udUitvoeringsdienst rd-Holland Noord

VERZONDEN t 2 FEB. 2018

Woonstichting Eigen Haard t.a.v. mevrouw F.J. van der Leeden Postbus 67065 1060 JB AMSTERDAM

Hoorn, 12 februari 2018

ZaaknummerBehandelaarBetreftLocatie

RUD.234860 mevrouw L. KuiperWnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Papaverhoek 1-3, Amsterdam

Geachte mevrouw Van der Leeden,

Op 20 december 2017 hebben wij uw aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) ontvangen. Op 10 januari 2018 en 17 januari 2018 heeft u op ons verzoek om informatie aanvullende gegevens toegezonden. De aanvraag heeft betrekking op de transformatie van de Papaverhoek 1 - 3 te Amsterdam van een voormalig schoolgebouw naar 16 appartementen. Hiervoor wordt het gebouw eerst gerenoveerd. Bij de renovatie zullen werkzaamheden plaatsvinden aan de gevels, waarbij delen van de kozijnen worden vervangen, suskasten worden aangebracht en het voegwerk wordt hersteld. Tevens vinden er werkzaamheden plaats aan het dak, waarbij isolatie wordt aangebracht en de dakbedekking wordt vervangen. De muren worden aan de binnenzijde van de gevel geïsoleerd. Elk appartement krijgt zijn eigen cv-installatie en mechanische ventilatie. Voor onderhavig project wordt ontheffing gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in het artikel 3.5, lid 2 en lid 4 van de Wnb voor wat betreft de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) voor de periode van 1 juli 2018 tot en met 30 juni 2020. De aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer RUD.234860.

BesluitWij besluiten om u ontheffing te verlenen van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5, lid 2 en 4 van de Wnb voorzover dit betreft het opzettelijk verstoren alsmede het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus) voor de periode van 1 juli 2018 tot en met 30 juni 2020 met aanvullende voorschriften. Hieronder motiveren wij ons besluit.

OverwegingenWetteliik kaderDe gewonde dwergvleermuis is opgenomen in bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn, dier­en plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden beschermd. Op grond van artikel 3.5 van de Wnb is het onder meer verboden in het wildlevende dieren van soorten genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn in hun natuurlijk verspreidingsgebied:• opzettelijk te doden ofte vangen (artikel 3.5, lid 1);• opzettelijk te verstoren (artikel 3.5, lid 2);• opzettelijk eieren te vernielen ofte rapen (artikel 3.5, lid 3);• voortplantingsplaatsen of rustplaatsen te beschadigen of te vernielen (artikel 3.5, lid 4).

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Pagina 1 van 7

Op grond van artikel 3.8 van de Wnb kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen van verboden als bedoeld in artikel 3.5 of artikel 3.6, tweede lid, ten aanzien van dieren van daarbij aangewezen soorten, dan wel ten aanzien van de voortplantingsplaatsen, rustplaatsen of eieren van dieren van daarbij aangewezen soorten. Een ontheffing wordt uitsluitend verleend, indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat, dat er niet bij of krachtens enig ander artikel van deze wet vrijstelling is of kan worden verleend, dat er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan, en zij nodig is op grond van een in de wet genoemd belang. Te weten:• in het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de

instandhouding van de natuurlijke habitats;• ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen,

visgronden, wateren of andere vormen van eigendom;• in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen

van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten;

• voor onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van deze soorten, of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten, of

• om het onder strikt gecontroleerde omstandigheden mogelijk te maken op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen of onder zich te hebben, onderscheidenlijk een beperkt bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde planten van de aangewezen soort te plukken of onder zich te hebben.

Andere bevredigende oplossingDe werkzaamheden zijn gebonden aan de specifieke locatie van het schoolgebouw. Indien het project niet wordt uitgevoerd zal dit leiden tot verwaarlozing en mogelijk tot kraak of brandstichting. Een alternatief voor de transformatie en renovatie is sloop en nieuwbouw. Bij de sloop gaat de verblijfplaats echter permanent verloren. De negatieve effecten op de gewone dwergvleermuis zullen in deze situatie groter zijn dan bij de transformatie van het schoolpand het geval is, waardoor sloop en nieuwbouw niet als een bevredigende oplossing is beschouwd.

Een mogelijk alternatief waarbij er geen effecten zijn op de verblijfplaats, is het uitvoeren van de werkzaamheden buiten de periode dat de verblijfplaats gebruikt wordt. Gezien de aard van de werkzaamheden is het echter niet mogelijk de werkzaamheden buiten de actieve periode van de gewone dwergvleermuis uit te voeren, waarbij slechts gewerkt kan worden in de periode van december tot en met maart. In deze winterperiode is het onder andere niet mogelijk om te voegen, aangezien metselspecie niet verwerkt kan worden bij vorst. Tevens is het uitvoeren van het buitenschilderwerk in de winter lastiger, omdat de chemische processen bij lagere temperaturen niet goed werken, waardoor de verf langzaam droogt en niet goed uithard. Zodoende is beoordeeld dat het niet mogelijk is de planning aan te passen om negatieve effecten te voorkomen.

Voor de isolatie van de muren is gekozen voor een methode met de minste invloed op de gewone dwergvleermuis. Zodoende wordt de spouw van het pand niet geïsoleerd, maar worden de muren aan de binnenzijde van de gevel geïsoleerd. Dit leidt er toe dat de verblijfplaats in tact blijft en niet wordt beschadigd door de werkzaamheden. Dit heeft positieve effecten, omdat dezelfde verblijfplaats na de werkzaamheden weer gebruikt kan worden. De keuze voor isolatie aan de binnenzijde van de gevel is als positief beoordeeld voor de gewone dwergvleermuis.

Door de gekozen inrichting, werkwijze en het aanbieden van alternatieve verblijfplaatsen wordt schade aan de gewone dwergvleermuis zo veel mogelijk voorkomen. Hiermee is voldoende aangetoond dat er geen andere bevredigende oplossing voorhanden is.

Belang van de ingreepU heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van de volgende belangen 'de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats' en 'de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Pagina 2 van 7

redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten'.

Het belang 'de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats' is niet van toepassing op uw project. Uit de door u aangeleverde informatie blijkt niet voldoende dat het project er primair op gericht is de wilde flora en fauna te beschermen. Tevens leidt het project niet op korte termijn tot bescherming van de lokale flora en fauna. De aanvraag is daarom uitsluitend beoordeeld op grond van het belang 'de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten'.

Tussen 2008 en 2012 is op het initiatief van meerdere ministeries de Nationale Aanpak Milieu en Gezondheid (NAMG) uitgevoerd. Deze richtte zich op milieu- en gezondheidsproblemen die nog niet verzekerd waren van een goed uitgewerkt beleidstraject of die extra aandacht vroegen. Een van de speerpunten was het binnenmilieu en het signaleren van risico's op het gebied van milieu en gezondheid.

De huidige werkzaamheden zijn er op gericht het binnenklimaat te verbeteren, waarmee een klimaat wordt gecreëerd die bijdraagt aan de gezondheid van de toekomstige bewoners. Zo kan blootstelling aan vochtige omstandigheden of schimmel leiden tot een verhoogd risico op het ontstaan van astma, verergering van astma, luchtwegklachten, luchtweginfecties of leiden tot allergische reacties. Goede ventilatie om gezondheidsklachten tegen te gaan is een van de speerpunten van Woonstichting Eigen Haard.

Tevens wordt binnen het project de isolatie verbeterd en oude installaties vervangen door nieuwe, betere en energiezuinigere installaties. Hiermee wordt het verbruik van energie en fossiele brandstoffen verminderd. De afname levert een bijdrage aan het verbeteren van de luchtkwaliteit en hiermee de volksgezondheid. Tevens leidt het tot een afname in de emissie van schadelijke stoffen die een bijdrage leveren aan het broeikaseffect.

Woningstichting Eigen Haard is opgericht om arbeiders betere huisvesting te bieden. Sociale huisvesting is nog steeds het hoofddoel van de organisatie, waarbij meer dan 90% van hun woningen een sociale huurwoning is. Bij huisvesting is het niet alleen belangrijk dat de woning betaalbaar is, maar ook dat de woning goed onderhouden is en voldoet aan deze eisen van deze tijd. De transformatie van het schoolgebouw zorgt voor extra, kwalitatief goede woningen, waarmee het bijdraagt aan de sociale doelstelling van Eigen Haard en extra woonruimte biedt binnen Amsterdam.

Gelet op het voorgaande en de onverminderde actualiteit van de naar voren gebrachte omstandigheden zijn wij van oordeel dat het voornoemde belang voldoende onderbouwd is om de negatieve effecten op de gewone dwergvleermuis, die als gevolg van de uitvoering van het project zullen optreden, te rechtvaardigen.

Staat van instandhoudingAan de achterzijde van het pand aan de Papaverlaan 1 - 3 is één zomerverblijfplaats met twee exemplaren van de gewone dwergvleermuis vastgesteld. De vleermuizen gebruiken waarschijnlijk de open stootvoegen als in- en uitvlieglocatie. Door het plaatsen van een steiger voor het uitvoeren van de werkzaamheden is de verblijfplaats tijdelijk niet toegankelijk. Aangezien er geen werkzaamheden worden uitgevoerd aan de spouw, kan de verblijfplaats na de werkzaamheden in functie worden hersteld.

De zomerverblijfplaats valt ondereen vaste rustplaats zoals genoemd in artikel 3.5, lid 4. Tot voortplantings- of rustplaatsen als bedoeld in artikel 3.5, lid 4 van de Wnb worden locaties gerekend waarin zich kraamkolonies, paarverblijven, overwinteringsplaatsen en verblijven van groepen mannetjes bevinden, afhankelijk van de soort. Daarnaast vallen ook tijdelijke, seizoensgebonden, verblijfplaatsen (bijvoorbeeld holen) of standplaatsen die van belang zijn voor de gunstige staat van instandhouding van een soort op populatieniveau hieronder.

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Pagina 3 van 7

Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de gewone dwergvleermuis tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven in paragraaf 2.3 en 2.4 van het bij de aanvraag gevoegde rapport'Aanvraag ontheffing Wet natuurbescherming Papaverhoek 1 - 3 te Amsterdam' van ECOquickscan, d.d. 19 december 2017. Hierin is onder andere opgenomen dat u vier tijdelijke verblijfplaatsen in de vorm van een platte kast op hangt, als mitigatie voor het tijdelijk ontoegankelijk zijn van de verblijfplaats. Deze kasten worden uiterlijk 31 maart 2018 opgehangen binnen 200 meter van het plangebied op eigendommen van Woonstichting Eigen Haard, zoals weergegeven in bijlage 1 bij dit besluit. Tevens bent u voornemens de verblijfplaats tijdig ongeschikt te maken om insluiting van exemplaren van de gewone dwergvleermuis te voorkomen. Het ongeschikt maken gebeurt in de actieve periode van de gewone dwergvleermuis. Hierbij maakt u gebruik van exclusion flaps, verlichting, het dichtzetten van delen van het gebouw of een combinatie van deze technieken. Indien verlichting wordt gebruikt of exclusion flaps tijdens de werkzaamheden verwijderd worden, wordt direct na de controleronde de verblijfplaats dichtgezet met flexibel materiaal zoals glas-/steenwol of schuimrubber, wat makkelijk te verwijderen is na afloop van de werkzaamheden. Na het ongeschikt maken wordt het gebouw met behulp van een batdetector onderzocht om gebruik door vleermuizen uit te sluiten.

De gewone dwergvleermuis is de meest algemene soort in Nederland. Ook in Noord-Holland wordt de soort vrijwel overal aangetroffen1. In de omgeving van het pand zijn meerdere gebouwen aangetroffen welke op grond van hun bouwkundige kenmerken geschikt zijn bevonden als verblijfplaats voor de gewone dwergvleermuis. Door het aanbieden van alternatieve verblijfplaatsen, de aanwezigheid van alternatieven in de omgeving en doordat de verblijfplaats na de werkzaamheden zijn oorspronkelijke vorm en functie behoud, wordt er geen afbreuk gedaan aan het streven de populaties van de gewone dwergvleermuis in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.

ZorgplichtVoor de soort waarvoor wij u ontheffing verlenen, bent u gehouden aan de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter, geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wnb, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier- en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen.

VogelsU dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Tevens kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebied. Wij wijzen u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Wnb. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode.

Voorschriften en intrekking ontheffingAan dit besluit zijn op grond van artikel 5.3, eerste, tweede en derde lid van de Wnb voorschriften, beperkingen en een geldigheidsduur verbonden. Op grond van artikel 5.4, eerste en derde lid, Wnb kan de ontheffing worden ingetrokken als in strijd met de ontheffing of de voorschriften wordt gehandeld. Tevens is dan sprake van een economisch delict.

Verloop termijn ontheffingIndien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, adviseren wij u zeker vijf maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project.

1 http://www.vleermuis.net/vleermuls-soorten/gewone-dwergvleermuis Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn > www.rudnhn.nl

Pagina 4 van 7

Besluit (RUD17.234860)

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

GelezenDe aanvraag van ECOquickscan, namens Woonstichting Eigen Haard, d.d. 20 december 2017, met de aanvullingen van 10 januari 2018 en 17 januari 2018 voor een ontheffing ex artikel 3.8 Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) voor het uitvoeren van werkzaamheden voor het project Transformatie Papaverhoek 1 - 3 te Amsterdam' in de periode 1 juli 2018 tot en met 30 juni 2020. De ontheffing is nodig in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten, voor het opzettelijk verstoren alsmede voor het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis. Het gebied waarvoor de ontheffing is aangevraagd, betreft het plangebied voor de realisatie van het project 'Transformatie Papaverhoek 1 - 3 te Amsterdam', gelegen aan de Papaverhoek 1-3 te Amsterdam, één en ander zoals is weergegeven in het figuur op pagina 2 van het bij de aanvraag gevoegde rapport 'Aanvraag ontheffing Wet natuurbescherming Papaverhoek 1 - 3 te Amsterdam' van ECOquickscan, d.d. 19 december 2017.

Gelet op• de artikelen 3.5, 3.8 en 5.1 tot en met 5.4 van de Wet natuurbescherming;

Overwegende dat• geen vrijstelling is of kan worden verleend bij of krachtens enig ander artikel van de Wet

natuurbescherming;• er in dit geval geen andere bevredigende oplossing bestaat;• er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun

natuurlijk verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.

Besluit• aan Woonstichting Eigen Haard voor het project 'Transformatie Papaverhoek 1 - 3 te

Amsterdam', een en ander zoals hierboven beschreven, op grond van artikel 3.8, eerste lid van de Wnb ontheffing te verlenen van:a. artikel 3.5, lid 2 voorzover het betreft het opzettelijk verstoren van de gewone

dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus);b. artikel 3.5, lid 4 voorzover het betreft het beschadigen of vernielen van

voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus).

Voorschriften en intrekking ontheffingAan dit besluit zijn op grond van artikel 5.3, eerste, tweede en derde lid van de Wnb voorschriften, beperkingen en een geldigheidsduur verbonden. Op grond van artikel 5.4, eerste en derde lid, Wnb kan de ontheffing worden ingetrokken als in strijd met de ontheffing of de voorschriften wordt gehandeld. Tevens is dan sprake van een economisch delict.

Verloop termijn ontheffingIndien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, adviseren wij u, minimaal vijf maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project.

Voorschriften en beperkingenAlgemene voorschriften1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soort en beschreven verboden

handelingen verleend.2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden

uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven.Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Pagina 5 van 7,-1 ne--: RUD 234860

3. De ontheffing houder dient onverwijld contact op te nemen met Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn.

4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder blijft daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing.

5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren.

6. Op de naleving van het in of krachtens de wet gestelde wordt toezicht gehouden door de toezichthouders van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. De gebruiker van de ontheffing moet op of nabij het veld waar de uitvoerders gerechtigd tot uitvoering zijn ter plaatse waar deze een der handelingen verricht waartoe de ontheffing strekt, aan genoemde toezichthouders op eerste aanvrage (een kopie van) de ontheffing en ecologisch werkprotocol tonen. De genoemde documenten mogen langs elektronische weg, leesbaar worden getoond.

7. De voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige2 op het gebied van de soort waarvoor ontheffing is verleend.

8. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen waarin de in de ontheffing genoemde voorschriften zijn opgenomen. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte te zijn.

9. De ontheffinghouder dient minimaal 5 werkdagen voorafgaand aan de werkzaamheden de start van de werkzaamheden te melden bij de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord. De melding dient plaats te vinden via het digitale meldformulier op de website van de RUD NHN.

Specifieke voorschriften10. Voorafgaande aan de werkzaamheden dient de verblijfplaats in de Papaverhoek 1 - 3

ongeschikt te worden gemaakt door middel van exclusions flaps of verlichting of het dichtzetten van delen van het gebouw of een combinatie hiervan. Het ongeschikt maken dient te gebeuren in de actieve periode van de gewone dwergvleermuis, welke globaal loopt van 1 april tot 1 november. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige op het gebied van de gewone dwergvleermuis.

11. Bij het ongeschikt maken van de verblijfplaats dient voorkomen te worden dat exemplaren van de gewone dwergvleermuis zich elders in het pand vestigen.

12. Maximaal twee dagen voorafgaand aan het plaatsen van de steiger voor de verblijfplaats dient een deskundige op het gebied van de gewone dwergvleermuis een controlerende met een batdetector uit te voeren om te bepalen of de verblijfplaats in gebruik is. Van de controleronde dient verslaglegging plaats te vinden, waarin ten minste is opgenomen:- Datum, tijdstip en locatie van controleronde(s);- Aantal waargenomen exemplaren per soort in en in de omgeving van het plangebied;- Namen van de betrokken deskundigen;- Foto's van het werkgebied en ongeschikt gemaakte delen.

Het bevoegd gezag verstaat onder een deskundige een persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis moeten zijn opgedaan doordat de deskundige:• op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of• op MBO-niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt natuurwetgeving, soortenherkenning en zorgvuldig

handelen ten opzichte van die soorten; en/of• als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bii het

Netwerk Groene Bureaus; en/of• zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de

daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals bijvoorbeeld Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vllnderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON Sovon, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitorlng en/of -bescherming.

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Pagina 6 van 7

De rapportage maakt onderdeel uit van de ontheffing en dient op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren.

13. Indien er ondanks de maatregelen vleermuizen in de bebouwing aanwezig zijn, dienen de maatregelen ten behoeve van het ongeschikt maken van de verblijfplaats in het te transformeren pand waar nodig te worden herhaald. De steiger dient niet eerder geplaatst te worden dan wanneer de verblijfplaatsen niet meer in gebruik zijn.

14. Indien voor het ongeschikt maken van de verblijfplaats gebruik is gemaakt van verlichting of exlusions flaps welke tijdens de werkzaamheden verwijderd worden, dient de verblijfplaats afgesloten te worden met flexibel materiaal. Dit materiaal dient na afloop verwijderd te kunnen worden zonder schade aan de verblijfplaats achter te laten.

15. Na afloop van de werkzaamheden dienen de open stootvoegen welke als in- en uitvliegopening gebruikt worden in de Papaverhoek 1-3 weer toegankelijk te zijn voor vleermuizen.

16. Ten minste drie maanden voor de start van de werkzaamheden, waarbij alleen de maanden april tot en met oktober meetellen, dienen vier tijdelijk verblijfplaatsen gerealiseerd te worden in de vorm van een platte kast.

17. De tijdelijke verblijfplaatsen dienen ten minste te blijven hangen tot:- Drie maanden na het verwijderen van de stijger. EN;- Een deskundige heeft geconstateerd dat de verblijfplaats niet meer in gebruik is.

GeldigheidDe ontheffing geldt voor de periode van 1 juli 2018 tot en met 30 juni 2020.

KennisgevingVan dit besluit wordt door ons kennisgegeven door middel van een publicatie op de websiteRegionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord.

Meer informatieHeeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met mevrouw L. Kuiper via 088-102 18 87 ofLKuiper@rudnhn.nl. Wij verzoeken u hierbij het zaaknummer te vermelden.

Hoogachtend,

Gedeputeerde Staten^émNóord-Holland,nanbens dezen, . '

■mw.jdfs. I.A.M.J. Sweep Afdelingsmanager Regulering GroenRegionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN)

Bijlage: • Potentiële locaties tijdelijke verblijfplaatsen

Kopie aan: • ECOquickscan t.a.v. H. van der Burgt en D. Riemer• Afdeling Toezicht en Handhaving RUD NHN

BezwaarAls u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de verzending, uitreiking of publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie, Postbus 123, 2000 MD Haarlem. Ook kunt u voor meer informatie de provinciale website bezoeken: www.noord-holland.nl.

Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken. Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan.

Pagina 7 van 7■ ■ - • : ’ V:-V

Postbus 2095 ■ 1620 EB Hoorn ■ www.rudnhn.nl

Bijlage 1: Potentiële locaties tijdelijke verblijfplaatsen

Figuur 1: Potentiële locaties tijdelijke verblijfplaatsen. De rode cirkel is de 200 meter grens, met roze zijn de eigendommen van Woonstichting Eigen Haard aangegeven. Bron: Aanvraag ontheffing Wet natuurbescherming Papaverhoek 1-3 te Amsterdam - aanvullende gegevens, ECOquickscan, d.d. 10 januari 2018.