar het crisismeldpunt.

De CAW’s kunnen vandaag niet in alle regio’s op eigen houtje een crisismeldpunt garanderen. Afhankelijk van de grootte van de beoogde regio zijn er wel mogelijkheden. We gaan ervan uit dat de provincie de maximale regiogrootte is voor de organisatie van een crisismeldpunt.

Ad 3: Interventie binnen de openingsuren

De module ‘interventie’ kan op twee manieren uitgevoerd worden: ambulant (in het centrum) of mobiel (in het leefmilieu van de cliënt en mogelijk op de plaats waar de crisis zich voordoet) of beide. De interventies moeten onmiddellijk aansluiten op de melding van de crisissituatie. Daarom is het een voordeel dat het meldpunt en de hulpverleners die de interventie doen, samen deel uitmaken van één werking. Die moet dan uiteraard zeer goed geëquipeerd zijn.

De verantwoordelijkheid voor interventies kan ook verspreid worden in een intersectoraal netwerk. Dit vraagt zeer goede afspraken over de beschikbaarheid van hulpverleners voor interventies, over de vlotte schakeling tussen melding en interventie en vooral over de bevoegdheden van het crisismeldpunt.

De mobiele interventies kunnen tenslotte ook georganiseerd worden in een apart ‘mobiel interventieteam’ (voorbeeld: de Stut, destijds in het Leuvense) al dan niet (inter)sectoraal samengesteld. Dergelijk interventieteam kan een doorgedreven specialisatie ontwikkelen. De vraag is of dit wel echt nodig is. Bovendien dreigt hier het zgn. ‘brandweersyndroom’ bij hulpverleners die moeten wachten tot er een oproep is.

Ad 4: Interventie buiten de openingsuren

Buiten de openingsuren gelden dezelfde variaties als onder punt 3. Hier volstaat een permanentiesysteem van hulpverleners die telefonisch (gsm) kunnen opgeroepen worden voor een mobiele interventie.

Ad 5: Opvang (verblijf) binnen en buiten de openingsuren

De module crisisopvang komt in essentie neer op het aanbieden van een tijdelijke verblijfssituatie. Afhankelijk van de ernst van de crisissituatie, zal de aanwezigheid van een hulpverlener al dan niet noodzakelijk zijn.

Crisisopvang kan geboden worden in een specifiek daartoe voorzien ‘crisisopvangcentrum’ en/of

Page 20: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 20 van 21

in verblijfplaatsen elders (andere residentiële voorziening, gastgezin, hotel, ziekenhuis,…). Een intersectoraal netwerk van mogelijke verblijfplaatsen hoeft niet beperkt te zijn tot de voorzieningen in de welzijns- en gezondheidssector.

Een essentieel kenmerk van een crisisopvangplaats is de onmiddellijke beschikbaarheid. Op basis van de evolutie in het aantal vragen naar crisisopvang kan men in de regio een streefcijfer vooropstellen van vrij te houden opvangplaatsen.

Om oneigenlijk gebruik van een aanbod van crisisopvang te vermijden, is het aangewezen om het aanbod niet rechtstreeks toegankelijk te maken en steeds te vertrekken van de functie die het crisismeldpunt opneemt.

Ad 6: Begeleiding binnen en buiten de openingsuren

Uiteraard kan na een crisisinterventie een ‘gewone’ psychosociale begeleiding opstarten. De module ‘crisisbegeleiding’ is echter een zeer intensief hulpaanbod dat enkel wordt ingezet in situaties waarin enkele interventies niet volstaan om een crisis te ‘bezweren’. Daarom wordt crisisbegeleiding best ingezet na een duidelijke indicatiestelling, die onafhankelijk is van het aanbod van crisisbegeleiding.

Crisisbegeleiding kan gecombineerd worden met de module opvang (verblijf). In dat geval is het belangrijk om alert te blijven voor het fenomeen dat een crisissituatie aanleiding kan geven tot een meer langdurig verblijf, niet omdat de crisis zich doorzet, maar omwille van een gebrek aan doorstromingsmogelijkheden naar een vorm van (begeleid) wonen.

7. Besluit en aanbevelingen

We vertrokken vanuit de decretale opdrachten van het algemeen welzijnswerk over crisishulpverlening. Vanuit een heldere definitie van het begrip ‘crisis’ formuleerden we een visie op ‘crisishulpverlening’. Crisishulpverlening moet worden gemoduleerd in crisismelding, crisisinterventie, crisisopvang en crisisbegeleiding. Ongeacht de organisatorische uitwerking moeten deze modules voorzien worden en naadloos in elkaar kunnen overgaan. Bestaande sectoren moeten zich eigen maken aan dit concept en integreren in hun bestaande werking. Het algemeen welzijnswerk heeft een belangrijk opdracht inzake crisishulpverlening maar is zeker niet de enige verantwoordelijke in het verhaal. Ook andere sectoren moeten betrokken worden. Netwerkvorming is noodzakelijk.

Zo komen we tot de volgende aanbevelingen:

1. De uitbouw van crisishulpverlening gebeurt vanuit een weloverwogen visie op (crisis)hulpverlening en houdt rekening met specifieke kwaliteitskenmerken. Maak een duidelijk onderscheid tussen crisissituaties en vragen naar veiligheid en/of directe opvang.

2. De maximale regio om crisishulpverlening te organiseren is de provincie.

3. Crisishulpverlening wordt uitgebouwd als een gemoduleerd aanbod dat bestaat uit een crisismeldpunt, crisisinterventie, crisisopvang (verblijf) en crisisbegeleiding. Deze modules zijn duidelijk onderscheiden, maar moeten naadloos en onmiddellijk op elkaar kunnen aansluiten. Elk aanbod van crisishulp vertrekt van een goed uitgerust crisismeldpunt.

Page 21: Visie op crisishulpverlening in het algemeen welzijnswerk metadata saw/Visienota... · een crisissituatie bevinden (art. 9 BVR). Een crisissituatie wordt daarbij gedefinieerd als

Visie crisishulpverlening algemeen welzijnswerk Pag. 21 van 21

4. Een organisatiemodel voor crisishulpverlening vertrekt van de 4 geschetste modules, een aanbod binnen en buiten de openingsuren en de mate waarin het CAW een taak zelf invult of in een intersectoraal samenwerkingsverband.

5. Elke vorm van organisatie dient getoetst te worden aan 3 basisprincipes: de kwaliteitseisen van crisishulpverlening, minstens zoals in deze visietekst omschreven; de samenhang en de naadloze schakeling tussen de verschillende modules; de organiseerbaarheid (middelen, schaal,…).

6. Het CAW heeft een voortrekkersrol in de organisatie van een aanbod van crisishulpverlening. Die rol komt in deze eerste plaats tot uiting in het opnemen van de modules ‘crisismeldpunt en ‘interventies’ in het algemeen onthaal, tijdens de normale openingsuren. Daardoor is het niet nodig om een afzonderlijk circuit of toegangspoort te creëren voor crisishulpverlening binnen het AWW.

7. Het ontvangen en inschatten van crisismeldingen (met inbegrip van de consultfunctie) en de aansluitende interventie (ambulant of mobiel) behoort tot de basiscompetenties van elke hulpverlener in het algemeen onthaal. Een verdere methodologische uitwerking is nodig, met concrete handvaten voor hulpverleners.

8. De module ‘crisisopvang’ wordt op een manier georganiseerd, die voorkomt dat er oneigenlijk gebruik van wordt gemaakt.

9. Crisishulpverlening is een gedeelde verantwoordelijkheid en moet intersectoraal worden opgenomen in een regionaal crisisnetwerk, waar in onderling overleg en rekening houdend met de regionale context afspraken worden gemaakt over wie welke module op zich zal nemen, over mandaten en verantwoordelijkheden. De afspraken worden opgelijst in een ‘crisismap’ die per regio en via intersectorale samenwerking tot stand komt.

Over deze visie op crisishulp en de mogelijke organisatie van het hulpprogramma (voor volwassenen) is een dialoog nodig binnen de sector, met de Vlaamse overheid en met alle mogelijke betrokken sectoren.

Het Steunpunt kan een bijdrage leveren voor de verdere inbedding en operationalisering van crisishulpverlening. Dit kan gaan over ondersteuning bij de methodiekontwikkeling, de (interne en externe) netwerkvorming, de opbouw van de ‘crisismap’ en de kwaliteitsbewaking.