VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD - demula.be · 6.1.1 Voor andere personen dan de hulpdiensten Zie rubriek...
Click here to load reader
Transcript of VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD - demula.be · 6.1.1 Voor andere personen dan de hulpdiensten Zie rubriek...
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 1/15
1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET MENGSEL EN VAN DE VENNOOTSCHAP/ONDERNEMING
1.1 Productcode
Waterige calciumchloride
Chemische naam/Synoniemen : Calciumchloride, Calciumdichloride, CaCl2 REACH registratienummer : 01-2119494219-28-0016 CAS Nr. : 10043-52-4 EINICS Nr. : 233-140-8 Index-nummer (Bijlage nr. VI CLP) 017-013-00-2
1.2 Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik
Zie bijlage I. in dit informatieblad (SDS). De meest gebruikelijke toepassingsgebieden: stofbestrijding, ontdooien
van wegen, voedseladditief, hulpstof bij olieboring, koelmiddelen, ontvochting bij beton.
Niet aanbevolen gebruiksmethodes zijn niet bekend.
1.3 Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad
Naam : DEMULA NV Adres : Veldmeersstraat 5, 9270 Laarne Telefoon : +32 (0)9 369 54 93 Fax : +32 (0)9 368 20 13 E-mail : [email protected]
1.4 Telefoonnummer voor noodgevallen
Antigifcentrum : +32 (0)70 245 245
2. IDENTIFICATIE VAN DE GEVAREN
2.1 Indeling van de stof of het mengsel
Op grond van verordening 1272/2008/EC (CLP) :
Ernstig oogletsel/oogirritatie : Gevarencategorie : 2; H319 – Veroorzaakt ernstige oogirritatie.
2.2 Etiketteringselementen
GHS-pictogrammen :
Signaalwoord : Waarschuwing H-zinnen : H319 Veroorzaakt ernstige oogirritatie P-zinnen : P280
P264 P305+P351+P338
Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. Na het werken met dit product de handen grondig wassen. BIJ CONTACT MET DE OGEN : voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 2/15
P337+P313 Bij aanhoudende oogirritatie : een arts raadplegen.
2.3 Andere gevaren
Calciumchloride kan lichte huidirritatie en een droge huid veroorzaken.
3. SAMENSTELLING EN INFORMATIE OVER DE BESTANDDELEN
3.1 Stoffen
Ingrediënten EINICS nr. CAS nr. Conc. wt/wt Indeling volgens verordening (EC) nr. 1272/2008
Calciumchloride 233-140-8 10043-52-4 15 – 40 % Categorie 2, H319
Natriumchloride 231-598-3 7647-14-5 0 – 2 % Niet ingedeeld
Kaliumchloride 231-211-8 7447-40-7 0 – 3 % Niet ingedeeld
Calciumbromide 232-164-6 7789-41-5 0 – 2.6 % Niet ingedeeld
Water 231-791-2 7732-18-2 60 – 85 % Niet ingedeeld
4. EERSTEHULPMAATREGELEN
4.1 Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen
Inademen : Het product kan alleen worden ingeademd wanneer het bespoten wordt. Het slachtoffer in de frisse lucht brengen, warm en rustig houden. Indien symptomen aanhouden, een arts raadplegen.
Contact met de huid :
Verontreinigde kleding uittrekken. Huidverontreinigingen onmiddellijk met veel water wassen. Verontreinigde kleding wassen voor hergebruik.
Contact met de ogen :
Eventuele contactlenzen verwijderen. Oog goed uitspoelen met oogwas of proper water gedurende minstens 10 minuten. Oogleden moeten van de oogbal afgehouden worden om een zorgvuldige reiniging te verkrijgen. Een arts raadplegen.
Inslikken : GEEN braken opwekken. Mond laten spoelen met water en vervolgens veel water laten drinken (minimaal 300 ml). Indien symptomen aanhouden, een arts raadplegen.
4.2 Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten
Inademen : Inhalatie van aërosols van het product kan irritatie van de ademhalingswegen veroorzaken. Bij eenmalige blootstelling onomkeerbare effecten niet bekend.
Contact met de huid : Kan matige huidirritatie veroorzaken. Het product geeft geen uitgestelde symptomen.
Contact met de ogen : Kan ernstige oogirritatie veroorzaken. Gevaar voor ernstig oogletsel als het oog niet zorgvuldig wordt gewassen.
Inslikken : Kan irritatie van de slokdarm en maag veroorzaken. Geen uitgestelde of onomkeerbare symptomen verwacht.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 3/15
4.3 Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling
GEEN braken opwekken. Het product kan samen met het zoutzuur in de maag irritatie van de slokdarm
veroorzaken of het kan de ademhalingswegen irriteren. Mond laten spoelen met water en vervolgens veel
water laten drinken (minimaal 300 ml).
5. BRANDBESTRIJDINGSMAATREGELEN
5.1 Blusmiddelen
Calciumchloride is niet brandbaar. Blusmiddelen gebruiken die geschikt zijn voor het milieu. Alle blusmiddelen
zijn toegestaan.
5.2 Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt
Speciale gevaar wordt niet verwacht.
5.3 Advies voor brandweerlieden
Afhankelijk van de omringende brand veiligheidsmaatregelen en/of speciale beschermingsmiddelen te
gebruiken.
6. MAATREGELEN BIJ HET ACCIDENTEEL VRIJKOMEN VAN DE STOF OF HET MENGSEL
6.1 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermende uitrusting en noodprocedures
6.1.1 Voor andere personen dan de hulpdiensten
Zie rubriek 8 voor persoonlijke beschermingsmiddelen bij onopzettelijk vrijkomen.
6.1.2 Voor de hulpdiensten
Zie rubriek 8 voor persoonlijke beschermingsmiddelen bij onopzettelijk vrijkomen.
6.2 Milieuvoorzorgsmaatregelen
Ongecontroleerde lozingen in het milieu (rivieren, waterwegen, riolering, etc) voorkomen. Zie relevante
blootstellingsrisico’s met betrekking tot het beoogde gebruik in de omgeving zoals ontdooien en stofbestrijding
(ES7, niet opgenomen als bijlage bij dit veiligheidsinformatieblad (SDS)).
6.3 Insluitings- en reinigingsmethoden en –materiaal
6.3.1 Passende insluitingsmethoden
In geval van het vrijkomen van grote hoeveelheden in een gevoelige omgeving : met zand of andere inerte
materialen indammen en materiaal verzamelen.
6.3.2 Passende reinigingsprocedures
Verontreinigde plekken onmiddellijk na het morsen van de stof reinigen. Zo veel mogelijk in een geschikte
schone container verzamelen, als mogelijk hergebruiken, anders verwijderen.
6.3.3 Ongeschikte insluitings- en reinigingstechnieken
Verontreinigd gebied met grote hoeveelheden water reinigen. Niet met water spoelen in een gevoelige
omgeving
6.4 Verwijzing naar andere rubrieken
Zie rubriek 13 voor afvalmaatregelen.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 4/15
7. HANTERING EN OPSLAG
7.1 Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel
In goed geventileerde ruimte gebruiken. Controle van de concentratie in de lucht wordt volgens de
blootstellingsrisico’s en de beroepsmatige blootstellingslimieten uitgevoerd.
Fijnstof van het product niet inademen.
Contact met de huid en ogen vermijden.
Verontreinigde huid of kleding onmiddellijk wassen na contact met het product.
Alle huidproblemen melden bij de dokter.
Zie rubriek 8 voor persoonlijke beschermingsmiddelen en ventilatiemaatregelen.
Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.
Na hantering zorgvuldig de handen wassen.
Zie relevante blootstellingsscenario’s : ES8
7.2 Voorwaarden voor een veilige opslag, met inbegrip van incompatibele producten
Opslag in droge ruimtes bij normale ruimtetemperatuur.
Niet bewaren met zuren en/of sterke oxiderende en/of reducerende middelen.
Voor ventilatie tijdens hantering zie ES8.
7.3 Specifiek eindgebruik
Er is geen vastgesteld eindgebruik. Zie verschillende blootstellingsscenario’s.
8. MAATREGELEN TER BEHEERSING VAN BLOOTSTELLING/PERSOONLIJKE BESCHERMING
8.1 Controleparameters
Derived No Effect Level (DNEL)
Werknemer DNEL inademen, langdurige effecten : 5 mg/m³ (ES8)
Werknemer DNEL inademen, op korte termijn 10 mg/m³ (ES8)
Gebruiker, populatie DNEL inademen – langdurige effecten : 2.5 mg/m³ (ES10, niet opgenomen in dit
veiligheidsinformatieblad)
Gebruiker, populatie DNEL inademen – op korte termijn 5 mg/m³ (ES10, niet opgenomen in dit
veiligheidsinformatieblad)
DNEL inademen, langdurige systemische effecten : DNEL niet afgeleid. Geen langdurige effecten verwacht,
tevens rekening houdend met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van 1000 mg/kg bw CaCl2
DNEL dermal acute dient alleen worden afgeleid indien een acuut toxiciteitsgevaar (dat tot de indeling en
etikettering leidt) geïdentificeerd is en piekblootstellingen optreden. De beschikbare gegevens geven geen
aanleiding tot de indeling voor acute systemisch huidtoxiciteit.
DNEL dermaal, langdurige effecten : DNEL niet afgeleid
Predicted No Effect Concentration (PNEC)
Depositie op de bodem en planten (*) : NEdep 150 g/m². Als het product voor ontdooien en stofbestrijding
gebruikt wordt, zie ES7.
Gevoelige terrestrische planten : 215 mg chloride/kg. Als het product voor ontdooien en stofbestrijding
gebruikt wordt, zie ES7.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 5/15
PNEC water/marine : omdat calcium- en chlorideconcentraties in aquatische ecosystemen verschillend zijn
(0.06 – 210 mg/l), wordt het niet nodig geacht om een generiek PNEC water of PNEC marine (noch
toegevoegde noch intermitterende waarde) af te leiden.
PNEC voor zoetwater/marine sediment : er zijn geen toxiciteitsgegevens beschikbaar over
sedimentorganismen van zoetwater of zeewater. Calciumchloride is in het milieu in de vorm van calcium-
en chloridionen aanwezig. Dat impliceert dat het niet op fijnstof adsorbeert. Er is geen zin om een PNEC
waarde af te leiden voor algemene PNEC voor zoetwater/marine sediment.
PNEC terrestrial : er zijn geen toxiciteitsgegevens beschikbaar met betrekking op terrestrische organismen.
Calciumchloride is in het milieu in de vorm van calcium- en chloridionen aanwezig. Dat impliceert dat het
niet op fijnstof adsorbeert. Het wordt niet nodig geacht om een generiek PNEC terrrestrial af te leiden.
PNEC voor afvalwaterzuiveringsinstallaties (STP sewage treatment plant) : er zijn geen toxiciteitstesten
over het effect van calciumchloride op organismen van afvalwaterzuiveringsinstallaties beschikbaar.
Omdat calcium- en chlorideconcentraties in aquatische ecosystemen zeer verschillend zijn, wordt het niet
nodig geacht om een generiek PNECSTP of PNECSTP-added af te leiden.
PNEC oral : met het oog op voedingsaspecten, het metabolisme en de actiemechanismen van calcium- en
clorideionen, wordt het niet nodig geacht op een PNECoral (secundaire vergifting) af te leiden.
(*) Een tentavie “PNEC”, een zogeheten ‘no-effect deposition’ (NEdep) werd afgeleid voor de
blootstellingsroute voor depositie van calciumchloride via wegzouten of stofbestrijdingsmiddelen. Het moet
opgemerkt worden dat hoewel de eenheden van blootstelling via lucht verwijzen, wijst deze waarde op
effecten die veroorzaakt worden door calciumchloride dat uit de lucht in de bodem en op de oppervlakte van
planten afgezet wordt.
Biologische grenswaarden
Niet beschikbaar.
Aanbevolen onderzoeksmethode
Gewoonlijk is het niet nodig.
8.2 Maatregelen ter beheersing van blootstelling
Zie relevante blootstellingsscenario’s (ES8) in bijlage II. Samenvatting :
Technische maatregelen: Gewoonlijk is er geen speciale wegzuiging/ventilatie nodig wanneer waterige oplossing van calciumchloride gebruikt wordt.
Bescherming van de ogen/ het gezicht:
Gepaste oogbescherming gebruiken wanneer oogcontact waarschijnlijk is. De meeste materialen (bv. polycarbonaat) voor veiligheidsbril en gezichtsvizieren zullen waarschijnlijk geschikt zijn.
Bescherming van de huid:
Bescherming van de handen : draag handschoenen (getest volgens norm EN 374) wanneer besmetting van de handen waarschijnlijk is. Handschoenmaterialen die geschikt zijn : neopreen (chloropreen) en nitrilrubber. Permeatietijd van het materiaal van 0.5 mm is waarschijnlijk 8 uur. Ongeschikte handschoenenmaterialen : leer (decompositie van het materiaal). Huidverontreinigingen onmiddellijk afspoelen. Verontreinigde handschoenen zorgvuldig met water afspoelen voor hergebruik. Bescherming van de huid : normale werkkleding.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 6/15
Bescherming van de ademhalingswegen:
Gewoonlijk is er geen bescherming van ademhalingswegen nodig wanneer waterige oplossing van calciumchloride gebruikt wordt.
9. FYSISCHE EN CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN
9.1 Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen
N.B. : alle gegevens in deze rubriek betreffen watervrij calciumchloride indien niet anders aangegeven.
Voorkomen Vloeistof – calciumchloride waterige oplossing
Kleur Lichtblauw Geur Geurloos Geurdrempelwaarde Niet van toepassing pH 7 – 11 in 10% wateroplossing Smelt-/vriespunt 782°C Beginkookpunt en kooktraject > 1600°C Vlampunt Niet van toepassing Verdampingssnelheid Niet van toepassing Ontvlambaarheid De stof is niet brandgevaarlijk Bovenste/onderste ontvlambaarheids- of explosiegrenswaarden
Niet van toepassing
Dampspanning 0.1 Pa (20°C) Dampdichtheid Niet van toepassing Relatieve dichtheid 2.15 (25°C)
2.15 (15°C) Oplosbaarheid 745 g/l (20°C)
1590 g/l (100°C) Verdelingscoëfficient octanol/water n-octanol/water
Niet van toepassing op anorganische stiffen.
Ontstekingstemperatuur Niet van toepassing Ontledingstemperatuur Niet van toepassing Viscositeit Niet van toepassing op een vast product Ontploffingseigenschappen De stof is niet explosief Oxiderende eigenschappen De stof is niet oxiderend
9.2 Overige informatie
Niet van toepassing
10. STABILITEIT EN REACTIVITEIT
10.1 Reactiviteit
Calciumchloride kan reageren met sterk reducerende en oxiderende middelen.
10.2 Chemische stabiliteit
Calciumchloride is stabiel bij aanbevolen opslag- en gebruiksomstandigheden.
10.3 Mogelijke gevaarlijke reacties
Calciumchloride kan heftig reageren met sterk reducerende en oxiderende middelen.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 7/15
10.4 Te vermijden omstandigheden
Sterk reducerende en oxiderende middelen
10.5 Chemisch op elkaar inwerkende materialen
Calciumchloride kan in roestvrij staal putcorrosie en corrosie van verschillende vormen veroorzaken. Hoge
temperaturen en spanning kunnen leiden tot spanningscorrosie.
10.6 Gevaarlijke ontledingsproducten
Er is geen als de toepassing volgens de geïdentificeerd gebruik plaats vindt.
11. TOXICOLOGISCHE INFORMATIE
11.1 Informatie over toxicologische effecten Acute toxiciteit
De acute toxiciteit van calciumchloride is laag. De gecombineerde orale LD50 waarde volgens GLP tijdens de
testen op ratten 2301 mg/kg was (Toxicological Laboratories Limited, 1987). Geteste dermale LD50 waarde op
konijnen was boven 2000 mg/kg. Er zijn geen beschikbare gegevens door dierproeven overeenkomstig met
kolom 2 van bijlage VII van REACH dient geen onderzoek van dit soort worden uitgevoerd aangezien voldoende
informatie over acute toxiciteit bij twee andere blootstellingsrouten (oraal en dermaal) beschikbaar is. Bij
allebei de blootstellingsniveaus (40 en 160 mg/m³) was irritatie van de luchtwegen waargenomen, en de
conclusie was getrokken dat het inademen van calciumchloride irritatie van de ademhalingswegen kan
veroorzaken. Omdat er geen omval was die de LC50 waarde overschrijdt van 160 mg/m³. Verder, volgens
Vinnikov (1962) werden tuberculosepatiënten met aerosolinhalaties van 2 – 5 % waterige oplossing van
calciumchloride behandeld. Het aantal inhalaties varieerde van 2 (24 patiënten) tot 30 (10 patiënten).
Meerdere patiënten meldden irritatie van de slijmvlies van de pharynx en keel en een onaangenaam gevoel in
de mond reeds na de eerste inhalaties. Deze gevallen kwamen volgens de auteurs niet vaak voor. In het
algemeen werd over de inhalaties van calciumchloride gezegd dat ze gunstige effecten hadden op
ziektesymptomen (verbetering van de kwaliteit van sputum, verminderingd van de kwantiteit van de sputum,
sputum makkelijker ontbreekt, minder hoesten). Deze gegevens bewijzen dat calciumchloride niet acuut
toxisch is bij het inademen.
Huidcorrosie/-irritatie
Tijdens de volgens CLP uitgevoerd testen bleek calciumchloride niet irriterend te zijn voor konijnen. Deze
testen waren volgens de OECD 404 richtlijn uitgevoerd (Koopman, 1986e). Bij het gebruik van watervrije
materiaal gedurende 4 uur onder isolatie was er geen effect waargenomen bij geen van de drie proefkonijnen
in de gegeven tijden (1, 24, 48 en 72 uur). Langdurige blootstelling aan wateroplossing met milde irritanten kan
echter bij gevoelige personen atopische dermatitis en huidirritatie veroorzaken.
Ernstig oogletsel/oogirritatie
Oogirritatie testen zijn beschikbaar voor watervrij calciumchloride, calciumchloride dihydraat, calciumchloride
hexahydraat en 33% waterige oplossing van calciumchloride (Koopman, 1986i, 1986k, 1986j, 1986k, 1986l).
Deze testen werden volgens de OECD 405 richtlijn uitgevoerd. Bij alle testen was 100 mg stof in het oog van
drie konijnen gedruppeld. Spoeling werd niet toegepast. Volgens de resultaten irriteert watervrije
calciumchloride sterk het oog van het konijn. De hoorn- en slijmvliezen waren van 1 uur tot 14 dagen na de
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 8/15
behandeling nog steeds matig – ernstig geïrriteerd bij alle konijnen. Hierna was het oog van het ene konijn
hersteld, maar 21 dagen na de behandeling was het hoornvlies nog steeds licht schemerig. In het geval van de
andere twee konijnen was het hoorn- en slijmvlies 21 dagen na de behandeling nog steeds matig geïrriteerd.
De irriterende eigenschappen van calciumchloride blijken minder te worden na een verhoogde mate van
hidralatie : de calciumchloride di- en tetrahydraten zijn irriterend, terwijl calciumchloride hexahydraat matig
irriterend is.
Sensibilisatie van de luchtwegen/de huid
Calciumchloride is niet sensibiliserend voor luchtwegen of de huid. Calciumchloride heeft geen sensibiliserende
eigenschappen, op grond van fysiologische rol van beide ionen en het feit dat sensibiliserende effecten van
beide ionen nooit zijn gemeld ondanks lang historisch en wijdverspreid gebruik (bv via voedsel
enmedicijngebruik). Overeenkomstig met sectie 1 van bijlage XI van REAC£H is het testen wetenschappelijk niet
nodig.
Mutageniteit in geslachtscellen
Op grond van de resultaten van twee bacteriëmle terugmutatietesten en een in-vitrotest op
chromosoonafwijjkingen in longfibroblaten van een Chinese hamster bleek calciumchloride geen genotoxische
eigenschappen te hebben. Calcium en chloride behoren tot de normale bestanddelen van het lichaam.
Carcinogeniciteit
Calciumchloride is niet genotoxisch in vivo. Calcium en chloride zijn beide essentiële voedingsmiddelen voor
mensen en een dagelijkse inname van meer dan 1000 mg van elk van de ionen wordt geadviseerd. Op grond
van deze informatie wordt geconcludeerd dat de stof niet carcinogeen is.
Giftigheid voor de voortplanting
Effect op de vruchtbaarheid : overeenkomstig met sectie 1 van bijlage XI van REACH is het testen
wetenschappelijk niet nodig. Calciumchloride bereikt het embryo of de mannelijke cq vrouwelijk reproductieve
organen niet wanneer dat dermaal of oraal in het lichaam terechtkomt, omdat het niet systemisch beschikbaar
is.
Ontwikkelingstoxiciteit : het kan geconcludeerd worden dat de stof nooit het embryo of de mannelijke cq
vrouwelijke reproductieve organen bereikt (omdat het niet systemisch beschikbaar is). Dit toont aan dat er
geen risico van ontwikkelingstoxiciteit en reproductie toxiciteit aanwezig is. Een orale ontwikkelingsstudie werd
uitgevoerd in 3 species (muis, rat en konijn). In alle drie de species werden geen moederlijke of tertogene
effecten waargenomen en NOAEL’s waren hoger dan de hoogste dosis die gegeven werd.
Specifieke doelorgaantoxiciteit (STOT) bij eenmalige blootstelling
Luchtwegen : niet irriterend
Specifieke doelorgaantoxiciteit (STOT) bij langdurige blootstelling
Luchtwegen : niet irriterend
Aspiratietoxiciteit
Ervaring met inhalatie van calciumchloride in mensen : Vinnikov (1962) : 65 tuberculosepatiënten (51 mannen,
14 vrouwen in de leeftijd van jonger dan 30 tot over 50) werden behandeld met aerosolinhalaties van 2 – 5 %
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 9/15
waterige oplossing van calciumchloride. Het aantal inhalaties varieerde van 10 (24 patiënten) tot 30 (100
patiënten). Meerdere patiënten meldden irritaties van de slijmvlies van de pharynx en keel en een
onaangenaam gevoel in de mond reeds na de eerste inhalatie. Deze gevallen kwamen volgens de auteurs niet
vaak voor. In het algemeen werd over de inhalaties van calciumchloride gezegd dat ze gunstige effecten
hadden op ziektesymptomen (verbetering van de kwaliteit van sputum, vermindering van de kwantiteit van de
sputum, sputum makkelijker ontbreekt, minder hoesten). Deze gegevens bewijzen dat calciumchloride niet
acuut toxisch is bij het inademen.
12. ECOLOGISCHE INFORMATIE
12.1 Toxiciteit
Calciumchloride wordt niet ingedeeld als gevaarlijk voor het milieu. Calcium en chloride zijn in het hele
ecosysteem normaal voorkomende ionen en de lozing in het milieu zal geen langdurige negatieve effecten
hebben. Grote hoeveelheden van chlorideionen kunnen echter lokale storingen en schade veroorzaken in een
gevoelige omgeving.
Watertoxiciteit, acuut
Vis (Pimephales, promelas) LC50 (96h) : 4630 mg/l LC50 (48h) : > 6560 mg/l LC50 (24h) : > 6660 mg/l Onderzoeksmethode : overig : (EPA/600/4-90/027,EPA/600/6-91/003)
Schaaldieren (Daphnia Magna) LC50 (48h) : 2400 mg/l op grond van mobiliteit (statisch OECD 202)
Algen (Pseudokirchneriella subcapitata)
EC50 (72h) : 2900 mg/l op grond van biomassa EC50 (72h) : > 4000mg/l volgens groeiratio EC20 (72h) : 1000 mg/l op grond van biomassa OECD-richtsnoer 201 (Alga, onderzoek naar groeiremming)
Watertoxiciteit, langdurig
Vis Er is geen betrouwbaar testmateriaal beschikbaar. Calcium en chloride zijn in het hele ecosysteem normaal voorkomende ionen.
Schaaldieren (Daphnia Magna) EC50 (21d) : 610 mg/l op grond van reproductiestoornis EC16 (21d) : 320 mg/l op grond van reproductiestoornis LC50 (21d) : 920 mg/l op grond van omvallen Onderzoeksmethode : niet bekend.
Algen EC10/LC10 of NOEC voor zoetwateralgen : 1000 mg/l
Terrestriale organisaties
Calciumchloride wordt in calcium- en chlorideionen gesplitst en chlorideionen absorberen niet op fijnstof.
Calciumionen kunnen aan fijnstof hechten of stabiele anorganische zouten vormen met sulfaat- en
carbonaationen maar calcium is in de bodem natuurlijk aanwezig. Daarom zijn de blootstelling of ongunstige
effecten voor de bodem onwaarschijnlijjk.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 10/15
Planten
Calcium is bekend als een essentieel voedingsmiddel voor hogere planten en speelt een belangrijke rol in de
celwandvorming, celdeling en celverlenging.
Chloride is een essentiële micronutriënt voor planten en speelt een belangrijke rol in het reguleren van de
osmotische druk van cellen (SIDS, 2002). Er werd schade gemeld aan de vegetatie langs de weg en dat werd
grotendeels toegeschreven aan de absorptie van zout dat op de bladeren gespat werd. In een onderzoek
werden suikerahornen (Acer saccharum) voor 6 winters blootgesteld aan afvoer van natriumchloride en
calciumchloride (totale behandeling van 11.2 ton/ha per behandeling en 15 behandelingen per winter met
wekelijkse intervallen, gelijkwaardig met 11.2 kg/m² in totaal en 1.87 kg/m² in één seizoen). De bladeren van
deze ahornen bevatten 3 tot 6 keer de chlorideconcentratie in vergelijking met een controle stand. Schade aan
de ahornen was verschillend maar kon gecontroleerd worden met de chlorideconcentratie in het blad (EPSO,
1984).
Er werd een veldonderzoek uitgevoerd met spar (Piceasp.) gedurende 10 weken in winter en met een
totaaldosis van 1.5 kg/m² NaCl, CaCl2 of en 75/25 NaCl/CaCl2 mengsel. In aanwezigheid van calciumchloride
werd opname van Cl- in de wortel geremd. (Bogemanset al., 1989). Op deze manier zijn de effecten van de
calciumchloride aanwezig, maar zijn ze afhankelijk van de zich opgestapelde hoeveelheid van chloride.
Micro-organismen die in afvalwaterzuiveringsinstallaties leven
Er is geen beschikbaar testmateriaal. Calcium speelt een belangrijke rol in de versterking van de celwanden.
Chloride is ook een essentiële micronutriënt voor bacteriën en speelt een belangrijke rol in de fotosyntheses en
osmoseregulatie. Geen ongunstig effect wordt verwacht voor micro-organismen die in de
afvalwaterzuiveringsinstallaties leven.
12.2 Persistentie en afbreekbaarheid
Overeenkomstig met kolom 2 van bijlage VII van REACH dient er geen biologisch afbreekbaarheidstest
uitgevoerd te worden indien de stof anorganisch is.
12.3 Bioaccumulatie
Calciumchloride valt makkelijk uiteen in calcium en chlorideionen. Allebei de ionen zijn essentiële elementen
van alle dieren. Er wordt geen bioaccumulatie of biomagnificatie verwacht van calciumchloride.
12.4 Mobiliteit in de bodem
Calciumchloride valt makkelijk uiteen in calcium en chlorideionen. Chlorideionen worden niet door het
materiaal opgenomen. Calciumionen kunnen aan deeltjes van de bodem hechten of stabiele anorganische
zouten vormen met sulfaat- en carbonaationen, maar calcium is in de bodem natuurlijk aanwezig.
12.5 Resultaten van PBT- en zPzB-beoordeling
Niet van toepassing op anorganische stoffen. Overeenkomstig met bijlage XIII van de REACH-verordening
dienen anorganische stoffen niet worden onderworpen aan een PBT-beoordeling.
12.6 Andere schadelijke effecten
Niet bekend.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 11/15
13. INSTRUCTIES VOOR VERWIJDERING
13.1 Afvalverwerkingsmethoden
Als recycling of hergebruik niet praktisch zijn dient het product worden verwijderd overeenkomstig lokale of
nationale regelgeving. Een geschikte verwijderingswijze is het brengen naar een stortplaats of gecontroleerde
emissies naar een grote ontvanger met natuurlijk voorkomende niveaus van calcium- en chlorideionen
(bijvoorbeeld : de zee). Niet verwijderen met sterk reducerende en oxiderende middelen.
Afvalcode is afhankelijk waar het afval is ontstaan. Calciumchloride heeft een wijdverspreid gebruik op
meerdere gebieden en alle relevante codes kunnen niet in dit veiligheidsinformatieblad (MSDS) worden
gemeld.
14. INFORMATIE MET BETREKKING TOT HET VERVOER
14.1 VN-nummer
Niet van toepassing
14.2 Juiste ladingnaam overeenkomstig de modelreglementen van de VN
Niet van toepassing
14.3 Transportgevarenklasse(n)
Niet van toepassing
14.4 Verpakkingsgroep
Niet van toepassing
14.5 Milieugevaren
Niet van toepassing
14.6 Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker
Niet van toepassing
14.7 Vervoer in bulk overeenkomstig bijlage II bij MARPOL 73/78 en de IBC-code
Niet van toepassing.
15. REGELGEVING
15.1 Specifieke veiligheids-, gezondheids- en milieureglementen en –wetgeving voor de stof of het
mengsel
Er is geen speciale toepassende wetgeving
15.2 Chemische veiligheidsbeoordeling
Een chemische veiligheidsbeoordeling voor calciumchloride is uitgevoerd volgens artikel 14 van REACH.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 12/15
16. OVERIGE INFORMATIE
Revisie van dit veiligheidsinformatieblad
Dit veiligheidsinformatieblad is volledig herzien overeenkomstig de CLP-verordening en REAFCH-verordening.
Als resultaat van de chemische veiligheidsevaluatie uitgevoerd tijdens de REACH registratie waren
verschillende punten aangevuld. Dit veiligheidsinformatieblad vervangt alle voorgaande uitgaven.
Geraadpleegde literatuur/bronnen
Registratiedossier opgemaakt volgens de REACH verordening en chemisch veiligheidsrapport over
calciumchloride
ESIS (European Chemical Substances Information System)
OECD SIDS Initial Assessment Report, Oct. 2002, calcium chloride
Handbook of Chemistry and Physics CRC Press Inc.
Volledige tekst van H- en P-zinnen
Op grond van verordening 1272/2008/EC (CLP)
H319 Veroorzaakt ernstige oogirritatie P280 Beschermende handschoenen/beschermende
kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen P264 Na het werken met dit product de handen grondig wassen P305 + P351 + P338 BIJ CONTACT MET DE OGEN : voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal
minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk, blijven spoelen P337 + P313 Bij aanhoudende oogirritatie : een arts raadplegen
Raadgevingen met betrekking tot bijscholingscursussen
Beroepsopleiding voor werknemers garanderen om blootstellingen tijdens de hantering van het product
voorkomen/minimalizeren.
Classificatie
Calciumchloride is in verschillende vormen gefabriceerd (watervrij, mono-, di-, tetra- en hexahydraat vormen).
Volgens de REACH richtlijn betreffende de identificatie en naamgeving van stoffen dienen de hydrate en
watervrije vormen van mengsels beschouwd te worden als juiste stoffen. De gegeven informatie betreffende
de indeling en etikettering kunnen op alle vormen van calciumchloride gebruikt worden, indien niet anders
aangegeven.
Indeling van calciumchloride is overeenkomstig met bijlage VI van de Verordening (EC) nr. 1272/2008
betreffende de indeling, etikettering en verpakking (CLP) van stoffen en mengsels : oogirritatie,
gevarencategorie 2 (H-zinnen : H319 – veroorzaakt ernstige oogirritatie).
Desondanks, op grond van beschikbare studies dient de watervrije calciumchloride in te delen als : oogirritatie,
gevarencategorie 1 (H-zinnen : H318 – veroorzaakt ernstig oogletsel).
Indeling voor calciumchloride hydraten : oogirritatie, gevarencategorie 2 (H-zinnen : H319 – veroorzaakt
ernstige oogirritatie) nog steeds toepasselijk. Desalniettemin, volgens artikel 4, subartikel 3 van Verordening
(EC) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, als de stof
geharmoniseerde indeling en etikettering heeft volgens titel V in rubriek 3 in bijla VI, dan moet de stof
overeenkomstig dat voorschrift ingedeeld worden, en de indeling of onderscheiding volgens titel II is niet
nodig.
De registrator moet de indeling van oogirritatie, gevarencategorie 2, H319 in dit dossier volgen.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 13/15
BIJLAGE I – BLOOTSTELLINGSSCENARIO NR. 8 HANTEREN VAN WATERIGE OPLOSSINGEN VAN
CALCIUMCHLORIDE
1. Korte titel van het blootstellingsscenario
Titel Hanteren van de (water)oplossing van calciumchloride; CAS Nr : 10043-52-4
Descriptorlijst voor gebruikssectoren
SU3 industrieel gebruik : gebruik van stoffen als zodanig of in preparaten in een industriële omgeving
SU22 Professioneel gebruik : publiek domein (administratie, onderwijs, amusement, dienstverlening, ambachtslieden)
De volgende aanvullende toepassingssectoren dekken de bovengenoemde belangrijkste toepassingssectoren af :
SU1 Landbouw, bosbouw en visserij
SU2a Winning van delfstoffen (geen offshore)
SU4 Vervaardiging van voedingsmiddelen
SU5 Vervaardiging van textiel, leer en bont
SU6b Vervaardiging van pulp, papier en papierwaren
SU8 Vervaardiging van chemische stoffen op grote schaal (waaronder geraffineerde aardolieproducten)
SU9 Vervaardiging van fijnere chemische stoffen
SU10 Formuleren (mengen) van preparaten en/of ompakken (geen legeringen)
SU11 Vervaardiging van producten van rubber
SU12 Vervaardiging van producten van kunststof, ondermeer door samenstelling of omvorming
SU13 Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, waaronder gips en cement
SU14 Vervaardiging van metalen in primaire vorm, inclusief legeringen
SU15 Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten
SU19 Bouwnijverheid
SU20 Gezondheisdszorg
SU0 – C23.5/C23.6 : overige : vervaardiging van cement, kalk, gips / vervaardiging van overige producten van beton, gips en cement
Procescategorieën PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk
PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling
PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)
PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling
PROC5 Mengen in batchprocessen om preparaten en voorwerpen te formuleren (multistage en/of aanzienlijk contact)
PROC6 Kalandeerbewerkingen
PROC7 Spuiten in een industriële omgeving
PROC8a Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet gespecialiseerde voorzieningen
PROC8b Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 14/15
PROC9 Overbrengen van een stof of preparaat naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)
PROC10 Met roller of kwast aanbrengen
PROC11 Spuiten buiten industriële omgevingen
PROC13 Behandelen van voorwerpen door onderdompelen of overgieten
PROC14 Productie van preparaten of voorwerpen door tabletteren, comprimeren, extruderen en pelletiseren
PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens
Milieu emissiecategorieën ERC1 Vervaardiging van stoffen
ERC6a Industieel gebruik dat resulteert in de vervaardiging van een andere stof (gebruik van tussenproducten)
ERC2 Formulering van preparaten
ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen
ERC8a Wijdverbreid gebruik (binnen) van verwerkingshulpmiddelen in open systemen
ERC8d Wijdverbreid gebruik (buiten) van verwerkingshulpmiddelen in open systemen
Processen en handelingen die in het blootstellingsscenario aan bod komen
Hanteren van waterige oplossingen van calciumchloride.
2. Gebruiksvoorwaarden, risicobeheersmaatregelen
2.1 Risicobeheersmaatregelen gerelateerd aan de menselijke gezondheid
Producteigenschappen
Fysische vorm van de stof of het preparaat
Vloeistof, dampspanning < 10 Pa (OC14)
Concentratie van de stof in een preparaat of voorwerp
Materiaal kan ook nog in 100% concentratie in het product aanwezig zijn (indien niet ander verklaard) (G13)
Gebruikte hoeveelheid per tijd of handeling
Niet van toepassing
Duur en frequentie van het gebruik
Dekt de blootstelling tot 8 uur per dag (indien niet anders aangegeven) (G2)
De risicobeoordeling heeft geen invloed op het menselijke element
Niet van toepassing
Overige relevante gebruiksvoorwaarden – specifieer dit voor werknemers
Impliceert dat het niet boven 20°C ambient temperatuur wordt gebruikt, indien niet anders aangegeven (G15). Impliceert goede basishygiëne op de werkplek.
Overige relevante gebruiksvoorwaarden
Risicobeheersmaatregelen Opmerkingen : De lijst van de standaard uitdrukkingen van RMM volgens de controlehiërarchie aangegeven in het ECHA template : 1. Technische maatregelen om te voorkomen dat de stof vrijkomt in de natuur. 2. Technische maatregelen om te voorkomen van het verspreiden van de stof. 3. Organisatorische maatregelen. 4. Individuele beschermingsmaatregelen, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen
Algemene maatregelen (irriterende middelen) (G19)
Alle contact met de huid vermijden. Verontreiniging onmiddellijk verwijderen na contact met het product. Draag handschoenen (getest volgens norm EN 374) wanneer besmetting van de handen waarschijnlijk is.
VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 453/2010 van de Commissie
DEMULA A
Versie : 2.0 Datum versie : 28/05/2015
Vervangt versie 27/01/2012 Pagina : 15/15
Huidverontreinigingen onmiddellijk afspoelen. Beroepsopleiding voor werknemers garanderen om blootstelling tijdens de hantering van het product voorkomen/minimalizeren. Gepaste oogbescherming gebruiken (PPE26)
Bij alle activiteiten algemene maatregelen zijn geldig (CS135)
Er is geen geïdentificeerd, specifieke maatregel (EI18)
2.2 Risicobeheersmaatregelen gerelateerd aan het milieu
Niet van toepassing omdat het opzettelijk gebruik van het materiaal niet gevaarlijk is voor het milieu
3. Informatie over geschatte blootstelling en leidraad voor de DU
3.1 Gezondheid
PROC nr Inademen – langdurige effecten (mg/m³)
RCR inademen
Inademen – ad hoc blootstelling (mg/m³
RCR (inademen)
Het ergste gegronde geval 1.00 0.20 2.00 0.20
3.2 Milieu
Niet van toepassing omdat het opzettellijk gebruik van het materiaal is niet gevaarlijk voor het milieu
4. Leidraad voor de DU om te beoordelen of hij binnen de door het blootstellingsscenario bepaalde grenzen werkzaam is
4.1 Gezondheid
Leidraad voor de DU Verwachte blootstelling is niet verwacht dat de DN(M)EL-waarde wordt overschreden als gebruik volgens de maatregelen van de Risicobehandeling 22 Gebruiksvoorwaarden vastgesteld in de tweede sectie (GC22)
Waar de overige maatregelen van de Risicobehandeling 23 Gebruiksvoorwaarden zijn gebruikt, de gebruiker moet nakijjken of de risico’s minstens volgens deze niveau zijn behandeld (GC23)
Voor meer informatie over verdere details of de eisen opgenomen in de blootstellingsscenario’s neemt u contact op met de leverancier.
4.2 Milieu
Niet van toepassing omdat het opzettelijk gebruik van het materiaal is niet gevaarlijk op het milieu.
5.
Risicobeheersmaatregelen gerelateerd aan de menselijke gezondheid – controle
Niet beschikbaar
Risicobeheersmaatregelen gerelateerd aan het milieu – controle
Niet beschikbaar