Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8...

39
447 Bij het schrijven van verschillende hoofdstukken is gebruikgemaakt van bijdragen uit vorige edi- ties (1994, 2003). Dit geldt met name voor de bij- dragen in de vorige druk van prof.dr. J.J. Grote (hoofdstuk 1), prof.dr. P.H. Schmidt en prof.dr. E.H. Huizing (hoofdstuk 2), prof.dr. E.H.M.A. Marres en prof.dr. L. Feenstra (hoofdstuk 4), prof.dr. E.H. Huizing (hoofdstuk 5), prof.dr. P.B. van Cauwenberge en M.J.P. van Kempen (hoofdstuk 11), prof.dr. W.J. Fokkens en prof.dr. C.D.A. Verwoerd (hoofdstuk 12),prof.dr. P.A.R. Clement (hoofdstuk 13), dr.M.W.M.van den Bre- kel (hoofdstuk 17), prof.dr.G.J. Hordijk (hoofdstuk 18), prof.dr.H.K. Schutte (hoofdstuk 19) en prof.dr.G.B. Snow (hoofdstuk 21). Tevens is met veel dank gebruikgemaakt van (oor- sponkelijke-)illustraties van prof.dr. G. Bredberg, Stockholm, Zweden (figuur 1.16), prof.dr. J.J. Manni, Maastricht (figuur 7.2), prof.dr. C.F. Spoor, Londen en prof.dr.ir. F.W. Zonneveld, Utrecht (figuur 7.7), dr. J. van de Wal en dr. J. Drukker, Maastricht (figuur 7.12), dr. S. van der Baan, Blaricum (figuur 11.6). De foto’s voor de platen 3.3 en 3.6 werden ter be- schikking gesteld door drs. M.E. van Zanten te Almelo. Verantwoording E.H. Huizing et al. (Red.), Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie, DOI 10.1007/978-90-313-6360-5, © 2007 Bohn Stafleu van Loghum, Houten

Transcript of Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8...

Page 1: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

447

Bij het schrijven van verschillende hoofdstukkenis gebruikgemaakt van bijdragen uit vorige edi-ties (1994, 2003). Dit geldt met name voor de bij-dragen in de vorige druk van prof.dr. J.J. Grote(hoofdstuk 1), prof.dr. P.H. Schmidt en prof.dr.E.H. Huizing (hoofdstuk 2), prof.dr. E.H.M.A.Marres en prof.dr. L. Feenstra (hoofdstuk 4),prof.dr. E.H. Huizing (hoofdstuk 5), prof.dr. P.B.van Cauwenberge en M.J.P. van Kempen(hoofdstuk 11), prof.dr. W.J. Fokkens en prof.dr.C.D.A. Verwoerd (hoofdstuk 12), prof.dr. P.A.R.Clement (hoofdstuk 13), dr.M.W.M.van den Bre-kel (hoofdstuk 17), prof.dr.G.J. Hordijk(hoofdstuk 18), prof.dr.H.K. Schutte (hoofdstuk19) en prof.dr.G.B. Snow (hoofdstuk 21).

Tevens is met veel dank gebruikgemaakt van (oor-sponkelijke-)illustraties van prof.dr. G. Bredberg,Stockholm, Zweden (figuur 1.16), prof.dr. J.J.Manni, Maastricht (figuur 7.2), prof.dr. C.F.Spoor, Londen en prof.dr.ir. F.W. Zonneveld,Utrecht (figuur 7.7), dr. J. van de Wal en dr. J. Drukker, Maastricht (figuur 7.12), dr. S. vander Baan, Blaricum (figuur 11.6).De foto’s voor de platen 3.3 en 3.6 werden ter be-schikking gesteld door drs. M.E. van Zanten teAlmelo.

Verantwoording

E.H. Huizing et al. (Red.), Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie, DOI 10.1007/978-90-313-6360-5, © 2007 Bohn Stafleu van Loghum, Houten

Page 2: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

449

a. sphenopalatina 185aambeeld 8aangezichtsverlamming 162ABI zie auditory brainstem implant

(ABI)achter-het-oor hoortoestel (AHO) 106acusticusneurinoom 93acute

– bacteriële rinosinusitis 233– etmoïditis 236, 237– faryngitis 312– mastoïditis 66– otitis media zie otitis media acuta– rinitis 204– tonsillitis 311– virale rinosinusitis 232

ademlucht– bevochtiging 187– filtering 187– verwarming 187

adenocarcinoom 242, 243adenoïd cysteus carcinoom 292adenoïdgezicht 307adenoïdhyperplasie 307adenoïditis 307adenoom, pleiomorf 291adenotomie 308adenotonsillectomie (ATE) 304, 313aesthetic units (AU) 252aften 266aggravatie 47, 100AHO zie achter-het-oor hoortoestel

(AHO)AIED 97air-bone gap 113akoestische rinometrie 196Alexander, wet van 139allergie, huisstofmijt- 209allergie, pollen- 208, 210allergische dermatitis 50allergische rinitis 207, 210Alport, syndroom van 81ALTE 339aminoglycoside 84analoog hoortoestel 104anaplastisch carcinoom 376

ANCA zie antineutrofielecytoplasmatische antistoffen (ANCA)

angiofibroom, juveniel 226, 309angio-oedeem 273, 319, 349anosmie 218, 245antihistaminica 235antineutrofiele cytoplasmatische

antistoffen (ANCA) 217, 243antrochoanale poliep 239AOM zie otitis media acutaapneu

– centrale 419– gemengde 419– obstructieve 419

apparent life-threatening eventzie ALTE

aqueductsyndroom, verwijdevestibulaire 81

archicerebellum 131articulatie 189articulatiestoornissen 443ASA-trias 235aspecifieke duizeligheid 151aspiratie 401, 416asteatosis 58ATE zie adenotonsillectomie (ATE)atheroomcyste 51atresie, choanale 201atrofische rinitis 214attico-antrotomie met middenoor-

sanering 70, 71AU zie aesthetic units (AU)audicien 101audiogram 31auditory brainstem implant (ABI) 117auto-immuun perceptief gehoorverlies

97axiaal vlak 26

bacteriële meningitis 84BAHA zie bone-anchored-hearing-aid

(BAHA)Bárány-trommel 156barotrauma 72basalioom 217basilaire membraan 14

basocellulair carcinoom (BCC) 51, 249BCC zie basocellulair carcinoom

(BCC)beeldstabilisatie 131bellverlamming 166benige neuspiramide 181benigne paroxismale positieduizelig-

heid (BPPD) 154BERA zie hersenstamaudiometriebeslagen tong 276Besnier-Boeck, ziekte van 218bèta-2-transferrine 245bèta-lactamaseresistentie 234bevochtiging van de ademlucht 187bewegingsziekte 134BiCROS-hoortoestel 108bijschildklier, scintigrafie 373bijschildklierhormoon (PTH) 372bilobaire lap 254binnenoor 12binnenoor, zenuwvoorziening

van het 16bloedvaten in de neus 185blow-outfractuur 248BMI 422body-mass index zie BMIboerderij 208bof 83, 287bone-anchored-hearing-aid (BAHA)

112, 113, 117BOR-syndroom

zie branchio-oto(renaal) syndroombotulinetoxine-injectie 178bovenste luchtwegen 232bovensteluchtweginfectie 205BPPD zie benigne paroxismale

positieduizeligheid (BPPD)branchio-oto(renaal) syndroom

(BOR) 61, 81breslowclassificatie 51bronchomalacie 363brughoektumor 93Buchem, syndroom van Van 171buis van Eustachius 10, 27bulleuze otitis externa 56

Register

E.H. Huizing et al. (Red.), Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie, DOI 10.1007/978-90-313-6360-5, © 2007 Bohn Stafleu van Loghum, Houten

Page 3: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

450 REGISTER

calorisch onderzoek 145canalolithiasis 141, 155candida-infectie

– keelholte 316– mondholte 271– oesofagus 413

cardiofaciaal syndroom 171Carhart notch 73cariës 264cartilago

– arytenoidea 323– cricoidea 323– thyroidea 323

cavum nasi 183cavum tympani 6cellulitis orbitae 236, 237CEOAE zie click-evoked otoacoustic

emission (CEOAE)cerumen 52cerumenklier 6cervicale belasting 142Chandler-classificatie 237cheilognathopalatoschisis 310choanale atresie 201cholesteatoom 58, 68, 69cholesteatoom, congenitaal 69cholesteatoom, verworven 69chondrodermatitis nodularis helicis

50, 259chondromalacie, cystische 51chorda tympani 10chronisch granulerende otitis

externa 55chronische rinosinusitis 207, 233churg-strausssyndroom 243CI zie cochleair implantaat (CI)CIC-toestel 106ciliaire dyskinesie 215circadiaans ritme 134cisplatinum 85Citelli, hoek van 10click-evoked otoacoustic emission

(CEOAE) 19cochlea 12cochleair implantaat (CI) 112, 115, 117cochleaire Menière 90cochleapotentialen 44columella 182commotio van het labyrint 86compensatie van een perifere

vestibulaire laesie, centrale 136complete in the canal zie CIC-toestelcompliantie 32composite graft 253coniometrie 368conservatief-radicale operatie 70, 71contactgranuloom 349contusie van het labyrint 86

conversie 100corpus alienum

– aspiratie van 366– in de gehoorgang 53– in de neus 215– inslikken van 320, 410

cortex, vestibulaire 131Corti, orgaan van 15corticosteroïden 235corticosteroïden, nasale 212cosmetische correctie van de neus 224cosmetische klachten 223cotrimoxazol 234crèche 208cri-du-chatsyndroom 343crista septi 221CROS-hoortoestel 108Crouzon, syndroom van 61cupulolithiasis 142, 155cystische chondromalacie 51cytomegalie 82cytomegalovirus 287

Dandy-fenomeen 143, 158decibel (dB) 30dermatitis, allergische 50DFNA 80DFNB 80diafanoscopie 231digitaal hoortoestel 104distortion product otoacoustic emission

(DPOAE) 19divertikel, slokdarm 412Dix-Hallpike-manoeuvre 141, 154doofheid, genetische 79DPOAE zie distortion product

otoacoustic emission (DPOAE)draaiduizeligheid 91ductus

– endolymphaticus 14– parotideus 280– submandibularis 280– thyroglossuscyste 385

duizeligheid– ablatieve behandeling 159– aspecifieke 151– behandeling 158– definitie 149– medicamenteuze behandeling 159– oefentherapie bij 159– uitvalsverschijnselen 151– vestibulaire 150

dynamisch bereik van het gehoor 18,30

dysfagie 401, 405dyskinesie, ciliaire 215dysostose, mandibulofaciale 80dysphonia spastica 361

dysplasie, fibreuze 73, 241dysplasie, oculo-auriculo-vertebrale 80

EcoG zie elektrocochleografieeczeem 203EEM zie erythema exsudativum

multiforme (EEM)elektrische otoscoop 23elektrocochleografie (EcoG) 44elektronystagmografie (ENG) 145endoscopie, nasale 193endoscopische neusbijholtechirurgie

236ENG zie elektronystagmografie (ENG)epiglottis 324, 344epitympanium 6Epley-manoeuvre 155, 156epulis 266Epworth Sleepiness Scale 422erfelijk gehoorverlies 79erysipelas 57, 204erythema exsudativum multiforme

(EEM) 270erytroplakie 273etmoïditis, acute 236, 237etsing van de slijmvliezen 320, 412Eustachius, buis van 10, 27EVA-syndroom 81evenwichtsonderzoek 146evenwichtsorgaan 119, 128, 132evenwichtsstoornis 91, 149Ewald, wet van 123, 127exostosen 58

facialis– -functie 164– -paralyse 66– -uitval 162– -uitval, elektrodiagnostiek 166

faryngitis, acute 312faryngitis, chronische 315farynx

– -musculatuur 301– papillomen in de 317– pH-metrie 408

FEES-ST 408FESS zie functional endoscopic sinus

surgery (FESS)fibreuze dysplasie 73, 241fibromatose 266fibroom 274filtering van de ademlucht 187fissuurtong 276fistel

– in de mediaanlijn van de neusbasis202

– in de mediaanlijn van de neusrug202

Page 4: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

REGISTER 451

fistelsymptoomtest 144, 156flapoorcorrectie 258fluisterspraakonderzoek 33folliculair carcinoom 376folliculitis 203fonatie 332fonemen 38fonetogram 338fractuur

– van het aangezicht 245– van het os petrosum 86– van het os temporale 72, 86– van de ossa nasalia 219

Frenzelbril 139, 152frequentiebereik van het gehoor 30frequentieselectiviteit 18freysyndroom 296Friedman-stadiëring 424frontobasale impressiefractuur 247functional endoscopic sinus surgery

(FESS) 236, 240furunkel in de gehoorgang 57furunkel in de neus 203fysiologisch zout 233fysiologische tinnitus 98

ganglion van Scarpa 128gastrofaryngeale reflux 321, 346, 413gebit, afwijkingen van het 263geboortetrauma 171gehoor

– dynamisch bereik van het 30– frequentiebereik van het 30– intensiteitsbereik van het 30

gehoorbeentjesketen 8, 11, 76gehoorgang, uitwendig 5gehoorgangatresie 61gehooronderzoek bij kinderen 45gehoorveld 30gehoorverlies

– auto-immuun perceptief 97– erfelijk 79– idiopathisch plotseling perceptief

96– niet-syndromaal 80– perceptief 81– plotseling 95– syndromaal 80

geleidingsslechthorendheid 102geleidingsverlies 35, 75geluid 28gemengd verlies 35genetische doofheid 79genioglossal advancement (GA) 432geurflesje 198gingivitis 265glandula mandibularis, tumoren van de

295

glandula parotidea, tumoren van de293

globus 321glomustumor 78, 392glossitis rhomboidea mediana 277glossodynie 278GMS zie Groninger Minimum Spreek-

normen (GMS)Goldenhar-syndroom 61, 80granulomateuze afwijkingen van het

neusslijmvlies 217Graves, ziekte van 374Groninger Minimum Spreeknormen

(GMS) 439

haarcel 15, 122haartong 276halfcirkelvormig kanaal 125hals

– -abces 390– -cyste, lateraal 386– -cyste, mediaan 385– -driehoeken 380– -fascie 379– -fistels, lateraal 387– -klierdissectie 395– -lus 109– -lymfeklier, verdachte 396– -lymfeklieren 381– -lymfekliermetastase 393– -onderzoek 382– punctiecytologie 384, 396, 398– vaten en zenuwen in de 380

hamer 8harmonie vestibulaire 136, 137, 152Hashimoto, thyreoïditis van 374head-impulse test 143hemangioom, hals 391hemangioom, mond 275hemifaciale microsomie 80hemotympanum 72, 73Hennebert, symptoom van 156herpes

– simplex 83, 267– zoster 57– zoster oticus 57, 84, 168

hersenabces 238hersenstamaudiometrie (BERA) 41hertz (Hz) 28heuvels van His 4Hirtz 26His, heuvels van 4Hodgkin, ziekte van 397hoek van Citelli 10hoekversnelling 125hoofdstabilisatie 132hoorbril 107hoorpistooltje 107

hoortoestel– analoog 104– bouw 104– digitaal 104– geschiedenis 101– problemen bij gebruik 110

hormonale rinitis 214houdingsevenwicht 142houdingsregulatie 132house-brackmannclassificatie 164huidschilfers 209huidtest 194huidtumor 249huisstofmijt 209, 211huisstofmijtallergie 209humaanpapillomavirus 242hyoïdthyroïdpexie 432hyperkeratosis 250hyperparathyreoïdie 373, 376hyperthyreoïdie 372, 374hypofarynx

– anatomie 301– -carcinoom 320– onderzoek 306

hypoparathyreoïdie 378hypopneu 419hyposensibilisatie 212hyposmie 218hypothyreoïdie 372hypotympanium 6

idiopathisch plotseling perceptiefgehoorverlies 96

idiopathische rinitis 212IgE-antistoffen 194IHO zie in-het-oor hoortoestel (IHO)immunotherapie 212impedantie 32impetigo 50implantaat (CI), cochleair 112, 115incus 8influenza 205infrarood (IR)video-oculografie (VOG)

145infrarood(IR-)videobril 139infraroodapparatuur 109in-het-oor hoortoestel (IHO) 106intensiteitsbereik van het gehoor 30interpolatielap 255intracraniale complicaties 66intubatieletsel 364

Jervell en Lange-Nielsen, syndroomvan 81

jicht 58juveniel angiofibroom 226

Page 5: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

452 REGISTER

kaakpunctie 236kaakspoeling 236kakosmie 218kanaaltoestel 106kaposisarcoom 52kasttoestel 106kattenkrabziekte 390keloïd 51keratoacanthoom 217, 250keratosis actinica 250keratosis obturans 58kernen, vestibulaire 128ketenreconstructie 76kinderen, gehooronderzoek bij 45kinetose 134kraakbeen van Meckel 4kraakbeen van Reichert 4kraakbenige piramide 181kwadranten van het trommelvlies 8kweek 195

labio-gnatho-palatoschisis 202, 256labyrint 149

– commotio van het 86– contusie van het 86

labyrintitis 66, 84labyrintvensterruptuur 88lagere luchtwegen 232landkaarttong 277laryngectomie 354laryngitis

– acute 350– chronische 351– subglottica 344

laryngokèle 349laryngomalacie 340laryngoschisis 342laryngoscopie

– bij zuigelingen en kleine kinderen340

– directe 336– flexibele 334– indirecte 334– micro- 336

laryngotracheobronchitis 344larynx

– -carcinoom 352– -cyste, congenitale 342– -cyste, verworven 350– hormonale aandoeningen 357– innervatie 329– lymfeafvoer 329– -musculatuur, extrinsieke 330– -musculatuur, intrinsieke 326– -oedeem, acuut 349– -papillomatose, juveniele 346– -papilloom 351– premaligne slijmvliesafwijking in

de 351

– -skelet 323– -trauma 358– vaatvoorziening 329– -verlamming, congenitale 341– -web 341

laterale– halscyste 386– halsfistel 387– neuswand 184

lateralisatie 34lawaaibeschadiging 88leukoplakie 272leukoplakie, harige 277leukotrieenantagonisten 235lichen planus 272lichtreflex 8lines of maximal extensibility (LME)

253link-it 107lip

– -carcinoom 269– -defect 259– -kaak-gehemeltespleet 202, 256

lipoom 275liquorlek, nasaal 215, 243lisdiuretica 85littekencorrectie 255LME zie lines of maximal extensibility

(LME)lobulus 182locus Kiesselbachi 186, 225loopoor 64lopen, onderzoek van 143loudness recruitment 20, 31luchtgeleidingsverlies 36luchtziekte 134lues 95Lyme, ziekte van 95, 171lymfangioom, hals 391lymfangioom, mond 275lymfoom, maligne 319, 397lymphadenitis colli

– niet-specifieke 388– niet-tuberculeuze mycobacteriële

388– tuberculeuze 388

m. stapedius 8m. temporalis, transpositie van de 173m. tensor tympani 8maligne otitis externa 56Mallampati-score 424malleus 8MALT 303mandibulafractuur 247mandibulaire repositieapparaten

zie MRAmandibulofaciale dysostose 80maskeren 32, 37

mastoïd 10mastoïdectomie 70, 71mastoïditis, acute 66maxillafractuur 246maxillectomie, mediale 242maxillomandibular advancement

(MMA) 432mazelen 83Meckel, kraakbeen van 4mediale maxillectomie 242mediane halscyste 385medicamenteuze rinitis 214medullair carcinoom 376melanoom 51, 250, 273Melkerson-Rosenthal, syndroom van

171melolabiale lap 255membraan van Reissner 14, 91membraneuze otitis externa 58Menière

– cochleaire 90– syndroom van 90– ziekte van 90, 152

meningitis 238– bacteriële 84

meningokèle 241menthol 188mesotympanium 6Messerklinger 230microlaryngoscopie 336microlink 109microsomie, hemifaciale 80microtie 49, 61middenoor

– anatomie 6– -dysplasie 61– -implantaat 112, 114– -pathologie 169– penetrerend trauma 72– -spiertjes 8– transformatorfunctie 11

midfacial degloving 242Moebius-syndroom 171mohschirurgie 249, 251mondhoek, reconstructie 177mondholtecarcinoom 267mondslijmvlies

– pigmentatie van het 273– ulcus van het 270– -verandering, premaligne 272

mononucleosis infectiosa 316MRA 427mucociliair transport in de neus 196,

197mucokèle 240, 275, 289mucolytica 236Mueller-manoeuvre 425mutatiefalsetstem 361myasthenia gravis 357

Page 6: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

REGISTER 453

myringitis bullosa 62myringitis granulomatosa 62myringoplastiek 75

n. facialis, verloop 280n. laryngeus superior 329n. laryngeus superiorparalyse 357n. recurrens 329n. recurrensparalyse 356nasaal liquorlek 215, 243nasal continuous positive airway

pressure zie NCPAPnasale corticosteroïden 212nasale endoscopie 193nasofaryngoscopie 194, 231nasofarynx

– -anatomie 299– -carcinoom 309– -onderzoek 305

natriumcromoglycaat 212NCPAP 428neonatale gehoorscreening 47nervus facialis 10

– anamnese 163– klinische anatomie 161– reconstructie 172– trauma 169– vertakkingen 162

nervus vestibularis 128neuritis vestibularis 152neuromusculaire slikstoornis 415neuro-otologisch onderzoek 149neus

– bloedvaten in de 185– cyste in de 202– röntgenonderzoek 198– scheefstand van de 223– verstopt 187– -bijholte, CT-scan 198, 231, 232– -bijholte, echografie 198– -bijholte, MRI 200– -bijholtechirurgie, endoscopische

236– -bloeding 225– -correctie, inwendig 223– -correctie, uitwendig 223– -druppels 206– -endoscopie 194, 231– -holte 184– -klep 183– -klep, reconstructie 177– -poliep 216, 239– -puntafwijking 224– sacharineonderzoek mucociliair

transport in de 196, 197– -slijmvlies, granulomateuze afwij-

kingen van het 217– -snuiten 206– -spoelen 233

– -tamponnade 226– -trauma 219– -wand, laterale 184

NHG-standaard 229niet-syndromaal gehoorverlies 80NOAH 105non-hodgkinlymfoom 398NSAID 239nystagmus 132, 138

OAE zie oto-akoestische emissie (OAE)objectieve audiometrie 32, 41objectieve tinnitus 98obstructief slaapapneusyndroom

zie OSASoculo-auriculo-vertebrale dysplasie 80oculomotoriek 140odynofagie 405, 410oesofagitis 413oesofagoscopie 406oesofagusatresie 409OME zie otitis media met effusieoog, reconstructie 176oor

– CT-scan 26– -druppels 85– -instrumenten 24– -microscoop 23– MRI 27– -schelp 5– -schelpafwijking 257– -schelphematoom 50– -smeerprop 52– -stukje 105– -suizen 98– uitspuiten 25

oormicroscoop 24ooroperatie, conservatief-radicale

70, 71operatie, conservatief-radicale 70, 71operatie, radicale 70, 71orbita-abces 237orgaan van Corti 15orofarynx

– anatomie 300– -carcinoom 318– cysten 311– goedaardige tumoren 317– onderzoek 304

os– hyoideum 325– petrosum, fractuur van het 86– temporale, fractuur van het 72, 86

OSAS– anesthesie bij 433– chirurgische behandeling 429– complicaties 421– definitie 419– diagnostisch onderzoek 422

– epidemiologie 421– bij kinderen 313, 422– niet-chirurgische behandeling 427– pathofysiologie 420– slaapendoscopie 426– slaapregistratie 425– symptomatologie 421– en verkeersdeelname 434

oscillopsie 158osteogenesis imperfecta 73osteomyelitis 238osteoom 241ostiomeataal complex 199ostitis deformans 73ostitis fibrosa 73othematoom 50otitis externa

– bulleuze 56– chronisch granulerende 55– definitie 53– maligne 56– membraneuze 58– stralingsgeïnduceerde 56

otitis media– acuta (AOM) 64– acuta (AOM), trommelvliesbeeld

bij 65– chronica 67– definitie 62– met effusie (OME) 63

oto-akoestische emissie (OAE) 44otoliet-orgaan 123otosclerose 73otoscoop, elektrisch 23ototoxiciteit 84overhoren 37ozaena 215

Paget, ziekte van 73palatoschisis 308, 310papillair carcinoom 376papilloma inversum 241papillomen in de farynx 317parafaryngeaal abces 315parafaryngeale tumor 317paraganglioom 392paramediane voorhoofdslap 255Parnes-manoeuvre 155, 156parodontitis 266parosmie 218parotistumor 294parotitis 286parotitis epidemica 287pars flaccida 7pars tensa 7Passavant, zwelling van 302PCC zie plaveiselcelcarcinoom (PCC)peak nasal inspiratory flow 213pemfigoïd 271

Page 7: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

454 REGISTER

pemphigus vulgaris 270Pendred, syndroom van 81penetrerend trauma van het middenoor

72perceptieve slechthorendheid 35, 81,

102perichondritis 50perifere vestibulaire laesie, centrale

compensatie van 136perilymfelek 88peritonsillair abces 315Pfeiffer, ziekte van 316pigmentatie van het mondslijmvlies 273plaveiselcelcarcinoom (PCC) 51, 59,

242, 250, 267, 318plaveiselcellige hyperplasie in de larynx

351pleiomorf adenoom 291plica vestibularis 328plica vocalis 326plotsdoven 102plotseling gehoorverlies 95poliep, antrochoanale 239poliepextractie 240poliposis nasi 216politzermanoeuvre 27, 64pollenallergie 208, 210polychondritis, relapsing 51positieduizeligheid 142positienystagmus 142positioneringsduizeligheid 140positioneringsnystagmus 140posterieure rinoscopie 193, 231posterieure tympanotomie 70postinfectieuze rinitis 214Pott’s puffy tumor 238preauriculair aanhangsel 49preauriculaire sinus 49premaligne mondslijmvliesverandering

272premaligne slijmvliesafwijking in de

larynx 351presbyacusis 19, 88preseptaal oedeem, orbita 237processus brevi 7proef van Rinne 33proef van Weber 34proprioceptief systeem 119pseudocyste 51pseudokroep 344psychogene slechthorendheid 47PTH zie bijschildklierhormoon (PTH)

radicale operatie 70, 71radiofrequente thermotherapie zie

RFTTRamsay Hunt, syndroom van 84, 168ranula 275RAST 194, 210

reconstructie van het aangezicht 253referred pain 318reflux, gastrofaryngeale 321, 346, 413Reichert, kraakbeen van 4Reinke, ruimte van 326reinkeoedeem 348Reissner, membraan van 14, 91reisziekte 134relapsing polychondritis 51relaxed skin tension lines (RSTL) 252Rendu-Osler, ziekte van 226restverschijnselen 70retentiecyste 240retrofaryngeaal abces 316reuk

– -epitheel 188– -slijmvlies 186– -stoornis 218– -test 198, 219

RFTT 430, 432rhinophyma 217rhomboidlap 254Riedel, thyreoïditis van 374ring van Waldeyer 302, 319ringleiding 109rinitis

– acute 204– allergische 207, 210– atrofische 214– definitie 229– hormonale 214– idiopathische 212– medicamenteuze 214– postinfectieuze 214– toxische 214

Rinne, proef van 33rinomanometrie 195rinometrie, akoestische 196rinoscopie, posterieure 193, 231rinoscopie, voorste 191, 231rinosinusitis

– acute bacteriële 233– acute virale 232– antibiotica bij 234– chronische 207, 233– definitie 229– bij kinderen 231

Rombergtest 143rotatielap 254RSTL zie relaxed skin tension lines

(RSTL)rubella 83ruimtelijke oriëntatie 131ruimteziekte 134

saccus endolymphaticus 14sacharineonderzoek.mucociliair

transport in de neus 196, 197salicylaat 85

samtersyndroom 235saneren 211sarcoïdose 218, 390scala

– media 12– tympani 12– vestibuli 12

Scarpa, ganglion van 128schedelbasisfractuur 86schedelbasistrauma 72scheefstand van de neus 223schildklier

– -carcinoom 375– echografie 373– -hormoon 372– -nodulus, solitaire 375– punctiecytologie 373– scintigrafie 373

schildwachtklier 394schisis 202, 256schuifflap 254schülleropname 26schwartzesymptoom 73screeningsaudiometer 38screeningstympanometrie 40second look 70Sémont-manoeuvre 156septum

– -abces 220– -deformatie 221– -deviatie 221– -fractuur 220– -hematoom 220– -perforatie 222

shrapnellmembraan 7sialadenose 287sialodenitis 286sialografie 283sialolithiasis 285simulatie 47, 100sinus

– -cavernosustrombose 237– ethmoidalis 190– frontalis 189– maxillaris 189– sphenoidalis 190

sinusitis 229sjögrensyndroom 288slaapendoscopie 426slaapregistratie 425slechthorenden, omgang met 111slechthorendheid

– niet-organische vormen van 100– perceptieve 102– psychogeen 47

slijmcyste 275, 289slijmvliezen, etsing van de 320, 412slijmvliezen, verbranding van de 320,

412

Page 8: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

REGISTER 455

slikactie– faryngeale fase 403– neuronale controle 404– oesofageale fase 404– orale fase 402– videofluoroscopie 408

slikken 302slikstoornis 322

– neuromusculaire 415sliktraining 415slokdarm

– carcinoom 414– manometrie 408– perforatie 410– pH-metrie 408– -sfincter, bovenste 401– -sfincter, onderste 401– -stenose 414– -verbranding 412

sludersyndroom 222snurken 419soloapparatuur 109soloset 109speeksel

– functie 282– productie 281– samenstelling 281

speekselklier– echografie 284– punctiecytologie 285– scintigrafie 284– -kliertumor 276, 291– tumoren van de kleine 295

speekselsteen 282, 285spina septi 222split-skin graft 253spraakaudiometrie 32, 38spraakontwikkeling 437spraak-taalproblemen, niet-specifieke

443spraak-taalproblemen, specifieke 443spraakverwerving 440stafylokokken 203stapedectomie 76stapedotomie 76stapes 8statoliet-orgaan 123stemplooi

– functie 332– knobbeltjes 346, 348– poliep 347– subepitheliale inclusiecyste 348– valse 328– ware 326

stemrevalidatie na laryngectomie 355stemstoornis, functionele 359stemvorkonderzoek 33stenversprojectie 26

Stickler, syndroom van 81stijgbeugel 8stilstaande larynxhelft zie n. recurrens

paralysestomen 233stoombad 206stotteren 444stralingsgeïnduceerde otitis externa 56stria vascularis 15stridor 339stroboscopie 334struma, multinodulair 374subglottisch hemangioom 343subglottische stenose, congenitale 342subglottische stenose, verworven 342subjectieve tinnitus 98subperiostaal abces 237sulcus glottidis 348sunnybrookschaal 164superior canal dehiscence-syndroom

156syfilis 83symptoom van Hennebert 156syndromaal gehoorverlies 80syndroom

– van Alport 81– branchio-oto(renaal), (BOR) 61, 81– cardiofaciaal 171– churg-strauss- 243– cri-du-chat- 343– van Crouzon 61– EVA- 81– van Frey 296– Goldenhar- 61, 80– van Jervell en Lange-Nielsen 81– van Melkerson-Rosenthal 171– van Menière 90, 160– Moebius- 171– van Pendred 81– van Ramsay Hunt 84, 168– samter- 235– sjögren- 288– sluder- 222– van Stickler 81– superior canal dehiscence- 156– van Treacher-Collins 61, 80– van Usher 80– van Van Buchem 171– van Waardenburg 81

T3 schildklierhormoon 372T4 schildklierhormoon 372taalontwikkeling 437taalontwikkelingsstoornis 444taalstoornis 444taalverwerving 438, 440talgklieren 6teksttelefoon 109

telefoontoestel 109Thornwaldt-cyste 306thyreoïditis van Hashimoto 374thyreoïditis van Riedel 374thyroïdstimulerend hormoon (TSH)

372, 373thyroplastiek 357tinnitus

– fysiologische 98– objectieve 98– subjectieve 98

TNM-classificatiesysteem 268tong

– -been 325– -beenspieren, bovenste 331– -beenspieren, onderste 332– beslagen 276– -branden 278– -struma 311

tonsilhyperplasie 312tonsillectomie 314tonsillitis

– acute 311– chronische 314

toonaudiogram 31toonaudiometrie 32, 35toonaudiometrie, techniek van de 36toonhoogte-informatie 18toxische rinitis 214toxoplasmose 83, 390toynbeeproef 64trachea

– anatomie 330– -malacie 362– mucociliair transport 331– -resectie 366– -stenose, congenitale 363– -stenose, verworven 364– -tumor 370

tracheïtis 369tracheobronchoscopie 337tracheo-oesofageale fistel 409tracheostoma 354, 355tracheotomie 366, 416

– klassieke 366– percutane 366

tractus respiratorius 232transformatorfunctie van het middenoor

11transpositie van de m. temporalis 173transpositielap 254trauma, penetrerend 72Treacher-Collins, syndroom van 61, 80trilhaaronderzoek 197trommelvlies 7, 65trommelvliesbuisje 64, 75, 308trommelvliesinspectie 25trommelvlieskwadranten 8

Page 9: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

456 REGISTER

TSH zie thyroïdstimulerend hormoon(TSH)

tuba auditiva 10, 300tuberculeuze lymphadenitis colli 388Tullio-fenomeen 144, 156Tumarkin-crisis 154tumor

– van het middenoor 78– in de neus 217– in de oorschelp 51– tweede primaire 270, 319, 354

tweetaligheid– problemen bij 444– simultane 439– successieve 439

tympanogram 40tympanometrie 32, 38tympanoplastiek type 1 75tympanotomie, posterieure 70

uitspuiten van het oor 25uitvalsverschijnselen bij duizeligheid

151uitwendige gehoorgang 5umbo 7UPPP 424, 431, 432Usher, syndroom van 80uvb-schade 250uvula bifida 304, 310uvulopalatofaryngoplastiek zie UPPP

valsalvamanoeuvre 27valsalvatest 64verbrand oor 50verbranding van de slijmvliezen

320, 412

vergoeding van hoorhulpmiddelen 110verkeersdeelname bij OSAS 434verkeersongevallen 245verkoudheid 230verstopte neus 187verwarming van de ademlucht 187verwijde vestibulaire

aqueductsyndroom 81verworven cholesteatoom 69vestibulair systeem 119, 149vestibulair systeem, centraal 133vestibulaire

– cortex 131– duizeligheid 150– kernen 128

vestibularisschwannoom 93, 157vestibulitis 203vestibulocerebellum 131vestibulo-oculaire reflex (VOR) 130vestibulum nasi 183, 192VII-XII jump anastomose 173visueel systeem 119VOG zie infrarood (IR)-video-

oculografie (VOG)voorhoofdslamp 24voorhoofdsspiegel 23voorste rinoscopie 191, 231voorste schedelgroeve 189VOR zie vestibulo-oculaire reflex

(VOR)vriescoupe 251vrije lap 255

Waardenburg, syndroom van 81wagenziekte 134Waldeyer, ring van 302, 319

Weber, proef van 34Wegener, ziekte van 217, 224, 243wekedelensarcoom 398wenkbrauw, reconstructie 175wet van Alexander 139wet van Ewald 123, 127whartintumor 292

xerostomie 281xylometazoline 206

zadelneus 224zeeziekte 134zenkerdivertikel 413zenuwvoorziening van het binnenoor

16ziekte

– van Besnier-Boeck 218– van Graves 374– van Hodgkin 397– van Lyme 95, 171– van Menière 90, 152, 160– van Paget 73– van Pfeiffer 316– van Rendu-Osler 226– van Wegener 217, 224, 243

zintuigsysteem 120Zwaardemaker, proef van 195zwaartekracht 124zwellichaam van de concha 188zygomafractuur 247

Page 10: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

Platen

E.H. Huizing et al. (Red.), Keel-neus-oorheelkunde en hoofd-halschirurgie, DOI 10.1007/978-90-313-6360-5, © 2007 Bohn Stafleu van Loghum, Houten

Page 11: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 3.1Preauriculair aanhangsel van de oorschelp (zie pag. 49).

Plaat 3.2Ernstige congenitale misvorming van de oorschelp (micro-

tie) en volledige atresie van de gehoorgang (zie pag. 49

en 52).

Plaat 3.3Othematoom (zie pag. 50).

Plaat 3.4Perichondritis: diffuse rode, pijnlijke zwelling (zie pag. 50).

Page 12: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 3.5Chondrodermatitis nodularis helicis: een pijnlijk, overigens

onschuldig, knobbeltje op de rand van de oorschelp

(zie pag. 50).

Plaat 3.6Atheroomcyste (zie pag. 51).

Plaat 3.7Basocellulair epithelioma (zie pag. 51).

Plaat 3.8Plaveiselcelcarcinoom van de rand van de oorschelp

(zie pag. 51).

Page 13: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 3.9Otitis externa met zwelling van de gehoorgang en debris

(zie pag. 54).

Plaat 3.10Otitis externa, chronisch stadium (zie pag. 54).

Plaat 3.11Furunkel in de gehoorgangingang (zie pag. 57).

Plaat 3.12Herpes zoster oticus, blaasjes in het cavum conchae

(zie pag. 57 en 84).

Page 14: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 3.13Exostosen van de benige gehoorgang (zie pag. 58).

Plaat 4.1Myringitis bullosa. Multipele met sereus vocht gevulde

bullae in het rechter, licht geïnjiceerde trommelvlies

(zie pag. 62).

Plaat 4.2AOtitis media met effusie (OME). Sereus vocht in het rech-

ter middenoor met luchtbellen (door neus snuiten); sterk

ingetrokken trommelvlies door onderdruk (prominerende

proc.brevis, sterke accentuering van de achterste hamer-

plooi, (lig. mallearis posterior) ingezonken pars flaccida)

(zie pag. 63).

Plaat 4.2BOME. Muceus secreet in het linker middenoor; verdikt, iets

bomberend trommelvlies met roze kleur (zie pag. 63).

Page 15: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 4.3Resttoestand na chronische otitis media met effusie (c.q.

otitis media purulenta links).

Atrofisch ingezakt trommelvlies met gedeeltelijke atelec-

tase van de middenoorholte. Lange incusbeen en stapes-

bovenbouw gedestrueerd. 1 proc. brevis, 2 ovale vensternis

met stapesvoetplaat, aan de bovenzijde begrensd door de

n.facialis (geen stapesbovenbouw meer aanwezig), 3 ronde

vensternis, 4 promontorium, 5 tuba-ingang (zie pag. 64).

Plaat 4.4CAcute otitis media purulenta. ‘Spontane’ perforatie achter-

onder van het rechter trommelvlies met pusafvloed

(zie pag. 65).

Plaat 4.4AAcute otitis media purulenta. Rood, sterk bomberend

(vooral achter-boven) linker trommelvlies (zie pag. 65).

Plaat 4.4BAcute otitis media purulenta. Bomberend linker trommel-

vlies met ischemie en maceratie(zie pag. 65).

Page 16: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 4.5Acute mastoiditis rechts met afstaande oorschelp als ge-

volg van retro-auriculair oedeem c.q. abces (zie pag. 66).

Plaat 4.7Epitympanaal cholesteatoom linkeroor; via perforatie in de

membraan van Shrapnell is een cholesteatoommassa in de

koepelholte zichtbaar (zie pag. 68).

Plaat 4.6Chronische otitis media rechts; purulente secretie met

secundaire otitis externa en poliepmassa boven (zie

pag. 67).

Plaat 4.8Resttoestand na chronische otitis media rechts; droge per-

foratie, die net niet randstandig is; kalk en fibrose achter-

boven en voor-boven in het trommelvlies (zie pag. 70).

Page 17: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 4.9Resttoestand na chronische otitis media rechts; grote atro-

fisch gedekte perforatie achter-onder en achter-boven,

waardoor een bijna onderbroken incus-stapesverbinding

(er rest nog een fibreuze streng) zichtbaar is; in beide

voorkwadranten scherp begrensde kalkafzettingen in het

trommelvlies (zie pag. 70, 72 en 76).

Plaat 4.10Verse traumatische perforatie achter-boven in het rechter

trommelvlies waardoorheen een onderbroken incus-stapes-

verbinding te zien is; 50 dB geleidingsverlies (zie pag. 72).

Plaat 9.1Bij de directe wenkbrauwlift wordt boven de wenkbrauw

een streep huid van enkele centimeters verwijderd tenein-

de het verlies aan elevatie door de musculus frontalis te

compenseren (zie pag. 175).

Plaat 9.2Het bovenooglid kan worden verzwaard door het implante-

ren van een goudgewichtje dat op de tarsus wordt ge-

fixeerd (zie pag. 176).

Page 18: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 9.3AErnstige ectropion bij een totale paralyse van de nervus fa-

cialis. Door het opnieuw creëren van een hellend vlak tus-

sen de traanklier (asterix) en het punctum lacrimale (pijl-

tje) verbetert de traanafvloed (zie pag. 176).

Plaat 9.3BVia een laterale canthoplastiek wordt de tarsus van het

onderooglid ingekort en aan het periost van de orbita vast-

gezet (zie pag. 176).

Plaat 9.4Neuspassagebelemmering door inzakken van de neusklep

door nervus facialis paralyse kan worden gecorrigeerd. Via

een transcutane onderste ooglidincisie kan subperiostaal

een route naar de ala-aanzet van de neus worden getun-

neld waarna de neusklep kan worden geopend door een

niet-oplosbare trekhechting naar een titaniumschroefje in

het zygoma (zie pag. 177).

Plaat 12.1Congenitale mediane neusfistel, putje met fistelgang in de

mediaanlijn van de uitwendige neus, waaruit soms kleine

haartjes groeien en talg gedrukt kan worden (zie pag. 202).

Page 19: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 12.2Furunkel in het rechter vestibulum nasi met roodheid en

zwelling van de wang en de oogleden; gevaar voor trom-

bose van de sinus cavernosus (zie pag. 203).

Plaat 12.3Allergische rinitis; sterk gezwollen en bleek slijmvlies, voor-

al van de concha inferior, met productie van veel sereus

secreet (zie pag. 209).

Plaat 12.4Hyperreactiviteit; gezwollen neusslijmvlies met hyperplasie

van de staart van de concha inferior (zie pag. 213).

Plaat 12.5Perforatie in het neustussenschot. De meest voorkomende

oorzaak is neuspeuteren (zie pag. 214 en 222).

Page 20: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 12.6Ozaena; verwijding van de neusholte met atrofie van het

slijmvlies en bot en ophoping van groengele, foetide kor-

sten (zie pag. 215).

Plaat 12.7Septumhematoom; sterke zwelling van het septum met

(sub)totale afsluiting van de neus door bloedophoping

tussen kraakbeen en mucoperichondrium door trauma.

Gevaar voor abcedering, kraakbeennecrose en inzakken van

de neusrug (zie pag. 220).

Plaat 13.1ALaterale neuswand na verwijdering van het neustussen-

schot. De onderste neusschelp (concha inferior) en het

complex van middelste en bovenste neusschelp (concha

media en superior) is goed zichtbaar (zie pag. 236).

Plaat 13.1BOpengewerkte laterale neuswand waarbij alle spleten en

cellen van voorste en achterste etmoïd open gelegd zijn. Er

is een duidelijke samenhang tussen alle neusbijholten: de

sinus maxillaris draineert via het voorste etmoïd naar de

neus. Het onderzoek van Messerklinger benadrukt de rol

van dit etmoïd in het ontstaan en de behandeling van

sinusitis (zie pag. 236).

Page 21: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 13.2Caldwell-lucbenadering met kans op laederen n.infra-orbi-

talis (zie pag. 236).

Plaat 13.3Acute etmoiditis links (stadium I) (zie pag. 236).

Plaat 13.4AAcute etmoiditis rechts, stadium II (zie pag. 237).

Plaat 13.4BZelfde patiënte, bewegingsbeperking rechter oogbol naar

lateraal (zie pag. 237).

Plaat 13.4CAcute etmoiditis links, stadium II. CT-scanbeeld met sluie-

ring etmoïd en sfenoïd links en proptosis van het linkeroog

(zie pag. 237).

Page 22: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 13.4DAcute etmoiditis links, stadium III (zie pag. 237).

Plaat 13.4EAcute etmoiditis links, stadium III. CT-scanbeeld met

sluiering etmoïd links en subperiostale abcesvorming in

mediale orbita links (zie pag. 237).

Plaat 13.4FAcute etmoiditis links, stadium IV na uitwendige drainage

intraorbitaal abces (zie pag. 237).

Plaat 13.4GAcute etmoiditis links, stadium IV. CT-scanbeeld orbita-

abces met proptosis links (zie pag. 237).

Plaat 13.4HSinuscavernosustrombose (stadium V). Bilaterale prop-

tosis- en orbitastuwing (zie pag. 237).

Page 23: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 13.4ICT-scanbeeld sinuscavernosustrombose, na contrasttoe-

diening multipele vullingsdefecten in sinus cavernosus ten

gevolge van trombose (zie pag. 237).

Plaat 13.5Neusendoscopie links. CI = concha inferior; CM = concha

media; P = poliep; PU = processus uncinatus (een struc-

tuur van de laterale neuswand) (zie pag. 239).

Plaat 13.6Antrochoanale poliep. Rechts is het smalle deel te zien. Dit

komt uit de sinus maxillaris; links het brede deel dat in de

nasofarynx hangt (zie pag. 239).

Plaat 13.7AFronto-ethmoidale mucokèle. Voor ontlasting (zie pag. 241).

Plaat 13.7BFronto-ethmoidale mucokèle. Na ontlasting (zie pag. 241).

Page 24: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 13.8Nasale liquorroe bij vooroverbuigen (zie pag. 243).

Plaat 13.9Rij 1: Elektroforese van serum; rij 2: elektroforese van sus-

pect neusvocht; rij 3: elektroforese van liquor. De onderste

band bij rij 2 en rij 3 toont de aanwezigheid van bèta-2-

transferrine, welke niet aanwezig is in serum (rij 1) (zie

pag. 245).

Plaat 14.1Defect na verwijderen basaalcelcarcinoom rechtsboven de neusvleugel. Met deze schuifplastiek wordt gebruikgemaakt van de

‘AU Zijkant Neus’ en van twee burowdriehoekjes om de huid te verplaatsen (zie pag. 254).

Page 25: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 14.2Defect bovenlip na verwijderen basaalcelcarcinoom. Om te sluiten en de spanning op de wondnaden te verminderen is ge-

bruikgemaakt van twee tegenoverliggende schuifplastieken. De littekens van de burowdriehoekjes zijn verborgen in de RSTL

van de m.orbicularis oris (zie pag. 254).

Plaat 14.3Een defect op de overgang neus en maxillaire huid bestrijkt twee aesthetic units. Deze worden het beste apart gereconstru-

eerd om het litteken op de grens van beide AU’s te leggen. Het defect op de neus wordt gesloten met een rotatieflap (neus-

dorsum-glabellalap), het defect in de maxillaire huid wordt met een subcutaan gesteelde schuifplastiek gereconstrueerd (zie

pag. 254 en 255).

Page 26: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 14.4Rhomboidlap wordt aangewend in geval van een ruitvormig defect. Er zijn aan beide zijden van de ruit twee opties als lap

denkbeeldig. Afhankelijk van het gemak waarmee huid kan worden verschoven (tissue reservoir) en de aangrenzende struc-

turen (tractie op onderooglid en mondhoek vermijden) wordt een flap gekozen. Hier wordt een ruitvormig defect op het lin-

ker os zygomaticum gesloten met een temporale rhomboidlap (zie pag. 254).

Page 27: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 14.5Een bilobaire flap is zeer geschikt om te gebruiken voor reconstructies lateraal op de neus. De convexiteit van de flap komt

aldus goed overeen met de kromming van het onderliggende crus laterale van het alaire kraakbeen (zie pag. 254).

Page 28: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

A B

C

D

Plaat 14.6B en CReconstructie vond plaats in drie lagen. Nadat in een eer-

ste fase de verbinding naar de neusholte was afgesloten,

werd in een tweede fase de esthetische eenheid van de ge-

hele neusrug gede-epithelialiseerd. In dezelfde sessie werd

met twee plaatjes pariëtaal bot van de tabula externa

steun gecreëerd voor een bedekkende paramediane voor-

hoofdslap (zie pag. 255).

Plaat 14.6APatiënte met een groot defect van de gehele neusrug na

eerdere excisie en radiotherapie van een melanoom (zie

pag. 255).

Plaat 14.6DIn een derde fase werd de voedende steel doorgenomen en

de wenkbrauw gereconstrueerd (4 weken postoperatief)

(zie pag. 255).

Page 29: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 14.7APatiënt met een defect van de linker ala (zie pag. 255).

Plaat 14.7CNadat voldoende capillaire ingroei had plaatsgevonden,

werd de steel van de lap doorgenomen en de lap verder

uitgedund (zie pag. 255).

Plaat 14.7DHet donordefect werd verborgen in de melolabiale plooi

(zie pag. 255).

Plaat 14.7EHet resultaat na twee maanden (zie pag. 255).

Plaat 14.7BReconstructie in drie lagen door middel van een schar-

nierflap van autogene huid, oorschelpkraakbeen (niet

zichtbaar in figuur), en een bedekkende gesteelde melo-

labiale interpositielap (zie pag. 255).

A B

C D

E

Page 30: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

A

B

C

Plaat 14.8A t/m CLittekencorrectie door middel van een gebrokenlijnexcisie (zie pag. 256).

Page 31: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 14.9ASchisispatiënt (pre) (zie pag. 257).

Plaat 14.9BSchisispatiënt (post) (zie pag. 257).

Plaat 14.10Flapoor (zie pag. 257).

A B

Page 32: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

A B

C D

Plaat 14.11A t/m DReconstructie partieel defect oorschelp met polytetrafluorethyleen, bedekt met een fascia temporalisflap en split-skingraft

(zie pag. 259).

Page 33: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

E

Plaat 14.11EPostoperatief effect na twaalf weken (zie pag. 259).

Plaat 14.12Lipsluiting bij patiënt met plaveiselcelcarcinoom mediaan op de bovenlip; burowdriehoeken paranasaal beiderzijds (zie pag. 260).

Page 34: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 15.1Tweetal aften aan de ventrale zijde van de tongpunt (zie

pag. 266 en 267).

Plaat 15.2Ogenschijnlijk onschuldig uitziend ulcus halverwege de

tongrand. Het bleek te gaan om een plaveiselcelcarcinoom

(zie pag. 268).

Plaat 15.3Ulcererend plaveiselcelcarcinoom van de mondbodem (zie

pag. 268).

Plaat 15.4Ulcus van het slijmvlies van de onderkaak. De oorzaak

blijkt een wortelrest te zijn (zie pag. 271).

Plaat 15.5Kleine homogene leukoplakische verandering van het slijm-

vlies van de mondbodem (zie pag. 272).

Plaat 15.6Niet-homogene leukoplakie van de mondhoek (zie pag.

272).

Page 35: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 15.7Reticulaire vorm van lichen planus in het wangslijmvlies

(zie pag. 272).

Plaat 15.10Diffuse melaninepigmentatie van het gehemelteslijmvlies.

Het beeld is verdacht voor een maligne melanoom of een

voorstadium daarvan (zie pag. 273).

Plaat 15.8Erosieve veranderingen van het tandvlees en slijmvlies van

de bovenkaak bij een patiënte met lichen planus (zie pag.

273).

Plaat 15.9Lokale blauwe pigmentatie van het tandvlees, veroorzaakt

door amalgaamresten (zie pag. 273).

Page 36: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 15.11Angio-oedeem (zie pag. 273).

Plaat 15.13Lingua villosa (zie pag. 276).

Plaat 15.12Enigszins gesteelde zwelling van het wangslijmvlies. Het

bleek te gaan om een fibroom (zie pag. 274).

Page 37: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 15.15Lingua geographica (zie pag. 277).

Plaat 15.16Mediane romboïde glossitis (zie pag. 277).

Plaat 15.14Fissuurtong (zie pag. 276).

Plaat 16.1Gelobde, vast-elastische zwelling op de overgang van het

harde naar het zachte gehemelte. Het bleek te gaan om

een kwaadaardige speekselkliertumor (zie pag. 295).

Plaat 17.1Rode, vergrote tonsillen gezien met beslag in de crypten

(zie pag. 312).

Plaat 19.1Congenitaal glottisch web (zie pag. 341).

Page 38: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 19.3Poliep van de linker ware stemplooi (zie pag. 347).

Plaat 19.4Reinkeoedeem van beide stemplooien (zie pag. 348).

Plaat 19.5Stemplooiknobbeltjes (zie pag. 348).

Plaat 19.6Submucosale cyste linker ware stemplooi (zie pag. 348).

Plaat 19.7Contactgranuloom rechts (zie pag. 349).

Plaat 19.2‘Pinpoint’ subglottische stenose (zie pag. 345).

Page 39: Verantwoording - Springer978-90-313-6360-5/1.pdf · 449 a. sphenopalatina185 aambeeld 8 aangezichtsverlamming 162 ABI zie auditory brainstem implant (ABI) achter-het-oor hoortoestel

PLATEN

Plaat 19.8Laryngopyokèle links (zie pag. 350). Plaat 19.9

Chronische laryngitis (zie pag. 351).

Plaat 19.10Larynxpapillomen (zie pag. 351).

Plaat 19.11Klein carcinoom van de linker ware stemplooi

(zie pag. 353).

Plaat 19.12Groot larynxcarcinoom links (zie pag. 354).

Plaat 19.13Onvolledige dorsale glottissluiting (zie pag. 359).