Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het...

52
TVE 12e jrg. nr. 1, februari 1994 \ \ \ \ 'V. ;>»L Vrr. ï ' te. •ÊHM Tijdschrift van tfe Vereniging van Vrienden van het Gooi " en de Stichting Tussen Vecht en Eem

Transcript of Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het...

Page 1: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

TVE 12e jrg. nr. 1, februari 1994

\ \ \ \

'V. ;>»L

Vrr. ï '

t e .•ÊHM

Tijdschrift van tfe

Vereniging van Vrienden van het Gooi" en de

Stichting Tussen Vecht en Eem

Page 2: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Dit tijdschrift wil verleden, heden en toekomst van het Gooi en omstreken in al zijn facettenbelichten, met als invalshoeken historisch perspectief, natuur, landschap

en ruimtelijke ordening.Het wordt toegezonden aan de leden van de Vereniging van Vrienden van het Gooi en de

donateurs van de Stichting Tussen Vecht en Eem.

De Vereniging van Vrienden van het Gooi stelt zich totdoel zowel in het landelijk als in het stedelijk gebied heteigen karakter van het Gooi en omstreken zo goedmogelijk te bewaren en een goed natuurbeheer tebevorderen. Zij streeft hierbij naar een milieubeheer eneen ruimtelijke ordening, die aantasting van natuur- encultuurwaarden tegengaan of voorkomen. Het bestuurvolgt de ruimtelijke ordening op de voet, adviseert overen maakt zonodig bezwaar tegen voorgenomen plannen.Er is een door de vereniging ingestelde GooiseNatuurwacht, die misbruik en ontsiering van de natuurtegen moet gaan. Verder organiseert de vereniging voorleden roeitochten op het Naardermeer en wandelexcur-sies onder deskundige leiding.De vereniging werd in 1935 opgericht en telt ruim 4000leden, zij organiseerde in 1959 het Gooicongres datmede de stoot gaf tot de oprichting van het Gewest Gooien Vechtstreek. Op vertoon van het lidmaatschapsbewijshebben de leden toegang tot de landgoederen 'Bantam','De Beek', 'Oud Bussem', 'Boekesteyn' en 'Oud-Naarden’.

Lidmaatschap/abonnementaanmelden bij J.B. Perry-Vlasveld,Braam 34, 1273 EA Huizen, 02152-66848.Minimum contributie ƒ 20,- per jaar.

Bestuurvoorzitter ir J.W.G. Pfeiffer,Van Tienhovenlaan 23, 1412 EB Naarden, 02159-41637vice-voorzitter N. Biersteker-Vonk,*Alexanderlaan 44, 1213 XT Hilversum, 035-855294secretaris G. Hamminga-van der Vegte,Amersfoortsestraatweg 122, 1411 HJ Naarden,02159-41915penningmeester mr G.H. Fuhri Snethlage,Everard Meysterweg 21,3817 HA Amersfoort,033-621851Postbankrekening 262888Bankrekening 94.21.88.209t.n.v. de penningmeester van de VVGledenA. Farjon, Huizen, 02152-62857E. Goldfinger-Albertis, Hilversum, 035-210423drsJ. Kwantes, Bussum, 02159-35970ir H.J. Proper, Hilversum, 035-218897mrG.H. Veenhoven, Bussum, 02159-30090mr A.M. Westermann-de Boer, Laren, 02153-12428

Correspondentie-adres SecretariaatAmersfoortsestraatweg 122, 1411 HJ Naarden,02159-41915

Gooise NatuurwachtJ. Kamies, Geysendorfferstraat 30, 1403 VZ Bussum,02159-15995

De Stichting Tussen Vecht en Eem overkoepelt ruim 25lokale en regionale organisaties op historisch enaanverwant gebied. Zij bevordert en verbreidt de kennisop historisch gebied betreffende de streek, onder anderein het Goois Museum te Hilversum. Voorts ijvert zij voorhet behoud van cultuurhistorische en karakteristiekewaarden. De Stichting organiseert jaarlijks een open dagin één van de gemeenten in de regio. De stichting isopgericht in 1970, maar vormt in feite de voortzettingvan de in 1934 opgerichte Stichting 'Museum voor hetGooi en Omstreken’, later 'Vereniging van Vriendenvan het Goois Museum', die in 1969 werd opgeheven enwaarvan de bezittingen aan de gemeente Hilversum zijnovergedragen.T. V.E. overkoepelt onder andere Historische Kringenin Ankeveen, Baarn, Blaricum, Bussum, Eemnes,'s-Graveland, Hilversum, Huizen. Kortenhoef, Laren,Loosdrecht, Muiden, Muiderberg, Naarden, Nederhorstden Bergen Weesp, musea in Hilversum. Huizen, Larenen Naarden, alsmede archeologische en genealogischeorganisaties en archieven.

Donatie/abonnementaanmelden bijE.W.M. Witteveen-Brenninkmeijer,Brediusweg 14a, 1401 AG Bussum, 02159-13630.Minimum donatie ƒ 20,- per jaar.

Dagelijks Bestuurvoorzitter mr F. Le Coultre,Koningin Wilhelminalaan 1, 1261 AG Blaricum,02153-83013secretaris E.W.M. Witteveen-Brenninkmeijer,Brediusweg 14a, 1401 AG Bussum, 02159-13630penningmeester ir G. Padt,Rembrandtlaan 69, 1412 JN Naarden, 02159-40701Postbankrekening 3892084Bankrekening 47.62.75.199t.n.v. Stichting Tussen Vecht en EemledenK. Kool, Laren, 02153-15680prof dr P.H.D. Leupen, Hilversum, 035-245704.drs Maria W.J.L. Boersen, Naarden, 02159-46926

Correspondentie-adres SecretariaatBrediusweg 14a, 1401 AG Bussum, 02159-13630

Informatie Naardermeer-excursies, bestellen extra tijdschriften, adreswijzigingen en opzeggingen,uitsluitend bij J.B. Perry-Vlasveld, Braam 34, 1273 EA Huizen, 02152-66848.

Page 3: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

TVE 12e jrg. nr. 1, februari 1994

Tussen Vecht en Eem

m émmw /MmsékPWMM«*iiftü m m m pp*9gmM; =& i

WW*'a •- =JV*' '"jë?<&%*&m§mwtsSÉ ;/£®> &$/ Nfc;■o'mm

w. m■ * ;

. . . .*• ƒ v?'1 s5s&gjpp ISJM il

mmm.mm:

mmm m.m

WM.hbsi « immm ftmü i t&smmm

mm mmjfSSSi;

mmmm mmm

Tijdschrift van de

Vereniging van Vrienden van het Gooien de

Stichting Tussen Vecht en Eem

Page 4: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Redactie InhoudvoorzitterE.E. van Mensch, JHB Koekkoekstraat 26,1214 AD Hilversum, 035-234913

secretarisL.R. Huese-Rommerts, Van Gelderlaan 74,1215 SP Hilversum, 035-219279

ledenmw. C.M. Abrahamse, Diependaalselaan 294,1215 KH Hilversum, 035-292646 (kantoor)drs Maria W.J.L. Boersen, A.Paulownalaan 5,1412 AK Naarden, 02159-46926D. Dekema, Drossaard 30,1412 NS Naarden, 02159-40760A. Farjon, 3, Abbey Street, Eynsham, Witney.Oxon, 0X8 I HR - EngelandD.A. Jonkers, Koggewagen 3,1261 KA Blaricum, 02152-60456drs J. Kwantes, Vondellaan 29,1401 RW Bussum, 02159-35970.

RedactiesecretariaatVan Gelderlaan 74, 1215 SP Hilversum,035-219279.

TUSSEN VECHT EN EEM verschijnt viermaal per jaar. Nieuwe leden/donateurs krijgenalle nummers van het lopende jaar.

Losse nummers, inbinden jaargangenJ.V.M. Out, Raadhuislaan 87,3755 HB Eemnes, 02153-87153Prijs speciale nummers f 10,-andere nummers f 4,-

Druk:Drukkerij Spieghelprint, De Nieuwe Vaart 50,1401 GS Bussum, 02159-50200.

© TVE 1994. Gedeeltelijk overnemen van arti­kelen slechts toegestaan met uitdrukkelijkebronvermelding. Geheel overnemen na schrifte­lijke toestemming van het redactiesecretariaat.

ISSN 0169-9334Oplage van dit nummer 4700 exemplaren.

G. Hamminga-van der Vegte (secretaris VVG)Barsten in het groen, verslag van het symposiumnaar aanleiding van het rapport Gooise ecologischeinfrastructuur 3

H. A.R. HovenkampDe Hollands-Ankeveense polderen haar veenderij 6F.J.J. de GooijerEen erfenis voor 3562 erfgenamen, het archief vande Vereniging Stad en Lande van Gooiland 14

D. DekemaDe overdracht van het archief van de erfgooiers 17N.J.M. ZethofHet Geologisch Museum Hofland 22J.J.J.M. BeenakkerDijken tussen Vecht en Eem, uit de inventarisatieCultuurhistorisch onderzoek naar dijken in Noord-Holland 27Activiteiten van de Verenigingvan Vrienden van het Gooi 35

Activiteiten van de StichtingTussen Vecht en Eem 40

Literatuur 41Goois Museum 44Stad en Lande Stichting 45Met de Natuurwacht op stap 46Varia 48

Van de redactieDe redactie heeft eind vorig jaar afscheid genomen van hetgewaardeerd redactielid dr A.J. Kölker. Al van voor 1977 is Bertin de redactie actief geweest met waardevolle adviezen en kriti­sche kanttekeningen in de kopy. Ais provinciaal inspecteur derarchieven in Noord-Hoiland heeft hij verschillende artikelengeschreven over archieven of archiefstukken met betrekking tothet gebied tussen de Vecht en Eem. Hij heeft ook een belangrijkerol gespeeld bij het realiseren van het streekarchief in dit gebied.Uiteindelijk heeft dit geleid tot het Streekarchief Gooi enVechtstreek zuid in Hilversum en het Stadsarchief in Naardenwaar archieven uit Gooi en Vechtstreek noord zijn en kunnenworden ondergebracht.Met ingang van september 1993 heeft Bert gebruik gemaakt vande VUT-regeling en geniet hij nu van zijn vrijheid. Bij zijnafscheid heeft hij de zilveren penning van de provincie Noord-Holland ontvangen en is hij benoemd tot Ridder in de Orde vanOranje Nassau. De redactie feliciteert hem van harte met dezewelverdiende onderscheidingen en dankt hem vriendelijk voorde meer dan zeventien jaar prettige samenwerking.

Titelpagina: De meest spectaculaire oplossing van eenknelpunt: een ecoduct bij het St Janskerkhof.Hoe het zou kunnen worden.Tekening: B.H. Hendriks

Page 5: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Barsten in het groen,verslag van het symposium naar aanleiding van het rapportGooise ecologische infrastructuur q Hamminga-van der Vegte

Het Gooise kindschap wordt doorsneden dooreen veelheid van auto-, spoor- en waterwegen.Ook de woningbouw heeft een forse aanslaggedaan op de schaarse groene ruimte. De reste­rende natuur in het Gooi is daardoor ernstigversnipperd geraakt. En waar die natuur ver­snipperd is, loert het gevaar dat dieren en plan­ten uitsterven.Als de samenhang tussen de natuurgebiedenhersteld wordt, kunnen dieren en planten zichweer vrijelijk verplaatsen. Opengevallen plek­ken worden herbevolkt en er ontstaan levens­krachtige populaties. Een ecologische infrast­ructuur vormt de ruggegraat voor natuurbe­houd.

Aldus de allerlaatste woorden van het rapportGooise Ecologische Infrastructuur (GEIS) datop 22 november 1993, tijdens een symposiumin het Raadhuis in Naarden, officieel ten doopis gehouden.Bovengenoemd rapport is in opdracht van deVereniging Milieufederatie Noord-Holland(Zaandam), de Stichting Vrijwillig Natuur- enLandschapsbeheer Noord-Holland (Haarlem),de Vereniging Leefmilieu het Gooi, deVechtstreek en omstreken (Hilversum) en deVereniging van Vrienden van het Gooi(Naarden) opgesteld door Peter van der Linden,ecoloog, voorzitter van de VerenigingLeefmilieu. Het symposium stond onder leidingvan dr H.P. Gallacher. directeur MilieufederatieNoord-Holland.Onder de aanwezigen waren diverse Gooisewethouders en ambtenaren, vertegenwoordigersvan diverse milieu- en natuurorganisaties enandere belangstellenden.Het ochtendprogramma bestond uit een aantalkorte inleidingen veelal ondersteund door dia'sen sheets.Namens de gastheer, de gemeente Naarden,heette de wethouder voor milieu, de heerP.A. den Bleeker, de aanwezigen van harte wel­kom. Hij stelde dat het gemeentelijk beleid,

waarbij kleine landschappelijke elementen eenvoorname plaats innemen, veel aandacht geeftaan een zo milieuvriendelijk omgaan met denatuur. Daarvan getuigt onder andere de aanlegvan de groenstroken en waterpartijen in nieuwewijken, maar ook het beheer van bestaandebuurten.Uit handen van de voorzitter van de Verenigingvan Vrienden van het Gooi, ir J.W.G. Pfeiffer,ontving de heer F. Tielrooy. aanwezig in zijnhoedanigheid van gedeputeerde voor natuur- enlandschapsbescherming en openluchtrecreatie,het eerste exemplaar van het rapport.De heer Pfeiffer ging in op de bedoeling vanhet rapport: proberen verbindingszones tussennatuurgebieden open te houden, danwel (weer)te openen, opdat het natuurlijk leven zich zon­der ernstig gevaar te lopen, kan verspreiden.Het rapport is een deel-uitwerking van de doorde Vrienden uitgebrachte nota Natuur- enLandschapsvisie voor het Gooi, uitgebracht tij­dens het Gooicongres in november 1992. De'barsten in het groen', zoals de heer Gallacherde verstoorde verbindingszones in zijn intro­ductie noemde, kunnen mogelijk op vele aange­geven knelpunten enigszins en soms wel geheelhersteld worden. Het ligt in de bedoeling dat deVrienden een paar kleinere objecten financieelop hun schouders gaan nemen.De heer Tielrooy is van oordeel dat 'onsgewest’ redelijk goed met natuur en landschapomgaat. Het GEIS-rapport geeft heldere hand­reikingen die een positieve inbreng zijn bij hetbeleid op dit terrein. Ook in zijn functie vanvoorzitter van het Goois Natuurreservaat zegthij rekening te zullen houden met de ideeën.Financiële ondersteuning door het rijk ziet hijals een mogelijkheid.Een in het rapport nieuw te benoemen coördi­nator lijkt hem echter niet direct nodig. Hij isvan oordeel dat binnen de bestaande groeperingeen competent begeleider gevonden kan wor­den.Namens de Dienst Ruimte en Groen, provincie

TVE 12‘jrg. 1994- 3 -

Page 6: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

■M ill

*

Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is.

mmm■4itL); ■ ■■■

m

■■

w i

Noord-Holland, sprak de heer T. Denters vanuitzijn functie als beleidsmedewerker. Ook hijwas ingenomen met het opstellen van hetGEIS-rapport. Het Gooi, immers, neemt eenaparte plaats in in de provincie. De natuur ishier totaal anders vergeleken met het overigedeel. Hij is op de hoogte met vele problemenals de vergrassing, de verdroging. Ook dewoningbouw is een ernstige bedreiging voor denog bestaande, maar zwaar belaste natuur. Deprovincie heeft een open oog voor de proble­men en probeert door aankoop en overleg metonder andere de boeren een natuurbouwprojectop te zetten, opdat herstel hier en daar gepleegdkan worden. Samenwerking met de StichtingVrijwillig Natuur- en landschapsbeheer Noord-Holland. zoals bijvoorbeeld bij het herstel vanhet Laegieskamp, geeft goede resultaten.De loopkevers en de ecologische infrastructuurvan het Gooi was het onderwerp van de inlei­ding door ir P.A. Jansen, ecoloog.

Loopkevers zijn beslist geen aaibare en dusweinig aantrekkelijke dieren, was zijn constate­ring. Maar loopkevers, waarvan 81 soortenbekend zijn, levend in zeer verschillende bioto­pen, zijn goede indicatoren (meetinstrumenten).Aan de hand van hun gedrag is na te gaan opwelke wijze soorten zich in stand kunnen hou­den en wat de eisen zijn van de omgeving. Alsvergelijking koos hij twee eilanden in de oce­aan. Eén dicht bij de kust, de ander op groteafstand. Op het eiland dicht bij de kust blijkensoorten zich beter te kunnen handhaven dan op

het verre eiland, ook door migra­tie vanaf het vasteland. Bij veran­dering van een situatie, doorwelke omstandigheden dan ook.wordt opnieuw een evenwichtgezocht. Op een geïsoleerd eilandsterven soorten uit tengevolgevan sporadische migratie. Ditgebeurt ook in onze omgevingwaar de natuur steeds ernstigerwordt versnipperd.

Wèl aaibare dieren werdenbesproken doordrs S. Broekhuizen, van hetInstituut voor Bos- enNatuuronderzoek. Ook eenbedreigde soort in Nederland, de

marters en de dassen. Wel hier en daar inNederland nog aanwezig, maar door hun kleineaantal en hun kleine woonomgeving ver verwij­derd van soortgenoten, waardoor migratie nietof nauwelijks mogelijk is.Nabij Einde Gooi is nog een kleine populatieaanwezig. Helaas is een aantal ook weer dit jaarten prooi gevallen aan het verkeer, zodat ernstigrekening moet worden gehouden dat aan dezepopulatie een einde komt. Enkele dassentunnelszijn hier en daar aangebracht. Mogelijk eenkleine handreiking voor de instandhouding vande in het Gooi levende groep. Hij is van meningdat de achteruitgang van de natuur nog lang nietten einde is gekomen en hoezeer de mens vannu af aan ook zijn best doet, binnenkort niet zalintreden.Een blik naar buiten gunde ons de heerP.M. Veenstra, beleidsmedewerker groenvoor­zieningen van de gemeente Naarden.Ondersteund door dia’s nam de heer Veenstraons onder andere mee naar ’ZW IIP een nieuw­bouwwijk in Naarden. In overleg met de bewo­ners zijn groenstroken aangelegd. Ook veelaandacht is besteed aan de waterdieren, waar­voor oevers zijn aangelegd waarop inmiddelseen natuurlijke begroeiing is ontstaan.Hier maar ook in de woonwijk ’Naarderbos’,aan de oever van het Gooimeer, is een tellinggemaakt van het soort en het aantal vlinders,dat uitzonderlijk groot is gebleken. De wallenvan de vesting Naarden hebben een uitbundigplanten- en dus insectenleven. De muurvegeta-tie vormt een verbinding voor flora en fauna.

TVE 12‘jrg. 1994- 4 -

Page 7: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

De gemeente past een gematigd maaibeheer toeop de ingezaaide bermen met (gekweekte)wilde flora. Veenstra belichtte nog eens extrahet beleid van de gemeente: waar met zorgwordt beheerd, is het goed toeven.

Tenslotte was het de beurt aan ’GEIS’ van derLinden, zoals de heer Gallacher hem introdu­ceerde en hem uitnodigde zijn rapport tebespreken. De heer Van der Linden gaat uit vandrie doelstellingen. Hij heeft onderzocht:1. het herstel van de onderlinge relaties en ver-

bindingszones voor dieren en planten die nuin het Gooi of in de nabije omgeving voorko­men;

2. het herstel van landschappelijke relaties en3. de praktische en uitvoerbare oplossingen

onderverdeeld in korte termijn- en lange ter­mijnplanning. Hij analyseerde de knelpuntenen constateerde dat natuurbouw op een aantalplaatsen noodzakelijk is om het leefgebiedvoor een aantal organismen te vergroten.

Op basis van vijf landschapstypen heeft hij eenaantal diersoorten aangetroffen, die hij als indi­catoren heeft gekozen. De landschappen omvat­ten: het bos, de heide, het moeras, voedselarmgrasland en het coulissenlandschap, die hij alleuitgebreid behandelt.Al tijdens het prille begin heeft hij contactgezocht met vele instanties die direct en indi­rect bij de daadwerkelijke uitwerking van zijnplannen zijn betrokken. De plannen behandelenonder meer het aanbrengen van veilige over­steekplaatsen door het aanleggen van goten,tunnels en 'ecoducten' onder en over bestaandewegen, het aanbrengen van een 'ecogoot' onderviaducten. Oplossingen voor het oversteken vaneen tunnel of een grote duiker.

De heer Van der Linden maakte een uitgebreideanalyse van knelpunten (45!), waarvoor hijoplossingen aanbiedt, verdeeld naar een doorhem aangegeven prioriteit. De meest spectacu­laire oplossing van een knelpunt is de aanlegvan een ecoduct over de Hilversumseweg tus­sen Hilversum en Laren bij het SintJanskerkhof. Ook een mogelijke oversteek bijhet spoorwegemplacement tussen Bussum enHilversum zou de migratie tussen de Bussumer-en Westerheide aan de ene kant en anderzijdshet Spanderswoud en dc Kamphoeve bevorde­ren.

Alle 45 knelpunten worden in aparte hoofdstuk­ken behandeld. De Dienst Ruimte en Groen vande Provincie Noord-Holland leverde de noodza­kelijke kaarten die door de heer Van der Lindenzijn bewerkt ter illustratie van 'het knelpunt'.De spreker beseft dat het uitbrengen van eenrapport een eerste aanzet is en bij de bestuur­ders begrip moet opwekken voor de reparatie-plannen, maar dat de uitvoering niet al te vervooruit geschoven moet worden, wil de natuurin onze omgeving nog enigszins behouden blij­ven en niet als het ’verre eiland in de oceaan’ten onder gaan.Diverse gemeenten hebben wel oor naar devoorgestelde plannen, maar de financiële kantvan de zaak is cruciaal. Met vereende krachtenvan gemeente, provincie en rijk zou een aanzetgegeven kunnen worden om de natuur, die iederweldenkend mens graag in stand wil houden, tebehouden voor de toekomst.

Na de lunch stond een bus klaar voor een excur­sie langs het voorbeeldplan St. Janskerkhof(ecoduct) en het door Rijkswaterstaat al gereali­seerde project onder het viaduct Zandheuvel teLaren.

Nota BeneHet zeer leesbare en duidelijke rapport is tebestellen bij de Milieufederatie Noord-Hollandte Zaandam door overmaking van ƒ 34,- (inclu­sief porto) op girorekening 1045544.

\ u

Het door Rijkswaterstaat Utrecht al gerealiseerde pro­ject onder het viaduct Zandheuvel te Laren, waar voorde dieren een veilige onderdoorgang is aangelegd.

TVE 12° jrg. 1994-5 -

Page 8: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

De Hollands-Ankeveense polder en haarVeenderij HA.!!.. Hovenkamp

Ankeveen, Stichts en Hollands

Ankeveen is gelegen op de voormalige grensvan Utrecht en Holland en is derhalve verdeeldin een Stichts en een Hollands deel. Het is eenlintdorp dat is ontstaan langs de Kortenhoefseof Ankeveense dijk die van Kortenhoef naar dehuidige Ankeveense sluis loopt door het veen­gebied tussen de zandgronden van Gooiland enoeverwallen van de rivier de Vecht. De vroeg­ste bewoners zullen ontginners van het veengeweest zijn. Deze ontginningen van het veen­gebied hebben plaatsgevonden vanuit deKortenhoefse of Ankeveense dijk. Dit valt af teleiden uit de langgerekte vorm van de percelendie alle met hun kop naar deze dijk liggen.De oudst bekende vermelding van Ankeveenwordt gedaan in een charter houdende de ver­klaring van het kapittel van St. Marie te Utrechtdat haar jurisdictie over ’Curtenhove etTankeveen’ uitsluitend toekomt aan ’Aegidiusdominus Block’. Dit charter dateert van17 april 1290." Het schoutambt van Ankeveenzou vóór 1268 aan de Heren van Abcoudebehoord hebben.2’ In 1310 worden gherechte,onse tiende ende onse tinse van Kortenhoevenende Tankevene door het kapittel in pacht gege­ven aan Zweder van Abcoude.31 Het gaat hiervermoedelijk om het Stichtse deel vanAnkeveen.Het andere deel zou ooit door St. Marie in leengegeven zijn aan de Stichtse heren van Amstel.De bekende Gijsbrecht van Amstel wordt in1287 door Floris V gedwongen zijn (Stichtse)landen in leen te nemen van Holland.41 Op dezewijze zou er een opsplitsing van Ankeveen tus­sen Utrecht en Holland ontstaan zijn. Of er danal sprake is van bewoning in het Hollandse deelis niet bekend.Het Hollandse deel van Ankeveen komt onderde jurisdictie van Weesperkarspel. In 1470wordt er in een vonnis van het Hof van Hollandgesproken over een door de poorters vanNaarden begane misdaad in der prochien vanAnckeveen in den ban van Weesperkerspel. 51

Blijkbaar is er dan in ieder geval sprake vanbewoning. Er wordt zelfs een beschrijving vanéén van de bewoners gegeven in dit vonnis: dateen droncken, bijster mensche uut den veenenquant gelopen (...) ende nam sijn schortcleet,dat hij voir hem hadde, ende stack dat up eenstock ende liep zo mede als een razende men­sche (...).Het vonnis spreekt over de (Hollandse)parochie van Ankeveen. Het is mij niet geble­ken dat hier daadwerkelijk sprake van is. Dekerk van Ankeveen staat op het Stichtse gedeel­te en er is nimmer, behoudens de schuilkerk opde Ingelburg, sprake geweest van een godshuisop het Hollandse deel. Het is aannemelijk datdie van Holland in het Stichtse ter kerke gin­gen, zoals dat nu eigenlijk nog gebeurt.De Ankeveense dijk waarlangs het dorpgebouwd is, werd door de opsplitsing in 1287verdeeld in een Stichts End en een HollandsEnd. Ook zijn de namen Herenweg enDorpsstraat lang in gebruik geweest. Op degrens bij het rechthuis stond in de 18e eeuw een’scheydspaal’ met aan één zijde het wapen vanHolland geschilderd.”’ Vrijwel loodrecht op deAnkeveense dijk liggen de Stichtse kade en deDammerkade die de grens of 'limietscheidinge'tussen Holland en Utrecht alsmede tussen deHollands-Ankeveense en de Stichts-Ankeveense polders vormen.Hollands Ankeveen blijft tot 21 oktober 1811onder de jurisdictie van Weesperkarspel.Samen met de Bijlmermeer en Hoog Bijlmerwordt Weesperkarspel dan bij de communeWeesp, arrondissement d’Amsterdam, departe­ment du Zuiderzee, gevoegd.71 HollandsAnkeveen blijft tot 29 januari 1816 onderWeesp ressorteren om daarna met de scheidingvan Weesp en Weesperkarspel weer onder delaatste te vallen.31 In augustus 1966 wordt degemeente Weesperkarspel opgeheven en wor­den Hollands Ankeveen, Stichts Ankeveen,Kortenhoef en ’s-Graveland samengevoegd totéén gemeente ’s-Graveland.

TVE 12’ jrg. 1994- 6 -

Page 9: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

De Hollands-Ankeveense polder

De Hollands-Ankeveense polder is gelegen inde provincie Noord-Holland en heeft eenoppervlakte van 341,7295 hectare. De polderwordt aan de zuidzijde begrensd door deStichtse, de Dammer- en de Kees-Jan-Toonenkade met daarachter de Stichts-Ankeveense polder, aan de oostzijde door deLoodijk met daarachter de in 1638 gereed geko­men 's-Gravelandse Vaart, aan de noordzijdede Loodijk en de Broekdijk, de huidige provin­ciale weg. met daarachter dezelfde ’s-Gravelandse Vaart en aan de westzijde de OudeGoogh met daarachter de Heintjes Rak- enBroekerpolders. Met de aanleg van deHollandse Kade ten behoeve van de verveningis de functie van de Oude Googh als waterke­ring komen te vervallen en zijn delen met eentotale oppervlakte van circa 30 hectare van deHeintjes Rak- en Broekerpolders binnen debedijking van de Hollands-Ankeveense poldergeraakt. Dwars door de polder loopt deAnkeveense dijk of het Hollands End met daar­langs een ingevolge octrooi van 1642 gegravenvaart die middels een sluis uitmondt op de 's-Gravelandse Vaart. Op een kaart daterende van1743 wordt een voetpad aangegeven dat looptvan het Hollands End bij de gele brug door deBroekerpolder naar de Vechtdijk alwaar hettussen de huizen Schapendoorn en Opstal uit­komt.De polder heeft één molen. Deze staat aan deBroekdijk. De molen wordt voor het eerst ver­meld in 1538 wanneer de burgemeesters vanNaarden uitspraak doen over een geschil tussendie van Hilversum en die van Anckeveen."" Inde jaren dertig van deze eeuw is de Hollandsemolen vervangen door een elektrisch gemaal.Thans staat de polder samen met de Stichts-Ankeveense polder beter bekend als deAnkeveense plassen. Grote delen van hetgebied zijn in bezit van de Vereniging totBehoud van Natuurmonumenten in Nederland.

Afwatering

De molen is gelegen aan de kop van de molen­wetering die parallel loopt met het HollandsEnd. Zij waterde uit via de ’s-GravelandseVaart op de Vecht. Voor het gereed komen vande 's-Gravelandse Vaart in 1638 werd er uitge­

waterd in de Gooise sloot, gelegen langs deBroekdijk en tussen de Hilversumse Meent ende Hollands-Ankeveense polder (de ’s-Gravelandse Vaart overlapt deze sloot gedeelte­lijk). Vanuit deze sloot werd het water door deverbinding tussen de Gooise sloot en hetNaardermeer, de Ankeveense vliet, geloosd ophet Naardermeer. Via de beide sluizen bijUitermeer kwam het water uiteindelijk terechtin de Vecht. Ten tijde van en na de droogma­king van het Naardermeer werd er via de rings-loot van het Naardermeer op de Vecht geloosd.De akte van 1538 spreekt over het leggen vaneen dam met daarin een sluisje in de buurt vande Hollandse molen. Waarschijnlijk wordt hier­mee bedoeld de ’Gooische Dam’, die gelegenheeft ter hoogte van de huidige Meentbrug aanhet einde van het Hollands End. Het leggen vaneen dam aldaar in de Gooise sloot impliceertdat deze sloot verder oostwaarts heeft gelopenlangs de Loodijk. Mogelijk is er zelfs een ver­binding geweest met de Karnemelkse slootrichting Naarden. De Gooische Dam lijktgelegd te zijn om de door het malen van deHollands Ankeveense molen mogelijk te ver­oorzaken wateroverlast voor de Hilversumse ofGooise molen tegen te gaan. Deze dam ver­dwijnt met de aanleg van de ’s-GravelandseVaart.In 1642 is er octrooi verleend door de Statenvan Holland en West-Friesland om onder ande­re een vaart langs het Hollands End te mogengraven. Aan het eind mondt deze vaart middelseen sluis uit op de ’s-Gravelandse Vaart. Dezesluis werd gebruikt voor het uitlaten van waterbij eb of eventueel het inlaten bij vloed.

Polderbestuur

Hoewel de polder ouder is, is er pas in 1561voor het eerst sprake van molenmeesters, wan­neer deze met Symon Gosen een overeenkomstsluiten betreffende het graven van een weteringdoor onder meer laatstgenoemde zijn land." In1562 stellen de gemene buren van HollandsAnkeveen een molenbrief op waarbij zij eeninstructie voor de molenmeesters vaststellen.121In 1736 wordt er een reglement opgesteld metonder andere bepalingen betreffende de verkie­zing en honorering van de polder- en molen­meesters.Polder- en molenmeesters moesten ingeland

TVE 12'jrg. 1994-7 -

Page 10: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Fin%7»< y.1 2 . ï

ft ■ 1

J.V'L

~i T

r

B Ei> y k i n <;v a \ I) *

H o l l a n i> s e

A VA' EF E E N S EP o l o e k

1 A N l ) E O O S E T . Y D E

V A N DEA n k e Ï e e n i e w e a;

Kaart van het oostelijk deel van de Veenderij in Hollands-Ankeveense polder, ca. 1781.Afkomstig uit het kaartenhoekje Cornelis Ten Dam.

zijn, zij moesten daarom of land in de polderbezitten of dit pachten. Daarnaast moesten zijin de polder of in de nabije omgeving daarvanwoonachtig zijn. Er waren twee poldermeestersen twee molenmeesters. Daarnaast was er nogeen gecommitteerde molenmeester, volgensoud gebruijk, van Hilversum die toezicht had.De reden hiervan was dat veel van de grondenin bezit waren van Hilversummers, zoals ookhet geval was in Stichts-Ankeveen enKortenhoef.In 1864 bestaat het bestuur uit een voorzitter envier leden, van welke er één tevenssecretaris/penningmeester is. Later is dit nietmeer het geval en bekleedt de secretaris/pen­ningmeester geen bestuursfunctie meer. Het isopvallend dat de secretaris/penningmeester inbijna alle gevallen soortgelijke functies in ande­re polders bekleedt.In 1916 vindt er een wijziging in het bijzonderreglement van bestuur voor de polder plaats. Dedirectie van de veenderij in de Hollands-Ankeveense, Heintjes Rak- en Broekerpolderswordt opgeheven en haar taken alsmede hetbeheer over de fondsen worden overgedragenaan het polderbestuur. Deze fondsen worden in1969 opgeheven en het reglement en octrooi opde vervening worden ingetrokken.In 1979 gaat de polder op in het waterschap

Drecht en Vecht. De laatste vergadering van hetpolderbestuur wordt gehouden op 11 mei 1979.Per 1 januari 1991 is Drecht en Vecht samenmet Amstelland en De Proosdijlanden opgeno­men in het hoogheemraadschap Amstel enVecht.

De molen 'Hollandia'

In 1538 is er al sprake van een watermolen. Ditis vermoedelijk dezelfde molen als die welke in1562 in de molenbrief wordt genoemd. In 1642wordt er door de Staten van Holland en West-Friesland octrooi verleend tot het bouwen van

• i 13) i—' • • . . .een nieuwe molen. Er zijn geen aanwijzingendat deze nieuwe achtkante schepradmolen opeen andere plaats werd gebouwd dan zijn voor­ganger. De kap van deze molen 'Hollandia'wordt gesierd met het jaartal 1766. Dit jaartalrefereert waarschijnlijk aan een ingrijpende ver­bouwing van de molen, waarbij de kap geheelis vernieuwd. De molen had tot 1797 een hou­ten watergang die in dat jaar wordt vervangendoor een bakstenen. In 1864 had de molen eenvlucht van 28,5 meter en haar scheprad een dia­meter van 5 meter. De breedte der schoepenmat 0,5 meter.In 1931 wordt er een elektrisch gemaal bij demolen opgericht. De molen blijft dienst doen

TVE 12'jrg. 1994- S -

Page 11: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

if! ^..

/J HI ) ) K 1 X 0

H O I. B \ N a S B

1 X K E V E E S S E

P O 1* I> K a.

A j S DK If EST Z YDE

HZZS

A lik e v e e n f e we g.l t d <t/<f{,fn t< u . : u <« m (< u

P O J, X> K ft

Kaart van het westelijk deel van de Veenderij in Hollands-Ankeveense polder, ca. 1781.Afkomstig uit het kaartenhoekje Cornells Ten Dam.

als reserve-bemalingsinrichting tot in 1937 eeningrijpende verbouwing ten behoeve van deverbetering van de woning van de machinist inde molen hieraan een eind maakt. In de jarenvijftig wordt de molen gerestaureerd en ver­kocht aan de Vereniging tot Behoud vanNatuurmonumenten in Nederland. In 1969wordt de molen definitief op de lijst vanbeschermde monumenten geplaatst. Thans is ereen café in gevestigd.

PolderhuisIn 1651 verkoopt het stadsbestuur van Weespeen huis en erf aan het Hollands End, genaamdhet Donkertshuis, aan de molenmeesters. Vanafdat moment wordt er gesproken van het polder-huis.14’ De verkoop geschiedt voor de som van250 gulden en onder de bepaling dat er jaarlijkseen erfpacht van 10 gulden dient te wordenbetaald. Deze erfpacht wordt tot aan de verkoopvan het polderhuis in 1913 in de rekeningenvermeld.In 1659 wordt gesteld dat het om een klein, oudhuisje gaat.'1 Met de Franse inval in 1672 heeftook Ankeveen zwaar te lijden. Het dorp wordtnagenoeg platgebrand. Bij de Ankeveense ofMeentbrug weet kolonel Stockheym de opruk­kende Franse troepen tegen te houden. Het pol­

derhuis gaat bij deze gelegenheid geheel verlo­ren. Het nieuwe polderhuis dat in 1674 uit de asherrijst, is veel groter van omvang dan het ver­woeste. Wanneer men 18e eeuwse afbeeldingenvan het polderhuis beschouwt, moet het com­plex in de loop der tijd wat uitgebreid zijn metstallen en een hooiberg. Het polderhuis zelfwordt in 1766 verbouwd. Dan worden alle oudevensters vervangen door schuiframen en krijgthet ’bovenvertrek’ een nieuwe, Engelse schoor­steen. In 1781 wordt er een keuken aange­bouwd. In 1813 heeft het polderhuis als blok­huis weer een militaire functie, het komt er dit­maal zonder noemenswaardige schade vanaf.Het polderhuis wordt vanaf ten minste het mid­den van de 18e eeuw om de drie of zes j aaropenbaar verpacht aan de meest biedende. Depachter drijft in het polderhuis een herberg oflater een café. De eerste pachter was CornelisClaesz. Meercoot, die vanaf 1651 zijn neringbedreef. Hij wordt, vermoedelijk in 1674, opge­volgd als waard door Philip Aertsz. In de18e eeuw is de pachter van het polderhuistevens pachter van de sluis en sluisbrug. Er zijnechter aanwijzingen dat dit al vanaf 1651 zogeschiedde. De pachter dient het polderhuisglasdicht te houden. Hij houdt toezicht op hetschutten van de sluis, waarin of waarvoor hijoverigens geen visnetten mag plaatsen, en op

TVE 12'jrg. 1994- 9 -

Page 12: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

het hek van de meent van Hollands Ankeveen.Deze meent is naast het polderhuis gelegen. Hetmeenthek moet gesloten blijven opdat er geenbeesten uit ontsnappen. Verder moet de pachtervoor de maaltijd van het polderbestuur bij dejaarlijkse schouw op de sloten op het einde vanseptember een goede soode vis geven tot zijn

. 16)costen.De bovenkamer van het polderhuis fungeerdeals polderkamer. Hier vergaderde het polderbe­stuur en later ook de directie van de veenderij.De waard mocht niemand anders dan de bestu­ren in dit vertrek toelaten, tenzij daar specialetoestemming voor verleend was. Het vertrekwas ruim genoeg voor de vergaderingen metingelanden. De waard verzorgde de maaltijdenna de schouw en voorzag de heren bestuursle­den van de nodige drank. Hij verschafte, indiennodig, ook onderdak en stalde de paarden. In depolderkamer stond de ijzeren polderkist en hingonder andere de polderkaart.Het pand was gelegen ten westen van de sluisaan de Broekdijk. Voor het drijven van een her­berg was het gunstig gelegen aan de ’s-Gravelandse Vaart en het zandpad tussenWeesp en Amsterdam. Naast deze uitspanningwerd in 1786 een nieuwe kolfbaan gebouwd,vreemd genoeg gebeurde dit op kosten van depolder.Op 17 april 1913 werd het polderhuis geveilden verkocht voor ƒ 5250,-. De belendende hooi­berg, varkenskot en kippenhok, alsmede devruchtbomen gingen voor ƒ 100,- van de hand.Ten behoeve van de aanleg van de provincialeweg over de Loodijk werd het polderhuis rond1920 gesloopt.

Octrooiering van de veenderij

Volgens het reglement op het slagturven van1595 is het uitgraven van land ten behoeve vande turfwinning verboden mits men een vergun­ning of octrooi heeft verkregen van de Statenvan Holland en West-Friesland. In 1751 wordter door de gezamenlijke eigenaren van de veen-landen in de Hollands-Ankeveense polder ver­gunning aangevraagd om te mogen vervenen.De Staten verlenen hiertoe octrooi.171 Vreemdgenoeg geraken de aanvragers niet bekend metde toewijzing van dit octrooi. De Staten reage­

ren dan ook wat verbaasd, wanneer in 1775opnieuw octrooi wordt aangevraagd. De aan­vragers zijn de eigenaren van de veengrondenin de Hollands-Ankeveense, de Heintjes Rak­en Broekerpolders. De streek is erg verarmdgeraakt door de schade die de veepest al in deeerste helft van de 18e eeuw had aangericht.Met het uitgraven van de veengronden zou ermeer werkgelegenheid en welvaart in HollandsAnkeveen komen. Daarnaast zouden de doorhet vervenen ontstane watervlakten een goedebarrière geven voor de forten Uitermeer enHinderdam. Het stadsbestuur van Weesp verzetzich echter tegen deze plannen. Niettemin ver­lenen de Staten op 13 april 1775 wederom ver­gunning. Op 19 april 1780 wordt er een naderoctrooi door de Staten verleend. Hierin wordenbepalingen betreffende de meting van de diktevan het veen en de hoogte van het slikgeld vast­gesteld.Het octrooi van 1775 wordt in 1969 ingetrok­ken als gevolg van artikel 7 van deVerveningswet. Het octrooi van 1780 is daninmiddels al vergeten.

Reglementering van de veenderij

In het octrooi van 1775 wordt bepaald dat ereen reglement op het vervenen opgesteld moetworden en dat moet gebeuren door de dijkgraafen hoogheemraden van Amstelland. Op25 januari 1777 wordt door de Staten vanHolland en West-Friesland het door dijkgraafen hoogheemraden van Amstelland voorgestel­de reglement vastgesteld.Blijkens het reglement mogen alleen die perce­len waar het veen vier voet of meer dik is, ver­veend worden. Het reglement geeft tevens degrenzen aan waarbinnen verveend mag worden.Deze kring van vervening wordt in 1803, 1808en 1810 en 1825 en 1829 uitgebreid.De directie van de veenderij neemt het al spoe­dig niet zo nauw meer met het reglement. In deeerste helft van de 19e eeuw is er ronduit sprakevan wanbeheer. Deze onregelmatigheden leidenin 1856 tot een ingrijpende wijziging van hetreglement van 1778. Ondermeer wordt bepaalddat de directie voortaan rekening en verant­woording moet afleggen aan een Commissievan Toezicht op de Vervening in de Hollands-Ankeveense, Heintjes Rak- en Broekerpolders.

TVE 12'jrg. 1994- 10 -

Page 13: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Directie van de veenderij

Het bestuur van de veenderij in de Hollands-Ankeveense, Heintjes Rak- en Broekerpoldersis samengesteld uit vijf hoofdingelanden ofdirecteuren en twee poldermeesters ( van deHollands-Ankeveense polder) gezamenlijk tenoemen 'de directie'. Het aantal directeurenkan echter variëren. De directeuren wordendoor de vergadering van geïnteresseerde inge­landen gekozen voor een periode van twee jaar.Een directeur moet minstens 10 morgen land inde veenderij bezitten of 20 morgen in pachthebben. Het stemrecht van de geïnteresseerdeingelanden is eveneens van grondbezit ofgebruik afhankelijk. Men moet minimaal10 morgen bezitten of 20 morgen pachten wilmen stemrecht hebben. Voor iedere 10 morgenbezit of 20 morgen gepacht heeft men een stem.Het moge duidelijk zijn dat de grotere grondbe­zitters het op de ingelandenvergaderingen voorhet zeggen hebben en dat deze heren veelal deeluitmaken van de directie. Het initiatief tot devervening is onder andere genomen door eenaantal kooplieden uit Amsterdam.In de eerste helft van de 19e eeuw vinden er eenaantal onregelmatigheden plaats in de veende­rij. Weesperkarspel blijkt de schouw niet meerte doen. Haar burgemeester tracht in 1836 en1837 deze controle weer aan de gemeente tetrekken. Blijkbaar heeft dat weinig effect. In1852 grijpen de Gedeputeerde Staten vanNoord-Holland in. De directie verdedigt zichtegen aantijgingen van wanbeheer dat zij nietop de hoogte is van allerlei regels. Zij kunnende betreffende stukken niet in hun archief terugvinden. Gedeputeerde Staten reageren hieropdat het de taak van ieder - nieuw - directielid iszich bij de aanvaarding zijner betrekking, vanden staat van zaken te vergewissen.Onregelmatigheden daarin ontdekkende, waar­onder het gemis van alle boeken en bescheideneene eerste plaats bekleedt, is hij verpligt daar­van behoorlijk te doen blijken.Ook blijken de directeuren soms niet rechtma­tig hun functie te bekleden. Blijkbaar zijn erdirecteuren die geen hoofdgeïnteresseerden inde veenderij zijn, daar zij weliswaar binnen deHollands-Ankeveense polder doch buiten dekring van de veenderij grond bezitten.Gedeputeerde Staten stellen dan ook dat hetniet de bedoeling is dat de directie een polder­

bestuur vormt, want de polder als het bestuurdaar over, had reeds sedert langen tijd bestaan.Waar dus in een verveenings Reglementgesproken wordt van 'Geïnteresseerden1 kun­nen deze geene anderen zijn dan belanghebben­den in de Veenderij en uitsluitend als zoodanig.Het bezit van land in het onverveend te blijvendeel des polders, geeft geen belang bij deVeenderij.De onregelmatigheden in de veenderij leiddenin 1856 tot een ingrijpende wijziging van hetreglement. Eén van de belangrijkste punten isdat Weesperkarspel de schouw en controle opde financiën ontnomen wordt. Dit wordt nuovergelaten aan een door Gedeputeerde Stateningestelde Commissie van Toezicht op deVeenderij in de Hollands-Ankeveense, HeintjesRak- en Broekerpolders. Deze commissie heeftuitgebreide bevoegdheden, de directie was methaar instelling dan ook niet erg ingenomen.Bij de reglementswijziging van 1856 wordt hetaantal leden van de directie bepaald op vijf. Alspoedig blijkt dat het polderbestuur en de direc­tie van de veenderij uit dezelfde personen isgaan bestaan. Dit is in 1916 een overweging omover te gaan tot opheffing van de directie vande veenderij. In 1916 wordt het bijzonder regle­ment van bestuur voor de polder zodanig gewij­zigd, dat de directie van de veenderij opgehe­ven kan worden. Tevens wordt de Commissievan Toezicht opgeheven. De taken van dedirectie en de fondsen gaan over op het bestuurvan de polder.

Waarborgfonds van de veenderij

Blijkens artikel 10 van het reglement van 1778moest voor elke morgen van 600 roede uit tevenen land een waarborgsom van 300 guldenbetaald worden. Dit waarborggeld was bedoeldom tc garanderen dat de overheid ook nog nadat het land verveend was - en dus in water ver­anderd - daaruit belastingen kon trekken alsofhet nog gewoon land was. Ieder jaar in demaand maart moesten de grondeigenaren tersecretarie van Weesperkarspel aangifte doenvan de oppervlakte van het land dat zij in datjaar wilden vervenen. Een afschrift van de regi­stratie van deze aangiften werd jaarlijks in

TVE 12 jrg. 1994

Page 14: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

december aan de baljuw en dijkgraaf vanGooiland gezonden.Het was mogelijk om de waarborgsom in drietermijnen te voldoen. De waarborgpenningenwerden belegd bij het Kantoor Generael vanHolland te ’s-Gravenhage of bij de Ontvangervan de Gemeene Lands Middelen teAmsterdam. Het geld werd in een kist vervoerdnaar de plaats van bestemming. Van het zogevormde kapitaal of waarborgfonds werdenobligaties of waterbrieven uitgegeven aan deverveners. Hiervan kon normale rente wordengenoten. Deze rente werd uitgekeerd door dedirectie aan de houders van waterbrieven.Het kapitaal van het waarborgfonds bedroegvolgens inschrijvingen op het Grootboek derNationale Schuld 63.800 gulden. Het totalebedrag aan waterbrieven bedroeg echter81.976,50. Dit verschil van ruim 18.000 guldenis te wijten aan de onregelmatigheden die leid­den tot de reglementswijziging van 1856. Laterwordt het waarborgfonds opgenomen in hetdroogmakingsfonds, althans niet meer afzon­derlijk vermeld.

Het slikfonds van de veenderij

Het slikfonds ontstond doordat in artikel 5 vanhet reglement van 1778 bepaald was dat deonkosten van de veenderij, i.e. de aanleg en hetonderhoud van de bedijking, het onderhoud vande schutsluis met brug, de Gele Brug, deMeentbrug en de weg en de daar naast gelegenvaart, een deel van de Stichtse kade alsmede deoeververdediging langs de Dammerkade,omgeslagen konden worden over alle verveen-bare landen. In 1780 wordt een speciaal octrooiafgegeven door de Staten iedere voet diepte perverveende roede, de getrokken roetalen slik, temogen belasten. De hoogte van dit slikgeldmocht door de directie in overleg met de hoof­dingelanden bepaald worden. De opmeting vanhet veen en de inning der slikgelden geschieddedoor de directie. Hierover werd jaarlijks reke­ning gedaan door de directie ten overstaan vande dijkgraaf en baljuw van Gooiland en hetgerecht van Weesperkarspel en de ingelandenvan de veenderij. Na het doen van de rekeningwerd het slikgeld, na aftrek van de onkostenvan de veenderij, belegd te Amsterdam.Het slikfonds stond vanaf 1858 ingeschreven in

het Grootboek der Nationale schuld voorƒ 47.000,- ad 2,5 procent rente.

Het droogmakingsfonds van de veenderij

In het octrooi noch in het reglement van 1778was enige bepaling opgenomen voor het weerdroogmaken van de uitgeveende stukken landin de betrokken polders. Wel waren bepalingenopgenomen betreffende de bedijking van deveenderij, maar de directie heeft deze bepalin­gen grotendeels aan zijn laars gelapt. Alleen hetwestelijk deel van de veenderij is van een bedij­king voorzien, de Hollandse kade, maar ookdeze omsluit niet het gehele westelijke deelzoals dat was voorgeschreven. Met de bedijkingvan het oostelijk deel schijnt zelfs nooit eenaanvang te hebben plaatsgevonden, ondanksherhaald aandringen van de provinciale over­heid.Het reglement van 1856 schreef wederombedijking voor, maar nu ook droogmaking vande polder. Hiertoe werd een nieuw fondsgevormd. Dit fonds ter weder droogmaking endrooghouding van de Hollands-Ankeveense,Heintjes Rak- en Broekerpolders werd belegdin inschrijvingen in het Grootboek derNationale Schuld. De renten uit het slikfondswerden, na aftrek van alle onkosten, in hetdroogmakingsfonds gestort. Na de opheffingvan de directie van de veenderij wordt er nietmeer gesproken van een slikfonds, doch slechtsvan een droogmakingsfonds.Het droogmakingsfonds is, ondanks de veleplannen hiertoe, nooit gebruikt voor het droog­maken van de veenderij. Op 6 oktober 1969wordt het slik- of droogmakingsfonds bijbesluit van Provinciale Staten van Noord-Holland opgeheven. Het batig saldo wordt uit­gekeerd aan de Hollands-Ankeveense polder.

Dit artikel is een verkorte versie van de inlei­ding bij de in 1991 door de auteur vervaardig­de inventaris van de archieven van het bestuurvan de Hollands-Ankeveense polder en deCommissie van Toezicht op de Veenderij, 1568-1979, gepubliceerd door het Streekarchief voorhet Gooi en de Vechtstreek, 1991, archieftoe-gangen nr. 4.

TVE 12° jrg. 1994- 12 -

Page 15: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

NOTEN1) Rijksarchief Utrecht (RAU), archief kapittel St. Marie,

inv.nr. 703.2) B. Goedemans, B.J. van der Kolk, K. Voorn Szn. - ’s-

Graveland in oude ansichten. (Zaltbommel, 1971)pp. 29-54.

3) RAU, archief kapittel St. Marie, inv.nr. 704 i.4) H.P.H. Jansen - Middeleeuwse Geschiedenis der

Nederlanden (Utrecht, 1972) 3e druk.5) D.Th. Enklaar - Middeleeuwse Rechtsbronnen van Stad

en Lande van Gooiland (Utrecht, 1932) pp. 37-44.6) Rijksarchief Zuid-Holland. Archief Controleur Generael

’s Lands Werken en Fortificatiën in Holland, inv.nr. 77(verbaal inspectiereis, september 1768).

7) Decret Imperial nr. 7378 de 21 octobre 1811.8) Algemeen Rijksarchief, archief Staatssecretarie,

inv.nr. 188. KB nr. 24, 24 januari 1816.

9) Archief Waterschap Kromme Rijn. Nieuwe Kaart van delande van Utrecht door Bernard du Roy. uitgeg. doorJohanes Covens en Cornelis Mortier (Amsterdam, 1743)2e druk.

10) Streekarchief voor het Gooi en de Vechtstreek teHilversum (SAGV), archief dorpsbestuur Ankeveen,inv.nr. 15.

11) SAGV, archief Hollands-Ankeveense polder (HAP),inv.nr. 183.

12) Idem, inv.nr. 9.13) SAGV, collectie aanwinsten, inv.nr. 1.14) SAGV, archief HAP, inv.nrs. 90 en 313.15) Idem, inv.nr. 91.16) SAGV, coll. aanwinsten, inv.nr. 1.17) Het register waarin dit eerste octrooi moet zijn geregis­

treerd, is niet meer aanwezig in het archief van de Statenvan Holland en West-Friesland.

Detail topografische kaart, schaal 1:25000, verkend 1887, herdrukt 1900.

;/C;i y \ ?_ U IL 1 'F K M M , SC -Ui:ilillfei . P - i w i n ;

' , - j i

11118 f i : M EEST

G enreen! <* y<i' " i; i - T - rmÊmBËSÊÊÈÊËS&Sfa

p;M nfeM1*! I mUA >Mi l»

WÊÊËamm

m m m: __________A..A -■ ■"

ë mm

m m ifêm ^m

mm. . .

H U« É R i

TVE 12'jrg. 1994- 13 -

Page 16: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Een erfenis voor 3562 erfgenamen,het archief van de Vereniging Stad en Lande van Gooiland

F.J.J. de Gooijer

Zoals elders beschreven is het omvangrijke erf-gooiersarchief onlangs overgebracht naar hetStadsarchief te Naarden. Dit archief bevatnaast talrijke Resolutieboeken, 530 archiefdo­zen. De totale inhoud hiervan kan letterlijk enfiguurlijk veel stof opleveren. In het navolgendestukje wordt ingegaan op de inhoud van tweevan deze dozen, namelijk de afstamming van deerfgooiers.

In 1912 werd bij wetgeving De Vereniging Staden Lande van Gooiland opgericht. Na een bijnazeventigjarig bestaan vond de opheffing plaatsin 1979. Het archief van de vereniging kwamonder beheer van de Stad en Lande Stichting.Op 25 november 1993 is dit gehele archief ver­huisd naar het Stadsarchief te Naarden.11 Hetmateriaal is zeer omvangrijk. Naast de talrijkeResolutieboeken bestaat het uit 530 archiefdo­zen. De totale inhoud kan letterlijk en figuurlijkveel stof opleveren. Vandaar in onderstaandebijdrage alleen iets over de erfgooiers afstam-mingslijsten. Deze liggen nu voor een ieder inhet Stadsarchief ter inzage.

Een puzzel van ruim duizend stukjes

Wat het archief betreft moge vermeld worden,dat dit zoowel uit historisch als uit praktischoogpunt zoo waardevol bezit, in zeer onvolledi­ge en ongeordende toestand werd bevonden.Eerst na een vijftiental jaren ernstigen arbeidwas het systematisch en overzichtelijk gerang­schikt, aldus de voorzitter van Stad en LandeE. Luden in 1931."’Anno 1993 is het archief nog volgens dit verou­derde systeem ’gerangschikt’. Ook nu zal hetjaren duren eer het op een hedendaagse wijzegeordend en toegankelijk is. Desondanks valthet niet moeilijk veel interessants te ontdekken.Alleen al de archiefdozen nummer 15.05 en15.06 herbergen een schat aan informatie. Deinhoud bestaat uit genealogische gegevens vande meeste erfgooierfamilies. De eerstgenoemde

doos is gevuld met de stambomen uit Blaricum,Hilversum en Naarden, de tweede met die vanBussum, Huizen en Laren. Iedereen, die zichverdiept heeft in zijn ’roots’, weet hoe boeiendmaar ook tijdrovend zo’n hobby is. Juist zulkemensen beseffen hoe enorm het karwei isgeweest om al deze afstammingslijsten temaken.Luden had in 1915 alle Gooise gemeenten aan­geschreven. Hij verzocht om toezending vanoude erfgooierslijsten. Hiermee kon de vastekern van vooral agrarische leden gecontroleerdworden.In 1930 deden allerlei geruchten de ronde overeen geheel of gedeeltelijke opheffing van Staden Lande. Het gevolg was een grote toeloopvan nieuwe leden. Omdat de bestaande lijstennu niet meer voldeden, kwam Luden in eenbesloten vergadering met een voorstel. Zijnplan werd aangenomen. Het hield in, dat menvan alle erfgooierfamilies afstammingslijstenzou laten samenstellen.Stad en Lande gaf de opdracht aan hetGenealogisch-Heraldisch Bureau,L.J. Beunin gen van Helsdingen teBloemendaal. Genoemde genealoog klaardegeheel alleen deze gigantische klus. De uitge­breide correspondentie tussen de secretaris vanStad en Lande Jan L. van Os en de genealoogbleef bewaard.” Van 1931 t/m 1934 spitte VanHelsdingen in de Gooise archieven. Naast dekerkelijke DTB's (Doop-, Trouw- enBegraafboeken) raadpleegde hij ook de impost-kohieren op trouwen en begraven.De werkzaamheden begonnen in oktober 1931.Stad en Lande zond aan het genealogischbureau de ledenlijsten uit 1930. Deze lijstenwaren tevoren door de Gooise gemeentesecreta­rissen voorbewerkt. Achter ieder lid vermeld­den zij de voorouders voor zo ver ze deze in deBurgerlijke Stand konden vinden. De gemeen­teambtenaren voerden dit uit als overwerktegen betaling door Stad en Lande van ƒ 1,50per uur. De gemeente Huizen stuurde als eerste

TVE 12'jrg. 1994- 14 -

Page 17: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

:vBfi

!

: :IQ

...SL...

"Een der ambtenaren van het Rijksarchief te Haarlem".II januari 1934.

de voorbewerkte lijst in. Drie ambtenaren had­den hier in totaal 180 uur aan gewerkt. In debegeleidende brief aan Van Helsdingen schreefJan L. van Os:In de laatste kolom is aangeteekend de laatstestamvader, die Uw uitgangspunt is. ... Er moetnu worden nagegaan, met de laatste stamvaderte beginnen, o f de geboorten uit wettige manne­lijke lijn a f stammen, en wel tot ongeveer 1700,daar de eerste lijst in 1708 is opgemaakt.Zoodra een onwettige afstamming wordt aan­getroffen, kan dit worden aangeteekend in delaatste kolom en behoeft voor die afstammingniet verder gezocht te worden.Op de lijst van 17084’ stonden 1088 personen.Het was een puzzel om hier wegwijs uit te wor­den.

Slapende leden worden wakker

Stad en Lande gaf de genealoog geen duidelijketaakomschrijving. Wat de precieze opdrachtgeweest mag zijn, ondubbelzinnig was ze niet.In de onderlinge correspondentie stonden overen weer vraagtekens. Vaak was er ook irritatie

tussen de opdrachtgever en de uitvoerder. Pasin januari 1934 komt Stad en Lande op de prop­pen met een principiële uitspraak. Met recht alsmosterd na de maaltijd, want het werk had in1933 gereed moeten zijn. Na de genealoog

jaren te hebben laten ploeteren, kwam eenschrijven, dat er ook 19e eeuwsc ledenlijstenbestonden. Als klap op de vuurpijl sleepte Staden Lande de Erfgooierswet van 1912 erbij:De Erfgooierswet zegt, dat als vermoeden voorhet etfgooiersschap geldt het voorkomen op eender door o f vanwege de overheid o f de vergade­ring van Stad en Lande vroeger opgemaaktelijsten.Eenvoudig gezegd, van iemand die op de oudelijsten stond, behoefde niet bewezen te wordendat deze afstamde van de lijst van 1708. Opaandringen van Van Beuningen stuurde Stad enLande daarna de originele lijsten uit 1805,1836. 1841, 1875, 1876 en 1886.Voor de genealoog was dit een vereenvoudi­ging. Bij de van vader op zoon scharende (agra­rische) families waren oude schaarlijsten (rechtom vee te weiden) automatisch de erkenningvan het erfgooiersschap. Op hun stambomenverwees de genealoog nu naar vroegere schaar-of ledenlijsten. Het aantal scharende leden bleefvrij stabiel. De toename van de niet-scharende(niet-agrariërs) was bij bepaalde gebeurtenissenexplosief. Vooral toen ten behoeve van hetgestichte Goois Natuurreservaat het heidebezitvan de erfgooiers in 1933 werd verkocht. Erdienden zich toen families aan die op geenenkele lijst na 1708 gestaan hadden. Deze zoge­naamde slapende leden namen zelf een gene­aloog in de arm om als erfgooier erkend en toe­gelaten te worden. Vooral in Hilversum, waarin de 18e eeuw de doopboeken verbrand waren,gaf dit veel problemen. Ook elders werden veelpogingen tevergeefs gedaan. Het uiteindelijkeresultaat was dat het aantal van 2122 leden in1930 steeg tot 3562 in 1933. Het was ook demoeite waard, want na de verkoop aan hetGoois Natuurreservaat ontvingen alle erfgooi­ers een uitkering van 566 gulden en vier cent.In de crisistijd van die jaren was dit een zeeraanzienlijk bedrag.Na 1933 nam de belangstelling van de niet-scharenden voor Stad en Lande af. In de jarenzeventig nam dit weer toe bij de totaleopheffing, waarbij per niet-scharend lidƒ 5.244,- werd uitbetaald.51

TVE 12'jrg. 1994- 1 ? -

Page 18: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Voltooid verleden tijd

De kosten van het onderzoek werden door hetGenealogisch-Heraldisch Bureau bepaald opƒ 5,- per dag (exclusief reiskosten). De gemeen­te Huizen was als eerste aan de beurt. De leden­lijst van Blaricum vroeg hij in november op. Op4 december verzuchtte de genealoog: Het werkis veel tijdrovender dan wellicht oppervlakkiggeoordeeld is. Eind januari 1932 was hij, opvijf geslachten na, gereed met Naarden. De ont­brekende geslachten stamden uit Blaricum enHilversum. Om tijd te sparen en geen dubbelwerk te doen, verzocht hij eerst andere gemeen­ten af te werken. Hij schreef bovendien: Ik bensinds 18 December (1931) met het onderzoekder lijst Naarden bezig geweest en heb daaraan36 dagen gewerkt.Augustus 1933 vermeldde het bureau in eenrecapitulatie de stand van de werkzaamheden.Huizen en Naarden waren gereed, aan de overi­ge gemeenten werd nog gewerkt. Ondanks datwaren er al 330 genealogieën opgesteld. Tochontbraken nog 211 genealogieën, maar dathield verband met de 19e eeuwse ledenlijsten.Er werd een vinnige discussie tussen VanHelsdingen en Stad en Lande over gevoerd. Degenealoog wilde ook deze lijsten, tegen de zinvan Stad en Lande in, kritisch onderzoeken.Eind oktober 1934 werd dit geschil voorgelegdaan de waarnemend Rijksarchivaris van Noord-Holland. Deze koos de zijde van de genealoog.Het aantal onderzochte afstammingen was gro­ter dan het uiteindelijke aantal erfgooierfami-lies. Veel van de nieuw aangemelde leden

waren na onderzoek te licht bevonden en afge­wezen.De definitieve uitvoering van de stambomenwas per familie verschillend. Uitgebreide gene­alogieën beginnen omstreeks 1700 en bestaanuit 5 a 6 generaties. Anderen beginnen later,maar verwijzen vaak naar een stamvader uit eenandere gemeente. Achter sommige 19e eeuwersstaat het jaartal van een schaarlijst uit die tijd.De in de j aren dertig levende laatste generatie ismeestal aangegeven met één of meer lidmaat-schapsnummers van de gemeente van inwo­ning. Deze nummers zijn van de erfgooierslijstuit 1930. Om een indruk te geven over de ver­deling van het aantal leden per gemeente, volgthier een overzicht.

Wie nu nog munt wil slaan uit zijn eventueleerfgooiers afstamming is te laat. Zelfs tenonrechte afgewezen aanspraken zijn vervallen.Het erfrecht van de erfgooiers behoort tot devoltooid verleden tijd.

NOTEN1) De Omroeper, Historisch tijdschrift voor Naarden, nr. 4,

6e jrg., okt. 1993.2) E. Luden - Het Gooi en de erfgooiers. De Kroon,

Hilversum. 1931.3) Stad en Lande archief, doos 417.4) ARA Den Haag, archief Grafelijksrekenkamer

inv.nr. 755 bis omslag 3.5) De Gooi- en Eemlander, 7 maart 1985.

Gooise Aantal gerechtigde Aantal verschillende Aantal stambomengemeente personen namen 15.05 en 15.06

1708 1930 1965 1930 1965

Blaricum 104 165 307 31 44 63Bussum 40 299 661 58 76 92Hilversum 384 597 1258 84 98 154Huizen 238 575 1604 30 57 72Laren 160 401 684 48 59 94Naarden 111 85 207 26 54 31buiten het Gooi 51 0 0 0 0 0

Totaal 1088 2122 4721

TVE 12° jrg. 1994- 16-

Page 19: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

De overdracht van het archief van deerfgooiers Dirk Dekema

Op 10 september 1993 vond in het StadsarchiefNaarden een bijzondere gebeurtenis plaats. Inaanwezigheid van tal van genodigden werddoor de Stad en Lande Stichting het historischarchief van de erfgooiers in beheer overgedra­gen aan het Stadsarchief.Hiermee is één van de belangrijkste archievenvoor de historie van het Gooi beter toegankelijkgeworden. Het erfgooiersarchief bevat deschriftelijke neerslag van ruim vijf eeuwenGooise geschiedenis. Het oudste originele stukdateert van 1442 en het jongste uit 1979, endaartussen bevindt zich ongeveer negentigstrekkende meter papier. Het belang van hetarchief voor de bestudering van de regionalegeschiedenis is groot. Het is een bron van infor­matie voor de agrarische geschiedenis, debestuurlijke ontwikkeling, de landschappelijkeontwikkeling en zeker niet in de laatste plaatsvoor genealogisch onderzoek.Bundeling van dit archief met het archief vande stad Naarden is een grote stap vooruit in deontsluiting van de bronnen voor de geschiede­nis van het Gooi. Zeker nu ook de gemeentenMuiden en Bussum hun historische archievenin Naarden hebben ondergebracht.Dit artikel is een korte schets van de ontwikke­ling van het erfgooiersarchief, de overdracht enhet toekomstig beheer.

Ontstaan erfgooiersrechten

Van oorsprong vormden de erfgooiers een boe­rengemeenschap die aan het begin van de14e eeuw de gebruiksrechten verwierf vanwoeste, nog niet ontgonnen, gronden in hetGooi. Het eigendom bleef in handen van delandsheer, de graaf van Holland en zijn rechts­opvolgers. Voor de boeren waren dezegebruiksrechten van groot belang als aanvullingop hun schamele inkomen. Het grootste voor­deel bestond hierin dat zij een aantal dierenkonden laten grazen op de gronden die zij ingemeenschappelijk gebruik hadden (koeien op

de graslanden, schapen op de heiden).Aanvankelijk was er ruimte genoeg voor deschaarse bevolking in het Gooi en strikte regelswaren niet nodig. In de loop der tijd veranderdedat.De voorrechten die de Gooise boeren genoten,hadden aantrekkingskracht op de omgeving envelen verhuisden daarom naar ons gebied.Bovendien kon de invloedrijke stad Naardenaan nieuwe burgers dezelfde rechten geven ofzelfs verkopen. Hierdoor groeide de bevolkingen werd de spoeling dunner. Daarbij kondenconflicten niet uitblijven. Er ontstond behoefteaan een duidelijke afbakening van de rechten enplichten van de Gooise boeren. Het aantal’beesten’ (= koeien) dat men op de gemeen­schappelijke wei, de meent, mocht brengenwerd een ’schaar’ genoemd. De reglementen,waarin de rechten en plichten werden omschre­ven, worden daarom ’schaarbrieven’ genoemd.De eerste in een lange reeks van schaarbrievendateert van 1404, de tweede van 1442. Dezelaatste is het oudste stuk dat in origineel in hetarchief bewaard is gebleven. In de schaarbrie­ven werd de omvang van de schaar vastgesteld- aanvankelijk acht, later zes - en ook welkepersonen recht hadden op een schaar. Dit warende volwassen mannen die in mannelijke lijnafstammen van Gooise families en zelf in eenvan de Gooise plaatsen woonachtig waren. Eenomschrijving die duidelijk wordt gevangen inde term 'erfgooiers'.

Inhoud archiefIn de oudste tijden bestond het archief slechtsuit een paar stukken. Perkamenten charterswaarin de rechten van de Gooiers tot hetgebruik van de ’gemene gronden’ waren vast­gelegd. Deze stukken werden bewaard in eenijzeren kist op het stadhuis in Naarden. Hoemeer afspraken en regels ten aanzien van hetgemeenschappelijk gebruik werden gemaakt,des te vaker zal men deze schriftelijk hebben

TVE 12 jrg. 1994- 17 -

Page 20: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

willen vastleggen. Zo vormde zich langzaameen archief, waarin steeds meer structuurkwam. De eerste notulen van een bestuur date­ren van het begin van de 17e eeuw, vanaf 1632vormen zij een continue reeks.Een verandering die grote gevolgen had voor deadministratie van de erfgooiers was het vastleg-gen van het aantal leden of gerechtigden. Eenalgemene omschrijving, zoals die in de schaar-brieven stond, bleek in de loop der tijden tochvoor verschillende uitleg vatbaar te zijn en waseen voortdurende bron van conflicten, vooraltussen Naarden en de dorpen. Naar aanleidingvan één van de processen die hierover werdengevoerd, gaven de Staten van Holland in 1708opdracht tot het vervaardigen van een kaart vanalle gemeenschappelijke gronden alsmede eenlijst van alle gerechtigden tot het gebruik daar­van.De uiteindelijke lijst bevatte 1088 namen vangerechtigden, waarvan 624 niet-scharenden -erfgooiers zonder vee. Deze lijst vormt sinds­dien de basis voor het erfgooiersschap.Wie zich erfgooier wil noemen, moet kunnenbewijzen in directe mannelijke lijn af te stam­men van iemand die op deze lijst voorkomt. Deledenlijsten die na 1708 zijn opgesteld, vormeneen omvangrijk bestanddeel van het huidigearchief.

Niet-scharende erfgooiersDe ontwikkeling dat een steeds kleiner deel vande erfgooiers ook werkelijk in het boerenbedrijfwerkzaam was en van zijn schaarrechtengebruik maakte, loopt als een rode draad doorde geschiedenis van de erfgooiers.Niet-scharende erfgooiers hadden eigenlijkgeen voordeel van het feit dat zij erfgooierwaren. Zij konden immers geen gebruik makenvan hun rechten op de gemeenschappelijkegronden. Dat veranderde in 1836 en 1843 toen,onder begeleiding van de Hilversumse notarisPerk, een overeenkomst werd gesloten tussende erfgooiers en het Rijk, waarbij de grondenwerden verdeeld. Beide partijen verkregendaarbij de volle eigendom over hun deel.Daarmee werd de ’marke’ echter in feite opge­heven.Vanaf dat moment hadden niet-scharende erf­gooiers alle belang bij verkoop van een deelvan de eigendommen. De druk hierop werd ver­

groot door de bevolkingsgroei in het laatstekwart van de vorige eeuw. De gemeenten had­den grond nodig om huizen te kunnen bouwen.De grond in het Gooi, die eeuwenlang vrijwelniets waard was, steeg ineens flink in prijs.De conflicten die uit deze ontwikkelingenvoortvloeiden, heeft men proberen op te lossenmet de totstandkoming van de ’erfgooierswetvan 1912’. Hierbij werd de Vereniging van Staden Lande van Gooiland opgericht en kreeg deorganisatie van de erfgooiers zijn definitievevorm. De doelstelling van deze wet was vooralgericht op het behartigen van de belangen vande scharende erfgooiers, dus de boeren in hetGooi.Zoals gezegd, hadden niet-scharenden praktischgeen voordeel van hun erfgooiersschap. Velenlieten zich dan ook niet meer als lid registreren.Dat veranderde drastisch toen in de jaren dertigeen deel van de eigendommen werd verkochtaan de 'Stichting Gooisch Natuurreservaat' enuit de opbrengst een uitkering werd gedaan aanalle erfgooiers.Op dat moment hebben velen een verzoek inge­diend om zich alsnog als lid van de erfgooiers-vereniging te mogen laten inschrijven. In hetarchief bevinden zich talloze stambomen vanGooise families, die als bewijs moesten dienen,dat hun voorvaders voorkwamen op de lijst van1708.Tussen 1930 en 1933 steeg het aantal leden van2122 naar 3562, waarbij het aantal scharendeleden praktisch gelijk bleef. Het was ook demoeite waard, want na de verkoop van de grondaan het Goois Natuurreservaat ontvingen alleerfgooiers een uitkering van ƒ 566,04. In de cri­sistijd was dat natuurlijk een aanzienlijkbedrag.

Het Gemeenlandshuis

Het nieuwe bestuur van de erfgooiersverenigingonder leiding van Emil Luden had een sterkebehoefte aan een eigen gebouw voor hetbestuur en de administratie. Kort na de invoe­ring van de Erfgooierswet van 1912 kwamenenkele bestuursleden met het voorstel tot hetstichten van een eigen monumentaal gebouw,dat met algemene stemmen werd aanvaard.Verschillende Gooise architecten hebben daar­toe ontwerpen gemaakt en uiteindelijk werdgekozen voor het plan van de bekende

TVE 12'jrg. 1994- 18-

Page 21: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

"Op weg naar de twee millioen", tekening Jo Spier.

Bussumse architect K.P.C. de Bazel.De gemeente Naarden was er veel aan gelegendat het gemeenlandshuis binnen haar gemeentegebouwd zou worden. Het gemeentebestuurvan de stad, die in het verleden een zo bepalen­de rol in de organisatie had gespeeld en ook inde Erfgooierswet van 1912 als vestigingsplaatswordt genoemd, meende daarop recht te heb­ben. Men was zelfs bereid daartoe een perceelvan 6000 vierkante meter aan te kopen en aanStad en Lande aan te bieden. Het bestuur van devereniging was echter van mening datHilversum als economisch middelpunt van hetGooi het meest in aanmerking kwam als vesti­gingsplaats. Naarden reageerde geschokt enheeft zelfs nog via een verzoekschrift aan deKoningin, tevergeefs, geprobeerd het bestuurop andere gedachten te brengen. In 1917 werdhet ’Gemeenlandshuis’ zoals men het noemde,feestelijk geopend.Helaas moest het monumentale pand van DeBazel in 1968 wijken voor uitbreiding van deNOS-studio. Enkele kenmerkende elementenzijn gelukkig bewaard gebleven. In de tuin vanhet Burgerweeshuis in Naarden zijn de gevel­

stenen ingemetseld en op de schoorsteen staatde windwijzer van het voormalige gemeen­landshuis. De stoelen van de vergaderruimtestaan in het oude stadhuis van Naarden en wor­den gebruikt door de gemeenteraad voor haarvergaderingen. Het terrein, tegenover het huidi­ge hotel Jan Tabak, dat Naarden had willenaanbieden voor de bouw van het gemeenlands­huis is overigens onbebouwd gebleven. Menkun erover mijmeren of het fraaie gebouw vanDe Bazel er nog had gestaan als het allemaalanders was gelopen.

Bestemming archief

Na de opheffing van de erfgooiersvereniging in1971 stond men voor de vraag wat te doen methet omvangrijke archief, waarvan de nieuwopgerichte Stad en Lande Stichting eigenaarwerd. Het historisch belang ervan werd dooralle betrokkenen ingezien, maar het vinden vaneen bestemming in de regio waar het openbaartoegankelijk zou zijn voor historisch onder­zoek, bleek een groot probleem.Het archief van Stad en Lande heeft een belang­rijke rol gespeeld in de discussie rond de tot­standkoming van één streekarchief voor hetgehele Gooi. Door allerlei politieke en bestuur­lijke problemen bleek het niet mogelijk om bin­nen afzienbare termijn een archiefdienst van degrond te krijgen. De discussie hierover heeftzich, zoals bekend, jarenlang voortgesleept.Intussen was geen van de Gooise gemeentenbereid om in afwachting van een te vormenstreekarchief het erfgooiersarchief op te nemen,behalve Huizen. Vanaf 1978 heeft het archiefonderdak gevonden in de moderne en ruimearchiefbewaarplaats van deze gemeente. Bij deoverdracht van het archief sprak de voorzittervan de Stichting zijn dank uit voor de verleendediensten.Eén streekarchief voor het Gooi is er overigensniet gekomen. In plaats daarvan zijn er tweearchiefdiensten, in Hilversum en Naarden, ont­staan die op een goede manier met elkaarsamenwerken.Stad en Lande heeft vanouds een bijzondereband met Naarden. Als enige stad van het Gooien als zetel van de organisatie heeft Naardendoor de eeuwen heen een groot stempel op degeschiedenis van de erfgooiers gedrukt. Er zijndan ook allerlei raakvlakken met de bestuurlij-

TVE 12'jrg. 1994- 19 -

Page 22: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

ke en rechterlijke archieven van Naarden zelf.Mede daarom heeft de stichting besloten om hetarchief uiteindelijk onder te brengen in hetStadsarchief van Naarden, waar het kan wordengeraadpleegd in samenhang met de bovenge­noemde archieven.

ToegankelijkheidHet archief van Stad en Lande is een particulierarchief, eigendom van de Stad en LandeStichting. In tegenstelling tot de gemeentelijkearchieven valt het niet onder de archiefwet van1962 en is daarmee ook niet per definitie open­baar. Het bestuur van de Stad en LandeStichting is zich echter bewust van het histo­risch belang van haar eigen archief en heeft metdeze overdracht geregeld dat het archief in prin­cipe even openbaar toegankelijk zal zijn als degemeentelijke archieven.In het verleden dacht men heel anders over deopenbaarheid van archieven. Bestuurders warenin het algemeen niet zo gesteld op pottekijkersvan buiten. Kennis is macht zal men gedachthebben en buitenstaanders mochten dus vooralniet te veel kennis krijgen.Dat ondervond ook Lambert RijckszoonLustigh, een schepen, zeg maar wethouder, vanHuizen in het begin van de 18e eeuw. Lustighwas een ijverig onderzoeker naar de oorsprongvan de rechten van de erfgooiers. Hij heeftindertijd veel archieven bezocht en daaruit aan­tekeningen en afschriften gemaakt. Ook hetarchief van de erfgooiers dat zich toen op hetstadhuis in Naarden bevond, heeft hij bekeken.Maar hij kreeg niet alles te zien zoals blijkt uitzijn verzuchting: Ja, ik ben verseekert, dat sijgeheijme boecken die meer dan 500jaaren outsijn hebben, want ik deselven wel in mijn han­den gehad hebbe, maar hadde geene vrijheijtom die te moegen doorsien.

Invloed LudenOok in recenter tijden, onder het bestuur vanEmil Luden, was men nog zeer voorzichtig methet verlenen van toegang tot het archief.Daartoe moest schriftelijk een met redenenomkleed verzoek ingediend worden, het liefstvoorzien van referenties. Eerst nadat dezeinlichtingen waren ingewonnen, verkreeg menal dan niet toestemming om het archief te raad­

plegen. Voor wetenschappelijk onderzoek heefthet bestuur van de erfgooiers altijd openge­staan. Soms zelfs ruimhartiger dan de historicizelf. Toen in de jaren twintig dr Enklaar, bezigmet het samenstellen van zijn bekende bron­nenuitgave over de erfgooiers, er lucht vankreeg dat een andere onderzoeker het archiefwilde raadplegen voor zijn dissertatie, probeer­de hij het bestuur ertoe te bewegen deze de toe­gang tot het archief te weigeren. Hij was bangdat zijn eigen publikatie ’veel van zijn oor­spronkelijke frisheid’, zoals hij het formuleer­de, zou verliezen.Tevergeefs, want de toenmalige voorzitterLuden was van mening dat de vereniging eendermate publiekrechtelijk karakter had, dat mende toegang aan serieuze onderzoekers niet konweigeren.Luden was zelf overigens ook een verwoedonderzoeker naar de historie van zijn organisa­tie. Hij verzamelde alle stukken en gegevensdie daartoe konden bijdragen. Door hem wer­den alle gemeenten aangeschreven met devraag of er nog archivalia onder hun beheerwaren die van belang konden zijn voor Stad enLande. Zo stond Naarden een aantal stukkenafkomstig uit het eigen archief af. De andereGooise gemeenten reageerden niet op het ver­zoek, behalve de gemeente Hilversum, diemeldde dat tegen de vastgestelde legesverorde-ning afschriften konden worden vervaardigd ener werd voor alle duidelijkheid een exemplaarvan de verordening bijgesloten.Toen Luden in 1917 van één van de nazatenvan eerder genoemde Lambert RijkszoonLustigh geschriften mocht lenen, vond hij dezezo belangwekkend, dat hij ze bijna integraal lietkopiëren. (In die tijd was dat nog overschrij-ven.) Waar deze boeken uit familiebezit zijngebleven, is niet bekend. Eén van de boekenwerd in 1973 door het Rijksarchief gekocht bijeen antiquariaat. De afschriften die Luden lietmaken, bevinden zich gelukkig nog in hetarchief.

Toestand c.q. staat van het archief

Het archief van Stad en Lande is over het alge­meen in een redelijke materiële staat. Vooral decharters en de resolutieboeken zijn in uitsteken­de conditie. Toch heeft ook dit archief, zoalsvrijwel alle archieven die teruggaan tot de mid-

TVE 12 jrg. 1994- 2 0 -

Page 23: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

deleeuwen, de tand des tijds niet ongeschondendoorstaan. In de loop der eeuwen zijn stukkenverloren gegaan, door oorlogen, branden enandere rampen waarvan het Gooi er vele heeftgekend. In dit opzicht verschilt het archief nietvan bijvoorbeeld het archief van de stadNaarden.Vroeger zag men brand als de grootste bedrei­ging voor een archief en men trof vooral daarte­gen beschermende maatregelen. Zo ook bij hetarchief van Stad en Lande; in het gemeenlands-huis had men aanvankelijk het archief op zolderopgeslagen, maar uit angst voor brandgevaarwerd van de (te) droge zolder verhuisd naar debrandvrije, maar (te) vochtige kelder.Tegenwoordig is men zich meer bewust van desluipende gevaren die ons papieren erfgoedbedreigen; vocht en schimmels en verzuring.Archiefstukken kunnen hierdoor worden aange­vreten en op den duur zelfs verteren. Helaas isook een aantal stukken uit het archief van Staden Lande door vocht en schimmel aangetast. Deomvang van de schade zal pas na onderzoekkunnen worden vastgesteld. Een aantal van debelangrijkste stukken, enkele kaarten en char­ters, heeft het bestuur van de Stad en LandeStichting inmiddels deskundig laten restaure­ren.Een stabiele omgeving waarin temperatuur envochtigheid worden gereguleerd, zijn van grootbelang bij de opslag van archieven. Bij de bouw

van de archiefkluis van het Stadsarchief werdhieraan veel aandacht besteed, zodat een verde­re achteruitgang van de archieven tot een mini­mum wordt beperkt.Het beheren van oude archieven is veel meerdan het opslaan daarvan. In de toekomst zal eenactief beheer, binnen de mogelijkheden diedaarvoor zijn, moeten leiden tot een betere ont­sluiting van het archief en restauratie van destukken die daarvoor in aanmerking kornen^Dan zal ongetwijfeld nog meer blijken dat hetarchief van Stad en Lande een rijke bron is voorhet ontdekken van de geschiedenis van hetGooi. Studie en het publiceren van de resultatendaarvan zullen een bijdrage leveren aan het ver­vullen van de doelstelling van de Stad en LandeStichting, namelijk het ’levendig houden van degeest van Stad en Lande van Gooiland’.

De bewaargevingsovereenkomst wordt ondertekenddoor de voorziter van de Stad en Lande StichtingHoekzema en de burgemeester van Naarden Patijn.110 september 199S)

TVE 12'jrg. 1994- 21 -

Page 24: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Het Geologisch Museum HoflandNico J.M. Zethof

De vestiging van het museum

Tijdens een wandeling van een groepje Nivon-leden in het begin van de jaren zestig, raapteiemand een steen op. Het was een zogenaamdewindkanter en degene die hem opraapte, wistdaar zo boeiend over te vertellen: waar de steenvandaan kwam, hoe hij hier was gekomen enhoe hij zo mooi geslepen was, dat de anderewandelaars geïnteresseerd raakten. Beslotenwerd regelmatig bij elkaar te komen om kennisover de geologie op te doen. Zo ontstond deNivon Amateurgeologengroep.De heer Lucas Hofland, een bekend amateurge-oloog, kwam eens bij dit groepje een inleidinghouden. De honger naar kennis en de sfeer in degroep sprak hem zo aan, dat hij steeds vaker opde bijeenkomsten kwam en uiteindelijk deelvan de groep ging uitmaken.De groep profiteerde van de grote kennis dieLucas Hofland meebracht, maar dit heeftslechts enkele jaren mogen duren, want in 1969overleed hij in zijn woonplaats Maartensdijk.Een deel van zijn stenen verzameling had hijvermaakt aan de gemeente Laren, die er eigen­lijk geen raad mee wist. De collectie werd voor­lopig opgeborgen in de kelder van het gemeen­tehuis. De geologengroep vond dat ze zoveelaan Lucas Hofland te danken had, dat zijbesloot dat er een naar hem genoemd museummoest komen, waar een deel van zijn verzame­ling zou worden tentoongesteld. De gemeentewas bereid de collectie Hofland voor dat doelbeschikbaar te stellen onder de voorwaarde datdeze zou worden ondergebracht in een stich­ting.De Stichting Nivon Geologisch MuseumHofland werd opgericht op 19 april 1972. Metingang van 1 oktober 1972 sloot de Stichtingeen huurovereenkomst voor een periode van15 jaar ten behoeve van de inrichting van eenklein museum in het vervallen gedeelte van eenoude boerderij aan het Zevenend 8a te Laren.Met een grote groep vrijwilligers werd met manen macht gewerkt om de bouwval om te toveren

tot een gezellige museumruimte.In de zomer van 1987 bleek het niet mogelijkde huurovereenkomst te verlengen. In okto­ber 1987 werd tussen de besturen van degemeente Laren en onze stichting overeenstem­ming bereikt over de huur van het pand met bij­behorende grond, nabij het Sint Janskerkhof,aan de Hilversumseweg 51 te Laren. Dit pandbetrof een voormalig benzine- en smeerstationvan de Shell annex woonruimte. Het stationverdween pas na de jaren zeventig. Het oor­spronkelijke gebouw was een tolhuis dat werdgebouwd door de gemeente Laren in 1823,nadat tezamen met de gemeente Hilversumbesloten werd om de verbinding tussen beidedorpen van een verhard wegdek te voorzien enwaarvoor van de gebruikers een tol gehevenwerd. Na het opheffen van de tol in de jarentwintig is er lange tijd een pleisterplaatsgeweest voor dorstige wandelaars.Bij het pand behoorde tevens een houten gara­ge, een schuurtje, een tuin aan drie zijden rondhet huis en tenslotte aan de oostzijde een royaalbestrate parkeergelegenheid en een verwaar­loosde moestuin, grenzend aan twee begraaf­plaatsen. Hierdoor kreeg het museum debeschikking over een aanzienlijk grotere behui­zing.Het pand werd verbouwd, zodat het museum op1 mei 1988 op de nieuwe lokatie kon wordengeopend.De tuinen rondom bleven in 1988 onberoerd,met dien verstande dat aan de drie zijden metzicht op de weg, in overleg met en op adviesvan het Goois Natuurreservaat, boekweit werdverbouwd. In 1989 werd op deze stukjes grondeen vaste tuin aangelegd met behoorlijke coni­feren, struiken en planten.De uit schaaldelen bestaande garage werdgeheel gerenoveerd, dubbelwandig gemaakt eningericht als zaag- en slijpatelier.Intussen ontwikkelde zich bij het bestuur hetplan om het probleem van de verwaarloosdemoestuin op te lossen en een gesteentetuin aan

TVE 12'jrg. 1994- 2 2 -

Page 25: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

te leggen. Dit leidde in december 1989 tot hetverzoek aan de heer W.M. Bakker, tuinarchitectte Eemnes en intussen medewerker van hetmuseum, een tuin te ontwerpen waarbij nadruk­kelijk met zwerfstenen zou worden gewerkt.

Waar komen de zwerfstenen vandaan?

Het is wel een paar honderdduizend jaar gele­den dat bij een erg koud klimaat de in ijs veran­derde neerslag van de Scandinavische landenzuidwaarts werd gedreven. Het tijdvak waarindat plaatsvond, noemen we het pleistoceen. Hetijs nam op zijn weg veel materiaal mee, dat hetafschuurde van het bergland. Begonnen alsenkele gletsjers verbreedde zich de ijsmassageleidelijk en werd zo een vele honderdenmeters dikke ijskap. Tijdens de voorlaatstekoude periode, het Saalien, kwam het ijs ooktot in ons land, zo ongeveer tot de grillige lijnHaarlem-Amersfoort-Nijmegen. Na afsmeltingvan het ijs bleef het meegeschoven materiaalals keileempakketten en gesteentepuin achter:zwerfstenen, ook erratica genoemd. De herin­nering daarvan is te vinden in de vorm vanmorene- en stuwwallandschappen en nog enke­le andere formaties.Behalve deze noordelijke zwerfstenen is er inons land ook veel zuidelijk materiaal, dat al vervoor de ijstijden naar ons land werd getranspor­teerd door de grote rivieren Rijn en Maas enhun vele zijrivieren. Die waren destijds, meerdan een miljoen jaren geleden, veel groter danzoals wij ze nu kennen. Deze zwerfstenen zijnin het algemeen kleiner en zitten doorgaans die­per in de grond. Onze Gooise heiden, deVeluwe en ook de grindwinningen langs degrote rivieren zijn onder andere de plaatsenwaar de zuidelijke stenen gevonden worden. Zijzijn onder andere afkomstig uit de Ardennen,Vogezen, Hunsrück, Sauerland en hetTaunusgebergte.Tussen de stenen kunnen we exemplaren vin­den die qua vorm een bijzonder verschijnselzijn. Er zijn stenen die krassen vertonen, ver­oorzaakt door het schuren en persen in het ijsen over de brokkelige ondergrond, de zoge­naamde gletsjerkrassen. Andere stenen zijnafgerond als gevolg van een draaiende bewe­ging door kolkend smeltwater in spleten engaten in het vaste gesteente: gletsjermolenste-nen.

Heel interessant is ook een ander verschijnseldat bij de zwerfstenen voorkomt. Het zijn dewindkanters. Deze keien hebben tijdens de laat­ste ijstijd blootgestaan aan felle winden die destenen hun afgeschuurde kanten bezorgden. Inde ijstijd, tussen 75.000 en 10.000 jaren gele­den, het Weichselien, reikte hel ijs niet tot inons land, dat toen een koud toendra-achtig step-pengebied was.

Zwerfstenen, waar vinden we ze?

In feite vinden we door ons hele land zwerfste­nen. Zo zijn er produkten van de gletsjers uithet noorden, die ons land bereikten tijdens deSaale-ijstijd. die zich circa 120.000 jaren gele­den terugtrok uit onze gebieden. Er zijn ookstenen die met de grote rivieren uit het zuidenal twee miljoen jaren lang getransporteerd wor­den. De meeste stenen worden gevonden waarhet landijs gedurende lange tijd heen en weerwalste, zoals aan het eind van de uitbreiding inde stuwwallen van Midden-Nederland: hetGooi, de Utrechtse Heuvelrug, de oostkant vande Veluwe en bij Nijmegen. Ook noordelijkerzijn vindplaatsen; er zijn twee zones: één terhoogte van een lijn Castricum, Hoorn, Urk,Vollenhove en één ter hoogte van Texel.Wieringen, Gaasterland en Steenwijk. In dezezones en het grootste deel van Noord-Nederland treffen we veel keien en keileem(gemalen keien) aan.In het Gooi bevonden zich dus ook veel con­centraties van zwerfstenen. In Hilversum op deTrompenberg, de Boomberg, Crailo bij deWereldomroep en in Huizen de Warandebergen(kalkzandsteenfabriek), Bikbergen, enzovoort.De enorme hoeveelheden keien zijn door onzevoorouders voor allerlei doeleinden gebruikt.De bontgekleurde straatjes en plaatsjes rondoude boerderijen herinneren hieraan. Veelkeien werden in steenklopperijen vergruisdvoor wegenverharding. Tussen het dorpHilversum en het Sint Janskerkhof is er nog nietzo heel lang geleden een steenklopperijgeweest. Nog geen vijftig jaren geleden vondmen hier en daar op de Gooise heiden noghopen van deze stenen. Thans vinden weslechts hier en daar nog grote zwerfkeien oppleinen en plantsoenen als herinneringen aaneen koud verleden.We kennen ook vele ’grindbanken’, concentra-

TVE 12 jrg. 1994-23-

Page 26: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

ties van klein gesteentemateriaal (tot 64 mm.),onder andere een uitgegraven grindbank300 meter ten noorden van ons museum.Verder spreken we van een ’stenenstraatje’ alsin een keileemschol of -plaat een zo grote con­centratie kleiner materiaal aan de oppervlaktekomt, dat het vrijwel tegen elkaar aansluit.

Andere gesteentetuinen

Ten noorden van het voormalige eiland Urk inde Zuiderzee bevindt zich een internationaalbekend geologisch terrein. Tijdens het droog­vallen van de Noordoostpolder werd voor dieplaats een bos ontworpen. Na de aanleg in dejaren 1945/1946 bleek dat midden in het ontsta­ne bos een grote keileemplaat aanwezig was, zobezaaid met stenen, dat er geen boom op groei­de. Zelfs de in Scandinavië in bergachtig terreinvoorkomende Jeneverbes wilde er niet gedijen.Onder invloed van de zeer populaire amateur-geoloog Pieter van der Lijn besloot men ten­slotte het 6 hectare grote terrein te bestemmenvoor wetenschappelijke en culturele doelein­den: Het Geologisch Reservaat P. van der Lijn.Op het gebied van de geologie in ons land

wordt het begrip gesteentetuin gehanteerd voorhet aangeklede landschap in het Schokkerbos,Noordoostpolder. Aan de noordwestzijde vanhet (voormalige) eiland Schokland werd even­eens gepland een bos aan te leggen afgewisseldmet weideland, een soort parklandschap, zoalsdat bekend is in Salland en Twente. Ook hierstuitte men op een keileemplaat op de plaatswaar bos geprogrammeerd was. Het resultaatwas wederom een open plek met veel keien,weliswaar kleiner dan bij Urk, maar toch altijdnog 80 bij 40 meter en vijftig meter noordelij­ker een stuk van 30 bij 15 meter. De gesteente­tuin en de erbij behorende informatieruimte isvoor het publiek toegankelijk.

Herkomst van de zwerfstenen van hetmuseumIn de begroting voor het ontwerp van de tuin isuitgegaan van de behoefte aan zwerfkeien meteen totaal gewicht van circa 100 ton. Bij debeoogde presentatie in de tuin zal het nietmogelijk zijn om aan te geven waar het verza­melde keienmateriaal door het landijs in onzeomgeving achtergelaten is. Het is daarom inte-

5 ^ ,-i .

'P W "■«

i T i ' \

"mmmmm mm\mm \

*

■L’ l l . . ' ;

- -

Het plaatsen van het bruggetje over de vijver, augustus 1993.

TVE 12'jrg. 1994- 24-

Page 27: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

ressant om hier een korte uiteenzetting te gevenover de wijze waarop het museum kans gezienheeft al dit zwaarlijvige materiaal in de loopvan de laatste jaren te verzamelen.

NoordoostpolderVoordat er zich plannen ontwikkelden voor degesteentetuin hadden we reeds enige keien voorde deur op straat liggen. Reeds halverwege dejaren zeventig kreeg het museum vanStaatsbosbeheer op Urk via de bemiddeling vande geologisch adviseur W.Tj. Hellinga eengrote kei van 800 kilo en nog drie kleinere,mooie gneizen van circa 50 kilo. Deze warenaan het Zevenend voor het ’Ganzentuintje’opgesteld achter de rode PTT-brievenbus.

Blaricum

De burgemeester van Blaricum, mevrouw A.Le Coultre, liet na een bezoek aan ons museumin de zomer van 1988 een grote kei van 1000kilo brengen door personeel van de gemeente­werk En passant werden toen ook de stenenafkomstig uit de Noordoostpolder naar het SintJanskerkhof gebracht. De 'Blaricumse kei’ iseen mooie afgeronde grijze dioriet.

Hooglaren

Tijdens de bouw van het ziekenhuis Gooi-Noord nabij Hooglaren, stootte men in debouwput in de zomer van 1989 op een grotestrook zacht zandsteen. Het voorkomen vandeze steen is uit oude geologische publikatiesbekend onder de naam plaatseigen zandsteen.Snel overleg met het bestuur van Hooglaren ende uitvoerder op de bouw, leidde tot de komstvan vijf grote brokken van 300 tot 900 kilo.Deze stenen hebben een harde onderkant en eenzachte bovenkant en moeten daarom ook in degoede positie hun definitieve plaats krijgen. Bijbewerking met een hogedrukspuit zou debovenlaag onmiddellijk verdwijnen, hetgeenniet de bedoeling is. Over 100 jaar zijn ze van­zelf weg.Toen we de plannen voor de tuin kenden wer­den de eerste partijtjes stenen bij elkaargesprokkeld door Wim Bakker. Een zestalbazalt-zuiltjes van verschillende lengten, waar­bij het langste als grenspaal aan de oostgrens

van het Gooi had gediend. Voorts een grotegrijze zuidelijke kwartsiet, een aantal stukkenrode bontzandsteen, platen kalk en oude kassei­en, straatstenen uit Zuid Zweden (Kalmarian)en porfirieten van Quenast (langs de Maas inBelgië).

Boomberg gezelschap

De eerste grote aanzet tot het vergaren van degewenste partij deed zich voor tijdens de bouw-vakvakantie in 1991. Het museum werd attentgemaakt op zwerfstenen uit een bouwput voormoderne flatwoningen aan de Jonkerweg in hetBoombergkwartier te Hilversum, op de plaatsvan de voormalige Pedagogische Academie.Snel onderzoek en navraag via makelaar en deaannemers leverde in augustus, na de bouwvak -vakantie, de bereidheid op de keien af te staanaan het museum. Het betrof 17 ton.Geologisch gezien is deze partij zeer interes­sant, omdat de keien met elkaar een goedinzicht geven van de soorten die op één plaatsgevonden zijn. We noemen dat een ’gezel­schap’. Voorts is het natuurlijk zo aantrekke­lijk, omdat ze uit het Gooi komen.

Urkerbos

Bedelen bij Staatsbosbeheer leidde in het voor­jaar van 1992 tot de toestemming om keien inde bossen rond het Geologisch Reservaat bijUrk op te halen. Met vriendelijke hulp van degemeente Blaricum werden de keien in augus­tus 1992 opgehaald. Het was wel sprokkelengeblazen, want ze lagen her en der verspreid.Met vijf meter lange singels, soms drie aanelkaar geknoopt, werd er circa acht ton bij hetmuseum aan de zuidzijde in de tuin gedepo­neerd.Tijdens de overdracht van het beheer van debosvvachterij Urk door Staatsbosbeheer aan deStichting Flevolandschap in 1993 kwam hetaanbod nogmaals een partij zwerfstenen, diereeds sinds de drooglegging van deNoordoostpolder in het Urkerbos onberoerdwaren gebleven, aan ons museum over te dra­gen. Nadat de keien door SBB tijdens de vorst­periode met een oude landbouwtrekker uit hetbos geschept waren, zijn ze op 29 novem­ber 1993 opgehaald. Het werd een partij vancirca 13 tot 15 ton.

TVE 12 jrg. 1994- 25 -

Page 28: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Soest

Aan de Dorresteinweg in Soest lag een partijvan circa 20 ton verweerde zwerfstenen bij eengrondmaterialenhandel. Bij navraag bleken degrote keien afkomstig uit een particuliere tuinin de Drentse Hondsrug. Nader overleg heeftertoe geleid dat op 26 februari 1993 14 tot15 ton zwerfkeien op het museumterreinbelandde. Aan de verweringskorsten van dekeien is duidelijk zichtbaar dat ze altijd in weeren wind aan de oppervlakte hebben gelegen. Inde tuin zullen ze een hunebed vormen als klau-terplaats voor de kinderen.

De gesteentetuin: verlengstuk van hetmuseumMet de inrichting van een gesteentetuin beoogthet Geologisch Museum Hofland het vóórko­men van zwerfstenen onder de aandacht vaneen breder publiek te brengen.In de binnententoonstelling worden op over­zichtelijke wijze vele gesteenten, mineralen enfossielen voor de bezoekers tentoongesteld.Systematisch worden de objecten van deze drieonderwerpen getoond en met behulp van naamJbordjes en enige informatieborden nader aange­geven. Met name inzake de zwerfkeien is deruimte in het museum niet zo groot dat we daarveel van het beschikbare materiaal kunnentonen.

Het museum wil een gesteentetuin inrichtenmet de beschikbare grotere keien op een zoda­nige wijze, dat de tuin als het ware een verleng­stuk vormt van de binnententoonstelling.Daarbij moeten we ons evenwel bewust zijnvan het verschil tussen een natuurlijk aanwezigfenomeen dat voor het publiek al dan niet toe­gankelijk is (of wordt gemaakt) en de door onsbeoogde volkomen kunstmatig aangelegde tuin.In ieder geval heeft dit onderscheid het museumertoe gebracht geen quasi keileemschollen,leemkuilen of grindbanken aan te leggen.In de gesteentetuin worden op diverse plaatsengroepjes geformeerd van dezelfde gidsgesteen-ten. Deze worden dan aangegeven met eenbordje waarop de naam van dat gesteente en hetherkomstgebied of de ontstaanswijze is ver­meld. Zo zullen we er bijvoorbeeldUppsalagranieten uit midden Zweden vinden,

donkere dieptegesteenten als gabbro en diorietof omzettingsgesteenten, zoals gneis of amfibo-liet. Heel opvallend zullen de rode Rapakivi-granieten van de Finse Alandeilanden in hetoog springen!

Onder de vele miljoenen stenen die met hetlandijs zijn aangevoerd, bevindt zich een aantalwaarvan de herkomst kan worden vastgestelden die daarom gidsgesteenten worden genoemd.Dit geldt dan voor die gesteenten waarvan hetmoedergebergte slechts een klein gebiedbeslaat.In de gesteentetuin worden struiken en plantenals het ware overheerst door de vele stenenwelke hier zijn neergelegd. Niet alle zwerfste­nen kunnen met man en paard genoemd wor­den. Misschien nog wel naar de soort en de ont­staanswijze, maar niet naar hun herkomstge­bied. Dit komt op de eerste plaats, omdat weeenvoudig het gesteente niet herkennen. Ookkomt het vaak voor dat we te maken hebbenmet een gesteentesoort die niet één beperkt her­komstgebied heeft, maar op meerdere plaatsenin Scandinavië of het stroomgebied vanRijn/Maas voorkomt. Vele kleinere keitjes,maar ook wel een aantal grote keien hebben wedaarom geen naambordje meegegeven en dieliggen er zo maar!Naast de vele zwerfstenen vindt u in de tuinook nog andere stenen. Wat denkt u van sier-steen, gebruikt voor vloeren, aanrechten engevelplaten, straatkeien, een molensteen, eenslijpsteen en stenen voor dijkversteviging?Het museum biedt dus niet alleen de mogelijk­heid om stenen die in het Gooi voorkomen teherkennen, maar verschaft ook inzicht in hunherkomst en toepassingen.

Geologisch Museum Hofland.Hilversumseweg 51, 1251 EW Laren.Open: dinsdag t/m zondag van 13.00-16.30 uur,groepen op afspraak.Tel. 02153 - 82520.

TVE 12'jrg. 1994-26-

Page 29: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Dijken tussen Vecht en EemUit de inventarisatie Cultuurhistorisch onderzoeknaar dijken in Noord-Holland J.J.J.M. Beenakker

Voorwoord

Dit is een uittreksel van een rapport dat doordr J.J.J.M. Beenakker in opdracht van het pro­vinciaal bestuur van Noord-Holland werd ver­vaardigd en in mei 1993 is verschenen. Dehoofdstukken 2 t/m 4 zijn voor een groot deelopgenomen. Van de inventarisatie zijn alleen dein het gebied tussen Vecht en Eem voorkomen­de dijktypen en -beschrijvingen opgenomen.

Inleiding

Het grootste gedeelte van het Nederlandse kust­gebied langs de zuidelijke Noordzee ligt thansbeneden NAP. Verondersteld werd dat debewonings- en ontginningsgeschiedenis van hetgebied langs de Noordzeekust in belangrijkemate was bepaald door het wisselend gedragvan de zee. In transgressieperioden zou doorsterk oplopende vloeden, stijging van de zee­spiegel en overstromingen bewoning nietmogelijk zijn geweest, terwijl ten tijde van eenregressie de zee zich terugtrok en de mens deontginning weer ter hand kon nemen. Lange tijdheeft de opvatting geheerst dat Laag-Nederlandpas na de bouw van een ingewikkeld systeemvan dijken en kaden bewoonbaar is geworden.Onderzoek in de jaren zeventig en tachtig heeftechter aangetoond dat de landschapsontwikke-ling in de kuststreken langs de Noordzee gedu­rende de laatste twee millennia veel complexeris geweest dan tot dusver werd aangenomen.Historisch-geografisch onderzoek heeft uitge­wezen dat achtereenvolgende perioden vanbewoning in het kustgebied, uitgezonderd deterpengebieden, niet in vele eeuwen, maar inenkele decennia moeten worden gemeten.Bovendien werd in de jaren zeventig meer enmeer de gedachte aanvaard, dat Laag-Nederland vroeger met een hooggelegen veen­pakket was bedekt. Ook hierdoor veranderdende inzichten met betrekking tot de bewoning ende ontginning. In het vervolg van dit hoofdstukstaat een bepaald aspect van de bewonings- en

ontginningsgeschiedenis centraal, namelijk dedijken en kaden in Noord-Holland. We begin­nen met enkele algemene opmerkingen temaken over de wijze waarop in recent histo­risch-geografisch onderzoek naar het ontstaanvan dijken wordt gekeken.

De bouw van dijken

Tot voor kort was een gangbare opvatting datde aanleg van dijken niet vóór 1000 is begon­nen (Beenakker 1988). Deze datering is ont­leend aan de publikaties van J.F. Niermeyer, dieop grond van kronieken en andere verhalendebronnen onderzoek heeft verricht naar de oud­ste vermeldingen van dijken in de Nederlanden.Ook in Vlaanderen en Duitsland heeft men zichlang aan deze datering gehouden. Ten aanzienvan het jaartal 1000 moeten we opmerken datdit meer een stijlfiguur is dan het begin van debedijking. Er bestaan aanwijzingen dat al eerderdijken waren gebouwd. Wat we ons bij de eer­ste dijken moeten voorstellen, is enigszinsonduidelijk. Erg hoog zijn ze zeker nietgeweest. We zijn van mening dat het niet veelmeer waren dan zomerkaden waar 's wintershet water overheen kon stromen.

In Noord-Holland heeft de dijkbouw vermoede­lijk al voor de 10e eeuw plaatsgevonden tijdensde vroegste ontginningen in het ’more'-gebiedbij Texel. Over bewijzen hiervoor beschikkenwe niet. Het in cultuur brengen van het hoogge­legen veengebied ging onvermijdelijk gepaardmet een proces van maaivelddaling als gevolgvan klink en oxydatie. Voor delen van West-Friesland is uitgerekend dat in het midden vande 14e eeuw het maaiveld bijna 4 meter hogerheeft gelegen dan tegenwoordig. Door de maai­velddaling was tijdens stormvloeden in de 12een 13e eeuw de zee in staat ver landinwaartsbinnen te dringen. In het noorden van het huidi­ge Noord-Holland brak de kust op verscheideneplaatsen door en ontstonden brede kustopenin-

TVE 12° jrg. 1994- 27 -

Page 30: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

gen, zoals het Marsdiep, het Heersdiep tussenHuisduinen en Callantsoog en ten zuiden daar­van de Zijpe.De bodemverlaging noodzaakte de bewonersvan de ontgonnen veengebieden maatregelen tetreffen tegen de oprukkende zee. Het is zekerdat halverwege de 13e eeuw een groot deel vanNoord-Holland benoorden het IJ door dijkrin­gen werd beschermd tegen het buitenwater.Verschillende dammen verbonden de afzonder­lijke dijksystemen met elkaar. Vanwege deongelijke hoogteligging van het maaiveld alsgevolg van de ontginning werden tevens com­plexen landerijen omkaad. Zo ontstonden pol­ders, gebieden waarbinnen de waterstand kunst­matig kan worden geregeld. We nemen aan datde dijkbouw in het Noordhollandse veengebiedeen gevolg is geweest van occupatie en in eer­ste instantie zeker geen noodzaak om hetgebied voor menselijke bewoning geschikt temaken.

Typologieën van dijken

De vraag kan gesteld worden waarom tot bedij­king werd overgegaan. Ook zonder dijkenwaren immers delen van de kuststreek en vanhet rivierengebied bewoonbaar. De direct aan­wijsbare oorzaak zal in het grondgebruik lig­gen. Hiermee bedoelen we het veilig stellen vande oogst tegen overstromingswater en de over-gang na bedijking van akkerbouw op veeteelt.Is de achterliggende oorzaak hiervan de toena­me van de bevolking, de verstedelijking enintensivering van het grondgebruik en/of eco­nomische factoren die tot aanleg deden beslui­ten of was het simpele feit van een steeds drei­gender zee en de daarmee samenhangendehogere rivierstanden de oorzaak van de bouw?Hoe het ook zij, duidelijk is dat een aantal ach­terliggende factoren heeft meegespeeld dat vaninvloed is geweest op de beslissing een bepaal­de dijk aan te leggen.Bij de discussie over het vraagstuk van de dij­ken kan een indeling worden gemaakt naar aan­leiding van vier verschillende criteria. Als eer­ste hebben dijken afhankelijk van de plaatswaar ze liggen verschillende functies. Hierbijdenken we aan buitenwaterkerende en binnen-waterkerende dijken. Tot de binnen waterkeren-de dijken kunnen tevens dijken worden gere­kend die eigenlijk niet meer waren dan ver­

hoogde wegen om transport door drassigegebieden mogelijk te maken. Een tweede crite­rium is het soort materiaal waaruit een dijk isopgebouwd. Enkele voorbeelden zijn wierdij-ken, paaldijken, kleidijken, zanddijken, veen­dijken en stuifdijken. Een indeling in dijkenkan ook gebaseerd zijn op de geografische situ­atie. Zo bestaan er zeedijken, rivierdijken,veenkaden, zomerkaden, achterkaden, inlaag-dijken en polderdijken. Tot slot zou er nog eenonderscheid kunnen worden gemaakt tussenoffensieve en defensieve bedijking.Uit vorenstaande blijkt dat het erg moeilijk iseen sluitende indeling van diverse typen dijkente maken. Een offensieve dijk kan later de taakvan een defensieve dijk hebben gekregen, bui­tenwaterkerende dijken kunnen tegelijkertijdpolderdijken zijn. dijken kunnen uit verschil­lende materialen zijn opgebouwd, enzovoort.Deze problemen kunnen worden ondervangendoor een onderscheid te maken tussen partiëlebedijking, ringdijken en dijkringen. Van partië­le bedijking is sprake wanneer de dijk geengesloten systeem vormt, maar slechts aan éénkant een perceel of een blok percelen tegen hetwater beschermt. Ringdijken omsluiten eenbetrekkelijk klein areaal cultuurland en dienenter bescherming van hoge waterstanden in dezomer. Dijkringen ontstaan door aaneensluitingen verzwaring van een aantal ringdijken.In het rapport wordt een indeling aangehoudenzoals die is aangereikt door de provincieNoord-Holland. Het betreft de volgende dijkty-pen: dijken die terpen met elkaar verbinden,veenontginningsdijken, zeewaterkerende dijkenin het binnenland, zeedijken, zeewaterkerendedammen, polderkaden op het oude land en pol-derkaden op het nieuwe land. Daarnaast wordtaandacht besteed aan militaire dijken, tramdij-ken, zuwen en bovenlanden.(In dit artikel worden alleen de zeedijken, depolderkaden op het oude en het nieuwe land,tramdijken en zuwen beschreven.)

Zeedijken

De oude dijken kenmerken zich door een zeerkronkelig tracé. Het bochtige beloop is ontstaandoordat de dijken vele malen zijn doorgebro-ken. Bij een dijkbreuk verdween niet alleen een'deel van de dijk in het water, maar sloeg vaaktevens een stuk land in de omgeving van de

TVE 12‘jrg. 1994- 2 8 -

Page 31: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

doorbraak weg, zodat er, vooral in een venigeomgeving, diepe kolken (wielen) ontstonden.Vanwege de diepte van zo'n wiel kon de dijkmeestal niet op de oorspronkelijke plek hersteldworden en was men daardoor gedwongen denieuwe dijk langs de rand van het wiel aan teleggen. Afhankelijk van de situatie ter plaatsewerd het wiel binnen- of buitengedijkt, waarnaeen bocht in de dijk aan de voormalige door­braak bleef herinneren.Eerder is al over inlagen gesproken. Soms wasals gevolg van een stormvloed een dijk zobeschadigd, dat deze moest worden terugge­legd. Hierdoor is op de huidige topografischekaart weinig of niets meer van het oorspronke­lijke traject van een dijk te herkennen.Een deel van het vasteland van Noord-Hollandwordt tegenwoordig door betrekkelijk nieuwedijken beschermd. Met name geldt dat voor hetIJsselmeergebied als gevolg van deZuiderzeewerken. De afsluiting van deZuiderzee is begonnen tussen deNoordhollandse kust en Wieringen. Dat werkwas nog niet zo omvangrijk, maar wel vangroot belang. Men zou hier namelijk veel erva­ring opdoen die later, bij de bouw van deAfsluitdijk, goed van pas zou komen. In 1924werd het Amsteldiep met de Amsteldiepdijkafgesloten. In 1932 volgde de Afsluitdijk.Inmiddels was de proefpolder Andijk (1927)aangelegd en in 1930 viel de Wieringermeerdroog. De dijken langs de Noordzee(Hondsbossche) en langs de Waddenzee (voor­malig eiland Wieringen) zijn op deltahoogtegebracht.

Polderkaden op het oude land

Tot in de 14e eeuw was er nog voldoende goedontwaterd veenland om te beakkeren. Naarmatehet maaiveld daalde, kregen de boeren meer enmeer problemen met het binnenwater.Een oplossing hiervoor was de invoering van dewindbemaling. In het begin van de 15e eeuwwerden in Noord-Holland de eerste windwater­molens gebouwd.Vanaf circa 1500 is een groot deel van de pro­vincie in polders gelegd en Noord-Holland ver­anderde in een polderlandschap. Vanwege deongelijke ligging van het terrein was een geza­menlijke bemaling of een bemaling bannege-wijs vaak onmogelijk. In dat geval werd door

de dorpsbesturen of een groep grondbezittershet initiatief genomen om een stuk land teomkaden en er een molen te bouwen.Aanvankelijk werkte een groep initiatiefnemersdikwijls op privaatrechtelijke basis samen. Zijregelden zelf het onderhoud van de molenkadenen stelden molenmeesters aan. Pas wanneer erbinnen een dergelijke groep grondgerechtigdenmeningsverschillen ontstonden ging men ertoeover het bestuur van een polder op publiekrech­telijke grondslag te organiseren. Rechtshistoricimaken daarom een onderscheid tussen een pol­der in waterstaatkundige en in staatkundige zin.Naarmate de 16e eeuw verstreek werd alsgevolg van de hoogteverschillen in het maai­veld de beheersing van het binnenwater gaan­deweg gecompliceerder. Daarbij kwam dat demeeste polderkaden van zeer slechte kwaliteitwaren, omdat dikwijls venig materiaal werdgebruikt bij de aanleg ervan. Om die redenwerd het noodzakelijk molenmeesters samenmet de schout en schepenen te machtigen tekeuren en te schouwen. Tevens werden groterepolders in kleinere bemalingseenheden opge­splitst.

Polderkaden op het nieuwe land

De verbeterde bemalingstechnieken werdenaangewend om de Noordhollandse meren droogte maken. Gedurende de 16e en 17e eeuwmaakte ons land een periode van economischebloei door. Rijke kooplieden uit Amsterdam enwelgestelde ambtenaren uit Den Haag inves­teerden een deel van hun vermogen in dedroogmaking van de meren. Tussen 1550 en1650 is in Noord-Holland ongeveer 30.000 hanieuw land gewonnen. Na de economischeomslag omstreeks het midden van de 17e eeuwkwam voorlopig een einde aan de expansievedroogleggingsdrift. Pas aan het einde van de19e eeuw, na een herstel van de agrarische prij­zen, ontstond hernieuwde belangstelling voorlandaanwinning in Noord-Holland.In de inventarisatie wordt vermeld wanneer eenbepaald meer ter bedijking en droogmaking isuitgegeven.

Tramdijken

Hoewel geen dijken in waterstaatkundige zin,wordt in het rapport melding gemaakt van res-

TVE 12' jrg. 1994- 29-

Page 32: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

terende tramdijken. De opkomst van het rail­verkeer omstreeks het midden van de 19e eeuwen de daarop aangesloten tramlijnen zijn vangrote betekenis geweest voor de ontsluiting vanNoord-Holland. Het hoogtepunt van het ver­voer per tram lag ongeveer tussen 1900 en1925.Belangrijke tramverbindingen in deze tijdwaren: Hoorn-Wognum-Schagen; Hoorn-Enkhuizen; Alkmaar-Purmerend; Beverwijk-Velsen-Santpoort-Haarlem; Edam-Monnickendam-Amsterdam; Zandvoort-Haarlem; Egmond aan Zee-Alkmaar; deGooisehe stoomtram die de plaatsen van hetGooi met Amsterdam verbond.Vrijwel geen enkele trambaan heeft in het land-schap een spoor nagelaten. In het rapport wordteen overzicht gegeven van de nog aanwezigetramdijken. Voor de inventarisatie is gebruikgemaakt van de Bonnekaarten, schaal 1:25.000(circa 1910-1920).

Zuwen en Bovenlanden

Zuwen en Bovenlanden zijn apart geïnventari­seerd. Zuwe is mogelijk een verbastering vanzijdewind. Het zijn oorspronkelijk kaden oflage dijken in een veenontginningsgebied dienu als weg dienst doen. Ze worden aangetroffenin het Vechtplassengebied. Bovenlandenkomen met name in Amstelland voor. Het zijnhoger gelegen veenrestanten in een uitgeveendepolder ter bescherming van het uitgeveendeland.

Cultuurhistorische aspecten van dijken

Eerder is al opgemerkt dat de ontginnings- enbewoningsgeschiedenis van de provincieNoord-Holland niet los kan worden gezien vande aanleg van dijken. In het vorige hoofdstuk isin het kort de dijkengeschiedenis geduid. Denog bestaande dijken, kaden, wallen en wervenlaten de verschillende fasen uit die geschiedeniszien. Deze elementen in het landschap wordencultuurhistorische of historisch-landschappelij-ke waarden genoemd. Opvallend is dat cultuur­historische waarden in veel gevallen in combi­natie met andere landschapselementen voorko­men. Wat betreft de dijken bestaat er bijvoor­beeld dikwijls een samenhang met kavelpatro-nen en dorps vormen.

Veel dijken zijn in de loop der tijd als gevolgvan een ruilverkaveling of andere ingrepen inhet landschap geheel of gedeeltelijk afgegra-ven. H.S. Danner heeft erop gewezen dat dij­ken, zeker wanneer ze geen waterkerende func­tie meer bezitten, gemakkelijk kunnen verdwij­nen. Zij houdt een pleidooi dit deel van ons cul­tureel erfgoed met zorg te behandelen.

De zorg voor het landschap

In een advies ontleend aan het natuurbeleids­plan over samenhangend beleid inzake de cul-tuur-historische waarden van het Nederlandselandschap uitgebracht door deNatuurbeschermingsraad (1991) wordt aange­geven waarom de aandacht voor de cultuurhis­torische waarden in het landschap zo belangrijkwordt geacht. In het advies worden de volgendemotieven genoemd:Ethische: landschapsbehoud kan voortkomenuit respect voor wat generaties vóór ons totstand hebben gebracht.Esthetische: de schoonheid van een landschapkan op zichzelf of in combinatie met kwalifica­ties als ’typisch Nederlands’ reden zijn voorlandschapsbehoud.Welzijn: het cultuurlandschap heeft een eigenkarakter, een eigen identiteit. Als zodanig ver­vult het een belangrijke functie voor herken­ning, beleving en het zich thuisvoelen.Ecologische: de inrichting en het gebruik vanhet cultuurlandschap hebben sommige soortenen levensgemeenschappen bevoordeeld tenopzichte van andere.Economische: een aantrekkelijk cultuurland­schap is van grote betekenis voor recreatie entoerisme.Wetenschappelijke: het cultuurlandschap is hetobject van studie van de archeologie, de histori­sche geografie en de historische bouwkunde.Educatieve: de cultuurhistorische elementen enstructuren in het landschap vormen de besteillustratie van de bewoningsgeschiedenis vaneen gebied.

Een waardering

Uitgaande van bovenstaande motieven is dezorg voor de Noordhollandse dijken vanwezenlijke betekenis. De dijken bezitten in cul­tuurhistorisch opzicht een hoge waarde als in

TVE 12'jrg. 1994- 30 -

Page 33: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

deze de essentiële ontwikkelingen in de ontgin-nings- en bewoningsgeschiedenis worden weer­spiegeld. Voor de meeste dijken geldt dat zeeen grote informatiewaarde hebben.De vaststelling of een cultuurhistorische waar­de hoog of laag is, vindt plaats op grond vancriteria. Er is een breed scala aan potentiële cri­teria voorhanden, die elkaar echter gedeeltelijkoverlappen. Ten behoeve van een cultuurhisto­risch onderzoek naar dijken zouden er vijf gese­lecteerd kunnen worden. Met behulp van dezevijf lijkt het mogelijk een goede en afgewogenwaardering van dijken te geven die past in dealgemene zorg voor het landschap.De vijf geselecteerde criteria zijn:1. Mate van verandering ofwel de mate waarin

sprake is van continuïteit van het oorspronke­lijke dijktraject. Hoe minder veranderingen erin het dijktracé hebben plaatsgevonden, hoehoger de cultuurhistorische waarde. Een spre­kend voorbeeld is de Westfriese Omringdijk.Het huidige beloop komt vrijwel overeen metde situatie in 1320 en 1335.

2. Karakteristiciteit ofwel de mate waarin oudekarakteristieken nog aanwezig zijn. Oudezeedijken kenmerken zich door de aanwezig­heid van tal van wielen. Het gebruik van wieris een typische Noordhollandse aangelegen­heid. De langgerekte veenontginningsdijkenof bovenlanden als restant van verveningsac-tiviteiten zijn twee andere voorbeelden.

3. Informatiedichtheid ofwel de mate waarineen bepaalde dijk relicten uit vroeger tijdbevat, bijvoorbeeld sluizen, grenspalen enkleiputten. Ook de wijze van dijkaanleg(middeleeuwse dijken hebben bijvoorbeeldeen steil talud) rekenen we hiertoe. Tevensbevat de opbouw van een dijk veel informa­tie.

4. Samenhang. Afzonderlijke landschapscom-ponenten die apart niet noodzakelijk eenhoge waarde hoeven te hebben, krijgensamen een (extra) waarde als de historisch-landschappelijke context nog aanwezig is.Enkele voorbeelden zijn: dijken op het nieu­we land op de grens tussen twee soortenkavelpatronen; dijken op het oude land insamenhang met een afwateringspatroon,molenkolken en molens; veenontginningsdij­ken in samenhang met lintbebouwing en stro-kenverkaveling; terpen (wervenj/resthemendie door middel van verhoogde voetpaden

met elkaar verbonden zijn, enzovoort.5. Zeldzaamheid ofwel de mate waarin een

bepaald dijktype voorkomt binnen Noord-Holland. Dat geldt bijvoorbeeld voor de ter-pen/resthemen, zuwen en bovenlanden.

Behalve de bovengenoemde criteria zou noggelet kunnen worden op ouderdom en gaafheid.Ouderdom speelt meestal een rol bij de criteriamate van verandering en zeldzaamheid.Het criterium gaafheid is moeilijk te hanteren.Hoe gaaf is een dijk die op een of meer plaatsenis doorgraven?

Aanbevelingen voor nader onderzoek

Er ontbreekt kennis van en informatie over decultuurhistorische aspecten van dijken.Alvorens hier uitspraken over te kunnen doen,is het als eerste nodig te weten om welke dijkenhet gaat. Daarom is het belang van het rapport,dat er een provinciaal overzicht is gemaakt vandijken, kaden, werven en wallen, uitgesplitstnaar elf dijktypen.In een vervolgonderzoek zou moeten wordennagegaan op welke wijze dijken en dijkrestan-ten binnen een bepaald dijktype scoren opbovengenoemde en/of andere criteria om zo toteen waarderingsscore te komen.Om op een verantwoorde manier het waarde-ringsniveau van dijktrajecten vast te stellen, isalleen literatuurrecherche volstrekt ontoerei­kend. Het is noodzakelijk tegen de achtergrondvan de vraag over de waardering van dijken eengedegen archiefonderzoek uit te voeren endaarbij zoveel mogelijk historisch-kartografischmateriaal te betrekken. De thans nog aanwezigedijken vormen de zichtbare sporen van het han­delen van de mens in het verleden. Zij vertellenhet verhaal van de wonende en werkende mensin verstreken eeuwen. Het gaat daarbij om demoeite die de mens zich in de loop van de tijdheeft getroost om Noord-Holland te vrijwarenvan buitenwater en het hoofd te bieden aan detoenemende problemen met het binnenwater.Deze inspanningen zijn zichtbaar in de vormdie dijken hebben en in de plaats waar ze lig­gen. In die zin bevatten dijken een overvloedaan informatie over de opeenvolgende aspectenvan de bewoningsgeschiedenis en met nameover de strijd tegen het water.Als gevolg van schaalvergroting, rationalisatie

TVE 12'jrg. 1994- 3 1 -

Page 34: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

en herindeling van het landschap dreigen dijkendie geen waterkerende functie meer hebben endaardoor ’slechts’ groen zijn te verdwijnen.Hierdoor boeten zowel de wetenschappelijkeals de recreatieve en educatieve waarde van hetNoordhollandse landschap aan betekenis in.We hebben met onze inventarisatie een eerstestap willen zetten op de weg van het historisch-geografisch onderzoek naar de cultuurhistori­sche waarden van dijken in de provincie Noord-Holland.

Inventarisatie tussen Vecht en Eem

De gevolgde werkwijzeHiervoor is aangegeven welke dijktypen zijngeïnventariseerd. Bij de inventarisatie isgebruik gemaakt van literatuur en kaarten. Deliteratuurgegevens zijn vergeleken met de geo-morfologische kaart, de waterstaatskaart en demoderne topografische kaart, alle schaal1:50.000.Bij de inventarisatie kwamen we twee proble­men tegen. Als eerste het begrip ’dijk’. We zijneen definitie uit de weg gegaan en hebben allehoogliggende lineaire elementen onder de noe­mer dijk gebracht. Het tweede probleem was inbetrekkelijk korte tijd een enorme hoeveelheiddijken te inventariseren. Om snel inzicht te ver­krijgen in het voorkomen van de verschillendedijktypen zijn we per dijktype volgens onder­staand schema tewerk gegaan:

Naam: indien bekend de naam van de dijk. Inhet geval van bijvoorbeeld de zeer lange veen-ontginningsdijken staan enkele plaatsen die aande weg liggen vermeld.Kaartblad: het ingevulde nummer verwijst naarhet kaartblad 1:50.000. Daarachter tussen haak­jes een verwijzing naar de pagina in de GroteTopografische Atlas van Nederland (GTAN).Nummer: op de kaart worden de dijktrajectenmet nummers en coderingen aangegeven. Denummers op de kaarten corresponderen met denummers van dijktrajecten in de tekst. De num­mers van ’polderkaden op het nieuwe land’ zijnomcirkeld. Niet alle polderkaden op het nieuweland, die in de tekst vermeld staan, zijn op dekaarten terug te vinden.Bijz.: hier worden eventuele bijzonderheden

vermeld, bijvoorbeeld eerste vermelding.Lit.: vermelding van literatuur die op hetbetreffende dijktraject betrekking heeft. De lite­ratuur biedt een ingang voor nader onderzoek.

Zeedijken

Naam: de Zeeburg en DiemerdijkKaartblad: 25 Oost (GTAN, 38 en 39)Nummer: 37Bijz.: De geschiedenis van de dijk is toegelichtin de Memorie van Toelichting van gedeputeer­de staten (1862)

Naam: de waterkering van MuidenKaartblad: 25 Oost (GTAN, 39)Nummer: 38Bijz.: In de waterkering ligt de Muider zeesluiswaardoor de Vecht uitwatert

Naam: de zeedijk beoosten MuidenKaartblad: 25 Oost (GTAN. 39)Nummer: 39Bijz.: De waterkering bestaat uit twee door dehoge gronden van Muiderberg geheel vanelkaar gescheiden gedeelten

Naam: de OostdijkKaartblad: 26 West (GTAN, 40)Nummer: 40Bijz.: De Oostdijk en Zandkade sluiten aan opde vestingwerken van Naarden

Naam: de ZandkadeKaartblad: 26 West (GTAN, 40)Nummer: 4 1

Naam: het VetdijkjeKaartblad: 26 West (GTAN, 40)Nummer: 42Bijz.: Precies op de grens tussen de provinciesUtrecht en Noord-Holland ligt in deGooyergracht een uitwateringssluis

Polderkaden op het oude land

Naam: kade langs de Uitwatering van hetNaardermeerKaartblad: 25 Oost (GTAN, 39)Nummer: 49

TVE 12L jrg. 1994- 3 2 -

Page 35: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

II IIIminui]n ; i :!

m /m .

c\ill/ \

■ 'U 'y /j,xv W\)

r?\j0 /1 «*

N 13/TVE 12‘ jrg. 1994

- 33 -

Page 36: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Naam: MeerkadeKaartblad: 25 Oost (GTAN, 39)Nummer: 50

Naam: KeverdijkKaartblad: 25 Oost (GTAN, 39)Nummer: 51

Naam: kaden langs de ’s-Gravelandsche VaartKaartblad: 25 Oost (GTAN, 38)Nummer: 52

Naam: GooijergrachtKaartblad: 26 West (GTAN. 40)Nummer: 53

Naam: kaden van de MaatpolderKaartblad: 26 West (GTAN, 40)Nummer: 54

Naam: kaden langs de EemKaartblad: 26 West (GTAN, 40)Nummer: 55

Naam: kaden langs de Oude VechtKaartblad: 31 Oost (GTAN, 47)Nummer: 56

Naam: LambertszkadeKaartblad: 31 Oost (GTAN, 47)Nummer: 57

Naam: kaden langs de Vecht en De NesKaartblad: 31 Oost (GTAN, 47)Nummer: 58

Polderkaden op het nieuwe land

Naam: HorstermeerpolderKaartblad: 31 Oost (GTAN, 47)Nummer: 115Bijz.: Reeds in 1612 is een poging ondernomenhet Horstermeer te bedijken en droog te maken.Vanwege de grote kwel mislukte dit. Van 1649tot 1882 bleef de polder grotendeels als waterliggen. In 1882 is de droogmaking met behulpvan stoomkracht tot stand gebracht.Lit.: Abrahamse (1983; 1984)

ZuwenZuwe is hier gebruikt in de betekenis van kadeof dijk, aangelegd in verband met vervenings-activiteiten. Zuwen komen vooral in de provin­cie Utrecht voor. In het Noordhollandse treffenwe eenmaal een zuwenaam aan, namelijkKleizuwe tussen Vreeland en Kortenhoef.Vanuit Mijdrecht loopt een zuwe naarUithoorn.

LITERATUUR- C.M. Abrahamse - Inventaris van de archieven van de

Horstermeerpolder 1612-1980. (1983) z.p.- C.M. Abrahamse - De bemaling van het Horstermeer en

de polders Ankeveen, Kortenhoef, Overmeer enDorssewaard in de 17e en het begin van de 18e eeuw.(1984) In: Tussen Vecht en Eem en vrienden van hetGooi, nr. 2, pp. 79-84.

- A.A. Beekman - Het dijk- en waterschapsrecht inNederland vóór 1795. (’s-Gravenhage, 1905-1907) 2 dln.

- J. Beenakker - De aanleg, het onderhoud en de verbete­ring van dijken sedert het jaar 1000. Doctoraal-colloqui-um van de taakgroep Historische Geografie. (Amsterdam,1985)

- Beschrijving - Beschrijving van de provincie Noord-Holland behorende bij de waterstaatskaart. Bewerkt bij dedirectie Algemene Dienst van de Rijkswaterstaat.Bijgewerkt tot 1 januari 1950. (’s-Gravenhage, z.j.)

- B.G.A. van Daalen - Inventaris van de archieven van deEerst-aanwezend ingenieurs der genie te Naarden,Amsterdam en Den Helder-Texel, 1802-1850. In:Verzamelinventaris; deel I, Rijksarchief in Noord-Holland. (Haarlem, 1980)

- H.S. Danner - Twaalf eeuwen strijd tegen het water. In:Noordhollands landschap, 17, pp. 96-99. (1990)

- J.J.W. Goudeau en H.P.G. de Boer - De Stelling vanAmsterdam. Provinciaal Bestuur van Noord-Holland,Dienst Welzijn, Economie en Bestuur, afdeling monu­mentenzorg. (Haarlem, z.j.)

- D. Kooiman - De zeeweringen en waterschappen vanNoord-Holland. Derde uitgaaf. (Alphen aan den Rijn,1936)

- H. van der Linden - Een nieuwe overheidsinstelling: hetwaterschap circa 1100-1400. In: Algemene Geschiedenisder Nederlanden, nr. 3. pp. 60-76. (Bussum, 1982)

- J.F. Niermeyer - Dammen en dijken in FrankischNederland. In: H.J. Pos e.a. (red.). Weerklank op het werkvan Jan Romein, Liber amicorum, pp. 109-115.(Amsterdam-Antwerpen, 1953)

- J.F. Niermeyer - De vroegste berichten omtrent de bedij­king in Nederland. In: Tijdschrift voor Economische enSociale Geografie, 49, nr. 10/11, pp. 226-230. (1958)

- J.W.M. Schorer - De zeeweringen en waterschappen vanNoord-Holland. (Haarlem, 1894)

- Thurkow, A.J. - De negentiende-eeuwse droogmakerij alswinstobject. Een particulier initiatief in Noord-Holland enin Friesland. In: It Beaken, 48, pp. 25-45. (1986)

TVE 12e jrg. 1994- 3 4 -

Page 37: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Activiteiten van de Vereniging vanVrienden van het Gooi

Jaarlijkse algemene ledenvergadering

De jaarlijkse algemene ledenvergadering van deVereniging van Vrienden van het Gooi zal wor­den gehouden opdinsdag 12 april 1994 om 20.00 uur in deBoerderi j in Huizen.

Voorlopige agenda

1. Opening2. Notulen van de ledenvergadering gehouden

op 22 april 19933. Jaarverslag over 19934. Rekening en verantwoording over 1993

Verslag van de kascommissieVaststelling van de begroting voor 1994De bij de punten 2, 3 en 4 behorende stuk­ken zijn na 1 april a.s. op aanvraag ver­krijgbaar bij de ledenadministratie (zie bin­nenzijde omslag). De stukken liggen boven­dien in de zaal ter inzage.

5. Benoeming kascommissie 19946. Vaststelling contributie 19957. Bestuurswisseling

Statutair treedt af de heer mr G.H. FuhriSnethlage. Een zittend bestuurslid neemtzijn taak over.De voorzitter, ir J.W.G. Pfeiffer is bereidzijn functie voort te zetten.

8. Mededelingen9. Rondvraag10. Sluiting

Pauze

Na de pauze zal de ecoloog, ir P. A. Jansen, eeninleiding geven over geïsoleerde gebieden ende (on)mogelijkheid de soort in stand te hou­den. Voor verdere informatie verwijzen wij unaar het artikel ‘Barsten in het groen' elders indit nummer.Noteer alvast de datum van de ledenvergade­ring 1994: dinsdag 12 april 1994!

Verenigingsavond Vrienden van het Gooigroot succes

Het idee om eens een ongecompliceerde vereni­gingsavond in de eigen woonomgeving te hou­den viel kennelijk in goede aarde. Ruim dertigleden kwamen op 16 november naar ‘DeBoerderij’ in Huizen om daar met het bestuurvan de Vrienden van gedachten te wisselenover zaken die ter plekke in de eigen woonom­geving spelen. Een veelheid van onderwerpenpasseerde deze avond de revue!

De heide

Om een beetje in de stemming te komen, namonze voorzitter, de heer Pfeiffer, ons mee opeen wandeling over de Tafelberg Heide en deBlaricumse en Huizer Eng. In eerste instantieleverde dit al een aantal interessante vragen endiscussiepunten op. Daaruit blijkt wel dat onzeleden zeer geïnteresseerd zijn in het wel en weevan onze Gooise natuur. Vragen over hetbeheer en verandering in vegetatie van de leem­kuilen, de effecten van grote grazers op deheide en over methoden van prunusbestrijdingwerden op de voorzitter afgevuurd. Voor eendeel konden deze direct beantwoord worden,voor een deel werden de problemen door deaanwezigen in de zaal zelf al opgelost.Deze belangstelling voor beheerproblemengeeft ons aanleiding de rentmeester van hetGoois Natuurreservaat uit te nodigen om hiereens wat meer uitleg over te geven in ons bladTVE. (Dit is inmiddels toegezegd.)

Herstel van de engen

Daarna verplaatste de aandacht zich naar deengen van Huizen en Blaricum. Ook hier vra­gen over het beheer van en mogelijkheden omdeze landbouwgronden weer meer in oude luis­ter te herstellen. Natuurlijk was men zich er vanbewust dat er nauwelijks een agrarische boter­ham valt te verdienen en het huidige gebruik

TVE 12'jrg. 1994

- 35 -

Page 38: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

slechts marginale landbouwkundige activiteitenbetreft. Maar misschien juist wel daardoor lig­gen er ook allerlei mogelijkheden om iets vande oude glorie op de engen te herstellen. Alsvoorwaarde zou beheer en eigendom bij voor­keur bij het Goois Natuurreservaat dienen tekomen. Maar zover is het nog niet, al wordthier wel aan gewerkt, zo ik hoorde in de wan­delgangen. Door middel van subsidies (of betergezegd het berekenen van een extra lage pacht)door het GNR blijken er allerlei aardige resulta­ten mogelijk, waar het gaat om het weer terug­krijgen van akkeronkruiden op de engen. Hetmestgebruik zou drastisch omlaag kunnen bijhet inruilen van maïsakkers voor rogge- enboekweitveldjes. Wellicht komt deze ontwikke­ling eerder op gang dan gedacht, namelijk wan­neer vanuit het belang van waterwinning stren­gere eisen gesteld gaan worden aan het grond­gebruik terplaatse.In de pauze die daarop volgde, ving ik nog eengoede suggestie op, namelijk om in de omge­ving van Huizen eens een excursie te organise­ren. Daarbij zou in het veld tekst en uitleg gege­ven kunnen worden over experimenten metakkeronkruiden-beheer op de landbouwgrond-jes door het GNR.

Stedelijk groen en milieuproblemen

Na de pauze kwam het stedelijk groen aan bod.De onlangs aangebrachte koerswijziging bij degroendienst van Huizen ten aanzien van hetbeheer van de bermen en gazons oogstte weinigwaardering. Integendeel, een groot aantal ledenwas het er over eens dat de investering vanjarenlang zorgvuldig bermbeheer nu tenietgedaan wordt door te bezuinigen op de kostenvan verwerking van het maaisel. Door hetmaaisel af te voeren verschraalt de berm enkrijgen kruiden en zeldzamere plantensoortenmeer kans zich te ontwikkelen.Over het groenbeheer in de gemeente werd noghet nodige opgemerkt. Ja, wie aan de wegschoffelt, krijgt veel bekijks! Ook hier geldtweer dat het publiek er behoefte aan heeft goedgeïnformeerd te worden over wat de gemeentebeweegt en waarom bepaalde zaken gedaan ofjuist nagelaten worden.Afgesproken werd dat onze Huizer leden eenaantal punten zouden verzamelen en dat daar­mee gewapend, een afvaardiging van het

bestuur van de Vrienden naar hetGemeentebestuur zou stappen. Ach van het éénkomt het ander, de vergadering raakte vervol­gens verzeild in een aantal milieuproblemen.Geluidshinder van vliegtuigen boven het Gooi,aanleg van spoorverbindingen met Almere (ver­snippering en geluidshinder) en het honden­probleem, enzovoort.

Tot slot

Uit de veelheid van vragen die deze avondgesteld werden, blijkt dat de kwaliteit van hetGooi ons lief is en dat we daar als verenigingvoor moeten blijven waken.Dat er behoefte bestaat aan goede voorlichtingen uitleg waar het gaat om maatregelen gerichtop beheer van heide, engen, bossen en hetgroen in de dorpen.Dat het bestuur niet moet schromen om zo nuen dan eens met lokale kwesties bij bestuurdersaan de bel te trekken.

Het was een gezellige en boeiende avond inHuizen. Zeker nog eens voor herhaling in eenander dorp vatbaar.

(Berichten gaarne doorgeven aan secretariaatVVG, Amersfoortsestraatweg 122, 1411 HJ•Naarden.)

H.J. Proper

Resultaten van de enquête onder de ledenvan de Vereniging van Vrienden van hetGooi

Bij het verwerken van de 350 ingevulde vra­genlijsten die wij ontvingen, viel allereerst degrote bereidheid onder de leden op iets te doenvoor de vereniging. Behalve het invullen van devragenlijst bieden veel leden aan méér voor devereniging te doen.Van de vele nuttige opmerkingen en suggestiesdie ons naar aanleiding van de vragen bereik­ten, wordt het merendeel in het kort vermeld bijde bespreking van de antwoorden op devragen 7 en 8. Aardig is wellicht te vermeldendat we van de ruim 900 in Bussum wonendeleden 87 formulieren ontvingen, terwijl we uitNaarden (470 leden) 55 stuks en uitLaren/Blaricum 60 antwoorden van de 523leden kregen.

TVE 12'jrg. 1994- 36 -

Page 39: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Al schrijvende en tellende begon ik me wel afte vragen of het voor enkelen geen eigenaardigesensatie zou worden, zijn of haar met zorgoverwogen antwoord te zien verdwijnen in eengemiddelde van 350 antwoorden.De bedoeling van deze bewerking is uiteraardenigszins een beeld te krijgen van de meestvoorkomende opvattingen onder de leden vande vereniging.Misschien kan dit ook een aanleiding voor delezer zijn de komende tijd één of meer door devereniging te organiseren avonden te bezoeken,waar men dan in de gelegenheid zal zijn hetgesprek aan te gaan.

Bespreking van de antwoorden per vraag

1. Uit de beantwoording van de vraag over deduur van het lidmaatschap blijkt dat 10 pro­cent van de referenten minder dan 5 jaar lidis. Van de overige 90 procent valt driekwartonder de categorie ’meer dan 10 jaar’.

2. Bij de antwoorden op de vraag hoe menertoe is gekomen lid te worden van de ver­eniging vinden we 23 procent: Na kennisgenomen te hebben van het blad ’TussenVecht en Eem ’.

Onder de rubriek ’Anders’ komen een aantalaardige antwoorden:

- een NS-conducteur vertelde ons tijdens dereis...

- ik kreeg het lidmaatschap cadeau;- ik ontmoette een natuurwacht die me infor­

meerde;- via ’direct mailing'; via de VVV en enkele

malen werd een informatiestand genoemd opeen tentoonstelling.Publiciteit via de krant en informatie vankennissen bleek beide evenveel resultaat tehebben als de kennismaking met het bladT V E .

3. De interesse voor de inhoud van het bladlijkt zeer groot. De enkele 'matig geïnteres­seerden’ (70 van de 350) zowel als de drie’niet geïnteresseerden' melden allen op éénna wèl betrokkenheid bij de door de vereni­ging verrichte activiteiten.

4. Over de voorkeur bij de lezers van het blad’Tussen Vecht en Eem’ valt weinig opzien­

barends te melden. Het hoogste scoren deeerste twee rubrieken, in beide gevallen viel70 procent van de antwoorden op 4 of 5.Opvallend is wel dat historische onderwer­pen bij de leden even geliefd schijnen te zijnals artikelen over natuur enlandschap. Anderzijds kunnen we niet deconclusie trekken dat de drie andere onder­werpen: toekomstige ontwikkelingen, actu­aliteiten en aankondigingen van activiteitengeen waardering genieten; de beantwoordingvan vraag 6 overtuigt ons van het tegendeel.

5. Enkele opmerkingen naar aanleiding vanvraag 5 (welke wensen hebt u verder nog tenaanzien van ons tijdschrift). Naast veel lofde volgende opmerkingen en wensen: wat deuitgave betreft wordt enerzijds recycledpapier aanbevolen en vooral niet glanzend,anderzijds vinden enkele lezers af en toe eenkleurenfoto ook aantrekkelijk. Wat deinhoud betreft kregen we de volgende sug­gesties:

- gebruik van vergelijkende kaartjes genietveel waardering en mag best wat vaker;

- meer informatie bij de illustraties zou ver­helderend zijn;

- een jaaroverzicht van publikaties.De volgende onderwerpen voor artikelen wer­

den aangedragen (niet aangeboden):- artikelen over personen die voor de ontwik­

keling van het Gooi historisch interessanten/of belangrijk zijn geweest of anekdoti­sche waarde genieten;

- oude legendes;- geschiedenis van de bevolking van het Gooi

in sociaal en economisch opzicht;- archeologisch onderzoek;- aandacht voor (ook moderne) architectuur;- monumenten in oude dorpskernen;- vermelding welke verenigingen TVE ont­

vangen, bijvoorbeeld genealogische vereni­gingen, geografische verenigingen, geofysi­sche verenigingen, verenigingen voor naam­kunde.

6. Op de antwoorden van vraag 6 betreffendede waardering voor de door de verenigingverrichte activiteiten, wil ik wat dieperingaan. Eerst meld ik het gemiddelde ’rap-port’-cijfer voor elke vraag. Ik noem de vra­gen A, B, C, enzovoort.

TVE 12 jrg. 1994- 47 -

Page 40: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

A. Bevorderen van de natuurwaarde van hetGooi: 9,3.

B. Zich sterk maken voor het behoud vankarakteristieke historische bebouwing: 9,0.

C. Uitbrengen van studies over de toekomstvan natuur en landschap van het Gooi: 7,9.

D. Bezwaar maken tegen bouwplannen/bestem-mingsplannen die het karakter van het Gooidreigen aan te tasten: 8,8.

E. Activiteiten van de natuurwacht: 7,8.F. Organiseren van excursies voor de leden:

6,9.G. Voorlichting aan leden betreffende komende

veranderingen in het gebied: 7,5.H. Voorlichting aan leden over de mogelijkheid

bepaalde plannen bij te sturen ten gunste vanhet behoud van het karakter van het Gooi:7.6.

I. Uitgeven van publikaties over het Gooi: 7,6.J. Samenwerken met andere ’groene’ vereni­

gingen: 6,9.Vervolgens is onderscheid gemaakt tussende antwoorden van verschillende leeftijds­groepen: 50-, 50-65 en 65+.Dit leverde het volgende beeld op, waarbijnog kan worden opgemerkt dat de beant­woording door de 50- categorie met uitzon­dering van vraag E boven de 85 procent ligt.De liefhebber zal de uitschieters van 65+ bijvraag A en E niet ontgaan, maar of we hierconclusies uit kunnen trekken betreffendehet hele ledenbestand is de vraag.

7. Zijn er volgens u nog meer activiteitennodig? Zo ja, welke? Een groot aantal bin­nengekomen opmerkingen betreffen de wen­selijkheid meer te ageren tegen bebouwin­gen welke het landschap aantasten. Speciaalwordt herhaaldelijk aandacht gevraagd voorplaatselijke kleine natuurgebieden, waaropbij voorkeur geen maïs zou moeten wordenverbouwd! Wenselijk wordt geacht het ont­wikkelen van onderwijsmateriaal om dejeugd bewuster te maken van de geschiede­nis van het Gooi en de kwetsbaarheid vanhet milieu.Het belang van het signaleren van wange­bruik van natuur- en recreatiegebied wordtgenoemd, maar ook wordt er gevraagd omruimte voor honden. Het interesseren van deoudere schooljeugd en het oproepen tot lid­maatschap via huis-aan-huis bladen, alsmede

het ontwikkelen van folders en het aanwezigzijn op tentoonstellingen en eventueel orga­niseren van wedstrijden wordt aanbevolen,evenals het uitzetten van wandelroutes. Alsideeën voor excursies worden vermeld:vleermuizen; kerken en landgoederen; kleinenatuurgebieden; de omgeving vanNederhorst den Berg en bezoek aan histori­sche tuinen.Evenwel wordt er ook op gewezen dat meeractiviteiten meer werk betekent en dat kwali­teit boven kwantiteit dient te gaan.

8. Zou u het op prijs stellen op andere wijzedan via ons kwartaalblad over onze activitei­ten geïnformeerd te worden?Een derde van de binnengekomen antwoor­den meldt waardering voor informatie via deregionale pers. Ook het inschakelen van deregionale pers in acute situaties wordt enkelemalen aanbevolen.Voor bijeenkomsten in eigen woonomge­ving lijkt het enthousiasme nog niet erggroot: 35 antwoorden waren positief.Het idee van een spreekuur en/of mogelijk­heid van telefonisch contact op gezette tijdenwerd door 13 personen zinvol geacht (even­tueel ook voor niet-leden).De antwoorden op de vragen 9 en 10 (Opwelke terreinen zou u zelf actief willen zijnen overige opmerkingen) zijn direct ter handgesteld aan het bestuur. Het aantal reacties iszeker verheugend te noemen.Het feit dat het inzenden van de enquête opbasis van vrijwilligheid is geschied, heeftvóór- en nadelen. Het beleid van het bestuurkreeg veel bijval, er kwamen aardige, posi­tieve reacties en opmerkingen. Dit is uiter­aard heel bemoedigend, maar daarmee isnog niet bekend hoeveel ’minder vleiend’commentaar we misschien hadden geoogst,wanneer we een andere steekproef haddengenomen.

Aanvullende opmerkingen over de hier gegevenresultaten van het onderzoekje zijn dan ookvan harte welkom.

drs E. Oosterbeek-ten Berge

TVE 12‘jrg. 1994-38-

Page 41: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

A.Bevorderen van de natuurwaardevan het Gooi.

B. Zich sterk maken voor hetbehoud van karakteristieke histo­rische bebouwing.

C. Uitbrengen van studies over detoekomst van natuur en landschapvan het Gooi.

cijfer (x 2): 9 ,3

beantwoord: 9 2 %

Cijfer

r a 5 o -

50-65

122 65 ♦

I to ta a l

cijfer (x 2): 9 ,0

beantwoord: 9 0 % 50 -

E S 50 65

r a 65 ♦

Ü H I to ta a l

cijfer (x 2): 7 ,9

beantwoord: 8 0 % 50 -

E S3 50-65

r a 65 ♦

H l to ta a l

D. Bezwaar maken tegen bouw-plannen/bestemmingsplannen diehet karakter van het Gooi dreigenaan te tasten.

E. Activiteiten van de natuur-wacht.

cijfer (x 2): 8 ,8

beantwoord: 9 4 % 50 -

E S 3 50-65

r a 65 ♦

■ to ta a l

cijfer (x 2): 7 ,8

beantwoord: 7 4 % E U 30

E 3 J 50 63

EZ3 65 <■

H l to ta a l

F. Organiseren van excursies voorde leden.

cijfer (x 2): 6 ,9

beantwoord: 7 9 %fy-'-'-j 50 -

E 3 50-65

V /X 65 ♦

G. Voorlichting aan ledenbetreffende komende veranderin­gen in het gebied.

H. Voorlichting aan leden over demogelijkheid bepaalde plannen bij testuren ten gunste van het behoudvan het karakter van het Gooi.

I. Uitgeven van publikaties over hetGooi.

S.asl

cijfer (x 2): 7 ,5

beantwoord: 7 7 % E 5 0 -

r a 50-65

r a 65 ♦

cijfer (x 2): 7 ,6

beantwoord: 7 8 % E 5 0 -

r a 50 65

r a 65 ♦

H to ta a l

Ci|fer

cijfer (x 2): 7 ,6

beantwoord: 8 0 % O 30 -

E S ! 50 65

E ! 65 .

J. Samenwerken met andere 'groe­ne’ verenigingen.

cijfer (x 2): 6 ,9

beantwoord: 7 2 %

C ille r

E U 50

E S ! 50 65

C2 3 65 *

TVE 12 jrg. 1994- 3 9 -

Page 42: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Activiteiten van de StichtingTussen Vecht en Eem

Open Dag TVE op 28 mei 1994

De jaarlijkse Open Dag zal TVE dit jaar houdenin Laren. Deze dag is toegankelijk voor begun­stigers van TVE, de leden van de VerenigingVrienden van het Gooi en alle overige belang­stellenden. Aan het bij wonen van de ochtend-bijeenkomst zijn geen kosten verbonden.

Het voorlopige programma ziet er uit als volgt.

09.30 uur: Ontvangst met koffie in hetSingermuseum.

10.00 uur: Opening door burgemeester Th.Hendriks, daarna openbare vergade­ring T.V.E.

10.30 uur: Inleidingen over:- Het goederenbezit van het Sint

Janskapittel.- De Sint Jansprocessie.- Architectuur in Laren.

Tussen de lezingen een muzikaalintermezzo.

Na een aperitief en gezamenlijke lunch kanmen ’s middags een keuze maken uit de volgen­de excursies:

- Geologische tuin en museum Hofland.- Wandeltocht door Laren.- Bezichtiging Sint Jansbasiliek.- Bezichtiging particuliere tuinen.- Bezichtiging Rosa Spierhuis.- Bezoek aan de Watertoren.

Definitieve gegevens over deze dag zullen wor­den gepubliceerd in het speciale Laren-nummervan Tussen Vecht en Eem.

Reserveer nu reeds in uw agenda: zaterdag28 mei 1994, Open Dag TVE.

Bij het afscheid van de heer K. Kool

Gedurende 13 jaren heeft de heer Kool deel uit­gemaakt van het dagelijks bestuur van de stich­ting Tussen Vecht en Eem en wij nemen metrecht afscheid van een éminence grise.Nadat hij in 1980 had meegewerkt bij hetinrichten van diverse stands in Singer voor deOpen Dag van TVE in Laren, werd hij in datjaar benoemd tot penningmeester, als opvolgervan mr G.C. Six. Driejaar later was hij uiter­aard nauw betrokken bij het samengaan vanTVE met de Vrienden van het Gooi voor hetuitgeven van een gezamenlijk kwartaalblad.Toen een jaar later een diepgaand verschil vanmening ontstond tussen de voorzitter van TVE,mr W.G.M. Cerutti, en de redactie van het tijd­schrift, als gevolg waarvan het DB aftrad, werdde heer Kool, samen met de heren Van Keulenen Timmer, benoemd in een interim-bestuur datin december 1984 een nieuw DB presenteerdemet de heer Le Coultre als voorzitter.Als trait d'union met het verleden is de heerKool sindsdien nog 9 jaar aangebleven, hoewelniet langer als penningmeester. Daarnaast washij vooral actief als verzorger van stands opOpen Dagen, als verkoper van het tijdschrift enals man van de losse nummers. TVE heeft veelaan hem te danken.

TVE 12 jrg. 1994-40-

Page 43: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

LiteratuurBoekbespreking

Naar een definitieve oplossing! ’Postaleperikelen in Hilversum tot 1944’

door J.G.E. PetersenPrijs ƒ 35,-.208 pag., illustraties, met literatuuropgave.ISBN 90.72889.02.9

Vorig jaar verscheen najarenlang onderzoekdoor de auteur zijn publikatie over de Gooise enHilversumse postgeschiedenis. Het is spijtig datde titel een beperktere indruk van de inhoudgeeft dan gerechtvaardigd is. Zeker wordt deHilversumse postgeschiedenis uitputtendbehandeld, maar de eerste helft van het boek isvolledig gewijd aan de landelijke en Gooiseontwikkelingen. In het eerste hoofdstuk behan­delt de auteur, na enige inleidende pagina’s, hetontstaan en de ontwikkeling van het fenomeenbodedienst in de Nederlanden, het eerst in desteden in de tweede helft van de 16e eeuw, totde latere totstandkoming van een landelijkeposterij met lokale kantoren en een officieelpostnet. Vervolgens wordt de totstandkomingvan de Postwet van 1850 behandeld en deregelgeving ten aanzien van post­bestelling en tarieven, poststem­pels en postzegels. Over deTweede Wereldoorlog worden kortde voor de postgeschiedenis meestbelangrijke feiten vermeld.De twee volgende hoofdstukkenbehandelen het verbindingsnet inhet Gooi. Zo worden de oudsteverbindingswegen over land enover water beschreven tot en metde aanleg van railverbindingenvoor tram en trein. En passantwordt nog enige correctie gegevenop een wijdverbreid misverstandover de ’Hamburgse Postdienst’waarvan er, zo bewijst de auteur,twee naast elkaar bestonden, metverschillende routes door het Gooi.

De tweede helft van het boek is volledig gewijdaan de geschiedenis van het Hilversumse post­kantoor, beginnend met een verzoekschrift van21 vooraanstaande Hilversummers in 1850 omhet al bestaande distributiekantoor te vervangendoor een postkantoor zoals beschreven in dePostwet 1850. Zo werd Hilversum één van de120 plaatsen in Nederland die over een zelf­standig kantoor beschikten. Beschreven wordenvervolgens de ontwikkelingen die steeds grote­re huisvesting en frequente verhuizing noodza­kelijk maakten. Uiteindelijk resulteerde dit inde opening in 1943 van het huidige postkantoordat het kantoor aan de Kerkstraat moest vervan­gen.Door steeds weer de relatie te leggen met maat­schappelijke ontwikkelingen tegen de achter­grond waarvan 'de post’ groeide tot een onont­beerlijk communicatiemiddel is het boek eenleesbare en waardevolle aanwinst gewordenvoor de geschiedschrijving van het Gooi in hetalgemeen en Hilversum in het bijzonder.

CMA

Postkantoor ca 1905 in de Kerkstraat te Hilversum.

i t S i i imm

I & J R R MUy a ii g

TVE 12‘jrg. 1994-41 -

Page 44: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Oud Naarden, verdronken stadje, middel­eeuws klooster, oude buitenplaats

door Henk SchaftenaarPrijs ƒ 29,90.127 pag., illustraties.Uitgegeven door de Stichting Vijverberg,Gansoordstraat 16, 1411 RH Naarden(tel. 02159-46860).ISBN 90.73316.05.7

Omdat wij bij het ter perse gaan van het vorigenummer van TVE nog geen boekbesprekingkonden opnemen van het boek 'Oud Naarden,verdronken stadje, middeleeuws klooster, oudebuitenplaats ’, moesten wij toen volstaan metslechts een aankondiging. Wij willen u echterde - hieronder af gedrukte - bespreking vanIneke Inglot van het Stadsarchief in Naardenniet onthouden.Onlangs is bij de Stichting Vijverberg de publi-katie Oud Naarden, verdronken stadje, middel­eeuws klooster, oude buitenplaats verschenen.Het is het vierde deel van deze auteur in eenserie die is gewijd aan de Naardense landgoede­ren en natuurgebieden en het schetst de histori­sche en geografische ontwikkeling van dezebuitenplaats aan het Gooimeer. Evenals in devoorafgaande delen over Oud en NieuwValkeveen en de Naardereng beperktSchaftenaar zich bepaald niet tot literatuuron­derzoek. Hij heeft het gebied, waar hij zijnjeugd doorbracht, zelf gefotografeerd en inkaart gebracht, hij heeft tijdens gedetailleerdarchiefonderzoek nieuw bronnenmateriaal aan­geboord en hij sprak met de eigenaars en voor­malige bewoners. Het resultaat is een intrige­rend beeld van het oudste Naardense landgoed,helder beschreven, goed gedocumenteerd enuitgebreid verantwoord.De oprukkende Zuiderzee, de godsdiensttwis­ten, de veranderende functies van het land en degebouwen, de wisselende eigenaren en exploi­tanten, dat alles maakt de geschiedenis van ditgebied gevarieerd en complex.De chronologische behandeling begint bij de uitde 9e eeuw daterende nederzetting ’Naruthi’.De restanten liggen momenteel ongeveer800 meter buiten de kust in het Gooimeer, eenplek die tot in de 19e eeuw bij zeer laag waternog zichtbaar was. Het klooster dat omstreeks1420 verder landinwaarts werd gesticht, is later

ook verdronken, evenals het herenhuis en deboerderij. Schaftenaar schrijft dan dat degeschiedenis ’er (...) inderdaad ook wel inge­wikkeld (werd)', maar zijn eigen foto’s vanmiddeleeuwse waterputten spreken gelukkigsterk tot de verbeelding en de verschillendearcheologische vondsten uit onze tijd zijn goedgeïllustreerd.Het rampjaar 1572 ging Oud Naarden nietongemerkt voorbij. Er werd gemoord engeplunderd en de kloosterlingen moesten vluch­ten voor de Geuzen. In 1579 waren de kanunni­ken genoodzaakt om alle bezittingen over tedragen aan de stad Naarden. De Reformatie wasonontkoombaar. Op dit kruispunt van ontwik­kelingen weet de auteur opnieuw eigen materi­aal te laten spreken. Uit een door hem in hetarchief van Stad en Lande van Gooiland aange­troffen afschrift van een huurakte uit 1578,waarin de boerderij van het klooster wordt ver­huurd, blijken de kanunniken in die tijd nog eenrol te spelen in Oud Naarden.Het hoofdstuk over de hofstede Oud Naarden inde periode 1579-1827 bevat de meeste nieuwegegevens. Aangezien hierover nog weinigbekend is, heeft Schaftenaar zoveel mogelijkarchiefbronnen onderzocht, waaronder de oud­rechterlijke archieven en de notariële archieven.Op deze manier weet hij een belangrijke perio­de uit de geschiedenis van de hofstede te ont­sluiten. De periode van 1579 tot 1640, toen dehofstede het eigendom was van hetBurgerweeshuis, blijft nog duister. Maar vanafde verkoop in 1640, als de buitenplaats in parti­culiere handen komt, wordt duidelijk welkeeigenaar en/of bewoner verantwoordelijk wasvoor veranderingen van de gebouwen (metname de boerderij en het herenhuis), de land­schappelijke omgeving en de grootte van hetgrondbezit. Het onderzoek heeft menig gede­tailleerde reconstructie opgeleverd. Zo wordtaan de hand van 18e eeuwse inventarissen eenkijkje genomen in de gebouwen. Oude kaartenen verkoopakten van onroerend goed zijngebruikt om de ruimtelijke ordening door dejaren heen te reconstrueren en in nieuwe over­zichtskaarten te illustreren. Speciale aandacht isdaarbij besteed aan de steeds veranderendekustlijn. Een mooi voorbeeld is de reconstruc­tiekaart van Oud Naarden in 1827, waaropbovendien de lijnen van de klifkust van 1782 en1971 zijn aangeduid. Zo’n kaart nodigt de lezer

TVE 12‘ jrg. 1994-42 -

Page 45: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

lilliP 1BL m m.£ .. :

p m • •'

_________ -_r

m m■*.MM«"i. r<:.’ » 'C'0 ' ?!

^ SrS

mm Wam-

:K':W */«**rw>éiHW

9sg e...mwLJii,.

3 ïïV :’>.

§1 1111

uit om het gebied zelf te verkennen. De kaartvan relicten, waarop de resten staan aangegevendie nu nog goed herkenbaar zijn in het land-schap, zou daarbij zeker kunnen helpen.De verkoop van de buitenplaats in 1824 aan eenhandelaar in onroerend goed werd gevolgd doorde definitieve splitsing in een westelijk en oos­telijk deel. De geschiedenis van beide delenwordt vanaf 1827 in afzonderlijke hoofdstuk­ken beschreven. Het oostelijk deel, waarvan hetherenhuis al in 1825 was gesloopt en de boer­derij in 1827 verplaatst, werd kadastraalgescheiden van de noordoostelijke punt. Op ditdeel werd in 1924 het theehuis Oud Naardengevestigd. De boerderij is in 1978 ingrijpendverbouwd en uitgebreid, waarbij het oude inte­rieur helaas verloren is gegaan. Het huidigelandgoed Oud Naarden is particulier bezitgebleven en heeft zich ontwikkeld tot een waar-devol natuurgebied, een unieke combinatie vanbosgebied, grasland en oevers. Het westelijkdeel heeft vanaf 1827 een andere ontwikkelingdoorgemaakt. Als onderdeel van de hofstede

De boerderij Oud-Naarden.

Valkeveen werd het bij de veiling in 1842 ineen aantal nieuwe percelen verdeeld. Ook degeschiedenis van de afzonderlijke deelgebie­den, zowel particulier bezit als rijkseigendom,is eveneens uitvoerig tot aan de huidige situatiebehandeld.Tot slot heeft Schaftenaar nog veel belangrijkegegevens uit gesprekken met voormalige eige­naars, pachters en bewoners kunnen vastleggen,waaronder veel gebruikte veldnamen of varian­ten daarvan. Een register van geografischenamen ontbreekt helaas in het boek. maar bijzoveel goed gedocumenteerde ingangen (lijstvan eigenaren, register van persoonsnamen,literatuurlijst en uitgebreid notenapparaat), ishet een kniesoor die daarover valt.

I .I .

TVE 12'jrg. 1994-43 -

Page 46: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Goois Museum

r a

Tentoonstellingsprogramma

tot 6 maart 1994Het palet van Dudok en Jonge kunste­naars en DudokMaquettes, modellen, tekeningen, details vanmeubelstukken, geselecteerd werk naar aanlei­ding van een studieprogramma.

12 maart tot en met 8 mei 1994Oranje BovenBeeldverhaal van het Koningshuis inOranjeliederen.

Oproep

In de loop van 1995 zal in het Goois Museumeen tentoonstelling te zien zijn over de meubel­maker J.W. de Graaff. In verschillende publika-ties is werk van deze meubelmaker en houtsnij­der terug te vinden. Een aantal jaren geledenheeft het Goois Museum een grote zitbank

gekocht, gemaakt door De Graaff.De heer Kobus de Graaff heeft in het begin vandeze eeuw in Blaricum gewoond en gewerkt.Ook in Hilversum had hij een werkplaats, ’s-Gravelandseweg 34, en aan de OudeEngweg 18 had hij modelkamers.Alle meubels die hij heeft gemaakt, zijn voor­zien van fraai houtsnijwerk, vaak met een reliëfvan bladen en ranken of met dieren en armleu­ningen eindigend in een gebeeldhouwde kopvan een ram of konijn.Het museum wil graag in contact komen metbezitters van meubels van J.W. de Graaff enook alle informatie over deze meubelmaker iszeer welkom (contactpersoon E.E. vanMensch).

Goois Museum,Kerkbrink 6, 1211 BX Hilversum,Open: dinsdag t/nr zondag van 12.30-16.30 uur.Tel. 035 - 292826. Fax. 035-292515.

~j

%

fff,f'. *;> If fT fB F t»•* s ’Ttr*...

TVE 12'jrg. 1994-4 4 -

hiterieur modelkamer J. W. de Graaff.

Page 47: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Stad en Lande Stichting

Henk van den Berg, een unieke, maarvooral energieke erfgooier, 90 jaarü!

Op 23 februari aanstaande hoopt Hendrik PieterCornelis van den Berg de leeftijd van 90 jaar tebereiken. Een leeftijd waarop men normaalgesproken hoopt in gezondheid al heel wat jaar­tjes te hebben kunnen genieten van een welver­diende rust. Wie Henk van den Berg kent - enhoevelen in erfgooierskringen en daarbuitenzijn dat niet? - weten maar al te goed hoe dezesympathieke en energieke man zich op noghoge leeftijd verdienstelijk heeft gemaakt opvelerlei terrein...Helaas, zijn gezondheid laat nu toch wel iets tewensen over en met pijn in het hart heeft hij nueen voor hem moeilijke beslissing moetennemen, namelijk om zijn activiteiten voor deStad en Lande Stichting te beëindigen. Na eenperiode van ruim 40 jaren komt er een eindeaan zijn zo intensieve betrokkenheid bij het welen wee van de (voormalige) erfgooiers. Reedsvanaf 1950 was hij actief in de ’VerenigingStad en Lande van Gooiland’ als plaatsvervang­end bestuurslid. Ook na de opheffing van devereniging bleef hij ten nauwste betrokken bijde erfgooiersgeschiedenis als mede-oprichteren bestuurslid van de ’Stad en Lande Stichting’.Aan hem komt de eer toe, dat de ’Eppo Doeve-panelen’ voor het nageslacht konden wordenbewaard. Het ging hem aan het hart, dat dezepanelen verloren dreigden te gaan, maar op zijnherhaaldelijk aandringen kwam er een oplos­sing. Hij kon het ook niet laten om zelf behulp­zaam te zijn bij de restauratie (door FlipHamers) van de panelen, die nu een plaats heb­ben gevonden in het gemeentehuis van Huizen.Hij verzorgde een schitterende fotoserie van depanelen - een stukje vakwerk - en stond dezebelangeloos af aan de Lion’s club 't Gooi voorhet boekwerkje 'De geschiedenis van het Gooien zijn erfgooiers’, dat op hun initiatief werdaangeboden aan de middelbare schooljeugd.Het is dan ook te begrijpen, dat de 'Stad enLande Stichting’ besloot zijn inzet te waarderen

door hem op zijn 80e verjaardag te onderschei­den met de ’Emil Luden’-penning. Een ver­diend huldebetoon aan een man, die zich zovele jaren met hart en ziel heeft ingezet voor deerfgooiers en hun geschiedenis. Nadat zijnbestuurslidmaatschap om formele redenenbeëindigd moest worden, benoemde het bestuurhem spontaan tot adviseur van de Stichting omte garanderen dat zijn kennis, maar ook vooralzijn niet aflatende ijver voor de erfgooiersge­schiedenis behouden konden blijven. Dit advi­seurschap heeft hij waargenomen vanaf1 november 1983.Het bestuur van de 'Stad en Lande Stichting'zal op 24 januari 1994 afscheid nemen van dezein vele opzichten unieke erfgooier.

E.J. Boeters

TVE 12 jrg. 1994- 45-

Page 48: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Met de Natuurwacht op stap

Met het voorjaar weer voor de deur organiseertde Gooise Natuurwacht weer een aantal boeien­de wandelexcursies voor u door interessante enafwisselende natuurgebieden in het Gooi. Er zalvast iets van uw gading bij zijn, dus noteert u dedata maar alvast in uw agenda.Alle excursies staan onder leiding van ervarengidsen.

Avondwandeling op Groeneveld

Datum wandeling: zaterdag 5 maart.Vertrektijd: 21.00 uur. Duur wandeltocht:circa 1,5 uur. Vertrekpunt: de parkeerplaatsvan het kasteel Groeneveld aan deAmsterdamsestraatweg te Baarn.

Deze wandeling organiseren wij al vele jaren ensteeds is er grote belangstelling voor. Dat is ookniet zo verwonderlijk, want een wandeling doorhet donker heeft altijd iets speciaals. Bovendienis er een redelijke kans om Bosuilen te horen ofte zien.Deelname aan deze excursie is beperkt totmaximaal 35 personen, dus u moet zich welopgeven bij het secretariaat van de GooiseNatuurwacht.

Lentewandeling door het LaarderWasmeer-gebied

Datum wandeling: zaterdag 23 april.Vertrektijd: 10.00 uur. Duur wandeltocht:circa 2 uur. Vertrekpunt: het toegangshek aanhet einde van de Meerweg in Hilversum. DeMeerweg begint bij de kruising KamerlinghOnnesweg/Anthony Fokkerweg en loopt langshet gebouw van Philips.

Als er één gebied in het Gooi het predikaatafwisselend mag krijgen, dan verdient hetLaarder Wasmeer-gebied het wel. Nergenselders in het Gooi vindt u zoveel verschillendelandschapstypen bij elkaar. Niet voor niets

bestaat er dan ook grote belangstelling voor deexcursies door dit normaal voor het publiekgesloten terrein. De grote afwisseling in hetlandschap is ook van invloed op de flora enfauna. Voor wat dat laatste betreft valt vooralde vogelrijkdom op. Vergeet dus niet om uwverrekijker mee te nemen.

Een lentemorgen langs de Gooimeerkust

Datum wandeling: zaterdag 7 mei.Vertrektijd: 09.00 uur. Duur wandeltocht:circa 2,5 uur. Vertrekpunt: het Roetje, aan heteinde van de oude haven van Huizen, nabij depier.

In deze tijd van het jaar zijn de vogels weerzeer actief. Er moet immers weer aan het nage­slacht worden gedacht. Maar niet alleen devogels zijn druk in de weer, ook in de overigedierenwereld heerst alom het voorjaar, evenalsin het plantenrijk. Tijdens deze excursie zult udaar ongetwijfeld veel van zien en horen.Wij organiseren deze excursie traditiegetrouwin nauwe samenwerking met de afdeling ’HetGooi' van de Koninklijke NederlandseNatuurhistorische Vereniging.Tip: neem verrekijker en loupe mee!

Voorjaarswandeling door het landgoed DeBeek

Datum wandeling: zaterdag 14 mei.Vertrektijd: 10.00 uur. Duur wandeltocht:circa 2 uur. Vertrekpunt: de ingang van hetlandgoed aan de Oudblaricummerweg teNaarden.

Ofschoon de snelweg Al destijds wel erg dichtlangs het landgoed De Beek werd gelegd, is hetlandgoed zelf nog altijd zeer het bezoekenwaard, ook al is het slechts toegankelijk voorkaarthouders (onder andere voor leden van de’Vrienden’). Het fraaie landgoed met zijn vele

TVE 12 jrg. 1994-46-

Page 49: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

oude bomen en mooie onderbegroeiing vanonder andere Lelietjes-van-Dalen dankt zijnnaam aan de ’beek’ die er doorheen loopt. Hetgebied is ook rijk aan vogels. Kom gerust eenseen kijkje nemen op deze zaterdagmorgen.

Van Hilversum-Sportpark naar Soest-Zuid

Datum wandeling: zaterdag 11 juni.Vertrektijd: 09.00 uur. Duur wandeltocht:Let op! circa 5 uur. Vertrekpunt: NS-stationHilversum-Sportpark aan deSoestdijkerstraatweg te Hilversum. Bij dit sta­tion is ruime parkeergelegenheid. Het is ookgoed per bus bereikbaar.

Opnieuw gaan wij een lange wandeling makendoor bos, heide en weide. Deze keer hebben wijgekozen voor een wandeling ’op’ Soest, zoalsmen dat vroeger placht te zeggen.We lopen via het Lapersveld, het Dassenbos,het Maartensdijkse Bos, door de boswachterij'De Vuursche’ en verder via Pijnenburg en OpHees naar het NS-station Soest-Zuid. Hetbelooft een lange, maar boeiende wandeling teworden over goed begaanbare wegen en paden.Hoewel er onderweg gelegenheid is om bij eenkopje koffie te pauzeren (daar bleek behoefteaan), is het desondanks wellicht verstandig omvoor onderweg iets van eten en drinken mee tenemen.Vanaf het station Soest-Zuid kunt u op tweemanieren terug naar het vertrekpunt en wel ofmet de trein via Soest, Baarn en Hilversum(twee keer overstappen) of met de bus die urechtstreeks weer naar Hilversum-Sportparkbrengt.Consumpties, trein- of buskaartje zijn vooreigen rekening. Een wandeling voor de volhou­ders onder u.

Voor nadere informatie over deze wandelingenen voor opgave voor de wandeling van 4 maartkunt u zich wenden tot de secretaris van deGooise Natuurwacht, de heer J. Kamies.Telefoon: 02159 - 15995 (graag na 17.00 uur).

Deelname aan de excursies staat in principeopen voor iedereen en geschiedt altijd op eigenrisico. Honden kunnen absoluut niet wordentoegelaten, ook niet aangelijnd.

De Gooise Natuurwacht behoudt zich het rechtvoor om excursies af te gelasten wanneer extre­me (weers-(omstandigheden daartoe aanleidinggeven.

VariaVerantwoording illustraties

- Barsten in het Groen:foto's J. Oude Elferink.

- Een erfenis:Het Alg. Handelsblad, 11 jan. 1934.

- De overdracht archief erfgooiers:De Telegraaf, 22 sept. 1930.

- Hollands-Ankeveense polder:Rijks Archief Noord-Holland,Prov. Atlas inv.nr. A (492.631.092)

- Het Geologisch Museum Hofland:foto's uit collectie museum.

- Literatuur:Naar een definitieve oplossing!-Goois Museum.Oud Naarden - Stadsarchief Naarden,collectie J.P. van Rossum.

- Goois Museum: collectie museum.- Stad en Lande Stichting: collectie Stichting.

TVE 12'jrg. 1994-47-

Page 50: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

Varia

Auteurs

D. Dekema (geb. 1958). Kandidaat geschiede­nis aan de GU Amsterdam in 1982, Middelbarearchiefschool in 1984, streekarchivaris in deBommelerwaard. Sinds 1987 archivaris van destad Naarden, woont daar ook.

F.J.J. de Gooijer (geb. 1933). Tot 1993 con­structeur werktuigbouw bij de firma Stork teAmsterdam. Sinds 1993 bestuurslid van de Staden Lande Stichting.

H.A.R. Hovenkamp (geb. 1959). Studeerdegeschiedenis alvorens de opleiding tot middel­baar archiefambtenaar te volgen aan de RijksArchiefschool. In het kader van die opleidingliep hij een jaar stage bij het Streekarchief teHilversum. Thans is hij werkzaam als archief­beheerder bij het Hoogheemraadschap DeStichtse Rijnlanden.

Nico J.M. Zethof (geb. 1928). Ging zich naastzijn beroep als accountant en belastingadviseurinteresseren voor de geologie in het algemeenen voor het herkennen van gesteenten in het bij­zonder. Hij is als amateur-petroloog verbondenaan het Geologisch Museum Hofland te Larenen treedt op als cursusleider bij de geologieles-sen, welke reeds 30 jaren in het museumSchokland, Noordoostpolder, gegeven worden.Woont in Loosdrecht.

Rectificatie

TVE 11e jrg. nr. 3, september 1993.

Met betrekking tot het artikel van J. Kerkhovenen P. Post, ’Historische kringen...’ drie rectifi-caties/aanvullingen:

- De provinciale Stichting voor Utrecht moetzijn ’Stichting,Stichtse Geschiedenis’. Hetgenoemde Stichts Historisch Contact is denaam van de door de Stichting uitgegevennieuwsbrief.

- In de tabel op pagina 159 is bij de laatstekolom weggevallen: Totaal aantal verschil­lende tijdschrifttitels. Het kopje boven degehele tabel moet luiden: 'Het aantal tijd­schrifttitels per provincie per ijkjaar’.

- In noot 7 moet (Utrecht 1991) staan achter detitel van Gerding, dus achter ’geschiedbe­oefening'.

TVE 1 le jrg. nr. 4, december 1993.

Artikel Jan Kwantes over de HilversumseMeent-oost.

Pagina 206: het onderschrift moet zijn: Globaalbestemmingsplan Hilversumse Meent.Pagina 207: het onderschrift moet zijn:Voorontwerp-Regioplan Relatienotagebieden,1993.Pagina 209: het onderschrift moet zijn: Detailkaart uit het landschapsbeleidsplan van degemeente Hilversum met ecologische infra­structuur, 1993.Pagina 211: noot 8 Landschapsbeleidsplan vande gemeente Hilversum, p. 17.

TVE 12'jrg. 1994-48 -

Page 51: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

D R U K K E R IJ P erfec tek w a lite it

K ortelevertijd en

V riende lijkeprijzen

Jaarverslagen Periodieken AdviesClubbladen Folders VormgevingBriefpapier Boeken Desktop-PublishingEnveloppen AffichesVisitekaartjes MailingsFakturenFormulieren En nog vee l m eer

De Nieuwe Vaart 50 BussumTel.: 02159-50200 Fax: 02159-50211

Page 52: Vereniging van Vrienden van het Gooi Stichting Tussen ...€¦ · Mill * Middagexcursie naar het Sint Janskerkhof Hoe het nu is. mmm 4itL); m w i Noord-Holland, sprak de heer T. Denters

" P'TJ

_‘TTT [

B e d t Kina) ■"* I H O L I, A N 1) S E

A \ A' E V E E SS EF o \. » k R.

Aa nd£ H e sr z y de5 ZZIZ

Aflke v eeflfe wc g.S.j^TMekit 'H4< n< iantU»

i 1

'a '.A.,,.;..p O J. 1) B R.

^ ....■md:; sws'siss?. si

SéÉ'A ■