.unst 1

16
IN DIT NUMMER SEX IN THE CITY • MASTERCLASS VAN EQUILUZ • KRAAIJPOELS KARBONADE STAGE BIJ BAK • TELEMOBY’S RUKKEN OP • MODERN HUWELIJK TUSSEN KUNST EN TECHNIEK .unst BLAD VAN DE HKU nummer 1: april / mei 2006 unst.indd 1 29-03-2006 11:53:38

description

.unst, blad van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

Transcript of .unst 1

IN DIT NUMMER SEX IN THE CITY • MASTERCLASS VAN EQUILUZ • KRAAIJPOELS KARBONADE STAGE BIJ BAK • TELEMOBY’S RUKKEN OP • MODERN HUWELIJK TUSSEN KUNST EN TECHNIEK

.unstBLAD VAN DE HKUnummer 1: april / mei 2006

unst.indd 1 29-03-2006 11:53:38

. redactioneel

Kunstenaars met toekomst

Welkom in .unst, het nieuwe blad van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.

.unst is voor alle studenten en medewerkers van de HKU, maar ook voor iedereen die in onze hogeschool

geïnteresseerd is. Elke twee maanden maken we een momentopname, die laat zien wat er binnen de school-

muren van de HKU gebeurt. Maar we zijn ook benieuwd naar de visie van een buitenstaander.

Daarom portretteren we in elk nummer een markant figuur uit de kunstwereld. Dit keer gingen we naar

Groningen, waar we spraken met schilder en schrijver Diederik Kraaijpoel. Kraaijpoel vindt dat Nederland

op dit moment geen enkele goede kunstacademie heeft. Dat komt volgens hem doordat de focus in het

kunstonderwijs op conceptueel denken ligt en het ambachtelijke aspect van de studie daardoor verloren

gaat. Het resultaat van deze benadering is dat Nederlandse kunstacademiestudenten wordt geleerd om

kunstwereldkunst te maken. Kunst voor een erg kleine markt. Kraaijpoel doelt dan met name op de

beeldende kunstopleidingen, waar ze in zijn ogen studenten opleiden tot kunstenaars zonder toekomst –

voor een expositie in het Stedelijk Museum komt immers maar een enkeling in aanmerking.

Toch ziet hij een lichtpuntje. Het aantal Amsterdamse galerieën dat zich op realistische kunst richt en

daarmee meer aandacht genereert voor makers van traditionele kunst, groeit weer. Qua werkgelegenheid

zijn er echter veel grotere mogelijkheden voor het type kunstenaar dat nog dichter bij de realiteit staat,

namelijk de ontwerper die met zijn producten inspeelt op de veranderende behoeften van de maatschappij.

De opleiding Industrial Design and Robotics, opgezet op onze Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving,

houdt die behoeften goed in de gaten. Daar leiden ze studenten op tot ontwerpers voor een geheel nieuwe

markt, die zich uitstrekt tot aan het achterlicht van je fiets. Misschien zijn dat wel de kunstenaars die,

naast het dagelijks leven, binnenkort ook het Stedelijk zullen kleuren.

Edwin Verhoeven

. inhoudsopgaveGewaagde composities

Geen ‘Symfonie nr. zoveel’ voor Chiel Meijering

Tips voor zangers en pianisten

Kurt Equiluz wil geen docent zijn

Terug naar de natuur

Kraaijpoels kritiek op de kunstwereld

Klaar voor de catwalk

HKU-studenten poseren in Vredenburg

Niet zeuren maar plannen

De voorbeeldfunctie van Xchange

Prikkelende gerechten en tamme videokunst

Impakt Event niet in balans

3

5

6

8

10

11

COLOFON

.unst is een uitgave van de Hogeschool voor de Kunsten

Utrecht. Het blad verschijnt tweemaandelijks en wordt gratis

verspreid onder studenten, medewerkers en relaties van de

HKU.

Hoofdredactie Edwin Verhoeven

Eindredactie Babet Kroon & Edwin Verhoeven

Redactie Astrid de la Fuente, Daan Janssen, Maud

Lazaroms, Robert Loeber, Stefan Ram, Fanny de Ruiter,

Rick Steggerda, Karin Veenendaal, Erik Wallert

Verder werkten mee Eveline den Boogert,

Anne Broekman, Marcella Das, Martijn Houtkamp,

Eugène Jongerius, George Muishout, Willemijn Tillmans

Ontwerp Studio Vrijdag, Utrecht

Fotografie Patrick van de Luijtgaarden,

Nancy Schoenmakers (cover), Sam van Veluw

Illustraties Leon Martakis

Druk Printec Offset, Kassel

Oplage 4000 ex.

Advertenties Bureau van Vliet, Postbus 20, 2040 AA

Zandvoort, T 023 571 47 45

Reacties Postbus 1520, 3500 BM Utrecht, T 030 233 22 56

[email protected]

www.hku.nl/unst

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder

voorafgaande toestemming van de HKU.

unst.indd 2 29-03-2006 11:53:40

3

Het Sex in the City-project is aan weinig Utrechters ongemerkt voorbijgegaan.Onder begeleiding van Gabriëlle Kuiper en Martijn van Duivenboden voerden studenten van de opleiding Event Management een promotiecampagne volgens de ‘guerilla-marketing-techniek’. Felgekleurde Post-ist’s met prikkelende teksten op fietszadels en in boomtakken geslingerde lingerie trokken de aandacht voor de grote avond in Vredenburg. Een belangrijk onderdeel van die avond was een groep mode-studenten, die onder leiding van docent Wim Ewals een serie verrassende modeshows neerzetten. Met veel gevoel voor humor en overacting flaneerden drie zwaar rokende jongens op pantoffels over de catwalk. Lange regenjassen gingen uit en behangen met sieraden en een kettingslot om hun nek, sloften ze in mini-spijkerbroekjes weer richting coulissen. Een meisje verscheen ingepakt in een dekbed, even later gevolgd door twee gebodypainte modellen op naald-hakken die met hun grote Supersoakers het podium onveilig maakten.

De meeste studenten dachten dat Chiel Meijering het thema Sex in the City zelf bedacht had, maar dat was niet het geval. Meijering: ‘In de projectweken zouden conservatoriumstudenten een aantal van mijn composi-ties instuderen voor de jaarlijkse Ensemble Parade in Vredenburg. Tamara Roemjantsew, (bestuurslid van de Faculteit Muziek - red.) stelde voor dit jaar iets heel anders te doen en kwam met het thema Sex in the City. Sommige van mijn stukken sloten daar vanwege hun titel al goed bij aan.’Meijering gaf workshops aan compositie-studenten van zowel de Faculteit Muziek als de Faculteit Kunst, Media & Technologie. De bekendmaking van het thema verdeelde de groep meteen in twee kampen. Derdejaars Matthijs Kruik vond het thema te plat voor serieuze muziek, maar Chiel Meijering wist hem tijdens de eerste workshop toch over te halen. Kruik: ‘Voorafgaand aan de workshops had ik Chiels website uitvoerig bestudeerd. Ik trof er stukken aan met titels als “Groter… langer... harder!”, “Ereprijs in haar keel” en “Wit en Zacht”. Bevooroordeeld luisterde ik naar Chiels muziek, maar ik vond het prachtig! Ik begrijp alleen niet waarom zulke interessante composities van dergelijke titels moesten worden voorzien.’ Voor Meijering zelf zit in die woordkeuze een element van verzet. ‘Mijn muziek gaat meestal helemaal niet over seks, hoewel ik graag naar een hoogtepunt toewerk,’ legt hij uit. Volgens hem zijn het dus niet de stukken,

maar voornamelijk de titels die aan seks refereren. ‘Dat komt nog voort uit de truttige jaren zestig en zeventig. De meeste componisten die ik kende,schreven toen nog steeds alleen maar stukken met titels als ‘Sonatine’ en ‘Symfonie nr. zoveel’. Ik was een kind van mijn tijd en wilde me daar, in de geest van ‘de Notenkrakersactie’ (protest van jonge componisten tegen de in hun ogen behoudende programmering van het Concertgebouworkest – red.), tegen afzetten. In de beeldende kunst en in de literatuur – neem bijvoorbeeld Turks Fruit – gebeurde hetzelfde.’Dat sommige studenten zich afvroegen of Meijering zijn titels gebruikt om in de publiciteit te komen, verbaast hem. ‘Eerlijk gezegd heeft nog nooit iemand me dat verweten. In een workshop zei Ligeti (Roemeense componist - red.) ooit dat het profileren van jezelf het belangrijkste is wat een componist moet doen. Voor seks en erotiek halen we al gauw onze neus op, omdat ze gekaapt zijn door de commercie. Maar als onze ouders nooit van elkaar gehouden hadden, waren we er alle-maal niet geweest.’Het concert in Vredenburg was voor Meijering een droom-avond. ‘Alle studenten hebben heel hard gewerkt en samen met de verschillende docenten en medewerkers een geweldig avond neergezet. Ik heb veel enthousiaste reacties gekregen en het hele project is wat mij betreft met een ander thema zeker voor herhaling vatbaar.’

De Nederlandse componist Chiel Meijering is dit jaar ‘composer in residence’ op de HKU. Met zijn project Sex in the City profileerde hij zich meteen als iemand die de controverse niet schuwt. De recht voor zijn raap-titels van zijn stukken riepen in ieder geval veel reacties op. In Vredenburg werden zijn composities begeleid door schaarsgeklede modellen en een optreden van vj Zanne, een combinatie die op 30 januari voor een bijzondere avond zorgde.

Sex in the Cityverovert Vredenburg

tekst Fanny de Ruiter fotografie Nancy Schoenmakers

‘ SEKS EN EROTIEK

ZIJN GEKAAPT DOOR

DE COMMERCIE’

unst.indd 3 29-03-2006 11:53:41

In 2005 hebben de Universiteit Utrecht en de HKU het samenwerkingsinstituut Professional School of the Arts (PSAU) opgericht. Tegelijkertijd is binnen de UU de Faculteit der Kunsten ingesteld. De PSAU is bedoeld als platform voor onderwijs en onderzoek op het snijvlak van kunsten en wetenschap. Een belangrijk domein waarop de beide disciplines elkaar kunnen versterken, is de creatieve industrie. In eerste instantie zijn er vijf domeinen te onderscheiden: Cultureel Ondernemerschap, Game Industry and Research, Creatieve Maakprocessen, Design Research: Innovatie en Creatieve Industrie, Muziek en Ontwerp. Op 1 maart jongstleden werd de Faculteit der Kunsten offi cieel geopend in het Dutch Design Center te Utrecht. In een vijftal werkconferenties discussieerden beleidsmakers, mensen uit het onderwijs, onderzoekers en ontwerpers met elkaar over de vijf domeinen. Deze vormen het inhoudelijk fundament voor de onderzoeksagenda van de Faculteit der Kunsten voor de komende vier jaar. Op het fundament van Cultureel Ondernemerschap kan meteen worden voortgebouwd. Giep Hagoort werd benoemd tot de eerste hoogleraar in de kunsten en bekleedt vanaf 1 maart 2006 de leerstoel ‘Kunst en Economie’. Igor Byttebier, bekend als onderzoeker, adviseur en pionier op het gebied van de creatieve industrie, vatte de geformuleerde aanbevelingen samen en introduceerde en passant het begrip rakeling. Een rakeling is een nieuw initiatief dat (nog) niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Het is een goede bedoeling, die inspireert en het signaal uitzendt dat er iets gebeurt. Of de Faculteit der Kunsten zelf een rakeling is, werd door de aanwezigen tijdens de afsluitende borrel besproken.

tekst Eveline den Boogert fotografi e Sam van Veluw

Faculteit der Kunsten officieel geopend

‘Het kan natuurlijk altijd beter,’ zegt HKU-student Samba Schutte. Dat is opmerkelijk voor iemand die vol overtuiging de jury- en publieks prijs van het Leids Cabaret Festival wint. De jury was bijzonder lovend: zij vond niet één puntje van kritiek. Negentig procent van de publieksstemmen krijgen, is bovendien uitzonderlijk. ‘Ach, de jury… dat zijn maar vier mensen. Natuurlijk kan ik altijd beter worden,’ blijft Schutte volharden.‘Dat wil niet zeggen dat ik er niet van geniet. Ik voel trots, blijheid en een enorme waardering.’ Schutte (23) is de afgelopen weken overladen met felicitaties. Dat zijn programma zo goed is gevallen, komt volgens hem door zijn unieke verhaal dat hij met djembés begeleidt. Door zijn Afrikaanse achtergrond kent hij twee werelden. ‘Mijn verhaal gaat over mijn ervaringen binnen die twee verschillende werelden. Tussenin zijn is een kracht.’ In juni wil Schutte afstuderen als docerend theatermaker. Het doel van zijn cabaret is de lach van het publiek, die hij zo mooi vindt om te zien. ‘De kracht van mijn verhaal zit hem niet in bepaalde stukjes, maar in de totale ervaring ervan,’ legt Schutte uit. Zijn nuchterheid zorgt ervoor dat hij na de prijs geen extra druk ervaart om zich te bewijzen. ‘Ik was mezelf en deed mijn ding. Ik heb gewonnen, dus is het blijkbaar goed.’

tekst Marcella Das fotografi e Frans Ruhl impresariaat

SCHUTTE BLIJFT NUCHTER NA WINNEN CABARETPRIJS

‘Joke weet alles van kinderboeken. Als zij het niet weet, weet niemand het.’ Zo introduceerde Hubert Roza (hoofd van de Utrecht School of Writing aan de HKU) tien jaar geleden zijn gastdocent Joke Linders bij haar eerste les aan de Schrijf-opleiding. ‘Daar gaat ze, de koningin van de jeugd literatuur’, zei Roza precies tien jaar later. Joke verliet, gevolgd door man en kinderen, wuivend de foyer van het Akademietheater. Haar allerlaatste les aan de Schrijfopleiding zat erop. Joke besloot vanwege de ingang van de nieuwe pensioenregeling met vervroegd pensioen (FPU) te gaan.

Op de vraag wat de Schrijfopleiding het meest van haar zal missen, antwoordt Roza: ‘Joke was niet alleen gespeciali-seerd in lessen jeugdliteratuurbeschou-wing en schrijven van jeugdliteratuur, maar gaf ook literatuurgeschiedenis, besprak met studenten workshops van interessante en controversiële schrijf-docenten, was scriptiebegeleidster... kortom: ze was zo breed inzetbaar! Bovendien beschikt Joke over een gigantisch netwerk waar studenten, en docenten trouwens ook, altijd gebruik van mochten maken. Een opvolger vinden voor haar is dus niet zo eenvoudig.’

Haar laatste les, waarin ze kinderboeken-schrijfster Imme Dros en illustrator Harrie Geelen aan de tand voelde over de liefde voor de jeugliteratuur was dan ook dubbel:feestelijk en bijzonder, maar ook sober. ‘Ik neem geen afscheid hoor’, zei ze bij het weggaan. ‘Van afscheid nemen hou ik niet.’ En dus vertrok ze, halverwege het studiejaar, halverwege de week, halverwege de avond.

Willemijn Tillmans

KONINGIN STOPT MET

LESGEVEN

.kor

t

Willem Hendrik Gispen (collegevoorzitter UU), Doekle Terpstra (voorzitter HBO-raad) en Ad Wisman

(collegevoorzitter HKU) op de eerste rij bij de opening.

.kor

tk

ort

4

unst.indd 4 29-03-2006 11:53:42

Zingend Nederland stond op z’n kop in september 1987. De wereldberoemde sopraan Elisabeth Schwarzkopf gaf een masterclass in het Amsterdamse Concertgebouw. De manier waarop zij enkele deelnemers aanpakte – een jonge, talentvolle bas kreeg te horen dat hij maar een ander beroep moest kiezen, want dat zingen zou toch nooit wat worden – was dusdanig controversieel dat Van Kooten en De Bie er zelfs een sketch aan wijdden.

tekst Astrid de la Fuente fotografie Patrick van de Luijtgaarden

TWEEDE LEVEN VOOR UTRECHTSE CULTUURAFFICHES

Affiches. Je ziet ze op de hoek van de straat, op driehoekszuilen of in cafés. Ze krijgen maximaal tien dagen om de aandacht het publiek te trekken. ‘Toch zijn er genoeg affiches die een langer leven verdienen,’ vindt Tjeerd Maas, grafisch ontwerper en samensteller van het boek Oud Papier - affiches uit cultureel Utrecht. Uit honderden affiches selecteerde Maas 36 ontwerpen die volgens hem opnieuw gezien mogen worden. ‘Op dit moment liggen de meeste ervan te verstoffen in een archief of op een oude zolder. Ik wil dat deze beelden opnieuw bekeken worden. Daarom heb ik ze gebundeld in een boek.’

In Oud Papier worden de affiches afgewisseld met interviews, waarin onder andere oud-HKU’ers Erik Snel (regisseur bij theatergroep aluin) en Herman van Bostelen (grafisch ontwerper) aan het woord komen. Maas studeerde zelf ook af aan de HKU; in 1998 aan de opleiding grafische vormgeving. Zijn fascinatie voor alledaagse voorwerpen die

een bepaalde tijdelijkheid bevatten, kwam al naar voren in zijn eindexamenwerk ‘Houdbaarheidsdatum’, waarin hij acht mensen portretteerde die steen voor steen een huis afbraken en ergens anders weer opbouwden. Zijn boek Oud Papier is verkrijgbaar in diverse Utrechtse boekhandels.

tekst Willemijn Tillmans beeld Tjeerd Maas

Op 7 en 8 maart van dit jaar gaf de eveneens wereld-beroemde tenor Kurt Equiluz (Wenen, 1929) een masterclass voor zang-pianoduo’s aan de Faculteit Muziek. Hoewel ook bekend als operazanger, ziet hij zichzelf toch voornamelijk als lied- en oratoriumzanger. Het grote publiek kent hem vooral als indrukwekkend Bach-vertolker. Wat kunnen de deelnemende studenten en hun toehoorders van deze maestro verwachten? Wie met Equiluz praat, krijgt direct de indruk van een man met de ouderwetse hoffelijkheid van een geboren Wiener. Tijdens het gesprek over zijn masterclass, met als thema het Duitse Lied, is zijn uitbundige schaterlach regelmatig te horen. ‘Liedinterpretatie vind ik een van de mooiste opdrachten voor de zanger. Daarin gaat het niet alleen om de stem, maar vooral om het tekstbegrip. Emoties als vreugde, verdriet en liefde moeten door uit-drukkingskracht voelbaar zijn, zodat het publiek deze gevoelens kan meebeleven.’ De aanwezigheid van publiek bij een masterclass vindt Equiluz leerzaam voor de deelnemers: ‘Op die manier leren ze meteen contact te maken met het publiek.’ Hij verwacht van de studenten dat ze zich muzikaal grondig voorbereiden. Uiteraard geldt dit zowel voor de zanger als voor de pianist. ‘Bij het Lied is het belangrijk dat de pianist met de zanger meeademt en de tekst kan meelezen en meevoelen. Wat zouden zangers zijn zonder pianisten? Samen zijn ze ein Herz und eine Seele.’

‘Een masterclass’, vervolgt hij, ‘is niet alleen maar goed voor je cv. Een zanger is nooit uitgeleerd. Natuurlijk hangt het tijdens de masterclass van de vorderingen van de zanger af hoeveel hij ervan leert en kan over-nemen. Stemmateriaal, timbre en muzikaliteit zijn hierbij ook van invloed.’

Over zijn eigen rol zegt Equiluz: ‘Als pedagoog vind je bij de studenten altijd weer nieuwe ingangen om iets te verbeteren. Iedere stem heeft een individuele behandeling nodig waarmee de eigen persoonlijkheid behouden kan blijven.’ Deze laatste opmerking grijp ik aan om hem – de controversiële aanpak van Schwarzkopf indachtig – te vragen naar zijn visie op de wisselwerking tussen meester en student. ‘Ik wil voor de student geen meester of docent zijn, maar vriend en raadgever. De student moet zich vrij voelen en zich volledig op de interpretatie kunnen concentreren. Van de studenten verwacht ik vertrouwen en medewerking.’

‘Een zanger is nooit uitgeleerd’

5

.kor

t

Oud Papier, ISBN 90-810476-1-2‘IEDERE STEM HEEFT EEN

INDIVIDUELE BEHANDELING

NODIG’

unst.indd 5 29-03-2006 11:53:44

6

De Nederlandse kunstelite ziet in hem een tegenstander van non-figuratieve kunst. Kraaijpoel zelf bestrijdt dit. ‘Ik ben niet tegen bepaalde vormen van kunst. Ik ben tegen alle vormen van slechte kunst. De kunstwereld bestaat uit critici, liefhebbers en verzamelaars die met elkaar min of meer een blok vormen. En in Nederland wordt dat ook nog eens allemaal gesubsidieerd. De Amerikaanse filosoof George Dickey heeft in 1984 gezegd dat kunst een object is dat door de kunstwereld als kunst wordt aangewezen. Toevallig behoort Dickey zelf ook tot die kunstwereld. Dan is het een institutio-nele en dus geen objectieve definitie van kunst.’

‘Het verzwijgen van de oude traditie is slecht voor het publiek’

Hoewel niet meer voorbehouden aan een rijke elite, zoals in de zeventiende eeuw, is kunst volgens Kraaijpoel nog altijd elitair. Niet toevallig heet een van zijn boeken De Nieuwe Salon. Kraaijpoel: ‘Vroeger werden in de Parijse Salon kunstenaars afgewezen en aangenomen. Als je werk werd geselecteerd maar in een donkere hoek kwam te hangen, dan had je een lage status. Het doel was dat je mooi uitgelicht op de grote middenwand hing. Er was een commissie bestaande uit kunstenaars die prijzen uitdeelde. En er was een baron die het ophangen regelde. Die man werd ieder jaar belegerd door hordes kunstenaars die om mooi licht vroegen. “Ik zal zien wat ik kan doen,” zei mijnheer de baron. Maar hij liet ze allemaal lekker zwetsen en deed helemaal niets.’

‘Op het ogenblik heeft Nederland geen enkele goede academie’

tekst Martijn Houtkamp & George Muishout fotografie Martijn Houtkamp

Diederik Kraaijpoel is schilder, schrijver en oud-docent aan de Academie Minerva in

Groningen. Met zijn boeken geeft hij tegenwicht aan de uniciteitscultus die de nadruk

legt op concept in plaats van het ambacht. Hij vindt dat de kunstelite moet stoppen met

het verzwijgen van de traditie en stelt daarnaast dat de generatie van kunstenaars onder

de veertig eigenlijk niets meer heeft geleerd.

unst.indd 6 29-03-2006 11:53:46

‘Een afwijzing bij De Salon was funest voor je loopbaan, omdat toenmalige cliënten vroegen of een kunstenaar in De Salon had geëxposeerd. Kunst die daar niet had gehangen, was eigenlijk niets waard. Je zou kunnen zeggen dat De Salon van toen de Mondriaanstichting van nu is. Wie daar door wordt gesteund, wordt door particulieren en musea gekocht en komt in dure collecties terecht. Maar er zijn ook realistisch werkende kunstenaars als Henk Helmantel, Matthijs Röling en vele anderen die zonder belangstelling van de Mondriaanstichting toch goed verkopen.’Kraaijpoel signaleert in Nederland een systematisch negeren van traditionele kunst. ’Het verzwijgen van de oude traditie is heel hinderlijk en erg slecht voor het publiek en de voorlichting. Voor de krantenredacties bestaat de oude traditie niet. Die houding vindt zijn oorsprong in de Tweede Wereldoorlog. Als je landen bezoekt die niet bezet zijn geweest, krijg je een heel ander beeld van kunst. Na de oorlog zat er een gaslucht aan realistische kunst. Die kunst werd door de nazi’s wél mooi gevonden, expressionisme en abstractie niet. Om na de oorlog te bewijzen dat je een vrij en democra-tisch land was, moest je dus juist het modernisme propageren. Toen Stalin net als de nazi’s ook een voorliefde voor socialistisch realisme bleek te hebben, was de monocultuur compleet. Maar het zijn dus de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog die daarvoor hebben gezorgd.’De nadruk die de huidige kunstacademies op het concept leggen, is volgens Kraaijpoel nutteloos. ‘Het bedenken van originele concepten is niet aan te leren, dat moet uit de persoon zelf komen. Een student op dat gebied onderwijzen, is dus zinloos. Op het ogenblik heeft Nederland dan ook geen enkele goede academie. Fatsoenlijk tekenen leer je nergens meer.’ ‘Nederlandse kunstacademiestudenten worden opgeleid

om kunstwereldkunst te maken. Dat is een heel apart genre geworden; kunst die geënt is op het modernisme en het postmodernisme. Het is de kunst die in het Stedelijk Museum en aanverwante musea hangt. Het rare is dat die kunst maar een piepklein deel van de markt bedient. Op deze manier leid je studenten dus op als kunstenaars zonder toekomst, want voor een plekje in het Stedelijk komt immers maar een enkeling in aanmerking.’‘Academie Minerva heeft nog redelijk lang zijn traditio-nele poot kunnen behouden, totdat de directeur besloot dat hij een academie wilde zoals alle andere in Neder-land. Met postmodern gedoe. Toen is er meer splitsing en partijvorming in de opleiding gekomen.’Kraaijpoel vertelt over de tijd waarin er nog geen sprake was van voelbare tegenstellingen tussen docenten. ‘Toen ik les gaf, waren er eigenlijk twee soorten collega’s. De ene soort hield zich bezig met het innerlijk van de student. Die vroeg dingen als: “Wat wil je nou eigenlijk?” En: “Je moet jezelf uitdrukken.” Of: “Wat voel je hierbij?” Dat noemde ik de therapeuten. De andere helft bestond uit schoolmeesters. Daar hoorde ik bij. Zij redeneerden dat een student, wanneer hij van school komt, nog een jaar of veertig heeft om zich aan de kunst te wijden. Omdat je onmogelijk kunt voorspellen wat die student gaat doen, splits je hem een paar basiselementen in de maag. Modeltekenen, etsen, lithograferen en schilderen.’Het is niet vreemd dat Kraaijpoel pleit voor een oriën-tatie op het verleden. ‘De traditie heeft als voordeel dat je niet opnieuw het wiel hoeft uit te vinden. In een fameus werk van Rubens zit misschien maar tien procent dat nieuw is. Vijftig procent haalt hij uit zijn eerdere schilderijen. De resterende veertig procent heeft ie van vroegere meesters gepikt. Zijn werken staan op de schouders van voorgangers als Tintoretto, Titiaan en Michelangelo.’

Ook in huidige special effects in films ziet Kraaijpoel een relatie met de traditionele schilderkunst: ‘Ik heb wel eens een interview gezien met zo’n computeranima-tor. Die merkte terecht op dat je een computer als een potlood moet benaderen. Er komt niet meer uit dan je erin stopt. Als je een persoon over een weg laat lopen die er eigenlijk niet is, dan moet je wel begrijpen hoe zijn schaduw geloofwaardig mee beweegt. Dat weet je alleen door naar schilderijen, foto’s of gewoon naar de natuur te kijken. Die jongens doen wel degelijk iets wat vroeger in de traditionele kunst al goed beheerst werd. Ze laten je geloven dat er op een plat vlak een fictieve diepte is waarin dingen gebeuren. Dat is het soort perfectie die vergelijkbaar is met die van de oude meesters.’ ‘Laat studenten dus naar de natuur studeren. Laat ze modeltekenen en zorg dat ze goed leren kijken. Dáár hebben ze wat aan. Modeltekenen is bijvoorbeeld on-mogelijk op eigen houtje te leren; je hebt er iemand bij nodig die het in zijn vingers heeft. Die je vertelt dat je eerst met de grote vorm begint en niet met een detail. Dat soort dingen moet er ingeramd worden, anders wordt het nooit wat. We praten hier niet over het kunstenaarsschap, maar over het verwerven van vaardigheden!’Tot zijn genoegen ziet Kraaijpoel weer voldoende gale-rieën in Amsterdam die zich op traditioneel realisme richten. ‘Dit komt waarschijnlijk doordat mensen op het modernisme of postmodernisme zijn uitgekeken. Wat je te vaak ziet, daar word je van overvoerd. Als je alle dagen vis eet, ga je verlangen naar karbonade. Daarnaast spreekt realistische kunst mensen aan, omdat het prettig is om te bewonderen. Je ziet iets wat tastbaar is, maar je zou het zelf niet kunnen maken.’

‘Laat studenten naar de natuur studeren.

Dáár hebben ze wat aan.’

7

KRAAIJPOELS BOEKEN

De Nieuwe Salon

Officiële beeldende kunst na 1945

Academie Minerva Pers,

Groningen, 1990

Was Pollock kleurenblind?

Bouwstenen voor de herschrijving

van de recente kunstgeschiedenis

L.J. Veen, Amsterdam, 1997

Reputaties

Hoe de kunstenaar aan zijn

goede naam komt

L.J. Veen, Amsterdam, 2001

www.diederikkraaijpoel.nl

unst.indd 7 29-03-2006 11:53:48

8

Modestudenten poseren vlak voor de uitvoering van Sex in the City fotografie Nancy Schoenmakers

unst.indd 8 29-03-2006 11:53:50

9

unst.indd 9 29-03-2006 11:53:53

10

Bureau Xchange kreeg onlangs een pluim van het Kohnstamm Instituut. Een recent rapport noemt het projecten-bureau een voorbeeld van ‘good practice’. Xchange heeft een voorbeeldfunctie, omdat het één van de initiatieven is die de kloof dichten tussen opleiding en arbeidsmarkt. Xchange begon in 2001 op de Faculteit Kunst, Media & Technologie met twee man. Nu organiseren twaalf medewerkers jaarlijks tachtig projecten voor KMT-studenten. In groepen werken vierde-jaarsstudenten aan een project voor een externe opdrachtgever. Ze maken bijvoor-beeld een voorlichtingsfilm of een com-puterspel voor blinden. Dergelijke op-drachten beslaan een belangrijk deel van het afstudeertraject. ‘Xchange was een gezamenlijk idee dat ontstond naar aanleiding van onze Twee voor Twaalf-filmpjes voor de VARA,’ vertelt Holtman. ‘Met verzoeken van buitenaf om te werken met studenten werd eerder niets structureels gedaan. We zijn gaan bouwen met de filosofie: alles wat binnen is moet naar buiten, en alles wat buiten is moet naar binnen.’Dankzij Xchange is de marktgerichtheid van KMT-opleidingen sterk toegenomen. Zo blijkt dat afgestudeerde KMT’ers aanzienlijk vaker een bedrijf oprichten dan andere kunstenaars. Holtman: ‘Als je tien jaar geleden als kunstenaar afstudeerde, viel je in het bekende zwarte gat en kwam je meteen bij de Sociale Dienst terecht. Daarom hebben we het vlaggetje “beroepsonderwijs” omhoog gehesen.’

De begrippen ‘kunst’ en ‘beroep’ zijn volgens Holtman helemaal niet strijdig met elkaar. Het romantische concept van de lijdende kunstenaar die in afzondering zijn in eerste instantie miskende werk schept, veroorzaakt een brede glimlach. ‘Ik kijk daar heel anders tegenaan. Of je nu voor een galerie werkt of voor Philips, dezelfde mechanismen gaan op. Je moet plannen en aan pr doen. We zijn in een nieuwe Renaissance aan het terecht-komen. Ik geloof in de universele kunste-naar, het prototype Leonardo da Vinci. Kunst en technologie zijn in het verleden gescheiden, maar wij brengen ze weer bij elkaar. Kunst, dat is de beheersing van zowel de artistieke als de technische

kant. Het is eigenlijk vreemd dat in Nederland kunstopleidingen en de universiteit gescheiden zijn; in het buitenland zijn universiteit en kunst-opleidingen vaak wel samengebracht.’Uit het verbeterde contact met het bedrijfsleven is een nieuw initiatief voortgekomen. Xchange Professional wordt een uitbreiding van Xchange, voor afgestudeerde KMT’ers en studen-ten in de laatste fase van hun opleiding. Holtman: ‘Bedrijven komen steeds vaker met een opdracht die volgende week af moet. Daar kun je geen student op zetten. We gingen steeds meer klussen door-schuiven. We zijn gaan brainstormen, en kwamen op de Stichting Innovatie Alliantie, het innovatieplatform van Balkenende. Ik schreef een aanvraag en die was meteen raak.’Xchange Professional bestaat hoofdzake-lijk uit een database die het bedrijfsleven toegang geeft tot alumni en eindexamen-studenten. Ook komen er jaarlijks vier seminars over onderwerpen in de media voor studenten en bedrijfsleven.

Het succes van Xchange op KMT leidt tot navolging op andere faculteiten. Vorig jaar startte de Faculteit Theater onder begeleiding van Holtman met een eigen Xchange-bureau. Inmiddels is ook Xchange-Events bedacht, voor de studie kunstmanagement. Xchange-Events gaat voor bedrijven concepten ontwikkelen voor symposia en congressen. Holtman ziet nog steeds een flinke kloof tussen de markt en de kunstopleidingen. ‘Het valt ons op dat studenten dingen maken die de markt niet opkomen door gebrek aan kennis en kapitaal. Aan de andere kant weet de markt niet wat hier gemaakt wordt. Er is een gat, het matched niet.’Met de jaarlijkse projectenmarkt probeert KMT dat gat te dichten. In januari tonen de studenten het resultaat van hun groepsproject. Dat gebeurt op de speciale afdeling voor vierdejaarsstudenten, waar alle projectgroepen een eigen kamer hebben. Ruim vantevoren krijgen de studenten het advies elke kans op contact met het bedrijfsleven te benutten, en

vooral de bezoekers met de pakken aan hun jasje te trekken.

Senay Karadag (29) laat tijdens de projectenmarkt de interactieve dvd zien die haar groep maakte voor de Technische Universiteit Eindhoven. In Eindhoven wordt een oude woonwijk afgebroken die vlak na de oorlog voor Philips-personeel is gebouwd. De dvd moest zowel informeren over de techniek van de huizen als over de emotionele gevolgen van de afbraak voor de bewoners. En dat wilden ze bij de TU het liefst ook nog interactief. Karadag, die als AVM’er enkele bewoners filmde: ‘Ik vond het erg leerzaam om met een cliënt om te gaan. Die techneuten spreken een heel andere taal dan wij.’Het contact met een opdrachtgever was des te positiever omdat Karadag teleur-gesteld is door de inconsequenties tijdens haar opleiding. ‘Kreeg je een opdracht om een film te maken binnen bepaalde grenzen, bleken die later helemaal niet vast te staan. De docenten vonden het nooit een probleem als mensen zich niet aan de opdracht hadden gehouden. Hoe kun je nu klaargestoomd worden voor de markt als je niet leert creatief te zijn binnen gestelde kaders?’Ook op artistiek gebied is de opleiding haar tegengevallen. ‘Ik had graag inhoudelijker willen werken. Er is bij Audio Visuele Media weinig aandacht voor conceptontwikkeling, er wordt weinig gebrainstormd. Je mag alles doen, maar krijgt geen structuur. Als je niet heel sterk weet wat je wilt, word je ondergesneeuwd.’ Karadag heeft haar opleiding twee jaar onderbroken. Vorig jaar besloot ze dat ze toch haar diploma wilde halen. Eric Holtman is zich bewust van het gevaar dat eenzijdige oriëntatie op toepasbaarheid de inhoudelijke vorming kan belemmeren. ‘Dat zou kunnen verwateren. We proberen daarom steeds meer de kunstzinnige kant op te zoeken, zoals projecten voor het Crossing Border Festival, het Oerol Festival of musea. We houden het goed in de gaten. Het is absoluut niet de bedoeling dat we een commercieel uitdraaibedrijf worden.’

tekst Robert Loeber illustratie Leon Martakis

Lijdende kunstenaar moet aan doenpr We gaan een nieuwe Renaissance tegemoet. Kunst en technologie, ooit gescheiden,komen weer helemaal samen. Dat stelt Eric Holtman, hoofd van bureau Xchange van de Faculteit Kunst, Media & Technologie. Xchange werft de opdrachten die KMT-studenten voor de markt uitvoeren. Net als in de Renaissance werkt de kunstenaar van de toekomst namelijk marktgericht.

‘KUNST, DAT IS DE BEHEERSING VAN ZOWEL DE ARTISTIEKE ALS DE TECHNISCHE KANT’

‘HET IS ABSOLUUT NIET DE BEDOELING DAT WE EEN COMMERCIEEL UITDRAAI- BEDRIJF WORDEN’

unst.indd 10 29-03-2006 11:53:54

De Holland Casino Talent Jazz & Pop Award is dit jaar in het leven geroepen om jong muzikaal talent binnen het genre Jazz & Pop te stimuleren. Holland Casino Utrecht steunt hiermee jong Utrechts muziektalent en heeft voor de winnende muzikant een prijs van 5000 euro in petto. Het concept van deze competitie is ontwikkeld door studenten van de Faculteit Kunst en Economie; de productie is in handen van het Bureau Projecten van de Faculteit Muziek. Er zijn drie voorrondes op de Faculteit Muziek, de fi nale is in het Holland Casino Utrecht. De betrokken partijen willen van de award een jaarlijks terugkerend evenement maken.De wedstrijdjury bestaat uit bekenden uit de jazz- en popwereld, die allen een band met de stad Utrecht hebben. Pianiste, zangeres en bandleider Heleen Schuttevaêr is tevens programmeur en organisator van Club Jazz ’t Hoogt; Bob Hagen is voorzitter van de Stichting Jazz Impuls; Frank Slijpen verzorgde lange tijd de publiciteit voor het SJU Jazz Podium (is tegenwoordig werkzaam bij Amsterdamse BIMhuis); klarinettist, altsaxofonist en componist Steven Kamperman was programma-adviseur voor het SJU Jazz Podium. De fi nale van de Holland Casino Talent Jazz & Pop Award is op zaterdag 8 april, 19.30 uur, in Holland Casino Utrecht.

tekst Astrid de la Fuentefotografi e Patrick van de Luijtgaarden

PARTNERSCHAP HOLLAND CASINO UTRECHT EN FACULTEIT MUZIEK

‘Een avond over het glibberige pad tussen creatie en destructie.’ Zo beschreef het Impakt Event Collapse zichzelf op de voorkant van de fl yer. De achterkant begon met: ‘Je controle verliezen is een heerlijk moment. Misschien dat je achteraf spijt hebt, maar de daad zelf geeft lucht. Woede, vandalisme, zinloos geweld, teleurstelling, verdriet, schofterig uitschelden, allemaal stadia in een psychisch verloop, een innerlijke transformatie.’ En even verderop de belofte: ‘In schoonheid wordt de menselijke psyche ontleed.’Benieuwd naar die schoonheid schoven we dinsdagavond 28 februari in Moira aan. De menselijke psyche zou worden ontleed in een tiental fi lmpjes, geselecteerd door Bart Rutten. Rutten werkte jarenlang bij Montevideo en is sinds 2005 curator bij SM’s in Den Bosch. Speciaal voor Impakt stelde hij een avond videokunst samen, waarin bovengenoemde thematiek centraal zou staan. Tussen de bedrijven door werd een diner geserveerd van culinair journalist Patrick Faas. Faas liet zich ook door het thema Collapse inspireren en zijn opener was meteen raak. Een aardbeidrankje in een torentje van ijs dat al drinkend in je handen wegsmolt. Een installatie van soepstengels en een in klei verstopte kippen-bout volgde. We braken de klei en aten de kip.De fi lmpjes, die sloten wat minder aan bij het thema van de avond. Er werd gelachen om de man die een personenauto met fraai stickerwerk omtoverde tot taxi (vandalisme?) en er was een mooi werkje dat in een lang shot de wereld vaneen vrouw achter een natte autoruit verkleinde tot regendruppel (innerlijke transformatie?). Maar dat in de selectie van Rutten de menselijke psyche in schoonheid werd ontleed, dat niet. Sommige fi lmpjes waren weliswaar mooi gemaakt, maar de menselijke geest werd er aan mij niet in geopenbaard. Uit de gesprekken na de afsluiter kon ik toch voorzichtig concluderen dat ik daarin niet alleen stond.Hoewel de videokunst dit keer dus wat tegenviel, zul je je aan het bezoeken van een Impakt Event geen buil vallen. Voor tien euro kun je er creatief eten en krijg je er audiovisuele kunst te zien die je niet zo snel in de bios of voor de buis aantreft. Dat die kunst bij de een voor een lesje in nederigheid zorgt en voor de ander een aanslag op het uithoudings-vermogen is, kan niet alleen aan de fl yer liggen.

Edwin Verhoeven

Slechte winters

Het was een slechte winter. Sterker nog, ik kan me niet herinneren dat ik de afgelopen tien jaar zo’n slechte winter had. De winters langer dan tien jaar geleden spelen zich af op de middel-bare school, dus die tellen we voor het gemak maar even niet mee. Toen ging het slecht omdat ik stiekem buiten moest roken, te ijdel was voor een goeie winterjas en mijn vriendinnen al allemaal een bh hadden. Triest dieptepunt was dat ik een heel schooljaar niks tegen Roger Schatorjé had durven zeggen, ook al zat ik naast hem met Duits.En nu is het 2006 en het lijkt alsof iedereen de afgelopen weken hevig in de penarie heeft vertoefd. Makkers en bekenden liepen rond met fronsen. Want moeders werden plotseling ziek, oma’s overleden, relaties werden verbroken, afstudeergroepen bleken eng, auto’s gingen stuk en banen werden stom. Ikzelf presteerde het mijn hart te laten breken door iemand die ik geeneens wilde. Kommer! Er werd veel bier gedronken de laatste tijd. We klopten elkaar op de schouder en zuchtten. Het is een slechte winter dit jaar, een hele. Ik keek deze maand de wereld in als een koni-jntje in de koplampen van een auto. Ik dacht: ‘Ik zou iets moeten doen. Wat was ik ook alweer aan het doen? Waar ging ik heen? Waar kwam ik eigenlijk vandaan? Hoe lang sta ik hier al?’Mijn broer, vriendin J. en een handjevol colle-gae belden af en toe om te vragen of ik wel sliep en at. Want mijn God, zo down hadden ze me lange tijd niet gezien. Ik was zelfs weer met knarsen begonnen.En ineens... Gister in de trein met The Cocteau Twins op mijn diskman leek het alsof het razen ophield. Als de afslaande turbine van een vliegtuig. Verwonderd keek ik om me heen. Zou het echt? Zou het heus?‘Het vriest nog, maar de lente komt, ik voel het’, schreef ik op het briefkaartje naar mijn moeder. Ik hang al een uur met mijn hoofd tegen het raamkozijn. Koude lucht waait door het open raam naar binnen en de zon warmt mijn gezicht. Ik schijn weer te kunnen glim-lachen zonder dat iemand kijkt.

.kor

t

Gitarist Gijs Batelaan staat op 8 april in de fi nale

De redactie van .unst is zeer benieuwd naar je mening over dit eerste nummer. Wat vind je van de inhoud? Nodigt de vormgeving uit tot lezen? Heb je inhoudelijke suggesties voor het volgend nummer? Mail je feedback naar [email protected] kijk op www.hku.nl/unst

ik geeneens wilde. Kommer! Er werd veel bier gedronken de laatste tijd. We klopten elkaar op de schouder en zuchtten. Het is een slechte winter dit jaar, een hele. Ik keek deze maand de wereld in als een koni-jntje in de koplampen van een auto. Ik dacht: ‘Ik zou iets moeten doen. Wat was ik ook alweer aan het doen? Waar ging ik heen? Waar kwam ik eigenlijk vandaan? Hoe lang sta ik hier al?’Mijn broer, vriendin J. en een handjevol colle-gae belden af en toe om te vragen of ik wel sliep en at. Want mijn God, zo down hadden ze me lange tijd niet gezien. Ik was zelfs weer met knarsen begonnen.En ineens... Gister in de trein met The Cocteau Twins op mijn diskman leek het alsof het razen ophield. Als de afslaande turbine van een vliegtuig. Verwonderd keek ik om me heen. Zou het echt? Zou het heus?‘Het vriest nog, maar de lente komt, ik voel het’, schreef ik op het briefkaartje naar mijn moeder. Ik hang al een uur met mijn hoofd tegen het raamkozijn. Koude lucht waait door het open raam naar binnen en de zon warmt mijn gezicht. Ik schijn weer te kunnen glim-lachen zonder dat iemand kijkt.

Hanneke Hendrix

.col

um

n

11VERSTOPTE KIPPENBOUT MAAKT MEER INDRUK DAN FILMSELECTIE

.recensie

‘HET IS ABSOLUUT NIET DE BEDOELING DAT WE EEN COMMERCIEEL UITDRAAI- BEDRIJF WORDEN’

Suggesties voor het volgende nummer?

unst.indd 11 29-03-2006 11:53:55

12

Manz (18) is eerstejaars aan de Faculteit Kunst en Economie en heeft in februari haar stage bij BAK afgerond. De afgelopen maanden werkte ze mee aan Concerning War, een tentoonstelling en serie lezingen over de rol van kunst bij het analyseren van oorlog. Ook hielp zij de huidige tentoonstelling in BAK, van videokunstenaar Adrian Paci, mee opbouwen.Manz over haar betrokkenheid bij Concerning War en de Paci-tentoonstelling: ‘Voor Concerning War was ik op de openingsnacht suppoost en stond ik de andere nachten achter de bar en deed het licht. Ik heb er wel het een en ander van moderne kunst opgestoken, omdat ik tijdens de lezingen in de zaal kon meeluisteren.’ Paci kwam voor de opening naar de opstelling kijken en gaf nog enkele laatste aanwijzingen. ‘Hij werd begeleid door iemand van BAK, maar ik kon wel aanwezig zijn toen Paci de puntjes op de i zette.’Het is Manz opgevallen dat stagiairs van de HKU meestal afkomstig zijn van de Faculteit Kunst en Economie of de lerarenopleiding van de Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving. Studenten autonome beeldende kunst bieden zich wel aan als vrijwilliger voor grotere evenementen als Concerning War.Vooraf aan de Paci-tentoonstelling werd Manz gevraagd achtergrondinformatie te zoeken over de Albanese kunstenaar. ‘Ik kreeg die opdracht van BAK, maar achteraf bleek alle informatie voor de folders over de expositie al verzameld te zijn. De opdracht was echt bedoeld om mij wat meer te laten lezen over de kunste-naar.’Als stagiaire heeft ze dus niet veel inhoudelijke inbreng gehad bij de tentoonstellingen. ‘Dat is ook niet de hoofdzaak bij een stage,’ legt zakelijk leider Arjan van Meeuwen uit. ‘De tentoonstellingen zijn natuurlijk al lang van te voren vastgelegd. Bovendien kunnen we niet riskeren dat er dingen misgaan bij belangrijke gebeurte-nissen. Alle werkzaamheden gebeuren dan ook onder

begeleiding van vaste BAK-medewerkers. Stagiairs werken vooral ondersteunend bij research, ontwikkeling, presentatie, communicatie, opbouw en inrichting van projecten. Zo ervaren studenten wel hoe een culturele organisatie als deze werkt.’

BAK stelt zich tot doel om een intellectuele omgeving te scheppen waarin hedendaagse kunst gedijt. Van Meeuwen: ‘Het theoretisch denken over kunst en over de noodzaak van kunst roept vaak weerstand op, ook onder studenten van de HKU. Discussies zoals die hierover worden gevoerd in het buitenland, proberen wij ook hier op gang te brengen.’ Eén van de manieren om dat te doen, is het aanbieden van stageplaatsen aan studenten. Een andere is het organiseren van workshops aan de masteropleidingen, gegeven door kunstenaars die bij BAK een project uitvoeren. Van Meeuwen: ‘Door bijvoorbeeld les te geven in het hoe en waarom van het inrichten van een tentoonstelling, kunnen we de masterstudenten helpen een internationaal, professioneel niveau te halen.’De stageperiodes ziet Van Meeuwen als een manier om zijn instelling voor moderne kunst onder de aandacht te brengen van ‘kunstconsumenten’ - een soort hands-on reclame: ‘De stagiairs krijgen al werkend toegang tot ons aanbod, waarvan wij weten dat Utrechtse studenten er graag op af komen wanneer ze op de hoogte zijn.’

Veel HKU’ers vinden tijdens of na hun studie onderdak bij een culturele instelling

in Utrecht. Ze krijgen daar een baan, werken er aan een project, of lopen er stage.

In cv-building gaat .unst bij die instellingen op bezoek. De eerste halte is BAK

(basis voor actuele kunst), waar Ragna Manz over haar stage vertelt.

tekst Erik Wallertfotografie Sam van Veluw

.cv

-bu

ild

ing

‘HET THEORETISCH DENKEN OVER

KUNST ROEPT VAAK WEERSTAND OP,

OOK ONDER HKU-STUDENTEN.’

unst.indd 12 29-03-2006 11:53:57

13

Bij het horen van de naam Robotics denken de meeste mensen in eerste instantie aan de Japanse robothonden of vechtmachines die momenteel zo populair zijn. Docent en ontwerper Robbert Smit spreekt dan ook liever van Intelligent Product Design. ‘De term Robotics dekt de lading niet. Studenten leren vanuit de menselijke behoeftes goede fysieke en dynamische gebruiksobjecten te maken. Denk aan het navigatiesysteem TomTom of de iPod. Bijna alle succesvolle producten van de laatste vijf jaar kennen een dynamische structuur.’ Kort samengevat bestaat een dynamisch product uit sensoren (de input), een verwerkingseenheid en output (bijvoorbeeld een monitor, internet). Deze producten kunnen allerlei vormen aannemen en zijn niet allemaal louter functioneel. ‘Onze recente samenwerking met studenten Fine Art heeft tot zeer verrassende kinetische sculpturen geleid. Een student Fine Art kijkt anders dan een Robotics-student. Dat is voor onze studenten heel leerzaam. En voor een student autonoom biedt de dynamische kennis van onze studenten weer veel nieuwe mogelijkheden.’ Smit ziet sowieso veel voordelen in het samenwerken met andere disciplines. Met de studie Industrial Design (productontwerp vanuit een geformuleerd programma van eisen) werd onlangs gezamenlijk een seminar rond de mogelijkheden van LED-verlichting aangeboden. LED is een nieuwe revolutionaire lichtbron. LED gaat langer mee, is makkelijk dimbaar, veel zuiniger, bedui-dend minder kwetsbaar dan een gloeilamp en biedt daardoor vele nieuwe mogelijkheden. Na een week van experimenteren en effecten onderzoeken werden in de tweede week prototypes ontwikkeld. ‘Er was bijvoorbeeld een LED-spot die door een geconcentreerde ijskoude straal licht letterlijk de rillingen over je rug liet lopen. Maar ook een nieuw concept voor een achterlicht, waar bij het knipper- en achterlicht geïntegreerd zijn en het knipper licht opkomt als een druppel die in het water valt.’ Smit wil uiteindelijk naar Amerikaans voorbeeld een dynamic lab creëren. Een bruisende werkplaats, waar studenten uit allerlei disciplines onder professionele begeleiding kunnen werken aan kinetische sculpturen, dynamische producten en intelligente producten. Feeling is een ander belangrijk aspect. ‘Een student moet bij het ontwerpen al zijn zintuigen durven en kunnen inzetten.

Hij moet op alle niveau’s tast, reuk, smaak, zicht en gehoor ontwikkelen, maar ook ervaringen, fantasie en logica gebruiken. De studie is voornamelijk non-lineair van opzet. Dat vraagt veel van een student. Het is een constant proces van experimenteren, refl ecteren, probleemanalyse en plannen maken waarmee je een stap verder komt. Een kant en klaar draaiboek is er niet. Iedere keer moet je je uitgangspunten testen en de uitkomsten van alle kanten bekijken. Is dit wat ik wilde, wat zijn de waardevolle aspecten? Een student moet daarom onderzoek doen, doelen durven te stellen en zowel visueel als refl ectief – niet alleen op eigen handelen maar ook op de maatschappij – ingesteld zijn.’Dat de toekomst in de vormgeving van dynamische producten ligt, is voor Smit overduidelijk. ‘Binnen de museumwereld is het zogeheten edutainment sterk in opkomst. Ouders hebben een grote behoefte aan ruimtes en producten die hun kinderen op een onderhoudende manier iets leren. Een interactieve installatie zoals de vliegsimulator in het luchtvaartmuseum is een bekend voorbeeld hiervan. Veel ouders zouden graag weten wat

hun kinderen op internet uitspoken. Maak hiervoor een goed product. De markt is er al en de mogelijkheden zijn legio.’ Het werk van de studenten is ook nu al in trek. Diverse festivals, bedrijven en televisieprogram-ma’s hebben hun interesse in de producten getoond. Zo konden bezoekers tijdens het STRP festival, dat van 24 tot en met 26 maart in Eindhoven werd ge-houden, de Telemoby’s in actie zien die op de HKU bij Robotics zijn ontwikkeld. Een Telemoby is een nieuw communicatiemiddel dat gebruikmaakt van de modernste technieken op het gebied van software, hardware en design. ‘Ze bewegen zich vrij in de ruimte en via een inlog op het internet kan de gebruiker face to face communiceren met wie dan ook waar ter wereld. Op een regenachtige dag via je thuisbioscoop het Getty museum in LA bezoeken? Dat kan. De Telemoby is hiermee een van de spannendste producten die de HKU afgelopen jaar heeft gerealiseerd.’

De Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving biedt naast traditionele studies als Graphic, Fashion, Interior Design en Fine Art ook een tweetal Kunst en Techniek-opleidingen. De jongste is Industrial Design and Robotics, een studie die zich concentreert op het ontwerpen van dynamische producten.

Een nieuw conceptvoor je achterlicht

Nachtlampje voor kinderen, een LED-toepassing die is ontworpen door HKU-studenten

‘EEN STUDENT MOET BIJ HET ONTWERPEN AL ZIJN ZINTUIGEN DURVEN INZETTEN’

Een nieuw concept

Bij het horen van de naam Robotics denken de meeste mensen in eerste instantie aan de Japanse robothonden of vechtmachines die momenteel zo populair zijn. Docent en ontwerper Robbert Smit spreekt dan ook liever van Intelligent Product Design. ‘De term Robotics dekt de lading niet. Studenten leren vanuit de menselijke

voor je achterlicht

Karin Veenendaal

zie www.strp.nl en http://telemoby.hku.nl

unst.indd 13 29-03-2006 11:53:58

14

Loving YourPicturesERIK KESSELS

Centraal Museum UtrechtApril 9 - May 28

De Holland Casino Talent Jazz & Pop Award!

In 2006 zal voor het eerst worden gestreden om de HollandCasino Talent Jazz & Pop Award, een wedstrijd gericht op(afstuderende) studenten van het Utrechts Conservatorium.De winnaar ontvangt een bedrag van maar liefst € 5000,-dat besteed dient te worden aan de ontwikkeling van zijn ofhaar carrière. Een masterclass in New York of een tournee;het wordt allemaal mogelijk!

Kortom: voor deelnemers een prachtige buitenkans en voorhet publiek eens een avond uit op een andere manier!

Ben je benieuwd wie er met de Award naar huis gaat? Kom dan op zaterdag 8 april om 19.30 uur naar de grotefinale in Holland Casino Utrecht. Na afloop volgt er eenknallend feest met DJ. De entree is gratis!

Holland Casino Utrecht Overste den Oudenlaan 2 (naast Jaarbeurs) Utrecht

Geldige identificatie en minimumleeftijd 18 jaar verplicht.

www.hku.nl www.hollandcasino.nl

unst-hollandcasino 060329.indd 1 29-03-2006 10:56:44

unst.indd 14 29-03-2006 11:54:01

15

De HKU is de enige hogeschool met zowel een spelers- als een schrijfopleiding. De samenwerking tussen de twee richtingen resulteert onder andere in een vak als Klinkers. Zeven acteurs van de Acteursopleiding werken dit jaar samen met negen schrijvers van de Schrijfoplei-ding. In vier weken wordt een idee eerst uitgewerkt tot een tekst en vervolgens tot een theatrale presentatie. Vooraf krijgen de studenten de hiernaast afgebeelde tekst, die de acteurs in de eerste bijeenkomst omzetten in een scène op de vloer. De schrijvers gaan ook met de billen bloot: zij moeten naar aanleiding van deze tekst een thema voor de presentatie formuleren, waar ze niet meer van af zullen stappen. In Klinkers krijgen zij de unieke kans een rol ‘op het lijf ’ van een acteur te schrijven.

Docent en begeleider van het vak is Rob de Graaf. De Graaf is in eerste instantie toneelschrijver, maar heeft daarnaast ruime ervaring met acteurs: hij was jarenlang hoofd van de Mimeopleiding in Amsterdam. ‘Het is me opgevallen dat niemand van de schrijvers het moeilijk vond om te beginnen. Bijna iedereen had meteen een idee of uitgangspunt en aan het eind van

de eerste week hadden de meesten al een flinke hoeveel-heid tekst. Natuurlijk werd het afmaken voor sommigen alsnog een worsteling, maar aan energie en (verbeel-dings) kracht ontbrak het niet.’In de twee weken erna werken de schrijvers hun tekst verder uit. Ze koppelen hun tekst dagelijks terug naar hun ‘eigen’ acteurs en komen zo tot nieuwe inzichten. Een struikelblok blijkt de regie: in de derde week worden schrijvers zonder enige ervaring in de rol van regisseur gedwongen. De Graaf: ‘Het zou te ver voeren om in deze vier weken ook nog eens een batterij regisseurs op te laten draven. Dat zou de chaos compleet maken.’Die chaos eindigt in week vier met negen presentaties, gespeeld door zeven acteurs. De Graaf: ‘Misschien ligt de nadruk op het product in plaats van het proces. Dat komt doordat we van derdejaars verwachten dat ze in staat zijn iets te maken wat vertoonbaar is.’ Deze ‘producten’ worden op de Faculteit Theater onder grote publieke belangstelling vertoond. De reacties zijn overwegend positief. Een enkele voorstelling krijgt zelfs het predikaat ‘af ’, maar voor de meeste stukken geldt deze presentatie als proefproces. Onmiddellijk wordt duidelijk ‘wat wel en niet werkt op de vloer’. Met deze inzichten zouden de stukken herschreven kunnen worden, maar de schrijvers denken daar verschillend over. De één wil dolgraag zijn tekst verfijnen, terwijl een ander er de buik van vol heeft. In mei zijn enkele stukken nogmaals te bewonderen op Festival a/d Werf.

Op het lijf geschrevenMaud Lazaroms

HET VERLANGEN [6]ESTHER JANSMA

De engel is ze komen halen. Ze zitten tussen zijn bebloede vleugels en proberen zich zo zachtjes mogelijk

vast te houden. In de diepte zien ze de kerktorens en akkers, hier en daar een rivier, een enkele keer een paleis

omringd door glooiende tuinen vol stenen beelden.‘Mag ik bij je blijven?’ vraagt de Romanticus.

De engel draait zijn hoofd om en zingt: ‘Dat gaat niet, kleine jongen, dat weet je. Je mag mee zolang ik

op weg ben naar de hemel, maar je leeft, je mag de hemel nog niet in.’

De Romanticus laat zich vallen. Hij tuimelt omlaag, vriest dood, zijn nek breekt, hij verdrinkt in de wolken.

Na een tijdje valt hij op de spits van een kerktoren. Daar staat zijn vader, zijn hemdmouwen wapperen als zeilen.

‘Ik dacht dat je dood was,’ zegt de Romanticus.‘Vergissing,’zegt de vader. ‘Ik woonde – of droomde ik het?

Nee, het was echt: ik woonde ergens anders.’‘Op de boot?’ vraagt de Romanticus.

‘Was je ver weggevaren?’‘Kom maar hier, liefje,’ zegt de vader. Hij houdt de

Romanticus vast, heel zacht, zo zachtjes mogelijk.

Tijdens het derde jaar van hun HKU-opleiding zorgt het vak Klinkers van het Theater voor een bijzondere ontmoeting tussen acteurs en schrijvers. In Klinkers leren acteurs hoe het is om betrokken te zijn bij het ontstaan van een speciaal voor hen geschreven tekst. Andersom laat het de schrijvers zien dat hun werk, eigenlijk een halfproduct, door de acteurs pas echt tot leven komt.

.service van de zaak EXTRA TELEFONISCHE

SPREEKUREN BIZ

Studeren in het buitenland? Bureau

Internationale Zaken helpt HKU-studenten

met de voorbereiding. Om je beter van

dienst te kunnen zijn heeft BIZ een aantal

extra telefonische spreekuren ingesteld,

waarin Dorien Mouw je graag te woord

staat. Je kunt bij haar ook terecht tijdens

het inloopspreekuur of op afspraak. Kijk ter

oriëntatie vooraf in de BIZ-brochure Study

Abroad! en op www.hku.nl/biz. Of bezoek

(tijdens kantooruren) BIZ’ internationale

sectie in het Studie Informatie Centrum.

Dorien Mouw

Lange Viestraat 2b, k. 303 , T 030 234 94 94

[email protected]

Tel. spreekuur: ma, di en do van 9.30 tot 10.30 uur

Inloopspreekuur: dinsdag van 15.00 tot 17.00 uur

Studie Informatie Centrum:

Lange Viestraat 2b, 3e verdieping

WAARSCHUWING BINDEND

STUDIEADVIES?

Heb je als eerstejaars het afgelopen

halfjaar onvoldoende studieresultaten

geboekt? Dan is de kans groot dat je

onlangs een waarschuwing voor een

negatief Bindend Studieadvies kreeg.

Dat kan gebeuren wanneer je aan het

eind van het jaar niet genoeg punten

hebt behaald en/of hoofdvakken niet

voldoende hebt afgesloten.

De eisen voor jouw opleiding staan

omschreven in de facultaire aanvulling

op het Onderwijs en Examen Reglement

(OER). Kijk op www.hku.nl (studenten-

rechten en plichten, OER).

Wanneer je studievertraging hebt opgelopen door

ziekte of andere zwaarwegende omstandigheden,

neem dan direct contact op met het Bureau

Studentendecanaat van de HKU: (030) 2349481

of [email protected]

INSCHRIJVEN VOOR CURSUSAANBOD

VAN CVS KAN NOG

Het Centrum voor Stafontwikkeling (CvS)

ontwikkelt, initieert en organiseert

scholing voor alle HKU-medewerkers.

Om zo goed mogelijk te kunnen inspelen

op de behoefte aan deskundigheidsbevor-

dering van de faculteiten, bureaus en

medewerkers, werkt het CvS steeds

vraaggerichter en geeft het centrum

advies over deskundigheidsbevordering.

Het aanbod van activiteiten vind je terug

op de HKU-site: www.hku.nl (medewerk-

ers, in dienst zijn, scholing: download het

opleidingenaanbod). Inschrijving voor de

activiteiten van het CvS is ook nu nog

mogelijk.

[email protected]

T 030 234 95 42

‘Van derdejaars verwachten we dat ze iets maken wat vertoonbaar is’

15

unst.indd 15 29-03-2006 11:54:02

16

HKU-STUDENTEN OP ZOEK NAAR VERBONDENHEID

Op het dak communiceren met de hemel of een vraag stellen aan een enorme ademende ballon. Het kan tij-dens de kunstmanifestatie “De Mensenfamilie” in de Universiteitsbibliotheek op de Uithof. In dit project van Stichting Kunstmanifestatie op Locatie (SKOL) tonen elf kunstenaars en zeven HKU-studenten hun werk. Uit meer dan 130 inzendingen werden elf werken gekozen. De deelnemende kunstenaars gingen op zoek naar verbondenheid in tijden van globalisering. Projectleidster Dieuwke Aberson licht toe: ‘Hoe verhouden wij ons tot de mensenfamilie? Wat zijn de manieren waarop we in deze tijden contact zoeken met elkaar? Zo laat Rob Sweere mensen een halfuur communiceren met de hemel en indirect met elkaar, bouwde Bert Vogels een mechanische dirigent en zoekt Monali Meher verbondenheid tussen mensen in sociale rituelen als koken.’

De manifestatie staat ook in het kader van het lustrum-jaar van de universiteit, die ter gelegenheid daarvan de UU Talentprijs uitschreef en derde- en vierdejaars-studenten van de HKU de kans geeft te exposeren. Bovendien koopt de universiteit van de winnaar een kunstwerk. Deelnemende studenten zijn onder andere Marieke Hollander, met een videocollage van autofi les met een tikkende klok eronder en Sanne Groen, die door het gebruik van gelatine in haar werk de vergankelijkheid van de mens laat zien. De manifestaties met participatiemogelijkheden vinden van 14 t/m 17 mei plaats in de Universiteitsbibliotheek op de Uithof. Een aansluitende tentoonstelling is tot 21 juni te bezichtigen.

tekst Anne Broekman fotografi e Bert Vogels

Het door mij gekozen werk is een kleurenhoutsnede van 70 bij 200 cm. Het is gemaakt door Femke Boschker, tweedejaarsstudente aan de docentenopleiding van de Faculteit Beeldende Kunst en Vormgeving. Dit werk vormt een onderdeel van een serie houtsneden met hetzelfde formaat. Het komt voort uit een door mij geformuleerde opdrachtstelling, die kort samengevat luidde: ‘Maak vanuit een serie geënsceneerde fotografi sche en eventueel digitaal bewerkte fi guurstudies een aantal ontwerpen, die het uitgangspunt vormen voor een serie kleurenhout-sneden op het gegeven formaat. De verschillende prenten dienen zo gedifferentieerd mogelijk naar kleur, drager en grafi sche experimenten uitgewerkt te worden.’

Femke heeft het hele traject binnen de opdrachtstelling met veel overtuiging doorlopen. Het veel tijd kostende werkproces - ze heeft waarschijnlijk niet de studielasttabel bij de hand gehad - en de fysieke inspanning met meer dan tweehonderd drukgangen, heeft een serie grafi ek op groot formaat opgeleverd. Femke heeft binnen haar reeks niet alleen de gangbare hoogdruktechniek onderzocht, maar daarbinnen ook gezocht naar grensoverschrijdende oplossingen.De grafi sche werkwijze fungeerde als motor binnen dit onderzoek. Daar waar een meer gangbare omgang met de hoogdrukeliminatietechniek het beeld wellicht voor-spelbaar maakt, zorgt de voortdurende speelse inbreng van nieuwe onderzoekende elementen voor een vitaal en gevarieerd beeld.De afgebeelde prent laat een vrouwfi guur zien, die stevig centraal in beeld staat. De pose en situering binnen het beeld, de ornamentele stilering van de kleding, geven de fi guur een heroïsche uitstraling, die associaties oproept met de strijdbare krachtige fi guren, zoals we die kennen uit sociaal-realistische kunst. Tegelijkertijd wordt door de inbreng van de gescheurde fragmenten reclamefoto’s deze eerste indruk onderuit gehaald. Juist deze combinatie van offset en hoogdruk, met hun specifi eke associaties, brengt dit werk op een hoger plan. De ruimte die gecreëerd is binnen het artistiek onderzoek, vindt zijn resonans in de ruimte die je als kijker krijgt.

.recensie

Eugène Jongerius is docent grafi ek en tekenen bij Fine Art,

Illustration, Fashion Design en de docentenopleiding Visual

Art and Design

Eugène Jongerius bespreekt werk van Femke Boschker

..kor

tk

ort www.kunstoplocatie.nl

De mechanische dirigent van Bert Vogels

unst.indd 16 29-03-2006 11:54:04