Boekverslag

Het gouden ei

Tim KrabbéVan: Charon BraunKlas: 4G2Datum: 16-12-2016

Officiële naam: Hans Maarten Timotheus (Tim) Krabbé

Uitgever: Prometheus Amsterdam 2009Aantal bladzijden: 98Druk: 31ste drukNiveau: 15 t/m 19 jaar, niveau 3(1ste druk 1984)

Over de acteur

Hans Maarten Timotheus (Tim) Krabbé, roepnaam Tim Krabbé, is geboren op 13 april 1943 in Amsterdam. Hij is opgegroeid in een creatieve familie. Zijn vader en grootvader waren bekende kunstschilders, zijn moeder filmvertaalster en schrijfster. Hij schrijft vooral romans, gedichten en korte verhalen, maar ook schaakboeken. Tim studeerde enige tijd psychologie aan de universiteit in Amsterdam. Hij is getrouwd geweest met Liz Snoijink, heeft van haar een zoontje gekregen. Als baan was hij eerder journalist. Hij is in 1967 begonnen met schrijven. Zijn twee grootste passies zijn schaken en wielrennen. Van 1967 tot 1972 behoorde hij tot de beste twintig schakers van Nederland. Krabbé had enige bekendheid als wielrenner. Hij was lid van de Weesper wielerclub GGMC.

Tim heeft ook een aantal prijzen gewonnen voor zijn boeken:

1963: Pc-Onthooftprijs voor ‘De debiele professor’1970: Eervolle vermelding van de jury van de Reina Prinsen Geerlings-prijs voor Flanagan, of het einde van het beest 1988: Gouden kalf voor de verfilming van Het Gouden Ei1993: Diepzee-prijs voor Het Gouden Ei1995: De Gouden Strop voor Vertraging2001: Gouden Kalf voor Martin Koolhoven voor regie van De grot2007: Max Pam Award voor Marte Jacobs

Een aantal geschreven boeken:

1967 - De werkelijke moord op Kitty Duisenberg 1970 - Flanagan of het einde van een beest 1978 - De stad in het midden1978 - De Renner1980 - Vier wielerverhalen 1984 - 43 Wielerverhalen 1984 - Het Gouden Ei 1989 - De scherprechter van Korfoe 1994 - Vertraging 1996 - De verdwenen verdwijning en andere verhalen1997 - De Grot 2002 - Kathy's dochter 2005 - Een Goede Dag voor de Ezel

Tim Krabbé

Bronvermelding:https://nl.wikipedia.org/wiki/Tim_Krabb%C3%A9

over het boek

A- Op de voorkant van het boek als illustratie staat de titel van het boek ‘het gouden ei, Tim Krabbé’. Tim is de schrijfster van het boek. En het gouden ei heeft te maken met een droom van Saskia. Als klein meisje had ze gedroomd dat ze opgesloten zat in een gouden ei dat door het heelal vloog. Toen Saskia werd ontvoert kreeg Rex na een tijdje ook dezelfde droom als wat zij eerder had gehad dat hij op gesloten zat in een gouden ei. Rex werd levend begraven en dat voelt ook dat je bent opgesloten en nergens heen k

B- De hoofdpersonen zijn Rex en Raymond. Deze personen komen het meeste na voren, er zijn ook wel andere personen zoals Lieneke worden niet goed uitgewerkt. Saskia word alleen op het begin ontvoerd dus je krijgt niet veel over haar te weten.

Rexpositief: liefdevol, hij heeft veel over voor Saskia. Dat kan je zien op de manier wat hij allemaal voor haar over heeft en voor haar wilt doen.Bezorgd, hij is bezorgd om Saskia wat er met haar is gebeurd.negatief: kwetsbaar, hij is erg kwetsbaar op het gebied van Saskia.Stoutmoedig( uitdagend), hij plaagde Saskia altijd met haar droom en met dingen wat ze eigenlijk helemaal niet leuk vind.

Raymondpositief: oppervlakkig, het is niet een persoon die echt een goeie karakter eigenschap heeft. (beetje) behulpzaam, hij heeft tegen Rex gezegd dat hij hem wilt helpen met het mee maken wat Saskia ook heeft mee gemaakt toen ze werd ontvoerd.negatief: gevaarlijk, hij is een persoon waar je voor moet oppassen in het dagelijks leven. Agressief, hij heeft al verschillende misdaden gepleegd.

C- De plaatsen die gebruikt zijn in het verhaal zijn het benzinestation Total in Frankrijk. Dit is de belangrijkste plek uit het verhaal, omdat daar Saskia werd ontvoerd. En daar draait het verhaal over. Het benzinestation is een openbare plek waar veel mensen komen, dus ook veel mensen die je niet kent. Ook speelt het verhaal een deel af in de flat van Rex in Amsterdam. Deze plek is gebruikt, omdat dat de plaatst is waar de hoofdpersoon Rex woont.

D- Het perspectief van het boek is de meervoudige vertelsituatie. Je lees het verhaal door de ogen van Rex, maar ook door de ogen van Raymond. Je ziet het dus het verhaal door de ogen van verschillende mensen. Het eerste deel van het verhaal zie je door de ogen van Rex, het tussen stuk

E- Het verhaal sluit af met een gesloten einde. Rex weet wat er met Saskia is gebeurd. Om daar achter te komen wat er met haar was gebeurd moest hij hetzelfde meemaken. De hoofdpersoon Rex is dus op het einde van het boek dood.

Bronvermelding:http://www.scholieren.com/boekverslag/57109

F. Keuzeopdracht: Probleem van de hoofdpersonen

Amsterdam, 18 mei 2009

Voor probleemrubriek van het jongerenblad,

Ik ben Rex Hofman en ik ben op vakantie met mijn vriendin Saskia Ehlvest in Frankrijk. We waren onderweg naar een hotel in Nuits St. Georges, niet ver van Dijon. Onze eind bestemming was een huisje in de heuvels boven de Middeleeuwse Zee bij Hyères. We waren met de auto en Saskia keek de hele tijd op de benzine meter. Drie jaar geleden was die ook al kapot geweest, toen we voor het eerst samen op vakantie waren. Ik dacht dat er nog genoeg benzine in zat om het hotel te bereiken, maar dat was niet het geval. Saskia had toen drie uur lang op een pikdonkere Italiaanse landweg stil gestaan, wachten tot ik terug was met een jerrycan met benzine. Toen ik terug was trof ik haar overstuur aan. We waren al een beetje ongerust, er kon zo veel mis gaan als je op vakantie gaat. Saskia bleef maar steeds op de benzinemeter kijken, omdat ze niet nog eens zo lang in het donker moest wachten in de auto. Ik zag op een bord langs de weg staan: volgende station Total na 900 meter. Ik reed het benzinepompterrein op. Ze zei dat ze dan ook wel even gebruik kon maken van het toilet. Ze gaf me een zoen en stapte de auto uit. In die tijd dat ze naar het toilet was, dacht ik na over wat Saskia eigenlijk voor mij betekende, hoeveel ik eigenlijk van haar hou en waarom ik nog steeds bij haar ben. Het was tien over zeven toen ik stond te wachten tot Saskia terug kwam. Er waren op dat moment behoorlijk veel mensen bij het tankstation. Net toen ik wou afrekenen kwam Saskia er al weer aan lopen. Ze vroeg of we nog even konden uitrusten voor we weer verder gingen rijden. Ik zette de auto op een parkeerplaat bij het tankstation. We gingen zitten op een soort kleine terp ( een klein heuveltje) zitten. Ze zei dat ze trek had in een koud drankje en vroeg of ik ook wat wilde. Ze zou voor mij een pilsje meenemen om mij te trakteren. Ze vroeg om de auto sleutels, omdat zij de rest van de weg verder zou rijden tot aan het hotel. Ze liep richting het benzinestation. Ik keek haar nog na. Ik riep naar haar of ze geld mee had en ze draaide zich om en liet haar tasje zien. Toen ze weg was dacht ik aan hoe erg ik haar eigenlijk altijd plaagde. Ik pakte het polaroid-toetsel uit Saskia’s mandje uit de auto en maakte een foto van het benzinestation voor een herinnering aan de vakantie. Ik kon haar ook plagen met de benzine met het verhaal van drie jaar geleden. Ik keek op me horloge en zag dat het al half acht was

geweest. Ik liep een paar rondjes over het gras. Ik dacht de hele tijd aan haar. Keek nog een keer op mijn horloge en het was al elf over half acht. Het werd al een beetje schemerig. Ik vond het op een gegeven moment wel een beetje lang duren om alleen wat drinken te halen. Misschien was ze bloementjes gaan plukken of stond ze een tijdschrift te lezen. Ik kon de auto niet afsluiten om dat Saskia de autosleutels bij zich had. Ik ging de sevicewinkel binnen en keek door de winkel. Maar ik zag haar nergens. Ik keek op de damestoiletten, maar ze was nergens te bekennen. Ik liep terug naar de auto, ik snapte er niks van waar ze nou moest zijn. Ik schreef op een brief je ‘ Sas. Ik ben je kwijt. Ik zoek je. Als je hier komt, blijf dan hier bij de auto. Rex xxxxx. Ik deed het velletje onder de ruitenwissers van de auto. Ik liep weer naar de winkel en keek nog een keer in de winkel. Maar nog steeds was ze nergens te bekennen. Ze leek van de aardbodem verdwenen te zijn. Ik dacht aan van alles, wat als ik haar nu echt kwijt zou zijn. Als ze zich toch had bedacht dat het niks zou worden, en weg zou willen. Dan had ze mij niet zo achtergelaten. Ik probeerde haar te roepen, maar kreeg geen antwoord. Ik ging naar de cassière om te vragen of zij Saskia had gezien. Toen de vrouw ook niet wist waar ze was, begon ik me nog meer zorgen te maken. Ik ging samen met de chef van het total-benzinestation in een kantoortje zitten. De chef belde de politie en hij vertelde de informatie over Saskia die ik tegen hem had verteld. De politie zei dat ze er niks mee konden, omdat het nog maar drie kwartier geleden was toen. We hadden toen ook het hotel gebeld of ze daar misschien was aan gekomen, maar daar was ze toen ook niet. Ik maakte me grootte zorgen om haar. Er ging op dat moment van alles door mij heen wat er misschien met haar zou kunnen zijn gebeurd. Ik had een klein beetje hoop dat ze misschien terug zou komen, maar aan de andere kant wist ik dat ze niet meer terug zou komen. Ik bleef de hele tijd in de auto zitten wachten op hoop, wachten tot ze terug zou komen. Terwijl er op dat moment iets gruwelijks met Saskia aan het gebeuren kon zijn. Ik wist niet wat ik op dat moment moest doen. Je kan wel gaan zoeken. Maar als ze niet bij het tankstation was. Waar moet je dan beginnen met zoeken? Als ze met een auto was meegenomen kon ze op dat moment al ik weet niet hoe ver van mij weg zijn. Er gaat van alles door je heen. Wat zouden jullie doen als jou zoiets zou over komen? Jou jij gaan zoeken, en waar zou je dan gaan zoeken? Had jij ook de politie in geschakeld? Het is gewoon frustrerend als de politie nog niks kan doen op dat moment. Maar voor dat de politie er misschien zou zijn, zou er misschien al wat ergs gebeurd zijn met Saskia.

Reactie op de brief:

Hallo Rex,

Wat erg dat je zoiets hebt meegemaakt! Ik heb gelukkig zelf nog nooit zoiets meegemaakt. Ik heb wel eens gehad dat mensen een tijd afspreken met mij en daar niet komen opdagen, terwijl ik weet dat ze normaal altijd op tijd zijn. Dan ga je nadenken dat er misschien iets ergs met haar aan

de hand is of er iets is onderweg is gebeurd. Daarom is het belangrijk dat je gewoon op tijd komt als je iets afspreekt. Zodat mensen niet onbezorgd worden. Als dat mij zou overkomen zou ik in paniek raken en niet weten wat ik zou moeten doen op dat moment. Ik zou overal zoeken in de omgeving zolang als het moet. Ik had ook de politie gebeld, maar ik zou snappen als ze er op dat moment niet meteen wat mee zouden kunnen doen. Het is eigenlijk wel logisch. De politie weet dan nog niet alles en moet Saskia de tijd geven om terug te komen. Je zou zo veel mogelijk hoop moeten hebben dat ze misschien nog terug kan komen.

Met vriendelijke groet,Isabelle