businessdocumenten.weebly.combusinessdocumenten.weebly.com/.../0/1/...dullaert.docx · Web...

Joyce Dullaert

Bachelor in het Office Management

Voetweg 669000 Gent

Portfolio Professionele Ontwikkeling 1

Naam student : Joyce Dullaert Groep : 1 MAS3

Traject- en leercoaches : Jetse Boone, Leen De Boom, Isabel Van Rysselberghe, Katrien Vlassenbroeck

Coördinatie : Liesbet Matthys

2012-2013

2

InhoudZelfactiviteit 1 . Mijn beginsituatie...............................................................................4

1.1. Opdrachten zelfactiviteit 1......................................................................................41.1.1.Identificatiefiche...............................................................................................41.1.2. Hoe schat je jezelf in?.......................................................................................51.1.3. De competenties van een Office manager : onderzoek + conclusies.............17

1.2. Verslag van de leergroep.......................................................................................191.3. Eigen reflectie aan de hand van de Lassitest / SWOT/ de onderzoekstaak/de leergroep …..................................................................................................................23

1.3.1. Reflectie.........................................................................................................231.3.2. Leergroep.......................................................................................................23

Zelfactiviteit 2. Mijn doelen als Office Manager + Mijn planning.................................252.1. Opdrachten zelfactiviteit 2....................................................................................25

2.1.1. Opdrachten in het elektronisch materiaal.....................................................252.1.2. Bijkomende opdrachten.................................................................................27

2.2. Verslag van de leergroep.......................................................................................282.3. Eigen reflectie over doelen en over plannen.........................................................28

2.3.1. Eigen reflectie.................................................................................................282.3.2. Leergroep......................................................................................................28

Zelfactiviteit 3. Mijn leercompetenties.......................................................................293.1. Opdrachten zelfactiviteit 3 (studiemethode)........................................................29

3.1.1. Leesopdracht..................................................................................................293.1.2. Opdrachten....................................................................................................293.1.3. Leerstof bewerken.........................................................................................30

3.2. Verslag van de leergroep.......................................................................................333.3. Eigen reflectie over leerstof verwerken en studiemethode..................................33


Zelfactiviteit 4. Mijn teamwork..................................................................................364.1. Opdrachten zelfactiviteit 4....................................................................................36

4.1.1. Opdrachten in het materiaal..........................................................................364.1.2. Belbintest.......................................................................................................364.1.3. Bespreking groepstaak...................................................................................374.1.4. Peer assessment.............................................................................................38

4.2. Verslag van de leergroep.......................................................................................424.3. Eigen reflectie over samenwerken aan de hand van de Belbintest.......................47


Zelfactiviteit 5. Mijn examenvoorbereiding................................................................495.1. Opdrachten zelfactiviteit 5....................................................................................49

5.1.1. Leesopdracht..................................................................................................495.1.2. Opdrachten....................................................................................................49

5.2. Verslag van de leergroep.......................................................................................51

3

5.3. Eigen reflectie over examenvoorbereiding...........................................................51Zelfactiviteit 6. Mijn eindreflecties.............................................................................52

6.1. Schrijf je eindreflectie uit d.m.v. het model van Korthagen..................................52Aanvulling 7. Mijn attitudes........................................................................................56

7.1. Leergierigheid en levenslang leren.......................................................................567.2. Leiderschap..........................................................................................................587.3. Oplossingsgerichtheid..........................................................................................607.4. Stiptheid...............................................................................................................617.5. Samenwerking en teamgerichtheid.....................................................................63

Aanvulling 8. Peer Teaching........................................................................................65Aanvulling 9. Bevestigingsmail...................................................................................66Appendices................................................................................................................67

Appendix 1: Zelfreflectieformulieren voor elke leergroep............................................67Appendix 2 : Evaluatiecriteria voor het portfolio..........................................................70

4

Zelfactiviteit 1 . Mijn beginsituatie

1.1. Opdrachten zelfactiviteit 1

1.1.1.Identificatiefiche

Naam Joyce DullaertGeboortedatum 11 juni 1994

Adres en telefoonnummerTwaalfhofsteden 109940 Evergem0474 40 13 81

Vrijetijdsbesteding Lopen, computer

Vooropleiding Secundair onderwijs:Secretariaat-Talen

Waarom heb ik gekozen voor Bachelor in het Office Management?

Ik heb de meest voor de hand liggende keuze gemaakt. Ik studeerde in het middelbaar Secretariaat-Talen, dus Office Management was de beste keuze volgens mij. Ik heb een richting gekozen waar de talen heel belangrijk zijn. Ik leer graag nieuwe talen, vandaar dat ik voor Spaans gekozen heb. Ik heb gekozen voor een sociale richting, veel groepswerken, …Office Management geeft daarnaast ook veel beroepsuitwegen.

5

1.1.2. Hoe schat je jezelf in?

A. Ingevulde vragenlijsten uit deze zelfactiviteitHoe verliep je schoolloopbaan tot nu toe?

Van toepassing?

Mijn ervaringen vorig jaar / laatste jaren. Meer info...

Ja Ik had totaal geen moeilijkheden in de studie: ik studeerde regelmatig en haalde goede cijfers.

Ja

Ik had moeilijkheden voor bepaalde vakken, ook al studeerde ik er voldoende voor. (noteer erbij welke vakken)

vakken: vooral voor Engels

Neen Ik was niet tevreden over mijn studiemethode.

ο enkel lezen

ο onmiddellijk van buiten leren

ο teveel opschrijven

ο ...

Neen Ik studeerde te weinig. ο omdat ik teveel andere engagementen had

ο omdat ik het niet nodig vond

ο omdat tv / computer me teveel lokken

ο ...

NeenIk nam me wel voor te werken, maar stelde vaak uit om aan iets te beginnen.

ο en ik had vaak schuldgevoelens en stress

ο en ik geraakte daardoor in tijdsnood

Ja Ik ondervond veel spanning bij het studeren of examens afleggen.

X enkel bij examens

ο ook tijdens het jaar

NeenIk was te weinig geïnteresseerd in de richting.

ο het was te moeilijk

ο ik deed er weinig voor en raakte steeds meer vervreemd

Ja Ik durfde niet goed voor een groep te spreken, een presentatie te geven.

X ik was te onzeker

X ik hou er niet van om voor een

6

groep te staan spreken

ο ...

NeenHet gedrag van de leerkrachten heeft mijn studiehouding negatief beïnvloed.

Neen Ik had geen goede contacten binnen de klas/school.

ο ik vind het moeilijk om mij te integreren

ο er werd gepest

ο ...

NeenIk was in groep eerder onzeker, verlegen en durfde weinig zeggen/ vragen.

ο dit had invloed op mijn studieresultaten

ο daardoor was ik vaak gespannen

Neen Persoonlijke moeilijkheden namen me vaak in beslag.

ο relatie met ouders

ο relatie met vrienden

ο liefdesperikelen

ο angst

ο storende gedachten of herinneringen

ο storende gewoontes

ο verwerking van erge gebeurtenis(sen)

7

Wat zijn je verwachtingen m.b.t het academiejaar?

MIJN STUDIE-ACTIVITEITEN -- - + ++

Lessen Naar de les komen X

Nota's nemen X

Actief deelnemen X

Vragen stellen als ik het niet begrijp X

Studie Planning maken X

Planning volgen X

Voldoende studeren X

Nalezen van de leerstof (begrijpen, structureren) X

Maken van samenvattingen / schema's X

Maken van voldoende oefeningen X

Inprenten van de leerstof X

Op tijd beginnen aan taken X

Voldoende tijd nemen voor ontspanning X

In groep werken X

Rustig blijven tijdens de examens X

8

Slagen of niet? Hoe schat je jezelf in?

MIJN CAPACITEITEN -- - + ++

Slagen of niet? Intelligentie X

Geheugen X

Taal X

Wiskunde X

Emotionele intelligentie, sociale vaardigheden X

MIJN INZET -- - + ++

Slagen of niet? Les X

Dagelijks X

Weekend X

Toetsen X

Examens X

Concentratie X

Vragen beantwoorden X

Stipt binnenleveren X

Ordelijk werken X

Situaties analyseren X

MIJN STUDIEMETHODE -- - + ++

Slagen of niet? Structurerend luisteren X

Nota's X

Inhoudstafels X

Samenvattingen X

Schema's / tabellen X

9

Inprenten X

Toepassingen bedenken X

Met inzicht studeren X

Verbanden tussen hoofdstukken leggen X

Herhalingsmomenten inlassen X

ANDERE FACTOREN -- - + ++

Slagen of niet?

Positief of negatief zelfbeeld / Algemeen (niet) welbevinden X

Assertiviteit / durven naar voor komen in én voor een groep X

Druk van of conflicten met ouders / steun van ouders X

Jezelf kunnen doelen stellen en sturen X

Imago (blokbeest - fuifnummer - stoer) X

Algemene passiviteit (tv - pc - alcohol - druggebruik) X

(Sociaal) erg actief met andere dingen bezig X

Andere waarden belangrijker vinden dan diploma X

Ongelukkig in de studierichting of klas X

Piekeren of gespannenheid rond andere dingen X

10

B. Resultaten van de persoonlijkheidstest

StressbestendigheidJe antwoorden suggereren dat je veerkrachtig bent. Dit betekent dat je kalm reageert op stresssituaties en de zaken nuchter benadert. Je bent ontspannen en niet impulsief. Om succesvol te zijn in je job, is het de bedoeling dat je taken aansluiten bij dit aspect van je persoonlijkheid. ExtraversieJe antwoorden suggereren dat je extravert bent. Dit betekent dat je energiek en enthousiast bent. Je hebt een voorkeur voor sociale situaties. Je bent een prater, spontaan en open. Om succesvol te zijn in je job, is het de bedoeling dat je taken aansluiten bij dit aspect van je persoonlijkheid. NieuwsgierigheidJe antwoorden suggereren dat je een behouder bent. Dit betekent dat je ervan houdt om praktisch, efficiënt en routinematig bezig te zijn. Je voelt je prettig in een stabiele werksituatie. Om succesvol te zijn in je job, is het de bedoeling dat je taken aansluiten bij dit aspect van je persoonlijkheid. OnbaatzuchtigheidJe antwoorden suggereren dat je erg onbaatzuchtig bent. Je accepteert autoriteit en past je aan. Je bent vriendelijk, behulpzaam en een teamspeler. Je hebt oog voor de behoeften van anderen. Om succesvol te zijn in je job, is het de bedoeling dat je taken aansluiten bij dit aspect van je persoonlijkheid. DoelgerichtheidJe antwoorden suggereren dat je erg doelgericht bent. Dit betekent dat je je vol discipline richt op een doel. Je bent prestatiegericht. Je werkt hard en komt beloftes na. Om succesvol te zijn in je job, is het de bedoeling dat je taken aansluiten bij dit aspect van je persoonlijkheid.

11

C. Resultaten van de LASSI-test

15

D. Resultaten van de leerstijlentest (Kolb) U heeft geen uitgesproken leerstijl.

16

E. Web of mindmap : mijn sterktes en zwaktes

17

1.1.3. De competenties van een Office manager : onderzoek + conclusies

2. Competenties Management Assistant die ik vond in verschillende vacatures:

Communicatie in het Engels Communicatie in het Frans Communicatie in het Duits Agendering van jezelf en van anderen Informatie archiveren, beheren en archief bijhouden Interne en externe informatie opzoeken Klant- en servicegericht werken Documenten van het Nederlands in het Frans kunnen omzetten en omgekeerd Presentaties geven Goede computerkennis Organiseren In groep en zelfstandig kunnen werken Één of meerdere managers ondersteunen Organiseren nieuwsbrief Zakenreizen voorbereiden Telefoneren Post beheren Vergaderingen bijwonen en notuleren Presentaties maken om een vergadering te ondersteunen

18

3. Conclusie: schrijf nu voor jezelf uit voor welke competenties je denkt al de nodige inspanningen geleverd te hebben. Geef voorbeelden.

Ik werk heel graag met vreemde talen. Voor sommige taalvakken moet ik meer inspanning leveren dan voor andere. Ik werk heel graag in groep, maar als ik moet kiezen, verkies ik toch zelfstandig werken. Je hoeft geen rekening te houden met de rest en kan volledig zelf kiezen hoe je bepaalde zaken aanpakt. Anderzijds kan je wel veel leren van andere groepsleden als je in een groep werkt. Ik ben iemand die graag structuur heeft en het ook nodig heeft. Ik maak graag planningen en ben dan ook fier op mezelf wanneer ik een planning nauwgezet kan volgen.

4. Op basis van de info onder 1.1.3. schrijf je uit aan welke competenties je nog moet werken en hoe je dit denkt te doen. Gebruik hierbij ook je swot-analyse van de elektronische cursus op Chamilo (Zelfactiviteit 1).

Telefoneren: ik probeer telefoneren zo veel mogelijk uit te stellen. Ik zal sneller een mailtje sturen dan een telefoontje te doen. Presentaties geven: ik werk heel graag met PowerPoint, maar eens ik voor een publiek sta, slaan de zenuwen toe. Ik hoop dit nog veel te moeten doen in mijn verdere jaren, zodat ik daar in kan evolueren. Boekhouden: ik heb boekhouden gehad in het 2de, 3de en 4de middelbaar. Dit zal dus grondig moeten worden opgefrist. Communicatie in vreemde talen: ik werk heel graag met en in andere talen maar ik moet er wel de nodige inspanning voor leveren. Algemeen ligt Engels me veel moeilijker dan andere talen. Daar zal ik dus nog inspanningen voor moeten leveren, zoals voor andere vakken ook het geval is. Burgerlijk recht, handels – en economisch recht en sociaal recht: hiervan heb ik totaal geen achtergrond. Ik hoop dat hier verandering in komt. Ik vind het ook wel jammer dat ik dat niet gehad heb ik mijn secundaire opleiding.

19

1.2. Verslag van de leergroep

In CB1 was ik gespreksleider samen met Olivier Daron en Marinka De Vos.

CB 1: Reflectie

Olivier: /Opening:Welkom op deze eerste contactblok/vergadering. Omdat het de eerste keer is dat we samenkomen, is het misschien geen slecht idee om elkaar eens even kort voor te stellen. - Marinka- Joyce- OlivierWie zijn we? Hobby’s? Vrije tijd? …

Wij zullen proberen deze CB in goede banen leiden zodanig dat iedereen iets bijgeleerd heeft over elkaar en over het thema. We zijn begonnen met eerst en vooral een agenda op te stellen waarbij alles gepland werd hoe we bepaalde onderdelen gingen aanpakken en bespreken naar jullie toe.

Joyce: Indeling: De intro hebben we net gehad, daarom dat we gaan starten met de indeling van de agenda: Wat gaat er besproken worden? - Voorbereiding zelfactiviteit 1- Vragen over het oplossen van de vragen van je schoolloopbaan? Geen persoonlijke vragen, maar vragen over de manier van werken. - Verwachtingen van jezelf dit academiejaar- Hoe je jezelf inschat- Sommigen gaan moeten bespreken wat hun zwaktes & sterktes zijn.

20

- Idem met de motivatoren en demotivatoren. - Persoonlijkheidstest - Lassi test - Kolb test - Persoonlijk plan - Competenties van office manager en vacatures

Olivier Voorbereiding ZA 1:(Laat iemand aan het woord hoe hij/zij is te werk gegaan bij het voorbereiden van ZA1)- Hoe ben je te werk gegaan? (eerst alles lezen? Schrijf je eerst alles op of eerst alles typen in een Word document? - Had je je voorbereiding anders willen aanpakken achteraf bekeken? - Veel leesstof ?

Hoe verliep tot nu toe je schoolloopbaan?- Welke moeilijkheden kwam je tegen tijdens het oplossen van de vragen ?- Hoe lang moest je eigenlijk nadenken over bepaalde onderdelen? Heb je werkelijk zitten brainstormen of gingen alles vlot vanzelf om bepaalde zaken aan te kruisen? Kon je meer info geven over jezelf ? Moeilijke vragen? - Heb je ooit al eens meegemaakt dat je te weinig studeerde of niet?- Durf je presentaties te geven voor een grote groep of ben je eerder verlegen? Wat zijn je ervaringen daaromtrent?

Marinka Wat zijn je verwachtingen m.b.t. dit academiejaar? (Ik veronderstel dat er hier weinig moeilijkheden waren, want iedereen heeft wel goede verwachtingen m.b.t. dit academiejaar). - Zijn er mensen die moeilijkheden hadden bij het oplossen van de vragen?- Wanneer je een planning maakt bij het studeren, hou je je daaraan of gaat die planning helemaal verloren?- Neem je voldoende ontspanning of ben je een workaholic?

Hoe schat je jezelf in ? - Ben je een blokbeest in de loop van de week of studeer je alleen in het weekend of ga je veel uit?- Ga je ordelijk te werk of eerder wanordelijk of maak het je niets uit?- Wat is je passiviteit? (fuiven, tv, pc, …)- …

Joyce: Breng je zelf in kaart (Laat iemand aan het woord hoe hij/zij is te werk gegaan bij het voorbereiden van de sterktes & zwaktes + mededeling.)

- Hoe ben je te werk gegaan?- Wat zijn je sterktes en zwaktes ? - Hoe zou je je zwaktes kunnen verbeteren? - Hoe lang heb je moeten nadenken over je min- en pluspunten?

Olivier: Wat zijn je motivatoren en demotivatoren? (Laat iemand aan het woord hoe hij/zij is te werk gegaan bij het voorbereiden van de Motivatoren & demotivatoren + mededeling)

- Van waar haal je bijv. deze motivatoren? Aan wat herken je dit bij jezelf ? - Idem, maar dan hetzelfde met demotivatoren.- Hoe lang heb je moeten nadenken over je motivatoren? Demotivatoren? - Wat ga je eraan doen om dit alles te verbeteren?

Marinka: Persoonlijkheidstest

- Ben je eerder voorzichtig bij het maken van taken of groepswerken of ben je zeker van je zelf?- Geraak je snel ontmoedigd door slechte resultaten of blijf je vrolijk rondwarrelen?

21

- Zoek je eerder het nieuwe bij het maken van een taak of blijf je bij het bekende en durf je niets nieuws uit te testen?- Ben je akkoord met de resultaten van de test?- Was je verrast met een resultaat of niet?- …

Joyce: LASSI test(Laat iemand aan het woord hoe hij/zij is te werk gegaan bij het voorbereiden van de Lassi test)

- Was je verrast bij de resultaten van je lassi test? Zoja, welke? - Wat heb je hieruit geleerd ? - Zelfregulatie: tijdbeheer = Gebruik je je tijd om taken voor te bereiden of ga je liever iets gaan drinken? Stel je het studeren uit? Moet je er veel voor doen om alles goed te kennen of gaat alles van zelf?- Kunnen: informatieverwerking = Probeer je tijdens het studeren een verband te leggen tussen hetgeen wat je al weet of niet? Hoe leer je het best? (door te observeren of iets zelf te doen?)

Olivier: Kolb test Door het invullen van de vragenlijst wordt een score bekomen op de vier leerhandelingen: a) Divergeerders of creatieve dromersb) Assimileerders of denkersc) Convergeerders of beslissersd) Accomodators of doeners(Laat iemand aan het woord hoe hij/zij is te werk gegaan bij het voorbereiden van de Kolb test)

- Wat was voor jou de uitslag? Wat ben je te weten gekomen? - Was je verrast bij de resultaten van je Kolb test? Had je liever iets anders uitgekomen? - Wat heb je hieruit geleerd? En wat zal je eraan veranderen?- Welke acties zal je ondernemen om je verschillende leerstijlen te ontwikkelen en te versterken? (zie mindmap)-

Marinka: Reflectie – opdracht

Zou er iemand hier iets over willen vertellen of niet? (vrijblijvend)

Je persoonlijk plan

Dit zullen we waarschijnlijk niet overlopen omdat dit persoonlijk is en omdat we de meeste dingen die hier aan bod komen al gehoord hebben.

Maar toch, wie wil er iets vertellen over het plan? Niemand? (iemand aanwijzen)

Joyce: De competenties van een Office manager: onderzoek + conclusies

- Wat hebben jullie van bedrijfstaken of functies gevonden die een Office manager moet doen of kunnen?- Wat kunnen jullie zoal adhv de eindcompetenties in het OFM? (+ eventueel een voorbeeld)- Weet er iemand aan welke competenties hij/zij nog moet werken? En hoe denk je dat te verbeteren?

Olivier: Slot: Ik denk dat we hierbij de vergadering kunnen sluiten. Ik hoop dat iedereen iets bijgeleerd heeft over elkaar en over het thema reflectie.

22

Dan kunnen we nu beginnen uitkijken naar het tweede CB, waar het over een ander thema zal gaan, nl. planning. Bedankt voor jullie komst!

23

1.3. Eigen reflectie aan de hand van de Lassitest / SWOT/ de onderzoekstaak/de leergroep …1

1.3.1. Reflectie

Door de resultaten ben ik beginnen beseffen dat ik voor sommige punten goed bezig ben en dat ik aan sommige dingen nog moet werken. Zoals planningen maken en mij eraan houden, vakken die ik niet zo graag doe; een extra inspanning voor leveren, … Bij een tegenslag mag ik me ook niet zo snel laten ontmoedigen, dat had ik vorig jaar wel vaak. Volgens mij kan er ook nog wel wat gesleuteld worden aan mijn studiemethode. Soms durf ik de dingen wel eens uit te stellen en denk ik; ‘ik heb nog wel genoeg tijd’. Maar ik vergeet dan dat ik er nog ander werk kan bijkrijgen en zo zie je door het bos de bomen niet meer. Dit wil ik proberen aanpassen.

1.3.2. LeergroepSchrijf je bedenkingen over je medewerking aan deze leergroep, als notulist, voorzitter of groepslid.

Ik vond dit een heel leuke opdracht om het schooljaar mee te starten. Je leerde je klasgenoten beter kennen en dat vond ik zeer gepast. In het begin voelde ik mij wat onwennig. Ik kende nog niemand en heb vaak een afwachtende houding in een nieuwe groep. Nu moest ik als eerste de gespreksleider zijn, dus dat maakte mij wel wat bang. Toen ik merkte dat iedereen goed meewerkte, voelde ik mij al meer op m’n gemak. Als leiders moesten we niet tussenkomen in de vergadering omdat sommigen niet meewerkten of zaten te praten, … Achteraf kreeg ik lovende commentaar over onze aanpak van ‘leider’ zijn.Ik denk wel dat elk groepslid (van gespreksleiders) zijn steentje heeft bijgedragen. Om eens samen te komen, hadden we te weinig tijd dus hebben we voor een ander alternatief moeten zorgen. Iedereen deed één deeltje en achteraf werd alles doorgemaild naar elkaar. Ik heb achteraf alles in één document geplaatst. ik denk niet dat we het beter konden doen. We waren perfect voorbereid. Er zijn weinig verbeterpunten. Achteraf kreeg ik lovende commentaar over onze aanpak van ‘leider’ zijn.

1 Je kan hieronder een aantal richtvragen vinden om je te helpen in het schrijven van je eigen reflectie m.b.t. dit thema. Beperk je niet tot het beantwoorden van enkel deze vragen! Extra eigen input heeft een positief gevolg voor je portfolioscore.

24

Zelfreflectie gespreksleiderContactblok datum : 24 september 2012Thema : reflectie 1 staat voor ‘tot in de puntjes’ – 5 voor ‘totaal niet’

Voorbereiding 1 2 3 4 51. Ik heb me op dit thema voorbereid door de teksten te lezen, vragen op te lossen, opdrachten voor te bereiden, tests te maken…

x

2. Ik heb het vorige thema bijgewerkt in mijn portfolio x3. Ik heb de noodzakelijke hulpmiddelen bij op de leergroep : voorbereiding, materiaal, documenten…

x

4. Ik ben tijdig aanwezig en organiseer het lokaal xContactblok zelf5. Ik leg de gang van zaken uit tijdens het contactblok x6. Bij de bespreking van de opdrachten laat ik iemand de opdracht verwoorden en toelichten.

x

7. Ik begeleid bij het vinden van oplossingen voor problemen x8. Ik bewaak dat de doelstellingen gerealiseerd worden tijdens de voorziene tijd

x

9. Ik bewaak dat de groepsleden bij het onderwerp blijven x10. Ik check of de verslaggever kan volgen x11. Ik vraag op tijd aan de verslaggever om samen te vatten x12. Op het eind van het contactblok spreken we af wat nog gedaan moet worden

x

13. Ik evalueer het groepsgebeuren x14. Ik rond het gesprek af x15. Ik verzorg mijn taalgebruik x16. Ik waak erover dat iedereen aan bod komt x17. Ik herhaal belangrijke inzichten voor de hele groep x18. Ik pik in op wat er gezegd wordt. x19. Ik vraag door en stimuleer anderen tot het stellen van vragen over het thema

x

20. Ik zorg ervoor dat niemand te lang een opdracht monopoliseert xNa het contactblok21. Ik werk het thema bij in mijn portfolio x22. Ik formuleer verbeterdoelen voor mijn taak als ‘gespreksleider’ x

Opmerkingen : Puntje 10 en 11 hebben we niet toegepast. Ik denk dat ik bij het volgende CB eerst eens de reflectie zal nalezen, zodat ik weet wat de puntjes zijn waarop ik moet letten.

25

Zelfactiviteit 2. Mijn doelen als Office Manager + Mijn planning


2.1.1. Opdrachten in het elektronisch materiaal

Wat zijn je voornaamste interessegebieden? Familie, kleding en mode, uitgaan, … Wat zijn je voornaamste vaardigheden? Stiptheid, nauwkeurigheid, … Wat zie je als een voor jou gunstige werkomgeving? Een ziekenhuis, een kantoor waar ik met meerdere mensen zit. Ik heb graag mensen om me heen. Ik kan niet de hele dag zielig en alleen in een kantoortje doorbrengen. Zijn er soorten van mensen met wie je graag te maken hebt? Eerlijke mensen en mensen met dezelfde mentaliteit als mij. Welke ideeën heb je omtrent voor jou geschikte jobs? Waar droom je van in je professioneel leven? Ik hoop een job te vinden waarbij alles wat ik nu leer aan bod komt. Ik wil later niet ‘afgesloten’ zitten, maar ik wil mensen ontmoeten en met mensen samenwerken. Ik hoop ook niet alleen een job te vinden waar je heel de tijd administratief moet bezig zijn, maar ook communicatief.

Persoonlijke doelstellingen ordenen naar belangrijkheid

A B CIn 3 jaar een diploma halen

Meer aan sport doen Beter met m’n broer overeenkomen

Mijn rijbewijs halen Beter met geld om gaan Meer bij mijn grootouders op bezoek gaan

Een weekend job zoeken

Voor de eerste keer vliegen (vliegtuig)

Een toffe job vinden

Persoonlijke doelstellingen opdelen volgens tijd

Reken even na hoeveel uren je beschikbare tijd hebt per jaar, maand, weekPer jaar zou je over circa 4000 uur (80 uur per week) dienen te beschikken. Natuurlijk is dit weer individueel bepaald. Ik beschik over 4745 uur per jaar, 403 uur per maand, 13 uur per dag.Als we dit even terugrekenen naar onze A en B doelstellingen bekom je per jaar: 3796 uur voor je A-doelstellingen949 uur voor je B-doelstellingen

26

Van één grote stap naar verschillende deelstappen

A-doelstellingen B-doelstellingenDIPLOMAEen job in een toffe omgeving met toffe collega’s.Een auto kopen.Alleen met vriendinnen op reis gaan

Beter met mijn broer overeenkomen. Meer bij m’n grootouders op bezoek gaanMeer aan sport doen

De droomjob zal pas voor binnen enkele jaren zijn, eerst nog studeren.Ik hoop in 3 jaar mijn diploma te halen.

Eerst mijn rijbewijs halen, dan pas kan ik een auto kopen. Ik hoop dat ik de toekomst nog de tijd vind om te gaan rijden met mijn ouders. Mijn ‘leren rijden’ ligt al een tijdje stil en ik ga het proberen terug oppakken.

Ik wil al heel graag eens met vriendinnen op reis, maar daarvoor zal ik eerst eens goed moeten sparen. Ik heb een weekendjob gevonden dus als ik telkens de helft van mijn loon op mijn spaarrekening zet, zal ik tegen de zomervakantie al een mooie som bij elkaar gespaard hebben.

Als mijn broer weer maar eens ruzie probeert te maken, gewoon proberen negeren. Ik ben iemand die conflicten zo veel mogelijk zal vermijden.

Ik hoop dat ik de toekomst de tijd vind om meer bij mijn grootouders op bezoek te gaan. Ze wonen in hetzelfde dorp als mij dus ik vind het niet meer dan normaal om 1 x per week bij hen op bezoek te gaan. Als ik dat niet ga doen, zal ik het me later beklagen als ze er niet meer zijn.

Ik ben gestart met start to run, dus ik hoop dit te kunnen volhouden. Ik wil helemaal niet afvallen, maar ik wil gewoon wat meer conditie.

Studie-planning als onderdeel van je geheelplanningJouw studiekeuze waarom: 1)Vele talen 2)‘Knelpuntberoep’ dus onmiddellijk werk te vinden 3) Brede waaier Ga je voor:

Een eerste zittijd? Een tweede zittijd? Wat is voor jou, naast studieresultaten bereiken, nog belangrijk in je studentenleven? Werken? Een goede weekend job vinden, waarmee ik ook nog mijn studies kan combineren Hobby’s? computer, uitgaan, … Sport? lopen (1 x in de week ‘start to run’)Andere ontspanningsactiviteiten? Shoppen met vriendinnen en uitgaan

27

2.1.2. Bijkomende opdrachten

2.1.2.1. Doelen voor jezelf: Schrijf je A en B doelen uit in een tekst van een half A4 tje.

Mijn grootste A-doelstelling is het behalen van mijn diploma. Ik hoop dat dit zal lukken in 3 jaar tijd. Ik probeer er alles aan te doen, zoveel is zeker. Ik zou ook heel graag volgend jaar mijn rijbewijs halen. Ik hoop dat ik in de toekomst de tijd nog vind om te gaan oefenen. Ik was heel goed gestart, want ik reed praktisch elke keer als mijn mama ergens naar toe moest. Nu, met al het schoolwerk, lukt het bijna niet meer. Ik moet nog alle kneepjes leren voor het parkeren, … Ik hoop dat hier verandering in komt binnenkort. Ik zou ook heel graag een weekend-job vinden, zodat ik weer een centje kan bijverdienen. Ik ga heel graag winkelen, maar daarvoor heb je natuurlijk geld nodig. Dit brengt mij bij mijn volgend doel ‘beter met geld omgaan’. Ik ga proberen om telkens wanneer ik geld krijg, de helft op mijn spaarrekening te zetten. Ik heb dit al gedaan met mijn geld dat ik verdiende tijdens een vakantiejob. Ik hoop dit ook te kunnen doen met het geld van mijn weekendwerk. Wanneer ik mijn diploma behaald heb, hoop ik snel een job te vinden. Ik zou heel graag in een omgeving terecht komen waar ik zowel administratief als communicatief te werk zal kunnen. Ik hoop ook op toffe collega’s en zo weinig mogelijk conflicten op de werkvloer. Mijn doel is ook om meer aan sport te doen. Niet zo zeer om af te vallen, maar gewoon om meer conditie op te bouwen. Ik ben dit jaar gestart met ‘start to run’. Ik hoop dit te kunnen volhouden tot de laatste les. Ook wil ik meer op bezoek gaan bij mijn grootouders. Zij betekenen heel veel voor mij. Door het vele schoolwerk probeer ik om toch 1x in de week bij hen op bezoek te gaan. Ik hoop dit te kunnen blijven doen.

2.1.2.2. Plannen

28


Door ziekte kon ik de vergadering niet bijwonen. Ik heb dus veel gehad aan het verslag. Persoonlijk vond ik het verslag goed opgemaakt aan de hand van titels en tussentitels en er zaten veel voorbeelden in. Ik vond het verslag zeer duidelijk, omdat er goed werd aangeduid als er ander punt werd aangehaald. Soms stond er onder een vraag ‘vraag niet gesteld’. Persoonlijk zou ik dit weglaten. Dit is precies een beetje de gesprekleiders wat afbreken, omdat ze zaken vergeten zijn. Niemand hoeft toch te weten dat ze vragen zijn vergeten?

2.3. Eigen reflectie over doelen en over plannen2

2.3.1. Eigen reflectie

Ik stel een planning op, omdat ik meer structuur in mijn leven en schoolwerk wil steken. Ik heb vaak gehad dat ik het door het bos de bomen niet meer zag en dat wil ik vermijden. Ik wil elke dag voor school werken zodat ik op het einde niet aan alles nog moet beginnen. Mijn ervaringen met weekplanningen zijn dat Ik wel weekplanningen opstelde, maar om ze te volgen was een ander paar mouwen. In het begin ben je fier op je planning en neem je je voor om ze zo goed mogelijk te volgen. In het begin lukt dit ook, maar wanneer er iets onverwacht gebeurd waardoor je niet kan werken voor school, klopt de planning niet meer en loopt alles in het honderd. Ik heb het vaak moeilijk gehad om mijn planning dan aan te passen en ze opnieuw te proberen volgen.Bij een volgende planning moet ik erop letten om niet niet te veel schoolwerk in te plannen. Ervaring heeft mij geleerd dat je dat toch niet volgt. Je mag ook niet te weinig schoolwerk plannen en te veel vrije tijd. Je moet het gevoel hebben dat je met je planning goed op schema zit met je schoolwerk. Als positief heb ik ervaren dat de momenten die ik als ‘schoolwerk’ had aangegeven, ook effectief aan schoolwerk heb gespendeerd. Ik was heel fier dat ik mijn planning kon volgen zoals ik ze had opgesteld. Soms had ik geen zin in schoolwerk na een vermoeiende dag, maar ik vond het zo’n zonde om dan heel mijn planning te moeten aanpassen dus deed ik maar wat schoolwerk zoals ik het gepland had. Een planning is voor mij dus ook wel een motivatie om de zaken ook effectief te doen.

2.3.2. LeergroepDoordat ik een begrafenis moest bijwonen, kon ik niet deelnemen aan de vergadering. Daardoor kon ik ook geen zelfreflectie opstellen.

2 Je kan hieronder een aantal richtvragen vinden om je te helpen in het schrijven van je eigen reflectie m.b.t. dit thema. Beperk je niet tot het beantwoorden van enkel deze vragen! Extra eigen input heeft een positief gevolg voor je portfolioscore.

29

Zelfactiviteit 3. Mijn leercompetenties

3.1. Opdrachten zelfactiviteit 3 (studiemethode)

3.1.1. LeesopdrachtLees de tekst voor dit blok en doe de opdrachten van de zelfactiviteit. Voeg de resultaten hier in.

3.1.2. Opdrachten Doe 2 van de volgende extra opdrachten ter voorbereiding van de leergroep.

A. Gebruik het ‘beslissingsschema’.

B. Maak een gelijkenis- en verschilschema uit het handboek Management.

Manifeste behoeften Latente behoeftenGelijkenis Een behoefte is voor een individu, al dan niet ervaren,

ongewenste discrepantie tussen wat is en wat zou kunnen zijn.Verschil Het individu is zich bewust van

discrepantie.Individu is zich (nog) niet bewust van discrepantie.

Ik maak niet voor elk vak een schema om zaken samen te vatten. Voor taalvakken zal ik eerder met kleurtjes de moeilijk of nieuwe woorden aanduiden en dat later in een woordenlijst verwerken. Je moet ook de tijd vinden om zulke schema’s te maken. Het is niet altijd even makkelijk om schema’s te maken. Soms laat je belangrijke informatie achterwege en is je schema niet volledig. 3.1.3. Leerstof bewerken

Alleen of in duo leren

Alleen

Alles leren

Snel ontmoedigd

Eigen planning

In duo

grotere vakkennis

leren van medestudenten

grotere afleidingsmogelijkshe

den

30

Verschilt jouw bewerking veel van die van de andere leden van de leergroep?Mijn bewerking verschilde niet zo veel met die van de andere leden. Ik had veel met kleurtjes en vormen gewerkt zoals ik vroeger ook al deed. Ik had voor alle onderdelen van een tekst een kleur. Geel voor de hoofdtitels, roze voor tussentitels en in het groen duidde ik de zaken aan die verder nog belangrijk vond. Belangrijke dingen duidde ik aan met een groot uitroepteken. Ik heb gezien dat sommige leden dit ook deden.

31

Noteren: Scoor jezelf (zelftoets)

0 = nooit of zeer zelden van toepassing1 = soms van toepassing2 = zeer vaak of steeds van toepassing

Wat is je totaalscore?

5-13Je weet min of meer hoe je notities moet nemen, maar ervaart nog een paar moeilijkheden of je kunt nog wat advies gebruiken. Dit hoofdstuk kan je een hulpmiddel aanreiken.

SCORE STELLING0 Ik weet niet hoe ik moet noteren in de les.1 Ik schrijf alles op wat de docent / leerkracht vertelt.1 Mijn notities zijn chaotisch.2 Ik schrijf al mijn notities over in het net.0 Ik kan tijdens de les nooit volgen met noteren.

1Ik kan tijdens de les geen onderscheid maken tussenbelangrijke informatie en minder belangrijke informatie.

0 Ik maak notities, maar gebruik ze niet om te leren.0 Ik gebruik geen afkortingen tijdens het noteren.0 Ik weet niet hoe ik structuur kan aanbrengen in mijn notities.

0Ik vind het nemen van notities nutteloos, want er is toch eencursustekst.

1 Mijn notities zien er zeer rommelig uit.1 Ik kan mijn handschrift achteraf niet meer lezen.0 Ik haal notities uit verschillende lessen soms door elkaar.

32

Actief leren : Scoor jezelf (zelftoets)

0 = nooit of zeer zelden van toepassing1 = soms van toepassing2 = zeer vaak of steeds van toepassing

Wat is je totaalscore?

> 13Je studiemethode op dit moment brengt je niet veel rendement op. Denk er eens over na om van studiemethode te veranderen of om een nieuwe aanpak te ontwikkelen die beter bij je past. Neem dit hoofdstuk goed door. Indien je nog vragen hebt, kan je eens langslopen voor een gesprek bij de studiebegeleider.

SCORE STELLING2 Ik kan tijdens het studeren moeilijk onderscheid maken tussen belangrijke en

minder belangrijke informatie.0 Voor elk opleidingsonderdeel maak ik een samenvatting waarbij ik mijn notities

overschrijf en elementen uit de cursustekst integreer.0 Ik onderstreep niet in mijn cursussen, anders wordt het te slordig.0 Zelf vragen stellen bij de leerstof of voorbeeldexamenvragen opzoeken en

bekijken, doe ik nooit, het brengt me enkel in verwarring.1 Ik weet niet hoe ik mijn cursustekst het best kan aanpakken.2 Ik kijk mijn notities nooit na voor of na een les.2 Voor mij is het moeilijk om een beknopt schema te maken

van de leerstof.1 Ik studeer meestal aan één stuk door, zonder te stoppen om

na te denken of om te herhalen.1 Ik vind het moeilijk om uit te maken hoe ik de leerstof moet

studeren.1 Oefeningen maak ik niet opnieuw, dat is nutteloos.0 Ik ben vlug afgeleid wanneer ik studeer.1 Formules, regels, technische termen leer ik gewoon uit het hoofd, zonder ze te

begrijpen.2 Ik verlies veel tijd in het overschrijven van notities en cursustekst, in plaats van

echt te leren.2 Ik kan mij er niet toe brengen om leerstof te leren die voor mij eerder vervelend

en oninteressant overkomt.

33

3.2. Verslag van de leergroepIk vond het verslag veel te kort. Bij elke vraag of onderverdeling schreven ze maar één zinnetje. Vaak was het dan nog een algemene zin “de meeste leerlingen vonden dit leerrijk”. Ze gebruikten geen voorbeelden. Er werden genoeg voorbeelden gegeven in de vergadering om te integreren in het verslag? Ik vond het verslag echt niet aangenaam om te lezen. Als iemand afwezig zou geweest zijn, zou die niet veel aan het verslag gehad hebben om een duidelijk beeld te vormen van de vergadering.

3.3. Eigen reflectie over leerstof verwerken en studiemethode.

3.3.1. ReflectieSchrijf je bedenkingen over structureren en leerstof verwerken.

Uit deze opdrachten is gebleken dat je er goed aan doet om eerst de tekst volledig te lezen en dan pas begint te samen vatten. Je moet niet beginnen samenvatten terwijl je voor de eerste keer de tekst leest. Vroeger maakte ik schema’s of samenvattingen met veel te veel tekst. Ik moet leren om de hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden. Als ik 15 pagina’s moest samenvatten had ik soms een samenvatting van 13 pagina’s. Ik heb voor mezelf uitgemaakt dat dit beter moet. Ik ben gewoon bang dat ik belangrijke info weglaat en zo onvolledige zaken zal leren. De schema’s die we moesten opstellen zal ik proberen in de toekomst ook te gebruiken. Ik zal er wel tijd voor moeten maken, want zo’n schema neemt veel tijd in beslag. Als ik kijk naar de resultaten van de LASSI-test in het begin met de zaken die ik nu heb bijgeleerd, is er eigenlijk niet heel erg veel veranderd. Ik heb wel voor mezelf uitgemaakt dat ik de hoofd- en bijzaken meer van elkaar moet beginnen opnemen. Je kan niet een hele cursustekst opnemen in je samenvatting?

34

3.3.2. LeergroepSchrijf je bedenkingen over je medewerking aan de leergroep3

Ik voelde me goed in de leergroep. Ik werd vaak aan het woord gelaten. Ik denk van mezelf wel dat ik genoeg geparticipeerd heb. Ik heb bij elke vraag mijn mening kunnen laten horen. Mijn voornemens voor een volgende vergadering is dat ik moet leren om te kijken of we nog bijkomende opdrachten moeten maken. Vaak los ik alleen de opdrachten op die voorkomen in de link, maar vaak zijn er nog bijkomende opdrachten die in het portfolio staan, die ik vergeet te maken. In de vergadering zelf is het natuurlijk helemaal niet leuk om te moeten toegeven dat je bepaalde opdrachten niet gemaakt hebt. Verder is het ook wel aangenaam als je uit jezelf participeert in de vergadering en niet je beurt afwacht. Zo is de vergadering aangenaam en vallen er geen stiltes.

3 Vul eerst het zelfevaluatieformulier ‘groepslid’/’voorzitter’ of ‘verslaggever’ in, zie appendix en schrijf op basis daarvan deze evaluatie.

35

Zelfreflectie groepslidContactblok datum : 22 oktober 2012 Thema : studiemethode, leerstof verwerken, mijn leercompetenties

1 staat voor ‘tot in de puntjes’ – 5 voor ‘totaal niet’1 2 3 4 5

Voorbereiding1. Ik bereid me voor op het thema door de teksten te lezen en alle opdrachten uit te voeren en in te tikken.

x

2. Ik heb het vorige thema afgewerkt in mijn portfolio x3. Ik ben tijdig aanwezig bij het contactblok xTijdens het contactblok4. Ik ben kritisch betrokken bij het gesprek x5. Ik werk actief en constructief mee x6. Ik vraag het woord x7. Ik blijf bij het onderwerp en zorg ervoor dat de groep niet afdwaalt. x8. Ik motiveer mijn opmerkingen x9. Ik hou rekening met de mening van anderen x10. Ik verzorg mijn taalgebruik x11. Ik laat anderen aan het woord x12. Ik luister als anderen aan het woord zijn x13. Ik parafraseer om te checken x14. Ik ga in op wat iemand anders zegt en spring niet van de hak op de tak

x

15. Ik stel vragen xNa het contactblok16. Ik werk het thema bij in mijn portfolio x17. Ik formuleer verbeterdoelen voor mijn bijdrage aan de leergroep. x

Opmerkingen: /

36

Zelfactiviteit 4. Mijn teamwork


4.1.1. Opdrachten in het materiaalLees de elektronische tekst voor dit blok en doe de opdrachten van de zelfactiviteit. Voeg de resultaten hier toe.

4.1.2. Belbintest

37

Mijn voorkeursrol was een ‘groepswerker’, ik was dan ook aangenaam verrast om te zien dat ik daarin het hoogst gescoord had. Een groepswerker bevorderd de groepssfeer en kan goed luisteren. Toen ik dit las, kon ik er mezelf volledig in terug vinden. De groepswerker heeft ook een hekel aan conflicten. Klopt ook wel, want ik hoop aan elk begin van een groepswerk dat we goed overeen kunnen komen en zo tot een beter resultaat kunnen komen. Naar iedereen zijn mening luisteren, vind ik heel belangrijk in een groepswerk.

4.1.3. Bespreking groepstaak

In mijn laatste jaar in het middelbaar heb ik veel groepswerken moeten doen. Voor Nederlands, voor aardrijkskunde, voor Frans, … Ik zat in de klas met 14 meisjes. Ik kende hen al van in het derde middelbaar dus voor mij was het moeilijk om aan ‘vriendinnen’ te vertellen dat er iets ‘mis’liep in ons groepswerk. Ook heb ik soms de leiding op mij moeten nemen, omdat ik zag dat het niet vooruitging. Vaak kregen alle groepsleden dezelfde punten. Daarin kon ik me ook zeer druk maken, omdat ik zelf wist dat het mijn verdiende punten waren. Ik ga proberen om minder van mij te laten profiteren en naar de docent te stappen als er iets misloopt in het groepswerk. Bij het groepswerk van Marketing heb ik nog geen moeilijkheden waargenomen. Iedereen draagt zijn steentje bij en we stellen de opdrachten niet uit. Alles wordt op tijd gemaakt en zo komen we ook tot een beter resultaat volgens mij.

38

4.1.4. Peer assessmentVoeg een reflectie hierover toe aan de hand van het model van Korthagen.

Peer assessment (leergroep)

Naam: Joyce Dullaert Groep: 1 MAS 3

+1 = positieve bijdrage0 = gemiddelde bijdrage

-1 = mindere bijdrageNaamgroepsleden

Betrokkenheid+ voorbereid

Constructief meebouwen + inbreng vernieuwende ideeën

Eigen mening durven zeggen

Luisteren naar de anderen

ELISA 0 0 0 + 1ANDREAS 0 0 0 + 1AMKE + 1 + 1 + 1 + 1VICKY + 1 0 + 1 + 1CAMILLE + 1 + 1 + 1 + 1VALERIE + 1 + 1 + 1 + 1AXL + 1/0 0 0 + 1EVELIEN 0 0 + 1 + 1MARINKA + 1 + 1 + 1 + 1OLIVIER + 1 0 + 1 + 1FAMKE Notulist

Reflectie volgens het Model van Korthagen

Fase 1: handelen (ervaring)Hoe gedraagt iemand zich tijdens een vergadering? Wat is iemand zijn attitude in een vergadering?

Fase 2: terugblikken op het handelen adhv volgende criteriaBetrokkenheidAndreas en Elisa waren gespreksleiders en waren maar matig voorbereid vond ik. Ze hadden wel vragen voorbereid, maar we wanneer ze die stelden luisterden ze precies niet naar het antwoord. Ze waren in hun hoofd al bezig met de volgende vraag. Bij Andreas was dit vooral het geval. De rest van de groep hebben allemaal goed meegewerkt.

39

Als notulist samen met Famke mochten wij niks van betrokkenheid tonen. Wij luisterden naar elke vraag en noteerden alleen maar.

Initiatief nemenDe groepsleiders hadden een tekst voorbereid waarbij ze elk om de beurt een vraag stelden. Eigenlijk neemt niemand initiatief in de vergadering. Iedereen wacht zijn beurt af om aan het woord te komen en/of wacht wanneer de groepsleiders hen aanduid.

Goed voorbereid zijnDe groepsleiders waren maar matig voorbereid. De vergadering duurde ook heel kort, omdat de groepsleiders sommige onderdelen vergeten te bepreken waren. De andere groepsleden hadden volgens mij alles mee. Ofwel op papier ofwel op de computer.

Structuur aanbrengen wanneer je iets deelt met de groepIk vind dat ik dit onderdeeltje Valerie en Camille vooral uitbinken. Valerie probeert altijd alles wat ze zegt, te verduidelijken met en voorbeeld. Camille probeert dit ook te doen. Dit vind ik heel positief. Daaruit zou ik nog iets kunnen leren. Ik geef vaak algemene antwoorden en vergeet voorbeelden te geven. Wanneer er expliciet naar een voorbeeld wordt gevraagd, moet ik altijd goed nadenken.

Inbrengen van vernieuwende ideeën in de discussieDoor de voorbeelden van anderen, kan je leren van hen. Nu weet ik hoe anderen een groepswerk aanpakken en kan je voor jezelf uitmaken met wie je de volgende keer wil samenwerken voor een groepswerk. (iemand met een gelijkaardige werkwijze dus)Evelien hebben we niet echt veel gehoord tijdens de vergadering . Dat komt ook doordat iedereen gewoon zijn beurt afwacht. Evelien zal uit zichzelf niet veel initiatief tonen, dus als ze niet veel wordt aangeduid door de gesprekleiders zal ze niet veel zeggen. Dit geldt trouwens ook voor mezelf.

Kritisch zijnWanneer iemand niet akkoord is met iemand anders, zal de persoon in kwestie dit ook wel zeggen. Niet iedereen heeft dezelfde mening!

Constructief meebouwen aan probleemoplossing= inbrengen van vernieuwende ideeën.

40

Eigen mening durven zeggenIn de vergadering moet je echt aangeduid worden door de gesprekleiders, anders doet bijna niemand z’n mond open. Er zijn natuurlijk wel uitzonderingen die hun hand opsteken om nog iets toe te voegen, wat ik heel positief vind. Ik zou dit ook heel graag doen, maar daar heb ik precies te weinig lef voor? Marinka durft dat wel, maar ook Famke, Valerie, Camille …

Luisteren naar anderen en de moeite doen om hen echt te begrijpenSoms zijn er groepsleden die meten vragen om de vraag te herhalen. Dan ben je er toch gewoon met je hoofd niet bij? Famke doet dat veel.

Positieve bijdrage aan groepssfeerDit geldt voor iedereen. Iedereen moet zorgen voor een positieve groepssfeer. We moeten elkaar laten uitspreken, en elkaar zeker en vast niet onderbreken. Dit is nog in geen enkele vergadering gebeurd. De groepsleiders spelen hier ook een grote rol in, want zij moeten ervoor zorgen dat iedereen aan de beurt is geweest. Dat ze zeker iedereen eens één vraag hebben gesteld. We zijn met een kleine groep en in 1,5 uur moet dit zeker lukken.

Fase 3: bewustwording van essentiële aspecten

Een vergadering is heel nuttig om te weten te komen wat andere personen van een bepaald onderwerp vinden. In een vergadering moet dan wel iedereen participeren en niet stil blijven zitten en gewoon zitten luisteren naar de rest. We willen van iedereen de mening dus je moet initiatief durven tonen.

Fase 4: alternatieven ontwikkelen voor de aanpak en daaruit kiezen

Je beter voorbereiden voor een vergadering. Zo hoef je niet bang te zijn als de gespreksleider je aanduid om je voorbereiding toe te lichten voor de groep. Als je dan net die voorbereiding niet gemaakt hebt, zit je met een probleem en word je zo heel snel veel zenuwachtiger.

Je kan vragen aan anderen hoe zij hun angsten overwinnen om aan het woord te komen of het woord te vragen

Meer vergaderen, zo kan je zien hoe anderen bepaalde zaken aanpakken.

41

Fase 5: uitproberen in een nieuwe situatie

De alternatieven van fase 4 toepassen in een nieuwe vergadering, met een nieuw thema.

42


Notulen Vergadering van MAS 3, CB4: GroepswerkDATUM: Maandag 12 november 2012 – 13u15-14u45

AANWEZIG: Axl, Amke, Vicky, Valerie, Marinka, Olivier, Camille, Evelien, Joyce, Famke, Andreas, Elisa

VERONTSCHULDIGD: Laura, Niels, Melissa

AGENDA:

1. Inleiding

2. Wat is er moeilijk aan groepswerken?

3. Voordelen groepswerken

4. Van opdracht naar plan

5. Van plan naar uitvoering

6. Samenwerking

7. Begeleiding & vragen om begeleiding

8. Evaluatiecriteria

9. Belbintest

10. Peer Assessment

43

1. Inleiding De twee gespreksleiders (Elisa en Andreas) stellen zichzelf en het thema voor, daarna wordt de agenda kort overlopen.

2. Wat is er moeilijk aan groepswerken? Zijn er mensen die liever op hun eentje werken?

Sommige mensen werken veel liever op hun eentje. Zo moeten ze geen rekening houden met anderen en niet heel de tijd afspreken om de opdracht te maken. Sommigen vinden het dan net weer leuker om in groep te werken. Zo moeten ze niet alles alleen doen, je krijgt inbreng van alle groepsleden, je leert zo ook nieuwe methoden van elkaar, hoe je zo een project kan aanpakken, er komen veel meer ideeën naar voor en vaak kom je zo tot een beter resultaat.

3. Voordelen van een groepswerk Kunnen jullie goed in groep werken? De meerderheid werkt heel graag in groep. Het is interessant, iedereen heeft zijn eigen idee, je kan de ideeën achteraf bundelen en het resultaat is achteraf vaak interessanter en creatiever. Je kan ook veel leren van elkaars aanpak. Iedereen heeft wel één of meerdere vaardigheden waar hij of zij goed in is, zo kan je de verschillende kleine taakjes verdelen zodanig dat elke taak tot een goed einde komt.

4. Van opdracht naar planMaken jullie alle taken in groep? Niet iedereen is hiermee akkoord. Sommigen denken dat het een beetje afhankelijk is van wat de opdracht is, wat er precies gevraagd wordt. Anderen verdelen de taken onder de groepsleden. Ze maken de kleine taakjes zelf, en de grote taken achteraf samen.

44

5. Van plan naar uitvoering Wat moet er bereikt worden / wat is het doel? Je moet vooral hoofdzaken van bijzaken kunnen onderscheiden. De kleine taakjes die je eigenlijk onmiddellijk kan maken, heel snel maken en daarna in groep verder werken. Statistisch gezien is het aangeraden om 3 maal af te spreken voor een groepswerk.

Wie maakte ooit al eens een plan? Niemand maakte ooit al een plan, maar spraken wel heel goed af, wie wat moest doen. Achteraf kwamen ze samen en legden alles samen om zo tot een eindresultaat te komen. Iedereen was tevreden over deze werkwijze. Voor je samenkomt moet je wel de opdracht goed nalezen. Wanneer je de taken gaat opdelen, kan dit bepaalde risico’s als gevolg hebben. Wanneer je alles samenvoegt moet je namelijk letten of iedereen wel dezelfde lay-out en lettertype heeft gebruikt, anders lijkt je uitvoering op niets. Volgens sommige mensen moet je zo snel mogelijk aan een taak beginnen omdat er steeds nieuwe taken bijkomen en je echt niet in tijdnood wil komen.

6. Samenwerking Iedereen is het met elkaar eens dat je voor je samenkomt, het onderwerp al eens moet bekijken. Achteraf moet je kijken of alle taken wel effectief zijn uitgevoerd, alle taken samenvoegen in één geheel. Iemand overleest het geheel en zet het in een mooie lay-out. Iedereen overleest het eindresultaat en als er dan nog fouten in staan, kunnen die er nog worden uitgehaald.

Hoe kunnen de taken verdeeld worden? Iemand die goed met PowerPoint kan werken, kan de PowerPoint maken. Langs de andere kant is het ook geen slecht idee om het samen te maken, zo kan je leren van elkaar. Je moet goed kunnen rekenen op elkaar. De ene persoon snapt de opdracht misschien zelf niet zo goed. Je mag niet afhankelijk zijn van één iemand. Daarom is het beter om samen te komen alles samen te doen en te overlopen. Maar iedereen moet meewerken. Je mag niet het werk van iemand anders nog op jou nemen.

Ervaringen met vergaderingen? Bijna iedereen had het gevoel dat alles goed verlopen was, ieder had zijn bijdrage en ieder deed z’n best. Sommige vinden het moeilijk om samen te werken met anderen omdat je moet leren samenwerken met andere karakters, andere individuen. Langs de andere kant is het leren van elkaar, om het op een andere manier aan te pakken met andere woorden: een compromis sluiten. Alle leden moeten zich goed voelen.

45

Wat vinden jullie van feedback? Het is belangrijk om naar elkaar te luisteren. Als je bij je idee blijft, kunnen er conflicten ontstaan en zo komen er stressmomenten. In een groepswerk ben je vaak met niet te veel groepsleden, er kunnen teveel meningsverschillen ontstaan en zo kom je er niet goed uit.

Iemand haalde een voorbeeld aan van een vergadering in klasgroep. Iedereen moest apart een taak maken gewoon omdat er niet overeen komen. Iedereen gaat er mee akkoord dat dit anders moet.

7. Begeleiding & vragen om begeleiding Iedereen vindt begeleiding niet echt nodig. Je bent op een bepaalde leeftijd gekomen waarop je je verantwoordelijkheid moet kunnen nemen. Wanneer er conflicten ontstaan in een groepswerk, zouden bepaalde mensen wel begeleiding vragen aan een docent.

8. Evaluatiecriteria Houden jullie voldoende rekening met deze criteria? Waar gaat de docent op letten, waar geeft ze extra aandacht aan? Sommigen vinden dat er plus en minpunten zijn aan groepswerken. Je moet stilstaan bij de minpunten van je groepswerk en achteraf beter proberen doen. Ook moet je vrienden proberen ‘loslaten’ in groepswerken. Dus privé en werk gescheiden houden. Als je met een goede vriend(in) samenwerkt en hij/zij werkt niet altijd even goed mee, vinden sommigen het moeilijk om te zeggen dat het beter moet. Soms is het beter om eens samen te werken met personen die je helemaal niet kent en niet heel de tijd samen te werken met mensen die je kent, met dezelfde mentaliteit.

9. Belbintest Niemand had moeilijkheden met het maken van de test. De meerderheid werkt heel graag in groep, maar als er groepsleden zijn die niets zouden doen, zouden ze de leiding op zich nemen. Anderen trekken de problemen en conflicten van de klas op zich, wat niet altijd even gemakkelijk is. Sommigen vinden van zichzelf dat ze zelf niet met de meest creatieve ideeën aankomen, maar ze gaan luisteren naar anderen, en als hun ideeën beter zijn dan dat van zichzelf, dan kunnen ze wel met dat idee meegaan. Iemand presteert heel graag onder druk, is vaak ongeduldig en alles moet liefst snel gebeuren. Sommige groepsleden vinden hem arrogant, omdat hij de leiding altijd op zich neemt.

46

Tevreden met het resultaat? De meerderheid is tevreden met het resultaat en herkent hem in de opgegeven rollen.

10. Peer assessment Bij de peer assessment moesten de leden in de vergadering eigenlijk een beetje kritiek geven op elkaar. Wat vind je over andere klasgenoten? Hoe hebben zij het deze vergadering gedaan? Waren ze goed voorbereid? Hadden ze genoeg inbreng?

Iedereen is wat terughoudend en durft niet echt kritiek te geven aan anderen.

DATUM /PLAATS VOLGENDE VERGADERING: 26/11/2012VERSLAG OPGEMAAKT DOOR: Joyce en Famke

47

4.3. Eigen reflectie over samenwerken aan de hand van de Belbintest

4.3.1. ReflectieSchrijf hier je bedenkingen over groepswerk en je ervaringen i.v.m. de resultaten van de Belbintest.

Een groepswerk maken is helemaal niet simpel. Ik heb eigenlijk nog geen één groepswerk gemaakt waarbij echt alles vlot verliep. Ik zal een eerder afwachtende houding aannemen als ik in een groep moet werken waarin ik weinig of geen mensen ken. Ik heb tijd nodig om die mensen te leren kennen en dan te kunnen samen werken. Ik ben een persoon die niet altijd met de meest creatieve ideeën zal komen, maar ik zal altijd heel goed luisteren naar andere leden hun ideeën en daarin proberen meegaan. Ik zal nog extra aandacht moeten besteden aan het duidelijk zeggen van mijn mening. Als er mij iets dwarsligt dat dan ook zeggen in de groep in plaats van het op te kroppen. Mijn actiepunt naar groepswerken toe is meer mijn mening durven zeggen. Wanneer ik iemand zijn/haar idee maar niets vind, dat ook durven zeggen tegen de persoon in kwestie. Een positieve bijdrage naar groepswerken toe is dat Ik heel goed kan luisteren naar anderen. Ik probeer de groepsgeest te verbeteren en zal altijd de ‘bemiddelaar’ zijn bij eventuele conflicten. Ik vind me zeker en vast terug in de bepaalde zaken uit de Belbintest. Mijn rol die ik kreeg toegewezen was ‘groepswerker’. Ik luister dus graag naar anderen en probeer de groepsgeest te verbeteren. De groepswerker kan volgens de Belbintest moeilijk tegen conflicten, waar ik ook moeilijk tegen kan.

4.3.2. Leergroep- Schrijf je bedenkingen over je medewerking aan deze leergroep4

Ik vond het een leerrijk thema. Zo kon je eens horen hoe anderen een groepswerk voorbereiden en in goede banen probeert te leiden. Ik zal zeker en vast dingen kunnen overnemen van wat anderen zeiden. Als notulist heb je de taak om heel goed te luisteren naar de andere leden en goed te noteren wat er werd gezegd. Ik hoop dat Famke en ik hierin geslaagd zijn. Erg veel hebben ik en Famke dus niet kunnen participeren in de vergadering. Wanneer er stiltes vielen in de vergadering, konden ik en Famke misschien wel een kleine samenvatting gegeven hebben. We zouden kunnen zeggen wat er nu al allemaal besproken was en wat onze opmerkingen waren.Ik had niet echt een rol om te particeperen in de vergadering dus ik heb niet echt verbeterpunten.

4 Vul eerst het zelfevaluatieformulier ‘groepslid’/’voorzitter’ of ‘verslaggever’ in, zie appendix en schrijf op basis daarvan deze evaluatie.

48

Zelfreflectie verslaggeverContactblok datum : 12 november 2012 Thema : Groepswerken

1 staat voor ‘tot in de puntjes’ – 5 voor ‘totaal niet’1 2 3 4 5

Voorbereiding1. Ik heb me op dit thema voorbereid door alle taken te doen. x2. Ik heb wat ik nog moest doen van het vorige thema afgewerkt. x3. Ik ben op tijd aanwezig xTijdens de leergroep4. Ik luister aandachtig naar de bijdragen x5. Ik noteer het verloop van de bijeenkomst en verzamel de nodige informatie voor de taken

x

6. Ik noteer op een schematische manier x7. Ik noteer correct wat er gezegd wordt x8. Ik verzorg mijn mondeling en schriftelijk taalgebruik x9. Ik heb een goede samenwerking met de gespreksleider(s) x10. Ik luister aandachtig x11. Ik kan goed bepalen wat belangrijk is voor het verslag x12. Ik geef een samenvatting als de discussie wat stilvalt x13. Ik parafraseer om te checken of ik iets goed begrepen heb xNa de leergroep14. Ik maak een verzorgd verslag x15. Ik heb een correct schriftelijk taalgebruik x16. Alle groepsleden begrijpen mijn verslag x17. Ik voeg zelf geen nieuwe feiten toe aan het verslag x18. Ik zet het verslag tijdig op Chamilo voor de hele groep x19. Ik formuleer verbeterdoelen voor mijn taak als ‘verslaggever’ x

Opmerkingen : We stonden aan het verkeerde klaslokaal. We waren dus met heel de groep ongeveer 15 minuten te laat. Dit zou in de toekomst niet meer mogen voorkomen.

49

Zelfactiviteit 5. Mijn examenvoorbereiding


5.1.1. LeesopdrachtLees de tekst voor dit blok en doe de opdrachten. Voeg de resultaten hier in.

5.1.2. OpdrachtenDoe de volgende extra opdrachten ter voorbereiding van de leergroep.

A. Op basis van het materiaal uit de zelfactiviteit en je ervaring bij het afleggen van de vooruitgeschoven examens, schrijf je hier je bevindingen uit.Bespreek het vooruitgeschoven examen en reflecteer: wat had je verwacht – wat heb je gekregen – wat waren de problemen bij de voorbereiding – wat waren de problemen tijdens de test – wat heb je hieruit geleerd voor het examen - … ?

Ik heb eigenlijk enkel de herfstvakantie genomen als studietijd. Ik besef nu dat dit veel te weinig was. Ik had misschien maar twee examens te leren, voor marketing had ik veel te weinig tijd! Ik heb vooral geleerd dat ik grondiger moet studeren. Niet alleen de grote titels, en dus – de volgens mij – belangrijkste zaken, maar ook de tussentitels en kleine kadertjes in het boek. Overal goed kijken en voor jezelf uitmaken, snap ik eigenlijk wel wat ik leer? En een voorbeeld bedenken uit de praktijk. Je moet ook je theorie leren omzetten in een toepassing. Bij het examens marketing vroeg ze een toepassing en ik kon er nauwelijks op antwoorden. Het was voor mij het eerste examen aan de Hogeschool, dus ik wist niet echt wat me te wachten stond. Ook was ik bang voor de vraagstelling. In het middelbaar wist je ongeveer wel hoe de leerkracht het zou vragen, omdat je bijna elke week een overhoring had, dus je wist hoe de vraagstelling was. Hier leerde je, maar je wist niet hoe de docent het zou vragen. Ik vond dit wel moeilijk. Terwijl ik marketing moest leren, had ik wel al het gevoel van “amai, zo veel en zoveel verschillende begrippen, ik ga dat nooit kunnen!” En bij het examen, vroeg ze ook wel redelijk veel begrippen. Toen ik naar buiten ging had ik er al helemaal geen goed gevoel bij. Mijn resultaat bevestigt dit alleen maar.Ik heb geleerd dat ik veel sneller moet beginnen met studeren en dit zal ik ook proberen toepassen voor de examens in januari.

Management: V Marketing: O Grammar: O TOCT Word: V TOCT PowerPoint: V Spaans: 56,5/80

50

B. Maak een examenplanning voor de examenperiode in januari op n.a.v. het examenrooster en breng dit mee naar de leergroep.

C. Op de leergroep zal een student van het tweede jaar aanwezig zijn aan wie je vragen kan stellen over de examens van het eerste jaar. Bereid minstens drie vragen voor en breng die mee naar de leergroep.

1) Hebben jullie veel opgestoken van de dingen die jullie leerden bij PO?2) Met welke vakken hadden jullie de meeste problemen? Dit jaar en vorig jaar? 3) Voor welk(e) vak(ken) had je een tweede zit?

51


Ik vind dit een zeer goed en uitgebreid verslag. (Misschien soms iets té uitgebreid?) Volgens mij is een verslag een beknopte weergave van wat er allemaal gezegd is in de vergadering. Desalniettemin, heb ik heel veel aan het verslag gehad, omdat ik de vergadering niet kon bijwonen door ziekte. Na het verslag gelezen te hebben, kon ik me een duidelijk beeld vormen van de vergadering. Ik vond het zeer goed dat ze onze verschillende vragen van de twee eindejaar studenten in tekstvorm hebben neergeschreven. Zo wist ik ook op elke vraag het gegeven antwoord zonder in de vergadering aanwezig te zijn. Er waren geen storende elementen of zaken die ik zou weglaten in het verslag.

5.3. Eigen reflectie over examenvoorbereiding

Wat heb je bijgeleerd in deze leergroep? Zijn er nog onduidelijkheden in verband met je examens in januari? Weet je waar je voor welke problemen terecht kan?

Ik kon door ziekte de vergadering niet bijwonen. Zoals ik eerder al schreef, heb ik heel veel aan het verslag gehad. Ik hoop vroeg te kunnen beginnen met voorbereidingen voor de examens, maar ik weet nu al dat dit niet zal lukken. We hebben zo veel werk om te doen (PE, portfolio, reading task). Als ik sommigen van mijn groep hoor zeggen dat ze al volop bezig zijn, raak ik wel lichtjes in paniek. Ik probeer dan de avond zelf nog iets te doen als voorbereiding voor de examens, maar dat is natuurlijk niets in vergelijking met wat anderen al gedaan hebben. Ik heb geen verdere vragen in verband met de examens en ben er voorlopig redelijk gerust in. Wanneer ik eventjes in een dipje zou zitten, kan ik terecht bij vrienden en familie die mij goede raad zouden geven. Als ik nog vragen zou hebben, zou ik zeker en vast bij mijn tutor terecht kunnen en natuurlijk ook bij mijn leercoach en klasgenoten.

Vul de zelfevaluatieformulieren in als groepslid, verslaggever of voorzitter (zie docs in appendix). Voeg een formulier hierbij voor een van deze rollen.

Ik was niet aanwezig op de vergadering door ziekte. Daardoor kon ik dus geen zelfevaluatie invullen.

52

Zelfactiviteit 6. Mijn eindreflecties

Dit onderdeel van je portfolio wordt gebruikt als basis voor het evaluatiegesprek met je traject- en leercoach, het is een zeer belangrijk onderdeel bij je totale evaluatie. Besteed er dus heel veel zorg aan en schrijf minstens een A4 in doorlopende tekst. 5

6.1. Schrijf je eindreflectie uit d.m.v. het model van Korthagen.

Deze reflectie is een weergave van je persoonlijke ontwikkeling doorheen de 5 zelfactiviteiten.Je baseert je daarvoor op de (voor jou) 3 belangrijkste actiepunten.

Het model van Korthagen is opgebouwd uit 5 fasen met bijbehorende reflectievragen. Hier staat een samenvatting. Je herleest best voor je begint het document ‘Reflecteren, hoe doe je het?’ uit de introductiesessie (zie Chamilocursus document ‘Competentiegericht hoger onderwijs in office management en de leerlijn professionalisering’.)

5 Je kan hieronder een aantal richtvragen vinden om je te helpen in het schrijven van een eindreflectie. Deze vragen zijn richtinggevend, beperk je niet tot het beantwoorden van enkel deze vragen! Belangrijk is dat je eigen persoonlijke groei duidelijk wordt geschetst!

53

Enkele richtvragen per fase:

Fase 1: Handelen ( ervaring) (zie uitgeschreven “ actiepunten” bij de verschillende zelfactiviteiten)

Wat wilde ik bereiken? Waar wilde ik op letten? Wat wilde ik uitproberen?

Fase 2: Terugblikken Wat gebeurde er concreet? Wat deed / dacht ik ?

Fase 3: Bewustwording van essentiële aspecten Wat betekent dat nu voor mij? Wat is dus het probleem (of de positieve ontdekking)?

Fase 4: Alternatieven en oplossingen Welke alternatieven / oplossingen kan ik aanwenden om de ervaren problemen

aan te pakken? Welke voor- en nadelen hebben die? Wat neem ik mij nu voor, voor de toekomst ?

Fase 5 = fase 1 voor de volgende keer

54

Voeg hier je eindreflectie in :

Fase 1: Handelen ( ervaring) (zie uitgeschreven “ actiepunten” bij de verschillende zelfactiviteiten)

In het begin kwam ik alleen naar school met het idee naar school “ok, nog 3 jaar naar school en ik heb mijn diploma.” Nu heb ik geleerd dat het zoveel meer is. Het vak PO zei me in het begin niets. Ik wist totaal niet wat me te wachten stond. Aan de hand van de verschillende thema’s van de verschillende vergaderingen heb ik veel geleerd over mezelf. Vooral de zelfactiviteit heeft me doen inzien dat ik nog veel verbeterpunten had. Voor sommige zaken was ik goed bezig, maar voor sommige zaken kon het wel veel beter. In het laatste jaar secundair vergaderden wij ook veel in het vak Zakelijke Communicatie Nederlands. Veel heb ik daar eigenlijk niet van opgestoken, want ik wist totaal niet hoe ik mij moest gedragen. In vergaderingen probeer ik er op te letten dat ik eens zelf initiatief neem om over een onderdeel eens mijn mening te zeggen. Dit is tot zover nog niet gelukt en dat vind ik heel jammer. Ik wachtte altijd af tot de gesprekleider me aanduidde.

Fase 2: Terugblikken

Zoals ik me dus had voorgenomen om te doen ‘meer mijn mening zeggen’ is niet echt gebeurd. Wel werd er mij eens een vraag gesteld en wanneer iemand anders dan dezelfde vraag beantwoordde, pikte ik terug in op haar antwoord. Dat vond ik heel positief van mezelf. Door zo initiatief te werk te gaan, toon je aan anderen dat je hun mening apprecieert en dat je luistert naar anderen. Vorig jaar vergaderden we ook vaak en dan kreeg je echt een rol aangegeven. Sommigen waren dan de stoorzenders, anderen een zwijgzaam type, anderen moesten alles in het belachelijke trekken, ... Zo kon je zien welke rollen er allemaal waren. Van mezelf vind ik dat ik bij de vergaderingen vaak het zwijgzame type was. Niet dat ik dit alleen was, er waren nog groepsleden die dat waren.

Fase 3: Bewustwording van essentiële aspecten

Ik vind dat ik goed heb meegewerkt in de vergadering. Ik had niet altijd even veel inbreng in de vergaderingen, maar ik heb iedere keer wel heel goed geluisterd naar de anderen. Mijn positieve ontdekking die ik heb opgedaan uit de opdrachten die we moesten voorbereiden is dat ik goed in groep kan werken en alles heel goed uitwerk. Wel zal ik nog wat aandacht moeten besteden aan het onderscheiden van de hoofd- en bijzaken. Ik besteed tot op vandaag nog te veel aandacht aan details. Ook moet ik leren om niet alles uit te stellen, maar wat je vandaag kan doen, ook effectief vandaag te doen.

55

Fase 4: Alternatieven en oplossingen

Het uitstellen van het maken van opdrachten kan ik verhelpen met het maken van een weekplanning. Toen we een weekplanning maakten voor CB2 heb ik die ook nauwgezet gevolgd. Ik had het wel moeilijk met het feit dat er iets kon veranderen in de planning, waardoor ze niet volledig meer klopte. De hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden kan ik oplossen door de tekst meermaals te lezen. Ik begin vaak een samenvatting te maken terwijl ik nog aan het lezen ben. Dan sla je te veel informatie op die soms niet van belang is. De opdracht zal misschien wel langer duren, omdat ik er meer tijd in zal steken dan dat ik deed voordien.

Fase 5: = fase 1 voor de volgende keer

BELANGRIJK :

Vul alle sjablonen in en voeg de documenten toe overal in dit portfolio. Check dat je nergens iets vergeten invoegen bent, volledigheid is een criterium.Bewaar je portfolio op je eigen computer, print 1 tekst uit voor je traject- en leercoach die je meebrengt naar het gesprek.

56

Aanvulling 7. Mijn attitudes

De meeste competenties waaraan je werkt in Professionele Ontwikkeling, hebben een duidelijke attitudecomponent6. In dit onderdeel vragen we je jezelf te evalueren aan de hand van de schaal voor attitudemeting (SAM-schaal). Het is uiteraard belangrijker dat je eerlijk bent en elke aanduiding met een voorbeeld, anekdote of bewijsstuk kan illustreren dan dat je overal het maximum scoort. Je traject- en leercoach zal je aanduiding checken tijdens het portfoliogesprek.Voor elk van de volgende attitudes, duid aan in een opvallende kleur, per rij, welke uitspraak op jou van toepassing is. Schrijf een verantwoording onder elk onderdeel met concrete voorbeelden voor elke aanduiding onderaan de tabel.

7.1. Leergierigheid en levenslang leren

Onvoldoende Matig Goed Zeer goed

Ik heb een absolute afkeer van leren en heb dit altijd al gehad.

Ik leer met tegenzin omdat het nu eenmaal moet.

Ik leer, maar doe dit enkel wanneer dit expliciet gevraagd wordt.

Ik leer spontaan.

Ik heb niet veel interesse voor het werk dat ik doe. Ik stel zelden vragen. Ik doe gewoon wat moet.

Het werk interesseert me matig. Ik stelt af en toe een vraag.

Ik ben geïnteresseerd in het werk.Ik stel regelmatig vragen.

Ik ben gepassioneerd door het werk. Ik wil allerlei dingen weten, zoek naar achtergronden. Ik stel veel vragen.

Ik maak steeds dezelfde fouten.

Ik maak regelmatig nog dezelfde fouten en moet hier nog vaak op gewezen worden.

Ik maak zelden nog dezelfde fouten. Ik verbeter de fouten spontaan indien ik ze nog maak.

Ik leer spontaan uit mijn fouten en maak ze nooit meer opnieuw.

Ik kan onmogelijk zelfstandig studeren, er zijn allerlei redenen waarom ik dan niet tot studeren kom.

Zelfstudie lukt alleen onder strikte begeleiding.

Zelfstudie lukt onder enige begeleiding.

Ik heb voldoende “drive” om aan zelfstudie te doen.

6 Een competentie bestaat uit kennis, vaardigheden en attitudes.

57

Ik heb een hekel aan opmerkingen en kritische feedback in verband met mijn leerproces.

Ik luister naar suggesties en feedback.

Ik vraag spontaan suggesties en feedback.

Ik vraag suggesties, feedback en integreer dit spontaan in het leerproces.

Ik heb niet echt een bewust leertraject.

Anderen moeten mijn leertraject uitstippelen en opdragen.

Ik kan mijn eigen leertraject uitstippelen op uitdrukkelijke vraag.

Ik stippel spontaan mijn eigen leertraject uit

Ik heb niet echt interesse in recent nieuws of recente evoluties in mijn vakgebied, dat geef ik eerlijk toe.

Ik heb wel interesse in recent nieuws of recente evoluties, maar anderen moeten hiervan rechtstreeks het voordeel bewijzen, b.v. bij een project…

Ik heb spontane interesse in recent nieuws of recente evoluties.

Ik volg recent nieuws of recente evoluties in mijn vakgebied systematisch op.

Ik deel mijn kennis niet echt met anderen.

Ik deel met mondjesmaat mijn kennis met anderen als er voor mij een voordeel aan vastzit.

Ik deel op uitdrukkelijke vraag mijn kennis.

Ik deel spontaan kennis met anderen.

Voeg hier de reflectie met voorbeelden/bewijzen i.v.m. deze attitude toe :

Vaak leer ik spontaan, maar er zullen altijd bepaalde vakken zijn die je meer interesseren dan andere. Voor vakken die me echt interesseren zal ik al ‘leren’ in de les. Ik zal zaken in me opnemen die ik later dan niet meer zal vergeten. Ik vind dat je moet geïnteresseerd zijn in je richting, anders heeft het toch geen zin dat je die richting hebt gekozen? Wanneer ik een bepaalde opdracht niet goed snap, zal ik vaak eerst uitleg vragen aan medestudenten en nadien een mailtje sturen naar de docent. Dit is gelukkig nog niet veel voorgevallen. Mijn medestudenten kunnen me goed helpen. Natuurlijk maak je fouten, dat doet iedereen. Bovendien leer je eruit! Als dezelfde fout steeds terug komt, moet je wel zorgen dat het volgende keer dan niet meer voorkomt. Wanneer ik een taak of opdracht maak, moet ik eens verder kijken dan m’n neus lang is. Er staan misschien nog bijkomende opdrachten op Chamilo? Heb ik alles wel goed ingevuld in mijn agenda? Niets vergeten? Bij presentaties wordt er vaak feedback gegeven. Dit vind ik heel goed, zo kan je leren uit je fouten en wanneer je volgende keer weer vooraan zal staan voor een presentatie zal je eens terugdenken aan de vorige feedback. Mijn leertraject werd gedeeltelijk door mij uitgestippeld. Ik wist in het begin echt niet goed wat ik wou, maar in mijn laatste jaar kregen we voldoende foldertjes en gingen we vaak naar een beurs. Ik had toen al voor mezelf uitgemaakt dat het Office Management

58

zou worden. Ik zou heel graag Medical Management Assistant gevolgd hebben, maar dan was je precies een halve verpleegster? Ik vond Management Assistant dan ook de meest logische stap aangezien ik vorige jaren Secretariaat-Talen volgde. Interesse in het vak komt wel vaak te pas. Vaak in de lessen management zijn er zaken die aan bod komen, waarvan je denkt ‘tiens, dat wist ik niet.’

7.2. Leiderschap


Ik verstop me soms in de groep. Ik ben bekommerd om mijn eigen positie en wil op veilig spelen.

Ik zorg dat ik een overzicht heb op de volledige opdracht. Ik ben voldoende taakgericht. Ik geef zelf het voorbeeld door goed te werken.

Ik neem verantwoordelijkheid op voor het geheel. Ik organiseer een structuur waarin iedereen aan bod komt en coördineer efficiënt.Ik maak een globale planning en ben flexibel om deze waar nodig aan te passen.

Ik bevorder organisatorische verbeteringsprocessen Ik neem ook verantwoordelijkheid op voor fouten die anderen gemaakt hebben. Ik leg goede samenwerkingsverbanden met andere afdelingen/groepen.

Als ik de leiding neem, leidt dit vaak tot conflicten in de groep.

Ik kan in een leidinggevende positie rond eenvoudige taken samenwerken, b.v. toezicht houden, eenvoudige werkzaamheden organiseren.

Ik kan motiveren en overtuigen, ik verkrijg medewerking. Ik kan niet al te grote weerstanden doorbreken. Ik vraag aan mijn medewerkers feedback over het eigen functioneren.

Ik zorg voor enthousiasme en bezieling. Ik geef schouderklopjes en deel succeservaringen. Ik heb tijdens groepswerk oog voor het taakgerichte aspect en voor het sociale aspect.

Ik ben te nonchalant en laat te veel gebeuren zonder ingrijpen, heb geen overwicht of overzicht.Ik twijfel vaak als anderen iets voorstellen.

Ik ben besluitvaardig zolang de taak niet wijzigt. Ik beperk het overleg met medewerkers omdat ik vind dat dit de beslissing bemoeilijkt.

Ik neem besluiten nadat ik medewerkers advies gevraagd heb. Ik zoek consensus als het kan. Ik ben waar nodig besluitvaardig en zorg voor duidelijkheid. Ik motiveer beslissingen.

Ik kan bemiddelen. Ik kan beslissingen doorvoeren ook al zijn de mensen er niet gelukkig mee. Ik -treed kordaat op waar nodig. Ik organiseer besluitvorming over complexe problemen.

Ik hou soms informatie achter.

Ik geef informatie door als dat gevraagd wordt door superieuren of medewerkers. Ik geef instructies.

Ik informeer spontaan medewerkers over wat belangrijk is voor hun job. Ik ga na of de gegeven informatie of instructie begrepen is.

Ik informeer en communiceer over doel, verwachtingen en timing. Ik zorg ervoor dat dit goed en motiverend overkomt.

Ik krijg medewerkers niet aan het werk.

Ik doe veel zelf. Ik delegeer alleen eenvoudige taken.

Ik delegeer ook moeilijkere taken en volg de gedelegeerde taken op. Ik heb inzicht

Ik evalueer en volg waar mogelijk actief op.

59

in wie ik welke taak kan toevertrouwen.

Ik treed niet op bij conflicten en problemen, die lossen zich vanzelf wel op.

Ik plan goed om conflicten en problemen te voorkomen.

Ik tracht conflicten en problemen in samenspraak met de betrokkenen op te lossen.

Bij conflicten en problemen kan ik de situatie rechttrekken.


In een groepswerk neem ik vaak een afwachtende houding aan. Dit is zeker het geval als het een groepswerk is met mensen die je totaal niet kent. Wanneer het een groepswerk is met mensen die je goed kent, is dit makkelijker om je mening te uiten. Ervaring leert dat ik het wel nog steeds moeilijk heb om mijn mening te uiten. Wanneer iemand zijn mening zegt en ik een heel andere opinie heb, zal ik dit moeilijk kunnen zeggen. Ik weet niet waarom dat is. Als ik zie dat het groepswerk helemaal niet opschiet, zal ik de leiding op mij nemen. Ik zal de moeilijkere taken wel vaak op mij nemen, omdat ik dan weet dat het zeker goed is. Misschien een beetje egoïstisch van mezelf, maar ik wil gewoon goede punten halen. Ik zal nooit beslissingen nemen zonder dit te overleggen met de groepsleden. Het is een GROEPSwerk, toch? Motiveren zal ik ook altijd doen. Als iemand een goed idee heeft om bepaalde zaken aan te pakken, verdient diegene een schouderklopje. Wanneer het groepswerk precies wat stilvalt, zal ik proberen om de groep te motiveren door bijvoorbeeld aan een ander onderdeel van het groepswerk te beginnen en het deel waar we het niet over eens raakten, even achterwege te laten. Bij taakverdeling moet je ook kijken naar de capaciteiten van de leden. Iemand die goed overweg kan met PowerPoint, kan dan best de PowerPointpresentatie maken. Als er conflicten optreden in het groepswerk dan zal ik proberen om te bemiddelen. Belangrijk is dat er geluisterd wordt naar de verschillende groepsleden en dat het conflict wordt uitgepraat tussen de twee personen in kwestie. Als dit moeilijk gaat, zal hulp van een buitenstaander nodig zijn. (bv. docent of leercoach)

7.3. Oplossingsgerichtheid


Ik onderkent niet altijd problemen (die zich b.v. kunnen voordoen bij het (al dan niet) uitvoeren van bepaalde handelingen (b.v. bij machines)).

Ik onderken problemen, maar vaak oppervlakkig, en kom niet altijd tot de gepaste actie na het onderkennen van de problemen.

Ik verzamel systematisch informatie om het probleem of de deelproblemen op te lossen.

Ik herken in een vroeg stadium dat er sprake is van een probleem.

60

Ik spoor de oorzaken van fouten niet of onvoldoende op.

Ik ga de oorzaken van fouten na, doch niet systematisch.

Ik stel logisch en methodisch vast waar een fout zit en bepaal de oorzaak ervan.

Ik kan fouten systematisch, vanuit diverse invalshoeken analyseren, opdelen en er relevante acties aan verbinden.

Ik zie vaak geen of slechts een minimaal verband tussen verschillende soorten informatie.

Ik zie een algemeen, oppervlakkig verband tussen verschillende soorten informatie.

Ik leg verbanden tussen verschillende soorten informatie.

Ik ga spontaan en systematisch op zoek naar verbanden tussen verschillende soorten informatie.

Ik maak geen analyse van een probleem als een probleem zich voordoet; ik probeer het meteen op te lossen.

Ik maak een analyse van een probleem maar het blijkt niet altijd de juiste te zijn.

Ik maak bij de analyse van een probleem in het algemeen een onderscheid tussen informatie over de feiten enerzijds en interpretaties of veronderstellingen anderzijds.

Ik verzamel spontaan informatie over de achtergronden en oorzaken van een probleem/een situatie en neem een besluit op basis hiervan.

Ik heb moeite met bij een analyse het onderscheid te maken tussen hoofd- en bijzaken.

Ik breng in mijn analyse slechts matig structuur aan, ga soms te veel in op details en overzie niet altijd de grote lijnen.

Ik analyseer een proces, een taak, een project, een opdracht, een doelstelling.

Ik maak een duidelijk onderscheid tussen hoofd- en bijzaken; zoek eerst de grote lijnen; duikt niet meteen in de details. Formuleer alternatieven en anticipeer op storingen.


Bij gemaakte fouten zal ik proberen te achterhalen wat de oorzaken van de fouten zijn. Zo kan je vooral ook leren uit je fouten, zo kan je proberen de fouten niet opnieuw te maken. Dan moet je alles eens op een rijtje zetten en voor jezelf uitmaken wat je beter kon doen, waardoor de fout misschien kon vermeden worden. Een echte analyse van de fouten die ik maakte, heb ik nog nooit gemaakt. Ik vind het ook moeilijk om een verband te vinden tussen bepaalde soorten informatie.

7.4. Stiptheid

61


Ik ben vaak afwezig en heb niet altijd verwittigd .

Ik ben af en toe afwezig en verwittig soms de begeleider.

Ik ben zelden afwezig en verwittig meestal.

Ik verwittig altijd bij afwezigheid.

Ik kom nogal eens te laat door omstandigheden.

Ik kom slechts af en toe te laat.

Ik kom altijd op tijd. Ik ben uitermate stipt op alle vlakken.

Ik lever de gevraagde taak, bewijsstukken vaak niet in. Ik stel vaak zaken uit.

Ik heb altijd extra push nodig om zaken in te leveren. Zonder aanmaning, haal ik de deadline niet.

Ik lever zaken op tijd in. Taken zijn stipt op tijd klaar.

Ik lever sommige taken vóór de deadline af.

Ik aanvaard moeilijk regels en procedures. Ik leg ze soms naast me neer. Ik doe nogal eens waar ik zin in heb.

Ik pas regels en procedures enkel op aanwijzing toe.

Ik heb oor voor regels en procedures, ik probeer ze te volgen uit mezelf.

Ik kan regels en afspraken correct interpreteren volgens de situatie en ze spontaan toepassen.


Ik ben dit trimester slechts twee keer afwezig geweest. Ik was eenmaal ziek en de andere keer moest ik een begrafenis bijwonen. Ik heb iedere keer de docent in kwestie verwittigd. Bij grote taken, zoals een portfolio probeer ik me zeker en vast te houden aan de daarvoor opgestelde deadline. Ik zal eerst wel alles uitstellen, maar achteraf zal mijn resultaat wel op tijd klaar zijn met de nodige ergernissen omdat ik alles nog op korte tijd moet doen. Op school worden regels en procedures opgesteld. Die probeer ik altijd nauwgezet te volgen. Opdrachten altijd goed lezen, wat te doen bij afwezigheid, …

62

7.5. Samenwerking en teamgerichtheid


Ik ben van nature uit een eenzaat. Ik heb weinig contact met anderen.

Ik heb alleen contact binnen een klein vriendengroepje. Ik heb niet zo een goed contact met mijn baas/begeleiders.

Ik heb contact met veel andere werknemers van mijn leeftijd en eventueel met enkele managers/begeleiders.

Ik heb ook een goed contact met werknemers die jonger of ouder zijn en met meerdere managers/begeleiders.

Ik trek me weinig aan van anderen.Ik reageer soms op basis van verdenkingen in plaats van feiten.

Ik kan hulp vragen aan anderen.Ik val niet positief of negatief op, maar heb soms te weinig inbreng in de groep.

Ik heb een persoonlijke inbreng in de groep, passend bij mijn eigen persoonlijkheid en capaciteiten. Ik kom in de meeste situaties op voor mijn mening. Ik kan fouten toegeven.

Ik heb impact op de groep, kan overtuigen. Kan ingaan tegen de groep. Vat kritiek constructief op, ook al wordt die tactloos gegeven. Ik geef zelf constructieve kritiek.

Ik geef geregeld aanleiding tot conflicten ; dit is omdat de anderen mijn opinie niet waarderen.

Ik kan me handhaven in de groep, maar word afgeschrikt door conflictsituaties. Ik laat de ruzie overgaan.

Ik wil ruzie bijleggen, zet hiervoor actief stappen.

Ik bemiddel bij conflicten in de groep, werk aan een compromis.

Ik werk niet graag samen met anderen. Het gaat vlotter als ik een taak alleen uitvoer.

Ik zal rekening houden met anderen als ik weet dat de lector of de manager dit waardeert.

Ik werk graag samen met andere mensen. Ik sluit me constructief aan bij de meerderheid waar nodig. Ik geef uitleg aan anderen, help. Ik vang nieuwe collega’s op indien gevraagd.

Ik zorg ervoor dat iemand in de groep opgenomen wordt. Ik spring in voor collega’s of voor de groep. Ik stel afspraken voor om teamleden op te vangen na ziekte. Ik organiseer iets met mijn team buiten dienstverband.

Ik zeg altijd ongezouten mijn mening over andere collega’s; dat vind ik eerlijkheid.

Ik vertel geen persoonlijke zaken verder. Ik respecteer de mening van anderen.

Ik toon dat ik me inleef in anderen, ik houd rekening met verscheidenheid en met iemands (privé-)achtergrond. Ik

Anderen kunnen spontaan bij mij terecht. Ik respecteer hun privacy en heb een hoog empathisch vermogen.

63

geef anderen kansen, behandel hen niet stereotiep.


Ik heb een goed contact met medestudenten en leerkrachten. Vorige jaren kon ik altijd terecht bij leerkrachten voor vragen ivm opdrachten, maar ook persoonlijke vragen. Wanneer ik in groep moet werken, ben ik bereid om met iedereen samen te werken. Ik kies niet altijd mijn ‘groepje’ met wie ik altijd samenwerk. Ik ben bereid om met andere karakters en mentaliteiten samen te werken. Wanneer je conflicten ontstaan in een groepswerk zal ik er alles aandoen om die zo snel mogelijk opgelost te zien. Ik ben heel hulpvaardig. Wanneer iemand hulp vraagt, zal ik altijd de eerste zijn om die persoon in kwestie te helpen. We zijn toch een groep? Ik zou het ook heel aangenaam vinden als die persoon dat ook deed voor mij. Personen kunnen met al hun geheimen en verhalen bij mij terecht. Ik zal niets gaan doorvertellen. Ik stel me altijd in de plaats van die persoon. Wat zou ik er van vinden als die persoon mijn geheim zou doorvertellen?

64

Aanvulling 8. Peer Teaching

Tutor: Héloïse Desreumaux Tutee: Joyce Dullaert

Ik wist eigenlijk niet goed wat ik moest verwachten van het gesprek. Tenslotte moet je een gesprek voeren met een persoon die je niet kent. Eerst en vooral was het heel moeilijk om een moment te vinden waarop we allebei vrij waren. Wanneer we eindelijk een moment hadden gevonden, konden we afspreken. Toen ik Héloïse voor het eerst zag, was ik heel gerust. Ze zag er een heel aangenaam en lief meisje uit. Ze stelde me direct op m’n gemak.

In het begin liep de ‘bijeenkomst’ wat stroef, maar ik had ook niet anders verwacht. Ze stelde zichzelf kort voor en vroeg aan mij wat ik van het vak ‘Peer Teaching’ verwachtte. Ik wist eigenlijk niet goed wat de bedoeling was, dus ze heeft alles goed uitgelegd.

Ik had veel vragen omtrent de examens. Hoe ze zich voorbereidde op de examens en hoe het in z’n werk ging. Ze stelde me meteen om m’n gemak door te zeggen dat er maar één examen per dag wordt gepland. Ik schoot wel een beetje in paniek toen ze vertelde dat ze in haar eerste jaar drie herexamens had (TOCT, ICT en Engels). Ze vertelde dat het in het eerste jaar zeer moeilijk is om je aan te passen. Je wordt als het ware ‘los gelaten’. Je handje wordt niet meer vast gehouden zoals in het secundair. Er is ook veel zelfstudie die je moet doen, zodat je goed op schema zit voor de examens.

Ook was ik heel bang voor de vele presentaties die je moet geven in onze richting. Héloïse stelde me op m’n gemak dat je er zo veel moet geven dat het na een tijdje een gewoonte wordt. Als Héloïse een presentatie geeft, komt ze vaak zelfzeker over, maar vanbinnen is ze heel gestresseerd. Ik hoop dat het mij ook zal lukken presentaties te geven zonder al te veel zenuwen.

Ze vertelde me ook dat je bij TOCT veel zelfstudie kreeg. Dit moest je goed opvolgen in je weekrooster, omdat je het anders tijdens de examens allemaal moet ‘inhalen’. Dit geldt trouwens ook voor ICT.

Héloïse zei dat ze grote pakken leerstof te verwerken kreeg en dat ze dat wel even moeilijk vond in het begin. Ze moest ook leren werken met deadlines.

Ik vond het gesprek zeer leerrijk en Héloïse kon me op elke vraag een antwoord geven. Ik zou me geen betere tutor kunnen wensen!

65

Aanvulling 9. Bevestigingsmail

Bevestigingsmail doceer- en begeleidingsgedrag OFM

66

Appendices

Appendix 1: Zelfreflectieformulieren voor elke leergroep

Zelfreflectie gespreksleiderContactblok datum :Thema :Zet kruisjes in de juiste kolom : 1 staat voor ‘tot in de puntjes’ – 5 voor ‘totaal niet’

Voorbereiding 1 2 3 4 51. Ik heb me op dit thema voorbereid door de teksten te lezen, vragen op te lossen, opdrachten voor te bereiden, tests te maken…2. Ik heb het vorige thema bijgewerkt in mijn portfolio3. Ik heb de noodzakelijke hulpmiddelen bij op de leergroep : voorbereiding, materiaal, documenten…4. Ik ben tijdig aanwezig en organiseer het lokaalContactblok zelf5. Ik leg de gang van zaken uit tijdens het contactblok6. Bij de bespreking van de opdrachten laat ik iemand de opdracht verwoorden en toelichten.7. Ik begeleid bij het vinden van oplossingen voor problemen8. Ik bewaak dat de doelstellingen gerealiseerd worden tijdens de voorziene tijd9. Ik bewaak dat de groepsleden bij het onderwerp blijven10. Ik check of de verslaggever kan volgen11. Ik vraag op tijd aan de verslaggever om samen te vatten12. Op het eind van het contactblok spreken we af wat nog gedaan moet worden13. Ik evalueer het groepsgebeuren14. Ik rond het gesprek af15. Ik verzorg mijn taalgebruik16. Ik waak erover dat iedereen aan bod komt17. Ik herhaal belangrijke inzichten voor de hele groep18. Ik pik in op wat er gezegd wordt.19. Ik vraag door en stimuleer anderen tot het stellen van vragen over het thema20. Ik zorg ervoor dat niemand te lang een opdracht monopoliseertNa het contactblok21. Ik werk het thema bij in mijn portfolio22. Ik formuleer verbeterdoelen voor mijn taak als ‘gespreksleider’

Opmerkingen :

67

Zelfreflectie verslaggever

Contactblok datum :Thema :

Zet kruisjes in de juiste kolom : 1 staat voor ‘tot in de puntjes’ – 5 voor ‘totaal niet’1 2 3 4 5

Voorbereiding1. Ik heb me op dit thema voorbereid door alle taken te doen.2. Ik heb wat ik nog moest doen van het vorige thema afgewerkt.3. Ik ben op tijd aanwezigTijdens de leergroep4. Ik luister aandachtig naar de bijdragen5. Ik noteer het verloop van de bijeenkomst en verzamel de nodige informatie voor de taken6. Ik noteer op een schematische manier7. Ik noteer correct wat er gezegd wordt8. Ik verzorg mijn mondeling en schriftelijk taalgebruik9. Ik heb een goede samenwerking met de gespreksleider(s)10. Ik luister aandachtig11. Ik kan goed bepalen wat belangrijk is voor het verslag12. Ik geef een samenvatting als de discussie wat stilvalt13. Ik parafraseer om te checken of ik iets goed begrepen hebNa de leergroep14. Ik maak een verzorgd verslag15. Ik heb een correct schriftelijk taalgebruik16. Alle groepsleden begrijpen mijn verslag17. Ik voeg zelf geen nieuwe feiten toe aan het verslag18. Ik zet het verslag tijdig op Chamilo voor de hele groep19. Ik formuleer verbeterdoelen voor mijn taak als ‘verslaggever’

Opmerkingen :

68

Zelfreflectie groepslid

Contactblok datum :Thema :

Zet kruisjes in de juiste kolom : 1 staat voor ‘tot in de puntjes’ – 5 voor ‘totaal niet’1 2 3 4 5

Voorbereiding1. Ik bereid me voor op het thema door de teksten te lezen en alle opdrachten uit te voeren en in te tikken.2. Ik heb het vorige thema afgewerkt in mijn portfolio3. Ik ben tijdig aanwezig bij het contactblokTijdens het contactblok4. Ik ben kritisch betrokken bij het gesprek5. Ik werk actief en constructief mee6. Ik vraag het woord7. Ik blijf bij het onderwerp en zorg ervoor dat de groep niet afdwaalt.8. Ik motiveer mijn opmerkingen9. Ik hou rekening met de mening van anderen10. Ik verzorg mijn taalgebruik11. Ik laat anderen aan het woord12. Ik luister als anderen aan het woord zijn13. Ik parafraseer om te checken14. Ik ga in op wat iemand anders zegt en spring niet van de hak op de tak15. Ik stel vragenNa het contactblok16. Ik werk het thema bij in mijn portfolio17. Ik formuleer verbeterdoelen voor mijn bijdrage aan de leergroep.

Opmerkingen:

69

Appendix 2 : Evaluatiecriteria voor het portfolio

Evaluatie van Professionele Ontwikkeling

Evaluatie is nodig omdat de studenten anders de zelfactiviteiten niet zullen uitvoeren. We verwachten in deze leereenheid dat :

- de studenten zelfkritisch reflecteren over hun leerproces en zichzelf bijsturen- de studenten hun leervaardigheden verbeteren- de studenten bepaalde managementtaken inoefenen: gespreksleider zijn,

verslagen kunnen maken, groepsleden kunnen motiveren…- de studenten oplossingsgericht kunnen werken aan de opdrachten- de studenten een attitude van levenslang leren zich eigen maken- de studenten deadlines kunnen respecteren- de studenten kunnen samenwerken

Om al deze competenties te evalueren maken we gebruik van

1. de portfolio. Deze bevat :- alle zelfreflecties over de leergroep- leerpunten voor elk thema met mogelijk acties (persoonlijk ontwikkelingsplan)- gemaakte opdrachten, en oplossing van de leergroep- screenings en ingevulde sjablonen- eigen bewijsstukken voor de evolutie in zijn/haar leerproces

Het portfolio moet persoonlijk aan de traject- en leercoach worden overhandigd tijdens het portfoliogesprek, portfolio’s die zonder uitleg in een vakje worden gedropt zullen niet worden bekeken!

2. het groepsproces : op het einde beoordelen we de samenwerking in de leergroep maar de student kan deze score beïnvloeden door te reflecteren hierover in zijn portfolio. Opgelet : 1x ongewettigd afwezig zijn op een contactblok van je leergroep heeft als gevolg dat je maximum 15/30 voor dit onderdeel kan behalen. 2 of meer ongewettigde afwezigheden zullen leiden tot 0/30 (van totaal 100) op het gedeelte punten voor participatie aan de leergroep.

3. het individueel functioneringsgesprek met de traject- en leercoach waarin de student bewijst dat hij/zij kan reflecteren (punt: betrouwbaarheid hieronder)

Welke competenties komen waar aan bod ?

70

Reflectie: bij elk thema formuleert de student leerpunten en acties + voor het eerste thema heeft de student over zijn beginsituatie en professionele interesses gereflecteerd.

Leervaardigheden: verworvenheid blijkt uit de gemaakte opdrachten per thema

Leidinggevende taken: succes blijkt uit de zelfevaluatie en de peer assessment + gemaakte verslagen van de leergroep + observatie van de LC

Oplossingsgericht werken: verslagen van de leergroep

Agendabeheer/deadlines: aanwezigheid op leergroepen, verwittigen bij ziekte, voorbereiding altijd mee, indienen portfolio, respecteren deadlines

LLL: opdracht bij portfolio

Samenwerken: observatie van de LC, eigen reflectie van de student

Wat zijn de beoordelingscriteria voor evaluatie van het portfolio:

0. Identificatie van de student 1. Volledigheid van het portfolio: zitten alle gevraagde docs in het portfolio? 2. Kwaliteit van de eindreflectie: past de student de aangeleerde methode van

reflectie toe en reflecteert hij over elk thema? Hierbij MOET de student het systeem van Korthagen consequent toepassen.

3. Formuleren van leerpunten of verbeterdoelen: zijn de leerpunten SMART geformuleerd?

4. Persoonlijke groei wordt geschetst in Eindreflectie: geeft de eindreflectie van de student blijk van evolutie sinds de beginsituatie (beschreven in thema 1)?

5. Grondigheid: is de student grondig bij het invullen van de gevraagde sjablonen? Voegt hij de nodige concrete voorbeelden/bewijzen toe?

6. Originaliteit: getuigt het portfolio van een individuele aanpak?7. Gestructureerdheid: is het portfolio goed gestructureerd?8. Betrouwbaarheid: stemmen de reflecties overeen met wat de traject- en

leercoaches geobserveerd hebben in de leergroep – heeft de student zelf zijn portfolio geschreven? (dit wordt gecheckt in het functioneringsgesprek/evaluatiegesprek)

De criteria 0,1,2,3,5,7,8 zijn minimumcriteria en moeten volledig in orde zijn voor behalen van 10/11 als score.Voor hogere scores geldt : 12/13 een tot twee criteria extra (4,6) zijn volledig in orde.

71

14/16: alle criteria zijn volledig in ordeHoger: de student vervult alle vorige vereisen en heeft eigen materiaal/interpretaties toegevoegd aan het portfolio die getuigen van diep inzicht in de te verwerven competenties.

businessdocumenten.weebly.combusinessdocumenten.weebly.com/.../0/1/...dullaert.docx · Web...

Documents

Transcript of businessdocumenten.weebly.combusinessdocumenten.weebly.com/.../0/1/...dullaert.docx · Web...