de bedstee

Een bed in een kast. Er zitten deurtjes in. Vroeger hadden veel

huizen er een.

het bloembed

Een stukje grond met bloemen, bijvoorbeeld in de tuin of in het park.

de hangmat

Een grote doek die je bijvoorbeeld tussen twee bomen ophangt. Je kunt erin liggen.

het hemelbed

Een bed met een mooie stof erboven, als een dakje

de hoogslaper

Een hoog bed. Onder het bed is ruimte, bijvoorbeeld om te spelen.

de slaapbank Een bank waar je ook een bed van kunt maken.

het stapelbed

Twee bedden boven elkaar. Er kan iemand bovenin slapen en er kan

iemand onderin slapen.

het waterbed Een bed met een matras dat met water is gevuld.

het luchtbedEen matje waar je lucht in blaast.

Daarna kun je erop slapen. Bijvoorbeeld als je in een tent gaat

slapen.

het beddengoedDe spullen waarmee je een bed

opmaakt: lakens, slopen, kussens, dekens, dekbedden.

het dekbedovertrek

De hoes om je dekbed. Zo wordt je dekbed niet vies.

een dutje doenEen uitdrukking voor: kort slapen

knikkebollen Zittend slapen waarbij je hoofd steeds naar voren knikt.

de kussensloop Een hoes voor je kussen. Je stopt je kussen in de sloop. Zo wordt het

kussen niet vies.

maffen slapen

onder zeil zijnEen uitdrukking voor: lang en diep slapen. Voorlopig word je nog niet

wakker.

pitten Slapen.

tukkenSlapen.

Een uiltje knappen

Een uitdrukking voor:

kort slapen.

Maf Raar of gek