Veertigdagentijd 2020: Vallen en Opstaan · 2020. 4. 7. · Wees mij genadig, God, in uw trouw, U...
Transcript of Veertigdagentijd 2020: Vallen en Opstaan · 2020. 4. 7. · Wees mij genadig, God, in uw trouw, U...
2
Veertigdagentijd 2020: Vallen en Opstaan
Ons onvermogen, onze kwetsbaarheid, onze regelrechte missers, ze zijn
een belangrijk deel van ons leven en samenleven. Wij zijn soms onmachtig
om het goede te doen, sterker nog: we gaan regelmatig de mist in doordat
we onder de menselijke maat blijven en Gods bedoelingen met mens en
wereld in de wind slaan.
In het kerkelijk jaar is de Veertigdagentijd erop ingericht om ons te bepalen
bij boete en verzoening, bij berouw en vergeving, bij bekering en
verlossing. We staan stil bij ons geploeter.
Dit jaar laten we ons hierbij leiden door het troostrijke gegeven dat grote
Bijbelse sleutelfiguren hun schaduwkant laten zien. Daarmee nodigen ze
ook ons uit om zelf in de spiegel te kijken.
Woensdag voor Pasen: Viering van inkeer:
In de eerste lezing, psalm ontmoeten we in deze 40-dagentijd voor de 2e
keer David. Hij realiseert hoe diep hij is gevallen. Hij verlangt naar een
zuiver hart. Ken je dat verlangen? Bevrijd van al wat ons belast opnieuw te
beginnen? In het evangelie gaat een Farizeeër in het geheim, ’s nacht, naar
Jezus, naar het Licht…In het donker staat hij op!
3
Openingslied: Al wat een mens te kennen zoekt…
Al wat een mens te kennen zoekt
aan waarheid en aan zin:
Het ligt verhuld in uw geheim
dat eind is en begin.
Geen mensenoog heeft dat gezien,
geen oor heeft dat gehoord;
het wordt ternauwernood vermoed
en aarzelend verwoord.
De mens die naar uw wijsheid zocht
van harte, met verstand,
deed Gij uw wereld ondergaan
als maaksel van uw hand.
Als wij uw sporen bijster zijn,
Heer, geef ons denken moed;
leer ons te luisteren naar de Geest
die doven horen doet.
Al wat een mens te kennen zoekt
aan waarheid en aan zin:
Geheim dat aan de oorsprong staat
en in het eind ons vindt.
Begroeting:
VG: Onze hulp is de naam van de Levende
allen: In wie hemel en aarde geborgen zijn.
Woord van welkom en inleiding
4
Kyrielitanie: ‘Verborgen God laat u toch vinden’
VG: Levende, naar U zien wij uit
in deze weken van ommekeer.
Wij leggen U voor
ons tekort en ons verdriet,
ons verlangen en onze hoop.
Zie ons, uw mensen hier,
geef ons uw woorden,
laat u zien..
allen: Verborgen God, laat je toch vinden,
treed toch tevoorschijn, laat Je zien!
Wij zoeken Jou met hart en zinnen,
wij zoeken Jou met hart en ziel.
Geef ons de kracht die ene stap te doen,
Weg van onszelf, Nabije naar Jou toe.
5
Openingsgebed
Bij het openen van de schrift
Eerste lezing: uit Psalm 51
Voor de koorleider. Een psalm van David
Wees mij genadig, God, in uw trouw,
U bent vol erbarmen, doe mijn daden teniet,
was mij schoon van alle schuld
reinig mij van mijn zonden.
Ik ken mijn wandaden,
ik ben mij steeds van mijn zonden bewust,
tegen U, tegen U alleen heb ik gezondigd,
ik heb gedaan wat slecht is in uw ogen.
Laat uw uitspraak rechtvaardig zijn
en uw oordeel zuiver.
Neem met majoraan mijn zonden weg en ik word rein,
was mij en ik wordt witter dan sneeuw.
Schep, o God, een zuiver hart in mij,
vernieuw mijn geest, maak mij standvastig,
verban mij niet uit uw nabijheid,
neem uw heilige geest niet van mij weg.
Red mij, geef mij de vreugde van vroeger,
de kracht van een sterke geest.
6
Tussenzang: Beurtzang naar psalm 51:
koor: God in de hemelen zie naar uw mensen
wijs ons de weg van het leven.
allen:
VZ: Wees mij genadig, Gij die zelf genade zijt,
was af mijn schulden, toon mij uw barmhartigheid:
Gij kunt vergeven en mij zuiver maken.
allen: God in de hemelen zie naar uw mensen
wijs ons de weg van het leven.
VZ: Kom mij vernieuwen, wek in mij een zuiver hart,
maak mij standvastig, neem uw Geest niet van mij weg:
maak mij tot teken dat Gij houdt van mensen.
allen: God in de hemelen zie naar uw mensen
wijs ons de weg van het leven.
VZ: Kom mij verrijken met uw milde zegen,
wil mij vervullen van uw edelmoedigheid:
doe mij weer opstaan, leven in uw vrijheid.
allen: God in de hemelen zie naar uw mensen
wijs ons de weg van het leven.
7
Evangelie: in de woorden van Johannes 3: 16-21
En Jezus legde Nicodemus uit: De Mensenzoon moet hoog
verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhoog
geheven heeft, opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven
heeft. Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft
gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat,
maar eeuwig leven heeft. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld
gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld
door hem te redden. Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel
uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld,
omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. Dit is
het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden
meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren
slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat
anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt
het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat
hij doet.’
Acclamatie:
Overweging
afgesloten met een moment van stilte
8
Lied van zonde en genade…
Dat duren zal, zolang er leven is,
de hang naar kwaad, de zuigkracht van de zonde,
de diepe trechter van de duisternis
waar zelfs geen sprankje licht meer wordt gevonden
dat aan dit noodlot geen ontkomen is:
wie heeft die droom ons op het hart gebonden?
Wie haalt ons uit dit lichaam van de dood?
Van goede wil, ten kwade opgeschreven,
beul ik mij af om liefde, taal en brood,
zoek witte plekken om mij prijs te geven,
vind enkel zwaarte, stenen in mijn schoot –
er moeten wenken zijn van ander leven.
Maar dan scheurt Gij het handvest van de doem
aan flarden. En uw geest begint te waaien,
vaagt onze dromen weg, de hemel schoon –
en voor de haan het morgenlicht kan kraaien
zijt Gij al bezig om de witte bloem
van uw genade in ons uit te zaaien.
Om vergeving…
De voorganger knielt voor het liturgisch centrum.
VG: Omdat wij ons bewust zijn van schuld en onmacht,
maar er tegelijk geen raad mee weten,
willen wij op dit moment uitzeggen wat ons bezwaart.
Omdat onze woorden zo schamel zijn,
omdat wij ons snel laten ontmoedigen,
omdat wij ons niet genoeg inzetten voor een wereld
waar mensen recht wordt gedaan -
daarom herinneren wij ons Jezus van Nazareth
9
koor: Niet tot de dienst der wraak,
maar tot elkaars verzoening,
heb Ik u aangeraakt,
heeft u mijn woord geroepen.
VG: Omdat wij zoveel angsten kennen:
voor agressie, voor geweld,
voor ziekte en ouder worden,
voor slechte economische tijden -
Vanwege zoveel angsten,
waar we weinig of niets tegenover kunnen zetten,
daarom herinneren wij ons Jezus van Nazareth.
allen: Niet in het woordgeweld
waarmee de mensen dreigen,
heb ik mijn eer gesteld,
maar in wie durven zwijgen.
VG: Omdat wij fouten moeilijk toegeven
omdat we niet doen wat gedaan moet worden
en soms ongenadig zijn voor die ons tegenstaan,
daarom herinneren wij ons Jezus van Nazareth.
allen: Niet in het groot vertoon
worden mijn woorden waarheid,
maar in een Mensenzoon
wordt duisternis tot klaarheid.
VG: Laat ons bidden om vergeving en verzoening:
allen: God van mensen,
wij belijden onze schuld, onze onmacht,
onze onwil en onze tekorten.
U kent ons en U weet wat er in ons omgaat.
U kent de wegen die wij gaan.
Maar uw barmhartigheid kent geen grenzen
en eeuwig duurt uw trouw.
Richt ons weer op en vernieuw onze kracht.
Doe ons de wegen gaan, die Gij wijst.
10
VG: Moge de God van mildheid en goedheid ons vergeven,
de God die groter is dan ons hart, de God die ons kent.
allen: Niet tot een mens vol kracht,
die heerst over zijn broeders,
maar tot de volle maat
van Christus zult gij groeien.
Moment van stille bezinning
Bijbelse gebaar van barmhartigheid
VG: In het vertrouwen dat God ons de verzoenende hand reikt,
nodigen wij u uit in gedachten of lijfelijk het
het hoofd te buigen en daarmee te zeggen:
Neem me zoals ik ben.
Aanvaard en vergeef mijn tekort.
Genees mij van wat me verhindert
nieuwe wegen te zoeken,
van wat me in de weg staat
uw licht te zien.
God sla uw mantel om me heen.
Schep en zuiver hart in mij en maak mij heel
VG: - strekt zijn handen uit en zegt:
Moge de God van mildheid zijn hand naar je uitstrekken,
je nieuw maken
en vrede schenken
Muzikaal intermezzo
11
Onze Vader
Onze Vader die in de hemel zijt,
uw naam worde geheiligd,
uw rijk kome, uw wil geschiede
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren,
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk,
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid. Amen.
Mededelingen
Zegenbede
koor:
allen: Dat je de vruchten van je leven proeft
en gaat in vrede.
12
Slotlied: De Heer heeft mij gezien en onverwacht...
De Heer heeft mij gezien en onverwacht
ben ik opnieuw geboren en getogen.
Hij heeft mijn licht ontstoken in de nacht,
Gaf mij een levend hart en nieuwe ogen.
Zo komt hij steeds met stille overmacht
en zo neemt Hij voor lief mijn onvermogen.
Gij geeft het uw beminden in de slaap,
Gij zaait uw Naam in onze diepste dromen.
Gij hebt ons zelf ontvankelijk gemaakt,
zoals de regen neerdaalt in de bomen,
zoals de wind, wie weet waarheen hij gaat,
zo zult Gij uw beminden overkomen.
Collecte
We missen deze weken de bijdragen aan de collecte. Stelt u de vieringen online op
prijs? U kunt uw bijdrage geven via de collecte-app CHRCH op uw telefoon. Of
overmaken op rekeningnummer van de kerk: NL 06 INGB 000 105 89 58
Voorganger: Hans Schoorlemmer
Lector: Nel van der Loos
Zang: leden van het Thomaskoor
Dirigent en begeleiding: René van Breukelen