Accountancy Hoofdstukken 1,6,31Hoofdstuk1: Bouwstenen van het accountancy proces

Waarom boekhouden? -onderneming wilt financiële info.=> Zicht op: kostprijzen, welke klantengroepen = meeste winst, investeringen voor een goede toekomst?, ...Ook beleggers moeten zicht kunnen hebben op bv. de terugbetalingcapaciteit voor leningen, beleggers willen beleggen in een winstgevend bedrijf.

accounting informatic: bezittingen/schulden, kosten/opbrengsten Economische entiteiten: ondernemingen met winstoogmerk Interne gebruikers: ondernemingsleiders Externe gebruikers: de buitenwereld (concurrentie, etc.)

1) Kenmerken van interne (I) en externe (E) verslaggeving frequentie: E = min 1/jaar <=> I = zo vaak als nodig tijdshorizon: E = verleden <=> I = verleden en toekomst aard van de rapporten: E = algemeen, weinig detail <=> I = specifiek met veel detail aard van de informatie: E = objectief, monetair <=> I = subjectief, niet enkel monetair regulering: E = sterke regulering <=> I = geen regulering

2) Systematische registratie = boekhouding = jaarlijks Balans: bezit (activa) + schulden (passiva) resultatenrekening: winst/verlies toelichtingen: details Resultaat verwerking: bestemming winst/verlies

3) AccountingentiteitIk is elke onderneming als zelfstandige entiteit

BVBA = onderneming entiteit = apart rechtsperoon los van de individuele aandeehouders NV = kapitaalvennootschap = aandeelhouders die uitsluitend belangstelling hebben voor de

waarde van de beleggingen, winstgevendheid of rendabiliteit van de aandelen in bezit. Geconsolideerde jaarrekening= financiële situatie van al deze ondernemingen tezamen alsof

ze 1 grote onderneming zijn.

4) Gebruikers van jaarrekeninginformatie= stakeholders

Huidige aandeelhouders: eigenaars onderneming => in ruil voor hun inbreng van financiële middelen, gebouwen, machines of kennis ontvangen zij aandelen

o Dit geeft hen het recht op informatie, stemrecht, dividenden (= deel van de winst/ deel van het vermogen bij stopzetting van de onderneming)

Toekomstige aandeelhouders: Deze doen beroep op de jaarrekeningen om de winstgevendheid van de onderneming te beoordelen. Dit kunnen individuele of institutionele beleggers zijn.

Kredietverstrekkers: Stellen tijdelijk geld, goederen of diensten ter beschikking van de onderneming.

De werknemers: zijn geïnteresseerd in de financiële gezondheid. Hun persoonlijke situatie hangt af van het voortbestaan van de onderneming.

Klanten: Deze zijn geïnteresseerd in de financiële situatie voor lange termijn contracten. Overheid: correcte financiële informatie is essentieel voor de belastingsheffing Publiek: consumentenorganisaties citeren winstcijfers bij het aanklagen van niet geoorloofde

praktijken De ondernemingsleiding: Zelf zeer grote behoefte aan financiële informatie ter

ondersteuning van haar beleidsbeslissingen.

Het is hetzelfde document voor verschillende stakeholders die allemaal verschillende informatie nodig hebben.

5) Regelgeving bij externe verslaggeving door bedrijvenRegelgeving door de overheid opgesteld

Alle groepen die aandelen of schuldbewijzen op een EU-markt genoteerd hebben, zijn verplicht om hun jaarrekening op te stellen volgens de internationale rapporteringstandaarden (IAS/IFRS)

Internationale rapporteringstandaarden: wordt opgesteld door International Accounting Standards Board (IASB), en na een goedkeuringsmechanisme van toepassing verklaard binnen Europa.

De externe verslaggeving van de ondernemingen die niet ter beurs genoteerd zijn worden in de lidstaten van de Europese Unie in eerste instantie beheerst door Europese richtlijnen.

6) Overeenkomst/verschil: financial Accounting en managment accounting

Financial Accounting en Managment AccountingExterne verslaggeving <=> interne verslaggeving gelijkenissen: dezelfde databanken van gegevens

databank boekhouden voor jaarrekening

databank boekhouding voor beslissingen

verschilpunten: type informatie en de doelgroep

general purpose & extern georiënteerd.

Specifieke elementen

regelgeving volgen <=> vrij van enige vorm of wettelijk voorschriftInformatie sterk geaggregeerd <=> Informatie kan geaggregeerd maar ook gedetailleerd zijn

Hoofdstuk 6: De regelgeving aangaande boekhoudingen en jaarrekeningen in BelgiëDe eerste boekhoudregel was er al in 1913.1935 eerste veranderingen maar steeds zeer beperkt.Op 17 juli 1975 kwam de eerste echte boekhoudwet. En op 12 september 1983 (dat jaarrekeningen moeten worden opgesteld) kwam van een koninklijk besluit. Zo evolueerde de boekhoudwet to 2000. bij millenniumwissel nationale ontwikkeling.30 januari 2001 => alle bepalingen van de KB' van 1976 en bijhorende uitvoeringsbesluiten ondergebracht.=> Het KB tot uitvoering van de vennootschapswetgeving => dat omvat jaarrekeningbesluit en consolidatiebesluit. Wet van 17 juli 1975 bepaald welke ondernemingen een boekhouding moeten voeren met een jaarrekening. (in beginsel is de boekhoudwetgeving van toepassing op alle ondernemingen => uitzonderingen: zeer kleine ondernemingen (deze hebben vereenvoudigde boekhouding))

onderneming= natuurlijke personen die koopman zijn

o handelsvennootschappeno naamloze vennootschappen (NV)o besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (Bvba)o coöperatieve vennootschap (cv)o gewone commanditaire vennootschap. (comm VA)o vennootschap onder firma (vof)

Openbare installaties vb. Post, NMBS Europese naamloze vennootschap, Europese CV, Europese economisch

samenwerkingsverband. Bijkantoren en centra van werkzaamheden in België van buitenlandse natuurlijke personen

en ondernemingen naar buitenlands recht de instellingen die een commercieel, financieel of industrieel bedrijf uitoefenen. en waarop

de wet van 1975 per toepassing wordt verklaard.=> Je bent pas een zeer kleine onderneming als je voldoet aan alle 4 de criteria:

1. koopman, VOF, Commanditair vennootschap2. jaaromzet (excl. BTW) < € 500 000,00 (voor pomphouders < € 620 000,00)3. geldt niet voor Financiële instellingen en verwanten4. geldt niet als jaargemiddelde personeelsbestand > 100 voltijdse equivalenten (werknemers

=> 2 halftijdse werknemers = 1 equivalent)

Zij gebruiken een vereenvoudigde boekhouding: Moeten niet werken met rekeningen gebruiken enkel een hulpdagboek

o aankoopdagboeko verkoopdagboeko financieel dagboek

moet minstens 1 maal per jaar een inventaris opstellen en een interne jaarrekening => vrije keuze van inhoud en waarderingsregels

Hun jaarrekening ≠ openbaar (verplicht) groot verschil met ondernemingen en dus een groot voordeel

<=> gewone ondernemingen: volledige boekhouding dubbel boekhoudsysteem: dagboek & grootboek verplicht aanwenden van het MAR stelsel moeten minstens 1 keer per jaar inventaris opstellen

=> volgens MAR en andere verplichtingen en moeten een jaarrekening opstellen => wettelijke voorgeschreven stuctuur. hun jaarrekening = publicatie verplicht

Alle ondernemingen met volledige boekhouding stellen een jaarrekening op (kleine ondernemingen dus ook. Alleen van het verkorte schema) volgens het volledig schema.

Je bent pas een kleine onderneming als je max 1 van de volgende criteria overschrijdt (meer - zeer kleine onderneming)

jaargemiddelde personeelsbestand maak 50 voltijdse equivalenten (dus niet meer dan 100 voltijdse equivalente)

jaaromzet (excl. btw) € 7300 000,00 balanstotaal: € 3650 000,00

Hoofdstuk 31: de jaarrekening volgens internationale accountingstandaarden (IAS) internationale Financiële rapporteringstandaarden (IFRS)

Bij boekhoudwet was nood aan uniformiteit tussen Europese landen!Dus: vanaf 2005 zijn alle beursgenoteerde ondernemingen verplicht hun geconsolideerde jaarrekening op te stellen volgens IAS/IFRS (geldt ook voor Europese economische vrijhandelzones waarmee EU een verdrag gesloten heeft vb. Noorwegen en IJsland) Ook internationaal is dit hetzelfde.Dit zorgt voor meer uniformiteit omdat

IAS/IFRS bevat minder opties IAS/IFRS bevat meer onderwerpen

België: Belgische Beursgenoteerde ondernemingen => geconsolideerde jaarrekening volgens IAS/IFRS

Belgische niet beursgenoteerde ondernemingen

=> blijft Belgische wetgeving volgen, zowel enkelvoudige als geconsolideerde jaarrekening (maar een "te verwachten" evolutie is wel dat alle ondernemingen en alle jaarrekeningen verplicht IAS en IFRS gaan moeten gebruiken.)

Het opstellen van een jaarrekening ≠ exact technisch proces.= algemeen aanvaard raamwerk van grondslagen en principes ontwikkeld waaraan jaarrekening informatie moet voldoen. ="conceptual framework"

1) doelstelling van de jaarrekeninginformatie Naast het verstrekken van informatie over de financiële toestand van de onderneming. De

jaarrekening is ook een document aan de hand waarvan het managment van de onderneming verantwoording aflegt over het gevoerde beleid.

Verschillende gebruikers, maar als aan de informatiebehoeften van de investeerders wordt voldaan in verband met het nemen van economische beslissingen zal waarschijnlijk voldaan zijn aan de informatiebehoeften van alle gebruikers

2) de grondbeginselen van het conceptueel kaderNooit van afwijken

Opstellen van de jaarrekening wordt beheerst door twee grondbeginselen (=basisbeginselen)o Het aangroeibeginsel (accrual principle).

= transacties worden verwerkt wanneer zij zich voordoen, ongeacht het moment waarop zij resulteren in ingaande of uitgaande kasstromen

Het continuïteitsbeginsel (going concern assumted)= Bij het verwerken van transacties wordt ervan uitgegaan dat het bedrijf blijft voortbestaan in de komende jaren.

3) de kwalitatieve kenmerken van de jaarrekeninginformatie begrijpelijkheid relevantie

o relatieve betekenis betrouwbaarheid

o getrouwe weergaveo essentie gaat boven vormo neutraliteito voorzichtigheido volledigheid

vergelijkbaarheid getrouw beeld

4) Elementen van de jaarrekening1. definitie en erkenning.

Activa =

een uit gebeurtenissen in het verleden voortgekomen middel, waarover de onderneming de beschikkingsmacht heeft en waaruit naar verwachting economische voordelen naar de onderneming zullen vloeien.

Wordt in de balans verwerkt, wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen terugvloeien en het actief een kostprijs of een waarde heeft waarvan de omvang op betrouwbare wijze kan worden vastgelegd.

Vreemd Vermogen = Betreft bestaande verplichtingen van de onderneming die voortkomen uit

gebeurtenissen in et verleden, waarvan de afwijking naar verwachting resulteert in een uitstroom uit de onderneming van de middelen die economische voordelen in zich dragen.

Wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van een bestaande verplichting gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich houden en de omvang van het bedrag waartegen de afwikkeling zal plaatsvinden op betrouwbare wijze kan worden vastgeteld.

Eigen Vermogen = Het overblijvend belang in de activa van de onderneming na aftrek van al

haar vreemd vermogen. Opbrengsten =

Vermeerderingen van het economisch potentieel gedurende de verslagperiode in de vorm van de instroom van nieuwe of verhoging van bestaande activa, dan wel vermindering van vreemd vermogen, uitmondend in toename van het eigen vermogen die niet het gevolg zijn van bijdragen van aandeelhouders.

wordt in de resultaten rekening verwerkt, wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel verband houden met een vermeerdering van het actief of een vermindering van het vreemd vermogen, heeft plaatsgevonden waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. kosten kosten koste

kosten = vermindering van het economische potentieel, gedurende de verslagperiode in de vorm van uitstroom of uitputting van activa, aan wel het ontstaan van vreemd vermogen, uitmondend in een afname van het eigen vermogen die niet het gevolg zijn van uitkeringen aan aandeelhouders.

worden in de resultatenrekening verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel; verband houdend met een vermindering van het actief of een toename van het vreemd vermogen, heeft plaatsgevonden waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.

2. Waardering. (4 alternatieven) Historische kostprijs:

Activa: bedrag dat werd uitgegeven voor de verwerving verplichtingen: bedrag van opbrengst die in ruil werd ontvangen

veranderingswaarde: Activa: bedrag dat zou worden betaald bij vervanging verplichtingen: niet geactualiseerd te betalen bedrag voor onmiddellijke

afwikkeling (minst relevante, meest gebruikte (zeer objectief) Verplichtingen: niet geactualiseerde bedragen die naar verwachtingen zullen

betaald worden om de verplichtingen in de normale loop van het bedrijf te voldoen

Indirecte opbrengstwaarde:

activa: huidige waarde van de toekomstige netto instroom van economische middelen

verplichtingen: huidige waarde van de toekomstige uitstroom van economische middelen.