Verwarmings- en warmtepompregelaar Installatie- en … · “Schakelschema’s“ bij uw...
Transcript of Verwarmings- en warmtepompregelaar Installatie- en … · “Schakelschema’s“ bij uw...
83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0)NL
Installatie- en gebruikershandleiding
Luxtronik
Verwarmings- en warmtepompregelaar
Regelaar Deel 2 (Vakpersoneel)Leveringsomvang, Montage, Elektrische installatieSoftware-updateInbedrijfstelling/ Eerste inschakeling
Programma-onderdeel “Service“Appendix
2 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
A.u.b. eerst lezenDeze handleiding is deel 2 van de uit 2 delen bestaande handlei-ding voor de verwarmings- en warmtepompregelaar. Verzeker u ervan dat u ook over deel 1 van deze handleiding beschikt. Indien deel 1 ontbreekt, dient u dit bij uw leverancier aan te vragen.
Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van het toestel. Deze handleiding is onderdeel van het product en dient in de directe omgeving van de warmte-pomp te worden bewaard. Deze moet beschikbaar blijven zo lang de warmtepomp wordt gebruikt. Geef de installatie- en gebrui-kershandleiding aan eventuele volgende gebruikers van het toe-stel.
Lees deze door, alvorens met werkzaamheden aan en met het toestel te beginnen. Vooral het hoofdstuk Veiligheid. Volg alle aanwijzingen volledig en onverkort op.
Het kan gebeuren dat deze gebruiksaanwijzing beschrijvingen bevat, die onduidelijk of onbegrijpelijk te zijn schijnen. Bij vragen of onduidelijkheden a.u.b. altijd de klantenservice of de service-partner van de fabrikant raadplegen
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor personen die met of aan het toestel werken. Ga er vertrouwelijk mee om. De inhoud is door de auteurswet beschermd. Deze mag niet in zijn geheel of gedeeltelijk en in geen enkele vorm worden gereproduceerd, overgedragen, gekopieerd, in elektronische systemen worden opgeslagen of in een andere taal worden vertaald, zonder schrif-telijke toestemming van de fabrikant.
Pictogrammen Informatie voor gebruikers.
Informatie of aanwijzingen voor gekwalificeerd vakpersoneel en bevoegd servicepersoneel.
GEVAAR!Dit duidt op acuut gevaar, dat tot zwaar letsel of zelfs de dood kan leiden.
GEVAAR!Dit duidt op levensgevaar door elektrische stroom!
WAARSCHUWING!Dit duidt op mogelijk gevaar, dat tot zwaar letsel of zelfs de dood kan leiden.
LET OP!Dit duidt op mogelijk gevaar, dat tot middelzwaar of lichter letsel kan leiden.
ATTENTIEDit duidt op mogelijk gevaar, dat materiële schade kan veroorzaken.
OPMERKINGGemarkeerde informatie.
€
ENERGIEBESPARINGSTIPDit zijn adviezen om u te helpen energie, grondstoffen en kosten te besparen.
Gebruikers en gekwalificeerd vakpersoneel kunnen ge-gevens instellen.
Geautoriseerd klantenservicepersoneel kan gegevens in-
stellen, heeft hier wachtwoord voor nodig. Bevoegd servicepersoneel kan gegevens instellen, toe-
gang alleen via USB-stick.
Fabrieksinstelling, geen gegevenswijziging mogelijk
Verwijzing naar andere hoofdstukken van de gebruiks-aanwijzing.
Verwijzing naar andere documentatie van de fabrikant.
3Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Inhoudsopgave
PROGRAMMA-ONDERDEEL “SERVICE“
PROGRAMMA ONDERDEEL SELECTEREN ..................................................... 12
INFORMATIE OPROEPEN .................................................................................... 12Temperaturen oproepen ......................................................................... 12Ingangen oproepen ................................................................................... 12Uitgangen oproepen ................................................................................. 13Aflooptijden oproepen ............................................................................ 13Bedrijsuren oproepen ............................................................................... 13Storingsbuffer oproepen ......................................................................... 14Afschakelingen oproepen ...................................................................... 14Installatiestatus oproepen ...................................................................... 14Energie oproepen........................................................................................ 15BACnet oproepen ........................................................................................ 15
INSTELLINGEN UITVOEREN ............................................................................... 15Datatoegang bepalen ............................................................................... 15Verkortprogramma oproepen.............................................................. 16Temperaturen vastleggen ...................................................................... 16Systeeminstelling vastleggen ............................................................... 18Prioriteiten vastleggen ............................................................................. 18Systeem ontluchten ................................................................................... 22ParameterS IBN Opslaan .......................................................................... 23Energie-efficiënte pomp ......................................................................... 24
SELECTEREN VAN DE DISPLAYTAAL ............................................................... 24
DATUM EN TIJD VASTLEGGEN .......................................................................... 24
OPWARMPROGRAMMA ...................................................................................... 24Temperaturen en tijdsintervallen instellen ................................... 25Opwarmprogramma starten ................................................................. 25Opwarmprogramma handmatig beëindigen ............................. 26
INSTALLATIECONFIGURATIE ............................................................................. 26
IBN-ASSISTENT ...................................................................................................... 27
PARAMETERS IBN-ASSISTENT RESET ............................................................. 27
DATALOGGER ......................................................................................................... 28
SYSTEEMAANSTURING ....................................................................................... 28Contrast van het Display van
het bedieningselement instellen ................................................... 28Webserver ........................................................................................................ 28Afstandsbeheer ............................................................................................ 28
INFORMATIE VOOR GEKWALIFICEERD VAKPERSONEEL EN BEVOEGD SERVICEPERSONEEL
A.U.B. EERST LEZEN .................................................................................................2
PICTOGRAMMEN ......................................................................................................2
LEVERINGSOMVANG, MONTAGE, ELEKTRISCHE INSTALLATIE, MONTAGE EN INSTALLATIE VAN TEMPERATUURVOELERS, DEMONTAGE
LEVERINGSOMVANG ..............................................................................................5Leveringsomvang inbouwregelaar .........................................................5Leveringsinhoud wandregelaar ................................................................5
MONTAGE ......................................................................................................................5Montage van de inbouwregelaar .............................................................5Montage van de wandregelaar .................................................................5
ELEKTRISCHE INSTALLATIE .................................................................................7Installatie van de verwarmings-
en warmtepompregelaar ......................................................................7Varianten bedieningselement ....................................................................8Montage en installatie van temperatuurvoelers .............................8
Buitentemperatuurvoeler ..........................................................................8Temperatuurvoeler warm tapwater .....................................................9Externe retourtemperatuurvoeler ........................................................9
DEMONTAGE ...............................................................................................................9Demontage van de bufferbatterij ............................................................9
SOFTWARE-UPDATE ...............................................................................................9
INBEDRIJFSTELLING / EERSTE INSCHAKELING .................................... 10
SMART GRID ............................................................................................................11Instelbaar onder systeeminstellingen: ..........................................11Aansluitschema: .........................................................................................11
4 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
APPENDIX
STORINGSDIAGNOSE / FOUTMELDINGEN ............................................. 29Resetten van een storing ........................................................................... 32Knippercodes op regelaarprintplaat ................................................... 32
TECHNISCHE GEGEVENS ................................................................................... 33Montage ............................................................................................................... 33Uitgangen ........................................................................................................... 33Ingangen ............................................................................................................. 33Aansluitingen .................................................................................................... 33Interfaces ............................................................................................................. 33Beschermklasse................................................................................................ 33Kennlinien Temperaturfühler .................................................................. 33Meetgebied temperatuurvoelers .......................................................... 33
OVERZICHT: ONTDOOICYCLUS, LUCHTONTDOOIING, AANVOER MAX .............................................. 34
SYSTEEMINSTELLING BIJ DE INBEDRIJFSTELLING ............................ 35
BELANGRIJKE AFKORTINGEN ........................................................................ 38
5Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Montage
MONTAGE VAN DE INBOUWREGELAARBij apparaten voor installatie binnenshuis zit de besturingsprint-plaat van de verwarmings- en warmtepompregelaar in de scha-kelkast van het betreffende apparaat geïntegreerd.
Handleiding van uw warmtepomp, montage van het be-dieningselement
MONTAGE VAN DE WANDREGELAARVoor al de uit te voeren werken geldt het volgende:
OPMERKINGleef altijd de plaatselijk geldende ongevalpreventievoor-schriften, wettelijke voorschriften, verordeningen en richt-lijnen na.
WAARSCHUWING!Alleen gekwalificeerde vakmensen mogen de verwar-mings- en warmtepompregelaar monteren.
Houd het boorsjabloon tegen de muur op de plaats waar de verwarmings- en warmtepompregelaar moet worden aange-bracht…
ATTENTIE Controleer de installatieplaats of onder de pleisterlaag weggewerkte leidingen. Richt het boorsjabloon zo uit dat er bij de volgende montagewerken geen onder de pleis-terlaag weggewerkte leidingen kunnen worden aange-boord en beschadigd.
OPMERKINGRechts en links van het boorsjabloon moet telkens ≥ 2 cm vrije ruimte zijn, om voldoende plaats te laten voor de zi-jdelingse bevestigingsschroeven van de behuizingsafdek-king.
Bevestig het boorsjabloon met plakband tegen de muur en boor de gaten (Ø 6 mm, diepte ≥ 55 mm)…
Verwijder het boorsjabloon van de muur, sla pluggen in de ga-ten en draai de schroeven er gedeeltelijk in (afstand van de ondergrond tot de schroefkop ongeveer 10mm)…
Leveringsomvang
OPMERKINGvoor de werking noodzakelijke temperatuurvoelers (re-tourtemperatuurvoeler, aanvoertemperatuurvoeler, pers-gas) zitten ingebouwd in de warmtepomp en behoren niet tot de leveringsinhoud van de verwarmings- en warmte-pompregelaar.
De verwarmings- en warmtepompregelaar wordt in twee varian-ten geleverd. De geleverde variant is afhankelijk van het type van warmtepomp dat ermee moet worden geregeld.
LEVERINGSOMVANG INBOUWREGELAARBij apparaten voor installatie binnenshuis zit de besturingsprint-plaat van de verwarmings- en warmtepompregelaar als “inbouw-regelaar” in het betreffende apparaat geïntegreerd. De leverings-inhoud “inbouwregelaar” behoort tot de leveringsinhoud van het apparaat voor installatie binnenshuis.
• Verwarmings- en warmtepompregelaar,• bestaande uit besturingsprintplaat (met aansluitklemmen)
en bedieningselement (met statuslampje, display en “draai-drukknop“).
• Buitentemperatuurvoeler voor opbouwmontage.• Gebruiksaanwijzing (in 2 delen).
• “Beknopte beschrijving warmtepompenregeling”.
OPMERKINGplaats de beknopte beschrijving in de buurt van het apparaat.
LEVERINGSINHOUD WANDREGELAARBij apparaten voor buiteninstallatie is de besturingsprintplaat van de verwarmings- en warmtepompregelaar niet in het betreffende apparaat geïntegreerd. De leveringsinhoud “wandregelaar“ be-hoort niet tot de leveringsinhoud van het apparaat voor buiten-installatie.
• Verwarmings- en warmtepompregelaar voor opbouwmon-tage,
• bestaande uit besturingsprintplaat (met aansluitklemmen), behuizing en bedieningselement (met statuslampje, display en “draai-drukknop“).
• Wandbevestigingsmateriaal (boorsjabloon, schroeven, plug-gen voor stevig metselwerk).
• Buitenvoeler voor opbouwmontage.• Gebruiksaanwijzing (in 2 delen).
• “Beknopte beschrijving warmtepompenregeling”.
OPMERKINGplaats de beknopte beschrijving in de buurt van het apparaat.
Controleer de geleverde goederen op zichtbare leverings-schade…
Controleer de levering op volledigheid. Eventuele ontbreken-de elementen moeten onmiddellijk worden gemeld.
6 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
OPMERKINGhet bijgeleverde wandbevestigingsmateriaal is bestemd voor stevige volle muren.
ATTENTIEwees er zeker van dat de schroeven stevig in de muur vast-zitten.
Draai de rechter en linker bevestigingsschroef van de behu-izingsafdekking van de verwarmings- en warmtepomprege-laar los…
Verwijder het behuizingsafdekking en leg die op een veilige plaats…
Hang de verwarmings- en warmtepompregelaar volledig in de schroeven tegen de wand. Draai de schroeven stevig aan…
1 Achteraanzicht 2 Vooraanzicht
Als de elektrische installatie niet onmiddellijk wordt uitgevo-erd: breng de behuizingsafdekking opnieuw aan en draai de zijdelingse bevestigingschroeven vast.
7Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
4 Kabelkanalen met afdekkingen5 Kabelinvoeropening met klapbeugel6 Bevestigingsschroef van de klapbeugel7 Aansluiting voor voelerleiding naar de warmtepomp (bus X5)8 Plaats voor optionele uitbreidingsprintplaat “Comfort“9 Besturingsprintplaat van de verwarmings-
en warmtepompregelaar10 Bedieningselement
Draai de bevestigingsschroef van de klapbeugel van de kabel-invoeropening los en trek de klapbeugel naar beneden, tot het wegklappen naar boven mogelijk is. Klap de klapbeugel zijdelings naar boven weg…
Verwijder de afdekkingen van de kabelgoten… Steek de stekker van de 230 V-stuurleiding, die naar de warm-
tepomp gaat, in de bus X1. Leid de stuurleiding vervolgens door de kabelkanalen naar
beneden en door de kabelinvoeropening naar buiten… Steek de stekker van de voelerleiding in de bus X5. Leid de vo-
elerleiding door de kabelkanalen naar beneden en door de kabelinvoeropening naar buiten…
Sluit de leiding van de 230 V-voeding aan op het voedings-klemmenstrook…
OPMERKINGinwendige zekering 6,3AT.Klemmenstrook heeft veerklemmen voor een maximale kabeldoorsnede van 2,5 mm2.Isoleer de kabelmantel zo dat het manteleinde tussen de dichtingslip en het kabelkanaal komt te liggen.
Basisbedrading:
1 Aangesloten 1~/N/PE/230 V voeding2 Leidingen in de kabelkanalen3 Aangesloten voelerleiding naar de warmtepomp4 Aangesloten 230 V-stuurleiding naar de warmtepomp
Eventueel andere externe kabels installeren…
Installatie- en gebruikershandleiding van uw apparaat, ‘aansluitschema’ en ‘schakelschema’s’ bij uw apparaattype
Breng de afdekkingen van de kabelkanalen weer aan. Draai de klapbeugel van de kabelinvoeropening terug in zijn uitgangs-positie onder de bevestigingsschroef. Draai de bevestigings-schroef stevig aan…
Breng de behuizingsafdekking opnieuw aan en draai de zijde-lingse bevestigingschroeven vast.
Elektrische installatie
GEVAAR!Levensgevaar door elektrische stroom!De elektrische installatie mag enkel door gekwalificeer-de elektromonteurs worden uitgevoerd.Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze te-gen inschakelen, alvorens u het toestel opent!
WAARSCHUWING!Volg de geldige EN-, VDE- en/of lokale veiligheidsvoor-schriften op bij de installatie en uitvoering van werk-zaamheden aan elektrische aansluitingen.Houd rekening met de technische eisen van de energie-bedrijven ter plekke!
Volg bij het tot stand brengen van de elektrische aansluitingen de instructies in de installatie- en gebruikershandleiding bij uw warmtepomp.
Installatie- en gebruikershandleiding van uw apparaat, “Elektrische aansluitingswerken“, “Aansluitschema“ en “Schakelschema’s“ bij uw apparaattype
OPMERKINGinwendige zekering 6,3AT.
INSTALLATIE VAN DE VERWARMINGS- EN WARMTEPOMPREGELAAR
Indien dat nog niet gebeurd is: verwijder de behuizingsafdek-king van de verwarmings- en warmtepompregelaar…
pagina 6, instructies –
1 Klemmenstrook voor 1~/N/PE/230 V voeding2 Aansluiting voor 230 V-stuurleiding
naar de warmtepomp (bus X1)3 EVU-brug (moet bij aansluiting van een
potentiaalvrij contact verwijderd worden)
8 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
N NetwerkL LIN-BUSS Verbinding met besturingsprintplaat
TYPE 3
R RS485 voor aansluiting van de ruimtebedieningseenheid (RBE)
N NetwerkL LIN-BUS op de besturingsprintplaatS niet bezet
MONTAGE EN INSTALLATIE VAN TEMPERATUURVOELERS
BUITENTEMPERATUURVOELER
De buitentemperatuurvoeler is een noodzakelijk onderdeel voor de werking van de regelaar en wordt dan ook bijgeleverd.
OPMERKINGbij niet geïnstalleerde of defecte buitentemperatuurvoeler stelt de verwarmings- en warmtepompregelaar de buiten-temperatuur automatisch in op -5 °C. Het statuslampje op het bedieningselement brandt rood, het display van het bedieningselement meldt een storing.
ATTENTIEmonteer de buitentemperatuurvoeler langs de noord- of noordoostzijde van gebouwen. De buitentemperatuurvo-eler mag niet blootstaan aan rechtstreeks zonlicht.
Open de behuizing van de buitentemperatuurvoeler en richt de temperatuurvoeler ≥ 2 m boven de grond uit op de beves-tigingsplaats. De kabelbevestiging moet naar de grond ge-richt zijn…
1 Behuizing buitenvoeler2 Bevestigingsgaten3 Buitentemperatuurvoeler4 Kabelbevestiging
ATTENTIEalle leidingen die u aansluit op de verwarmings- en warm-tepompregelaar moet u buiten de verwarmings- en warm-tepompregelaar door een kabelkanaal leiden (noodzakelijk voor trekontlasting; te voorzien door de opdrachtgever).
1 230 V-stuurleiding (van bus X1 naar de warmtepomp)2 voelerleiding (van bus X5 naar de warmtepomp)3 verdere 230 V-uitgangen (circulatiepomp, mengklep…)4 voelerleidingen (extern)5 verdere 230 V-ingangen (externe aansturing, …)6 1~/N/PE/230V voeding (naar klemmenstrook);
kabeldoorsnede max. 2,5 mm2, inwendige zekering 6,3ATK kabelgoot
Installatieaanwijzingen hiervoor vindt u in de installatie- en gebruikershandleiding van uw warmtepomp.
VARIANTEN BEDIENINGSELEMENTNaargelang het type warmtepomp is het in de verwarmings- en warmtepompregelaar geïntegreerde bedieningselement met de volgende interfaces uitgerust:
TYPE 1
N NetwerkS Verbinding met besturingsprintplaat
TYPE 2
9Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
EXTERNE RETOURTEMPERATUURVOELER
De externe retourtemperatuurvoeler (optioneel) is noodzakelijk bij de hydraulische aanpassing van een buffervat (multifunctio-neel vat,…). Deze moet als volgt worden aangesloten:
ZUP TRLext HUP
1 Circulatiepomp naar het scheidingsbuffervat (warmtepompcircuit)
2 Scheidings- resp. multifunctioneel buffervat3 Circulatiepomp uit het scheidingsbuffervat
(verwarmingscircuit)4 Externe retoursensor (Ø = 6mm)
ZUP Laadcircuit warmtepompHUP Ontlaadcircuit verwarmingscircuit
Sluit de van het buffervat komende retourtemperatuurvoeler aan op de printplaat van de verwarmings- en warmtepomp regelaar.
Demontage
GEVAAR!Levensgevaar door elektrische stroom!De elektrische installatie mag enkel door gekwalificeer-de elektromonteurs worden uitgevoerd.Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze te-gen inschakelen, alvorens u het toestel opent!
DEMONTAGE VAN DE BUFFERBATTERIJ
ATTENTIEAlvorens de verwarmings- en warmtepompenregelaar wordt gerecycled, dient de bufferbatterij van de hoof-dprintplaat te worden verwijderd. De batterij/accu kan met een schroevendraaier uit de houder worden verwij-derd. Breng de batterij/accu en alle elektronische onderde-len gescheiden in de recycling.
Software-updateOp een apparaat (alleen LWD… en SWP371-SWP691 en SW-P291H-SWP561H) met softwareversie ≥ V2.63 mag geen software-versie < V2.63 meer worden geïnstalleerd.
Vermogensgeregelde lucht/water-warmtepompen mogen alleen met de softwareversie ≥ V3.xx worden gebruikt.
Markeer en boor de bevestigingsgaten, sla de pluggen in de ga-ten en schroef de behuizing van de buitenvoeler tegen de muur…
OPMERKINGde pluggen en schroeven voor het bevestigen van de bui-tenvoeler worden niet meegeleverd.
Draai de kabelbevestigingsschroef in de behuizing van de bui-tenvoeler los en voer de 2-aderige kabel (Ø ≤ 1,5 mm² per ader, kabellengte ≤ 50 m) door de kabelbevestigingsschroef in de be-huizing naar binnen…
Klem de kabel vast, draai de kabelbevestigingsschroef aan en doe de behuizing van de buitenvoeler weer dicht.
TEMPERATUURVOELER WARM TAPWATER
De temperatuurvoeler voor warm tapwater is een optioneel toe-behoren en is alleen nodig bij gebruik van een afzonderlijk warm-waterbuffervat. U mag uitsluitend voelers voor warm tapwater gebruiken die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de warm-tepomp.
ATTENTIEhet warmwaterbuffervat moet gevuld worden alvorens de voeler voor warm tapwater aan te sluiten op de verwar-mings- en warmtepompregelaar.
Voor zover dat nog niet is gedaan in de fabriek, moet de voeler voor warm tapwater (Ø = 6 mm) op halve hoogte van het warm-waterbuffervat worden gemonteerd – in ieder geval echter boven de inwendige warmtewisselaar van het warmwaterbuffervat.
1 Buffervat warm tapwater2 Temperatuurvoeler voor warm tapwater (Ø = 6 mm)3 Warmtewisselaar4 Koudwateraansluiting5 Aansluiting warm tapwater
10 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Inbedrijfstelling / eerste inschakelingBij de eerste inschakeling verschijnt eerst de taalkeuze.
Selecteren van de displaytaal: Deel 1 van de gebruiksaan-wijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, sectie “Basisinformatie over de bediening“.
Daarna verschijnt het volgende scherm:
De mededeling verschijnt altijd bij het inschakelen van de regelaar of bij het overschakelen naar het standaard-menu. Als de warmtepomp of de ZWE1 meer dan 10 uur hebben, dit scherm is niet meer weergegeven.
Zolang de mededeling niet met OK wordt bevestigd, wordt geen ZWE (tweede warmteopwekker) door de regelaar vrijgegeven
OPMERKINGTijdens een koude start bij lucht-waterwarmtepompen is geen warmteopwekker actief.
ATTENTIEAls de mededeling met OK wordt bevestigd, hoewel de in-stallatie niet vakkundig gevuld is, dan kan dit schade aan het apparaat veroorzaken.
Bij het inschakelen van de regelaarspanning verschijnt onder be-paalde omstandigheden het volgende (alleen LWD… en SWP371-SWP691 en SWP291H-SWP561H):
Na het verdwijnen van deze mededeling kan het apparaat zoals voorgeschreven worden bediend. Anders dient de 3-polige lei-ding voor de BUS-verbinding te worden gecontroleerd.
Daarna verschijnt het volgende scherm:
OPMERKINGDe opwarmfase tot het starten van de compressor kan bij de eerste inbedrijfstelling van lucht/water-warmtepom-pen meerdere uren duren.
OPMERKINGBij LWD-apparaten vindt in het pompverloop een door-stromingsbewaking plaats. Als de doorstroming niet in orde is, loopt de warmtepomp niet aan, waarbij geen fout-melding verschijnt. Controleer hiervoor de ingang ASD. Als deze niet op AAN staat, is de doorstroming te laag.
pagina 12, “Ingangen oproepen”
Daarna verschijnt bij SWP371 tot SWP691 en SWP291H tot SW-P561H de keuzemogelijkheid voor de warmtebron:
OPMERKINGBij SWP 371 tot SW P691 en SWP291 H tot SWP 561H moet worden geselecteerd of water of brine als warmtebronme-dium wordt gebruikt, anders loopt het apparaat niet. On-der de systeeminstellingen kan men het ingestelde me-dium zien en vanaf het toegangsniveau ‘klantenservice’ ook veranderen. TWQ-min. kan met klantenservicetoe-gang worden veranderd, als brine geselecteerd is. Bij SWP: lagedruk-uitschakelwaarde met water: 7 bar. Bij SWP: lage-druk-uitschakelwaarde met brine: 4 bar.
BrineDeze instelling moet worden gekozen, als de warmte-pomp met een brine-watermengsel werkt. Of het hierbij om sondes of bodemcollectoren gaat, is niet relevant.
Water |/| BrineDeze instelling moet worden gekozen, als de warmte-pomp met een tussenwarmtewisselaar werkt en aan de primaire zijde water en aan de secundaire zijde een bri-ne-watermengsel wordt gebruikt.
Water |/| Water:Deze instelling moet worden gekozen, als de warmte-pomp met een tussenwarmtewisselaar werkt en aan de primaire en secundaire zijde water als warmtebronmedi-um wordt gebruikt. Bij de instelling water/water moet de warmtebroninlaattemperatuur ten minste 7 °C of meer bedragen.
meer informatie: pagina 27, “IBN-Assistent” en pagina 27, “Parameters IBN-Assistent reset”
11Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
SMART GRIDDe mogelijkheid om Smart Grit te gebruiken is afhankelijk van het apparaattype en de softwareversie.
Bij vragen over de beschikbaarheid van de Smart Grit-functie in uw stroomtarief dient u contact op te nemen met uw energiebe-drijf.
De functie wordt via de twee contacten van de EVU-blokkering geschakeld; hieruit resulteren vier mogelijke bedrijfstoestanden
OPMERKINGWanneer de EVU-blokkering opgelegd is, mag de Smart Grit-functie niet worden ingeschakeld.
INSTELBAAR ONDER SYSTEEMINSTELLINGEN:
AANSLUITSCHEMA:
Actuele bedrijfstoestand zichtbaar onder Informatie->Ingangen
Bedrijfstoestand 1 (1:0)
Komt overeen met de huidige EVU-blokkering.
Bedrijfstoestand 2 (0:0) – afwijking van het standaard regelge-drag
De warmtepomp werkt uitsluitend in het bereik instelwaarde - hysterese (dus onder de instelwaarde).
Verwarming: daalt de systeemtemperatuur tot onder de onder-ste hysterese, dan wordt de warmtepomp ingeschakeld en warmt het systeem op tot de instelwaarde. De bovenste hysterese wordt hierbij genegeerd. De warmtepomp verwarmt slechts in die ma-te, dat geen comfortverlies moet worden gevreesd. De warmtap-waterbereiding vindt normaal plaats.
Bedrijfstoestand 3 (0:1) – komt overeen met het standaard regel-gedrag
De doeltemperatuur is de ingestelde insteltemperatuur voor ver-warmings- en warm tapwater. Deze ingestelde doeltemperaturen worden met inachtneming van de betreffende hysterese aange-houden.
Bedrijfstoestand 4 (1:1) – afwijking van het standaard regelgedrag
De warmtepomp werkt uitsluitend in het bereik instelwaarde + hysterese (dus boven de instelwaarde).
Verwarming: daalt de systeemtemperatuur tot aan de instelwaar-de, dan wordt de warmtepomp ingeschakeld en warmt het sys-teem op tot de instelwaarde + hysterese.
Warm drinkwater: de regelaar genereert een positieve hysterese waarvan de waarde gelijk is aan de onderste hysterese, en regelt in dit bereik (insteltemperatuur + bovenste hysterese).
Klemmenplan SG-Ready LUX2-
-X0 -X2
SG1
SG2
Legenda:
A1A3
SG1SG2
-X8
EVURFV
NLFunctieRegelaarprintplaat; Opgelet: I-max = 6,3A/230VACOnderverdeling huisinstallatie
Smart Grid-aansturing 1Smart Grid-aansturing 2
831209
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2 8
A
B
C
D
E
F
A
B
C
D
E
F
BlattBl.
11
3 4 5 6 7
AIT 831209Klemmenplan
ait-deutschland GmbH
L1 L1 L1 MO
T
2
2
ASD
EVU
A1A2
A1A2
PEX
GN
DR
FVG
ND
TB1
GN
DBW
TG
ND
TA GN
DTR
L ex
t.G
ND
A3
A1
Änderung Datum
DatumBearbeiterGeprüftNormName
07.10.2015Pfleger
R.
12 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Ruimtetemperaturen verschijnt wanneer een ruimtebedieningseenheid is aangesloten
Aanvullend verschijnt hier – afhankelijk van het type aangesloten warmtepomp – de door sensoren in het koelcircuit geleverde in-formatie over het koelcircuit.
INGANGEN OPROEPEN
Het menu is hier onvolledig afgebeeld. Andere menu-items verschijnen door te scrollen.
OPMERKINGin dit menu vindt u informatie over de digitale ingangen van de regeling en of deze aan- of uitgeschakeld zijn.
ASD ontdooien, flow brinecircuit, doorstroming
Naar gelang van het apparaattype kan de ingang verschillende functies vervullen:Bij L/W-apparaten Ontdooi-einde pressostaat: AAN = ontdooiing wordt beëindigd.Bij LWD-, B/W- en W/W-apparaten met in de fabriek aangesloten flowswitch: AAN = doorstroming in orde.Bij SB/W-apparaten zonder in de fabriek aangesloten flowswitch kan hier een brinedrukpressostaat worden aangesloten: AAN = flow brinecircuit in orde.
BWT Warm-tapwaterthermostaat AAN = Aanvraag van warm tapwater
EVU Spertijd van EVUUIT = spertijd
HD HogedrukpressostaatUIT = druk in orde
MOT MotorbeveiligingAAN = motorbeveiliging in orde
ND Low pressure pressostatAAN = druk in orde
PEX Aansluiting van een parasitaire-stroomanode (bij enkele apparaten mogelijk)
AIn Analoge ingang
Programma-onderdeel “Service“
PROGRAMMA ONDERDEEL SELECTEREN
INFORMATIE OPROEPEN
TEMPERATUREN OPROEPEN
Het menu is hier onvolledig afgebeeld. Andere menu-items verschijnen door te scrollen.
Aanvoer Anvoertemperatuur verwarmingscircuitRetour Retourtemperatuur verwarmingscircuitRetour berekend Berekende retourtemperatuur
verwarmingscircuit bij betreffende buitentemperatuur
Retour extern Retourtemperatuur in buffervatHeetgas HeetgastemperatureBuitentemperatuur BuitentemperatuurGemiddelte temperature Gemiddelde temperatuur
Buiten gedurende 24 h (functie verwarmingsgrens)
Tapwater gemeten Warm tapwater, gemeten-temperatuurTapwater ingesteld Warm tapwater, ingesteldetemperatuurBron-in Warmtebron-ingangs temperatuurBron-uit Warmtebron-uitgangs temperatuurMenggroep1-aanvoer Menggroep 1 aanvoertemperatuurMenggr1-aanv.ingest. Menggroep 1
Ingestelde temperatuur aanvoer
13Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
AFLOOPTIJDEN OPROEPEN
Het menu is hier onvolledig afgebeeld. Andere menu-items verschijnen door te scrollen.
WP in vanaf Warmtepomp loopt sinds (tijdformaat altijd in hh:mm:ss)
ZWE1 in vanaf Tweede warmteopwekker 1 loopt sindsZWE2 in vanaf Tweede warmteopwekker 2 loopt sindsNetinsch.vertr. Net-inschakelvertragingStartblok. Tijd CyclusblokkeringstijdVD-Stand CompressorstandtijdHRM-tijd Verwarmingsregelaar meertijdHRW-tijd Verwarmingsregelaar mindertijdTDI-tijd Thermische desinfectie actief sindsBlok.tapwater Blokkering warm tapwaterOntdooien Tijd tot de volgende ontdooiing (bij
L/W-apparaten)
BEDRIJSUREN OPROEPEN
Het menu is hier onvolledig afgebeeld. Andere menu-items verschijnen door te scrollen.
Bedrijfsuren compr.1 Bedrijfsuren Compressor 1Impulsen compress. 1 Impulsen Compressor 1Looptijd compress. 1 gemiddelde Looptijd Compressor 1Bedrijfsuren compr. 2 Bedrijfsuren Compressor 2Impulsen compress. 2 Impulsen Compressor 2Looptijd compress. 2 gemiddelde Looptijd Compressor 2Bedrijfsuren ZWE1 Bedrijfsuren Tweede warmteop wekker 1Bedrijfsuren ZWE2 Bedrijfsuren Tweede warmteop wekker 2Bedrijfsuren WP Bedrijfsuren WarmtepompBedrijfsuren verw. Bedrijfsuren VerwarmingBedrijfsuren tapw. Bedrijfsuren Warm tapwaterBedrijfsuren koeling Bedrijfsuren Koeling
OPMERKINGDe compressoren worden m.b.v. impulsen afwisselend bij-geschakeld. Het is dus mogelijk dat de bedrijfsuren van de compressoren verschillen.
UITGANGEN OPROEPEN
Het menu is hier onvolledig afgebeeld. Andere menu-items verschijnen door te scrollen.
AV Ventiel- / circulatieomkeringAAN = ontdooibedrijf respectievelijk circuitomkering actief
BUP Circulatiepomp voor warm-tapwaterFUP 1 VloerverwarmingscirculatiepompHUP VerwarmingscirculatiepompMenggroep 1 open Menggroep 1 gaat open
AAN = gaat open UIT = wordt niet aangestuurd
Menggroep 1 dicht Menggroep 1 gaat dichtAAN = gaat dicht UIT = wordt niet aangestuurd
Ventilatie Ventilatie van de warmtepomp-behuizing bij bepaalde L/W-apparaten.
Bij grote L/W-apparaten (codering “L2G“) tweede trap van de ventilator
Ventil.- BOSUP Ventilator, bronwater- of brine-circulatiepomp
Compressor 1 Compressor 1 in warmtepompCompressor 2 Compressor 2 in warmteZIP circulatiepompZUP Aanvullende circulatiepompZWE 1 Tweede warmteopwekker 1ZWE 2 Tweede warmteopwekker 2 –
algemeen storingscontact(functie algemeen storingscontact: continu AAN bij storing, schakelt 1x per seconde, indien de storing zich automatisch RESET)
Stuur signaal pomp Vermogen circulatiepomp in %Ventilator toerental Actueel toerental van de ventilator van
de warmtepompCompressor toerental Actueel toerental van de compressor
van de warmtepomp
14 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
INSTALLATIESTATUS OPROEPEN
Warmtepomp Type Warmtepomp TypeSoftware versie Software versie van de verwarmings-
en warmtepompregelaarBivalente trap Bivalente trap
1 = een compressor mag werken2 = twee compressoren mogen werken3 = aanvullende warmteopwekker mag meedraaien
Bedrijfstoestand Momentele bedrijfstoestandVerwarmenWarm tapwaterOntdooien
Alleen bij een vermogensgeregelde warmtepomp:Vermogen momenteel geleverd
verwarmingsvermogen door de vermogensgeregelde compressor
Dit verwarmingsvermogen kan worden gebruikt om volgens het insteldiagram in de handleiding van het apparaat het overstortventiel bij een seriële buffervataansluiting in te stellen.
Gevraagd vermogen Door de verwarmings- en warmtepompregelaar gevraagd vermogen bij de vermogensgeregelde compressor
Software versie SEC Actuele softwareversie van de inverterregelaar van de vermogensgeregelde warmtepomp
STORINGSBUFFER OPROEPEN
707Storingscode (hier als voorbeeld)
23.11.07Datum van de opgetreden storing (hier als voorbeeld)
10:02 / 10:01Tijdstip van de opgetreden storing (hier als voorbeeld)
Betekenis van de storingscode vanaf pagina 29
OPMERKINGalleen de laatste vijf opgetreden storingen worden weer-gegeven.
AFSCHAKELINGEN OPROEPEN
16.11.07Datum van de uitschakeling (hier als voorbeeld)
11:41 / 10:11Tijdstip van de uitschakeling (hier als voorbeeld)
Geen vraagAfschakelcode (hier als voorbeeld)
WPstoring Warmtepomp storingInst.stor. Installatie StoringBA_ZWE Bedrijfsmodus Tweede warmteopwekkerEVU-blokk. Externe aansturingLuchtontd. ontdooien (alleen L/W-toestellen)TEGMAX Temperatuur maximum toepassingslimietTEGMIN Temperatuur minimum toepassingslimiet
Bij LWD reversibel mogelijk uitschakeling wegens vorstbeveiliging bij koelbedrijf - verdampingstemperatuur te lang onder 0 °C
UEG onderste toepassingslimietGeen vraag geen opvraag
OPMERKINGalleen de laatste vijf uitschakelingen worden weergege-ven.
15Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
INSTELLINGEN UITVOEREN
DATATOEGANG BEPALEN
Cijfers invoerenInvoervelden voor viercijferige code:
Activeer het eerste invoerveld van de cijfercode met een druk op de draai-drukknop. Stel het eerste cijfer in door aan de draai-drukknop te draai-en en bevestig uw invoer met een druk op deze knop.
Herhaal dit telkens voor het volgende invoerveld.
Selecteer afsluitend en sla de ingevoerde cijfers op met een druk op de draai-drukknop.
De invoervelden worden automatisch op 0000 gezet. De cursor springt automatisch op de navigatiepijl. Het pro-gramma informeert u in de menuregel “Datatoegang” over de gekozen status van de datatoegang.
DatatoegangInformatie over actuele status van de datatoegang (hier: Gebruiker)
ATTENTIEna de onderhoudswerkzaamheden mag u niet vergeten de datatoegang terug te zetten op “gebruiker” (Cijfercode 0000 invoeren en opslaan).Door verkeerde, niet op de installatiecomponenten afge-stemde programma-instellingen kunnen er zich storingen voordoen in de installatie die in sommige gevallen zelfs tot ernstige schade kunnen leiden. Daarom moet de toegang tot de basisinstellingen van de installatie worden geblok-keerd voor onbevoegde personen.
OPMERKINGde fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat door verkeerde, niet aan de installatie-componenten aangepaste programma-instellingen.
ENERGIE OPROEPEN
LWD-warmtepumpentypen zijn uitgerust met een energiemeting door druksensoren in het koelcircuit van de warmtepomp. Bij deze warmtepompen kan de energie direct worden uitgelezen – bij alle andere apparaten van de Luxtronik 2.0-serie kan de energiemeting extern (toebehoren) worden geïnstalleerd.
Verwarmen Gemeten energie voor verwarming in kWh
Warmwater Gemeten energie voor warm water in kWh
Gezamelijk Som van de gemeten energie in kWhvanaf:1.1.1970 Datum sinds de laatste meting (datum
hier als voorbeeld).
Door de datum te selecteren en te bevestigen, wordt de teller van de energiemeting weer op nul gezet. Zo kan de energie voor een zelfgekozen periode (startdatum = weergegeven datum) worden geregistreerd.
OPMERKINGEventueel wordt na de gemeten energie voor warm wa-ter ook de gemeten energie voor het zwembad weerge-geven.
BACnet OPROEPEN
DeviceID Uniek identificatienummer van het apparaat in het BAC net-netwerk
DeviceName Naam van het apparaat in het BAC net-netwerk
Modelname Modelnaam van het apparaatLocation Standplaats van het apparaatPort BAC net-communicatiepoort van het
apparaat
16 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
A in dit temperatuurgebied wordt geen verwarming gevraagd
B in dit temperatuurgebied wordt verwarming gevraagd
C HystereseD Neutrale zoneE Ingestelde retourtemperatuur
Hysterese bij vermogensgeregelde warmtepompBij vermogensgeregelde warmtepompen is de functie ‘Hysterese HR’ niet beschikbaar. Hier wordt de ingestelde retourwaarde door de vermogensregeling van de compressor geregeld:
a a d c b
+4K RS
RS Ingestelde retourwaardea Continu bedrijf van de warmtepomp met
individueel verwarmingsvermogenb Uitschakeling zodra de instelwaarde met 4 K
overschreden isc Inschakeling zodra de ingestelde retourwaarde
onderschreden isd Activeren van de aanvullende warmteopwekker
na de vrijgavetijd, indien de ingestelde retourwaarde permanent onderschreden wordt en de compressor met maximaal vermogen werkt; terugkeer naar bedrijf met alleen de warmtepomp, wanneer de ingestelde retourwaarde bereikt is
TR Verhoging max Retourtemperatuurverhoging maximaalInstelling van de maximaal toelaatbare overschrijding van de retourtemperatuur. Bij het overschrijden van de retourtemperatuur in de verwarming met de hier ingestelde waarde worden inwendige minimumlooptijden genegeerd en alle warmteopwekkers uitgeschakeld. Waarde altijd hoger instellen dan de waarde van de Hysterese HR.
Vrijgave 2 compr. Vrijgave 2e compressorAlleen bij apparaten met twee compressoren wordt hier een waarde weergegeven.Instelling van de minimale buitentemperatuur vanaf welke de 2e compressor naar gelang van de behoefte in de verwarmingsmodus kan worden vrijgegeven. Boven de ingestelde buitentemperatuur blijft de 2e compressor in de verwarmingsmodus geblokkeerd.
Vrijgave ZWE Deblokkeren tweede warmteopwekkerInstelling van de buitentemperatuur waarbij deblokkeren van de tweede warmteopwekker naar behoefte mogelijk is. Boven deze ingestelde buitentemperatuur blijft de tweede warmteopwekker geblokkeerd.Uitzondering:bij storing en instelling storing met TWO wordt tweede warmteopwekker onafhankelijk van de ingestelde buitentemperatuur gedeblokkeerd.
VERKORTPROGRAMMA OPROEPEN
Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, programma-onderdeel “Ser-vice“, sectie “Verkortprogramma oproepen“.
TEMPERATUREN VASTLEGGEN
Het menu is hier onvolledig afgebeeld. Andere menu-items verschijnen door te scrollen.
Elk gewenst menu-item selecteren, activeren, tempera-tuurwaarde instellen en met een druk op de draai-druk-knop bevestigen.Scroll helemaal naar beneden in het display.Sla de instellingen op of annuleer ze.
Retour-begrensd Retourtemperatuur-begrenzingInstelling van de gewenste maximum retourtemperatuur in verwarmingsmodus.
X BuitentemperatuurY RetourtemperatuurA StooklijneindpuntB Retourtemperatuurlimiet (in het afgebeelde
voorbeeld: 40 °C)
Hysterese HR Hysterese verwarmingsregelaarInstelling van de regelhysterese van de verwarmingsregelaarBij zeer reactiegevoelige verwarmingssystemen een grotere en bij tragere systemen een kleinere hysterese instellen.Voorbeeld: Hysterese verwarmingscircuit retour = 2K
17Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
bij W/W-apparaten Instelling alleen mogelijk af fabriek.
T-HG max. Maximum persgastemperatuurInstelling van de maximaal toelaatbare temperatuur in het koelcircuit van de warmtepomp.
T-Luchtontd-einde Temperatuur luchtontdooiing eindeHier wordt alleen een waarde weergegeven bij L/W-apparaten en wanneer de luchtontdooiing ingeschakeld is.Instelling van de temperatuur waarbij de luchtontdooiing aan de uitgang van de verdamper wordt beëindigd.
pagina 34, “Overzicht: Ontdooicyclus, Luchtont-dooiing, Aanvoer Max”
Verlagen tot maximum dalingInstelling van de buitentemperatuur tot welke er een nachtelijke temperatuurverlaging wordt doorgevoerd.Fällt die tatsächliche Buitentemperatuur unter den eingestellten Wert, wird die Absenktemperatur ignoriert.
Aanvoer max.1) Maximum aanvoertemperatuurAls deze temperatuur in de aanvoer wordt overschreden, wordt een compressor van de warmtepomp uitgeschakeld. Dit geldt voor alle types!
pagina 34, “Overzicht: Ontdooicyclus, Luchtont-dooiing, Aanvoer Max”
Aanvoer-max Menggr1 maximum aanvoertemperatuur na de mengklep
Wordt alleen weergegeven als menggroep 1 is ingesteld op mengklep. In dat geval werkt de aanvoertemperatuurvoeler van TB1 als begrenzer van de aanvoertemperatuur na de mengklep. D.w.z.: als TB1 de ingestelde waarde overschrijdt, zal de mengklep richting >Dicht< worden gedraaid.
Buitentemp. Grensw.2) Warmtebrontemperatuurafhankelijke aanpassing van de aanvoertemperatuur.
Hier wordt de buitentemperatuur ingesteld, tot dewelke de max. aanvoertemperatuur met de warmtepomp mag worden bereikt.Onder deze buitentemperatuur zal de daadwerkelijke max. aanvoertemperatuur van de warmtepomp lineair dalen tot de waarde ‘Aanvoer max. Gernsw’.
Aanvoer max. Gernsw 3) Warmtebrontemperatuur-afhankelijke aanpassing van de aanvoertemperatuur.
Hier wordt de max. aanvoertemperatuur van de warmtepomp bij een buitentemperatuur van -20 °C ingesteld.Meer informatie vindt u onder punt ‘min. BT AV max.’ en volgende tekening:
AV
AT-20°C min. BT AV max.
AV-max.
Aanvoer max. Gernsw
T-Luchtontdooien Temperatuur-luchtontdooiingHier wordt alleen een waarde weergegeven bij L/W-apparaten en wanneer de luchtontdooiing ingeschakeld is.Instelling van de vrijgavetemperatuur voor de luchtontdooiing. Onder de ingestelde temperatuur is de luchtontdooiing geblokkeerd.
ATTENTIELuchtontdooiing alleen instellen bij toesteltypes die hier-voor zijn goedgekeurd.
TDI-Ingestelde temp. Ingestelde TDI-temperatuurInstelling van de insteltemperatuur voor de thermische desinfectie in de productie van warm tapwater.
Hysterese Tapw. Hysterese warm tapwaterInstelling van de regelhysterese voor de productie van warm tapwater (negatieve hysterese).
A in dit temperatuurgebied wordt geen warm tapwaterproductie gevraagd
B in dit temperatuurgebied wordt warm tapwaterproductie gevraagd
C Warm tapwater, ingestelde waardeD negatieve hysterese
Aanvoer 2 compr. Tapw. Aanvoertemperatuur 2e TapwaterAlleen bij apparaten met twee compressoren wordt hier een waarde weergegeven.Instelling van de aanvoertemperatuur vanaf welke er met één compressor warm tapwater wordt geproduceerd.Optimalisatie van de laadtijd en de bereikbare warm tapwatertemperaturen.
Tbuiten max. Maximum buitentemperatuurHier wordt alleen bij L/W-apparaten een waarde weergegeven.Instelling van de maximale buitentemperatuur vanaf welke de warmtepomp wordt geblokkeerd.Tweede warmteopwekker wordt naar behoefte vrijgegeven.
Tbuiten min. Minimum buitentemperatuurHier wordt alleen bij L/W-apparaten een waarde weergegeven.Instelling van de minimum buitentemperatuur vanaf welke de warmtepomp wordt geblokkeerd.Tweede warmteopwekker wordt naar behoefte vrijgegeven.
T-HG min. Minimum warmtebrontemperatuurwordt alleen een waarde weergegeven bij B/W- en W/W-apparaten.Instelling van de minimaal toelaatbare temperatuur bij de warmtebron-uitgang van de warmtepomp.
bij B/W-apparaten: Met KD-toegang kan een waarde boven -9 °C wor-
den ingesteld (noodzakelijk bij het aansluiten van tussenwarmtewisselaars in combinatie met open bronnen)
18 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
SYSTEEMINSTELLING VASTLEGGEN
Het menu is hier onvolledig afgebeeld. Andere menu-items verschijnen door te scrollen.Elk gewenst menu-item selecteren, activeren, gewens-te instelling uitvoeren en met een druk op de draai-druk-knop bevestigen..Scroll helemaal naar beneden in het dis-play.Sla de instellingen op of annuleer ze.
ATTENTIEverkeerde, niet op de installatiecomponenten afgestemde programma-instellingen brengen de veiligheid en de goede werking van de installatie in gevaar en kunnen tot ernstige schade kan leiden.
OPMERKINGafwijking van de betreffende fabrieksinstellingen in het over-zicht “Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling” invoeren.
pagina 35, “Systeeminstelling bij de inbedrijfstelling”
EVU-blokkering EVU blokkeringzonder ZWE ZWE bij externe aansturing eveneens
geblokkeerdmet ZWE ZWE bij externe aansturing vrijgegevenInstelling heeft enkel effect bij ketel-HT of ketel-LT als ZWE.
Ruimteopnemer Ruimteopnemer (ruimteregelaar met stooklijnverstelling)
Nee geen ruimteregelaar met stooklijnverstelling aangesloten
RFV ruimteregelaar met stooklijnverstelling aangesloten
Inpassing Hydraulische aanpassingInstelling van de hydraulische aanpassing van het buffervatRetour hydraulische aanpassing met serieel
geschakelde buffervaten (aanvoer/retour)
Buffervat hydraulische aanpassing met parallel geschakelde buffervaten (multifunctionele buffervaten,…)
OPMERKINGeen buffervat vereist een externe retourtemperatuurvoeler.
Hyst.2 comp. verkort Hysterese verwarmingsregelaarvanaf welke de inschakeltijd van het 2e comp.-niveau wordt verkort (zie ‘Systeeminstelling’).Aanvullende inschakeling Comp2:
A geen inschakelingB verkorte inschakelingC T ret.berD hysterese VRE hysterese VR verkort
Tapwater max. Maximale warmwatertemperatuurEen waarde die wordt ingesteld om de maximale insteltemperatuur voor warm water te begrenzen.
min. aanvoer koeling Minimale aanvoer temperatuur koelingAls deze temperatuur aan de koelsensor (naargelang de integratie TB1, TB2 of TRL) onderschreden wordt, wordt de koeling onderbroken (fabrieksinstelling 18°C). Tegelijkertijd is de aangegeven waarde de minimale grenswaarde voor insteltemperaturen voor de koeling.
Scroll helemaal naar beneden in het display.Sla de instellingen.
PRIORITEITEN VASTLEGGEN
Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, programma-onderdeel “Ser-vice”, sectie “Prioriteiten vastleggen”
19Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Verwarmen ZWE bevindt zich als elektrisch element in het buffervat
Verw en Tw (verwarming en warm tapwater) ZWE bevindt zich hydraulisch in de aanvoer van de warmtepomp. ZWE wordt doorstroomd wanneer de verwarmingswarmtepomp of de circulatiepomp voor het warm tapwater draait
ATTENTIEbij ingebouwde doorstroomboilers die in de aanvoer van de warmtepomp zitten, moet “Verw en TW” als functie worden ingesteld.
OPMERKINGvoor iedere ZWE moet telkens het type en de functie wor-den ingesteld.
ZWE2 Type Type van de tweede warmteopwekker 2Nee geen ZWE2 aangesloten, de
uitgang heeft de functie “algemeen storingscontact”
E-Element ZWE2 is een elektrisch element, de installatie werkt mono-energetisch
ZWE2 Functie Functie van de tweede warmteopwekker 2
Nee geen ZWE2 aangesloten, de uitgang heeft de functie “algemeen storingscontact”
Verwarmen ZWE2 bevindt zich als elektrisch element in het buffervat
Tapwater ZWE2 bevindt zich in het warm-tapwaterbuffervat
ATTENTIEals ZWE2 op nee staat, heeft de uitgang de functie “alge-meen storingscontact”. Er mag geen ZWE op deze uitgang aangesloten zijn.Uitgang schakelt in/uit bij een storing met automatische reset. “Continu aan” bij storing.
ATTENTIEAlleen de volgende ZWE1 / ZWE2-combinaties zijn toege-laten:
ZWE1 Functie ZWE2 Functie VrijgaveVerwarmen Verwarmen
Verw en Tapw VerwarmenVerwarmen Tapwater
Nee TapwaterNee Verwarmen
Verw en Tapw Tapwater
Storing Storingmet ZWE bij storing van de warmtepomp worden
aangesloten ZWE ingeschakeld naar gelang van de behoefte (Verw en Tapw)
zonder ZWE bij storing van de warmtepomp worden aangesloten ZWE slechts ingeschakeld
Menggroep 1 Menggroep 1Instelling van de functie van de mengklepsturingLaden mengklep dient als ladingsmengklep,
bijvoorbeeld voor een ketel
A KetelB WarmtepompTB1 Temperatuurvoeler aanvoer
(optioneel)
Ontladen mengklep dient als regelmengklep, bijvoorbeeld voor een vloerverwarming
TB1 Temperatuurvoeler aanvoer (optioneel)
Koelen mengklep dient als regelmengklep voor passieve koelfunctie (B/W- en W/W-apparaten passief en LWD reversibel actief)
Nee mengklep heeft geen functie
OPMERKINGBij LWD reversibel kan MK1 ook zonder comfortprintplaat met installateur- of klantenservicetoegang op ‘Verw+koel’ of ‘Koelen’ worden ingesteld. De koeling wordt via de re-tourvoeler geregeld.
ZWE1 Type Type van de tweede warmteopwekker 1Nee geen ZWE aangesloten, installatie
werkt monovalentE-Element elektrisch element als ZWE
aangesloten, installatie werkt mono-energetisch
Ketel Ketel-HT als ZWE aangesloten, installatie werkt bivalent. Als op “Ketel” is ingesteld, is er een mengklep vereist, omdat de ketel, indien nodig, continu wordt ingeschakeld en er geen temperatuurregeling via uitgang ZWE1 plaatsvindt
Gasboiler Ketel-LT (gasketel) als ZWE aangesloten, wordt als elektrisch element aangestuurd, kan echter tijdens de externe aansturing worden vrijgegeven
ZWE1 Functie Functie van de tweede warmteopwekker 1
Nee geen ZWE aangesloten, installatie werkt monovalent
20 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
uitsluitend wanneer deze eerder in de verwarmingsmodus gedeblokkeerd was!
Ontdooicycl. max Ontdooicyclustijd, maximale tijd tussen twee ontdooiprocessen
Optie slechts mogelijk bij L/W-apparatenDe in te stellen tijd kunt u vinden in de installatie- en gebruikershandleiding bij het betreffende L/W-apparaat. Als u daar geen gegevens vindt, geldt het volgende:
pagina 34, “Overzicht: Ontdooicyclus, Luchtont-dooiing, Aanvoer Max”
Luchtontdooi LuchtontdooiingOptie slechts mogelijk bij L/W-apparatenNee luchtontdooiing niet vrijgegevenJa luchtontdooiing algemeen boven de
ingestelde temperatuur vrijgegeven
Vrijgegeven apparaten, pagina 34, “Overzicht: Ont-dooicyclus, Luchtontdooiing, Aanvoer Max”
ATTENTIEBij niet-vrijgegeven apparaten geen ‘luchtontdooiing’ in-stellen.
Luchtontdooi max Maximum tijdsduur lucht-ontdooiingOptie slechts mogelijk bij L/W-apparaten en wanneer luchtontdooiing vrijgegeven
Ontdooien 2 Optie slechts mogelijk bij L/W-apparaten met 2 compressorenmet 1VD ontdooiing met slechts een compressormet 2VD ontdooiing met twee compressoren,
voor zover die ook vóór de ontdooiing werkten
Pompen optimal. PompoptimalisatieNee verwarmingscirculatiepompen draaien
altijd, behalve wanneer er een andere productie wordt gevraagd (warm tapwater,…) of wanneer het apparaat is uitgeschakeld
Ja verwarmingscirculatiepompen worden uitgeschakeld indien nodig
De verwarmingscirculatiepompen worden uitgeschakeld als de warmtepomp meer dan 3 uur niet wordt geactiveerd. De verwarmingscirculatiepompen zullen dan telkens na 30 minuten 5 minuten lang draaien tot de warmtepomp weer warmte levert.
Als de buitentemperatuur boven de ingestelde retourtemperatuur ligt, zullen de verwarmingscirculatiepompen continu uitgeschakeld blijven. Na 150 uur worden deze telkens 1 minuut lang ingeschakeld om vastzitten van de pomp te voorkomen.
wanneer retourtemperatuur < 15 °C (vorstbescherming); (alleen verwarming)
Tapwater 1 Warm tapwater 1Voeler productie van warm tapwater wordt via
een temperatuurvoeler in het warm-tapwaterbuffervat gestart of gestopt
Therm. (=Thermostaat) productie van warm tapwater wordt via een thermostaat in het warm-tapwaterbuffervat gestart of gestopt
OPMERKINGwarm-tapwaterthermostaat aansluiten op dezelfde klem-men als de warm-tapwatertemperatuurvoeler (laagspan-ning). De warm-tapwaterthermostaat moet geschikt zijn voor laagspanning (potentiaalvrij contact).Thermostaat gesloten (= signaal aan) = aanvraag van warm tapwater.
Tapwater 2 Warm tapwater 2ZIP ZIP betekent circulatiepomp.
De bijbehorende instellingen vindt u in de beschrijving van de circulatiepomp in Deel 1 van de gebruiksaanwij-zing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, sectie, programma-onderdeel “Warmwater“, sectie “Cir-culatie tapwater“.
BLP BLP-instelling betekent dat de uitgang ZIP tijdens de productie van warm tapwater actief is en 30 seconden na TW-productie uitschakelt.
Tapwater 3 Warm tapwater 3met ZUP aanvullende circulatiepomp draait
tijdens de productie van warm tapwaterzonder ZUP aanvullende circulatiepomp draait niet
tijdens de productie van warm tapwater
Tapwater 4 Warm tapwater 4Ber.waarde warmtepomp tracht de instelwaarde
van de warm-tapwatertemperatuur te bereiken
Tapwater 5 Warm tapwater 5met HUP verwarmingscirculatiepomp draait
tijdens de productie van warm tapwaterzonder HUP verwarmingscirculatiepomp draait niet
tijdens de productie van warm tapwater
Warmtepomptype FabrieksinstellingSWC met HUPLWC met HUPWZS met HUPWWC met HUPLWD met HUP
andere apparaten zonder HUP
BW+WP max maximale looptijd warm-tapwaterproductie + warmtepomp
Na het verstrijken van de ingestelde tijd wordt ZWE in de warm-tapwaterproductie ingeschakeld, doch
21Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Vastetemp. de aanvoertemperatuurwaarde kan los van de buitentemperatuurwaarde worden gekozen
Opwarmen Optie slechts mogelijk bij externe energiebron (houtketel, zonne-energie-installatie met parallel geschakelde buffervaten, …)met mengkl. als mengklep is gedefinieerd als
ontladingsmengklep, regelt hij volgens de in het opwarmprogramma ingestelde insteltemperatuur
z mengkl. als de mengklep is gedefinieerd als ontladingsmengklep, stuurt hij tijdens het opwarmprogramma altijd open
Elektrische anode Elektrische anodeParasitaire-stroomanode in het warm-tapwaterbuffervatJa parasitaire-stroomanode aanwezigNee parasitaire-stroomanode niet aanwezig
ATTENTIEbij apparaten met parasitaire-stroomanode in het warm-tapwaterbuffervat moet in dit menuoptie “Ja” wor-den ingesteld om de corrosiebescherming van het buffer-vat te garanderen.Het aansluiten van de parasitaire-stroomanode moet ge-beuren volgens de instructies van de handleiding bij de betreffende warmtepomp.
Verwarmingsgrens Als de parameter Stookgrens op Ja is ingesteld, zal hierdoor de verwarming in de zomermodus automatisch worden uitgeschakeld en andersom.Als de stookgrens geactiveerd is, zal onder Service Informatie - Temperaturen de gemiddelde dagtemperatuur worden weergegeven. Gelijktijdig verschijnt in het menu Verwarming de menuoptie Stookgrens. Hier dient een temperatuur te worden ingesteld vanaf wanneer de warmtepomp niet meer dient te verwarmen. Als de gemiddelde waarde de ingestelde waarde overschrijdt, dan wordt de retourtemperatuurwaarde op minimaal verlaagd en worden de verwarmingscirculatiepompen uitgeschakeld. Als de gemiddelde temperatuur de stooklijnwaarde weer onderschrijdt, dan wordt de verwarming automatisch weer gestart.
Parallelbedrijf Nee standaardinstelling, warmtepomp
werkt zelfstandigMaster de warmtepomp is de master in een
parallelschakeling en zorgt voor de verwarmingsregeling van een installatie
Slave de warmtepomp is een onderdeel in een parallelschakeling en ontvangt voor het verwarmingsbedrijf commando’s van de master-WP
Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, programma-onderdeel “Parallel-bedrijf“
Toegang DatatoegangsbevoegdheidAls op “Install.” (=installateur/vakpersoneel) is ingesteld, kunnen alle parameters zonder wachtwoord worden aangepast die anders alleen met “Servciienst“-toegang (=klantenservice) kunnen worden gewijzigd.
Brine-Luchtflow / Flow brinecircuit, doorstromingOptie slechts mogelijk bij L/W- ofwel bij W/W-apparatenNee noch brinedrukpressostaat noch flow-
switch aangeslotenBrinedruk bij B/W-apparaten in op de ingang
ASD in een brinedrukpressostaat aangesloten
Flow bij W/W-apparaten in op de ingang ASD in een flowswitch aangesloten
Net contr. fasebewakingsrelais in de toevoerleiding voor de compressor aan ingang ASD aangesloten
Net+Flow fasebewakingsrelais en flowswitch in serie aan ingang ASD aangesloten
ATTENTIEbij bepaalde apparaten is er af fabriek een flowswitch inge-bouwd. In dat geval moet de ASD absoluut op “Net contr.” of “Net+Flow” worden ingesteld.Een verkeerde instelling brengt de veiligheid en de goede werking van uw apparaat in gevaar en kan tot ernstige schade leiden.
Bewaking compres. Bewaking compressorUit compressorbewaking uitgeschakeldAan compressorbewaking ingeschakeld,
als het draaiveld van de voeding van de compressor verkeerd is, wordt er bij “Net aan” een storing gedetecteerd
Storingsnummer 729, pagina 30
Als de compressor start, controleert de compressorbewaking de temperatuurwijziging van het persgas. Als de temperatuur van het persgas niet omhoog gaat als de compressor werkt, zal er een storing worden gemeld.
ATTENTIEcompressorbewaking alleen uitschakelen voor het zoeken naar fouten tijdens onderhoud.Apparaten met een fase volgorde relais worden met uitge-schakelde compressorbewaking geleverd.
Regeling verwarm Regeling van de verwarmingscircuitBT-afh. de retourtemperatuurwaarde van de
verwarming wordt berekend op basis van de ingestelde stooklijn
Vastetemp. de retourtemperatuurwaarde kan los van de buitentemperatuurwaarde worden gekozen
Regeling Menggr.1 Regeling menggroep 1BT-afh. de aanvoertemperatuurwaarde van de
verwarming wordt berekend op basis van de ingestelde stooklijn
22 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, programma-onderdeel “Warm-water“, sectie “Warmwatertemperatuur met naverwar-ming“.
Warmw. naverw. max Maximale tijdspanne voor warmwaternaverwarming
Maximale tijdspanne waarin de warmwaternaverwarming dient plaats te vinden. Als deze tijdspanne overschreden wordt, wordt de warmwaternaverwarming afgebroken.
Scroll helemaal naar beneden in het display.Sla de instellingen.
SYSTEEM ONTLUCHTEN
Het menu is hier onvolledig afgebeeld. Andere menu-items verschijnen door te scrollen.
HUP Verwarmings- en vloerverwarmings-circulatiepomp
ZUP Circulatiepomp voor warm-tapwaterBUP Warm tapwater circulatiepompVentilator BOSUP Ventilator, bronwater- of brine-
circulatiepompMA1 Mengkraan 1 OpenMZ1 Mengkraan 1 DichtZIP Aanvullende circulatiepomp,
circulatiepompLooptijd Tijdsduur ooptijd van het ontluchtenEx-ventiel man. op Expansieventiel handmatig Open
Bij LWD… en SWP371-SWP691 en SWP291H-SWP561H gaat het expansieventiel voor de ingestelde looptijd compleet open.
Pompoptim Tijd Als de pompoptimalisatie is ingeschakeld (pompopt. JA), kan hier de tijd worden ingesteld na dewelke de verwarmingscirculatiepomp wordt uitgeschakeld. Is de warmtepomp voor deze tijd uitgeschakeld omdat er geen verwarmingsaanvraag gegeven is, dan wordt de pomp cyclisch 30 minuten uit- en 5 minuten ingeschakeld, tot er weer een verwarmingsaanvraag ontvangen wordt.
Afstandsbeheer Ja afstandsbeheer is ingeschakeldNee afstandsbeheer is uitgeschakeld
Meer informatie over het gebruik van de afstandsbeheer: Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, programma-onderdeel “Ser-vice“, sectie “Systeemaansturing / Afstandsbeheer“.
Aanvoer VBO Hier kan de aanvoertijd voor de warmtebronpomp bij brine-water- en water-waterapparaten worden ingesteld. Dit kan noodzakelijk zijn, als de tijd van het inschakelen van de pomp tot het bereiken van de nominale doorstroming groter dan 30 seconden is.
OntdCycl.min Ontdooicyclustijd, minimale tijd tussen twee ontdooiprocessen
Optie slechts mogelijk bij L/W-apparatenDe in te stellen tijd kunt u vinden in de installatie- en gebruikershandleiding bij het betreffende L/W-apparaat.
Verkorting 2e Comp Verkorting 2e CompressorTijd tot de inschakeling van het 2e compressorniveau. Is de afwijking van de ingestelde retourtemperatuur ten opzichte van de reële retourtemperatuur groter dan de instelling ‘hysterese VR verk.’ (‘Instellingen temperaturen’), dan wordt het 2e compressorniveau na deze tijd aanvullend ingeschakeld.
OPMERKINGEen compressor mag max. 3x per uur aanvullend worden ingeschakeld. Als dit aantal eenmaal is bereikt, kan de in-schakeling langer duren!
Melding TDI Melding thermische desinfectieIndien NEE, dan verschijnt geen storingsmelding, anders zie foutmelding 759
Foutmelding 759, pagina 30
Vrijg. ZWE Vrijgave tweede warmteopwekkerTijd tot inschakeling van de tweede warmteopwekker
Warmw. naverw. WarmwaternaverwarmingNee Warmwaternaverwarming
gedeactiveerd (= fabrieksinstelling)Ja Warmwaternaverwarming geactiveerd.
Indien geactiveerd wordt de gewenste warmwaterwaarde de doelwaarde voor warm water
23Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
PARAMETERS IBN OPSLAAN
OPMERKINGDe functie “Parameters IBN instellen” is alleen beschikbaar in de Klantenservice-toegangsmodus.
Het is mogelijk de instellingen op te slaan die tijdens de inbedrijf-stelling zijn uitgevoerd (= Parameters IBN opslaan). Indien nodig kan de installatie zodoende snel en eenvoudig weer worden ge-reset met de instellingen ten tijde van de inbedrijfstelling.
De gegevens worden op de printplaat van het bedieningsele-ment opgeslagen.
Volg de instructies op het scherm.
Bovendien is het mogelijk de instellingsgegevens extern op een USB-stick op te slaan.
Selecteer en activeer het/de te ontluchten installatieonder-deel/onderdelen…
Scroll helemaal naar beneden in het display. Selecteer en acti-veer “Looptijd“ en looptijd (uurcyclus) instellen.
LooptijdFabrieksinstelling: 1 uur
OPMERKINGwaardegebied voor looptijd = 1 – 24 uren.
Sla de instellingen.
OPMERKINGals er circulatiepompen zijn geactiveerd, start het ontluch-tingsprogramma onmiddellijk nadat de instellingen zijn opgeslagen.Het ontluchten wordt telkens na een uur gepauzeerd ge-durende 5 minuten en wordt vervolgens automatisch voortgezet.
OPMERKINGzolang het ontluchtingsprogramma actief is, wordt het overeenkomstige programmasymbool in het navigatie-display weergegeven:
24 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
SELECTEREN VAN DE DISPLAYTAAL
Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, sectie “Basisinformatie over de bediening“.
DATUM EN TIJD VASTLEGGEN
Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, sectie “Basisinformatie over de bediening“.
OPWARMPROGRAMMA
OPMERKINGde af fabriek ingestelde waarden komen overeen met de richtlijnen van bepaalde vloerfabrikanten, maar kunnen ter plaatse worden gewijzigd.
ATTENTIEaf fabriek ingestelde waarden of gewenste waarden moe-ten worden gecontroleerd op hun overeenstemming met de richtlijnen van de fabrikant van de vloer die moet wor-den verwarmd.
ENERGIE-EFFICIËNTE POMP
Voor LWC, SWC, WWC en warmtepompen met een energiepakket verschijnt het volgende display:
In dit menu kunt u de vrije opvoerhoogte van de circulatiepomp (besturing via PWM-signaal) aanpassen:
Eff. pomp nom. Efficiënte pomp nominaal bedrijf Deze waarde geldt, wanneer de compressor loopt
Eff. pomp min. Efficiënte pomp minimaal bedrijf Deze waarde geldt, wanneer de
compressor niet loopt
Efficiënte pomp. Efficiënte pomp
Energie
voor LWD:
In dit menu kunt u de vrije opvoerhoogte van de circulatiepomp (besturing via PWM-signaal) aanpassen:
Eff. pomp nom. Efficiënte pomp nominaal bedrijf Deze waarde geldt, wanneer de compressor loopt
Eff. pomp min. Efficiënte pomp minimaal bedrijf Deze waarde geldt, wanneer de compressor niet loopt
Sla de instellingen op:
25Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
OPWARMPROGRAMMA STARTEN
OPMERKINGTerwijl het verwarmingsprogramma loopt, wordt op het display -10 °C als buitentemperatuur aangegeven. De warmwaterbereiding is niet mogelijk.
OPMERKINGin het opwarmprogramma worden alle aangesloten ver-warmingstoestellen naar gelang van de behoefte vrijgege-ven. Nochtans geldt het volgende:een verwarmingsinstallatie is berekend op verwarmen en niet op het opwarmen van een vloer. Daarom kan het voor de opwarmfase nodig zijn de installatie uit te rusten met aanvullende verwarmingstoestellen.
Het menu is hier onvolledig afgebeeld.Scroll naar beneden in het scherm.Accepteer de bevestiging.
OPMERKINGals de veiligheidsvraag met wordt beantwoord, wordt het opwarmprogramma niet gestart.Als de veiligheidsvraag met wordt beantwoord, keert het programma terug naar het menu “Opwarmpro-gramma”.
Na het starten van het opwarmprogramma worden de gepro-grammeerde aanvoertemperatuurtrappen automatisch achter-eenvolgens afgelopen.
TEMPERATUREN EN TIJDSINTERVALLEN INSTELLEN
Voorbeeld:
Herhaal stappen voor de tabelrijen “Aanvoer2“ naar “Aanvoer10”.
OPMERKINGals er voor het opwarmen van de vloer minder dan tien trappen nodig zijn, moet het tijdsinterval bij alle niet beno-digde trappen op “0h” worden gezet.
ATTENTIEterwijl het opwarmprogramma loopt, mag u geen warm-tapwatersnelopwarmen starten.
OPMERKINGals de temperaturen in het verwarmingssys teem reeds groter zijn dan de insteltemperatuur van de eerste aan-voertemperatuurtrap, moet u het opwarmprogramma met de eerstvolgende hogere aanvoertemperatuurtrap star-ten. Anders kan het opwarmprogramma in de eerste aan-voertemperatuurtrap een foutmelding geven.
26 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Het voor een aanvoertemperatuurtrap ingestelde tijdsinterval is niet noodzakelijk de werkelijke tijd die nodig is om de volgende aanvoertemperatuurtrap te bereiken. Naar gelang van de verwar-mingsinstallatie en het vermogen van de warmtepomp kan het langer of minder lang duren tot de volgende aanvoertempera-tuurtrap wordt bereikt.Als een bepaalde aanvoertemperatuurtrap ten gevolge van een te gering verwarmingsvermogen niet wordt bereikt, verschijnt er op het display een overeenkomstige foutmelding. De foutmel-ding informeert u ook over de aanvoertemperatuurtrap die niet is bereikt. Het opwarmprogramma loopt niettemin verder en tracht de volgende aanvoertemperatuurtrap te bereiken.
OPMERKINGna afloop van een TT-temperatuurtrap wordt het bijbeho-rende tijdsinterval op “0h” gezet. Op die manier wordt ge-garandeerd dat het opwarmprogramma na een eventuele stroomuitval verdergaat bij die aanvoertemperatuurtrap waarbij het onderbroken is.
OPMERKINGals de foutmelding “Vermogenstekort Opwarmpro-gramma” verschijnt (= foutnummer 730), wijst dat erop dat het opwarmprogramma een aanvoertemperatuurtrap niet binnen het vastgelegde tijdsinterval kon afwerken. Het op-warmprogramma loopt niettemin verder.De foutmelding kan pas worden bevestigd wanneer het opwarmprogramma afgelopen is of handmatig is uitge-schakeld.
OPMERKINGzolang het opwarmprogramma loopt, wordt het overeen-komstige programmasymbool in het navigatiedisplay weergegeven:
OPWARMPROGRAMMA HANDMATIG BEËINDIGEN
INSTALLATIECONFIGURATIE
OPMERKINGwanneer een bepaalde gebruiksmodus niet nodig is in uw installatie, is het onnodig de bijbehorende programmaon-derdelen op het display weer te geven.Een voorbeeld: uw installatie is uitsluitend bestemd voor verwarming. Er zijn geen onderdelen voor de produc-tie van warm tapwater geïnstalleerd. Dat maakt dat u de menu’s van het programma-onderdeel “Warm tapwater” niet nodig hebt. Het is dan ook niet nodig dat die menu’s op het display worden weergegeven. Onder “Installatie-configuratie” kunt u bepalen dat deze menu’s in principe niet worden weergegeven op het display en daardoor ver-borgen blijven.
OPMERKINGhet verbergen van de menu’s heeft echter geen invloed op de functie of de werking van een gebruiksmodus. Als de gebruiksmodus moet worden uitgeschakeld, moet dat in het menu “Bedrijfsmode” worden ingesteld.
Selecteer het niet benodigde programma-onderdeel.In het voorbeeld moeten de menu’s van het program-ma-onderdeel “Verwarming” op het display worden weergegeven. De menu’s van het programma-onderdeel “Tapwater” worden niet weergegeven.
27Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
PARAMETERS IBN-ASSISTENT RESETAls uw warmtepomp door een geautoriseerde klantenservice in bedrijf is gesteld en de inbedrijfstellingsparameters zijn opgesla-gen, kunt u deze parameters m.b.v. deze menuoptie weer herstel-len/resetten.Dit kan een grote hulp zijn als er instellingen zijn gewijzigd die tot storingen van de installatie hebben geleid. Houd er rekening mee dat alle instellingen, zoals stooklijnen, systeeminstellingen, inge-stelde waarden, enz. worden teruggezet op de waarden ten tijde van de inbedrijfstelling.Dit heeft geen invloed op de schakelklokken.
De volgende menuopties zullen verschijnen:
IBN-ASSISTENTDe besturing is uitgevoerd met een inbedrijfstellingswizard. De-ze zal u, de eerste keer dat het toestel in bedrijf wordt genomen, begeleiden bij het instellen van de besturing. In het hoofdmenu knippert het pictogram “GO”. Door op dit pictogram te klikken, start u de inbedrijfstellingswizard. Als de inbedrijfstelling is afge-sloten, zal dit symbool verdwijnen. Verdere aanwijzingen m.b.t. de inbedrijfstellingswizard kunt u in de bijbehorende passages van deze gebruiksaanwijzing vinden.
Stap voor stap worden de selectiemogelijkheden voor het instel-len van de warmtepomp getoond.Een Voorbeeld:
Dit nummer voor de instelling van de regelaar kunt u in de gepubliceerde hydraulische schema’s terugvinden
28 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
DATALOGGER
Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, programma-onderdeel “Ser-vice“, sectie “Datalogger“.
SYSTEEMAANSTURING
CONTRAST VAN HET DISPLAY VAN HET BEDIENINGSELEMENT INSTELLEN
Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, sectie “Basisinformatie over de bediening“.
WEBSERVER
Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, programma-onderdeel “Ser-vice“, sectie “Systeemaansturing / Webserver“
AFSTANDSBEHEER
Deel 1 van de gebruiksaanwijzing voor de verwarmings- en warmtepompregelaar, programma-onderdeel “Ser-vice“, sectie “Systeemaansturing / Afstandsbeheer“
29Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Nr. Melding Beschrijving Remedie
701Lage-drukstoring vergrendelingInstallateur bellen
Lagedrukpressostaat of lagedruksensor in koelcircuit heeft meermaals gereageerd (LW) of langer dan 20 seconden (SW)
WP op lekken, schakelpunt pressostaat, ontdooiing en TA-min controleren.
702Lage-drukstoring onderbrokenReset autom.
Alleen mogelijk bij L/W-apparaten. Lagedruk in koudemiddelcircuitkoudemiddelcircuit heeft gereageerd. WP wordt na enige tijd automatisch herstart
WP op lekken, schakelpunt pressostaat, en TA-min controleren.
703 VorstbeveiligingInstallateur bellen
Alleen mogelijk bij L/W-apparaten. Als de warmtepomp werkt en de temperatuur in de aanvoer < 5 °C bereikt, dient de vorstbeveiliging te worden ingeschakeld
WP-vermogen, ontdooiventiel en verwarmingsinstallatie controleren.
704 PersgasstoringRESET in hh:mm
Maximum temperatuur in het persgaskoudemiddelcircuit overschreden. Automatische WP-herstart na hh:mm
Koelmiddelhoeveelheid, verdamping, oververhitting aanvoer, retour en WQ-min controleren.
705 Motorbeveiliging VENInstallateur bellen
Alleen mogelijk bij L/W-apparaten: motorbeveiliging van de ventilator heeft gereageerd
Ingestelde waarde en ventilator controleren.
706 Motorbeveilig. BSUPInstallateur bellen
Alleen mogelijk bij B/W- en W/W-apparaten. Motorbeveiliging van de brine- of bronwatercirculatiepomp of van de compressor heeft gereageerd
Ingestelde waarden, compressor, BOS controleren.
707 Codering WPInstallateur bellen
Breuk of kortsluiting van de codeerbrug in WP na de eerste inschakeling
Codeerweerstand in WP, stekker en verbindingskabel controleren.
708 Voeler retourleidingInstallateur bellen Breuk of kortsluiting van de retourvoeler Retourvoeler, stekker en verbindingskabel
controleren.
709 Voeler aanvoerInstallateur bellen
Breuk of kortsluiting van de aanvoervoeler. Geen storingsuitschakeling bij B/W- en W/W-apparaten
Aanvoervoeler, stekker en verbindingskabel controleren.
710 Temp.voeler persgasInstallateur bellen Breuk of kortsluiting in de persgasvoeler in het koudemiddelcircuit Persgasvoeler, stekker en verbindingskabel
controleren.
711 Voeler buitentemp.Installateur bellen
Breuk of kortsluiting van de buitentemperatuurvoeler. Geen storingsuitschakeling. Vaste waarde op -5 °C
Buitentemperatuurvoeler, stekker en verbindingskabel controleren.
712 Voeler tapwaterInstallateur bellen
Breuk of kortsluiting van de tapwatervoeler. Geen storingsuitschakeling.
Tapwatervoeler, stekker en verbindingskabel controleren.
713 Voeler WQ-EinInstallateur bellen Breuk of kortsluiting van de warmtebronvoeler (ingang) Warmtebronvoeler, stekker en
verbindingskabel controleren.
714 Persgas BWRESET in hh:mm
Thermische gebruiksgrens van de WP overschreden. Warm-tapwaterproductie geblokkeerd gedurende hh:mm
Doorstroming warm tapwater, warmtewisselaar, warm-tapwatertemperatuur en circulatiepomp warm tapwater controleren.
715Hogedrukstoring onderbrokenReset autom.
Hogedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft gereageerd. WP wordt na enige tijd automatisch herstart
Doorstroming VW, overlopen, temperatuur en condensatie controleren.
716 HogedrukstoringInstallateur bellen
Hogedrukpressostaat in koudemiddelcircuit heeft meerdere keren gereageerd.
Doorstroming VW, overlopen, temperatuur en condensatie controleren.
717 Doorstroming-WQInstallateur bellen
Flowswitch bij W/W-apparaten heeft tijdens de voorspoeltijd of tijdens het bedrijf gereageerd
Doorstroming, schakelpunt DFS, filter, luchtvrijheid controleren.
718 Max. buitentemp.Reset autom. in hh:mm
Alleen mogelijk bij L/W-apparaten. Buitentemperatuur heeft de toelaatbare maximum waarde overschreden. Automatische WP-herstart na hh:mm
Buitentemperatuur en ingestelde waarde controleren.
719 Min. buitentemp.Reset autom. in hh:mm
Alleen mogelijk bij L/W-apparaten. Buitentemperatuur is gedaald tot onder de toelaatbare minimum waarde. Automatische WP-herstart na hh:mm
Buitentemperatuur en ingestelde waarde controleren.
720 WQ-temperatuurReset autom. in hh:mm
Alleen mogelijk bij B/W- en W/W-apparaten. Temperaturen aan de verdamperuitgang is langs WQ-zijde meermaals tot onder de veiligheidswaarde gedaald. Automatische WP-herstart na hh:mm
Doorstroming, filter, luchtvrijheid, temperatuur controleren.
721 LagedrukuitschakelingReset autom.
Lagedrukpressostaat of lagedruksensor in koudemiddelcircuit heeft gereageerd. WP wordt na enige tijd automatisch herstart (SW en WW)
Schakelpunt pressostaat, volumestroom bron controleren.
722 Tempdiff VWInstallateur bellen
Temperatuurspreiding in de verwarmingsmodus is negatief (=foutief )
Werking en positie van de aanvoer- en retourvoeler controleren.
Storingsdiagnose / foutmeldingen
30 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Nr. Melding Beschrijving Remedie
723 Tempdiff tapw.Installateur bellen
Temperatuurspreiding in de warm-tapwatermodus is negatief (=foutief )
Werking en positie van de aanvoer- en retourvoeler controleren.
724 Tempdiff ABTInstallateur bellen
Temperatuurspreiding in het verwarmingscircuit is > 15 K tijdens het ontdooien (=bevriezingsgevaar)
Werking en positie van de aanvoer- en retourvoelers, pompvermogen HUP, overlopen en verwarmingscircuits controleren.
725 Installatiefout TWInstallateur bellen
Warm-tapwatermodus gestoord, temperatuur ver onder de gewenste opslagtemperatuur
Circulatiepomp TW, buffervatvulling, afsluitschuif en 3-wegventiel controleren. Verwarmingswater en TW ontluchten.
726 Voeler mengcircuit 1Installateur bellen Breuk of kortsluiting van de menggroepvoeler Menggroepvoeler, stekker en
verbindingskabel controleren.
727 Druk brinecircuitInstallateur bellen
Brinedrukpressostaat heeft tijdens de voorspoeltijd of tijdens het bedrijf gereageerd
Druk brinecircuit en brine-drukpressostaat controleren.
728 Voeler WQ-UitInstallateur bellen Breuk of kortsluiting in de warmtebronvoeler aan de WQ-uitgang Warmtebronvoeler, stekker en
verbindingskabel controleren.
729 Draaiveld storingInstallateur bellen Compressor na het inschakelen zonder vermogen Warmtebronvoeler, stekker en
verbindingskabel controleren.
730 Vermogenstekort OWP.Installateur bellen
Het opwarmprogramma kon een TT-temperatuurtrap niet binnen het ingestelde tijdsinterval bereiken. Opwarmprogramma loopt verder.
Vereiste vermogen voor het opwarmen controleren.
732 Storing koelingInstallateur bellen
De verwarmingswatertemperatuur daalde meerdere keren tot onder de 16 °C
Mengklep en verwarmingscirculatiepomp controleren.
733 Storing anodeInstallateur bellen
Storingmeldingsingang van de parasitaire stroomanode heeft gereageerd
Verbindingsleiding tussen anode en potentiostaat controleren. TW-buffervat vullen.
734 Storing anodeInstallateur bellen
Fout 733 houdt reeds meer dan twee weken aan en de productie van warm tapwater is geblokkeerd
Fout voorlopig bevestigen om de productie van warm tapwater weer vrij te geven. Fout 733 verhelpen.
735 Ext. EnInstallateur bellen
Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprintplaat printplaat: breuk of kortsluiting van de voeler “externe energiebron”
Voeler “externe energiebron”, stekker en verbindingsleiding controleren.
736 Sensor zonnecollectorInstallateur bellen
Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprintplaat printplaat: breuk of kortsluiting in de voeler “zonnecollector”
Voeler “zonnecollector”, stekker en verbindingskabel controleren.
737Voeler buffervat zonnecollector Installateur bellen
Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprintplaat printplaat: breuk of kortsluiting in de voeler “zonneboiler”
Voeler “zonneboiler”, stekker en verbindingskabel controleren.
738 Voeler menggroep2Installateur bellen
Alleen mogelijk bij ingebouwde Comfort-/ uitbreidingsprintplaat printplaat: breuk of kortsluiting in de voeler “menggroep2”
Voeler “menggroep2”, stekker en verbindingskabel controleren.
750 Voeler retourleidingInstallateur bellen Breuk of kortsluiting van de retourvoeler Retourvoeler, stekker en verbindingskabel
controleren.
751 Fasebewakingsfout Fasevolgorderelais heeft gereageerd Controleer draaiveld en fasevolgorderelais.
752 Doorstromingsfout Doorstromingsschakelaar heeft gereageerd zie fout nr. 751 en nr. 717
755Verbinding met slave verlorenInstallateur bellen
Een slave heeft gedurende meer dan 5 minuten niet geantwoordNetwerkverbinding, switch en IP-adressen controleren. Indien nodig WP-zoekfunctie opnieuw uitvoeren.
756Verbinding met master verlorenInstallateur bellen
Een master heeft gedurende meer dan 5 minuten niet geantwoordNetwerkverbinding, switch en IP-adressen controleren. Indien nodig WP-zoekfunctie opnieuw uitvoeren.
757 LD-storing bij WW-apparaat
Lagedrukpressostaat bij WW-apparaat is meermaals of langer dan 20 seconden geactiveerd.
Bij 3-malig optreden van deze storing kan de installatie alleen nog door geautoriseerd servicepersoneel worden vrijgeschakeld!
758 Storing ontdooiing De ontdooiing werd 5 keer na elkaar door een te lage aanvoertemperatuur beëindigd
Doorstroming controlerenAanvoersensor controleren
759 Melding TDI Thermische desinfectie kon 5 keer na elkaar niet correct worden uitgevoerd
Instelling tweede warmteopwekker en veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren
760 Storing ontdooiing De ontdooiing werd 5 keer na elkaar via de maximale tijd beëindigd (sterke wind op de verdamper)
Ventilator en verdamper tegen sterke wind beschermen
31Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Nr. Melding Beschrijving Remedie761 LIN-timeout LIN-timeout Kabel/contact controleren.
762 Voeler(aanzuiging verdamper)
Voelerfout Tü(aanzuiging verdamper)
Voeler controleren, evt. vervangen.
763 Voeler(aanzuiging compressor)
Voelerfout Tü1(aanzuiging compressor)
Voeler controleren, evt. vervangen.
764 VoelerCompressorverwarming
VoelerfoutCompressorverwarming
Voeler controleren, evt. vervangen.
765 Oververhitting Oververhitting langer dan 5 minuten onder 2K. Bij de eerste inschakeling het draaiveld controleren, anders contact opnemen met klantenservice.
766 toepassingsgebied van de compressor.
Bedrijf 5 minuten buiten het toepassingsgebied van de compressor.
Draaiveld controleren.
767 STB E-element STB van het verwarmingselement aan de SEC werd geactiveerd Verwarmingselement controleren en de zekering weer indrukken
768 Doorstromingsbewaking onvoldoende doorstroming bij LW160H(A)V tijdens de ontdooiing Hydrauliek controleren, pomp controleren, doorstroming controleren
769 Pompaansturing na 10 s compressorlooptijd te geringe doorstroming.
PWM-kabel controleren, pomp controleren
770 Lage oververhitting De oververhitting ligt gedurende een langere periode onder de grenswaarde
Temperatuurvoeler, druksensor en expansieklep controleren
771 Hoge oververhitting De oververhitting ligt gedurende een langere periode boven de grenswaarde
Temperatuurvoeler, druksensor, inhoud en expansieklep controleren
776 Toepassingsgebied compressor
De compressor werkt gedurende een langere periode buiten zijn toepassingsgrenzen
Thermodynamica controleren
777 Expansieventiel Expansieklep defect Expansieklep, verbindingskabels en evt. SEC-board controleren
778 Lage druk voeler Lagedruksensor defect Sensor, stekker en verbindingskabel controleren
779 Hoge druk voeler Hogedruksensor defect Sensor, stekker en verbindingskabel controleren
780 EVI voeler EVI-sensor defect Sensor, stekker en verbindingskabel controleren
781 Gasvoeler. voor Exp. ventiel
Temperatuurvoeler ‘vloeibaar voor ex-klep’ defect Sensor, stekker en verbindingskabel controleren
782 EVI zuiggas voeler Temperatuurvoeler ‘EVI zuiggas’ defect Sensor, stekker en verbindingskabel controleren
783 Comunicatie SEC - Inverter
Communicatie tussen SEC en inverter gestoord Verbindingskabel, ontstoringscondensatoren en bekabeling controleren
784 VSS geblokeerd. 2 min onderbr.
Inverter geblokkeerd De complete installatie 2 minuten spanningsloos schakelen Bij herhaald optreden de inverter en compressor controleren
785 SEC-Board defect Fout in het SEC-board vastgesteld SEC-board vervangen
786 Comunicatie SEC - Inverter
Storing in de communicatie tussen SEC en HZIO door SEC vastgesteld
Kabelverbinding tussen HZIO en SEC-board controleren
787 Compr. alarm Compressor meldt fout Bevestig de storing. Indien fouten meermaals optreden, dient de hulp van geautoriseerd servicepersoneel (= klantenservice) te worden ingeroepen.
788 Ernstige inverter fout Fout in de inverter Inverter controleren
789 LIN/codering niet beschikbaar
Het bedieningselement kon geen codering vaststellen Ofwel is de LIN-verbinding verbroken, ofwel wordt de coderingsweerstand niet herkend
Verbindingskabel LIN-coderingsweerstand controleren
790 Ernstige inverter fout Fout in de voeding van de inverter/compressor Bekabeling, inverter en compressor controleren
32 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Nr. Melding Beschrijving Remedie791 ModBus verbinding
verlorenSEC-board sinds enige tijd niet meer bereikbaar.791 wordt geactiveerd, wanneer weliswaar een HZIO-printplaat gevonden is (zonder aparte codering), maar hieraan geen SEC-board kan worden gedetecteerd
Indien het om de SEC-configuratie gaat, de modbus-kabel tussen HZIO en SEC-board controleren. Ook op het SEC-board controleren of alles knippert zoals het hoort.Indien er GEEN configuratie met SEC-board is (bijv. omdat het om een P184-apparaat gaat), dan de coderingsweerstand van de HZIO controleren
792 LIN-verbinding verbroken
Er kon geen hoofdprintplaat en ook elders geen configuratie worden gevonden
Coderingsstekkers op LIN-printpla(a)t(en) controleren
793 Ernstige inverter fout Temperatuurfout in de inverter Fout zelf fixes
RESETTEN VAN EEN STORINGAls er zich een storing voordoet en er op het display een foutmelding verschijnt, moet u:
het foutnummer noteren… de foutmelding bevestigen door de “draai-drukknop” (7 seconden lang) in te drukken).
Het display gaat nu van de foutmelding naar het navigatiescherm… Wanneer deze foutmelding opnieuw verschijnt, dient u de installateur of bevoegd onderhoudspersoneel (= klantendienst) te bel-
len, als u daartoe in de foutmelding wordt verzocht. Meld het foutnummer en bespreek wat er verder moet gebeuren.
KNIPPERCODES OP REGELAARPRINTPLAATAlleen LWD…, LW…/V en SWP 371 tot SWP 691, SWP 291H tot SWP 561H:
Groene LED knippert elke seconde alles in orde
Rode LED licht kort op via LIN-bus worden gegevens ontvangen
De groene en rode LED branden de printplaat kan een software-update ontvangen
Tijdens de software-update brandt de groene LED en knippert de rode snel
33Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Technische gegevensMONTAGEAlleen in vorstvrije, droge en tegen weersinvloeden beschermde ruimten.
Omgevingstemperatuur: 0 °C – 35 °C
Elektrische aansluiting: 230 V AC, 18 VA, 0,1 A(max. vermogensopname regelaar zon-der aangesloten apparaten)
UITGANGENRelaiscontacten: 8 A / 230 V
Zekering: 6,3 AT (voor alle relaisuitgangen)
Er kunnen in het totaal verbruikers tot 1450 VA op de uitgangen worden aangesloten.
INGANGENOptokoppeling: 230 V
Temperatuurvoeleringangen: NTC-Voeler 2,2 kΩ / 25 °C
AANSLUITINGENStuurleiding: 12polig, uitgangen 230 V
Temperatuurvoelerleiding: 12polig, laagspanning
Insteekklemmen : 1polig, schroefklemmen
INTERFACESUSB: USB-versie 2.0 (USB 2.0) Host, A-stekker (alleen voor USB-stick!)
Ethernet: 1 x 10 Base-T / 100 Base-TX (RJ-45, stekker, afgeschuind)
BESCHERMKLASSEBeschermklasse: IP 20
KENNLINIEN TEMPERATURFÜHLER
t / °C R / kΩ-20 16,538
-15 12,838
-10 10,051
-5 7,931
+/-0 6,306
+5 5,040
+10 4,056
+15 3,283
+20 2,674
+25 2,200
+30 1,825
+35 1,510
+40 1,256
+45 1,056
+50 0,891
+55 0,751
+60 0,636
+65 0,534
MEETGEBIED TEMPERATUURVOELERSTemperatuur-
voelertype Meetgebied Temperatuurvoelerdefect
TVL -10 °C bis 80 °C 5 °C
TRL -10 °C bis 125 °C 5 °C
TRL-E -10 °C bis 125 °C 5 °C
THG -25 °C bis 140 °C 150 °C
TA -35 °C bis 55 °C -5 °C
TWW 0 °C bis 125 °C 75 °C
TWE -40 °C bis 70 °C -50 °C
TWA -40 °C bis 70 °C -50 °C
TB1 0 °C bis 100 °C 75 °C
RFV -5 °C bis 5 °C 0 °C
34 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Overzicht: Ontdooicyclus, Luchtontdooiing, Aanvoer MaxOntdooicyclus Luchtontdooiing Aanvoer Max
vanaf / einde Aanvoer Max. Buitentemp. Grensw Aanvoer max. GernswLWC 60 M-I 45 – 57LWC 80 M-I 45 – 57
LWC 60 60 7/6 61 -7 52LWC 80 60 7/6 61 -7 52LWC 100 60 7/6 57LWC 120 60 7/6 57
LW 70 A 60 – 57LW 80 A 60 – 57
LW 100(A) 60 – 57LW 120(A) 60 7/6 57LW 150(A) 60 – 59LW 190(A) 45 – 59
LW 250(L;A) 45 – 61 -4 50LW 260(L;A) 45 – 57LW 330(L;A) 60 7/6 59
LW 100H(L;A) 45 – 64 -15 60LW 180H(L;A) 45 – 64 -15 60LW 150H(L;A) 45 – 64LW 320H(L;A) 60 – 64
LW 90ARX 60 7/– 61 -7 50LW 140ARX 60 7/– 61 -7 50
LW 90 (A) Solar 45 9/8 61 -7 50
LW 71 A 60 – 57LW 81 A 60 – 57LW 101 (A) 60 7/6 61 -7 50LW 121 (A) 60 7/6 61 -7 50LW 140 (L;A) 60 7/6 61 -7 50LW 180 (L;A) 60 7/6 61 -7 50LW 251 (L;A) 60 7/6 61 -7 50LW 310 (L) 60 7/6 59LW 310 A 60 – 59
35Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Systeeminstelling bij de inbedrijfstellingParameter Standaardinstelling Instelling bij in bedrijf nemen Waardenbereik Toegang
Retour-begrensd 45 °C °C *) 35 °C – 70 °C Install.
Hysterese HR 2,0 K K *) 0,5 – 3,0 K Install.
TR Verhoging max 7,0 K K *) 1,0 – 7,0 K Servdienst
Vrijgave 2 compr. 5 °C °C *) -20 °C – 20 °C Install.
Vrijgave ZWE S/W & W/W: -16 °CL/W: -2 °C °C *) -20 °C – 20 °C Install.
T-Lucht-ontdooien 10 °C °C *) 0 °C – 20 °C Servdienst
TDI-Ingestelde temp. 65 °C °C *) 50 °C – 70 °C Gebruiker
Hysterese Tapw. 2,0 K K *) 1,0 – 30,0 K Install.
Aanvoer 2 compr. Tapw. 50 °C °C *) 10 °C – 70 °C Install.
Tbuiten max. 35 °C °C *) 10 °C – 45 °C Servdienst
Tbuiten min. -20 °C °C *) -20 °C – 10 °C Install.
T-HG min S/W: -9 °CW/W: 3,5 °C °C *) -20 °C –10 °C Servdienst
Install.
T-HG max 130 °C °C *) 90 °C – 140 °C Fabriek
T-Luchtontd-einde 2 °C °C *) 2 °C – 10 °C Servdienst
Verlagen tot -20 °C °C *) -20 °C – 10 °C Gebruiker
Aanvoer max. apparaatafhankelijk °C *) 35 °C – 75 °C Gebruiker
Aanvoer-max Menggr1 40 °C °C *) 25 °C – 75 °C Gebruiker
Buitentemp. Grensw. -7 °C °C *) -20 °C – 5 °C
Instelling slechts mogelijk bij reversibele apparaten Servdienst
Aanvoer max. Gernsw. 50 °C °C *) 35 °C – 75 °C
Instelling slechts mogelijk bij reversibele apparaten Servdienst
Hyst.2 comp. verkort 4,0 K K Install.
Tapwater max. 65°C °C *) 30 °C – 65 °C Install.
min. aanvoer koeling 18°C °C *) 5°C - 25 °C Install.
EVU-blokkering zonder ZWE met ZWE • zonder ZWE *) met ZWE • zonder ZWE Install.
Ruimte-opnemer Nee Nee • RFV *) Nee • RFV Gebruiker
Inpassing Retour Retour • Buffervat *) Retour • Buffervat Install.
Menggroep 1 Nee Nee • Laden • Ontladen • Koelen *) Nee • Laden • Ontladen • Koelen Gebruiker
Menggroep 1LWD reversibel
Nee Nee • Laden • Ontladen • Koelen *) Nee • Laden • Ontladen • Koelen Install.
ZWE 60 min min *) 20 - 120 min Install.
ZWE1 Type E-element Nee • E-element • Kessel • Gasboiler *)
Nee • E-element • Kessel • Gasboiler Install.
ZWE1 Functie Verw en Tw Ne • Verwarmen • Verw en Tw *) Ne • Verwarmen • Verw en Tw Install.
36 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Parameter Standaardinstelling Instelling bij in bedrijf nemen Waardenbereik Toegang
ZWE2 Type Nee Nee • E-element *) Nee • E-element Install.
ZWE2 Functie Nee Nee • Verwarmen • Tapwater *) Nee • Verwarmen • Tapwater Install.
Storing Nee Nee • Verwarmen • Tapwater • Si*) Nee • Verwarmen • Tapwater • Si*) Install.
Tapwater 1 Voeler Voeler • Therm *) Voeler • Therm Gebruiker
Tapwater 2 ZIP ZIP • BLP *) ZIP • BLP Install.
Tapwater 3 met ZUP met ZUP • zonder ZUP *) met ZUP • zonder ZUP Install.
Tapwater 4 Ber.waarde. Ber.waarde • max waarde *) Ber.waarde • max waarde Fabriek
Tapwater 5 apparaatafhankelijk zonder HUP • met HUP *) zonder HUP • met HUP Install.
BW+WP max 0 h h *) 0 h – 8 h Gebruiker
Ontdooicycl.max 45 min min *) 45 • 60 • 90 • 120 • 180 • 240 • 300 min Install.
Luchtontdooi Nee Nee • Ja *) Nee • Ja Servdienst
Luchtontdooi max 15 min min *) 5 min – 30 min Servdienst
Ontdooien 2 met 1 comp met 1 comp • met 2 comp *) met 1 comp • met 2 comp Fabriek
Pompen optimal. Ja Nee • Ja *) Nee • Ja Gebruiker
Toegang Install. User • Install. • Servclienst *) User • Fitter • AS Servdienst
Warmtebron alleen bij SWP BG 1
Nee Nee • Brine • Water • Water/Brine *) Nee • Brine • Water • Water/Brine Servdienst
Brine-Luchtflow apparaatafhankelijkNee • Flow • Brinedruk • Net contr. • Net+Flow *)
Nee • Flow • Brinedruk • Net contr. • Net+Flow
Servdienst Install.
Bewaking compres. Aan Uit • Aan *) Uit • Aan Servdienst
Regeling verwarm. BT-afh. BT-afh. • Vastetemp. *) BT-afh. • Vastetemp. Gebruiker
Regeling Menggr.1 BT-afh. BT-afh. • Vastetemp. *) BT-afh. • Vastetemp. Gebruiker
Snelheid MK1 snel snel • medium • langzaam snel • medium • langzaam Install
Opwarmen met Megkl met Mengkl • z Mengkl. *) met Mengkl • z Mengkl. Gebruiker
Eletrische anode apparaatafhankelijk Nee • Ja *) Nee • Ja Servdienst
Verwarmingsgrens Ja Nee • Ja *) Nee • Ja Gebruiker
Parallelbedrijf Nee Nee • Slave • Master*) Nee • Slave • Master Gebruiker
Pompoptim Tijd 180 min *) 5 – 180 min Install.
Afstandsbeheer Nee Nee • Ja *) Nee • Ja Install.
Aanvoer VBO 1 min sec *) 1 - 5 min Install.
Aanvoer ZUP 0 s sec *) 1 - 30 s Install
OntdCycl.min 45 min min 45 • 60 • 90 • 120 • 180 • 240 • 300 Fabriek
Verkorting 2e Comp 20 min min 5 - 20 min Install.
37Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Parameter Standaardinstelling Instelling bij in bedrijf nemen Waardenbereik Toegang
Melding TDI Ja Nee • Ja *) Nee • Ja Install.
Vrijg. ZWE 60 min min 20 min – 120 min Install.
Warmw. naverw. Nee Nee • Ja *) Nee • Ja Install.
Warmw. naverw. max – min 20 min - 120 min Install.
*) Voer een waarde in of schrap wat niet van toepassing is
38 Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Belangrijke afkortingenAfkorting Betekenis1Compr Eerste compressor in warmtepomp
2Compr Tweede compressor in warmtepomp
Aanv Aanvoer
afh. afh
ASD ontdooien, flow brinecircuit, doorstroming
Auto Automatisch
AV Ventiel- / circulatieomkering
BA_ZWE Bedrijfsmodus tweede warmteopwekker
BLP Circulatiepomp voor warm-tapwater
BOSUP Bronwater- of brine-circulatiepomp
BSUP Bron / Brinepomp
BT Buitentemperatuur
BUP Circulatiepomp voor warm-tapwater
BW Warm tapwater
BWT Warm-tapwaterthermostaat
comp compr compress
Compressor
EVU Spertijd van energievoorzieningsmaatschappij
EVU-blokk Externe aansturing
ext. extern
FUP1 Vloerverwarmingscirculatiepomp
HD Hogedrukpressostaat
HR Verwarmingsregelaar
HRM-tijd Verwarmingsregelaar meertijd
HRW-tijd Verwarmingsregelaar mindertijd
HUP Verwarmingscirculatiepomp
IBN Inbedrijfstelling
ingest. ingesteeld
Install. Installateur
Inst.stor. Installatie Storing
koel koelen
Luchtontd.Luchtontdooi Luchtontdooien
L/W Lucht/Water
LWC Lucht/Water compact
MA1 Mengkraan 1 open
Menggr Menggroep
mengkl Mengklep
MOT Motorbeveiliging
MZ1 Mengkraan 1 dicht
ND Lagedrukpressostaat
Netinsch.vertr. Net-inschakelvertraging
Afkorting BetekenisOntdooicycl. Ontdooicyclus
Opwarmprog. Opwarmprogramma
PEX Aansluiting van een parasitaire-stroomanode
RFV Ruimteregelaar met stooklijnverstelling
Servdienst Servicedienst
SST Algemeen storingscontact
S/W Brine/Water
SWC Brine/Water compact
TA Buitentemperatuursensor
Tapw. Tapwater
TB1 Temperatuurvoeler menggroep 1
Tbuiten Buitentemperatuur
TBW Temperatuursensor warm tapwater
TDI Thermische desinfectie
TEGMAX Temperatuur maximum toepassingslimiet
TEGMIN Temperatuur minimum toepassingslimiet
T Temp. Temperatuur
Therm. Thermostaat
T-HG Temperatuur voeler persgas
T-Luchtontd-einde Temperatuur Luchtontdooiing
TR Retourtemperatuur
TRL Temperatuur voeler retour
TRL-E Temperatuur voeler retour extern
TVL Temperatuur voeler aanvoer
TW Warm tapwater
TWA Temperatuursensor warmtebron-ingang
TWE Temperatuursensor warmtebron-uitgang
UEG onderste toepassingslimiet
Vastetemp. Vastetemperatuur
VEN Ventil. Ventilator
Ventil.-BOSUP Ventilator, bronwater- of brine-circulatiepomp
Verw. Verwarmen
warmteop Warmteopnemer
WQ Broncircuit
W/W Water/Water
WWC Water/Water compact
WZL Lucht/Water Warmtecentrale
WZS Brine/Water Warmtecentrale
WP Warmtepomp
WPstoring Warmtepomp storing
z zonder
ZIP Circulatiepomp voor warm tapwater
39Technische wijzigingen voorbehouden | 83055300bNL – Vertaling van de originele handleiding (2.0) | ait-deutschland GmbH
Afkorting BetekenisZUP Aanvullende Circulatiepomp
ZWE Tweede warmteopwekker
ait-deutschland GmbHIndustriestraße 3D-95359 Kasendorf
E [email protected] www.alpha-innotec.de
alpha innotec – een merk van ait-deutschland GmbH
NL