Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot...

253

Transcript of Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot...

Page 1: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen
Page 2: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen
Page 3: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Nederlanders en Europa

Het referendum over de Europese grondwet

Onder redactie van Kees Aarts en Henk van der Kolk

Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam

Page 4: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Het copyright op de afzonderlijke artikelen berust bij

de desbetreffende schrijvers en/of hun rechtsopvolgers.

© Redactie Kees Aarts en Henk van der Kolk

Omslagontwerp Suzan Beijer

Foto omslag -foto

www.uitgeverijbertbakker.nl

Page 5: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Inhoud

Woord vooraf

Inleiding

Henk van der Kolk en Kees Aarts

Een grondwet voor Europa

Ramses A. Wessel

De Nederlandse politieke partijen en de Europese integratie

Gerrit Voerman

Nederlanders en Europa. Een bekoelde liefde?

Jacques J.A. Thomassen

Het referenduminstrument

Douwe Jan Elzinga

De campagne: David tegen Goliath?

Paul Lucardie

Toen Europa de dagbladen ging vullen

Jan Kleinnijenhuis, Janet Takens en Wouter H. van Atteveldt

Page 6: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Verwachtingen, voorspellingen en trends

Henk van der Kolk en Kees Aarts

Op weg naar juni

Kees Aarts en Henk van der Kolk

Opkomst en uitslag

Henk van der Kolk en Kees Aarts

Referendum en democratische besluitvorming

Kees Aarts en Henk van der Kolk

Noten

Literatuur

Over de auteurs

Page 7: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Woord vooraf

De oorsprong van dit boek ligt in een bespreking in Den Haag,op augustus , tussenMeineHenk Klijnsma, Peter Stolk(beidenministerie vanBinnenlandse Zaken enKoninkrijksre-laties), en Kees Aarts (Universiteit Twente). De UniversiteitTwentezounamensdeStichtingKiezersonderzoekNederland,waarin de belangrijkste universitaire centra van verkiezings-onderzoek samenwerken, de voorbereiding van het NationaalKiezersonderzoek ter hand nemen. Maar daarover ginghet gesprek niet. Er zou op initiatief van de Tweede Kamerhoogstwaarschijnlijk een raadplegend referendum over deEuropese grondwet worden gehouden. Zou er door de organi-satoren van het Nationaal Kiezersonderzoek niet een onder-zoek rond dit referendum kunnen worden uitgevoerd?Een onderzoeksproject waarin ook veel veldwerk wordt uit-

gevoerd, kost niet zelden jaren van planning. Daarvan kon indit geval natuurlijk geen sprake zijn. Maar er kwam nog meerbij. Het ministerie wilde niet alleen een onderzoek uitbeste-den, maar wilde bovendien snel na het referendum een boekover dat onderzoek. Niet het soort boek waar politicologengoed in zijn – in het gesprek gemakshalve aangeduid als ‘latescholastiek’ – maar een Nederlandstalige publicatie, begrijpe-lijk voor een groot publiek, die kort na het referendum in dewinkel zou liggen. De uitdaging was groot genoeg om dit pro-ject met voorrang ter hand te nemen.In dit boek richten we ons op het referendum over de Euro-

Page 8: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

pese grondwet in Nederland en vooral op de verhouding tus-sen burgers en politiek. Interessante aspecten van de gebeur-tenissen rond juni blijven hiermee buiten beschouwing. Zobesteden we geen aandacht aan de Europese en buitenlands-politieke aspecten van het referendum.Ook de vraag waar hetnu naartoe moet met de Europese Unie wordt niet recht-streeks aan de orde gesteld.Dit boek is totstandgekomen dankzij de medewerking van

velen. In de eerste plaats noemen wij hier Meine Henk Klijns-ma, IlseBeoletto enDaphnedeGroot (Strategie enKennisont-wikkeling, ministerie van Binnenlandse Zaken en Konink-rijksrelaties)diehetprojecthebbengestimuleerdenopgepasteafstand, maar met grote betrokkenheid, hebben begeleid. Hetenquêteonderzoek, waarover vooral in de hoofdstukken tot en met wordt gerapporteerd, is uitgevoerd door

Panel Services Benelux in Dongen. Het veldwerk stond on-der leiding van Peter Willems en Kamieke van de Riet. De ver-zamelde gegevens worden momenteel door ons verder gedo-cumenteerd en geanalyseerd, en worden hierna in publiekedata-archieven gedeponeerd. Voordat het manuscript werdingeleverd bij de uitgever hebben Daniëlle Otten, Stefanie deKort en Lies Seeder zeer welkome student-assistentie geboden.Paul Lucardie stuurde ons een schat aan beeldmateriaal, waar-uit we hebben geput voor de illustraties.Daarmee zijn we aangeland bij degenen aan wie we de

grootste dank verschuldigd zijn: de auteurs die wij eind maartbenaderden met het verzoek om binnen drie maanden eenhoofdstuk te leveren. Zij reageerden zonder uitzondering metenthousiasme, haalden de deadline, en verdroegen zondermorren ons redactionele commentaar.

Kees Aarts en Henk van der KolkEnschede, augustus

Page 9: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Inleiding

Henk van der Kolk en Kees Aarts

Nederlanders en Europa

Op juni stemde ruim procent van de kiezers in Neder-land tegen de Europese grondwet. De verbijstering was dieavond duidelijk af te lezen van de gezichten van politici alsFemke Halsema, Farah Karimi (beiden GroenLinks) en JohnLeerdam (PvdA). Hoe had het zover kunnen komen? Sommi-gen probeerden nog wel de positieve kanten van het referen-dum te belichten. Zo wees premier Balkenende er in zijn toe-spraak op dat er zelden zoveel was gedebatteerd over Europa,en dat de opkomst hoog was. Maar het ongeloof overheerste.Wat was er misgegaan tussen Europa en de Nederlanders?Tot het referendum overheerste het beeld dat de Nederlan-

ders al decennialang voorstanders waren van verdergaande sa-menwerking in Europa. In het najaar van stemde volgensde Eurobarometer, het halfjaarlijkse enquêteonderzoek van deEuropese Commissie, nog procent van de Nederlanders inmet het idee van een Europese grondwet. En op de vraag of hetlidmaatschap van de een goede zaak is, antwoordde maarliefst procent positief. Naar aanleiding van deze cijfers koptehet Algemeen Dagblad op december : ‘ populair on-der Nederlanders’. Klopten de enquêtes niet? Of waren de Ne-derlanders op juni van mening veranderd?Een deel van het antwoord werd gegeven door de tegenstan-

ders van het Europees Grondwettelijk Verdrag, zoals de Euro-

Page 10: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

pese grondwet officieel heet. In de campagne beleden zij bijnaallemaal hun geloof in de Europese integratie. Ook zij warenvoor Europese samenwerking. Ook zij gaven aan dat de ‘kortetwintigste eeuw’ van de Europese geschiedenis genoeg ellendete zien had gegeven. Twee wereldoorlogen die voornamelijk inEuropa waren uitgevochten en de overheersing, tot , vaneen groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang-rijke redenen om te streven naar hechtere samenwerking.Maar was daar een grondwet voor nodig? En vooral; was daardéze grondwet voor nodig?Afwijzing van de grondwet mocht volgens tegenstanders in

ieder geval niet worden gezien als afwijzing van Europa. Hetmoest alleen anders: minder centralistisch, minder snel enminder ondoorzichtig. Maar dat was volgens de voorstandersnu juist de strekking van de grondwet: eindelijk zou duidelijkworden vastgelegd waar Europa zich wel mee mocht bemoei-en en wat er was voorbehouden aan de lidstaten. De macht vanhet Europees Parlement werd uitgebreid. De verzameling ver-dragen die tot nu toe de basis vormde van de ondoorzichtigeEuropese besluitvorming zou worden samengevat in één tekstwaar veel dubbele en tegenstrijdige artikelen uit waren verwij-derd. Het was weliswaar allemaal nog niet perfect, maar eenbelangrijke stap voorwaarts.Het debat werd gekleurd door een vrijwel onoverbrugbare

kloof tussen voor- en tegenstanders. Niet een simpele klooftussen redenen om tegen of voor de grondwet te zijn, maar eenkloof tussen verschillende opvattingen over waar het referen-dum nu eigenlijk over ging. Waar de voorstanders vooral we-zen op de verbeteringen ten opzichte van de bestaande verza-meling verdragen (in de discussie vaak kort samengevat als‘het Verdrag van Nice’), beschouwden de tegenstanders degrondwet vooral als een document dat de toekomst van Euro-pa zou regelen. Voorstanders benadrukten dat grote delen vande Europese grondwet al eerder waren geregeld en afgespro-ken, en dat er dus weinig nieuws in stond. Tegenstanders vroe-

Page 11: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

gen zich vooral af waarom we daar niet op mochten terugko-men. ‘We’ waren daar toch ook nooit in gekend? Voorstandersbagatelliseerden het woord ‘grondwet’; het ging feitelijk omeen ‘verdrag tussen soevereine staten’. Tegenstanders vroegenzich af waarom het dan niet gewoon een ‘verdrag’ werd ge-noemd en gebruikten de vele connotaties die Nederlandershebben bij het woord ‘grondwet’ om de tegenstand te mobili-seren.Scherp verschillende opvattingen over waar de grondwet ei-

genlijk om ging, maken de interpretatie van de afwijzing op juni bijzonder moeilijk. Wát hebben de Nederlanders nu afge-wezen? Aan de ene kant willen sommige tegenstanders meerregelen in de grondwet. Zij willen dierenrechten vastleggen ofde sociale zekerheid beter waarborgen. Andere tegenstanderswillen juist minder vastleggen. De grondwet zou alleen politie-ke besluitvormingsprocedures moeten vastleggen. Een grond-wet zou niet moeten gaan over beleid.Na de afwijzing van de Europese grondwet hebben de voor-

standers het misschien nog moeilijker dan de tegenstanders.Zij waren het vaak op verschillende punten eens met de tegen-standers, maar beschouwden de Europese grondwet als hetbest haalbare. Nu de grondwet is afgewezen moeten zij hunoorspronkelijke standpunt herzien en opnieuw bedenken watzij anders willen en wat ze juist willen behouden. De voorstan-ders moeten dus, anders dan de tegenstanders, een standpuntbepalen.

De totstandkoming van de Europese grondwet

Drieënhalf jaar voor het referendum, op en december, besloten de lidstaten van de Europese Unie in het Belgi-sche Laken dat Europa een nieuwe impuls nodig had. Begin werd een Europese Conventie bijeengeroepen die dezenieuwe impuls moest concretiseren. In deze Conventie zaten

Page 12: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

onder anderen vertegenwoordigers van regeringen (voor Nederland was dat aanvankelijk voormalig minister van Buitenlandse Zaken en D-coryfee Hans van Mierlo), verte-genwoordigers van de nationale parlementen (René van derLinden () en Frans Timmermans (PvdA)) en vertegen-woordigers uit het Europese Parlement (onder wie HanjaMaij-Weggen ()).Voor het voorzitterschap circuleerde enige tijd de naam van

Wim Kok, maar uiteindelijk werd gekozen voor Valéry Gis-card d’Estaing, de toen -jarige Franse ex-president. Giscardd’Estaing werd ondersteund door twee vice-voorzitters: Giu-liano Amato en Jean-Luc Dehaene. Giscard d’Estaing vattezijn taak breed op. Hij vergeleek de Conventie met de conven-tie die de Amerikaanse grondwet vormgaf. Zichzelf vergeleekhij graag met de founding fathers van de Verenigde Staten.

De Nederlandse regering vond de Conventie in eerste in-stantie niet zo belangrijk. Minister van Buitenlandse ZakenVan Aartsen noemde de Conventie een ‘vrijblijvende praat-club’.Dit beeld veranderde na de eerste maanden, toen bleekdat Giscard en de zijnen hun taken voortvarend oppakten.Mede daarom, en omdat Van Mierlo andere opvattingen hadover de doelen van de Conventie dan het kabinet, werd in ok-tober , enkele maanden na het aantreden van het eerstekabinet Balkenende, Hans van Mierlo vervangen door Gijs deVries (), die bekendstond als ‘realist’ en gold als politiekzwaargewicht.Na ruim een jaar onderhandelen over de gemeenschappelij-

ke tekst, waarbij er onder andere voor werd gekozen het aantalvetomogelijkheden van de lidstaten drastisch in te perken omzo de besluitvorming te stroomlijnen, sloot de Conventie op juli haar werkzaamheden af. Een week later werd de tekstaangeboden aan de Europese staatshoofden en regeringslei-ders van de Europese Raad.In oktober van hetzelfde jaar werd begonnen met een Inter-

gouvernementele Conferentie () – een overleg van de -

Page 13: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

lidstaten. Op de zou de definitieve tekst worden vastge-steld. Maar elke lidstaat probeerde de tekst aan te passen aanzijn eigen wensen. Zo waren Polen en Spanje er niet blij meedat hun macht binnen de Raad van Ministers zou worden in-geperkt. Spanje had met het Verdrag van Nice vrijwel evenveelstemmacht gekregen als Duitsland, terwijl het land veel min-der inwoners telt. Dat zou nu moeten worden gecorrigeerd.Polen ijverde voor een prominentere verwijzing naar hetchristendom in de Europese grondwet. Nu werd alleen verwe-zen naar de humanistische en religieuze wortels van Europa.Lang zag het ernaar uit dat er geen overeenstemming zou

worden bereikt. In december mislukte een volgende bij-eenkomst. De onderhandelingen duurden daardoor bedui-dend langer dan verwacht. Maar uiteindelijk lukte het in juni toch om het document dat door de Europese Conventiewas vastgesteld grotendeels aanvaard te krijgen door de .De aanpassingen ten opzichte van het eerste stuk verzwaktenvooral het federale karakter van de Europese grondwet. Zokreeg Nederland het voor elkaar dat het veto over de meerja-renbegroting werd gehandhaafd. Maar een versterking van hetStabiliteitspact, dat de grote landen zou dwingen zich te hou-den aan de afspraken rond de euro, zat er niet in. Ook de per-manente Eurocommissaris voor elk van de lidstaten was on-houdbaar gebleken.De meningen over het stuk waren verdeeld. Valéry Giscard

d’Estaing was tevreden. ‘Van de . woorden in het ont-werp zijn er . in de uiteindelijke tekst gekomen,’ aldus denu -jarige Franse staatsman. ‘De essentie is aanvaard. Alonze artikelen zijn al of niet gewijzigd in de grondwet geble-ven.’ Maar kort daarvoor had de Finse minister van Buiten-landse Zaken Erkki Tuomioja nog opgemerkt: ‘Wat nu op tafelligt maakt Europa nog minder begrijpelijk dan het al was.’

Ook in eigen land was niet iedereen even gelukkig met de uit-eindelijke tekst. Vooral de positie van de was opmerkelijk.Deze partij had, bij monde van woordvoerder Van Baalen, op-

Page 14: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

gemerkt dat ze liever geen dan een slecht verdrag had. Ookhad de partij enkele harde eisen geformuleerd. Maar hoewellang niet al die eisen waren ingewilligd ging de toch over-stag.Nadat de vertalingen van de teksten gereed waren en op el-

kaar waren afgestemd, ondertekenden op vrijdag oktober de regeringsleiders en staatshoofden in Rome het Ver-drag tot het Vaststellen van een grondwet voor Europa, ookwel het Grondwettelijk Verdrag of de Europese grondwet ge-naamd. Zij beloofden dat zij binnen twee jaar zouden probe-ren het verdrag te laten ratificeren door hun parlementen. Datzouden ze elk op hun eigen manier doen – van meet af aan wasduidelijk dat er in een aantal lidstaten een volksraadplegingzou worden gehouden.

Een referendum over de Europese grondwet

Een deel van de Nederlandse Tweede Kamer had ondertussente kennen gegeven dat het de ratificatie van de Europesegrondwet niet wilde beperken tot een parlementaire behande-ling. In oktober , toen de Europese Conventie enigemaanden aan het werk was, vroeg een meerderheid in deTweede Kamer de regering een consultatief referendum te or-ganiseren voordat het parlement zou instemmen met heteindresultaat van de onderhandelingen binnen de Conventieen binnen de . Bovendien ontstond in maart binnende Conventie het idee dat het resultaat van de onderhandelin-gen door middel van referenda en bij voorkeur door één grootEuropees referendum zou moeten worden goedgekeurd. Eenvan de twee Nederlandse parlementaire vertegenwoordigersin de Europese Conventie, Timmermans, steunde dit idee.

Omdat de regering geen gehoor wilde geven aan de oproepvanuit de Tweede Kamer, besloten drie parlementariërs (vanPvdA, D en GroenLinks) een initiatiefwetsontwerp in te

Page 15: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dienen. Het voorstel werd naar het parlement gestuurd in mei.Volgens het wetsvoorstel zou tegelijk met de verkiezin-gen voor het Europese parlement in een raadplegend re-ferendum worden gehouden, alvorens de Tweede Kamer overde ratificatie van de Europese grondwet zou besluiten. Op

november werd dit wetsvoorstel door een ruime meer-derheid van de Tweede Kamer ondersteund. Alleen de christe-lijke partijen (, ChristenUnie en ) stemden tegen hetinitiatief. Zij vonden onder meer dat het formeel raadplegendemaar de facto bindende referendum niet in overeenstemmingwas met de Nederlandse grondwet.De onderhandelingen over de Europese grondwet duurden

vervolgens echter, zoals gemeld, langer dan verwacht. Daaromkon het referendum niet samen met de Europese verkiezingenvan worden gehouden. De initiatiefnemers loodstenhierop een wetswijziging door de Tweede Kamer die referen-dum en verkiezingen van elkaar loskoppelde. De wet en dewetswijziging werden op januari aanvaard door deEerste Kamer.

De brede steun voor het referendum over de Europese grond-wet is opmerkelijk omdat nog in een voorstel voor eenpermanente regeling van het correctieve wetgevingsreferen-dum door de Tweede Kamer was afgewezen (zie het hoofdstukvan Elzinga in dit boek). Waarom dan toch een referendumover de Europese grondwet?Een deel van het antwoord op die vraag kan gevonden wor-

den in de verklaring die werd aangenomen tijdens de al ge-noemde Intergouvernementele Conferentie in Laken, in .In was tijdens de Conferentie van Nice al gesteld dat hetinstitutionele bouwwerk van de Europese Unie door de toetre-ding van tien nieuwe lidstaten in nodig op de hellingmoest. In de Verklaring van Laken werd bovendien benadruktdat burgers meer betrokken moesten worden bij het Europeseproject. De herziening van besluitvormingsprocedures en de

Page 16: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

integratie van de verschillende verdragen kregen hiermee alsnevendoel de bevordering van de betrokkenheid van burgersbij het Europese project.Verder vertrouwden de indieners van het initiatiefwetsont-

werp er oprecht op dat de Europese gezindheid van Neder-landse burgers al bijzonder groot was, en dat het slechts ont-brak aan betrokkenheid. In het wetsvoorstel dat naar de Raadvan State werd gestuurd, stond mede daarom dat ‘een positievereferendumuitspraak de legitimiteit van ratificatie door hetparlement’ zou vergroten. De Raad van State stelde hierop datde ‘indieners [wel] spreken [...] over de gevolgen van een posi-tieve uitslag, maar [...] niet in[gaan] op de mogelijkheid dat deopkomst laag of de uitslag negatief is. Zou de Europese grond-wet in zo’n geval niettemin worden goedgekeurd, dan is diegoedkeuring staatsrechtelijk weliswaar geheel in orde, maar ishet maatschappelijk draagvlak voor de beslissing smal geble-ken en is van een extra legitimatie bepaald geen sprake.’ Ditgeluid werd in de Kamer tevens verwoord door de .

Ten slotte waren sommige Kamerleden van mening dat deEuropese grondwet een nieuwe fase in de Europese besluitvor-ming inluidde. Ook deze gedachte is terug te voeren op de ver-klaring van de in Laken, waarin gesteld was dat Europazich ‘op een kruispunt van wegen’ bevindt.

Dit boek

In dit boek plaatsen wij het Nederlandse referendum van juni tegen de achtergrond van meer dan vijftig jaar Europeseeenwording. Ook bespreken we de aanloop en de afloop vanhet eerste nationale referendum sinds de instelling van het Ko-ninkrijk.In de eerste drie hoofdstukken richten we de blik op meer

dan vijftig jaar Europese eenwording. In het hoofdstuk vanRamses Wessel wordt de Europese grondwet geplaatst binnen

Page 17: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

de serie van verdragen die uiteindelijk leidden tot de EuropeseUnie en tot de Europese grondwet. Gerrit Voerman beschrijftvervolgens de standpunten van de Nederlandse politieke par-tijen ten aanzien van die eenwording. Daarbij maakt hij duide-lijk dat de meeste politieke partijen altijd bijzonder enthou-siast zijn geweest over Europese eenwording. Aansluitend laatJacques Thomassen zien dat dit enthousiasme ook onder deNederlandse bevolking aanwezig was, hoewel de laatste jarenhet enthousiasme wat leek te tanen.Daarna kijken we naar het referendum over de Europese

grondwet. Invoering van een vorm van referendum staat alheel lang op de agenda van politiek-bestuurlijke vernieuwing.Hoe is de besluitvorming over eerdere voorstellen verlopen?Hoe zat het ook weer met de Tijdelijke Referendumwet? Dezevragen komen aan de orde in de bijdrage van Douwe Jan Elzin-ga. De campagne voorafgaande aan het referendum op juniwordt vervolgens besproken in de hoofdstukken van PaulLucardie en Jan Kleinnijenhuis, Janet Takens en Wouter vanAtteveldt. Lucardie richt zich op de verschillende campagnesdie door verschillende groepen van voor- en tegenstanderswerden gevoerd. Hij laat zien dat vooral de voorstanders moei-te hadden eendrachtig samen te werken. Deze waarnemingwordt bevestigd in het hoofdstuk van Kleinnijenhuis, Takensen Atteveldt. In dat hoofdstuk staat de aandacht in de mediavoor de campagne centraal. In de media blijken voorstandersvooral in het nieuws te zijn geweest met kritiek op de EuropeseUnie en met kritiek op elkaar.De laatste hoofdstukken, geschreven door Kees Aarts en

Henk van der Kolk, gaan over de kiezers. In een kort hoofdstuk(hoofdstuk ) worden eerst de peilingen besproken die, zekerin de laatste maanden, veelvuldig werden gehouden. We latenzien dat deze peilingen ook achteraf maar weinig zeggen overde ontwikkeling van de nee-stem. Daarna worden de opvattin-gen van kiezers over het referendum en de Europese grondwetbesproken (hoofdstuk ). In hoeverre deze opvattingen een rol

Page 18: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

hebben gespeeld bij de nee-stem is het onderwerp van hoofd-stuk .In hoofdstuk wordt de uitslag van het referendum geana-

lyseerd tegen de achtergrond van de vermeende ‘kloof tussenburger en bestuur’.We laten zien dat die kloof met dit referen-dum zichtbaar is geworden, dat de uitslag de kloof wellicht tij-delijkwat kleinerheeft gemaakt,maardat verschillen inopvat-tingen tussen burgers en politici ook in goed functionerendedemocratieën niet zijn te vermijden.

Page 19: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Een grondwet voor Europa

Ramses A. Wessel

Inleiding

De Europese Unie () is van grote invloed op ons nationalerechtssysteem.Of het nu gaat om het toelaten van studentenaan universiteiten in andere lidstaten, het doorbetaald krijgenvan zogenoemde wachtdiensten in de zorgsector, de lengte vande garantietermijn van een computer, de kwaliteitseisen voorvoedsel, een handelsverdrag met de Verenigde Staten, het mili-taire beleid ten aanzien van terrorismebestrijding, of het uitle-veren van een verdachte crimineel aan een andere lidstaat, hetwordt in meer of mindere mate geregeld door het Europeesrecht. Alleen al om die reden is een debat over de voortschrij-dende Europese integratie gerechtvaardigd.Dit integratieproces begon in de jaren vijftig en is misschien

nog wel het best te kenmerken als ‘incrementeel’. Beetje bijbeetje worden stappen gezet en voorstellen doen er soms de-cennia over om verwerkelijkt te worden (als dat al gebeurt).Dit ‘vallen en opstaan’-karakter van het proces van Europeseintegratie komt doordat de belangen en ideeën van de ver-schillende lidstaten niet altijd synchroon lopen. Het ‘Europeseproject’ hangt dan ook aan elkaar van de compromissen. Al-leen door dit te erkennen kunnen de vaak onbegrijpelijke ensoms tegenstrijdige keuzes verklaard worden. Vooral voor ju-risten is niet altijd even goed verteerbaar dat bepaalde voor dehand liggende vervolgstappen niet worden gezet of dat som-

Page 20: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

mige verdragsartikelen eruitzien alsof ze door regeringsleidersna een diner op een fraai landgoed, waar de wijn rijkelijk heeftgevloeid, in elkaar zijn gezet (hetgeen overigens niet zelden hetgeval is). Unificerende en divergerende tendensen strijden omde voorrang en ieder behaald resultaat gaat sommige lidstateneigenlijk te ver en andere lidstaten lang niet ver genoeg. Ditverklaart de continue neiging tot verdragswijziging, vooralsinds het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw.In de jaren vijftig en zestig wezen enkele schrijvers al op zo-

genoemde spill-over-effecten van internationale samenwer-king.Vooral door de ontwikkeling van de interne markt (eenruimte zonder binnengrenzen) als belangrijke doelstelling tenemen, bleek het nodig op veel meer terreinen samen te wer-ken dan aanvankelijk werd gedacht. Een mooi voorbeeld is deontwikkeling van het vrij verkeer van goederen en personen,dat slechts gerealiseerd kon worden door op een groot aantalterreinen de wetgeving in de lidstaten te harmoniseren. In hethuidige debat wordt de ‘regelzucht’ van de echter steedskritischer bekeken. En het idee dat er grenzen zijn aan wat de

Trouw, mei

Page 21: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Unie zou mogen regelen (hoe noodzakelijk het ook kan zijnvoor het bereiken van de doelstellingen) vindt steeds meerweerklank. Als men op een willekeurige dag naar het Publica-tieblad van de kijkt, kan men zich verbazen over de matevan gedetailleerdheid waarmee de Unie zich bemoeit met devorm of kleur van landbouwproducten, de technische eisenvoor apparatuur, of de regels rond verpakking of etiketteringvan producten.Het is niet verwonderlijk dat de Fransen zichlangzamerhand afvragen wanneer ze in vredesnaam hebbeningestemd met een bevoegdheid van de om zich te bemoei-en met de naamgeving of aard van hun brie en camembert ende Italianen hetzelfde voelen ten aanzien van hun parmaham.Deontwikkeling vandeEuropese ordeheeft inderdaad laten

zien dat integratie op een bepaald terrein vaak tot verdergaan-de samenwerking op aangrenzende terreinen dwingt. Zowerdmonetaire integratie als een noodzakelijk (of in ieder gevalgunstig) elementgezienvoordeverwerkelijkingvande internemarkt en is de gelijke beloning voor mannen en vrouwenvoortgekomenuithetwegnemenvandeverschillenopdatvlaktussen de lidstaten om zo de vrijemededinging te bevorderen.De harmonisatie van de nationale regels omtrent verpakkin-gen,etikettering,voedselveiligheid,beroepseisen,diploma’s entechnische voorschriften is een direct uitvloeisel van het ver-volmakenvande internemarkt.Ophet terrein vanhet vrij ver-keer vanpersonenbijvoorbeeld, leidtdit tot afsprakenover eengemeenschappelijk asielbeleid en een harmonisering van hetstrafrecht (terreinen die tot voor kort tot het exclusieve do-mein van de nationale staten behoorden). Tegelijkertijd werdmet de steeds belangrijker wordende economische rol van de in de wereld duidelijk dat internationale economie en bui-tenlands beleid vaak moeilijk te scheiden zijn. Een gemeen-schappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (en de daar weeruit voortgekomen militaire samenwerking) is noodzakelijkvoor veel economischebeslissingen,of het nu gaat omontwik-kelingshulp, economische sancties, wapenhandel, economi-

Page 22: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

sche hulp aan Palestijnse gebieden of een ‘bananenoorlog’ metAmerika.De meest recente stap in dit proces werd gezet in de zomer

van , toen een voorbereidingsgroep (de zogenoemde ‘Eu-ropese Conventie’) een concepttekst voor een GrondwettelijkVerdrag afleverde. Na enkele aanpassingen is dit Verdrag totvaststelling van een Grondwet voor Europa in juni doorde deelnemende staten aangenomen en op oktober teRome door hun vertegenwoordigers ondertekend.In dit hoofdstuk zal kort worden ingegaan op de vraag wat

de Europese Unie is en waarom juist het lidmaatschap vandeze internationale organisatie zo veel invloed heeft op de re-gelgeving inNederland.Vervolgens wordt ingegaan op de wij-zigingendiehetGrondwettelijkVerdragbeoogt aan tebrengenin de huidige situatie. Tot slot zal bekeken worden op welkemanier dit verdrag in werking kan treden en wat de invloedvan de uitslag van enkele nationale referenda is op dit proces.

Wat is de Europese Unie?

. Verschil tussen de Europese Unie () en de EuropeseGemeenschap ()

De Europese Unie is een internationale organisatie die, zoalsgebruikelijk, bij verdrag is opgericht door staten. De bevoegd-heden van de en de door de genomen besluiten vindenhun basis in een groot aantal regels die – tezamen met hun in-terpretatie door het Europese Hof van Justitie – worden aan-geduid met de term ‘Europees recht’. Het Europees rechtvindt, doordat de afspraken in verdragsvorm tussen soeverei-ne staten zijn gemaakt, zijn oorsprong in het internationaalrecht, maar wijkt daar op een belangrijk aantal punten ookvan af. Historisch bezien is dit grote verschil tussen het Euro-pees recht en het internationaal recht goed verklaarbaar. Kort

Page 23: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

na het einde van de Tweede Wereldoorlog groeide het besef dathet traditionele internationaal publiekrecht, met zijn decen-trale karakter en zijn nadruk op staatssoevereiniteit, onvol-doende waarborgen bood om een volgende oorlog op het Eu-ropese continent te voorkomen. Er werd vooral gevreesd voorhet opnieuw uitbreken van een conflict tussen Frankrijk enDuitsland; twee staten die in de periode - al drie oor-logen hadden gekend. Tegelijkertijd bestond het besef dat eenmogelijke nieuwe oorlog niet kon worden voorkomen doornaïeve utopieën: blauwdrukken voor de vrede waarin statenzouden moeten afzien van machtspolitiek, waren zeker totmislukken gedoemd. In plaats van een dergelijke blauwdrukwerd in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staalopgericht (afgekort: ). Naast Frankrijk en Duitsland tra-den Italië en de staten van de Benelux toe tot de . Deze or-ganisatie verkreeg vergaande bevoegdheden op een zeer be-perkt beleidsterrein: de kolen en staal (sectoren die in die tijdessentieel waren voor oorlogvoering en dus ook een belangrij-ke symbolische waarde hadden). Via de overdracht van be-voegdheden op een bepaald terrein zou in Europa een nieuwepolitieke en juridische structuur moeten ontstaan, die de Eu-ropese staten en volken nauwer met elkaar zou verbinden enzo toekomstige oorlogen onwaarschijnlijk zou moeten ma-ken, aldus de toenmalige Franse minister van BuitenlandseZaken, Robert Schuman, in zijn beroemde rede op mei

(in de Europese grondwet vastgelegd als datum voor een nieu-we feestdag: de ‘Dag van Europa’).Enkele jaren na de oprichting van de kreeg deze ge-

dachte een nieuwe impuls met de oprichting van de EuropeseEconomische Gemeenschap () en Europese Gemeen-schap voor Atoomenergie (Euratom). Vooral de bleek tefungeren als een motor van Europese integratie: steeds meerbeleidsterreinen werden onderwerp van Europese regelge-ving, terwijl de regels van het Europees recht steeds nadrukke-lijker doorwerkten in de nationale rechtsordes.

Page 24: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Centraal in de Europese integratie staat de vorming en ver-volmaking van een ‘interne markt’ waarin personen, goede-ren, diensten en financiële stromen zich onbegrensd kunnenbewegen. Tegelijkertijd brengt dit veel problemen met zichmee.Met het afschaffen van de binnengrenzen vervalt immersook demogelijkheid om te controleren wat er in en uit gaat enis er een groot onderling vertrouwen nodig.Halverwege de ja-ren tachtig waren veel interne-marktdoelstellingen dan ooknog steeds niet bereikt. Het ontbreken van overeenstemmingover het vrij verkeer van personen leidde daarom in totafspraken tussen een aantal lidstaten buiten de om: het zo-genoemde Akkoord van Schengen. Een jaar later werd in dezogenoemdeEuropeseAkte echter afgesproken dat voor de-cember allerhande beperkingen zouden moeten zijn op-geheven, opdat personen, goederen, dienstverlening en kapi-taal zich eindelijk vrijelijk door de lidstaten zouden kunnenbewegen. De Europese Akte was echter ook van groot belangvoor een aantal andere beleidsterreinen. Zo werden er artike-len opgenomen voor een Europees milieubeleid en werd voorhet eerst een titel opgenomen over Europese politieke samen-werking aangaande het buitenlands beleid. Deze samenwer-king had vanaf het begin van de jaren zeventig al praktischvorm gekregen, maar was tot dan toe buiten de verdragen ge-bleven. De Europese Akte betekende een belangrijke door-braak op verschillende gebieden, maar toonde ook aan dat in-ternationale verdragen niet altijd de politieke wil van statenkunnen sturen. Op december was de interne markt nietgerealiseerd en tot op de dag van vandaag bestaan er beperkin-gen op bijvoorbeeld het vrije verkeer van personen en blijvende verschillen in belastingheffing het vrije goederenverkeerbelemmeren. Ook het gezamenlijke buitenlandse beleid is nietaltijd succesvol, zoals het (niet) optreden in kwesties als hetvoormalig Joegoslavië of de grote onenigheid ten aanzien vande kwestie Irak hebben laten zien.In de tussentijd was opnieuw gebleken dat ook de afwezig-

Page 25: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

heid van monetaire integratie een obstakel was bij de vervol-making van de internemarkt.Dit leidde in tot het bijeen-roepen van een Intergouvernementele Conferentie (de seriebijeenkomsten van lidstatenwaarbinnenonderhandeldwordtover verdragswijzigingen)overde instelling van eenEconomi-sche enMonetaireUnie ().Tegelijkertijdwas er sinds

eennieuwepolitiekesituatie:deBerlijnseMuurwasgevallenenDuitsland streefde naar een hereniging.Dit leverde gelijk weereenmooivoorbeeldopvangiveandtake:Duitslandwildegraagsteun voor de hereniging en een versterking van de buiten-lands-politieke samenwerking binnen Europa; Frankrijk hadal sindsde dewensomnadekolen-enstaalafsprakenookde‘muntsoevereiniteit’tedelen.Daaromwerdafgesprokenomnaast de -conferentie ook een intergouvernementele con-ferentie over een Europese Politieke Unie () te beleggen.Beide conferentieswerden indecember onderNederlandsvoorzitterschap in Maastricht afgesloten en kwamen met eenvoorstel voor een Verdrag betreffende de Europese Unie (het‘Verdrag van Maastricht’). Ook dit verdrag hing weer van decompromissenaanelkaar.TenaanzienvandeEuropeseMone-taireUniewerd eenduidelijk stappenplanafgesproken,met alsuiteindelijke fasede introductie vandegirale euro in endechartale variant op januari . Ook werden nadere afspra-ken gemaakt over eenGemeenschappelijk Buitenlands enVei-ligheidsbeleid () en de samenwerking op het gebied vanJustitie en Binnenlandse Zaken (). Tegelijkertijd werd ech-ter het voorstel van Nederland om ook de samenwerking opbuitenlands beleid onder te brengen in het communautairesysteem door alle lidstaten behalve België verworpen. De dagwaarop dat duidelijk wordt ( september ) staat bij hetNederlandseministerie vanBuitenlandseZakennogsteedsbe-kend als ‘zwarte maandag’. Zo kwamen landen die een voor-stander zijn van een sterke politieke integratie (zoals Neder-land en Duitsland) lijnrecht te staan tegenover landen die hetbuitenlands-politieke beleid zoveelmogelijk in handen van de

Page 26: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

nationale staten willen houden (met als onmiskenbare aan-voerder van die stroming het Verenigd Koninkrijk).Het Verdrag betreffende de Europese Unie is een mengvorm

van een wijzigingsverdrag en een oprichtingsverdrag. Het is tebeschouwen als een wijzigingsverdrag, aangezien veel bepa-lingen in de Gemeenschapsverdragen erdoor worden gewij-zigd. Het is echter ook te zien als een oprichtingsverdrag: erwordt – volgens het toenmalige artikel – een ‘Europese Unie’opgericht, ‘gegrond op de Europese Gemeenschappen [en]aangevuld met het beleid en de samenwerkingsvormen die bijdit Verdrag worden ingesteld’. Het Verdrag wordt formeel on-dertekend op februari en treedt op november inwerking.De oprichting van de Europese Unie heeft tot de nodige ver-

warring en vragen geleid ten aanzien van de relatie tussen de en de Europese Gemeenschappen. Bij velen is de indrukontstaan dat de nieuwe Europese Unie in de plaats is gekomenvan de al bestaande Europese Gemeenschappen. Dit beeld isechter niet juist. De Europese Unie is veeleer een overkoepe-lende structuur, waarbinnen de (tot ), de enEuratom een plaats hebben gekregen. Wel was de inmid-dels op zo’n breed terrein van belang, dat werd besloten tot eenverandering van de naam van deze gemeenschap. Sinds de in-werkingtreding van het Verdrag van Maastricht heet de voor-malige kortweg de ‘Europese Gemeenschap’ ().De structuur van de Unie wordt ook wel aangeduid als een

driepijlerstructuur. Hierbij bestaat de eerste pijler uit de Euro-pese Gemeenschappen, de tweede pijler uit het gemeenschap-pelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de derde pijler uit desamenwerking op het gebied van politie en justitie. Deze struc-tuur wordt weergegeven in schema .

Kort na de ondertekening van het Verdrag van Maastricht wer-den de verschillen tussen de drie pijlers sterk benadrukt in deacademische literatuur.Hierbij werd dan gewezen op het ge-

Page 27: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

bruik van de zogenoemde ‘communautaire methode’ in deeerste pijler, waarin de lidstaten minder te vertellen hebben. Inde tweede en derde pijler zou de rol van nationale staten veelbelangrijker zijn, terwijl communautaire instellingen zoals hetHof, de Commissie of het Parlement een minder grote rol zou-den spelen. Vanaf het begin is dit een reden geweest om de eer-ste pijler (de ‘’) als ‘supranationaal’ te kenmerken, terwijl deandere pijlers als ‘intergouvernementeel’ worden aangeduid.Hiermee wordt dan gedoeld op het feit dat het -recht nietslechts (of misschien zelfs steeds minder) recht tussen staten is,maar in wezen boven de staten totstandkomt, terwijl in de an-dere twee pijlers de interstatelijke samenwerking vooropstaat.In dat verband wordt dan veelal gewezen op de nadruk op be-sluitvorming bij unanimiteit in de tweede en derde pijler en degeringe rol van de Commissie, het Hof van Justitie en het Eu-ropees Parlement aldaar.

Schema 1: de structuur van de Europese Unie

Eenheid blijkt met name uit Titel en van het EU-verdrag

Eerste pijler Tweede pijler Derde pijler

Europese Gemeenschap Gemeenschappelijk Politiële en Justitiële(EG) Buitenlands en Samenwerking inRechtsregime in het Veiligheidsbeleid (GBVB) Strafzaken (PJSS)EG-verdrag Rechtsregime in Titel Rechtsregime in Titel

V EU-verdrag VI EU-verdrag

Europese Gemeenschap Europees Veiligheids-voor Kolen en Staal en Defensiebeleid (EVDB)(EGKS; tot 2002) Op basis van artikel 17

EU-verdrag

Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA; Euratom)

Page 28: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Hoewel het onderscheid tussen de pijlers nog steeds van be-lang is voor de wijze waarop de besluiten worden genomen, iser wel een bepaald dominant beeld ontstaan: de EuropeseUnie als overkoepelende internationale organisatie, waarbin-nen de Europese Gemeenschappen als suborganisaties eenplaats hebben. Het onderscheid tussen het rechtskarakter vande pijlers is daarom in de beeldvorming vervaagd.

. Amsterdam, Nice en de Europese grondwet

Enkele jaren na het Verdrag van Maastricht had Nederland op-nieuw het ‘geluk’ om voorzitter van de te zijn en het recht tehebben om de verdragsluitingsceremonie te organiseren. Deonderhandelingen op Nederlands grondgebied resulteerdenditmaal in het Verdrag van Amsterdam. In Maastricht was eenaantal zaken blijven liggen en vervolgens doorgeschoven naareen nieuwe Intergouvernementele Conferentie (). Op deagenda stonden (uiteraard) de structuur van de Unie, de uit-breiding van de bevoegdheden van het Europees Parlement enhet verkleinen van de kloof tussen de Unie en de burger, hetstimuleren van het gemeenschappelijk buitenlands en veilig-heidsbeleid dat nog steeds nauwelijks zichtbaar was en hetvoorbereiden van de Unie op nieuwe toetredingen. Ook werdhet Akkoord van Schengen over het vrij verkeer van personen(zie boven) grotendeels geïntegreerd in de . Het Verdrag vanAmsterdam werd op oktober gesloten en trad in wer-king op mei .Ook in Amsterdam bleef echter een aantal zaken liggen

waarover geen overeenstemming kon worden bereikt. Eensge-zindheid over deze left-overs-samenstelling van de Commis-sie, stemmenweging in de Raad van Ministers en het mogelijkmaken van besluitvorming bij gekwalificeerde meerderheidop een groter aantal terreinen, was echter noodzakelijk omuitbreiding van de Unie van vijftien naar vijfentwintig of zelfs

Page 29: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

meer lidstaten mogelijk te maken. Immers, de Unie werdsteeds groter, maar de institutionele structuur was sinds het-verdrag met zes lidstaten niet fundamenteel gewijzigden ging steeds meer wringen. Vandaar dat pas een jaar na de in-werkingtreding van het Verdrag van Amsterdam een nieuweIntergouvernementele Conferentie van start ging met als be-langrijkste taak de Unie voor te bereiden op de toetreding vantien of meer lidstaten. Het resultaat van deze werd op

februari in de vorm van het Verdrag van Nice onder Fransvoorzitterschap ondertekend. De wijzigingen die daardoor inde verdragen betreffende de en de werden aangebracht,zijn sinds de inwerkingtreding van ‘Nice’ op februari

van kracht. Ten aanzien van de left-overs van Amsterdam zijncompromissen bereikt, hoewel op veel terreinen nog vastge-houden wordt aan besluitvorming bij unanimiteit (zoals debelastingen, sociale zekerheid en asiel- en immigratiebeleid).In ieder geval was de Unie sinds Nice klaar voor de uitbreidingmet tien nieuwe lidstaten, die op mei haar beslag kreeg.Sinds die datum kent de Europese Unie dan ook vijfentwin-

tig leden: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Ne-derland (sinds ), Denemarken, het VerenigdKoninkrijk enIerland (sinds ), Griekenland (), Spanje en Portugal(), Zweden, Finland en Oostenrijk (), Polen, Honga-rije, Estland, Letland, Litouwen, Slovenië, Slowakije, Tsjechië,Cyprus en Malta (). In zou de laatste groep gevolgdkunnen worden door Bulgarije, Roemenië (waarmee in april toetredingsverdragen zijn gesloten) en eventueel Kroatië,terwijl daarna Turkije – dat ook de status heeft van kandidaat-lid – wellicht in beeld komt. Tegen die tijd is de Unie gegroeidvan naar leden. De cursief gedrukte landen nemen deelaan de Economische en Monetaire Unie () en hebben deeuro als gemeenschappelijke munt.Omdat ook ‘Nice’ niet had opgeleverd wat volgens velen

noodzakelijk was om de grotere Unie goed te kunnen latenfunctioneren, gingen in december de lidstaten van de

Page 30: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

nog een stap verder en riepen zij een zogenoemde ‘Conventieover de toekomst van Europa’ bijeen. Deze Conventie bestondnaast vertegenwoordigers van de lidstaten uit vertegenwoor-digers van de nationale parlementen en de Europese instellin-gen. Daarnaast was het een zeer open proces, waarin non-gou-vernementele organisaties uitgebreid de gelegenheid kregenom hun mening te geven. Hoewel het resultaat van de Conven-tie (een conceptgrondwet) vervolgens gewoon weer door een moest worden uitonderhandeld, werd op deze maniervoor de eerste keer geprobeerd om belangrijke verdragswijzi-gingen dichter bij de burger te brengen. Zoals gezegd is hetVerdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa uitein-delijk op oktober te Rome door de vertegenwoordigersvan de deelnemende staten ondertekend.

. Grondwet of verdrag?

Hoewel de term ‘grondwet’ anders doet vermoeden, gaat hethierbij – net zoals bij alle voorgaande oprichtings- en wijzi-gingsverdragen – om een internationaal verdrag dat op de gebruikelijke wijze door de lidstaten dient te worden bekrach-tigd volgens hun eigen goedkeuringsprocedures. In alle lidsta-ten betekent dat in ieder geval dat er een goedkeuring door hetparlement noodzakelijk is; in enkele lidstaten is tevens een re-ferendum vereist. Zoals elders in dit boek vermeld, heeft deNederlandse Tweede Kamer haar eigen goedkeuring deze keerafhankelijk gesteld van de uitslag van een referendum. Geletop het voorgaande kan de vraag gesteld worden waarom daarin dit geval voor is gekozen. De Raad van State geeft in zijn Ad-vies over de Wet Raadplegend Referendum Europese grond-wet enkele redenen, die ook blijkens de discussies in de TweedeKamer breed gedeeld worden:

Page 31: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Het verschil in betekenis tussen het hier aan de orde zijndeverdrag en de andere genoemde verdragen is [...] niet zozeerprincipieel als gradueel. De Europese Gemeenschappen ende Unie bezitten al geruime tijd een constitutie, en de Euro-pese grondwet is naar haar inhoud niet volledig nieuw; zebestaat voor een groot deel uit hercodificatie van bestaandeverdragen. Wel wijst de Raad erop dat in de Europese grond-wet het (enigszins uitgebreide) handvest van grondrechtenzal zijn opgenomen; deze grondrechten krijgen daarmee ookeen bindend karakter, en de rechter zal wettelijke bepalingendaaraan kunnen toetsen. Grondrechten zijn een wezenlijkelement van een Grondwet in een democratische rechtsstaat.Voorts komt met de aanvaarding van het verdrag tot vaststel-ling van een Grondwet voor Europa één Europese ‘Grond-wet’ tot stand, waarin de (gewijzigde) institutionele verhou-dingen en de besluitvorming [...] op één samenhangendemanier zullen zijn geregeld. Goedkeuring van het verdragzou men om die reden tot op zekere hoogte kunnen vergelij-ken met een grondwetsherziening.

Voor een grondwetsherziening geldt echter de zware procedu-re, waarbij de Tweede Kamer na nieuwe verkiezingen ook innieuwe samenstelling met een tweederde meerderheid in moetstemmen met een wijziging. Volgens de Raad van State kan datook opgelost worden met een referendum:

De mogelijkheden overziende concludeert de Raad dat invergelijking met ontbinding van de Tweede Kamer een refe-rendum, binnen de huidige Europese en Nederlandse regels,een meer reële manier is om het oordeel van de kiezers overde Europese grondwet te vragen. Op grond van de bestaandeNederlandse Grondwet zal zo’n referendum alleen een niet-bindend karakter kunnen hebben. De Staten-Generaal be-houden dus de mogelijkheid de Grondwet ook na een nega-tieve uitslag van een referendum goed te keuren.

Page 32: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Voor dit laatste lijkt het parlement echter niet meer de gele-genheid te krijgen. Met het terugtrekken van het wetsvoorsteltot bekrachtiging van de grondwet is duidelijk dat de regeringhet verdrag in zijn huidige vorm niet ter goedkeuring aan hetparlement zal voorleggen.

De‘VerklaringvanLaken’,dieop en decemberdoorde Europese Raad (de staatshoofden en regeringsleiders) werdaangenomen, somt vragen op waarover vervolgens door deEuropese Conventie moest worden nagedacht. Het was nietuitdrukkelijk de bedoeling dat de uitkomst van dit beraadmoest leiden tot een‘grondwet’.Aanhet eindvandeVerklaringwordt slechts voorzichtig de vraag gesteld ‘of [de] vereenvou-diging en herschikking op termijn niet zou kunnen leiden tothet aannemen van een constitutionele tekst’ en ‘wat de basis-elementen [zouden] kunnen zijn van zo’n grondwet’. Voor deEuropese Conventie bleek dit echter voldoende om al in eenvroeg stadium de term ‘conceptgrondwet’ te gebruiken voorhet beoogde resultaat van de onderhandelingen. Het geruchtgaat dat met name het Presidium van de Conventie (met Valé-ry Giscard d’Estaing als voorzitter en Jean-Luc Dehaene en Giuliano Amato als vice-voorzitters) zich als de founding fa-thers van de nieuwe Europese Unie wilden profileren. Tegelij-kertijd was het ook weer een politiek compromis: het woord‘federaal’ werd uit een concepttekst verwijderd (op verzoekvan het Verenigd Koninkrijk), ten gunste van het vasthoudenaan het grondwetbegrip (de voorkeur van het Presidium).

De term ‘grondwet’ heeft echter bij velen tot verwarring ge-leid. Een grondwet is immers het constituerende documentvan een staat. Door bij deze verdragswijziging nu opeens tespreken van ‘grondwet’ rees de vraag wat de verhouding zouzijn tussen de Europese en de Nederlandse grondwet. Het tra-ditionele onderscheid tussen een grondwet en een verdrag isdat in het laatste geval de soevereine staten blijven bestaan enniet – zoals bij een federatie – opgaan in een nieuwe staat.Watdat betreft is de situatie duidelijk: ook wanneer de Europese

Page 33: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

grondwet in werking zou treden, blijven de lidstaten als afzon-derlijke soevereine staten bestaan en gaan zij niet op in eennieuwe staatsvorm. In het internationaal recht leidt dit onder-scheid tot het verschil tussen een ‘staat’ en een ‘internationaleorganisatie’.Toch was vanaf het begin duidelijk dat er met de , en

iets later ook de , geen sprake was van een normale interna-tionale organisatie. Hoewel de Europese Gemeenschappenwaren opgericht door middel van een (tussenstatelijk) ver-drag, kregen deze organisaties de bevoegdheid om besluiten tenemen die niet alleen de tussenstatelijke relaties regelden,maar die ook binnen de lidstaten effect hadden. Het -recht,aldus het Hof van Justitie van de , onderscheidt zich van an-dere vormen van internationaal recht omdat het een ‘auto -noom karakter’ heeft. Deze autonomie brengt volgens het Hofmee dat het -recht zelfde toepasselijkheid en de voorrang inde lidstaten regelt. Waar voor andere verdragen de artikelen

en van de Nederlandse grondwet essentieel zijn bij de vraagop welke wijze binnen de staat een beroep gedaan kan wordenop het internationaal recht, spelen die bij de doorwerking vancommunautair recht geen rol. Al in de jaren zestig stelde hetHof van Justitie vast dat het Europees recht rechtstreeks toe-passelijk is in de lidstaten en door burgers in beginsel kan wor-den ingeroepen voor hun nationale rechter (de zaak-VanGend & Loos). Sterker nog, wanneer zich in dat geval een con-flict voordoet tussen een Europese regel en een nationale regel,gaat het Europees recht altijd voor (zaak-Costa- en -Simmenthal). De doorwerking van het Europees rechtwordt dus niet bepaald door de nationale constituties, maardoor het Europees recht zelf, en dat is in het internationale sys-teem een uitzonderlijke situatie.Dit laatste heeft geleid tot een wetenschappelijke stroming

die gezocht heeft naar een tussenvorm, om de bijzondere aardvan de Europese Gemeenschap (en later de Europese Unie)recht te doen. Auteurs hebben allerlei theoretische construc-

Page 34: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

ties bedacht om de plaats van de tussen staat en internatio-nale organisatie te duiden. De handboeken beperken zichvaak tot de mededeling dat de met niets te vergelijken is eneen sui-generiskarakter heeft. Duidelijk is echter dat het na-denken over een constitutionele vormgeving van de Unie nietvreemd is op het moment dat we te maken hebben met een en-titeit die allerlei bevoegdheden van de lidstaten heeft overge-nomen. Dit is ook het uitgangspunt dat het Hof van Justitie alsinds Van Gend & Loos hanteert en waarbij het -verdrag isaangeduid als een ‘constitutioneel handvest’. Het hangt dusaf van de betekenis die men geeft aan de term ‘grondwet’ of‘constitutie’ of deze relevant is voor de duiding van de Europe-se verdragen. Veel internationale organisaties dragen de term‘constitutie’ in hun oprichtingsverdrag en de betekenis is dandie van ‘basisdocument’. Daarnaast wordt het begrip vaakgebruikt om het stelsel van toedeling en begrenzing van be-voegdheden mee aan te geven. In deze betekenissen is het be-grip ‘grondwet’ zeker relevant voor de Europese Unie. Tegelij-kertijd is echter duidelijk dat dit al zo is vanaf de oprichtingvan de Europese Gemeenschappen in de jaren vijftig. Hetmeer politieke constitutiebegrip – zoals dat gebruikt wordtmet betrekking tot de nationale staat en dat gerelateerd is aanhet begrip volkssoevereiniteit – heeft hier echter geen beteke-nis. Ook de Europese grondwet zelf laat geen twijfel bestaanover het feit dat de Europese Unie bestaat bij de gratie van delidstaten en alleen die bevoegdheden heeft die haar door dielidstaten zijn toegekend. Het allereerste artikel (-, lid ) steltdan ook:

Bij deze Grondwet, die geïnspireerd wordt door de wil van deburgers en de staten van Europa om hun gemeenschappelij-ke toekomst op te bouwen, wordt de Europese Unie inge-steld, waaraan de lidstaten bevoegdheden toedelen om hungemeenschappelijke doelstellingen te bereiken. De Uniecoördineert het beleid van de lidstaten dat gericht is op het

Page 35: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

bereiken van die doelstellingen en oefent op communautairewijze de bevoegdheden uit die de lidstaten aan haar toedelen.

Nu vastgesteld is dat het Verdrag tot vaststelling van eengrondwet voor Europa vooral te zien is als een volgende stap inde hele reeks verdragswijzigingen die het Europese integratie-proces al sinds de jaren vijftig kenmerkt en dat er wat de ‘con-stitutionalisering’ betreft in formele zin geen noviteiten zijn,blijft de vraag over wat de grondwet dan wel beoogt te veran-deren. Wellicht zijn er inhoudelijke redenen om anders tegendit verdrag aan te kijken dan tegen zijn voorgangers. In de vol-gende paragraaf zullen we hier nader op ingaan.

Wat verandert de Grondwet?

. Structuur van de Grondwet

Het meest opvallende punt ten opzichte van eerdere verdrags-wijzigingen is dat het nieuwe Grondwettelijk verdrag in deplaats treedt van de eerdere verdragen.Met de inwerkingtre-ding van de grondwet zou een hele stapel oprichtings-, wijzi-gings- en toetredingsverdragen (inclusief het -Verdrag enhet -Verdrag) worden ingetrokken. In feite was dit een vande belangrijkste onderdelen van het mandaat dat de EuropeseConventie in de genoemde Verklaring van Laken kreeg: de ver-eenvoudiging van het inmiddels zo complex geworden sys-teem. Hierin lijkt de Conventie goed geslaagd: er is sprake vanéén overzichtelijk document waarin alle bestaande regelingeneen plaats hebben gekregen.De constitutionele onderdelen die voorheen verspreid wa-

ren over de verschillende verdragen, zijn te vinden in Deel (artikelen - tot en met -). In dit gedeelte vinden we dewaarden en doelstellingen van de Unie, de uitgangspunten (deinterne markt en het verbod van discriminatie naar nationali-

Page 36: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

teit), de verhouding tussen de Unie en haar lidstaten, derechtsstatus en – en dat is nieuw – een verwijzing naar de sym-bolen van de Unie: de vlag, het volkslied (‘Ode aan de Vreug-de’), het devies (‘In verscheidenheid verenigd’), de euro en deal genoemde feestdag op mei. Daarnaast worden in Deel debevoegdheden van de Unie in abstracto weergegeven en wor-den de instellingen genoemd die de bevoegdheden uitoefenen(Europees Parlement, Europese Raad, Raad van Ministers, Eu-ropese Commissie en Hof van Justitie), alsmede de wijze waar-op zij dat kunnen doen.Deel somt in de artikelen - tot en met - de grond-

rechten op van de burgers van de Unie. In dit deel is het Hand-vest van de grondrechten van de Unie, dat al eerder als politiekdocument was vastgesteld, integraal opgenomen.Deel is het meest omvangrijk en betreft het beleid van de

Unie. Hierin vinden we de verschillende beleidsterreinen (va-riërend van het vrij verkeer van personen en goederen totlandbouw, volksgezondheid en onderwijs) en de specifieke be-voegdheden die de Unie op die terreinen heeft.Deel bevat de slotbepalingen die onder andere regelen

hoe en wanneer het verdrag in werking treedt, wat het toepas-singsgebied is van de Unie en hoe het verdrag kan worden her-zien.Waar de huidige verdragen constitutionele en beleidsele-

menten niet op een duidelijk gescheiden wijze presenteren,doet de Europese grondwet dat wel. Met betrekking tot destructuur is de belangrijkste winst dan ook te vinden in de ver-eenvoudiging. Hoewel naar schatting tot procent van deinhoud van het Verdrag sterk overeenkomt met de bestaanderegelingen, levert het nieuwe verdrag een voor een zo com-plexe internationale organisatie handzame tekst op. Uiter-aard blijft het, als verdrag, een juridisch document en vereisthet enige juridische vaardigheden om te kunnen wordendoorgrond. De in totaal artikelen, protocollen en ver-klaringen, die in de officiële Nederlandstalige uitgave samen

Page 37: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

pagina’s beslaan, zijn niet voor iedereen even doorgronde-lijk. In dat opzicht verschilt het document echter niet van demeeste andere verdragen waarbij internationale organisatiesworden opgericht en overigens ook niet van veel nationalewet- en regelgeving.

. Belangrijkste wijzigingen

Welke zijn danwel dewijzigingen die het voor deNederlandseTweedeKamer van belangmaakten een referendum te organi-seren? De meest in het oog springende verandering is het af-schaffen van het onderscheid tussen de en de : de nieu-we alomvattende organisatie wordt in haar geheel aangeduidmet ‘Europese Unie’. Aan de vraag welke organisatie nu be-voegd is, de of de en welke besluitvormingsproceduredus gevolgdmoet worden,maakt de grondwet een einde; de tegebruiken besluitvormingsprocedures zullen niet meer ver-schillen per ‘pijler’. Dit is niet alleen voor de lidstaten zelf vanbelang, maar ook voor de relaties van ‘Europa’ met de rest vande wereld. Andere staten en internationale organisaties heb-ben tot nu toe te maken met een zeer complexe situatie: somsdienen ze betrekkingen aan te gaan met de , dan weer met de en vaak ook nog met de lidstaten. Aan dat laatste komt geeneind, maar in ieder geval hoeft niet meer nagedacht te wordenover het onderscheid tussen de en de .De bestaande instellingen (Raad van Ministers, Europees

Parlement, Europese Commissie, Hof van Justitie en Rekenka-mer) blijven bestaan, maar er verandert wel wat in hun samen-stelling en taken. Ook krijgt de Europese Raad (de staatshoof-den en regeringsleiders) nu officieel de status van ‘instelling’,die hij in de praktijk al heeft. Hetzelfde geldt voor de EuropeseCentrale Bank. De Europese Raad krijgt een vaste voorzittervoor tweeënhalf jaar, waarmee de Unie niet meer afhankelijk isvan het halfjaarlijks wisselende voorzitterschap. Eerdere voor-

Page 38: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

stellen om een ‘president’ van de Unie in het leven te roepenhebben het niet gehaald.Ook de Raad van Ministers (samenmet het Europees Parlement het belangrijkste besluitvormen-de orgaan) krijgt in de grondwet een vaste voorzitter, althanswaar het gaat om de formatie van de Raad ‘Externe Betrekkin-gen’, waarin de ministers van Buitenlandse Zaken zitting heb-ben. Deze Raad wordt voorgezeten door een nieuw in te stellenminister van Buitenlandse Zaken van de Unie. De laatste func-tie is vergelijkbaar met die van de huidige Hoge Vertegenwoor-diger voor het Buitenlands en Veiligheidsbeleid, de heer Sola-na. De nieuwe minister van Buitenlandse Zaken wordt tevensvice-voorzitter van de Europese Commissie, waarmee beoogdwordt een einde te maken aan de lastige situatie dat in de exter-ne betrekkingen van de Unie de Europese Commissaris voorexterne betrekkingen en de Hoge Vertegenwoordiger voor het elkaar voor de voeten kunnen lopen en de Unie geen ge-zicht naar buiten toe heeft. Verder is voorzien in een roulatie-systeem in de Commissie na , hetgeen erop neerkomt datniet iedere lidstaat altijd een zetel in de Commissie heeft. Zekermet het oog op de uitbreiding van de Unie naar mogelijk

lidstaten is het duidelijk dat de hoeveelheid beschikbare porte-feuilles niet oneindig is. Belangrijker nog is dat het idee van hetloslaten van de directe relatie tussen het aantal lidstaten en hetaantal zetels in de Commissie beter past bij de functie van deCommissie, die immers gericht is op het waarborgen van debelangen van de Unie als geheel en niet van de afzonderlijkelidstaten.In het debat over de grondwet stonden echter vooral de be-

voegdheden van de genoemde instellingen centraal. Het uit-gangspunt dat de Unie alleen bevoegdheden heeft die haardoor de lidstaten in het verdrag zijn toegekend (het zoge-noemde ‘attributiebeginsel’), blijft vooropstaan. De grondwetvoegt op een zeer beperkt aantal terreinen nieuwe bevoegdhe-den toe. Het gaat dan om intellectueel eigendom, diensten vanalgemeen economisch belang, energie, toerisme, administra-

Page 39: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

tieve samenwerking, sport en civiele bescherming. Ook hiergaat het dus meer om ordening, dan om wezenlijk nieuwe be-voegdheden. De grondwet maakt voor het eerst een onder-scheid tussen verschillende soorten bevoegdheden waar hetgaat om de verhouding tussen de Unie en de lidstaten. Net zo-als nu is de Unie slechts op een heel klein aantal terreinen ex-clusief bevoegd. Op terreinen als handel met derde staten, hetvisserijbeleid of de euro hebben lidstaten nauwelijks meer ietste zeggen, maar op veel terreinen gelden gedeelde bevoegdhe-den en zijn slechts bepaalde onderdelen overgedragen aan deUnie (bijvoorbeeld ten aanzien van de interne markt, het mi-lieu of de consumentenbescherming). Tot slot zijn er in degrondwet terreinen waarop de Unie slechts ondersteunend,coördinerend of aanvullend kan optreden (zoals cultuur, toe-risme, onderwijs en volksgezondheid). Als er sprake is vanniet-exclusieve bevoegdheden, blijft daarnaast het subsidiari-teitsbeginsel gelden. Op grond van dit beginsel treedt de Uniealleen op wanneer dat noodzakelijk is. De grondwet versterkthet beginsel door met name de nationale parlementen een rolte geven in de controle op de naleving.Belangrijk is natuurlijk hoe de Unie gebruik kanmaken van

de genoemde bevoegdheden. Blijven in de grondwet de lidsta-tenhunhuidige invloedophetbeleidhoudenof veranderthunrol?Deze vraag kanbeantwoordwordendoor te kijkennaar debesluitvormingsprocedures. Besluitvormingsprocedures in deUnie hangen – net als in veel andere internationale organisa-ties – af van de gekozen rechtsbasis, dat wil zeggen: de bepalingin het verdrag waarin de bevoegdheid tot het nemen van eenbesluit op een bepaald terrein is neergelegd. De rechtsbasis be-paalt welke instellingen op welke manier bij de besluitvormingbetrokken zijn, welk instrument gebruikt kan worden en metwelke stemverhouding het besluit kan worden aangenomen.In de huidige verdragen is wat dat betreft niet echt een lijn teontdekken. De grondwet brengt daar verandering in door eenonderscheid te maken tussen wetgevings- en niet-wetgevings-

Page 40: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

handelingen. Wanneer de wetgevingsprocedure is voorge-schreven, geldt de algemene regel dat de Raad van Ministerssamen met het Europees Parlement beslist en dat de Raad zijnstandpunt met gekwalificeerde meerderheid kan vaststellen.Een verschil met de huidige situatie is dat deze procedure gaatgelden voormeer terreinen,waardoorhet EuropeesParlementop een aantal gebieden (zoals het vrij verkeer van personen enhet asielbeleid) meer te zeggen krijgt en de Raad op meer ter-reinen met meerderheid van stemmen kan beslissen volgenseenoverigensooknieuweprocedure.Hethuidige stemsysteemis niet alleen buitengewoon ingewikkeld,maar ook slechts tendele gerelateerd aan de bevolkingsomvang van de lidstaten.Zoheeft Malta bijvoorbeeld procent van de stemmen vanDuitsland, terwijl het maar , procent van de bevolkingsom-vang heeft. In het nieuwe systeem is een besluit aangenomenals procent van de staten voor is. Tegelijkertijd moeten devoorstemmers procent van de Uniebevolking vertegen-woordigen. De grote staten hebben de kleine altijd nodig, wanteen besluit kan alleen met minimaal vijftien staten wordenaangenomen. Overigens doet de tegenstelling groot-klein zichin de praktijk bijna nooit voor; afhankelijk van het onderwerpworden altijd verschillende coalities gevormd, waarin overi-gens de noord-zuidtegenstelling wel vaak zichtbaar is.

Veel discussie was er, tot slot, over de defensiesamenwerkingin de Unie. Militaire zaken waren tot een paar jaar geleden ta-boe in de , ook door weerstand van Nederland. Momenteelheeft de echter al de bevoegdheid om eigen militaire opera-ties op te zetten, zoals nu in Bosnië-Herzegovina. De grondwetmaakt het wel mogelijk voor groepen staten om een verder-gaande samenwerking op te zetten als zij dat willen, maar er isgeen verplichting om mee te doen. Het Europese Defensie-agentschap dat in de grondwet wordt genoemd is inmiddels alopgericht en wil onder andere de aanschaf van militair mate-rieel beter coördineren. Ten aanzien van de gemeenschappelij-ke verdediging van het grondgebied is een compromis gevon-

Page 41: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

den, dat (met name voormalig neutrale) staten de gelegenheidbiedt zich te onttrekken aan een daadwerkelijke gemeenschap-pelijke defensie. Tegelijkertijd voorziet het nieuwe verdrag welin een zogenoemde ‘solidariteitsclausule’, waarin een verplich-ting voor zowel de Unie als de lidstaten is opgenomen tot soli-dair optreden wanneer een lidstaat het slachtoffer is van eenterreuraanslag, een natuurramp of een ramp veroorzaakt doormenselijk optreden.

De inwerkingtreding van het Grondwettelijk Verdrag

Men kan met zekerheid stellen dat de verreikende tentakelsvan de in de jaren vijftig niet waren voorzien. Het is danook niet verwonderlijk dat er langzamerhand een debat opgang is gekomen over het uiteindelijke doel van de Europeseintegratie, de ‘finaliteit’. Wanneer is het genoeg, welke beleids -terreinen dienen in ieder geval onder de exclusieve soevereini-teit van de lidstaten te blijven, en, is een federatie uiteindelijknog wel ontkoombaar? Het gevoel dat de integratie wel eenshet einde van de nationale staat zou kunnen betekenen ver-taalt zich bij sommige lidstaten in een versterking van de rolvan de Europese Raad, het orgaan van de Unie dat het minstgehinderd door procedures besluiten kan nemen. Ook wordt,zeker in verband met de uitbreiding, steeds vaker gekeken naarde kosten en beginnen ‘nettobetalers’ hogere eisen te stellen.Hoe dit ook zij, het is opvallend dat er voor het eerst in de ge-schiedenis een verdrag ter bekrachtiging bij de lidstaten ligt,dat voorziet in een procedure voor uittreding uit de EuropeseUnie (artikel -).Het bevriezen van de bekrachtigingsprocedure in enkele

lidstaten (waaronder Nederland) impliceert echter dat hetVerdrag niet op de voorzienbare termijn in werking zal kun-nen treden. Een verdragsluitingsprocedure begint normaalgesproken met onderhandelingen (in het geval van de in de

Page 42: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

vorm van een Intergouvernementele Conferentie). Wanneerde onderhandelingen succesvol zijn afgerond, wordt het ver-drag door de staten ondertekend (in dit geval gebeurde dat op oktober te Rome). Dit betekent nog niet altijd datdaarmee het verdrag ook in werking is getreden. In veel geval-len zal een staat die het verdrag heeft ondertekend, ook nog totbekrachtiging of ratificatie dienen over te gaan. Het instrumentvan ratificatie is door de geschiedenis heen voor verschillendedoeleinden gebruikt. Zo is het gebruikt om te voorkomen datdiplomaten die de onderhandelingen hadden gevoerd, de staatzouden binden aan zaken waar de regering of vorst zich nietmee kon verenigen. Ook is het gebruikt om staatshoofden eni-ge bedenktijd te geven voordat zij hun staat zouden bindenaan verplichtingen jegens andere staten. Tegenwoordig vervulthet instrument van ratificatie veelal een democratische func-tie: het nationale parlement verkrijgt controle over de interna-tionale verplichtingen die de staat op zich neemt doordat veel-al parlementaire goedkeuring nodig is alvorens een regeringtot ratificatie kan overgaan. Zolang een staat een verdrag nogniet heeft geratificeerd, is hij nog geen partij bij dat verdrag.Dit betekent niet dat deze staat zich niets hoeft aan te trekkenvan de verdragsinhoud. Artikel van het Weens Verdragen-verdrag bepaalt dat een staat die een verdrag heeft onderte-kend, gehouden is om niets te ondernemen dat het voorwerpen doel (the object and purpose) van dit verdrag schade zou toe-brengen. Dit artikel biedt vooral voor juristen interessanteaanknopingspunten om de verplichtingen van de -lidsta-ten in de huidige situatie te beoordelen.Op grond van artikel -, lid , kan het Verdrag tot vast-

stelling van een grondwet voor Europa alleen in werking tre-den als álle lidstaten het overeenkomstig hun grondwettelijkebepalingen hebben geratificeerd. Als dit gebeurd is, treedt hetverdrag op november in werking (of op de eerste dagvan de tweede maand die volgt op het neerleggen van de laatsteakte van bekrachtiging). Het ziet er echter niet naar uit dat dit

Page 43: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

na de uitslag van de verschillende referenda nog haalbaar is. Indat geval treedt de afspraak in werking die de lidstaten hebbenneergelegd in de tijdens de aangenomen Verklaring (nr.): als op november viervijfde van de lidstaten het ver-drag hebben bekrachtigd, maar één of meer lidstaten bij de be-krachtiging moeilijkheden ondervinden, bespreekt de Euro-pese Raad de situatie. Uiteraard is dit een formele afspraak dieniet belemmert dat de Europese Raad zich nu al beraadt op demogelijkheden. Een van de mogelijkheden is het aannemenvan een verklaring waarin enkele onderdelen van de verdrags-tekst verduidelijkt worden en waarbij eventueel aan een aantallidstaten extra toezeggingen worden gedaan. Bij eerdere ratifi-catieproblemen heeft dit middel geleid tot een positief resul-taat bij een tweede referendum (Denemarken bij het Verdragvan Maastricht en Ierland bij het Verdrag van Amsterdam). Indit geval heeft in ieder geval de Nederlandse regering al aange-kondigd de huidige tekst niet nogmaals bij het parlement aante bieden. Dat betekent dat slechts de optie van heronderhan-deling overblijft. Tot het moment dat een nieuwe met eenaangepaste verdragstekst komt, blijft de Europese Unie func-tioneren op basis van de huidige regels, zoals die zijn neerge-legd in het - en -verdrag. Hoewel de Unie daardoor zalblijven worstelen met zijn slagvaardigheid en het democrati-sche tekort in volle omvang blijft bestaan, is dit niet onoverko-melijk. Zoals gezegd heeft de Europese Unie zich ontwikkeldin een proces van ‘vallen en opstaan’. Ongetwijfeld zal ook nuweer een balans gevonden worden op basis waarvan een vol-gende stap gezet kan worden.

Page 44: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

De Nederlandse politieke partijen en de Europese integratie

Gerrit Voerman

Inleiding

Het naoorlogse proces van Europese integratie heeft in de Ne-derlandse politiek altijd op veel weerklank kunnen rekenen. Inde Tweede Kamer schaarde het merendeel van de partijen zichtelkens weer met overtuiging achter nieuwe rondes in de een-wording. De tegenstand beperkte zich tot de flanken van hetpolitieke bestel: ter linkerzijde waren het de internationalis-tisch ingestelde communisten en radicale socialisten, aan derechterkant de nationaal denkende orthodoxe christenen diezich om sterk uiteenlopende redenen tegen de overdracht vansoevereiniteit door Den Haag aan Brussel kantten. Getalsma-tig legden zij echter weinig gewicht in de schaal.Grosso modo leken de politieke partijen decennialang de

standpunten en gevoelens van de kiezers op juiste wijze te ver-tolken.De laatste jaren begon het maatschappelijke draagvlakvoor nauwere Europese samenwerking echter scheuren te ver-tonen (zie de bijdrage vanThomassen indeze bundel).Deson-danks bleef de pro-Europese consensus van de potentiële re-geringspartijen intact – de toegenomen aarzelingen bij deVolkspartij voorVrijheid en Democratie () doen daaraanweinig af. Met de afwijzing van de Europese grondwet in hetreferendum op juni bleek evenwel dat de opvattingen inhet parlement en die in het electoraat sterk uiteenliepen: waar procent van de Tweede-Kamerleden voorstander was van

Page 45: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

de Europese constitutie, bleek slechts , procent van de op-gekomen kiezers dezelfde mening te zijn toegedaan. Deze dis-crepantie leidde tot een discussie over de vraag in welke matede parlementariërs en met hen de politieke partijen erin warengeslaagd de onder de kiezers levende standpunten ten aanzienvan Europa op juiste wijze te representeren. Deze ‘kloof ’ tus-sen kiezers en gekozenen zal in het slothoofdstuk nog uitge-breid aan de orde komen. Deze bijdrage richt zich op de poli-tieke steun die er in Nederland sinds het einde van de TweedeWereldoorlog voor het Europese eenwordingsproces heeft be-staan. De aandacht zal daarbij in het bijzonder uitgaan naar dein de verkiezingsprogramma’s vastgelegde opvattingen van depolitieke partijen en hun opstelling in de Tweede Kamer tenaanzien van de Europese integratie.

Opbouw in de jaren vijftig

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog namen de vijf potentië-le regeringspartijen, Anti-Revolutionaire Partij (), Chris -telijk-Historische Unie (), Katholieke Volkspartij (),Partij van de Arbeid (PvdA) en de , uiteenlopende stand-punten in ten aanzien van de Europese integratie. De PvdA ende waren het meest positief; de en de steldenzich in mindere of meerdere mate gereserveerd op. Ronduit af-wijzend was aanvankelijk de , die meende dat de zelfstan-dige positie die Nederland lang had ingenomen in de wereldonverkort gehandhaafd moest worden. Binnen korte tijd ver-anderde deze afwijzende of in ieder geval sceptische opstellingvan de antirevolutionairen, christelijk-historischen en libera-len ingrijpend. Aan de ene kant had dit te maken met de benar-de economische situatie. Het was evident dat nauwere Europe-se samenwerking op handelsgebied zou bijdragen aan eensnellere wederopbouw van de door de oorlog zwaar bescha-digde economie. Doorslaggevend waren echter de oplopende

Page 46: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

internationale spanningen tussen het Westen, de VerenigdeStaten en zijn bondgenoten, en het door de Sovjet-Unie aange-voerde Oostblok. Met het op gang komen van de Koude Oor-log zagen alle grote Nederlandse partijen in dat naast de

ook samenwerking in West-Europa geboden was om een dijkop te werpen tegen de dreiging van het communisme. Boven-dien hoopten zij dat door grotere coöperatie de diepgewortel-de tegenstelling tussen Duitsland en Frankrijk zou kunnenworden overbrugd.In deze gespannen internationale verhoudingen kostte het

Nederland weinig moeite zijn traditionele neutraliteitspoli-tiek overboord te zetten. Zonder uitzondering pleitten de gro-te partijen in hun verkiezingsprogramma’s in de jaren vijftigvoor een federalistische vorm van Europese samenwerking,die tot op zekere hoogte ten koste mocht gaan van de nationalesoevereiniteit.De PvdA was het meest geestdriftig: de sociaal-democraten wensten bij de Tweede-Kamerverkiezingen van ‘een politieke en sociaal-economische Europese gemeen-schap, staande onder bovennationaal gezag en parlementairecontrole’ – een soort van ‘constitutionele federatie’.De ambi-ties van de deden daar weinig voor onder: zij maakte zichin sterk voor ‘federale eenwording van Europa’, waarbij departij vier jaar later nog wel expliciet het ‘behoud van het na-tionaal-eigene’ noemde. De benadrukte sterker de in-standhouding van de nationale zelfstandigheid binnen hetproces van de Europese integratie, maar ook deze partij zei bijde verkiezingen van te streven naar een ‘federalisatie’ vanWest-Europa, inclusief de overdracht van ‘zekere nationale be-voegdheden aan internationale lichamen of organen’. De

toonde zich in dat jaar eveneens bereid afstand te doen van eendeel van de soevereiniteit ‘ten gunste van supranationalerechtsgemeenschappen’. De liberalen meenden wel dat econo-mische eenheid – de totstandkoming van een gemeenschap-pelijke markt – voorwaarde was voor de verwezenlijking vanpolitieke eenwording. Partijleider Oud waarschuwde dan ook

Page 47: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

voor te veel haast.De ten slotte was ook voorstander van‘federatieve samenwerking op democratische grondslag’ – al-dus het verkiezingsprogramma van –, maar lijkt zich hier-toe iets later te hebben bekeerd dan de overige partijen.Deze pro-Europese gezindheid waarvan de verkiezings -

programma’s getuigden, kwam ook in het parlement tot uit-drukking. In oktober stemde de Tweede Kamer met eenoverweldigende meerderheid in met de komst van de eersteEuropese supranationale organisatie, de Europese Gemeen-schap voor Kolen en Staal () (zie tabel ). Dit samenwer-kingsverband van Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk,West-Duitsland en Italië was in april van dat jaar in Parijs op-gericht en beoogde de totstandkoming van een gemeenschap-pelijke markt voor kolen en staal. In het Kamerdebat steldende meeste partijen zich sterker communautair op dan het doorDrees geleide kabinet, dat meer intergouvernementeel wasinge steld. Anders dan zijn partij, de PvdA, was Drees niet zofederalistisch georiënteerd: hij stond ronduit huiverig tegen-over de overdracht van te veel nationale zeggenschap aan deHoge Autoriteit, het supranationale orgaan van de datde kolen- en staalproductie moest beheren.

Na de komst van de leek de Europese integratie in eenstroomversnelling te raken met de oprichting van de EuropeseDefensiegemeenschap () in mei . Dit verdrag, dat on-der invloed van de Korea-oorlog tot stand was gekomen, be-oogde de samenvoeging van de zes nationale legers tot eenWest-Europees leger waarvan ook (een herbewapend) West-Duitsland deel moest uitmaken. Omdat hiervoor een politiekestructuur nodig was, voorzag de overeenkomst ook in de mo-gelijkheid van de vorming van een Europese Politieke Ge-meenschap (), die de buitenlandse politiek van de -landen diende te coördineren. Het voorstel dat hiervoor werduitgewerkt was ‘in feite een ontwerpgrondwet [...] voor eenEuropese federatie [...] De integratiebomen leken tot in de he-mel te groeien’.De werd gezien als een bolwerk tegen het

Page 48: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

rode gevaar en werd dan ook warm onthaald door de grote Ne-derlandse partijen. Bij het plan voor een waren de menin-gen verdeeld: PvdA en waren uitgesproken voorstanders;de en de toonden aarzelingen. Doordat het Franseparlement in de ratificatie van het -verdrag nietwenste te behandelen, stierf dit verdrag – en ook de – ech-ter een stille dood.In maart kwamen Nederland, België, Luxemburg,

Frankrijk,West-Duitsland en Italië inRomede oprichting vande Europese Economische Gemeenschap () en van de Eu-ropese Gemeenschap voorAtoomenergie (Euratom) overeen.EendoordeNederlandseministerBeyenvanBuitenlandseZa-ken ontwikkeld plan waarin economische integratie werd ge-zien als voorwaarde voor politieke eenwording, lag mede aande ten grondslag. De diende op termijn te leiden totde totstandkoming van een vrije binnenmarkt met een onbe-lemmerdverkeer vanpersonen,goederen,diensten enkapitaalmet een gemeenschappelijk buitentarief. Geïnspireerd doorde institutionele opzet van de regelde het verdrag ook deinstellingvaneenaantal gemeenschappelijkeorganen,zoalsdemet initiatiefrecht toebedeelde Europese Commissie; de totbeslissingen bevoegde Raad van Ministers; de weinig krachti-ge, door de nationale parlementen aangewezen Gemeen-schappelijke Vergadering (Europees Parlement) en het Hofvan Justitie, wiens uitspraken rechtstreeks van toepassing wa-ren op de lidstaten. Groot-Brittannië wenste toen geen deeluit te maken van deze Europese samenwerkingsverbanden.Deze nieuwe fase in het Europese integratieproces kon op-

nieuw op grote steun rekenen in de Tweede Kamer: in oktober stemden leden voor en twaalf tegen het -verdrag.

Zonder kritiek verliep de aanvaarding niet.Met name de

hadnogalwat noten ophaar zang; de liberalen vreesden dat de wel eens te protectionistisch kon worden. Ook anderepartijenwildenhet liefst een zoopenmogelijkeGemeenschap,het liefst met Groot-Brittannië erbij. PvdA-fractievoorzitter

Page 49: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Burgerwas teleurgesteldoverhetmatige supranationalegehal-te. Minister Luns van Buitenlandse Zaken sprak desalniette-minvaneenhistorischmoment:‘Metde goedkeuringvandezeverdragen betredenwij eenweg,waarop teruggaan nietmoge-lijk is.’ Het kabinet had in de verdragen evenwel niet al zijnwensen gehonoreerd gezien, zoals bijvoorbeeld zo laag moge-lijke buitentarieven voor de open Nederlandse economie.De partijen die het begin van de Europese samenwerking

steunden,waren in de jaren vijftig gezamenlijk goed voor zo’n àprocent vande stemmen(zie tabel ).Slechts twee inhetparlement vertegenwoordigdepartijen onttrokken zich aandenationale consensus. De aan de rechterzijde gepositioneerde,orthodox-protestantse Staatkundig-Geformeerde Partij ()wees vanuit haar religieuze opvattingen elke aantasting van denationale soevereiniteit af. Zij meende in de geschiedenis vanNederland als soevereine staat de hand van God te zien. Bin-nen een Verenigd Europa, dat naar zijn aard een overwegendhumanistische en katholieke signatuur zou kennen, zou dit inde Tachtigjarige Oorlog bevochten ‘zelfstandig volksbestaan’met zijn calvinistische karakter ernstig in het gedrang komen.Dit principieel-religieus geïnspireerde verzet tegen de Europe-se integratie zou in versterking krijgen met het parlemen-taire debuut van het Gereformeerd Politiek Verbond ().Evenals de verzette het zich op bijbelse gronden tegeneen Europese ‘mammoetstaat’. Bovendien zou in een Europesefederatie de positie van de koningin gemarginaliseerd worden.Aan de andere kant van het politieke spectrum bevond zich

de Communistische Partij Nederland (). De communis-ten, die in de jaren vijftig schouder aan schouder stonden metde Sovjet-Unie, wezen op ideologische en politieke gronden deop gang komende Europese samenwerking af. Volgens de

zou de eenwording over de rug van de arbeidersklasse wordendoorgevoerd en uitsluitend de particuliere ondernemersbe-langen dienen. Dit antikapitalistische protest tegen Europa inde Tweede Kamer werd in sterker met de komst van de Pa-

Page 50: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

cifistisch-Socialistische Partij (), zij het dat deze nieuwko-mer aanvankelijk niet verderging dan de eis dat ‘de kapitalisti-sche belangengroepen niet in de gelegenheid mogen komenom via deze organisaties [, en Euratom, ] huneconomische en politieke macht nog verder te vergroten’.

Tabel 1: De houding van Nederlandse politieke partijen in de Tweede Kamer tenaanzien van Europese verdragen (1951-2005)

Parijs Rome Luxem Maast Amster Nice Romeburg richt dam

1951 1957 1985 1992 1997 2000 20044

ARP + +CHU + +KVP + +CDA1 + + + + +PvdA + + + + + + +VVD + + + + + + +D66 + + + + +SGP - - - - - + -GPV - - -RPF - - -CU2 + -CPN - -PSP -PPR -GL3 - - + +SP - - -LPF -

1) ARP , CHU en KVP zijn in 1980 in het CDA opgegaan2) GPV en RPF werken sinds 2000 samen als ChristenUnie (en zijn in 2002 in deze

formatie opgegaan)3) CPN, PSP en PPR gingen in 1989-1990 op in GroenLinks4) Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa

Page 51: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Stagnatie in de jaren zestig

Na de inwerkingtreding van de verdragen van Rome stagneer-de in de jaren zestig de Europese integratie. Dit had vooral temaken met het optreden van de in weer aangetredenFranse president De Gaulle. Hem stond een Europees samen-werkingsverband voor ogen dat onder leiding van Parijs eenzelfstandige positie tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie moest innemen. De Franse president stond pal voor deonafhankelijkheid van Frankrijk en wilde dan ook het supra-nationale element binnen de terugdringen. Zo was in deverdragen van Rome overeengekomen dat vanaf de Euro-pese ministerraad met een gekwalificeerde meerderheid be-sluiten kon nemen, maar De Gaulle wenste zijn vetorecht nietop te geven. De overige vijf lidstaten gaven uiteindelijk aan deParijse eisen toe; overeengekomen werd dat wanneer voor eenland vitale belangen in het geding waren, er unaniem beslotenmoest worden.Mede door deze perikelen verflauwde in deze periode bin-

nen de meeste partijen de interesse voor de Europese integra-tie. In de , en bijvoorbeeld werd nog maar wei-nig over dit thema gepubliceerd – behalve zo nu en dan over degemeenschappelijke landbouwpolitiek, waartoe in wasbesloten.Ook in de PvdA, waar de aandacht voor Europa re-latief toch altijd erg groot was, nam deze verrassend genoeg af;het idealisme uit de voorgaande periode leek met de totstand-koming van de wat vervlogen. Eigenlijk bleef alleen bijde de belangstelling onverminderd aanwezig.

Al was het debat binnen de grote partijen tanende, dat bete-kende niet dat zij op hun standpunten terugkwamen, integen-deel. Zij bleven hameren op een krachtige voortzetting van deEuropese integratie: de economische samenwerking diendenauwer te worden en te resulteren in supranationale politiekeeenwording. De bijvoorbeeld maakte zich in sterkvoor ‘het totstandbrengen van de Verenigde Staten van Europa

Page 52: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

met een federale regering’. In dit federalistische koor van ,, , PvdA en schaarde zich ook de links-liberalepartij Democraten ’ (D). Nadat deze partij in tot deTweede Kamer was doorgedrongen, zou zij zich ontpoppen totde kampioen van de Europese integratie.Louter intergouvernementele coöperatie zoals Frankrijk

voorstond, was voor de meeste Nederlandse partijen beslistonvoldoende. In hun verkiezingsprogramma’s gaven zij aaneen deel van de nationale soevereiniteit naar Brussel te willenoverhevelen, alhoewel zij doorgaans de vraag uit de weg gin-gen welke bevoegdheden hiervoor precies in aanmerking kwa-men. In hun pleidooi voor een Europese federatie wezen degrote partijen ook op de noodzaak van de vergroting van de-mocratische parlementaire controle, die gestalte moest krij-gen in een rechtstreeks verkozen Europees Parlement waarvande bevoegdheden wezenlijk zouden zijn uitgebreid. Naast dezeverdieping van de Europese samenwerking wensten de partij-en ook haar verbreding, dat wil zeggen de toetreding van ‘de-mocratische’ naties (met deze formule werd aangegeven dat detoentertijd dictatoriaal bestuurde landen Spanje en Portugalniet op een -lidmaatschap zouden mogen rekenen) en inhet bijzonder Groot-Brittannië. Dat De Gaulle tot twee keertoe over de toetreding van Londen zijn veto had uitgesprokenvanwege de in zijn ogen veel te sterke Britse oriëntatie op deVerenigde Staten, viel bij de van oudsher Atlantisch gezindeNederlandse partijen bijzonder slecht. Inclusief de PvdA, diein de jaren zestig voor het grootste deel in de oppositie zat,steunden zij alle het verzet van minister van Buitenlandse Za-ken Luns tegen de politiek van De Gaulle. Paradoxaal genoegkon alleen Luns’ eigen partij, de , enig begrip opbrengenvoor het streven van Parijs naar een intergouvernementele po-litieke unie.

Page 53: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

‘Eurosclerose’ in de jaren zeventig en vroege jaren tachtig

Na het terugtreden van De Gaulle als president van Frankrijkin leek het proces van Europese integratie weer op tebloeien. In besloten de lidstaten tot de voorbereiding vaneen Economische en Monetaire Unie (). Twee jaar laterkwamen zij overeen binnen het kader van de verdragen vanRome een Europese Unie te verwezenlijken. Verder trad in ja-nuari Groot-Brittannië toe tot de Europese Gemeenschap(), samen met Ierland en Denemarken. Er leek weer vaartin de Europese eenwording te zitten, maar de tekenen warenbedrieglijk. Eveneens in deed zich de oliecrisis voor, diehet begin inluidde van een jarenlang aanhoudende, zware eco-nomische recessie. Deze tegenspoed leidde binnen de Europe-se Gemeenschap tot een grootschalige renationalisatie; ‘eens temeer bleken de nationale reflexen sterker dan de wil tot ge-meenschappelijk beleid.’ Lidstaten trachtten vaak tegen deregels in bedreigde bedrijfstakken als de scheepsbouw en detextielindustriemetoverheidssteunovereind tehouden.Daar-bij kwam ook nog eens dat – niet zo verrassend overigens – denieuwe lidstaat Engeland wars was van alles wat naar suprana-tionalisme zweemde. Ondanks al deze belemmerende facto-ren stokte het integratieproces niet geheel. De ging welis-waar aan onenigheid tussen de lidstaten ten onder, maar erwerd wel een minder verstrekkend stelsel ontwikkeld waarinde verschillende valuta’s binnen bepaalde marges met elkaarverbonden werden en dat in de grondslag zou vormenvoor het Europees Monetair Stelsel (). Ook werden er indat jaar voor het eerst directe verkiezingen gehouden voor hetEuropees Parlement. Bij de totstandkoming van deze wapen-feiten was een doorslaggevende rol weggelegd voor de eind ingestelde Europese Raad van regeringsleiders en deFranse president, de facto het belangrijkste Europese beslis-singsorgaan.Ook in deze tijd van economische malaise bleven de grote

Page 54: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Nederlandse partijen de Europese eenwording steunen – in-clusief de voorgestelde monetaire samenwerking. Daarbijhielden zij alle vast aan de noodzaak van democratisering vande dooruitbreidingvandebevoegdhedenvanhetEuropeesParlement en een sterkere positie voor de Europese Commis-sie. Daarnaast namen zij ook nieuwe thema’s in hun programop, zoals de aandacht van de voor de derde wereld – eenthema dat in het voorgaande decennium op de nationale poli-tieke agenda was gekomen. ‘Een verenigd Europa zal mededienstbaar moeten zijn aan een vermindering van de tegen-stelling tussen de rijke en arme landen,’ zo stelde de in

in haar verkiezingsprogramma, hierin bijgevallen door de en . Deze visie keerde in terug in het programvan het , de formatie waarin , en aan deTweede-Kamerverkiezingen deelnamen (en in geheelzouden opgaan). De linkse partijen vonden vanzelfsprekendeveneens dat de een rol diende te spelen bij de ontwikkelingvan achtergebleven landen, en ook de was die meningtoegedaan.Ondanks deze consensus traden er nu ook meer dan voor-

heen duidelijke verschillen aan het licht. In het pro-Europesekoor was met name de PvdA een dissonant geworden: onderinvloed van de vernieuwingsbeweging Nieuw Links radica -liseerde deze partij en ging zij de meer zien als een kapita-listische instelling die onder één hoedje speelde met de mul-tinationals, ten koste van de Europese werknemers en deontwikkelingslanden. De Europese integratie was voor dePvdA niet langer meer een doel op zichzelf; haar steun werd af-hankelijk gemaakt van de mogelijkheid om een socialistischEuropa te verwezenlijken. In werd dit streven vanwege desamenwerking met D afgezwakt tot de verwerkelijking van‘pro gressieve’ doeleinden als de spreiding van welvaart, ken-nis, macht en inkomen. Van dit ‘voorwaardelijkheidsden-ken’, zoals de nieuwe sociaal-democratische benadering werdaangeduid, getuigde tot op zekere hoogte ook de regeringsver-

Page 55: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

klaring van het in aangetreden kabinet-Den Uyl, waarvande PvdA deel uitmaakte. ‘Het Europa van de toekomst vraagtmeer dan de behartiging van reeds gevestigde belangen,’ alduspremier Den Uyl; bij verdere eenwording moest volgens hem‘het streven naar rechtvaardiger welvaartsverdeling’ vooropworden gesteld.

Stroomversnelling aan het einde van de jaren tachtig en in de jaren negentig

In de loop van de jaren tachtig leek de Europese eenwordinggeleidelijk uit het slop te raken. In besloot de EuropeseRaad in Luxemburg tot herziening van het verdrag van Rome,hetgeen leidde tot de in van kracht wordende EuropeseAkte. De lidstaten spraken af dat in de volledig vrije inter-ne markt voltooid moest zijn. Naast de economische integratieging de zich nu ook richten op andere beleidsterreinen zo-als milieu en technologische ontwikkeling. Verder werd over-eengekomen dat de Raad van Ministers vaker besluiten meteen gekwalificeerde meerderheid kon nemen. Tegelijk werd depositie van het Europees Parlement versterkt en de reeds lan-ger bestaande, informele samenwerking op het gebied van debuitenlandse politiek meer binnen de institutionele besluit-vorming van de geïncorporeerd.Al met al werd het com-munautaire karakter van de er sterker op, maar op al te veelgeestdrift kon de Europese Akte in Den Haag niet rekenen.Premier Lubbers sprak zuinigjes van een ‘toereikend’ akkoord;minister van Buitenlandse Zaken Van den Broek noemde heteufemistisch ‘niet volmaakt’.Ook de Tweede Kamer was wei-nig enthousiast: de beschouwde de Akte als een ‘mini-mumpakket’; de PvdA sprak van ‘een stap op de lijdenswegnaar de Europese Unie’. Ondanks de teleurstelling over de ma-tige (supranationale) resultaten ging de Tweede Kamer ak-koord met slechts acht stemmen tegen.

Page 56: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Hoe federalistisch de Nederlandse regering ingesteld wasbleek op september , toen premier Lubbers als tijdelijkvoorzitter vandeEuropeseGemeenschap voorstellendeedomte komen tot een Europese Politieke Unie waarin betrekkelijkgrote bevoegdheden waren toegekend aan de Europese orga-nen, inclusief het Europees Parlement. De ambitieuze blauw-druk kwamgrotendeels uit de koker vanPvdA-staatssecretarisDankert, die in de jaren - voorzitter was geweest vanhet Europees Parlement.Afgezien van België waren de overigelidstaten vandit ontwerp in het geheel niet gediend,waarna dedeconfiture als ‘zwarte maandag’ de geschiedenis in zou gaan.Premier Lubbers mocht dan zijn hand hebben overspeeld, inDen Haag kon hij op de warme steun van de meeste partijenrekenen – ook van de beide oppositiepartijen D en de.

Na dit hoogtepunt van Nederlands supranationalisme be-gon er in de loop van de jaren negentig enige verandering tekomen in de pro-Europese Haagse harmonie door toedoenvan -leider Bolkestein – die paradoxaal genoeg in

zou toetreden tot de Europese Commissie (tot ). Onge-veer op hetzelfde moment dat zijn partij onomwonden steldedat haar streven was gericht ‘op een Europese Unie op federalegrondslag, waarin bepaalde staatstaken gezamenlijk wordenbehartigd die voordien aan de uitsluitende soevereiniteit vande afzonderlijke lidstaten waren voorbehouden’, kritiseerdeBolkestein openlijk het idee van een federaal Europa, ondermeer omdat er volgens hemgeen sprakewas van een Europeseidentiteit waarop dat politieke project kon rusten. De verdereoverdracht van soevereiniteit aanBrussel zou in zijn optiek toteen kloof leiden tussen de burgers en de politieke elite. Bolke -stein wilde de Europese integratie dan ook beperken tot de in-terne, geliberaliseerde gemeenschappelijkemarkt, inclusief de. De uitgaven voor ondermeer het landbouwbeleid dien-den flink te worden gereduceerd;meer Europees geëntameerdsociaal beleid wees hij af. Verder pleitte Bolkestein ervoor dat

Page 57: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Nederland sterker zou opkomen voor zijn nationaal belang.

Opdit punt kreeg hij steun van de toenmaligeminister van Fi-nanciën,zijnpartijgenootZalm.Diebegonzich teverzetten te-genhet feitdatDenHaagalsnettobetalervandeEuropeseUnieeen steeds groter wordende financiële bijdrage moest leveren.Bolkestein gromde wel, maar beet niet door. Inclusief de

gingen alle grote partijen akkoord met de ratificatie vanhet Verdrag van Maastricht in (waarin de totstandkomingvan een Economische en Monetaire Unie werd geregeld enook de bevoegdheden van het Europees Parlement behoorlijkwaren uitgebreid). Vijf jaar later, in , stemden de meestepartijen in met het Verdrag van Amsterdam (dat onder meerde weg vrijmaakte voor de uitbreiding van de Unie met eenaantal Midden- en Oost-Europese landen en Cyprus), en ookmet het in geratificeerde Verdrag van Nice (dat voorzag ineen aantal institutionele aanpassingen van de Unie).Op het eerste gezicht lijkt de consensus zelfs te zijn toegeno-

men: nog nooit was de parlementaire instemming met eennieuwe ronde in het Europese integratieproces zo groot als in (zie tabel ). Dit had mede te maken met de opstelling vanGroenLinks. In - was deze milieupartij ontstaan uitde fusie van , en de Politieke Partij Radikalen (),die vanaf in de Tweede Kamer zitting had. De en

waren, zoals reeds vermeld, verklaarde tegenstanders van de. De stelde hoge eisen aan de Europese integratie watbetreft haar democratische gehalte en haar milieubeleid, maarwees de niet principieel af. Vanaf het begin stelde Groen-Links zich meer in de traditie van de op. De partij hekeldein haar verkiezingsprogram van het falende sociale enmilieubeleid van Brussel en de gebrekkige democratische con-trole, maar noemde zich ‘een kritisch voorstander van verder-gaande Europese integratie’. Gaandeweg sprak zij zich uit voorversterking van het supranationale karakter van de EuropeseUnie, omdat zij dit in het belang achtte van de verwezenlijkingvan haar democratische, sociale en milieudoeleinden. In

Page 58: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

stemde GroenLinks vóór het Verdrag van Nice. De politico-loog Binnema meent dan ook ‘dat GroenLinks in de ban is vaneen behoorlijke vorm van eurofilie’.

Ook de orthodox-christelijke partijen stemden in inmethetVerdragvanNice–zij hetnietuit volleovertuiging, zo-als GroenLinks. De ChristenUnie – het samenwerkingsver-band van het en de Reformatorische Politieke Federatie(), die in haar parlementaire debuut had gemaakt entenaanzienvandeEuropese eenwordingeenmetde enhet vergelijkbaar standpunt innam– accepteerde het verdragomdat het niet met soevereiniteitsoverdracht gepaard gingmaar wel de gewenste uitbreiding van de Unie met een aantalMidden- enOost-Europese statenmogelijkmaakte.‘Daarmeeaanvaardenwijnognietdegegroeide staatkundige enpolitiekestatus quo van de Europese integratie en komen wij niet terugopeerder ingenomenstandpunten,’zoverklaardedeChristen-Unie indeTweedeKamer.De gingnolens volens akkoordvanwege de verwachtingen die na de val van deBerlijnseMuurwaren geschapen in de voormalige Oostbloklanden, maarkantte zich tegen‘de elementendie stappen zijn opdewegnaarverdere federalisering’. Zowel de ChristenUnie als de

wees nadrukkelijk uitbreiding van de supranationale besluit-vorming binnen de Europese Unie af en wilde niet verdergaandan een Unie van zelfstandige Europese staten.De enige partij in het Nederlandse parlement die zich geheel

tegen de Europese Unie bleef verklaren, was de van oorsprongmaoïstische Socialistische Partij (), die sinds in deTweede Kamer zitting heeft. Transnationale ondernemingenen de grote landen zouden in de neoliberale Europese ‘super-staat’ de dienst uitmaken, zo meende de partij, en dat leidde er-toe dat sociale verworvenheden werden opgeofferd aan ver-groting van de economische concurrentiekracht. Het Verdragvan Nice werd afgewezen omdat het ‘een volgende stap [is] ineen lange reeks in de richting van een federaal Europa [...]. Sa-menwerking is prima, maar tegen federalisme zeggen wij

Page 59: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

“nee”’.

Toenemende scepsis na

Ondanks Bolkesteins speldenprikken en de scherpe oppositievan de veranderde de communis opinio in de Nederlandsepolitiek ten aanzien van Europa aanvankelijk nauwelijks. In dedoor de nationale politiek gedomineerde campagne voor deEuropese verkiezingen in juni bijvoorbeeld ging het am-per over de verschillende visies van de partijen op de Europesesamenwerking – ook al omdat er feitelijk weinig verschillenwaren. Langzaam maar zeker begon na het in geratifi-ceerde Verdrag van Nice de consensus toch enige scheuren tevertonen – opnieuw door toedoen van de . Aanleiding washet thema van de uitbreiding van de Europese Unie met eenaantal Midden- en Oost-Europese landen en Cyprus. In decampagne voor de Tweede-Kamerverkiezingen van mei

stelde Dijkstal, die Bolkestein als -leider was opgevolgd,dat Nederland eventueel zijn veto zou moeten uitspreken te-gen de toetreding van de nieuwe landen wanneer het land-bouwbeleid en het structuurfonds niet vóór de uitbreidingzouden zijn hervormd. De PvdA en het kritiseerden de vanwege de dreiging met het veto. In de verkiezingscam-pagne speelden Europese thema’s evenwel geen rol, ook al om-dat de stormachtige opkomst van Pim Fortuyn alle aandachtopeiste.Met Fortuyn en in zijn kielzog de zou het anti-Europese,

nationalistisch getoonzette protest in de Nederlandse politieksterker worden. Fortuyn had in zijn opvattingen uitge-werkt in zijn boek Zielloos Europa. Tegen een Europa van tech-nocraten, bureaucratie, subsidies en onvermijdelijke fraude. Deondertitel geeft aan hoe de Europese eenwording bij hem toe-nemende weerstand opriep. Evenals de meende Fortuyndat de Europese integratie vooral een project was van de poli-tieke en economische elite, waarin ‘het volk’ niet werd gekend.Europa moest dan ook worden ‘teruggegeven aan de burger’.

Page 60: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

In plaats van een bureaucratische Europese ‘superstaat’ die denatiestaat – het ‘leefbare verband’ met zijn eigen zingevendeidentiteit – uitholde, wilde Fortuyn niet verdergaan dan eenunie van soevereine staten, die vooral samenwerkten op eco-nomisch terrein. Het zwaartepunt moest liggen bij de aange-sloten landen en hun parlementen. Het politiek machtelozeen niet in de bevolking gewortelde Europees Parlement konworden ‘gemist als kiespijn’.

Ook al stond Europa in de campagne voor de Tweede-Ka-merverkiezingen van en niet hoog op de agenda, indeze periode zouden de scheuren in de pro-Europese consen-sus in Den Haag wel groter worden. De enorme zege van de bij de Kamerverkiezingen van had de anti-establish-mentstemming onder het electoraat aangetoond. Al dan nietonder invloed van dit populistische protest legde de maarook het meer nadruk op de nationale dimensie. De chris-ten-democraten bleven weliswaar voorstander van een sterken federaal Europa, maar stelden in de verkiezingscampagnehet behoud van de Nederlandse identiteit op de voorgrond,getuige de verkiezingsleus: ‘voor een eigen plek in Europa’. De ging nog een stap verder en voerde campagne onder deslogan ‘Voor Europa. Maar er zijn wel grenzen’. Die grenzensloegen zowel op de uitbreiding van de Unie in geografisch op-zicht als wat betreft haar bevoegdheden. Andere partijen acht-ten het nodig nadrukkelijk op de opkomende euroscepsis in tegaan. ‘Boe roepen is makkelijk,’ zo vermeldde het verkiezings-affiche van D, de kampioen van de Europese integratie in deNederlandse politiek. De PvdA verklaarde de zorgen over Eu-ropa zeer serieus te nemen, zij het ‘niet door makkelijk te roe-pen dat alles wat Europees is niet deugt’.Bij de Europese verkiezingen van boektende euroscep-

tische partijen opmerkelijke vooruitgang. De , die cam-pagnevoerdeonderde leus‘Stuur eenwaakhondnaarBrussel’,verdubbelde haar zeteltal. Europa Transparant, dat eveneenspoogde in te spelen op het kennelijke onbehagen dat er onder

Page 61: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

de kiezers bestond ten aanzien van de Europese Unie, debu-teerde met twee zetels in het Europees Parlement. Deze partij,in april opgericht door de voormalig ambtenaar van deEuropese Commissie Van Buitenen, wilde zich inzetten vooreen scherpere controle en beter toezicht op het Europese be-stuur met als doel verspilling, fraude en corruptie te voorko-men. Ook pleitte zij voor meer democratie en transparantieom aan de achterkamertjespolitiek in Brussel een einde te ma-ken. ‘Europa moet teruggebracht worden naar de burgers,’ zostelde Van Buitenen in navolging van Fortuyn, maar eenprincipieel euroscepticus zoals Fortuyn was hij bepaald niet.

Europese grondwet

De opvattingen van de politieke partijen ten aanzien van deEuropese grondwet lagen min of meer in het verlengde vanhun opstelling bij de Europese verkiezingen. De meeste geves-tigde partijen waren voorstander van de Europese constitutie.In het algemeen vonden zij dat de grondwet de democrati-scher en slagvaardiger zou maken en dat een meer doeltreffen-de bestrijding van terrorisme en criminaliteit mogelijk zouworden. Daarnaast benadrukten de voorstanders vooral dieaspecten die bij hun eigen politieke profiel pasten. Zo meendede PvdA dat door de grondwettelijke bescherming van derechten van de werknemers het sociale karakter van de be-ter uit de verf zou komen, en legde het het accent op ge-meenschappelijke Europese waarden als menselijke waardig-heid en vrijheid. D achtte de opname van de grondrechtenin de constitutie van het grootste belang; GroenLinks meendedat de grondwet Europa groener en diervriendelijker zou ma-ken. In het kamp van de protagonisten nam de een enigs-zins afwijkende positie in. De liberalen hadden eerder aange-geven liever geen grondwet te willen ‘dan een slechte’, maarschaarden zich toch achter de Europese constitutie – mede

Page 62: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

omdat hierin het beginsel van de vrije markt was vastgelegd.Van enige federalistische geestdrift was bij de weinigmeer te bekennen: ‘onze identiteit blijft gewaarborgd dankzijeen heldere begrenzing van Europese taken en een sterkeregreep van ons parlement op Brusselse wetgeving,’ aldus VanAartsen, de voorzitter van de Tweede-Kamerfractie van de.Zoals te verwachten was wezen de traditioneel euroscepti-

sche partijen de grondwet resoluut van de hand. Gemeen-schappelijk element in hun afwijzing was dat Nederland te veelinvloed zou verliezen aan de Europese ‘superstaat’. De ver-schillende partijen hadden daarnaast ook hun eigen kritiek.De ChristenUnie en de namen aanstoot aan het ontbre-ken van een expliciete verwijzing naar het christendom. De

protesteerde tegen de ‘sociale uitverkoop’ en de toename vanmarktwerking en ‘winstbejag’. De meende dat de grond-wet de kloof tussen de kiezers en ‘Brussel’ alleen maar zou ver-groten. Het zelfstandige Tweede-Kamerlid Wilders ten slotte – die zich in van de -fractie had losgemaakt – waar-schuwde voor de mogelijke toetreding van het ‘Aziatische enislamitische’ Turkije.

Slot

De overeenstemming in de Nederlandse politiek over het eco-nomische belang van de Europese integratie en de garantie diede eenwording biedt voor de internationale veiligheid van Ne-derland is decennialang onaangetast gebleven. Nieuwe fasenin de eenwording – , , Euratom, , Europese Akte, – konden altijd op grote steun rekenen in Den Haag, zowelvan de achtereenvolgende kabinetten als van de grote, poten-tiële regeringspartijen. Tussen en binnen die partijen – metname in de – kon de mate van overeenstemming over deafdracht van nationale bevoegdheden aan Brussel wel eens

Page 63: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

uiteenlopen. Dat neemt niet weg dat zij in de regel in overwe-gende mate federalistisch ingesteld waren, dat wil zeggenvoorstander van een bovennationale (supranationale) struc-tuur in Europa waarin Brussel met de nodige bevoegdhedenwas toegerust. Het belang van een middelgrote staat als Neder-land was in deze optiek meer gediend bij een krachtige Euro-pese Commissie dan bij een intergouvernementele structuurwaarin de grote lidstaten de lakens uitdeelden.Vanaf de jaren vijftig tot de jaren negentig kan Nederland

dus als een loyale partner binnen de Europese gemeenschapworden getypeerd, met als hoogtepunt de overweldigend gro-te parlementaire instemming met het Verdrag van Nice in. In de jaren daarna evenwel is de euroscepsis, die al in hetvoorgaande decennium voorzichtig de kop op had gestoken,onmiskenbaar opgerukt in de Nederlandse politiek – met inbegrip van het Nederlandse gedeelte van de Europese parle-mentaire arena.Evenals in veel andere landen is de principië-le of populistische kritiek op de Europese Unie vooral gesitu-eerd aan de beide polen van het politieke bestel: de aan deene, de ChristenUnie, en de aan de andere zijde. Ditmonsterverbond van radicale socialisten, behoudende chris-tenen en rechtse populisten en het onafhankelijke KamerlidWilders bleek op juni in staat de gevestigde partijen vanhet politieke midden een zware nederlaag toe te brengen. Hetbeeld van het traditioneel pro-Europese Nederland, een vande zes lidstaten van het eerste uur, werd daarmee een zwareslag toegebracht.

Page 64: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Nederlanders en Europa. Een bekoelde liefde?

Jacques J.A. Thomassen

Inleiding

Interviewer: ‘Gaat u stemmen bij het referendum?’Man in de straat: ‘Jawel, hoor.’Interviewer: ‘En wat gaat u stemmen?’Man in de straat: ‘Nee, natuurlijk.’Interviewer: ‘En waarom dan wel?’Man in de straat: ‘Vanwege de euro en de uitbreiding met Tur-kije.’Interviewer: ‘Maar daar gaat de grondwet toch niet over?’Man in de straat: ‘Dat zal best, maar ze hebben me nog nooitiets gevraagd en nu zal ik ze het vertellen ook.’

Bovenstaande fictieve gedachtewisseling is typerend voor detalloze straatinterviews die in de aanloop naar het referendumop radio en te beluisteren en te zien waren. Twee suggestiesspringen in het oog. In de eerste plaats de suggestie dat Neder-landers altijd al kritisch stonden ten opzichte van Europa, inhet bijzonder ten opzichte van de invoering van de euro en desteeds verdere uitbreiding van de Unie. Vooral de voorgeno-men uitbreiding met Turkije kwam in de aanloop naar het re-ferendum voortdurend ter sprake.De tweede suggestie is dat‘ze’ altijd al veel te hard liepen wanneer het om de Europese in-tegratie ging en zich weinig aantrokken van ‘het volk’ dat hettempo van de Europese integratie niet bij kon benen. ‘Ze’ is ui-

Page 65: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

teraard de politieke elite, die – zo zou maar weer uit de uitslagvan het referendum blijken – volledig is losgezongen van deopvattingen van de gemiddelde burger.Dit zijn de twee hoofdvragen die in dit hoofdstuk aan de

orde komen. Stonden de Nederlandse burgers altijd al kritischten opzichte van de Europese integratie, of is dat een fenomeenvan de laatste jaren? En voorzover het laatste het geval is,maakt het deel uit van de algemene politieke onvrede waarmeede Nederlandse burgers volgens vele waarnemers de afgelopenjaren besmet zijn geraakt? Deze eerste vraag komt in de vol-gende paragraaf aan de orde. De tweede hoofdvraag betreft deveronderstelde kloof tussen burgers en politieke elite. Staat enstond de politieke elite inderdaad positiever ten opzichte vanEuropa dan haar achterban? De tweede vraag komt in para-graaf drie aan de orde.

Nederlanders en Europa

De vraag hoe de opvattingen over Europa zich onder de Ne-derlandse bevolking ontwikkeld hebben, is niet zo eenvoudigte beantwoorden. Om ontwikkelingen in die opvattingen inbeeld te brengen, hebben we opinieonderzoek nodig dat eenlangdurige periode bestrijkt en waarin telkens dezelfde vragenworden gesteld. Gegevens uit opiniepeilingen die niet alleeneen vergelijking door de tijd maar ook met andere landen mogelijk maken, zijn schaars. De belangrijkste bron van infor-matie die wij hier zullen gebruiken, wordt gevormd door deopeenvolgende Eurobarometers en de European ElectionStudies. Daarnaast maken we voor aanvullende informatiegebruik van het Nationaal Kiezersonderzoek () en van derondom het referendum gehouden enquête.Om een maatstaf te hebben voor hoe positief of negatief Ne-

derlanders ten opzichte van de Europese integratie staan, ver-gelijken we hun opvattingen met die van de inwoners van an-

Page 66: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dere lidstaten van de Europese Unie en in het bijzonder metdie van de burgers van de andere vijf landen die met Neder-land tot de oprichters van de (voorloper van de) EuropeseUnie behoren. Die landen zijn België, (West-)Duitsland,Frankrijk, Italië en Luxemburg.In deze paragraaf presenteren we in de eerste plaats de ant-

woorden op de zeer algemene vraag of Nederlanders het eengoede zaak vinden dat we lid zijn van de . Vervolgens stellenwe een aantal meer specifieke vragen aan de orde. Vinden wedat we profijt hebben van ons lidmaatschap? En wat vinden wevan het democratische gehalte van de ? Ten slotte twee vra-gen die in de discussie rond het referendum over de grondwetvoortdurend een rol speelden: wat vinden we van de uitbrei-ding van de en gaat de Europese integratie niet te ver?

. Is het lidmaatschap van de Europese Unie een goede zaak?

In figuur zijn de antwoorden weergegeven op de zeer algeme-ne vraag of het lidmaatschap (van Nederland) van de Europe-se Unie een goede zaak is of niet. In deze figuur kunnen we zienhoe de opvattingen in Nederland zich in de loop van de tijdontwikkeld hebben en hoe deze ontwikkeling zich verhoudttot die in de vijf overige oorspronkelijke lidstaten.Drie zaken vallen op in deze figuur. In de eerste plaats vindt

een ruime meerderheid van de bevolking, niet alleen in Neder-land, maar ook in de vijf overige oorspronkelijke lidstaten vande Unie, het lidmaatschap een goede zaak. Dat was in zoen dat was in nog steeds zo.Maar – en dat is het tweede dat opvalt – er is zeker geen line-

aire ontwikkeling in positieve dan wel negatieve richting. In dejaren tachtig gaat een steeds hoger percentage van de burgershet lidmaatschap van de een goede zaak vinden, maar inhet begin van de jaren negentig slaat de stemming enigszinsom en neemt de ontwikkeling een negatieve wending. Het ge-

Page 67: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

middelde van de overige vijf landen trekt na het midden vande jaren negentig weer enigszins bij, maar in Nederland is datniet zo. Daar blijft de stemming dalen. In was dit percen-tage gedaald tot onder de procent. Dat is zo’n percent-punten lager dan een kleine vijftien jaar daarvoor. In het na-jaar van lijkt er sprake van een kleine opleving.Hetderdewat infiguur opvalt is datdehouding tenopzich-

te vandeEuropeseUnie inNederland gedurende de gehele pe-riode positiever is dan het gemiddelde in de overige oorspron-kelijke lidstaten.Maar vanaf hetmidden van de jaren negentigwordt dat verschil kleiner. Op basis van de gegevens in deze fi-guur moeten we dus concluderen dat er geen sprake van is datde stemming in Nederland ten tijde van het referendum plot-seling is omgeslagen. Er was al langere tijd sprake van een ne-gatieve trend. Dat alles neemt niet weg dat in de gehele periodedat deze vraag gesteld is in Nederland de opvatting overheerstdat het lidmaatschap van de een goede zaak is en dat deze

Figuur : Oordeel over lidmaatschap eigen land van Europese

Unie (percentage mensen dat meent dat het lidmaatschap van de

een goede zaak is, -).

100

90

80

70

60

50

40

30

20

10

0

1974

1976

1978

1980

1982

1984

1986

1988

1990

1992

1994

1996

1998

2000

2002

2005

Nederland Overige vijf

Page 68: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

opvatting altijd sterker was dan gemiddeld in de overige oor-spronkelijke lidstaten.

.. Profijt van de Europese Unie?

Een meer specifieke vraag is of Nederland eigenlijk wel profijtheeft van het lidmaatschap van de . De discussie van de af-gelopen tijd zou anders kunnen doen vermoeden. Door de in-voering van de euro zou het leven alleen maar duurder zijn ge-worden en als nettobetaler zou de Nederland alleen maargeld kosten. Dat mogen populaire denkbeelden zijn, ze zijnniet representatief voor de opvattingen van de Nederlandersgedurende de afgelopen twintig jaar.Uit figuur blijkt dat het overgrote deel van de bevolking

vanaf , toen deze vraag voor het eerst werd gesteld in deEurobarometer, van mening is dat Nederland profijt heeft vanhet -lidmaatschap. Gedurende een lange periode wijkt Ne-derland ook in dit opzicht in positieve zin af van het gemiddel-de van de andere vijf landen. Bovendien neemt in de anderelanden de overtuiging dat het eigen land profijt heeft van hetlidmaatschap in de jaren negentig geleidelijk af. In Nederlandis dit nauwelijks het geval en blijft het percentage van de bevol-king dat het -lidmaatschap als een profijtelijke zaak ziet ophetzelfde relatief hoge niveau.Rond de eeuwwisseling groeit Nederland echter naar de an-

dere landen toe. Terwijl in de andere landen het vertrouwen inde profijtelijkheid van de Unie zich herstelt, zien we in Neder-land juist een lichte daling. Het gevolg is dat in de twee lij-nen bij elkaar zijn gekomen en Nederland zich niet langer inpositieve zin onderscheidt. Maar dat is eerder een gevolg vande stijging van het vertrouwen dat het lidmaatschap van de

hun land profijt oplevert in de andere landen, dan van een ster-ke daling in Nederland. Bovendien worden burgers bij de laat-ste meting, in , relatief wederom positiever.

Page 69: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

In feite is het aantal Nederlanders dat van mening is dat Ne-derland profijt heeft van de Europese integratie vergelijken-derwijs verbazingwekkend hoog wanneer men de betalings-positie van Nederland in aanmerking neemt. Nederland is alenige tijd per hoofd van de bevolking de grootste nettobetalervan de Unie en er blijkt wel degelijk een verband te zijn tussende betalingspositie van een land en het beeld dat de burgershebben van het profijt dat hun land heeft van het lidmaatschapvan de Unie. Uit een onderzoek uit blijkt dat de inwonersvan de landen met de meest ongunstige betalingspositie, zoalsDuitsland en Zweden, ook het meest negatief zijn in hun sub-jectieve beoordeling. In landen als Ierland, Griekenland, Por-tugal en Spanje, de grootste netto-ontvangers, staan de inwo-ners ook verreweg het meest positief in hun oordeel over hetprofijt dat hun land heeft van het lidmaatschap. Maar Neder-land past niet in dit patroon. Nederlanders zien veel meer pro-fijt van het lidmaatschap van de Unie dan ze op grond van hetstatistische verband tussen de betalingspositie van een land ende opvattingen van zijn burgers zouden ‘moeten’ zien.

100

90

80

70

60

50

40

30

20

10

1984

1986

1988

1990

1992

1994

1996

1998

2000

2002

2004

Nederland Overige vijf

Page 70: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

. Het functioneren van de democratie in Nederland en deEuropese Unie

Men kan om uiteenlopende redenen van mening zijn dat deEuropese Unie een goede zaak is en hierin ook voordelen zien,maar dat wil nog niet zeggen dat men het ook in alles eens isover het functioneren van de Unie en haar instellingen. Datgeldt in het bijzonder het functioneren van de democratie inEuropa en de instellingen die deze zouden moeten waarbor-gen. De legitimiteit van de Europese instellingen en het demo-cratisch functioneren van de Europese Unie zijn al lang eenbron van zorg. Niet voor niets is het probleem van een ‘demo-cratisch tekort’ sinds jaar en dag onlosmakelijk verbondenmet de Europese Unie. Hoe denken de Nederlanders hieroveren in hoeverre wijkt hun mening af van die van de burgers vande overige oorspronkelijke lidstaten?In figuur worden de antwoorden weergegeven op de vraag

hoe tevreden de ondervraagden zijn met het functioneren vande democratie in de Europese Unie. In dezelfde figuur zijn ookde antwoorden opgenomen op de vraag hoe tevreden men ismet het functioneren van de democratie in eigen land.

In vergelijking met andere landen valt op dat de tevreden-heid in Nederland over het functioneren van de democratie ineigen land aanmerkelijk hoger is.Dat geldt vooral in de jarennegentig toen de tevredenheid in de andere landen wat inzak-te, maar in Nederland niet.

De tevredenheid over het functioneren van de democratie inde Europese Unie ligt in Nederland voortdurend op vrijwelhetzelfde niveau als in de andere vijf landen. Maar in zaktde tevredenheid in Nederland plotseling weg tot ver onder hetgemiddelde niveau in de andere vijf landen. In het jaar vooraf-gaande aan het referendum is volgens de gegevens van de Eu-robarometer nog maar procent van de ondervraagde Ne-derlanders zeer of redelijk tevreden over het functioneren vande democratie in de Europese Unie. Die plotselinge daling kan

Page 71: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

niet worden toegeschreven aan toevallige steekproeffluctua -ties. In de European Election Study die kort na de verkiezingenvoor het Europees Parlement werd uitgevoerd was het over-eenkomstige percentage nog lager, namelijk procent. Datwas het laagste percentage van alle vierentwintig -landenwaarin het onderzoek onmiddellijk na de verkiezingen voorhet Europees Parlement werd gehouden! Al in had in Ne-derland de onvrede met het functioneren van de democratiein Europa dus een dieptepunt bereikt. Volgens het referendum -onderzoek (zie voor dit onderzoek vooral hoofdstuk negen indeze bundel) was slechts procent van de Nederlanders tenminste enigszins tevreden met het functioneren van de demo-cratie in Europa. Dit is bijzonder laag in vergelijking met ande-re landen en met de tevredenheid zoals deze in Nederland zelfnog maar enkele jaren daarvoor kon worden vastgesteld. Dehier gepresenteerde gegevens maken duidelijk dat de onvredein elk geval niet een rechtstreeks gevolg is van het debat over deEuropese grondwet en de campagne voorafgaande aan het re-ferendum.

Figuur : Tevredenheid met de democratie in eigen land en de Eu-

ropese Unie (percentage tamelijk of zeer tevreden, -).

1009080706050403020100

1974

1976

1978

1980

1982

1984

1986

1988

1990

1992

1994

1996

1998

2000

2002

2004

Nederland: EU

Overige vijf: EU

Nederland: eigen landOverige vijf: eigen land

Page 72: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

. Gaat de Europese integratie niet te ver?

Een van de redenen die vaak genoemd worden voor het toene-mende euroscepticisme is dat de meeste mensen niet tegen in-tegratie zijn, maar dat ze het opeens allemaal te snel gaat envooral dat de integratie te ver gaat. Om vast te stellen in hoe-verre dit het geval is, is in de European Election Study van zo-wel als de vraag gesteld of de Europese eenwordingal te ver gegaan is dan wel juist voortgezet zou moeten worden.De respondenten konden hun mening kenbaar maken op een-puntsschaal die zich bevindt tussen deze twee uitersten.In figuur zijn de gemiddelde scores op deze schaal voor de

landen waarin deze vraag zowel in als werd gesteld,weergegeven. Hoe lager de score hoe sceptischer men tegen-over een verdere eenwording staat. De landen zijn van linksnaar rechts geplaatst in de volgorde van de gemiddelde scoresin . Het midden van deze schaal is ,. In liggen delanden links van Duitsland daaronder. Dat zijn, naast de usualsuspect Groot-Brittannië, Finland, Oostenrijk, Denemarken,Ierland en België. Het gemiddelde in Nederland ligt duidelijkboven de gemiddelde schaalwaarde. Dat de Europese eenwor-ding te ver zou zijn doorgeschoten, is in in Nederland ze-ker niet de overheersende gedachte.Opvallend is dat vooral de burgers van de Zuid-Europese

landen weinig last hebben van de angst dat de Europese inte-gratie te ver doorschiet. Dat heeft vermoedelijk te maken methet feit dat deze landen op dat moment financieel het meestvan Europa profiteerden.In is het enthousiasme over een verdere integratie in

Europa in alle landen, met uitzondering van Finland en Dene-marken, in meerdere of mindere mate gedaald. Die daling ismet uitzondering van Luxemburg nergens zo sterk als in Ne-derland. De gemiddelde score is met meer dan een schaalposi-tie afgenomen en is daarmee gezakt tot onder de gemiddeldeschaalwaarde. Het heeft er dus alle schijn van dat de burgers in

Page 73: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

de meeste lidstaten meer eurosceptisch zijn geworden en datNederland in deze ontwikkeling de kroon spant.

. Uitbreiding van de Europese Unie

Een van de belangrijkste ontwikkelingen in de Europese Uniewaarvan vaak gezegd is dat de burgers het tempo niet kunnenbijbenen, is de snelle uitbreiding van de Unie, vooral de laatsteuitbreiding met niet minder dan tien nieuwe leden. Wat in depublieke opinie mogelijk een nog grotere rol zou spelen, is detoelating op termijn van Turkije.Hier bezien we hoe de bevolking van Europa, en die van Ne-

derland in het bijzonder, staat ten opzichte van deze uitbrei-ding. Daartoe gaan we eerst een stap terug in de tijd, om pre-cies te zijn naar de periode -. In de Eurobarometersvan die jaren werd ten aanzien van een aantal landen gevraagdof zij naar de mening van de respondenten zouden moetenworden toegelaten als lid van de Unie. In figuur is voor eenaantal landen aangegeven op welke steun van de inwoners vande toenmalige twaalf lidstaten van de Unie zij in dit opzicht

0

12

34

5

67

89

10

FinlandGB

Oostenrijk

Denemarken

Ierland

België

Duitsland

Nederland

Frankrijk

Portugal

SpanjeItalië

Luxemburg

Griekenland

1999

2004

Finlan

d GB

Ooste

nrijk

Dene

marken

Ierlan

dBe

lgië

Duitslan

d

Nederla

nd

Frank

rijk

Portu

gal

Span

jeIta

lië

Luxembu

rg

Griek

enlan

d

1999

2004

Figuur : Opvattingen over verdergaande Europese integratie

109876543210

Page 74: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

zouden kunnen rekenen. De cijfers hebben betrekking op hetpercentage voorstanders.De verschillen zijn enorm en lijkenvooral bepaald te worden door de geografische ligging van delidstaten. Ten aanzien van Zweden, Oostenrijk en Finlandwas op dat moment de besluitvormingsprocedure al afgerond.Deze landen werden in datzelfde jaar toegelaten tot de Unie.Zo’n procent van de inwoners van de toenmalige lidstatenwas het daarmee eens. Noorwegen en Zwitserland die uitein-delijk zelf van het lidmaatschap afzagen waren volgens dit on-derzoek even welkom geweest. Dat geldt in veel mindere matevoor de niet-West-Europese landen die in de figuur zijn opge-nomen. Voor het lidmaatschap van ieder van deze landen is opzijn best een krappe meerderheid te vinden. Voor het lidmaat-schap van Turkije is de steun het laagst, niet meer dan pro-cent. Maar voor enkele andere landen, zoals Slowakije en Slo-venië, die inmiddels zijn toegelaten, geldt eigenlijk hetzelfde.

Wat is het gevolg van dit gebrek aan steun voor de toelatingvan althans sommige nieuwe leden? Een mogelijk gevolg is datde legitimiteit van de Europese Unie wordt uitgehold. Een be-langrijke component van die legitimiteit is een zekere steunvoor de Europese Unie als politieke gemeenschap. Zonder die

Figuur : Opvattingen over toelating nieuwe leden in

1009080706050403020100

Zweden

Zwits

erlan

d

Ooste

nrijk

Noorwe

gen

Finlan

dMalt

a

Hong

arije

Cyprus

Poloe

n

Tsjech

Bulga

rije

Slowa

kije

Roem

enië

Slovenië

Turkije

Page 75: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

steun ontbreekt het aan een belangrijk aspect van de legitimi-teit voor een verdere politieke eenwording van de Unie.

Steun voor de Europese Unie als politieke gemeenschap kanechter nauwelijks bestaan als er niet een basis van onderlingvertrouwen is tussen de volkeren van de lidstaten van de Euro-pese Unie. Onderling vertrouwen is een noodzakelijk ‘sociaalkapitaal’ voor iedere politieke gemeenschap. En voorzover de pretendeert meer te zijn dan een economisch samenwer-kingsverband, kan ook zij niet zonder sociaal kapitaal.In de European Election Study van is aan de respon-

denten gevraagd ten aanzien van de inwoners van een grootaantal landen aan te geven of zij veel of weinig vertrouwen inhen hadden. Op basis van de antwoorden op deze vraag valteen ruwe kaart te schetsen van het wederzijds vertrouwen vande verschillende volkeren in Europa. Hier beperken we ons tothet vertrouwen dat Nederlanders hebben in de andere volke-ren van Europa en om een referentiekader te hebben makenwe weer de vergelijking met de andere vijf oorspronkelijke lid-staten. In figuur wordt de mate van vertrouwen in de inwo-ners van een beperkt aantal landen weergegeven.Een eerste conclusie die zich opdringt is dat wederzijds ver-

Figuur : Vertrouwen in andere volkeren

1009080706050403020100

Dene

n

Duits

ers

Span

jaarden

Esten

Griek

en

Fransen

Tsjech

enPo

len

Italia

nen

Turke

n

Bulga

ren

Nederland

Vijf overige

Page 76: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

trouwen niet uitsluitend en zelfs niet voornamelijk het gevolgis van een langdurige samenwerking in de Unie. Als dat zo waszou het vertrouwen van de Nederlanders in de medeoprichtersvan (de voorloper van) de Europese Unie het grootst moetenzijn. Daar is echter geen sprake van. Het vertrouwen dat Ne-derlanders hebben in de Fransen en vooral de Italianen is ver-houdingsgewijs bijzonder laag. Wat vertrouwen betreft heeftde Europese landkaart vanuitNederlands oogpuntweinig vandoen met de geschiedenis van de Unie. Nederlanders hebbeneen groot vertrouwen in de inwoners van de Scandinavischelanden. In de figuur is het vertrouwen in de Denen weergege-ven,maar het vertrouwen in de inwoners van de andere Scan-dinavische landen is niet minder groot, met inbegrip van deNoren die nooit tot de Unie zijn toegetreden. Nederlandershebben duidelijk het meeste vertrouwen in de inwoners vanNoordwest-Europa, met inbegrip van Duitsland. Buiten dezekringdaalt het vertrouwenal snel.Toch is demate vanvertrou-wenniet zuiver geografischbepaald.Zo is het vertrouwen indeGrieken en vooral de Italianen bijzonder laag, maar in deSpanjaardenenookdePortugezen is het vertrouwen juistweererg hoog.Het vertrouwen van deNederlanders in de inwonersvan de Baltische en de Midden-Europese landen Hongarije,Tsjechië en Polen ligt ongeveer op hetzelfde niveau als dat in deFransen respectievelijk de Italianen. Maar het vertrouwen zaktgeheel weg wanneer landen als Turkije, maar ook Bulgarije ofRoemenië ter sprake komen. Dat zijn nog steeds dezelfde lan-den waarvan de toetreding ook al in op weinig steun vande inwoners van de toenmalige lidstaten kon rekenen.Uit deze cijfers vallen enkele belangrijke conclusies te trek-

ken. In de eerste plaats dat het onderlinge vertrouwen van deinwoners van de lidstaten – een belangrijke voorwaarde vooreen versterking van de legitimiteit van de Unie – ernstig op deproef wordt gesteld wanneer de Unie steeds verder wordt uit-gebreid met landen waarin weinig vertrouwen bestaat. In detweede plaats zou het wel eens een vergissing kunnen zijn om

Page 77: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

te denken dat dat vertrouwen vanzelf wel komt wanneer dezelanden maar eenmaal zijn toegelaten tot de Unie. Een derdeconclusie is dat pogingen om tegenstanders van de Europesegrondwet te mobiliseren door de discussie te framen in termenvan de mogelijke uitbreiding van de Unie met landen als Bul -garije, Roemenië en Turkije, wel eens buitengewoon succesvolzou kunnen zijn.

Een kloof tussen burgers en politiek?

Binnen de Unie moeten de Europese instellingen nader totde burger komen. De burgers scharen zich ongetwijfeld ach-ter de grote doelstellingen van de Unie, maar ze zien niet al-tijd een verband tussen deze doelstellingen en het dagelijkseoptreden van de Unie. Ze vragen de Europese instellingenom minder logheid en starheid en vooral meer efficiëntie entransparantie. Velen vinden ook dat de Unie zich meer moetbezighouden met hun concrete bekommernissen en zichniet tot in de details moet bemoeien met zaken die van natu-re beter aan de verkozenen van de lidstaten en de regio’s kun-nen worden overgelaten. Sommigen ervaren dit zelfs als eenbedreiging van hun identiteit. Maar misschien nog belang-rijker: de burgers vinden dat alles veel te veel boven hunhoofd bedisseld wordt en willen een betere democratischecontrole.

Dit is geen uitspraak van Harry van Bommel of Geert Wilders,maar een passage uit de verklaring van Laken over de toekomstvan de Europese Unie van december . Daarin kondigdede Europese Raad de Conventie aan die uiteindelijk zou leidentot het ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voorEuropa (zie het hoofdstuk van Wessel in deze bundel).Na de uitslag van het referendum in Nederland was het ge-

weeklaag over de kloof tussen burger en politiek niet van de

Page 78: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

lucht. Maar wat daarmee bedoeld werd was niet altijd evenduidelijk. Eén interpretatie is dat de politieke elite iedere voe-ling met zijn achterban kwijt is en er geen idee van heeft watdaar leeft. Aan die interpretatie geeft bovenstaand citaat wei-nig voedsel. De Europese Raad, waarin alle regeringsleiderszijn vertegenwoordigd, geeft er hier blijk van wel degelijk oogte hebben voor de wijdverbreide kritiek op de pretenties en hetfunctioneren van de Unie. De conventie en de grondwet warenjuist bedoeld om aan die kritiek tegemoet te komen. Blijkensde uitslag van de referenda in Frankrijk en Nederland is dat inde ogen van de burgers toch niet helemaal gelukt. Maar het zouonjuist zijn te concluderen dat de hoogste politieke instantiesin Europa totaal blind en doof zijn voor iedere vorm van euro-scepticisme die er onder de burgers leeft.Een tweede interpretatie van ‘de kloof ’ is dat de politieke eli-

te er andere opvattingen op na houdt dan de eigen achterban,zich daar terdege van bewust is, maar toch zijn eigen opvattingdoorzet, ofwel omdat men dat nu eenmaal als zijn taak ziet, of-wel omdat men hoopt dat de achterban hen uiteindelijk welzal volgen. In deze paragraaf zullen we voorzover mogelijk na-gaan of de politieke elite ten aanzien van de invoering van deeuro, het bereik van de Europese integratie en de toetredingvan nieuwe lidstaten, er inderdaad andere opvattingen op nahoudt dan de eigen achterban en of zij zich hier ook bewustvan is.

. Euro

Hoe de opvattingen van politici en burgers zich ten opzichtevan elkaar verhielden tijdens de aanloop naar de invoering vande euro, kan worden vastgesteld op basis van de EuropeanElection Study en het daarmee verbonden onderzoek on-der de leden van het Europees Parlement en onder de ledenvan de nationale parlementen van de lidstaten in . Aan alle

Page 79: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

drie de groepen, kiezers, leden van het Europees Parlement enleden van de nationale parlementen, werd gevraagd aan te ge-ven in hoeverre men een voorstander was van de invoering vaneen gemeenschappelijke munt dan wel juist vast wilde houdenaan de handhaving van de eigen nationale munteenheid.De verschillen tussen het Europese electoraat en de leden

van het Europees Parlement bleken enorm groot te zijn. Van deeuroparlementariërs koos procent voor een onvoorwaar-delijke invoering van de euro. Slechts procent van de kiezersdeelde deze uitgesproken positie. Bijna procent van de kie-zers plaatste zichzelf juist op de extreme positie aan de anderekant van de schaal. Dat wil zeggen dat zij juist onvoorwaarde-lijk wilden vasthouden aan de eigen nationale munt. Dit pa-troon herhaalt zich in vrijwel alle landen. Met uitzonderingvan Denemarken en vooral Zweden, waar ook de leden van hetEuropees Parlement hun enthousiasme voor de invoering vande euro wisten te verbergen, laten de leden van het EuropeesParlement uit alle lidstaten hun kiezers ver achter zich. Degrootste kloof bestond in Duitsland. Terwijl de Duitse ledenvan het Europees Parlement tot de grootste voorstanders vande invoering van de euro behoorden, wilde het Duitse electo-raat massaal vasthouden aan de Duitse mark.In Nederland waren de verschillen minder extreem dan in

Duitsland, maar ook daar lagen de opvattingen van kiezers eneuroparlementariërs ver uit elkaar. Als we de verschillen perpolitieke partij bekijken, zien we in feite al hetzelfde patroondat zich zo’n tien jaar later bij het referendum in Nederlandzou openbaren. Terwijl alle grote politieke partijen tegen el-kaar aan schurken aan de uiterst positieve kant van de schaal,blijven hun kiezers steken rond het midden. Het gevolg is datde kleine politieke partijen aan weerszijden van het politiekespectrum het electoraat in zijn totaliteit ten aanzien van ditvraagstuk beter vertegenwoordigen dan de grote politieke par-tijen.Wanneer men de opvattingen van de kiezers vergelijkt met

Page 80: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

die van de leden van de nationale parlementen verandert hetbeeld niet of nauwelijks. Gemiddeld zijn de nationale volks-vertegenwoordigers wat minder uitgesproken in hun opvat-tingen en daardoor komen zij iets dichter bij hun kiezers, maarhet patroon is niet wezenlijk verschillend. Daarmee zou deman in de straat die aan het begin van dit hoofdstuk werd op-gevoerd wel eens gelijk kunnen hebben. Ze hebben hem inder-tijd niets gevraagd en als ze dat wel gedaan zouden hebben,zou hij de euro wel eens afgewezen kunnen hebben, tezamenmet zijn collega-mannen-in-de-straat in de meeste andere lid-staten.Hebbenpolitici vervolgens het euroscepticisme (indemeest

letterlijke zin van het woord!) van een groot deel van hun ach-terbanbewustnaast zichneergelegdof hebbenzij de intensiteitdaarvan onderschat? Om die vraag te beantwoorden, werd inhetzelfde onderzoek aan de parlementariërs ook gevraagdwaar zij dachten dat hun kiezers stonden. Het resultaat is op-merkelijk. De positie die de parlementariërs aan hun kiezerstoedichtten bleek niet zozeer afhankelijk te zijn van de werke-lijke positie van de kiezersmaar van hun eigen positie.Met an-dere woorden, zij projecteerden hun eigen opvattingen op dekiezers zonder de echte positie van de kiezers te kennen. Deverklaring voor dit verschijnsel is dat politici net gewonemen-sen zijn en aan dezelfde psychologische wetmatigheden on-derhevig zijn. Zij proberen wat in de psychologie ‘cognitievedissonantie’heet, te vermijden.Mensenhebbendeneiging aananderemensenmetwie zij zich verwant voelendezelfdeopvat-tingen toe te dichten als aan henzelf en de verschillen in opvat-tingen met mensen aan wie zij een hekel hebben, te overdrij-ven. Men zou dus kunnen concluderen dat parlementariërszich in elk geval verwant voelen met hun kiezers!De Zweedse politicoloog Holmberg die dit verschijnsel uit-

voerig heeft onderzocht trekt de paradoxale conclusie dat deinformatiekanalen tussen volksvertegenwoordigers en kiezershet beste functioneren wanneer dit het minst nodig is, name-

Page 81: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

lijk wanneer zij het toch al met elkaar eens zijn, en het slechtstwanneer dit het hardst nodig is, namelijk wanneer zij er ver-schillende opvattingen op na houden.

. Gaat de Europese integratie te ver?

De vraag of de Europese integratie niet te ver is doorgeschotendan wel juist verder zou moeten gaan, is gesteld in het Natio-naal Kiezersonderzoek van en en ook in een onder-zoek dat in onder de leden van de Tweede Kamer werdgehouden. Bovendien is aan de leden van de Tweede Kamergevraagd waar zij dachten dat hun kiezers stonden. In figuur is voor de antwoorden op ieder van deze vragen de gemiddel-de score per partij weergegeven.Als we eerst naar de positie van de leden van de Tweede Ka-

mer kijken, zien we dat de leden van de , de ChristenUnie ende zeer uitgesproken zijn in hun opvatting dat de Europe-se integratie te ver is doorgeschoten. Wat GroenLinks, de PvdAen D betreft mag de integratie nog wel verdergaan. Bij het en vooral de is het enthousiasme heel wat minder.Zij blijven beneden de gemiddelde schaalwaarde () steken enbevinden zich daarmee gemiddeld aan de zijde van degenendie vinden dat de eenwording al te ver is gegaan.Waar het hier echter vooral om gaat, is in hoeverre de opvat-

tingen van de Kamerleden representatief zijn voor die van hunkiezers. Opvallend is dat de partijpolitieke verschillen bij dekiezers veel kleiner zijn dan bij de Kamerleden. De kiezers vanGroenLinks, PvdA, en bevinden zich allemaal dichtbij elkaar en blijven gemiddeld allemaal beneden het middel-punt van de schaal. Bij GroenLinks, de PvdA en D is er dien-tengevolge een fors verschil tussen kiezers en gekozenen. Bijalle drie van deze partijen bevinden de gemiddelde scores vankiezers en Kamerleden zich aan verschillende zijden van hetmidden van de schaal. Voorzover deze schaalwaarden zich in

Page 82: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

duidelijke posities laten vertalen, willen de Kamerleden vandeze partijen verdergaan met de integratie terwijl hun achter-ban juist vindt dat deze al te ver is gegaan. De Kamerleden van en wijken in dit opzicht minder af van hun kiezers.De kiezers van de blijken minder extreem te zijn in hun op-vatting dat de Europese integratie te ver is doorgeschoten danhun volksvertegenwoordigers. Ten dele valt dit te verklaren uithet gebruik van gemiddelde scores. Zeker bij een extreme par-tij als de is er altijd wel een aantal kiezers dat niet zo’n uitge-sproken opvatting heeft en daarom wat dichter bij het veiligemidden van de schaal blijft. Daardoor wordt de gemiddeldescore ‘naar binnen’ getrokken.Het hierboven geconstateerdeverschijnsel dat Kamerleden geneigd zijn een minder grootverschil te zien tussen hun eigen positie en die van hun kiezersdan in werkelijkheid het geval is, zien we alleen terug bij ,GroenLinks en D.

. Toelating nieuwe lidstaten

Het laatste vraagstuk aan de hand waarvan we de representati-viteit van de opvattingen van Kamerleden willen beoordelen,betreft de toelating van nieuwe lidstaten. Aan de Kamerleden

Figuur : Opvattingen over verdergaande Europese integratie van

Tweede-Kamerleden en hun kiezers

706050403020100

GroenL

inksSP

PvdA D6

6CDA

VVD

Chris

tenUn

ieSGP

Kamerleden 2000TK: perceptie kiezersKiezers 1998Kiezers 2002

Page 83: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

werd de vraag gesteld of zij een voorstander zijn van de toela-ting van Zwitserland, Hongarije, Bulgarije en Turkije. Tegende eventuele toelating van Zwitserland bestond nauwelijksenig bezwaar, maar deze was al niet meer aan de orde. In figuur hebben we de antwoorden op deze vraag beperkt tot de ove-rige drie landen. Alleen bij de is nog bezwaar te vinden te-gen de toelating van Hongarije die op het moment van de en-quête overigens formeel al niet meer ter discussie stond. Meeropvallend is de grote steun voor de toelating van Bulgarije. Infeite stond ook deze in onder de Kamerleden nog nauwe-lijks ter discussie. Alleen bij de en de ChristenUnie is dehelft van het aantal ondervraagde Kamerleden tegen. De toela-ting van Turkije stuit op meer verzet. Alle leden van de Chris-tenUnie en de zijn tegen, maar ook bij de is in dit ge-val geen meerderheid te vinden. Daar staat tegenover dat eenruime meerderheid van GroenLinks, PvdA, D en voor-stander is van toelating van Turkije.Een vergelijking met de opvattingen van de kiezers op basis

van precies dezelfde vraagstelling kunnen we niet maken,maar gezien de gegevens die we eerder gepresenteerd hebbenlijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de opvattingen van deKamerleden van de grote politieke partijen niet representatiefzijn voor die van hun kiezers. Met betrekking tot de toelating

Figuur : Toelating nieuwe lidstaten volgens leden van de Tweede

Kamer

1009080706050403020100

GroenL

inksSP

PvdA D6

6CDA

VVD

Chris

tenUn

ieSGP

HongarijeBulgarijeTurkije

Page 84: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

van Turkije lijkt de de enige uitzondering te zijn.Het beeld dat met betrekking tot alle drie de vraagstukken

naar voren komt, is dat volksvertegenwoordigers – met uit-zondering van die van de kleine partijen aan de linker- enrechterzijde van het politieke spectrum – met betrekking totde Europese integratie positiever staan ten opzichte van de Eu-

Verkiezingsposter Europese verkiezingen (Documentatie-

centrum Nederlandse Politieke Partijen ())

Page 85: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

ropese integratie dan hun achterban. Voorzover zij zich hier alvan bewust zijn, lijken zij de verschillen tussen zichzelf en hunachterban te onderschatten.

Samenvatting en conclusie

In dit hoofdstuk hebben we geprobeerd twee vragen te beant-woorden. De eerste vraag was of Nederlanders altijd al kritischstonden ten opzichte van de Europese Unie of dat dit een re-cent verschijnsel is. Een andere formulering van dezelfde vraagis of we de uitslag van het referendum hadden kunnen zienaankomen. De tweede vraag was of er met betrekking tot deEuropese eenwording sprake is van een kloof tussen burgersen politiek.In antwoord op de eerste vraag hebben we gezien dat Neder-

landers wellicht kritisch staan ten opzichte van Europa, maarzeker niet negatief. Al zo’n dertig jaar lang vindt een overgrotemeerderheid van de Nederlanders dat het lidmaatschap van deUnie een goede zaak is en dat Nederland daar ook profijt vanheeft. Nederlanders hebben in dit opzicht ook lange tijd posi-tiever ten opzichte van Europa gestaan dan de burgers van delanden die met Nederland de voorloper van de Europese Uniehebben opgericht. Maar in tegenstelling tot de ontwikkeling indeze andere landen is de positieve houding in Nederland vanafde tweede helft van de jaren negentig enigszins afgezwakt.Daarmee is de Nederlandse bevolking niet opeens uitzonder-lijk negatief geworden ten opzichte van de Europese Unie, zijloopt alleen niet langer in positieve zin uit de pas. Nederlan-ders staan wel kritisch tegenover het functioneren van de de-mocratie in de Europese Unie, maar tot voor kort niet méérdan de burgers van de andere genoemde landen. Pas sinds staat vergelijkenderwijs een grote meerderheid van deNederlanders negatief tegenover het functioneren van de de-mocratie in Europa. Die meerderheid is inmiddels groter dan

Page 86: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

in enige andere lidstaat, met inbegrip van de nieuwe lidstaten.Op de twee specifieke vragen of de Europese integratie in-

middels niet te ver gaat en of met name de uitbreiding van deUnie niet te snel en te ver gaat – twee vragen die ook in de aan-loop naar het referendum een belangrijke rol speelden – lijkteen meerderheid van de Nederlanders ja te zeggen. In dit op-zicht bevinden zij zich in de Europese middenmoot.Dit zijn ook de twee vragen waarop de bevolking en (het

grootste deel van) de politieke elite van mening verschillen. Indie zin zou men kunnen concluderen dat er sprake is van eenkloof tussen burgers en politiek. Maar bij die conclusie passenenkele nuanceringen. In de eerste plaats is de politieke elitezich wel degelijk bewust van deze kloof, al lijkt zij deze enigs-zins te onderschatten. In de tweede plaats is er alleen in eenpopulistische democratieopvatting geen ruimte voor een ver-schil van opvatting tussen politieke leiders en hun achterban.Waar het in vrijwel iedere andere democratieopvatting omgaat, is of politieke leiders een meerderheid van de bevolkingvoor hun standpunt weten te winnen. Waarom dat in het gevalvan het referendum niet is gelukt, komt in latere hoofdstukkenaan de orde.

Page 87: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Het referenduminstrument

Douwe Jan Elzinga

Inleiding

Het referendum is op het eerste gezicht een opmerkelijk in-strument. Immers, de meeste Europese landen kennen eenstelsel van representatieve democratie, waarbij de door het elec-toraat gekozen organen namens de bevolking handelen. Refe-renda doorbreken dat patroon. Het houden van een referen-dum impliceert dat de bevolking, die vertegenwoordigers gekozen heeft, de beslissingen van die gekozen vertegenwoor-digers doorbreekt en daar een eigen besluit voor in de plaatsstelt. Het is dan ook niet te verwonderen dat de oorsprong vandeze volksstemmingen niet voortkomt uit de gedachtevor-ming over politieke representatie. Integendeel, moet menhaast zeggen. In de politieke filosofie van Rousseau liggen demeest duidelijke aanknopingspunten en het is bepaald nietzonder betekenis dat in deze theorie geen plaats is voor politie-ke representatie. Rousseau moest niets hebben van het feno-meen vertegenwoordiging. Ondanks deze tegenstelling tussenvertegenwoordiging en referendum wordt in tal van Europeselanden – zowel op centraal als decentraal niveau – steeds in-tensiever van het instrument referendum gebruikgemaakt.Na de Eerste Wereldoorlog is in Europa de opmars van het

referendum begonnen. Vooral de invoering ervan in Duits-land baarde opzien. Maar ook andere landen zoals Letland enIerland gingen in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw

Page 88: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

over tot de invoering van referenda, en na de Tweede Wereld-oorlog is de opmars van het referendum doorgegaan. Zelfs inGroot-Brittannië, bakermat van de parlementaire soevereini-teit, is in een referendum gehouden.Tot was Nederland een van de weinige landen in Euro-

pa waar nog nooit een referendum op nationaal niveau was ge-organiseerd. Het referendum over de Europese grondwet isdan ook een primeur. Wel zijn in de afgelopen jaren steedsmeer referenda gehouden op het decentrale niveau en ookwordt al geruime tijd gedebatteerd over de wenselijke invoe-ring van het bindende referendum, zowel voor de nationale alsvoor de decentrale besluitvorming. Centraal daarbij staat devraag hoe de verhouding moet zijn tot de vertegenwoordigen-de democratie. De aard van die verhouding wordt in belangrij-ke mate bepaald door het soort referendum dat men toepast.Het ene referendum heeft voor de vertegenwoordigende de-mocratie heel andere gevolgen dan het andere. Anders gezegd:sommige vormen van referendum zijn een aanvulling op derepresentatieve democratie, andere vormen doorbreken hetstelsel van vertegenwoordiging. Om de nogal uiteenlopendewerking van het referendum voor de vertegenwoordigendedemocratie uit te kunnen leggen, is het eerst van belang omeen aantal onderscheidingen te presenteren (paragraaf ). Inparagraaf wordt dan vervolgens een overzicht gegeven vanhet Nederlandse debat, terwijl in de slotparagraaf wordt aan-gegeven dat het referendum onder zekere voorwaarden eengoed middel kan zijn om de representatieve democratie beterte laten functioneren.

Soorten referenda

Wat is nu een referendum? Taalkundig vindt het woord ‘refe-rendum’ zijn wortels in het Latijnse werkwoord referre, wat ‘te-rugbrengen’ of ‘terugdragen’ betekent. De term vindt zijn oor-

Page 89: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

sprong in de oude Zwitserse confederatie. Afgevaardigden vande kantonnale volksvergaderingen kwamen met enige regel-maat bijeen in zogenoemde Tagsatzungen (vergelijk de DuitseRijksdagen of de Staten-Generaal in de Bourgondische Neder-landen). De afgevaardigden kregen van hun kantons volmach-ten mee op grond waarvan zij hun stem uit konden brengentijdens de aan de orde zijnde kwesties. Moest iets besprokenworden dat niet door de volmacht bestreken werd, dan werdde zaak door de betreffende afgevaardigde ad referendum ge-nomen; hij schortte zijn standpunt op tot hij met degenen diehem hadden afgevaardigd had gesproken. De term referen-dum heeft dus eerbiedwaardige, middeleeuwse wortels.Hoe moet nu een referendum worden omschreven? Gilhuis

geeft de volgende definitie: ‘Een referendum is een institutieop grond waarvan een besluit dat door een staatsorgaan is ge-nomen of wordt overwogen met betrekking tot een bepaaldezaak, tot voorwerp van een volksstemming wordt gemaakt.’

De staatscommissie-Biesheuvel stelde het in haar rapport zo:‘Het referendum is een [...] figuur, waarbij bepaalde voorstel-len (meestal voorstellen van wet) hetzij vanwege de regering,hetzij na aanvaarding door het parlement aan een volksstem-ming worden onderworpen.’Uit deze beide definities blijkt aldat bij een referendum (voorgenomen) besluiten van eenoverheidsorgaan aan het oordeel van het electoraat wordenonderworpen. Het electoraat wordt dus gevraagd om een (aldan niet bindende) reactie op een voorstel dat van overheids-wege wordt gedaan. De inhoud van dat voorstel ligt vast; eenamendementsrecht in een referendumprocedure is praktischniet goed voorstelbaar en wordt ook nooit toegepast en hetelectoraat kan dus het voorstel slechts aannemen of verwer-pen. Daarin onderscheidt het referendum zich van het volks -initiatief.Bij een volksinitiatief gaat het, zoals de naam al doet ver-

moeden, om een initiatief dat uit de bevolking voortkomt.Kern van deze figuur is dat een van tevoren vastliggend aantal

Page 90: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

burgers (bijvoorbeeld .) het initiatief kan nemen tot hetopstellen van een ontwerpbesluit (in de regel een wetsvoor-stel) inzake een bepaalde materie. Vervolgens zal een eveneensvan tevoren vastliggend aantal handtekeningen (bijvoorbeeld.) verzameld moeten worden teneinde het voorgeno-men besluit ‘op de politieke agenda’ gezet te krijgen. Daarnazijn er vele denkbare varianten. Zo is het mogelijk dat in devervolgprocedure voor de betreffende regering of het be-treffende parlement de verplichting bestaat om over de mate-rie een wetsvoorstel voor te bereiden en dit de normale goed-keuringsprocedure te doen ondergaan; maar het is natuurlijkook mogelijk dat na een parlementaire behandeling nog eenreferendum over het voorstel gehouden moet worden. Tenslotte kan men denken aan de figuur dat er in het geheel geenparlementaire behandeling plaatsvindt, maar dat het electo-raat rechtstreeks zijn opvatting over het voorstel geeft, of datde overheid alleen in zoverre bij de procedure betrokken is datzij het recht heeft om een tegenvoorstel te doen en dat naast het‘burgervoorstel’ aan het electoraat voor te leggen. Volksinitia-tieven kent men onder andere in Zwitserland. Hoewel hetvolksinitiatief enige overeenkomsten met het referendum ver-toont, moge duidelijk zijn dat het hier toch om een wezenlijkandere materie gaat.Wat voor soorten referenda zijn er nu? Een eerste belangrijke

onderscheiding die vaak gemaakt wordt in de literatuur is dietussen consultatieve (raadplegende of raadgevende) en decisieve(beslissende) referenda. Dit onderscheid wordt in de literatuurmeestal gelijkgesteld aan het onderscheid tussen een bindenden een niet-bindend referendum. Bij een zorgvuldige bestude-ring lijkt deze koppeling te strikt. Uiteraard is een decisief refe-rendum bindend (dat ligt reeds in die term besloten), maardaarmee is nog niets gezegd over het al dan niet bindende karakter van een consultatief referendum. Een consultatief re-ferendum is een raadgevend of adviserend referendum, zeker– maar een dergelijk advies van de bevolking kan heel wel bin-

Page 91: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dend zijn voor het orgaan dat geadviseerd wordt (bijvoorbeeldde raad van een gemeente). In zo’n geval is een consultatief re-ferendum eveneens bindend, en valt het onderscheid met eendecisief referendum weg. Er kan derhalve worden gepleit vooreen ander begrippenpaar. Consultatief staat daarbij niet te-genover decisief, maar tegenover correctief. Het onderscheidzit hem dan ook niet in het al dan niet bindende karakter vanhet referendum, maar in het tijdstip waarop het gehoudenwordt; een consultatief referendum vindt plaats voordat het teadviseren orgaan een (concept)besluit neemt, een correctiefreferendum vindt plaats nadat het te adviseren orgaan een(concept)besluit genomen heeft. Afhankelijk van het rechts-karakter van het advies kunnen consultatieve en correctievereferenda zowel bindend als niet-bindend zijn.Naast dit onderscheid tussen (bindende en niet-bindende)

consultatieve en correctieve referenda kan men ook een on-derscheid maken tussen obligatoire (verplichte) en facultatieve(niet-verplichte) referenda. Bij een obligatoir referendum gaathet om een referendum dat verplicht gehouden moet worden

Trouw, mei

Page 92: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

teneinde rechtskracht aan een bepaald besluit te verlenen.Zo’n verplichting kan bijvoorbeeld in een grondwet voorge-schreven zijn; men denke dan met name aan grondwetswijzi-gingen. Een facultatief referendum is een referendum dat ge-houden kan worden, maar niet gehouden behoeft te worden. Inde landen waar de figuur van het facultatieve referendumwordt toegepast, bestaan nogal wat verschillen inzake de vraagwie bevoegd is tot het nemen van het initiatief voor zo’n refe-rendum. Zo is in Frankrijk de president de aangewezen figuur,maar kan in Zwitserland een aantal kiezers al een facultatiefreferendum afdwingen.Vervolgens kan men referenda naar onderwerp indelen; er

kunnen dan wets- en bestuursreferenda zijn, grondwetsrefe-renda, verdragsreferenda en financiële referenda.En ten slotte kan men een onderscheid maken naar het terri-

toir waar het referendum wordt gehouden: er zijn nationale,regionale en lokale referenda mogelijk.

De genoemde vormen van referenda kunnen zich in tal vancombinaties voordoen. Als de stelsels van representatieve endirecte democratie worden voorgesteld als twee uitersten, dankunnen de verschillende referenda tussen deze twee polenworden geplaatst, ieder op een plaats dichter bij het ene of hetandere uiterste.De twee soorten van referenda die vanuit dat perspectief het

verst uit elkaar liggen, zijn aan de ene kant het consultatieve,niet-bindende facultatieve referendum dat door het te advise-ren orgaan zelf wordt georganiseerd, en aan de andere kant decorrectieve, bindende volksstemming die door de burgers isafgedwongen. De eerste referendumvorm vertoont de meestekenmerken van de representatieve democratie. Tussen de ge-noemde uitersten zijn veel combinaties mogelijk en deze ko-men in Nederland op gemeentelijk niveau dan ook op ruimeschaal voor.De keuze voor de vorm van het referendum geeft aan welke

Page 93: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

waarde het vertegenwoordigend orgaan enerzijds hecht aan demogelijkheid voor de burgers om hun mening over een speci-fiek onderwerp te geven en anderzijds aan het functionerenvan de representatieve democratie. De gekozen vorm geeftmet andere woorden aan hoe ‘vergaand’ de representatievevormen worden aangevuld. Niet zelden zal de keuze voor hetene of een ander soort referendum het gevolg zijn geweest vanpolitieke discussie, concessies en compromissen.

Het Nederlandse debat

De Nederlandse discussie over invoering van vormen van refe-renda is vooral op gang gekomen sinds in de staatscom-missie-Biesheuvel werd ingesteld. Deze commissie kreeg alsopdracht om de relatie tussen de kiezers en de beleidsvormingte onderzoeken. In haar eindrapport uit stelde de com-missie voor zowel het referendum als het volksinitiatief in tevoeren. De commissie-Biesheuvel stelde de invoering van refe-renda voor op nationaal en op decentraal (provinciaal en ge-meentelijk) niveau.Voorhet landelijkniveauwerd een facultatief correctief wet-

gevingsreferendumaangeprezen.De commissie stelde zich ditvoor als een bindend referendum op initiatief van een vastge-steld aantal kiezers, dat alleen kan gaan over wetsvoorstellendie al zijn aangenomen door beide Kamers van de Staten-Ge-neraal. Het initiatief van de kiezers zou in een inleidend ver-zoek door . handtekeningen moeten worden onder-steund en in een hierop volgend definitief verzoek door..Verder zou het wetsvoorstel van rechtswege vervallenwanneer een meerderheid van de opgekomen kiezers zich te-genhet voorstel uit zou spreken endiemeerderheid ten minsteprocentvanhetaantalkiesgerechtigdenzouomvatten.Laterwerden deze drempelbepalingen aanmerkelijk naar bovenbijgesteld. Inde voorstellen vanhet eerste kabinet-Kokuit

Page 94: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

– zie verderop–moest het inleidende verzoekdoor .kie-zerswordengesteundenhetdefinitieveverzoekdoor..

Het voorstel voor een decentraal referendum betrof zowelhet provinciale als het gemeentelijke niveau. Volstaan wordthier met een beknopte beschrijving van het lokale referen-dum. Het voorstel week op een aantal belangrijke punten afvan het landelijke concept. Ten eerste betrof het aantal handte-keningen dat noodzakelijk is om een volksstemming af tedwingen geen absoluut getal, maar voor een inleidend verzoekzou een aantal moeten worden bereikt van procent van dekiesdeler van de laatstgehouden verkiezingen. Voor het defini-tieve verzoek werd tweemaal de kiesdeler als eis gesteld. Verderzou volgens de commissie een andere geldigheidsdrempel ge-hanteerd moeten worden. Een gemeenteraadsbesluit zou bijvolksstemming zijn verworpen wanneer ‘een meerderheid vande opgekomen kiezers, tevens vormende een meerderheid vanhet aantal bij de laatste verkiezingen opgekomen kiezers, tegenheeft gestemd’. De commissie koos ervoor om op gemeente-lijk niveau de meerderheid die zich tegen het voorstel uit-spreekt te relateren aan het aantal bij de laatste verkiezingenuitgebrachte stemmen en niet aan het totale aantal stemge-rechtigden, zoals werd voorgesteld voor het nationaal niveau.Zij deed dit om te bereiken dat ‘een beslissing van een verte-genwoordigend orgaan dat gekozen is door een relatief grootaantal kiezers minder makkelijk kan worden verworpen daneen beslissing van een vertegenwoordigend orgaan met eenkleiner mandaat’.Verder zou een gewone meerderheid (meerdan procent) niet voldoende zijn wanneer de opkomst voorhet referendum lager is dan bij de laatste verkiezingen. Dit omte waken voor de positie van het vertegenwoordigend orgaan.Op deze wijze koos de commissie in feite voor het opwerpenvan een dubbele drempel.Het nationale referendum, zoals door de staatscommissie-

Biesheuvel voorgesteld, beperkte zich tot de figuur van hetwetgevingsreferendum. Voor het decentrale niveau zou dit

Page 95: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

echter een te beperkt perspectief geven, vooral ook omdat degemeenteraad niet alleen wetgever is, maar ook bestuurder.Besluiten van de gemeenteraad betreffen niet alleen verorde-ningen, maar ook beschikkingen, beslissingen in beroep naaraanleiding van besluiten van en , het afgeven van vergun-ningen, enzovoort. Ook deze besluiten zouden volgens decommissie in de gemeenten in beginsel referendabel moetenzijn. Wel zou het moeten gaan om besluiten van de gemeente-raad. Beslissingen die genomen zijn door en of de burge-meester zouden van het referendum moeten worden uitgeslo-ten. Zou dit immers wel mogelijk zijn, dan kan – ter correctievan het college van en – het electoraat de gekozen gemeen-teraad passeren, hetgeen tot allerlei politiek-bestuurlijke pat-stellingen kan leiden.Een vergelijkbaar probleem wordt gevormd door het feit dat

de beslissingsbevoegdheid van gemeentebesturen, in tegen-stelling tot die van de wetgever, op verschillende manierenstrikter is ingeperkt. Zo zijn gemeenten met betrekking totsommige beslissingen gebonden aan de figuur van het mede-bewind.Wat de commissie betrof zou ook deze categorie re-ferendabel kunnen zijn. Het electoraat kan een streep trekkendoor een voornemen van de gemeenteraad, zodat de uitvoe-ring van het medebewind bij voorbaat onmogelijk wordt,maar in een ander geval zou de raad zélf hebben kunnen be-sluiten niet mee te werken aan de totstandkoming van het me-debewind. Leidt echter een referendum tot het niet meer kun-nen voldoen aan de medebewindsverplichting, dan kan dataanleiding zijn voor een andere overheid om in te grijpen viatoezicht.Naast het medebewind staan de beslissingen die de raad in

autonomie kan nemen. In deze zaken zou in ieder geval eenreferendum mogelijk moeten zijn. Wel kunnen besluiten vande gemeenteraad, achteraf, door de kroon worden vernietigdwegens strijd met het recht of het algemeen belang.Volgensde commissie waren er geen redenen om onderwerpen ter zake

Page 96: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

waarvan repressief toezicht door een hoger orgaan kan wor-den uitgeoefend aan de werkingssfeer van het referendum teonttrekken. Andersom zouden besluiten die via een volks-stemming tot stand zijn gekomen gewoon aan toezicht kun-nen worden onderworpen. In het algemeen, ook met betrek-king tot het medebewind, stelde de commissie zich op hetstandpunt dat invloed van een hoger orgaan op de beslissingvan de gemeenteraad (dat via een referendum tot stand is ge-komen) geen grotere aantasting van het beslissend karaktervan het referendum betekent dan nu al het geval is ten aanzienvan besluitvorming van de gemeenteraad. Met andere woor-den, het gemeentelijk referendum zou kunnen worden inge-voerd zonder dat het bestaande systeem van bevoegdhedenten aanzien van de besluitvorming op de helling moest. Voorvormen van preventief toezicht, zoals de goedkeuring, de ver-klaring van geen bezwaar, de toestemming of de ontheffing,volgde de staatscommissie eenzelfde redenering.

Tot zover de voorstellen van de staatscommissie-Biesheuvel.Omdat deze voorstellen niet tot besluitvorming konden lei-den vanwege politiek verzet daartegen in het parlement, werdin aan de commissie-De Koning de opdracht gegevennog eens naar het referendum te kijken. Deze commissie-DeKoning was ingesteld als uitvloeisel van de in rapporte-rendeKamercommissie-Deetman,die beoogde het debat overstaats rechtelijke vernieuwing weer enig nieuw leven in te bla-zen. In het tweede rapport van de commissie-De Koning van oktober concludeerde de commissie in meerderheid datzowel op nationaal als decentraal niveau een correctief refe-rendum zou moeten worden ingevoerd. Via grondwetswijzi-ging en specifieke referendumwetgeving zou een en andermoeten worden gerealiseerd.Het meest in het oog springende verschil met de staatscom-

missie-Biesheuvel was het correctieve karakter van het decen-trale referendum en de specifieke regelgeving die werd voorge-

Page 97: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

steld. In de jarenna is vooral dat punt vande specifieke re-gelgeving voor het decentrale referendum een punt van aan-dacht en discussie geweest. Evident is dat de introductie vaneen bindend referendum een grondwettelijke basis vereist.Voorwatbetreftdevormingvaneenwetophetdecentrale refe-rendumisdie evidentie erwatminder.Inprincipe zoubijvoor-beeldookkunnenwordenvolstaanmeteenmodelverordeningvande ofmetdoordenationaleoverheidaangegevenmo-delspelregels waar gemeenten en provincies naar believen opkunnen differentiëren. De laatste varianten bezitten de aan-trekkelijkheid van differentiatie en autonomie. Toch zijn erveel argumenten die pleiten voor een wet op het decentrale re-ferendum. De verscheidenheid in de lokale referendumrege-lingen is inmiddels dusdanig groot en de toepassing van diezeer uiteenlopende regelingen heeft ondertussen een dermateonoverzichtelijk karakter aangenomen, dat alles ervoor pleitom een aantal centrale beginselen en wettelijke spelregels totstand te brengen. Indien het referendum een definitieve plaatskrijgt tussen de andere democratische zeggenschapsrechtenbetekent dit dat de burgers ook op een enigszins gelijke en ge-waarborgde wijze van dit recht gebruik moeten kunnen ma-ken. Het kan om die reden niet geheel aan de decentrale auto-nomie worden overgelaten hiervoor allerlei voorwaarden endrempels te formuleren, als was het alleen maar om te voorko-men dat via te strenge voorwaarden en drempels het gebruikvan het referendumrecht bijna onmogelijk wordt gemaakt. Indat verband kan worden terugverwezen naar de vorige para-graaf, waarin werd geconstateerd dat de vorm van het referen-dum in belangrijke mate bepaalt op welke wijze de representa-tieve democratie wordt aangevuld en gecorrigeerd. Bij devormgeving van het nationale en decentrale referendum gaathet derhalve om de grondtrekken van het democratisch bestel.Er is alle reden met die grondtrekken zeer zorgvuldig om tegaan, hetgeen pleit voor een wettelijke raamregeling voor hetdecentrale referendum, waarbinnen vervolgens autonomie en

Page 98: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

differentiatiemogelijkheden worden gelaten.In oktober publiceerde – zoals gezegd – het eerste kabi-

net-Kok een voorontwerp van een wetswijziging tot grond-wetsherziening. Dit voorontwerp was in hoofdzaak gebaseerdop de voorstellen van de staatscommissie-Biesheuvel. Metdien verstande dat door toedoen van coalitiepartner dedrempels aanzienlijk waren verhoogd. Deze voorstellen totgrondwetsherziening werden in eerste lezing door Eerste enTweede Kamer aangenomen. Na de vorming van het tweedekabinet-Kok in nam de Tweede Kamer ook in tweede le-zing de voorstellen over, maar deze sneuvelden in de nacht van op mei (de ‘nacht van Wiegel’) in de Eerste Kamer,waarna het kabinet ontslag aanbood. Vrij snel daarop volgdeeen doorstart van het kabinet op basis van conclusies inzakehet referendum van informateur H.D. Tjeenk Willink. Dezeconclusies waren meer ingegeven door de wens om D tepaaien en zo de paarse coalitie te kunnen continueren, dandoor het verlangen om te komen tot een adequate vormgevingvan het referendum. In – nadat de eerdere voorstellentot grondwetsherziening opnieuw waren ingediend – bleekten langen leste dat de verandering van de grondwet om hetcorrectief wetgevingsreferendum mogelijk te maken bij detweede lezing niet kon rekenen op een meerderheid van twee-derde van de leden. In was de Tijdelijke referendumwet(Trw) totstandgekomen om ervaring op te doen met raadge-vende referenda. In deze wet was bepaald dat deze automa-tisch zou vervallen per januari . Op oktober werdeen initiatiefwetsvoorstel van de leden Dubbelboer en Duy-vendak – met als doel om de tijdelijkheid van de Trw ongedaante maken – door de Tweede Kamer verworpen. Wat resteerdewas dat op initiatief van de Tweede Kamer in een raadple-gend referendum werd gehouden over de goedkeuring van hetEuropees Grondwettelijk Verdrag voor het Koninkrijk der Ne-derlanden. Het betrof hier een parlementair initiatief. Poli-tieke groeperingen die zich altijd een fervent tegenstander

Page 99: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

hadden getoond van het referendum – zoals de – warennu voorstander, met name vanwege het niet-bindende karak-ter van deze volksraadpleging. Dit eerste nationale referen-dum in ons land liet niet alleen een hoge opkomst, maar tevenseen hoogoplopend debat zien over de Europese samenwer-king. Ondanks het voor de meerderheid van het parlement te-leurstellende ‘nee’ heeft deze volksraadpleging het debat overde wenselijkheid van het referendum nieuw leven ingeblazen.Of dit ook zal leiden tot een verandering van opvatting over deopname van het bindende referendum in de grondwet kanniet goed worden overzien.

Ondertussen heeft ook op het decentrale niveau de referen-dumpraktijk zich verder ontwikkeld. In beginsel gaat het daarom raadgevende/consultatieve stemmingen, zolang de grond-wet op dit onderdeel niet is gewijzigd. Door een stelsel vanzelfbinding hebben deze referenda echter een min of meerbindend karakter gekregen, waardoor een soort tussen- ofovergangsvorm is ontstaan. Bij een raadplegend referendumspreekt een meerderheid van de gemeenteraad van tevoren afdat ze zich in (morele) zin aan de uitspraak zal houden. In deeerste jaren van deze bindingspraktijk werden deze beloftesnogal eens gebroken of ter discussie gesteld in gevallen waarbijde uitslag van een referendum een weinig eenduidig karakterdroeg. En het was ook de vraag of deze zelfbinding van ge-meenteraden, vooral in de meest toegespitste vormen, wel ge-heel door de (grond)wettelijke beugel kon. In de praktijk werdevenwel in ruime zin met deze vorm van zelfbinding geëxperi-menteerd.Wat het lokale referendum betreft heeft de regering voor re-

ferenda op gemeentelijk niveau de zogenaamde zelfbindingmogelijk gemaakt. Op januari stuurde de minister vanBinnenlandse Zaken een circulaire aan de gemeentebesturen.Aanleiding daarvan was de opheffing, bij Koninklijk Besluit,van de schorsing van een referendumverordening van de ge-

Page 100: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

meente Arnhem. In Arnhem had de gemeenteraad zelfbin-ding voor de individuele leden mogelijk gemaakt. De ministeroordeelde dat het primaat van de gemeenteraad, zoals neerge-legd in de grondwet en de gemeentewet, niet was aangetast. Inde eerste plaats zou de zelfbinding het raadplegend referen-dum niet tot een bindend referendum maken, omdat de raadper geval beslist of een referendum wordt gehouden en iederraadslid per geval kan aangeven of hij via zelfbinding zijn vrijebeslissingsruimte inperkt. Bovendien zou de volksvertegen-woordiger voorwaarden aan zijn zelfbinding kunnen verbin-den en is het de gemeenteraad die uiteindelijk het definitievebesluit neemt. Verder zouden volgens de bewindsman de fi-guur van de zelfbinding en het verbod van last niet met elkaarbotsen. Het verbod van last moet volgens de circulaire in diezin worden begrepen, dat een persoon of een andere instantiehet raadslid ‘geen rechtens bindende instructies kan opleg -gen’.Hiervan zou in casu geen sprake zijn omdat de raadsle-den ‘in volle vrijwilligheid’ de zelfbinding zijn aangegaan. Erkomt alleen een politieke binding van individuele raadsledenaan de uitspraak van de kiezers tot stand. Gemeentebesturendie een raadplegend referendum willen organiseren, kunnendat derhalve doen met gebruik van de constructie van zelfbin-ding, en wel totdat een wijziging van de grondwet de weg naareen bindend referendum heeft vrijgemaakt.

Referendum en representatieve democratie

Uit de bovengeschetste discussies blijkt dat de kernvraagsteeds opnieuw is op welke wijze directe volksinvloed inpas-baar is in het stelsel van de representatieve democratie. Kijktmen naar de ontwikkeling van het vertegenwoordigende stel-sel dan blijkt daaruit dat het concept van de politieke represen-tatie een grote flexibiliteit in zich bergt. In de negentiendeeeuw bijvoorbeeld werd het functioneren van politieke partij-

Page 101: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

en ingepast in het stelsel van vertegenwoordiging. Nu de rolvan de politieke partijen minder sterk is geworden, is een ont-wikkeling gaande waarbij meer elementen van directe demo-cratie in het representatieve stelsel worden ingevlochten. Hetdenken over en het in de praktijk brengen van de figuur politie-ke representatie staat derhalve niet stil. Het representatiecon-cept, zoals dat in de westerse traditie wordt gehanteerd, heefteen sterk dynamisch karakter. Het is ook om die reden dat denogal eens naar voren gebrachte tegenstelling tussen degrondslagen van het representatieve systeem en vormen vandirecte democratie als een valse tegenstelling moet wordenaangemerkt. Evident is dat zeer uitbundige vormen van direc-te democratie de grondslagen van het representatieve stelselkunnen aantasten en het politieke primaat van het vertegen-woordigende stelsel kunnen bedreigen. Afgaande echter op deintroductie van het referendum in verschillende Europese lan-den vormen deze volksraadplegingen eerder een aanvulling open een bevestiging van het representatieve stelsel, dan een aan-tasting daarvan.Ook in meer theoretisch opzicht kan aannemelijk worden

gemaakt dat de tegenstelling tussen elementen van directe de-mocratie enerzijds en politieke representatie anderzijds eenvalse is of althans minder absoluut is dan zij lijkt. Ook op hetconcept van de directe democratie gebaseerde stelsels kunnenniet zonder een moment van representatie of identificatie.Wanneer kiezers hun stem uitbrengen bij verkiezingen ofwanneer volksvertegenwoordigers stemmen in een vertegen-woordigend orgaan is er weliswaar sprake van een directe enpersoonlijke daad, maar die daad vertegenwoordigt ook iets.En wel uiteraard in de eerste plaats een persoonlijk belang eneen keuze, maar in de tweede plaats tevens een kwalificatie vande belangen van het geheel, van de groep, de fractie et cetera,en vaak ook nog wel de behartiging van de belangen van hendie geen directe kiezersinvloed hebben. Wat dit laatste betreft:nooit hebben alle burgers stemrecht – niet bijvoorbeeld een

Page 102: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

grote groep jongeren onder een bepaalde leeftijd –, met als ge-volg dat de kiesgerechtigde burgers anderen min of meer ver-tegenwoordigen bij het uitbrengen van hun stem. Heeft de di-recte democratie daarom het middel van de representatie inenigerlei vorm nodig, ook voor de indirecte/vertegenwoordi-gende democratie geldt dat deze de directe democratie nietkan missen. De politieke representatie wordt in de huidige ver-houdingen door directe volksinvloed – verkiezingen – totstand gebracht en het functioneren van politieke representan-ten nadien wordt op allerlei manieren direct door burgers enmaatschappelijke organisaties beïnvloed. Het organiseren vanvolksinvloed op andere wijze dan verkiezingen – bijvoorbeelddoor referenda – is dan ook niet principieel met dit conceptvan representatie in strijd. Ook nog in ander opzicht kan aan-nemelijk worden gemaakt dat het houden van referenda goedin een vertegenwoordigend stelsel kan worden ingepast. Bijvolksraadplegingen kunnen de bestaande actoren in de verte-genwoordigende partijendemocratie – bestuurders, volksver-tegenwoordigers en politieke partijen – zich uitstekend profi-leren. In dat opzicht kan het referendum zelfs een adequaat instrument zijn om de vertegenwoordigende partijendemo-cratie nieuw leven in te blazen. Andere vormen van directe de-mocratie – zoals het direct verkiezen van bestuurders (derechtstreeks door de bevolking gekozen minister-president, derechtstreeks gekozen burgemeester, et cetera) – zijn in dat op-zicht veel problematischer en wel omdat er in die gevallen eensterk concurrerende verhouding ontstaat tussen de actorenvan de vertegenwoordigende partijendemocratie enerzijds endemocratisch gelegitimeerde bestuurders anderzijds. Dedaardoor geïntroduceerde personendemocratie staat dan ookin menig opzicht haaks op de grondslagen van het vertegen-woordigende stelsel.Hiermee is uiteraard niet gezegd dat invoering van het refe-

renduminstrument goed of wenselijk is. Er zijn tal van argu-menten tegen het te uitgebreid houden van bepaalde soorten

Page 103: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

referenda, zoals er daarnaast goede argumenten zijn om vóórbepaalde vormen van referenda te pleiten. De veelgehoordestelling dat het instrument referendum als zodanig strijdig ismet de grondslagen van het stelsel van politieke representatiekan echter niet staande worden gehouden, terwijl wel kanworden betoogd dat het introduceren van de personendemo-cratie een inbreuk maakt op de grondslagen van de vertegen-woordigende democratie in haar huidige vorm.

Page 104: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

De campagne: David tegen Goliath?

Paul Lucardie

Als we proberen een beeld te schetsen van de campagne voor-afgaande aan het referendum over de Europese grondwet stui-ten we direct op een probleem. Eigenlijk kan men niet van ‘decampagne’ spreken, want er waren vele campagnes die door el-kaar en soms tegen elkaar in liepen. Zowel voor- als tegenstan-ders waren onderling te zeer verdeeld om samen te werken: inhet ja-kamp stonden regering en oppositie tegenover elkaar, inhet nee-kamp links en rechts. Dit hoofdstuk biedt dan ookgeen zuiver chronologisch relaas, maar een overzicht van deverschillende campagnes van de belangrijkste spelers, de poli-tieke partijen en organisaties als het Comité Grondwet Nee.Uiteraard is dit, zoals elk overzicht, onvolledig en selectiefmaar – naar valt te hopen – wel onpartijdig.In dit hoofdstuk worden eerst kort de voorgeschiedenis en

de institutionele context van het referendum geschetst. Daar-bij belichten we onder meer de rol van de Referendumcom-missie. Vervolgens beschrijven we de campagnes van de voor-standers van de Europese grondwet. We laten zien dat dievoorstanders weinig eendrachtig samenwerkten. Daarna be-spreken we de campagnes van de evenmin erg homogenegroep tegenstanders. Tot slot trekken we enkele conclusiesover de verschillende campagnes.

Page 105: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Voorgeschiedenis

De geschiedenis van het referendum begon met onzekerheid:zou het doorgaan of niet? De Europese Conventie was nog niethelemaal klaar met het ontwerp voor de grondwet, toen Nies-co Dubbelboer (PvdA), Boris van der Ham (D) en FarahKarimi (GroenLinks) in mei hun initiatiefwetsontwerpvoor een raadplegend referendum over de Europese grondwetindienden. Op dat moment leek de meerderheid van de Twee-de Kamer daar weinig voor te voelen. Dat veranderde toen deRaad van State in juli aangaf geen bezwaar te maken tegen eendergelijke volksraadpleging als vervanging van een tweede le-zing door Eerste en Tweede Kamer, zoals vereist bij wijzigingvan de Nederlandse grondwet. De toonde zich gevoeligvoor dit argument en stemde uiteindelijk in november voorhet wetsvoorstel, dat nu werd aangenomen met alleen destemmen tegen van het , de ChristenUnie en de . Op

januari overwonnen ook de -leden in de Eerste Ka-mer hun twijfels en stemden zij voor het wetsvoorstel, dat zo-doende een ruime meerderheid kreeg.Aanvankelijk werd verwacht dat het referendum tegelijk

met de verkiezingen van het Europees Parlement in juni

gehouden zou kunnen worden. Dat bleek echter niet haalbaar,want nadat de regeringsleiders op juni overeenstemminghadden bereikt over de definitieve tekst, werd het Verdrag voorde grondwet pas op oktober van dat jaar plechtig onderte-kend. De ontwerpgrondwet speelde niettemin een rol in dieverkiezingen. Voorzover ze dat nog niet hadden gedaan, zagende deelnemende partijen zich genoopt een standpunt over degrondwet te verkondigen.De regeringspartijen , D en namen evenals de

PvdA en GroenLinks een positief, zij het niet kritiekloosstandpunt in. Al deze partijen hadden het Europees Parlementgraag nog meer macht gegund, met name waar het de begro-ting van de Europese Unie betrof. Niettemin beschouwden zij

Page 106: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

de grondwet als een stap in de gewenste richting, naar eenmeer democratische Unie. De ChristenUnie, , en

zagen dat anders. De grondwet ging hen te ver in de richtingvan een federale Europese staat. De socialisten kenden graagmeer bevoegdheden toe aan het Europees Parlement, maarniet aan de Europese Unie als zodanig. Nationale parlemen-ten moesten meer zeggenschap krijgen over Europees beleidop hun grondgebied. De steunde deze laatste eis van de ,maar ging veel verder: het Europees Parlement kon beter hele-maal verdwijnen; de Europese Unie moest zich beperken toteconomische samenwerking tussen volledig soevereine sta -ten.Van de nieuwe partijen die zich bij de Europese verkiezin-gen presenteerden, juichte alleen Leefbaar Europa de ont-werpgrondwet toe als stap op weg naar een federaal Europa.Deze partij haalde daarmee slechts , procent van de stem-men. De enige nieuwe partij die succes behaalde bij deze ver-kiezingen, Europa Transparant, hield zich aanvankelijk op devlakte maar zou later stelling nemen tegen de grondwet.

Na de Europese verkiezingen verdween de Europese grond-wet weer uit de publieke aandacht, althans in Nederland. Datbegon pas langzaam te veranderen in de wintermaanden vanbegin (zie ook figuur in het hoofdstuk van Kleinnijen-huis, Takens en Atteveldt in deze bundel).

De institutionele en financiële voorwaarden

Aangezien de Nederlandse wetgeving niet voorziet in referen-da, moesten regering en parlement de institutionele voor-waarden voor deze gelegenheid scheppen. Ze mochten als hetware de kaarten schudden en tussen de spelers verdelen. Zetrachtten dat zo eerlijk mogelijk te doen, maar misten daarbijeen gelukkige hand. Het kabinet stelde zich aanvankelijk gere-serveerd op. Het referendum was tenslotte een initiatief van deTweede Kamer, niet van het kabinet. Toen de Eerste Kamer in

Page 107: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

januari evenals eerder de Tweede Kamer voor een raad-plegend referendum stemde, werd dat door het kabinet zonderenthousiasme geaccepteerd.Afgesproken werd dat het ministerie van Binnenlandse Za-

ken en Koninkrijksrelaties een campagne zou voeren om deopkomst te bevorderen, zoals het dat ook de afgelopen jarenbij verkiezingen had gedaan onder het motto ‘...u komt tochook?’ Daartoe werden folders verspreid en advertenties ge-plaatst waarin twee formeel geklede Kamerdienaren het landdoortrokken met het spreekgestoelte van de Tweede Kamer endat vervolgens aanboden aan voorbijgangers, boeren en arbei-ders, met de tekst ‘Het parlement vraagt uw mening over deEuropese grondwet’. Voorts kreeg het Instituut voor Publieken Politiek () de taak om, evenals bij de Tweede-Kamerver-kiezingen, via een stemwijzer op het internet de burgers te hel-pen een keuze te maken – in beginsel was deze ‘referendumwij-zer’ onpartijdig, al zouden tegenstanders dit later aanvechten.Het ministerie van Buitenlandse Zaken zou de inhoudelijke

voorlichting over het Grondwetverdrag op zich nemen, zij hetzonder zelf al te zeer op de voorgrond te treden. Beducht voorbeschuldigingen van machtsvertoon of ‘ongelijkheid van wa-pens’, nam het kabinet zich voor de actieve campagne vooralaandepolitiekepartijenenmaatschappelijkeorganisatiesoverte laten.Wel drukte het ministerie een krant met de completetekst vande grondwet,die begin april op grote schaal verspreidwerd (via bibliotheken, tankstations enzovoort). Die krantkwam eigenlijk iets te vroeg – en veroorzaakte enige wrevel bijhet ministerie van Binnenlandse Zaken. De campagne wasnog niet op gang gekomen; bovendien zou een samenvattingvande tekst pas tien dagen later bij de burgers in de bus vallen.Deze samenvatting was vervaardigd door de onafhankelijkeReferendumcommissie die de Tweede Kamer op februari had benoemd. Voorzitter van deze commissie was dehoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Radboud Universi-teit Nijmegen, mr. C.A.J.M. Kortmann. Terwijl de voorzitter

Page 108: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

geacht werd partijloos te zijn, hadden de vier overige commis-sieleden wel een zekere binding met politieke partijen of stro-mingen: mr. T. Elzenga, burgemeester van Veenendaal en lidvan de Kiesraad, was lid van het ; mr. F. Korthals Altes,oud-voorzitter van de Eerste Kamer en oud-minister van Jus-titie, was in de jaren zeventig voorzitter van de geweest;G.J. Schutte, eveneens lid van de Kiesraad, had in de TweedeKamer de fractie van het Gereformeerd Politiek Verbond ge-leid voordat deze partij opging in de ChristenUnie; mevrouwE.J. (Noortje) van Oostveen, communicatieadviseur en jour-naliste, werd geacht de sociaal-democratie een warm hart toete dragen.

Hoewel dus drie van de vijf commissieleden tot stromingenwerden gerekend die de grondwet goed gezind waren, stuittehun samenvatting op weerstand bij de voorstanders. Vooral devaststelling ‘Het recht van de gaat boven het recht van delidstaten’, in de ogen van de commissie een van de twaalf be-langrijke veranderingen die het Grondwettelijk Verdrag in-hield, hoorde volgens voorstanders niet thuis in de lijst. In fei-te was dit al lang het geval, zo redeneerden zij. StaatssecretarisA. Nicolaï () van Europese Zaken kon de commissie ech-ter niet van haar ongelijk overtuigen. Kortmann stelde dat degrondwet een bestaande praktijk waar lang niet alle landenzich aan hielden nu nadrukkelijk vastlegde en dus wel degelijkverandering bracht.

Naast het maken van een samenvatting van de Europesegrondwet kreeg de commissie de taak om een datum voor hetreferendum vast te stellen en om een miljoen euro zo eerlijkmogelijk onder voor- en tegenstanders te verdelen. Op fe-bruari stelde de Referendumcommissie de datum voor devolksraadpleging vast: juni. Op april maakte de commissiebekend hoe zij de subsidiegelden voor de campagne zou ver-delen.Bij het verdelen van de subsidiegelden moest de Referen-

dumcommissie eenselectiemakenuit ruimdriehonderdorga-

Page 109: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

nisaties die samen bijna acht miljoen euro hadden aange-vraagd.Uiteindelijk kon ze organisaties verblijdenmet eensubsidie van maximaal . euro. De zeventien voorstan-ders kregen samen evenveel als de veertien tegenstanders, ter-wijl veertienneutraleorganisatieshetmetdehelft,dus.

euro,moesten doen. Iets minder dan . euro ging naarde politieke partijen ,D, PvdA en of hun nevenor-ganisaties, die dat geld voornamelijk wilden besteden aan fol-ders, brochures en discussiebijeenkomsten.Hun tegenspelers,ChristenUnie,Partij voordeDieren,, enhet in vande afgescheiden Tweede-Kamerlid GeertWilders, kregennagenoeg evenveel. De rest van het geld kwam ten goede aanmaatschappelijke organisaties en instellingen als de EuropeseBewegingNederland (uiteraard vóór de grondwet), de islami-tische Vrouwenfederatie Milli Görüs (ook vóór), het Neder-lands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael(neutraal),de StichtingVrijplaatsKoppenhinksteeg (een Leidskraakpand,beterbekendalsdebasis van‘Eurodusnie’,basisde-mocraten tegen de grondwet) en het Comité Grondwet Nee.De belangrijkste actoren tijdens de campagne waren de po-

litieke partijen in het parlement. Het referendum was immersniet bindend, maar bedoeld als advies aan de volksvertegen-woordiging. Het verklaarde bij monde van Tweede-Ka-merfractievoorzitter Maxime Verhagen al in februari de uit-komst van het referendum te zullen aanvaarden, ook indiendie negatief zou zijn, mits ten minste procent van de kiezerser aan deel zou nemen, en daarvan procent of meer tegenzou stemmen. De PvdA stelde dezelfde voorwaarde aan de op-komst, maar vond procent te veeleisend: procent pluséén zou voldoende moeten zijn. De stelde geen voor-waarden, maar zou dat pas op haar partijcongres in mei zoduidelijk toegeven. D, GroenLinks, en stelden even-min voorwaarden, terwijl de ChristenUnie en de aankon-digden de uitkomst van de volksstemming te zullen negeren.De kaarten waren nu geschud, het spel kon beginnen.

Page 110: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Van veel onzekerheid en een voorzichtig ‘Ja’

Voor het begin van de campagne genoten de voorstanders vande grondwet een voorsprong, naar blijkt uit verschillende pei-lingen,alwistdemeerderheidvandebevolkingnognauwelijkswat erin stond.Het referendum in Spanje, dat op februari eenoverweldigendemeerderheid voorde grondwet ople-verde, kon als extra aanmoediging opgevat worden. De voor-sprong verdween echter als sneeuw voor de Hollandse winter-zon, zodat de twee kampen elkaar medio maart ruwweg inevenwicht hielden.Hoe kwam dit?In de eerste plaats lieten de voorstanders – uit onwennigheid

met referendumcampagnes, uit overmoed of uit vrees voorpolarisatie – het initiatief over aan de tegenstanders. In detweede plaats begingen ze, eenmaal op gang gekomen, eenaantal blunders. En in de derde plaats ontbrak elke onderlingecoördinatie. Zelfs de suggestie van -leider Verhagen om devoorstanders een gezamenlijk affiche te laten maken, stuitte oponoverkomelijke bezwaren. Bewindslieden, ambtenaren enKamerleden liepen elkaar regelmatig voor de voeten.Minister van Justitie Donner () zette in zekere zin de

toon op april met nogal dreigende woorden op een congresvan zijn partij, dat overigens niet gewijd was aan Europa maaraan ‘de van het ’. Afwijzing van de grondwet zou volgenshem het vermogen in Europa om de vrede te bewaren aantas-ten, en waar dat toe kon leiden hadden de gebeurtenissen inJoegoslavië in de jaren negentig laten zien. Ter verantwoor-ding geroepen in de Tweede Kamer, ontkende de minister dathij de kiezers bang wilde maken. Hij hield echter vol: ‘wie detoekomst op het spel wil zetten, moet vooral tegenstemmen inhet referendum. Dat heb ik gezegd en daar ben ik het nogsteeds mee eens.’ Hij voegde daaraan toe dat hij niet als mi-nister maar als partijlid gesproken had – een onderscheid dattoen al weinig scherp leek en in de loop van de campagne nogverder zou vervagen bij alle bewindslieden.

Page 111: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Een partijgenoot van Donner, minister Bot van Buitenland-se Zaken, relativeerde de oorlogsdreiging en pleitte voor eenmeer positieve benadering. Zelf raakte Bot echter ook in op-spraak toen hij op mei twijfelaars aanraadde liever thuis teblijven dan tegen de grondwet te stemmen. Woordvoerdersvan , en Wilders noemden deze suggestie ‘regentesk’,‘schaatsen op glad ijs’, respectievelijk ‘schandalig’. Het ,dat vanaf april campagne voerde, legde in zijn pamfletteneveneens de nadruk op de positieve aspecten van de grondwet:betere samenwerking in de strijd tegen terrorisme en crimina-liteit, meer welvaart, vrede en gemeenschappelijke waarden,duidelijker erkenning van de autonomie van de lidstaten en demogelijkheid van een burgerinitiatief.

Premier Balkenende, die niet te beroerd was om ook pam -fletten te verspreiden, liet af en toe echter ook dreigende taalhoren. Zo verwees hij bij de herdenking van gesneuvelde Ame-rikaanse soldaten in Margraten op mei ook naar de ver-schrikkingen van de Tweede Wereldoorlog als argument vóóreen verenigd Europa en (indirect) vóór de grondwet. Daar-naast trachtte hij de kritiek van de tegenstanders te weerleggenen noemde hun vrees voor een Europese superstaat ‘van degekke’.Verhagen, die als fractievoorzitter de campagne leid-de, vermeed over het algemeen dreigende woorden en bena-drukte de voordelen van de grondwet op het gebied van veilig-heid en milieu, evenals de beperking van de bemoeienis van deEuropese Unie.

Verhagen had zoals vermeld in april vergeefs aan de anderepartijen die de grondwet steunden voorgesteld in de campag-ne samen te werken en een gezamenlijk affiche te laten maken.De vijf partijen die de grondwet verdedigden voerden elk huneigen campagne. Wel gingen de fractievoorzitters van D en, Boris Dittrich en Jozias van Aartsen, een enkele keer sa-men met Verhagen pamfletten uitdelen, onder meer op meiin de binnenstad van Utrecht – terwijl de Kamer vergaderde,dus eigenlijk ‘spijbelend’.

Page 112: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

D liet de campagne grotendeels over aan de Stichting Be-ter Europa, opgericht door haar Tweede-Kamerlid Lousewiesvan der Laan, maar mede geleid door een voormalig lid van hetEuropees Parlement voor de PvdA, Michiel van Hulten. Departij voerde in haar folders tien redenen aan om voor degrondwet te stemmen, waaronder democratisering, openheid,grondrechten, een gezamenlijk asiel- en migratiebeleid en ‘eenkrachtiger Europa in wereldpolitiek’. De Haagse afdelingdeelde – in samenwerking met een particulier persoon – voor euro broodjes met haring uit, vergezeld van een folder.Daarnaast roerden bewindslieden en Kamerleden van D

zich natuurlijk ook in debatten en spreekbeurten. Ministervan Economische Zaken Brinkhorst voorspelde evenals Don-ner een sombere toekomst bij afwijzing van de grondwet: ‘Opden duur gaat in Nederland dan het licht uit en dan zetten we ons land op slot.’ Deze dreigende opmerkingen werden – evenals die van Donner – regelmatig aangehaald als voor-beeld van (te) negatieve propaganda van de regerings par -tijen. Brinkhorst maakte weer iets goed in het slotdebat voorde -televisie op mei, waarin hij het publiek van twij-felende kiezers wist te overtuigen dat ratificatie van de grond-wet uiteindelijk economisch meer voor- dan nadelen met zichmee zou brengen.De leek in nog geneigd tegen de Europese grond-

wet te stemmen, vooral vanwege de beoogde verkleining vande Europese Commissie. Maar vervolgens koos deze partijvoor een ‘nuchter ja’: ‘de vlag hoeft echt niet uit, maar de Euro-pese grondwet is gewoon beter dan de verdragen die er nu lig-gen.’ -europarlementariër Jules Maaten mocht op

april de -campagne openen in een café in Nieuwegein. Hijwees op alle voordelen van Europese integratie. In een kortereclamespot zou hij later afwijzing van de grondwet associërenmet terreur, geweld en jodenvervolging – maar dit filmpje zouwegens de verwachte commotie nooit worden uitgezonden.

Het liberale wetenschappelijk bureau, de prof. mr. B.M. Tel-

Page 113: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dersstichting, publiceerde een (door de Referendumcommis-sie gesubsidieerde) studie over het Grondwettelijk Verdrag.

Daarnaast produceerde de nog een pamflet, een folder eneen kaartje met argumenten voor de grondwet. Europa zouveiliger, democratischer,welvarender en sterker worden,maarniet ten koste van deNederlandse identiteit. En, zo herinnerdede partijtop haar achterban, ‘de is bij uitstek een liberaalproject’.Nicolaï, de liberale staatssecretaris van Europese Za-ken, speelde vroeg in april een voortrekkersrol in de campag-ne. Op mei verdedigde hij de grondwet met geestdrift in eenspeciaal daarvoor afgehuurdeHaagse tram.Fractievoorzitteren ‘politiek aanvoerder’ Van Aartsen liet zich evenmin onbe-tuigd. Ook hij wilde ‘geen juichverhaal’ houden maar nuchterbenadrukken dat de grondwet beter was dan het nu geldendeVerdrag van Nice, vooral op het gebied van veiligheid. RitaVerdonk, de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,verwachtte veel van een gezamenlijk Europees asielbeleid enliet zich dreigend uit over de gevolgen van een ‘nee’: ‘Dan wor-den wij het afvoerputje van Europa.’

De PvdA wilde als grootste oppositiepartij afstand bewarentot het kabinet – dat in deze periode bijzonder weinig popula-riteit genoot – maar toch de grondwet verdedigen. Daarbijkampte ze met verdeeldheid in haar achterban, waarvan eenbelangrijk deel de grondwet afwees. Tot de dissidenten be-hoorden bekende sociaal-democraten zoals oud-minister (enoud--voorzitter) Marcel van Dam, medewerkers van hetwetenschappelijk bureau van de partij (de Wiardi BeckmanStichting), de wetenschapper en columnist Ronald Plasterk

en oud-Kamerleden zoals Marja Wagenaar. Laatstgenoemdepubliceerde in mei een boek waarin zij de grondwet verwierpals te weinig democratisch.Wouter Bos, fractievoorzitter inde Tweede Kamer en politiek leider van de PvdA, startte decampagne voor de grondwet pas op mei, de Dag van de Ar-beid, die de sociaal-democraten dit jaar in Nijmegen vierden.Volgens hem zou Europa met de grondwet ‘socialer, veiliger,

Page 114: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

slagvaardiger, minder bureaucratisch en democratischer’ wor-den.

Deze thema’s kwamen ook voor in de folders die Bos en an-dere PvdA-leden gingen verspreiden. Bos merkte bij gesprek-ken aan de voordeur van veel PvdA-aanhangers dat ze hemweliswaar goedgezind waren, maar zich toch niet lieten over-tuigen omvoor de grondwet te stemmen.DePvdA-top kreegsteun in de campagne van oud-premier Kok, die vanaf meioptrad in televisie- en radiospotjes en advertenties in dagbla-den.Ookdeaftredendvoorzitter vandeFederatieNederlandseVakbeweging (),LodewijkdeWaal, sprongbij en verklaar-de dat veel sociaal-democratische idealen in de grondwet ‘ver-weven’waren,waarmee die juist als tegenwicht kon dienen te-gen dreigende overheersing van hetmarktdenken en tegen hetrechtse beleid van het kabinet-Balkenende.De zelf namoverigens – evenals andere vakcentrales – geen standpunt in.

Ook GroenLinks balanceerde tussen steun aan de grondweten oppositie tegen het kabinet, maar had minder te stellen met

Van Aartsen (), Dittrich (D) en Verhagen () delen fol-

ders uit (Trouw, mei )

Page 115: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dissidenten in eigen gelederen. ‘Verbeter Europa, begin meteen ja!’ was de leus, die werd afgedrukt op een kaartje dat deluchtvervuiling in Europa kleurrijk afbeeldde. De grondwetwerd voorgesteld als wapen tegen luchtvervuiling. Daarnaastbetoogde GroenLinks dat de grondwet de burgers meer machtzou geven en Europa een sterkere tegenspeler van Amerika zoumaken, dankzij de Europese minister van Buitenlandse Za-ken. De partij verspreidde haar standpunt onder meer inAmsterdam via een eigen krant die in . exemplaren wasgedrukt. Een geestverwant van GroenLinks, de Duitse minis-ter van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer, leverde ook eenbijdrage aan de campagne door in het televisieprogrammaBuitenhof op mei een bevlogen betoog voor de grondwet tehouden. De oud-minister en voormalig Europees Commissa-ris Hans van der Broek () merkte hierbij op dat hij ditsoort inspirerende verhalen in de campagne erg gemist had.

De ja-campagne was voornamelijk het werk van deze vijf – onderling verdeelde – politieke partijen. Maatschappelijkeorganisaties en bedrijven stelden zich over het algemeen pas-sief of afzijdig op.Ondernemers verklaardenwel via hunorga-nisaties - enNederland steun aan de grondwet,maar staken nauwelijks geld of tijd in de campagne.Milieu-organisaties bleken vaak verdeeld en dus evenmin weinig ge-neigd tot actieve deelname.Ookde kerkenhielden zich afzij-dig. Wel spraken verschillende moslimorganisaties zich voorde grondwet uit. De Vrouwenfederatie Milli Görüs waardeer-de vooral de grondrechten die in de grondwet vastgelegd wer -den. Zij organiseerde met subsidie van de Referendumcom-missie informatieve bijeenkomsten, die goed bezocht werdendoormoslimvrouwenen (inminderemate)mannen,al blevenuitgenodigde politici nog wel eens weg. Bekende Nederlan-ders toonden zich zelden bereid in advertenties de grondwetaan te prijzen.De publicist GeertMak en de televisiepresenta-trice Lucille Werner bleven uitzonderingen.Het kabinet had zich aanvankelijk op de achtergrond ge-

Page 116: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

houden. In eerste instantie werd voor de ja-campagne slechts. euro uitgetrokken. Het grootste deel daarvan ging opaan salariskosten voor de ambtenaren die onder leiding van J.Goeijenbier, oud-voorlichter van Economische Zaken en lidvan D, de campagne zouden coördineren. Het team vanGoeijenbier richtte zich vooral op free publicity in de mediavoor bewindslieden die een pleidooi hielden vóór de grond-wet.Medio mei besloot het kabinet zich toch volledig in te zetten.

Daarbij vervaagde het onderscheid tussen bewindslieden enpartijleiders verder. Ondanks protesten van tegenstanderswerd ,miljoen euro uitgetrokken om advertenties te bekos -tigen en een folder uit te geven. Aanleiding daartoe gaf waar-schijnlijk een opiniepeiling, in opdracht van het kabinet ge-houden, die liet zien dat de grondwet nu meer tegenstandersdan voorstanders kende. In de Tweede Kamer verdedigde Ni-colaï de extra uitgaven met de heersende verwarring en negati-viteit in de media. Het Comité Grondwet Nee spande eenkort geding aan, maar tevergeefs: de rechter kon moeilijk in-gaan tegen de meerderheid van de Tweede Kamer, die lijdzaaminstemde met het kabinet.

Samengevat: het ja-kamp kwam laat op gang, vertoondeweinig samenhang en wekte geregeld weerstand door (over-dreven) sombere toespelingen op de gevolgen van een ‘nee’.

Naar een ondubbelzinnig en overdonderend ‘Nee!’

Hoewel de tegenstanders van de grondwet onderling net zoverdeeld waren als de voorstanders, konden zij dankzij de af-wachtende en veelal defensieve opstelling van het ja-kamp alvroeg de thema’s van de campagne bepalen. Een belangrijkthema was de euro, die op zich eigenlijk weinig met de grond-wet te maken had. De partijvoorzitter en fractievoorzitter vande , Jan Marijnissen, had al in april getracht de twee toch te

Page 117: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

verbinden: ‘Diegenen die de grondwet niet gelezen hebben ende debatten niet willen volgen, wil ik voorhouden dat dezegrondwet komt uit de koker van dezelfden die het Stabiliteits-pact hebben bedacht en de euro hebben ingevoerd.’ De

kreeg in haar (al jaren gespuide) kritiek op de euro ongevraagd– en waarschijnlijk onbedoeld – steun van H. Brouwer, een di-recteur van De Nederlandsche Bank. Volgens een vraagge-sprek in Het Parool en andere bij de aangesloten regionaledagbladen had hij toegegeven dat de gulden bij de overgangnaar de euro te laag gewaardeerd zou zijn in verhouding tot deDuitse mark. De Nederlandse burger zou daardoor à procent koopkracht verloren hebben. Die conclusie bleek wel-licht niet geheel juist weergegeven, maar ging al spoedig een ei-gen leven leiden.

Daarnaast viel de de grondwet vooral aan als stap op wegnaar een ondemocratische en bureaucratische Europese ‘su-perstaat’, waarin bovendien de neoliberale ideologie van demarkt ‘in beton gegoten’ werd. Een sterker optreden van deEuropese Unie naar buiten, dat GroenLinks nogal aansprak,wekte juist wantrouwen bij de socialisten, die vreesden voormilitarisering van Europa. De drie miljoen folders die de

vanaf midden april ging verspreiden, legden de nadruk op dedreigende ‘superstaat’ waarin Nederland zou verdwijnen – opeen kleurrijke kaart van Europa was ons land zelfs geheel doorde Noordzee verzwolgen. Daarnaast plakten de jongeren vande , verenigd in de organisatie , wilde affiches met tek-sten als ‘Meer geld voor wapentuig? Stem ’ en ‘Werken onderPoolse omstandigheden? Stem ’. De campagne werd aan-vankelijk getrokken door Marijnissen, maar toen deze dooreen hernia geveld raakte, nam zijn fractiegenoot Harry vanBommel deze rol over. Hij deed dat met verve. Sommige waar-nemers verklaarden hem tot winnaar van een langdurig debatmet kopstukken van ChristenUnie, en in het televi-sieprogramma Netwerk. Bij het slotdebat van de op

mei moest hij het in de ogen van het publiek echter afleggen te-gen de zelfverzekerde Brinkhorst.

Page 118: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

De had al in september het initiatief genomen vooreen comité tegen de grondwet, omdat zij die als ‘niet democra-tisch, niet veilig en niet sociaal’ beschouwde. Het ComitéGrondwet Nee stond formeel los van de partij en telde ook le-den van GroenLinks en PvdA. De voorzitter en woordvoerdervan het Comité, Willem Bos, was tot eind redacteur vanGrenzeloos, het blad van de Nederlandse afdeling van de VierdeInternationale – revolutionaire socialisten die zich lieten in-spireren door de Russische revolutionair Leon Trotski. HetComité nam in zekere zin het voortouw in de campagne, dooral vanaf januari via elektronische nieuwsbrieven en acties deaandacht te trekken. Een belangrijke rol in het Comité speeldeHans van Heijningen, medewerker van de Tweede-Kamer-fractie van de en coördinator van haar eigen referendum-campagne – en vanaf mei algemeen secretaris van de par-tij.De fractie van Verenigd Links in het Europees Parlement,waartoe de behoorde, betaalde de productiekosten van eenfraai vormgegeven brochure die het Comité het licht lietzien.Daarnaast publiceerde het Comité op zijn webstek en ineen folder een ‘leeswijzer bij de Europese grondwet’. Zoietsdeed overigens ook de Eurodusnie-groep, die daarbij bewustde elektronische stemwijzer van het imiteerde – tot onge-noegen van het , dat via een kort geding de groep dwonghun stemwijzer een andere naam te geven. In plaats van ‘refe-rendumwijzer’ werd het nu ‘referendumwijze’.

Het Comité Grondwet Nee en de drukten door hun groteinzet een zwaar stempel op de campagne, vooral aan de linker-zijde van het politieke spectrum. Het verzet tegen de grondwetkwam echter ook van rechts. De Edmund Burke Stichting, diehet conservatieve gedachtegoed in Nederland uitdraagt, pu-bliceerde op april een uitvoerige brochure tegen de grond-wet met bijdragen van wetenschappers en politici – waaronderdissidente christen-democraten, liberalen en sociaal-demo-craten. Syp Wynia, redacteur van het weekblad Elsevier, le-verde ook een bijdrage aan de bundel. Hij had tien dagen eer-

Page 119: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

der in zijn blad al duidelijk stelling genomen tegen de grond-wet, vooral omdat die het immigratiebeleid niet meer aan denationale overheid zou overlaten.

DeChristenUnie en de droegen eveneens bij aan het ge-schrift van de Edmund Burke Stichting.Ook zij verzetten zichtegende verdergaande eenwording, centralisatie en‘staatsallu-res’vanEuropa.Daarnaastmisten zij in de preambule vandegrondwet een expliciete verwijzing naar de joods-christelijketraditie – in plaats van de ‘culturele, religieuze en humanisti-sche tradities’ die nu als inspiratiebronnen genoemd werden.Dezegrondwet‘steltdemenscentraal’,zovattede staatkundig-gereformeerde europarlementariër B. Belder zijn bezwarensamen.Daarnaast noemdemetnamede nog als bezwaardatdegrondwetniets veranderdeaandepositie vanNederlandals grootste nettobetaler van de Europese Unie – een bezwaardat zij in haar folder kleurrijk illustreerde met verschillendeeurobiljetten en munten. De ChristenUnie drukte zich inhaar vlot geschreven folder iets voorzichtiger uit: ‘Europa oké,deze grondwet: Nee!’ Dit standpunt werd verder onder-bouwd in een brochure van het wetenschappelijk instituut vande partij, de Groen van Prinsterer Stichting, die al op aprilverscheen.André Rouvoet, de voorzitter van de Tweede-Ka-merfractie, maakte in debatten ook gebruik van meer pragma-tische argumenten. Zo erkende hij in het -debat op meidat de grondwet positieve kanten had, maar betoogde dat deontwikkeling voor de burgers gewoonweg te snel ging. Dit ar-gument maakte veel indruk op het publiek. Rouvoet deed hetvaak goed in debatten – die zijn partij al vanaf medio aprilvoerde – en werd door een kijkerspanel bij het debat in deErasmus Universiteit op mei te Rotterdam tot beste debateruitgeroepen. De voorzichtigheid van de ChristenUnie hingwellicht samen met verdeeldheid in eigen kring. Vooraan-staande partijleden als de oud-senator J.P. de Vries en de voor-ganger van Rouvoet als fractievoorzitter en lijstaanvoerder (in) Kars Veling spraken zich openlijk vóór de grondwet uit,

Page 120: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

evenals de hoofdredacteur van het geestverwante NederlandsDagblad, P.A. Bergwerff.

Ook tamelijk genuanceerd uitte zich de woordvoerder vande , Mat Herben. Hij kon voor of procent met degrondwet instemmen, verklaarde hij,maar juist die resterendeof procentwarenwezenlijk,net zowezenlijk alshet verschiltussenmens en chimpansee,die immers voor procent gene-tisch gelijk waren.De Europese Unie had in de ogen van zijnpartij echter helemaal geen grondwet nodig. De aanhangersvan Fortuyn, die pas medio mei actief op campagne gingen,voerden tien bezwaren aan tegen deze grondwet, waaronder –naast de bekende kritiek op bureaucratie en ondemocratische‘superstaat’ – de overdracht van asiel- en migratiebevoegdhe-den, de mogelijke toetreding van Turkije en de nettobetalin-gen van Nederland.

Vrijwel dezelfde argumenten gebruikte het onafhankelijkKamerlid Geert Wilders. Vanaf mei trok hij in een bus hetland door – de bustoer genoemd – en deelde folders uit opkermissen en markten, daarbij voortdurend omringd doordreigend kijkende beveiligingsbeambten en op de voet ge-volgd door Jonge Democraten die folders verspreidden met detekst ‘Waarom Wilders Wauwelt’. De folder van Wilders, geti-teld ‘Nederland moet blijven!’ verwees drie keer naar het nade-rend Turks lidmaatschap van de – niet verwonderlijk, aan-gezien dit de aanleiding vormde voor Wilders’ breuk met de. Daarnaast koppelde hij – evenals de – de grondwetaan de euro: ‘De Brusselse bureaucraten die de euro verzonnenbrengen u nu: de Europese grondwet.’Wilders bleef tamelijkgeïsoleerd in zijn campagne, niet alleen vanwege zijn beveili-ging, maar ook omdat hij voorwaarden stelde voor deelnameaan debatten waar anderen niet aan wensten te voldoen – hijwilde eigenlijk alleen met Van Aartsen in debat, die dat echterweigerde.

De nee-campagne kreeg evenmin als de ja-campagne veelsteun van maatschappelijke organisaties. Wel schaarden zich

Page 121: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

enkele bekende publicisten en letterkundigen zoals Maarten ’t Hart en Rudy Kousbroek in het nee-kamp, omdat zij de kri-tiek van de Partij voor de Dieren deelden dat de grondwet teweinig waarde toekende aan het welzijn van dieren.

Ten slotte ontving de nee-campagne symbolische steun uitFrankrijk, waar het referendum op mei een overtuigendeoverwinning voor de tegenstanders opleverde. Rouvoet, eenvertegenwoordiger van de tegen de geest van de Franse revolu-tie gerichte antirevolutionaire stroming in Nederland, toondezich ‘voor het eerst enthousiast over een Franse revolutie’.

Conclusie

Ophet eerste gezicht leekde strijdomdegrondwet eengevechttussen David en Goliath: de tegenstanders waren verdeeld inrechts en links, verstoken van steun uit het maatschappelijkmiddenveld of bedrijfsleven en vertegenwoordigden slechts

procent van de bevolking, gemeten naar hun zeteltal in deTweede Kamer. Dat zij de strijd toch overtuigend wonnen,zouden ze te danken hebben aan grotere inzet en gedreven-heid, sluwe tactiek en juist dat ‘underdog’-imago dat Davidook zo verrassend sterk maakte. Dit beeld is niet helemaal on-juist, maar behoeft wel enige kanttekeningen. De is anno geen kleine partij meer, maar telt bijna . leden. Zijbeschikt bovendien over een royale kas, en niet minder be-langrijk: over een efficiënte en in actie geschoolde organisatie.Met ChristenUnie en samen konden de nee-zeggers reke-nen op bijna .partijleden.

In theorie telde het ja-kamp ruim tweemaal zo veel leden,maar gezien de veel grotere verdeeldheid in de PvdA en (in ietsmindere mate) en kon het waarschijnlijk niet overveel meer activisten beschikken. Actieve partijleden kunnenals opinieleiders hun omgeving beïnvloeden – vooral wanneerdie onwetend en onzeker is, zoals het geval was bij de Europese

Page 122: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

grondwet. De media speelden natuurlijk ook een rol, maar hetis de vraag welke precies. Hun redacteuren spraken zich vaakvoor de grondwet uit. De voorstanders genoten iets meer aan-dacht van de media dan de tegenstanders, maar hadden daarweinig voordeel van. Al in een vroeg stadium gaven zij belang-rijke troeven uit handen – de euro, de ontwikkeling van Euro-pa tot federale staat – en wekten met dreigende taal en negatie-ve associaties (oorlog, economische rampspoed, invasie vanasielzoekers) angst en andere emoties op die ze niet meer kon-den beheersen.Nu onthielden ook de tegenstanders zich nietvan demagogisch taalgebruik en dubieuze associaties (de euro,Turkije, bio-industrie), maar de emoties die zij opriepen keer-den zich niet tegen hen. In angst en woede zullen mensen im-mers eerder ‘nee’ dan ‘ja’ zeggen, liever alles bij het oude latendan de onzekerheid van verandering ondergaan. Goliathbleek een trage reus op lemen voeten, die door de snelle Davidmet enkele welgemikte worpen van zijn slinger werden ver-brijzeld, zodat de reus met een grote klap op de grond viel enniet meer overeind wist te komen.

Page 123: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Toen Europa de dagbladen ging vullen

Jan Kleinnijenhuis, Janet Takens en Wouter H. van Atteveldt

Inleiding

Nieuws kan een grote rol spelen in de meningsvorming. Bur-gers zien immers niet rechtstreeks welke visie politici en amb-tenaren in Den Haag of Brussel hebben, bijvoorbeeld ten aan-zien van een Grondwettelijk Verdrag. Ze gaan uit van wat zezelf zien, lezen en bepraten. Onze maatschappij kenmerkt zichdaarbij door een hoge mediaconsumptie. Enkele uren per daglaten burgers zich omgeven door een audiovisueel behang vandagbladen, radio, televisie en internet. De meeste kijkers, sur -fers, lezers en luisteraars zijn weliswaar niet op zoek naar poli-tieke informatie, maar de meeste van hen nemen wel degelijkkennis van hoogtepunten uit het nieuws die vaak herhaaldworden.Via het nieuws verkrijgen burgers een beeld van de strijd-

punten, van de issues, van de beleidsthema’s die op het spelstaan. De eerste vraag die we in dit hoofdstuk stellen is hoeveelaandacht er in de media was voor Europa en de Europesegrondwet. We laten zien dat die aandacht zich niet beperkte totde laatste weken, hoewel in die periode de aandacht wel hetmeest intensief was. Daarna gaan we over op de inhoud vandat nieuws. We besteden aandacht aan de vraag waarover inhet afgelopen jaar en meer specifiek in de weken voorafgaandeaan het referendum is gesproken. We laten zien dat de aard vandie strijdpunten met zich meebracht dat er maar weinig argu-

Page 124: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

menten vóór het Grondwettelijk Verdrag overbleven.Om welke strijdpunten het precies gaat en wat daarbij op het

spel staat is niet vanzelfsprekend, maar is een uitkomst van hetspel om de media-aandacht. De vraag daarbij is hoeveelnieuws er was over de voorstanders en de tegenstanders vanhet Grondwettelijk Verdrag. Uitgaande van de uitslag van hetreferendum is het misschien verrassend dat de voorstanders almet al veel meer aandacht kregen dan de tegenstanders. Alleenin de laatste weken voor het referendum, toen de hoeveelheidnieuws over het referendum meer dan verdubbelde, kregen detegenstanders bijna evenveel aandacht als de voorstanders.Bovendien laten we zien dat de argumenten vóór de Europesegrondwet meer aandacht kregen dan de argumenten tegen diegrondwet. Wel blijkt in de laatste anderhalve maand voor hetreferendum de balans minder ver door te slaan in het voordeelvan de voorstanders van het verdrag dan in de maanden er-voor.De opmerkelijke constatering dat in de media voorstanders

meer in het nieuws waren dan de tegenstanders, roept de vraagop waarom burgers dan toch zo massaal nee hebben gestemd.Een deel van het antwoord ligt wellicht in de manier waaropvoor- en tegenstanders in de media opereerden. Opmerkelijkgenoeg stond in het nieuws níet voorop dat voor- en tegen-standers elkaar bestreden omdat ze het met elkaar oneens wa-ren. Uit het nieuws kwam vooral naar voren dat de voorstan-ders met elkaar overhoop lagen, en dat ook zij kritiek haddenop de Europese Unie. Kortom, de voorstanders van het verdraggooiden afgaande op het nieuws hun eigen glazen in. Dat ver-klaart misschien waarom de voorstanders van het Grondwet-telijk Verdrag ook veel meer kritiek kregen vanuit de mediadan de tegenstanders.

Page 125: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

De methode

Omdat burgers hun eerste indrukken niet opdoen in de laatstedagen voor een referendum, is het gewenst het nieuws over eenlangere periode in de beschouwing te betrekken. Als onder-zoeksperiode is daarom een heel jaar genomen (van juni tot juni ). Maar veel kiezers namen pas in de laatsteweken een definitief besluit. Daarom plaatsen we het nieuwsvan de laatste anderhalve maand (van maandag april totwoensdag juni ) tegen de achtergrond van het vooraf-gaande nieuws (van juni tot april ).We beperken ons in onze analyse tot het nieuws van dagbla-

den.Dankzij elektronische dagbladarchieven,met namedank -zij LexisNexisTM, zijn dagbladen van alle media het beste toe-gankelijkvoorwetenschappelijkonderzoek.Enhoewelpoliticizich in toenemendemate richten op de televisie en internet inopkomst is, blijkt dat als het gaat om de onderwerpkeuze deschrijvende pers een goede graadmeter vormt. Als de onder-werpen in de dagbladen verschuiven, nemen andere media datmeestal over.

De meeste landelijke en regionale dagbladen zijn in een bre-de, ‘automatische’ inhoudsanalyse opgenomen. Vier landelijkedagbladen, namelijk Metro, Sp!ts, Nederlands Dagblad en Re-formatorisch Dagblad blijven buiten beschouwing, evenals deregionale dagbladen uit Holding De Telegraaf (samen ar-tikelen).

In aanvulling op deze‘automatische’ inhoudsanalyse is doortwee codeurs een handmatige diepteanalyse uitgevoerd op dekoppen en de leads van artikelen van januari – de dagwaarop de Eerste Kamer instemde met het referendum – tot

juni .De artikelendiewerdengeanalyseerd indezediepte-analysewarenafkomstiguitdevijf grote landelijkekranten(DeTelegraaf, Algemeen Dagblad, Trouw, NRC Handelsblad en deVolkskrant) en uit drie regionale kranten (Het Parool,Dagbladvan het Noorden enDeGelderlander). In totaal werden ar-tikelen geanalyseerd.

Page 126: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Aandacht voor Europa en de Europese grondwet

De hoeveelheid berichten over het referendum was zo groot,dat men een jaar lang op vijf dagen van de week in elk van de

onderzochte dagbladen nog een bericht over het referendumzou tegenkomen als deze berichten gelijkmatig uitgespreidzouden zijn (gemiddeld , artikelen per dag). In het zichtvan het referendum nam de hoeveelheid nieuws toe. In mei verschenen op een gemiddelde dag , berichten per dag-blad. Zelfs lezers van dagbladen die verhoudingsgewijs weinigaandacht schonken aan de grondwet, namelijk de regionaledagbladen uit Salland, de Veluwe en de Flevopolder (DeventerDagblad, Zwolse Courant, Veluws Dagblad, Apeldoornse Cou-rant, Gelders Dagblad, Dagblad Flevoland) konden er in mei gemiddeld per dag nog à , artikelen over lezen. Lezersvan de landelijke dagbladen werden overstelpt met informatie,variërend van gemiddeld bijna twaalf artikelen per dag in NRCHandelsblad, bijna negen in de Volkskrant, bijna acht in Trouw,ruimschoots vijf in het Financieel Dagblad, bijna vijf in De Te-legraaf en ruimschoots vier in Algemeen Dagblad. Lezers vande Volkskrant en NRC Handelsblad konden er op een enkele dagzelfs meer dan artikelen over lezen.Een eerste indruk van het verloop van de campagne wordt

verkregen door de aandacht die voor- en tegenstanders van hetGrondwettelijk Verdrag kregen te plaatsen in de tijd. Van juni tot april zijn er enkele grote pieken in de media-aan-dacht, waarna de aandacht steeds weer ver terugzakt, terwijlvanaf april de media-aandacht structureel begint te stij-gen (zie figuur ).Rond de Europese verkiezingen van juni zien we de

eerste aandachtspiek. Minister Bot van Buitenlandse Zakenbepleit dan tegelijkertijd ‘minder Europa’ en een referendumover de Europese grondwet. De tweede aandachtspiek van juni is het resultaat van de Eurotop in Brussel, waarop over deEuropese grondwet overeenstemming wordt bereikt. Op-

Page 127: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

nieuw doet vooral minister Bot in het nieuws van zich spreken.Nederland is verbolgen over de Duitse uitleg van het Stabili-teitspact. In de daaropvolgende week is er veel vervolgnieuwsover de grondwet. Dagbladen leggen uit wat de grondwet be-helst. De paus keurt de grondwet af omdat een verwijzing naarhet christendom ontbreekt. De Tweede Kamer steunt voorals-nog de conceptgrondwet. Alleen de kleine partijen zijn tegen.Afgaande op de pers is nu de weg gebaand voor de toetredingvan Turkije tot de . Opnieuw wordt gesproken over een re-ferendum.Na het zomerreces wordt de draad maar moeizaam weer op-

gepakt. Het nieuws in het najaar van wordt gedomineerddoor de eventuele toetreding van Turkije. Op september stapt Geert Wilders uit de omdat hij zich niet kanverenigen met toetreding van Turkije tot de . Hij wint in depeilingen, zeker in de weken na de moord op Theo van Goghop november . Als premier Balkenende op decemberin zijn hoedanigheid als -voorzitter bewerkstelligt dat in verkennende onderhandelingen van de met Turkijeover toetreding kunnen gaan plaatsvinden, krijgt hij vanuit

Figuur : de aandacht in dagbladen voor voor- en tegenstanders van

de Europese grondwet (van juni tot juni ).

Page 128: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

zijn eigen partij lof toegezwaaid, maar het enthousiasme is vankorte duur.Na het kerstreces komen de grondwet en het referendum

vanzelf weer in het nieuws. Eind januari is het grootnieuws dat de Senaat instemt met een referendum over de ,omdat ook de overstag gaat. Ook het stelt half febru-ari dat de uitslag geëerbiedigd moet worden. Eind februariwordt het nieuws bekend dat het referendum op juni zal wor-den gehouden. In maart en april wordt vaak gekeken naarFrankrijk, waar een felle discussie woedt over de diensten-richtlijn van voormalig -commissaris Bolkestein, waarbijeen non tegen de grondwet in het verschiet ligt. Intussen trek-ken ook Nederlandse peilingen aandacht waaruit blijkt dat een‘nee’ tot de mogelijkheden behoort, hoewel er in januari

nog een ruime meerderheid voor de grondwet leek te zullengaan stemmen.Vanaf april begint de campagne op gang te komen. Een cen-

traal onderwerp is er niet. Ministers blijken het oneens te zijnover wat er te vrezen valt bij een ‘nee’. Minister Donner, diewijst op het gevaar van een oorlog na een ‘nee’, wordt danopenlijk teruggefloten door zijn collega Bot (dit merken we intabel aan als het begin van de ‘echte’ campagne). Bij gebrekaan een eenduidig nieuw strijdpunt keren oude onderwerpenterug. Begin mei duikt de ‘te dure’ euro weer op in de politiekediscussie, na uitlatingen van -directeur Brouwer, dat bijde introductie van de euro de gulden te goedkoop was ten op-zichte van de -mark. Minister Zalm mengt zich herhaaldelijkin de erop volgende discussie om te betogen dat de invoeringvan de euro een goede zaak was. De toetreding van Turkije, dieook in de maanden daarvoor regelmatig ter sprake kwam,krijgt halverwege mei veel aandacht bij de start van de cam-pagne van Geert Wilders.

In het weekend van mei pakken alle dagbladen nog eensflink uit met beschouwingen over het aanstaande referendum.Talloze onderwerpen komen aan bod, variërend van de dure

Page 129: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

en klungelige ja-campagne, de drijfveren van nee-stemmers,de geschiedenis van de , tot staatjesmet argumenten pro encontra.Nieuws isdatde een spotje terugtrektwaarinbeel-den van de holocaust vertoond zouden worden om de gevol-gen van een‘nee’aanschouwelijk temaken. In de laatste ander-halve week blijft de media-aandacht nagenoeg onverminderdhoog. Bij de tegenstanders komen de en de Christen Uniesterk naar voren. Bij de voorstanders treedt Wouter Bos van dePvdA in het voetlicht. Economische argumenten krijgen nogeen kans, maar echte nieuwe onderwerpen komen er niet bij.Het referendum zelf en de campagne ervoor komen in journa-listieke beschouwingen centraal te staan. Nieuws wordt bij-voorbeeld dat de , die in januari slechts schoorvoetendvoor het referendum te winnen was, bij monde van fractie-voorzitter Van Aartsen nu ook over andere kwesties referendabepleit.

Aandacht voor verschillende onderwerpen

In het jaar voorafgaande aan het referendum worden tal vanstrijdpunten in verband gebracht met het Grondwettelijk Ver-drag. Het nieuws gaat voor een deel over thema’s waarover bijhet referendum geen mening gevraagd werd. Gedurende degehele periode was de campagne zelf (, procent) het be-langrijkste issue. Ook de euro (, procent) en eventuele toe-komstige uitbreidingen van de Europese Unie (, procent,waarvan , procent betrekking heeft op een uitbreiding metTurkije) worden veelvuldig genoemd in artikelen over hetGrondwettelijk Verdrag. Nationale verworvenheden als hetsoftdrugsbeleid en het homohuwelijk (Nationale identiteit, ,procent) die door een dirigistische in gevaar zouden kun-nen worden gebracht, spelen een bescheiden rol in de campag-ne. In een groot deel van het nieuws over de grondwet gaat hetover het dagelijkse reilen en zeilen van de . Er is veel aan-

Page 130: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dacht voor de interne markt (, procent), waarbij de dien-stenrichtlijn van Bolkestein veel aandacht krijgt, en voor ande-re thema’s met betrekking tot economie en financiën (,pro-cent).Ten slotte gaat het nieuws voor een deel over kwesties die

rechtstreeks in het Grondwettelijk Verdrag zijn opgenomen,bijvoorbeeld over de bevoegdheden van de Europese Unie (,procent), democratisering en de daarmee samenhangendeonderwerpen uit de grondwet, zoals het burgerinitiatief (,procent) en de grondrechten en beginselen, die in het verdragzijn opgenomen (inhoud grondwet, , procent). Het externebeleid van de Europese Unie krijgt , procent van de aan-dacht.In de loop van het jaar treden er behoorlijke verschuivingen

in de aandacht op. Het meest opmerkelijk is wellicht dat deaandacht voor de nieuwe elementen uit de grondwet zelf, bij-voorbeeld de aandacht voor de ‘bevoegdheden van de ’ in deweken voorafgaande aan het referendum onder de procentblijft steken. Ook de relatieve aandacht voor het buitenlandsbeleid (van , procent naar , procent) neemt niet toe in deslotfase. Onder andere de Europese minister van BuitenlandseZaken, de nieuwe bevoegdheden van het parlement, en hetniet langer roulerende Europese voorzitterschap krijgen indeze weken in vergelijking met andere onderwerpen niet meeraandacht.De toenemende aandacht voor de campagne zelf en de ver-

houdingsgewijs geringe aandacht voor de inhoudelijke kern-thema’s vormen onderdelen van een in de Verenigde Statenreeds langer onderkend strategy frame in de politieke journa-listiek. Uitgaande van een strategy frame is de journalistiekeboodschap niet ‘ doet of zegt ’, maar ‘ wil u overhalen om te doen en daarom zegt hij of zij nu tegen u’. Journalisten meteen strategy frame geven niet zomaar informatie over het doenen laten van politici, maar spreken hun publiek zo toe dat poli-tici in de rol komen van onbetrouwbare sujetten die het me-

Page 131: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

diapubliek voor hun politieke karretje willen spannen.

Voor de vier thema’s die in de nieuwsdynamiek de grootsterol hebben gespeeld staat in de figuren en van week tot weekweergegeven hoeveel aandacht ze hebben gekregen.In figuur 2gaat het om de aandacht voor de campagne zelf en de euro. Infiguur om de aandacht voor toekomstige uitbreiding van de en de interne markt. Wanneer we kijken naar het verloop van de mediaberichtge-

ving over de vier belangrijkste issues, dan zien we dat in de we-ken voor het referendum de campagne zelf alle andere onder-werpen overstemt waarover de campagne had kunnen gaan.In de laatste (halve) week voor het referendum krijgt het refe-rendum zelfs ,procent van de aandacht.Het op één na belangrijkste onderwerp in de laatste weken

van de campagne betreft de euro. De eerste piek in de aandachtvoor de campagne hangt samen met het besluit op januari van de Eerste Kamer om een referendum in te stellen.

Figuur : aandacht in de geschreven pers voor de campagne zelf en

de euro

Page 132: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

De interne markt krijgt tussen december en april

enkele malen heel veel aandacht. De Europese top van en december, waar de Europese Raad besloot om de onderhande-lingen met Turkije in oktober te starten, levert grotereaandacht op voor de interne markt, waarbij de aandacht metname uitgaat naar arbeidsmigratie. De commotie in Frankrijkrond de dienstenrichtlijn levert begin maart en begin april eenpiek op in de berichtgeving over de interne markt.

De grafieken laten duidelijk zien dat het belangrijkste nieuwsin gevormd werd door de mogelijke toetreding van Tur-kije tot de . In september en in de eerste helft van oktoberneemt de aandacht voor de eventuele toetreding van Turkije altoe, niet alleen omdat de Europese top van december

over het al dan niet starten van onderhandelingen met Turkijenadert, maar ook omdat er in verschillende lidstaten een dis-cussie ontstaat over een referendum over de toetreding vanTurkije.

Figuur : aandacht in de geschreven pers voor uitbreiding van de

en de interne markt

Page 133: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Met andere woorden, de figuren en laten zien dat afgaan-de op het nieuws in de dagbladen tot enkele maanden voor hetreferendum de toetreding van Turkije het belangrijkste onder-werp voor de kiezers geweest moet zijn. In de laatste maandvoor de campagne kwamen daar nog de euro en de campagnezelf bij. In de tussenliggende maanden kreeg de arbeidsmigra-tie als gevolg van de interne markt enkele malen veel aandacht.Bij geen van deze vier onderwerpen stonden de voorstan-

ders sterk. Ten aanzien van de toetreding van Turkije waren deregeringspartijen onderling verdeeld en dus voorzichtig. Bij dearbeidsmigratie maakten Franse loodgieters duidelijk wat zeervan vonden. Bij de discussie over de euro zat minister Zalmin de verdediging (eerdere uitspraken over de euro als een lire,eerdere ontkenningen van inflatie). En bij de campagne zelfleek alles mis te gaan wat er mis kon gaan (zie vorige para-graaf). Kortom, het nee-kamp kon terrein winnen doordat inde kranten thema’s vooropstonden ten aanzien waarvan het devoorstanders ontbrak aan een stevige reputatie. De campagneging over thema’s waarvan het kabinet niet de eigenaar was.

De campagne ging te weinig over de onderwerpen waarvanhet kabinet eigenaar had kunnen worden, zoals de verdelingvan bevoegdheden binnen het nieuwe Europa, de grotere rolvan het Europees Parlement, de minister van Buitenlandse Za-ken, enzovoorts.

De aandacht voor voor- en tegenstanders

Met een referendum in het vooruitzicht valt, uitgaande vanhet journalistieke beginsel van hoor en wederhoor, te ver-wachten dat zelfs bij een overweldigende meerderheid dievóór is, door de media woordvoerders gezocht worden van deminderheid die tegen is. Dat betekent in dit geval dat de tegen-standers onder de politici, in vergelijking met hun aantal, veelaandacht krijgen. Uit tabel valt af te lezen dat dit inderdaad

Page 134: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

het geval was. Dat neemt niet weg dat de voorstanders meeraandacht kregen dan de tegenstanders.In de loop van de campagne wisten de tegenstanders deze

achterstand echter verder te verkleinen. In tabel wordt dittoegespitst op de de politieke partijen. Gedurende de precam-pagne, dat wil zeggen tussen juni en april , ginggemiddeld , procent van de media-aandacht uit naar devoorstanders, maar in de campagnefase liep dit terug tot ,procent. De tegenstanders verkleinden hun achterstand van, procent tot , procent. In de laatste paar dagen voor hetreferendum ontvingen de tegenstanders zelfs meer aandachtdan de voorstanders.

Tabel 1: Percentage aandacht voor voorstanders en tegenstanders, voor en na 18 april 2005

Precampagne: Campagne:1 juni 2004 18 april 2004tot en met tot en met17 april 2005 1 juni 2005

CDA 18,4 13,3VVD 25,1 21,0D66 9,8 7,1PvdA 17,7 15,2GroenLinks 6,7 5,5

Totaal voorstanders 77,1 62,1

Wilders 8,4 12,1LPF 4,2 4,8SP 5,5 14,8ChristenUnie 2,8 4,1SGP 1,5 2,1

Totaal tegenstanders 22,4 37,9

TOTAAL 100 100

Page 135: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Bij de voorstanders kreeg de verreweg de meeste aan-dacht. De verzette zich aanvankelijk tegen een referen-dum over het Grondwettelijk Verdrag, maar bepleitte uitein-delijk ook over andere kwesties referenda. Binnen de partijwerd verschillend gedacht over de toetreding van Turkije enover de houding ten opzichte van Wilders, hetgeen resulteerdein een zwabberende koers (terugtrekking holocaustspotje bij-voorbeeld). Opmerkelijk is dat bij de voorstanders de PvdA alsoppositiepartij meer aandacht heeft gekregen dan de rege-ringspartijen D en het .

Van het nee-kamp kreeg GeertWilders demeeste aandacht.De voorsprong van Wilders dateert uit het najaar van .Halverwegemei krijgtWilders veel aandacht bij het begin vanzijncampagne.Inde laatste anderhalvemaandvandecampag-ne treden echter ookde metVanBommel enMarijnissen endeChristenUniemet Rouvoet vaak voor het voetlicht.De klei-ne partijen die een nee-campagne voeren zijn zichtbaarderdan de grote partijen die de ja-campagne van de regering on-dersteunen.De krijgt in dewekenvoorhet referendumzelfsmeer aandacht (,procent)danhet (,procent).

Dat al met al de voorstanders meer aandacht kregen dan de te-genstanders kan ook treffend worden geïllustreerd aan dehand van de hoeveelheid nieuws per politicus. Gemeten overhet gehele jaar voorafgaande aan het referendum komt in detoptien van meest nieuwswaardige politici slechts één tegen-stander van het referendum voor, namelijk Geert Wilders opde derde plaats (,procent van de aandacht), na minister-pre-sident Balkenende (, procent) en minister Bot (, pro-cent). In de toptwintig komen verder andere ministers (Zalm,Donner, Brinkhorst, De Graaf), een staatssecretaris (Nicolaï),eurocommissarissen (Bolkestein, Kroes), fractievoorzitters(Bos, Van Aartsen, Verhagen, Marijnissen, Rouvoet) en een en-kele ‘gewone’ parlementariër (Van Baalen) voor. De fractielei-der van D, Boris Dittrich, verschijnt weinig in de krant (,

Page 136: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

procent), hoewel D het referendum als een eigen kroonju-weel beschouwde. Met het referendum in zicht krijgen de cam-paignersonder de politici steeds meer aandacht: Bos en Nicolaïbij de voorstanders, en Van Bommel, Marijnissen en Rouvoetbij de tegenstanders. Premier Balkenende blijft, in vergelijkingtot zijn grote Europese rol in het najaar van , enigszins opde achtergrond.De pieken in de hoeveelheid aandacht voor de verschillende

politici zijn goed te verklaren met hun uitspraken of daden.Balkenende krijgt bijvoorbeeld in veel aandacht voor zijnrol bij het Nederlandse voorzitterschap van de . Veel van deaandacht voor Bolkestein hangt samen met de Franse weer-stand tegen de door Bolkestein opgestelde dienstenrichtlijn.Zalm verschijnt vooral in mei in de krant, als twijfel ont-staat over de euro. Bot krijgt veel aandacht wanneer hij twij-felende kiezers oproept om niet naar de stembus te gaan enDonner wanneer hij op een partijbijeenkomst stelt dat een‘nee’ tot oorlog zou kunnen leiden. Balkenende verschijnt in

Algemeen Dagblad, mei

Page 137: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

de media wanneer hij waarschuwt voor de gevolgen van eenafwijzing van het Grondwettelijk Verdrag.Brinkhorst en VanAartsen komen in het nieuws met hun mening over het refe-rendum. Brinkhorst stelt dat het referendum een slecht ideewas, terwijl Van Aartsen juist in het nieuws komt omdat hij eenvoorstander van meer referenda is.Wouter Bos weet media-aandacht te genereren door een tweede referendum te opperenin het geval van een afwijzing van het Grondwettelijk Ver-drag.

Wilders krijgt gedurende het hele jaar veel aandacht. Tweeweken voor het referendum streeft hij de andere politici in ter-men van media-aandacht voorbij bij de start van zijn nee-campagne. Het is de enige week waarin de tegenstanders almet al meer aandacht krijgen dan de voorstanders. Rouvoetkrijgt veel aandacht wanneer hij de campagne van het ja-kampbekritiseert.

Het uitdragen van partijstandpunten levert aandacht voorfractievoorzitters op. Verhagen verschijnt bijvoorbeeld in dekrant wanneer hij bekendmaakt dat het de uitslag van hetreferendum zal respecteren.Wouter Bos haalt het nieuws alshij zich op het partijcongres nadrukkelijk uitspreekt vóór hetGrondwettelijk Verdrag.

Balans van standpunten

Behalve de aard van de onderwerpen die in het nieuws aan deorde komen, is het uiteraard van belang om te weten welkestandpuntenover die onderwerpen doordringen tot het nieuws.In het bestek van dit hoofdstuk is het onmogelijk volledig weerte geven wie afgaande op welk dagblad wanneer welk stand-punt waarover innam. We volstaan met een algemeen over-zicht. De vraag die in tabel wordt beantwoord is of de stand-punten van de voorstanders (+) of juist de standpunten vande tegenstanders (-) het meeste gehoor kregen in de pers. Ter-

Page 138: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

wijl het in tabel ging om de ruimte voor voor- en tegenstan-ders in de geschreven pers, gaat het in tabel om de ruimtevoor pro- en contrastandpunten.Uit tabel blijkt dat de balans in de weergave van standpun-

ten steeds doorsloeg in het voordeel van de prostandpunten,maar dat in de laatste anderhalve maand voor het referendumdie voorsprong nagenoeg geheel verbleekte. Terwijl in de eer-ste maanden van de pers nog overwegend prostandpun-ten weergaf, kwamen in de laatste anderhalve maand pro- encontrastandpunten bijna even vaak aan bod.In de tabel is de verschuiving van standpunten uitgesplitst

naar dagbladen. Over de gehele linie geven Trouw, Han-delsblad, Algemeen Dagblad en De Gelderlander verhoudings-gewijs de meeste ruimte aan prostandpunten. In het Dagbladvan het Noorden krijgen de contrastandpunten uiteindelijk demeeste ruimte. Uit de tabel blijkt, dat de verschuiving van de

Tabel 2: Balans tussen prostandpunten (+1) en contrastandpunten (-1) per dagblad (n=4136)

25 januari 18 april tot en met tot en met17 april 2005 1 juni 2005

Landelijke dagbladenAlgemeen Dagblad + 0,6 + 0,2De Telegraaf + 0,3 0,0de Volkskrant + 0,2 0,0NRC Handelsblad + 0,3 + 0,1Trouw + 0,1 + 0,2

Regionale dagbladenDagblad van het Noorden + 0,2 - 0,2De Gelderlander + 0,3 + 0,2Het Parool 0,0 + 0,1

Gemiddelde alle dagbladen +0,23 +0,07

Page 139: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

weergave van prostandpunten naar een ongeveer gelijke weer-gavevanpro-encontrastandpuntenzichbijnagenoegalledag-bladen heeft voorgedaan.Trouw enHet Parool roeien tegen destroom in, door in de laatste anderhalve maand verhoudings-gewijs juist ietsmeer ruimte te geven aan prostandpunten danin de maanden ervoor.

Een strijd tussen voor- en tegenstanders?

Zowel uit een analyse van de aandacht van voor- en tegenstan-ders als uit de analyse van voor- en tegenstandpunten kwamnaar voren dat de voorstanders van de Europese grondwet inhet voordeel waren. Hoe kwam het dat de voorstanders nietwisten te winnen, hoewel ze meer media-aandacht kregen? Devoor de hand liggende verklaring is dat ze sterk negatief in hetnieuws kwamen. Als het een ‘normale’ campagne geweest zouzijn, dan zouden voor- en tegenstanders elkaar bestreden heb-ben, waarbij de tegenstanders kritiek zouden hebben geleverdop de , maar de voorstanders de voordelen van de breeduitgemeten zouden hebben. De media zouden gemiddeld eenneutrale houding ten opzichte van voor- en tegenstandersaangenomen hebben, en successen nu eens aan de voorstan-ders en dan weer eens aan de tegenstanders toegeschrevenhebben.De referendumcampagne verliep niet volgens het boekje.

Dit blijkt uit het netwerk van figuur , waarin wordt weergege-ven hoe afgaande op het nieuws voor- en tegenstanders elkaaren de bejegenden, alsmede welke positie de media zelf in-namen.Voor- en tegenstanders leveren wel kritiek op elkaar, waarbij

afgaande op het nieuws de kritiek van de voorstanders op detegenstanders overigens iets minder gezouten is (-,, pro-cent aandacht) dan de kritiek van de tegenstanders op de voor-standers (-,, hoewel slechts procent aandacht). Maar het

Page 140: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

nieuws van de kritiek van de voor- en tegenstanders op elkaarwordt overschaduwd door de kritiek die de voorstanders opelkaar hebben (gemiddeld -,, procent aandacht). Het grotenieuws is dat het ja-kamp de gelederen niet weet te sluiten. Deministers hadden duidelijk geen gezamenlijk missiestandpuntingestudeerd. Minister Bot valt als eerste minister Donner af.

Maar ook Balkenende, Zalm en Brinkhorst leveren in hetopenbaar kritiek op elkaars argumenten en meningen. Nietalle ministers waren het bijvoorbeeld met minister Bot eensdat ongeïnformeerde kiezers beter thuis konden blijven. Debetrokken ministeries van Binnenlandse Zaken en Buiten-landse Zaken hanteren verschillende argumenten: het ene mi-nisterie vindt de opkomst belangrijk en het andere de uit-komst en ze noemen elkaars brochures het ‘garnalenkrantje’en ‘de Zwitsalfolder.’ Nieuws is ook dat de een spotjeniet eens meer uitzendt, omdat de erin gehanteerde argu-menten door de wapenbroeders van de intussen nietmeer politiek correct bevonden werden. Kortom, de voorstan-ders van het Grondwettelijk Verdrag ventileerden allerlei ver-schillende ideeën over de nadelen van afwijzing ervan, waar-over ze vervolgens met elkaar in de clinch gingen in de media,terwijl het er bij het referendum om had moeten gaan kiezersdie nog geen idee hadden van de voor- en nadelen met mar-kante stellingen duidelijk te maken waar ze tegen zoudenstemmen als ze vóór zouden stemmen.Verwacht mocht worden dat de tegenstanders kritiek op de

zouden leveren, en dat de voorstanders de zouden ver-dedigen. Het eerste was wel het geval, maar nauwelijks nieuws-waardig (minder dan , procent). Nieuwswaardiger was datde voorstanders zo veel kritiek leverden op de , meestal inde vorm van voorwaarden en eisen aan Brussel (gemiddeld -,, procent aandacht). De voorstanders waren niet zomaarvoorstanders van Europa, want het ging hen om een sociaalEuropa, of juist om een Europa van het vrije verkeer. In juni benadrukte minister Bot van Buitenlandse Zaken af-

Page 141: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Leeswijzer bij figuur 4:Het netwerk is het resultaat van de handmatige diepteana-

lyse (zie hierboven). Bij die analyse zijn 7469 zogenaamde kernbeweringen uit

1145 krantenartikelen geanalyseerd. Van deze kernbeweringen hadden er 2026

betrekking op steun (voor bijvoorbeeld de tegenstanders van de Europese grond-

wet) en kritiek (op bijvoorbeeld de voorstanders van de Europese grondwet). On-

derwerpen waaraan minder dan 1,5 procent van de totale aandacht werd besteed,

zijn verder niet in de figuur opgenomen.24 In de figuur is daarom slechts ongeveer

40 procent van het nieuws over steun en kritiek weergegeven. Relaties die 5 pro-

cent of meer van de aandacht opeisten zijn dik afgedrukt. Uit de figuur valt af te lei-

den dat 2 procent van de geanalyseerde kernbeweringen steun of kritiek van de te-

genstanders ten opzichte van de voorstanders betrof. Als de kernbewering waarin

een actor uitspraken doet over een andere actor alleen positieve dingen bevat over

deze andere actor, krijgt de relatie een score +1. Als daarentegen de actor alleen

maar negatieve uitlatingen doet over die andere actor krijgt de relatie de score -1.

De meeste scores liggen daartussenin. Opvallend is dat alle weergegeven relaties

negatief zijn. De media waren bijvoorbeeld bijzonder negatief over de voorstan-

ders van de Europese grondwet (-0,9).

Figuur : media-aandacht voor de verhoudingen tussen de actoren

Page 142: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

gaande op het nieuws nog voorstander van ‘minder ’ te zijn.Achtereenvolgende ministers van Landbouw, maar ook minis-ters van Financiën, waaronder de huidige minister Zalm,dachten aan de wensen van hun achterban tegemoet te kun-nen komen door te beloven in Brussel hard op te treden om dekastanjes uit het vuur te halen. ‘Jarenlang hebben nationalepolitici “Brussel” gehanteerd als excuus voor impopulairemaatregelen.’ De ingeroeste ‘wij met u tegen Brussel’-reflexin het ja-kamp pakte echter in de referendumcampagne voor-spelbaar in het voordeel van het nee-kamp uit.In het licht van internationaal vergelijkend onderzoek naar

de berichtgeving over Europa mag dit overigens geen verba-zing wekken. In het Nederlandse nieuws zijn in verhouding totandere Europese landen Europese gezichtspunten zwak verte-genwoordigd (op hetzelfde niveau als in Zwitserland, dat geenlid is van de Europese Unie, maar nog wel sterker dan inGroot-Brittannië). Het ging in de Nederlandse pers welsteeds over Europa, maar Europese actoren zelf kwamen wei-nig aan het woord.

De dagbladen zelf namen in hun hoofdredactionele com-mentaren de voorstanders (gemiddeld -,) onder vuur, maarleverden ook kritiek op de tegenstanders (gemiddeld -,).Vaak gebeurde dat impliciet, door geen afstand te nemen vankritiek die afkomstig is van aan het woord gelaten nieuws-bronnen.Dat ‘kritische’ journalisten toch geen positie kiezen, past in

een patroon. Vrijblijvende kritiek op iedereen kon gemeen-goed geworden in de journalistiek door de afsterving vanideo logieën op grond waarvan men ergens vóór zou kunnenpleiten. Immers, de verzuilde tegenstellingen van de jaren vijf-tig en de links-rechts-tegenstellingen van de jaren zeventig be-horen tot het verleden. Om in journalistieke commentaren tekunnen identificeren wie er aan de goede kant staat, discrimi-neren de afkeer van politiek incorrecte denkbeelden uit de ja-ren negentig en de afkeer van terrorisme na / te weinig. Dat

Page 143: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

‘kritische’ journalisten bij gebrek aan een eigen perspectiefdan maar op iedereen kritiek leveren, ondermijnt volgenssommige auteurs de publieke tevredenheid met gevoerd over-heidsbeleid.

De journalistiek geeft niet alleen een beeld van de stellingendie worden betrokken, maar ook van het verloop van de strijd.Ze maken melding van de successen, of juist mislukkingen,van politici. Mede door toedoen van de snelle opiniepeilingenvan Maurice de Hondwordt het nieuws beheerst door peilin-gen waaruit blijkt dat de bevolking zich gaat keren tegen devoorstanders van de Europese grondwet (gemiddeld -,, procent aandacht). In het nieuws wordt momentum toege-schreven aan de tegenstanders (gemiddeld +,, procentaandacht).Al met al is dit verrassende nieuws gunstig voor de tegen-

standers. Afgaande op het nieuws hebben de voorstandersgeen krachtig weerwoord op de tegenstanders. De voorstan-ders zijn verdeeld, ze hebben zelf ook kritiek op de , en zekrijgen forse kritiek van de media. Last but not least hebben zehet politieke tij tegen: ze hebben afgaande op het nieuws geensucces.

Conclusies

De voorstanders van de grondwet kregen in het nieuws veelmeer aandacht dan de tegenstanders, maar met het referen-dum in het vooruitzicht werd hun voorsprong allengs kleiner.Alleen dit laatste gegeven al kan de omslag in de publieke opi-nie verklaren. John R. Zaller heeft aangetoond dat, als er wei-nig nieuws is over een onderwerp, in de publieke opinie de do-minante politieke mening wordt overgenomen, omdat vrijwelniemand de tijd neemt om in het eigen geheugen te gravennaar tegenargumenten of naar ervaringen die tot een tegen-overgesteld standpunt aanleiding zouden kunnen geven.

Page 144: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Maar als de hoeveelheid nieuws fors toeneemt, staan mensenlanger bij het onderwerp stil. Plotsklaps blijken er dan wel te-genargumenten op te komen. Ervaringen die irrelevant lekenvoor het onderwerp in kwestie, komen nu in een ander dag-licht te staan. Als er meer nieuws komt over een onderwerp,gaan journalisten ook vaker actief op zoek naar tegenstandersom gestalte te geven aan het beginsel van hoor en wederhoor.Daardoor verschuift het zwaartepunt van de in het nieuwsweergegeven standpunten. Met het referendum in zicht sloegde balans tussen pro- en contrastandpunten in het nieuws in-derdaad door van gematigd pro naar ambivalent. Het publiekkreeg bovendien een weinig verheffend beeld van de voorstan-ders voorgeschoteld: die gingen met elkaar in de clinch, had-den zelf kritiek op de , stonden bloot aan heftige kritiek vande media, en bleven verstoken van succes (zie figuur en detoelichting daarop). Het publiek kreeg vooral nieuws aange-boden over de toetreding van Turkije (tweede helft , en bijde start van de campagne van Wilders, april ), over de in-terne markt en de arbeidsmigratie (tot april ), over deeuro (mei ) en niet te vergeten over de campagne zelf(april, mei ). Bij deze onderwerpen ontbrak het de rege-ring óf aan een sterke reputatie, óf aan een helder gezamenlijkstandpunt, óf aan beide: de regering was beslist geen ‘eigenaar’van de campagnethema’s. Belangrijke onderwerpen uit hetGrondwettelijk Verdrag, zoals de verdeling van de bevoegdhe-den tussen de en de deelnemende landen en tussen de Eu-ropese instellingen onderling, raakten in het nieuws op de ach-tergrond.

Page 145: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Verwachtingen, voorspellingen en trends

Henk van der Kolk en Kees Aarts

Inleiding

Een van de belangrijkste onderwerpen in de media tijdens decampagne voor juni had niets te maken met de inhoud van deEuropese grondwet. Dit was het nieuws over de campagne zelf(zie het hoofdstuk van Kleinnijenhuis en anderen). Hiermeewordt onder meer gedoeld op de peilingen die door verschil-lende onderzoeksbureaus werden uitgevoerd. Net als in veelandere landen zijn opiniepeilingen in Nederland in de afgelo-pen decennia een bijna niet weg te denken onderdeel van ver-kiezingscampagnes geworden. In televisie-interviews wordtpolitici inmiddels vrijwel even vaak gevraagd naar hun reactieop een peiling als naar hun inhoudelijke standpunt over eenbeleidsprobleem.De invloed van deze peilingen op het doen en laten van

vooral politici moet niet worden onderschat. Zo gaf de rege-ring in de laatste weken van de campagne nog eens extra geldvoor een ja-campagne op basis van peilingen die aangaven datde nee-stemmers in de meerderheid waren (zie het hoofdstukvan Lucardie). In dit hoofdstuk gaan we na hoe die peilingener in de aanloop naar het referendum precies uitzagen.Een beter zicht op de peilingen is niet alleen van belang voor

het beter begrijpen van de campagne. De peilingen kunnenwellicht ook iets zeggen over eventuele ‘omslagpunten’ en ‘cru-ciale gebeurtenissen’. Op die manier worden peilingen ook

Page 146: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

vaak geïnterpreteerd. Omdat ons eigen onderzoek is beperkttot de zes weken voorafgaande aan het referendum, kunnen weop basis daarvan niets zeggen over de steun voor de Europesegrondwet tussen het vaststellen van de definitieve tekst (juni) en het begin van de ‘echte’ campagne (eind april ).De verschillende opiniepeilingen die in die periode zijn ge-houden, bieden hier uitkomst.

De eerste peilingen

In november vraagt - in opdracht van de televi-siezender of men voor of tegen de Europese grondwet is.Tijdens deze peiling was de tekst van de grondwet nog nietvastgesteld. Het resultaat van de ondervraging is dat pro-cent van de kiezers van plan was vóór te stemmen, procenttegen, terwijl procent het nog niet wist. De overige kiezerswaren helemaal niet van plan te stemmen.Eind peilt de Europese Commissie de stemming over

de Europese grondwet in de Eurobarometeronderzoeken. Indie onderzoeken wordt de vraag gesteld of men een grondwetvoor Europa zou steunen of niet. In het eindrapport van ditonderzoek benadrukt de Commissie dat het hierbij dus nietging om het concrete Constitutionele Verdrag.Van de onder-vraagden gaf toen maar liefst procent aan zo’n grondwet welte zien zitten. Slechts zes procent weet het niet, en de overige

procent is tegen. De Commissie concludeert dat driekwart vande ondervraagden vóór een Europese grondwet is. Dit is invergelijking met de andere lidstaten van de Europese Unie vrijhoog – de gemiddelde steun voor een grondwet in alle lidsta-ten samen is volgens hetzelfde onderzoek procent. In Dene-marken, het Verenigd Koninkrijk en Zweden is de steun vooreen grondwet voor Europa onder de bevolking op dat momentminder dan procent.Begin januari houdt Marketresponse in opdracht van

Page 147: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

de Rijksvoorlichtingsdienst een eerste peiling over het Euro-pees Grondwettelijk Verdrag dat dan al door de Europesestaatshoofden en regeringsleiders in Rome is ondertekend. Opbasis van die peiling wordt geconcludeerd dat de voorstandersvan het Europees Grondwettelijk Verdrag een lichte voor-sprong hebben. Opvallend is echter vooral dat het percentagemensen dat zegt te gaan stemmen en dat al een mening heeftover de Europese grondwet vrij klein is; maar liefst procentvan de ondervraagden geeft aan niet te stemmen of niet te we-ten wat ze moeten stemmen. Volgens dit onderzoek heeft devoorsprong van de ja-stemmers begin januari dus een smallebasis.Deze drie peilingen suggereren dat de steun voor de Europe-

se grondwet in vrij groot is. Maar tegelijkertijd weten veelmensen niet precies waar deze grondwet over gaat. Strikt ge-nomen gaan de vragen in twee van die drie ‘vroege’ onderzoe-ken ook helemaal niet over deze Europese grondwet: zoals ge-zegd was het --onderzoek in te vroeg, en was devraagstelling in Eurobarometer vaag. Alleen de vraag in hetonderzoek van Marketresponse in januari ging over deEuropese grondwet, en in dat onderzoek blijken veel mensennog niet te weten wat ze gaan stemmen.Een geheel ander beeld biedt het opinieonderzoek van Mau-

rice de Hond. Eind december peilt hij de steun voor deEuropese grondwet. Het Tweede-Kamerlid Geert Wildersheeft dan publiekelijk een verband gelegd tussen het EuropeesGrondwettelijk Verdrag en de toetreding van Turkije tot deEuropese Unie. Wilders dient in de Tweede Kamer een motiein, waarin wordt betreurd dat de -onderhandelingen metTurkije over het lidmaatschap beginnen. In de peiling van DeHond blijkt ruim een derde van de kiezers nog niet te wetenwat zij moeten stemmen. Van degenen die dat wel weten,neemt een duidelijke meerderheid (ruim procent) zichvoor om tegenhet Grondwettelijk Verdrag te stemmen.De verschillende peilingen bieden eind en begin

Page 148: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dus allerminst een scherp beeld. Het lijkt erop dat ongeveer dehelft van de kiezers weet dat ze gaan stemmen en ook al eeneerste mening heeft gevormd. Maar of die groep in meerder-heid voor dan wel tegen de Europese grondwet was, is niet dui-delijk.

Een onscherp beeld tussen januari en april

Als we alle ons bekende doorlopende peilingen in een grafiekplaatsen, is het beeld van de ontwikkeling van de nee-stem nadecember evenmin erg duidelijk. Als we ons beperkentot de percentages ja- en nee-stemmers (zie figuur ), dan blij-ken de verschillen tussen de peilingen van de verschillende bu-reaus zelfs bijzonder groot. Zo vindt Marketresponse beginmaart nog dat een meerderheid (van procent) de grondwetsteunt, terwijl De Hond in vrijwel dezelfde week concludeertdat ja en nee elkaar in evenwicht houden.Begin april begint het televisieprogramma NOVAmet de pu-

blicatie van Europese referendumpeilingen door Interview-

Figuur : de voorsprong van de nee-stemmers

Page 149: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

. Dit onderzoeksbureau is ook al verantwoordelijk voor de‘politieke barometer’ in dat programma. De peilingen van In-terview- zijn in tegenspraak met de andere peilingen om-dat ze een voorsprong voor de ja-stemmers aangeven. Het gattussen de peilingen van - en die van Interview-

bedraagt begin april maar liefst procentpunten!Opvallend is dat de peilingen van De Hond vrijwel de gehele

periode aangeven dat de tegenstanders van de Europesegrondwet in de meerderheid zijn, terwijl de peilingen vanMarketresponse (voor de Rijksvoorlichtingsdienst) het tegen-overgestelde beeld geven. Ook van een ondubbelzinnige op-waartse of neerwaartse trend lijkt tussen januari en eind april,het begin van de intensieve campagne, geen sprake.De uiteenlopende schattingen van het percentage voor- en

tegenstanders in de verschillende peilingen vragen om eenverklaring. Waarom geeft Interview- begin april nog aandat de tegenstanders in de minderheid zijn, terwijl Maurice deHond al wekenlang constateert dat ze juist een meerderheidvormen? Hoe komt het dat de peilingen zo ver uiteenlopen?Deze vraag verwijst naar een algemener probleem met pei-

lingen. Grote verschillen tussen de resultaten van verschillen-de onderzoeksbureaus worden bijvoorbeeld ook gevondenwanneer gevraagd wordt wat de respondent zou gaan stem-men als er nu verkiezingen zouden zijn. Dergelijke verschillenkunnen wijzen op echte veranderingen als de onderzoekspe-rioden van de verschillende bureaus niet helemaal synchroonlopen. Gebruikelijker is echter de verklaring te zoeken in deuiteenlopende werkwijzen die de bureaus hanteren om hunpeilingen te verkrijgen. De wijze waarop een steekproef vanres pondenten wordt verkregen verschilt sterk tussen de bu-reaus. Sommige bureaus gebruiken zogenaamde panels vanrespondenten die gedurende langere tijd vragenlijsten over al-lerlei onderwerpen beantwoorden, terwijl andere bureausvoor elke nieuwe peiling een nieuwe groep respondenten be-naderen. Het aantal respondenten dat wordt ondervraagd is

Page 150: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

soms erg klein waardoor de betrouwbaarheid van de peilingrelatief gering is. De precieze vraag die aan respondentenwordt voorgelegd kan verschillen, waardoor de resultaten vanverschillende onderzoeken eigenlijk niet goed met elkaar kun-nen worden vergeleken. De statistische procedures die op deresultaten van een onderzoek worden toegepast om een ‘repre-sentatief ’ beeld van de opvattingen van ‘de’ Nederlandse be-volking te krijgen, verschillen. Sommige bureaus gebruiken deuitkomsten van eerdere peilingen om al te grote, onverwachtestijgingen en dalingen in hun resultaten te dempen.Dit lijstje kan moeiteloos nog verder worden uitgebreid. Wat

bij de peilingen naar opvattingen over de Europese grondwetvooral in het oog springt, is de sterk uiteenlopende omvangvan de groepen respondenten die zeggen niet te zullen gaanstemmen, of die het nog niet weten. De Hond vindt begin aprilbijvoorbeeld dat bijna een op de vijf kiezers van plan is (waar-schijnlijk) niet te stemmen. En van degenen die wel gaan stem-men weet eenderde niet waarop ze gaan stemmen. In dezelfdeperiode vindt Interview- echter dat maar liefst procentvan de kiezers zegt niet te gaan stemmen, en dat van degenendie wel gaan stemmen procent nog niet weet wat. In DeHonds onderzoek is de groep die aangeeft al een keuze te heb-ben gemaakt veel groter dan in het onderzoek van Interview-.

Peilingen tijdens de campagne

In de vorige twee hoofdstukken hebben we gezien dat de cam-pagne pas eind april, begin mei echt op gang kwam. Vanaf datmoment trekt ook de politieke barometer bij en geven alle pei-lingen aan dat het aantal voorstanders in de minderheid is.Ons eigen onderzoek (uitgevoerd door Panel Services),dat eind april is begonnen, bevestigt de uitkomsten van de an-dere peilingen. Vanaf het begin van de campagne zijn de tegen-standers in de meerderheid.

Page 151: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Hoewel alle bureaus een meerderheid tegen de Europesegrondwet meten, zijn vooral de verschillen tussen de peilingenvan Interview- en - erg groot.Van een duidelijke trend in de verhouding tussen ja- en nee-

stemmers is in deze laatste weken geen sprake. Toch worden inde media allerlei trends ontwaard. Zo meldt de Volkskrant driedagen voor het referendum nog dat het ja-kamp aan een in-haalslag bezig is. Andere kranten kwamen met hetzelfdenieuws. De kranten baseren zich daarbij vooral op de peilin-gen van Interview- en -. Achteraf kunnen we onsafvragen of hier niet gewoon sprake was van de onbetrouw-baarheid in uitkomsten die eigen is aan ieder steekproefonder-zoek.

De ontwikkeling van de nee-stem in de wekenvoorafgaande aan het referendum

De opvallendste verschillen tussen peilingen van de verschil-lende bureaus zitten in de percentages mensen die nog niet we-ten wat ze zullen stemmen. Volgens ons eigen onderzoek wistbegin mei ruim procent van de kiezers nog niet of ze zou-den stemmen, of nog niet wat ze zouden stemmen (zie tabel ).In de enquête die we hebben afgenomen ná het referendumhebben we gevraagd wanneer men tot een beslissing is geko-men. Op die vraag antwoordt bijna tweederde van de kiezersdat zij pas tijdens de campagne (‘in de laatste weken’ of ‘tijdensde laatste dagen’) hun keuze hebben bepaald.Ook in ons onderzoek in de laatste weken voorafgaande aan

het referendum is geen trend in het percentage nee-stemmerszichtbaar. Dit percentage schommelt rond de procent. Hetpercentage mensen dat zegt niet te gaan stemmen verandertevenmin duidelijk in een richting.Tijdens de laatste fase van de campagne neemt wel het per-

centage mensen dat niet weet wat ze zullen stemmen gestaag af

Page 152: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

van ruim tot ruim procent. Tijdens de campagne makendus veel mensen een keuze voor of tegen de grondwet, maardeze keuzen leiden niet tot een verschuiving in de balans tus-sen voor- en tegenstanders.Het is uiteraard mogelijk dat in de laatste weken ook ver-

schuivingen van voor- naar tegenstanders en andersom noginvloed hebben gehad op de relatieve omvang van de beidegroepen. Daarom hebben we ook gekeken naar de mate waar-in mensen die voor het referendum aangaven vóór te gaanstemmen, uiteindelijk tegen hebben gestemd (en andersom).Maar kiezers blijken betrekkelijk stabiel in hun keuze. Van de-genen die vóór de verkiezingen aankondigden de grondwet tezullen steunen, stemde uiteindelijk procent daadwerkelijkvoor de Europese grondwet, procent stemde niet en pro-cent stemde tegen. Van degenen die voor de verkiezingen tegenzeiden te gaan stemmen, stemde uiteindelijk procent daad-werkelijk tegen. Ongeveer procent stemde niet en de reste-rende procent maakte de overstap naar het ja-kamp. Ook de-genen die zich hadden voorgenomen niet te gaan stemmenbleven bij hun besluit, hoewel er een lichte verschuiving rich-ting het nee-kamp was; procent stemde daadwerkelijk niet,procent stemde tegen en slechts procent stemde voor.

Tabel 1: Voorgenomen stemgedrag in de zes weken voor 1 juni (percentages)

22 april- 6-12 mei 13-19 mei 20-29 mei 30-31 mei

5 mei

Ja 13 16 21 22 33

Nee 17 24 28 33 40

Relatieve omvang 57 60 56 60 54

van de ‘nee’-groep

Weet niet 62 50 44 33 22

Gaat niet stemmen 8 10 7 12 5

Page 153: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

De verschuivingen in de campagneperiode bestonden dusvooral uit twijfelaars die gedurende de campagne een besluitnamen. In iets mindere mate trad een verschuiving op in degroep mensen die had aangekondigd niet te gaan stemmen;een deel van deze groep besloot uiteindelijk toch tegen testemmen. Verschuivingen waren in veel mindere mate het ge-volg van verschuivingen tussen beide kampen. Het warenvooral twijfelaars die een mening vormden.

Op het eerste gezicht lijken deze waarnemingen een onder-steuning van de campagnestrategie van het kabinet. Dezecampagnestrategie was ingegeven door de gedachte dat kie-zers pas heel laat zouden beslissen. Half april merkte ministerBot bijvoorbeeld nog op dat de Nederlandse regering zich nietmoest laten opjagen, maar moest vasthouden aan de oor-spronkelijke plannen. Deze plannen hielden in dat het kabinetpas in de laatste weken voor het referendum voluit campagnezou voeren voor een ‘ja’ voor de grondwet. ‘Als je te vroeg be-gint, loop je het gevaar dat je het effect verzwakt,’ aldus de be-windsman.Ook merkte Bot op dat het erom gaat in de laatstepaar weken een geconcentreerde boodschap uit te dragen. ‘Alsje te vroeg inzet, ebt het weg. Dan blijf je jezelf eindeloos her-halen.’

Door onder anderen de Amsterdamse politicoloog VanPraag werd de veronderstelling die ten grondslag lag aan decampagnestrategie in twijfel getrokken. Kiezers zouden vol-gens hem helemaal niet zo laat in de campagne de beslissingnemen. En als kiezers al laat beslissen, is meestal het nee-kampbij een referendum in het voordeel. De opzet van het kabinetom pas laat met de campagne te beginnen was volgens VanPraag dan ook gebaseerd op achterhaalde opvattingen overhet verloop van campagnes.In tegenstelling tot wat Van Praag betoogt, hebben veel kie-

zers wel degelijk in de laatste weken voor het referendum eendefinitieve keuze gemaakt.Maar de cijfers betekenen niet dat

Page 154: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

minister Bot gelijk had toen hij opmerkte dat de campagnelaat moest worden ingezet omdat kiezers pas in de laatste we-ken een beslissing nemen.In de eerste plaats moeten we ons afvragen waarom veel

mensen zes weken voor de verkiezingen nog niet wisten wat zezouden moeten stemmen. In de open vraag die we daaroverstelden in ons onderzoek kwam eigenlijk maar één reden naarvoren: men had het gevoel onvoldoende te zijn geïnformeerden wilde meer informatie afwachten.Daarmee kan de strate-gie van het kabinet worden gezien als een typisch voorbeeldvan een self-fulfilling prophecy; omdat het kabinet dacht datkiezers laat zouden beslissen werd de campagne vanuit het ka-binet pas laat ingezet en omdat de campagne laat werd ingezetnamen kiezers pas heel laat in de campagne een beslissing.Verder haddenminister Bot en eigenlijk ook de politicoloog

Van Praag ongelijk omdat het moment waarop de beslissingwordt genomen in een campagne van ondergeschikt belang is.Mensen verwerven een belangrijk deel van hun opvattingenmeestal al eerder. Ze wegen die opvattingen wellicht nog niettegenelkaaraf,verwervenooknieuweopvattingenenverande-ren hun opvattingen wel eens, maar zijn allerminst een onbe-schreven blad tot op hetmoment dat de keuzewordt gemaakt.De campagne speelt daarin dan vervolgens een beperkte rol,ook bij degenen die nog geen definitieve beslissing hebben ge-nomen.

De invloed van het Franse referendum op de uitslag ende opkomst

Op maart , nadat de Referendumcommissie de referen-dumdatum in Nederland had vastgesteld, besloot Frankrijkzijn referendum op zondag mei te houden, enkele dagenvoor het referendum in Nederland. Vrijwel direct werd eenverband gelegd tussen beide referenda. Zo bracht Goeijenbier,

Page 155: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

de leider van de ja-campagne (zie het hoofdstuk van Lucar-die), op april tijdens een achtergrondbriefing de suggestienaar voren dat als de Fransen op mei nee zouden stemmenNederland zijn referendum zou kunnen afgelasten.Hoewel het kabinet de suggestie niet overnam, werd alom

aangenomen dat beide referenda onlosmakelijk met elkaarwaren verbonden. Van Praag veronderstelde dat de opkomstin Nederland wel eens onder de procent zou kunnen zakkenals de Fransen ‘nee’ zouden stemmen. Omdat het referen-dum zinloos zou worden, zou een grotere groep kiezers beslui-ten niet te gaan stemmen. Net voor het referendum melddeMaurice de Hond dat de inhaalslag, die de ja-stemmers vlakvoor het weekend waren begonnen, door het Franse referen-dum tot staan was gebracht. Er was dus een tweede effect.Door de Franse nee-stem zou het percentage nee-stemmers inNederland toenemen.De verwachtingen over het effect van een negatieve uitslag

in Frankrijk waren dus tweeledig: de opkomst zou omlaaggaan en het percentage nee-stemmers zou toenemen. Op heteerste gezicht lijken onze cijfers beide verwachtingen te weer-spreken: de verwachte opkomst gaat eerder omhoog dan om-laag (het percentage mensen dat zegt niet te gaan stemmendaalt) en de uitslag verandert juist in het voordeel van de ja-stemmers (het aantal voorstemmers ten opzichte van het tota-le aantal mensen dat zegt al een keuze te hebben gemaaktstijgt) (zie wederom tabel ).Dat de opkomst zou zijn gedaald als gevolg van de uitslag in

Frankrijk is niet aannemelijk. De opkomst op juni was im-mers boven verwachting hoog. Bovendien hebben we kiezersna het referendum de stelling voorgelegd: ‘Omdat de Fransenin meerderheid tegen de Europese grondwet hebben gestemd,is de uitslag in Nederland minder belangrijk geworden.’Slechts procent van de kiezers kon in meer of mindere mateinstemmen met deze stelling. De rest was het daar niet meeeens. Ook dit is een aanwijzing dat de opkomst bij het referen-

Page 156: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dum in Nederland niet negatief is beïnvloed door de uitslag inFrankrijk.Of de uitslag is beïnvloed door de uitslag in Frankrijk is niet

goed vast te stellen. In de eerste plaats was al lang voor het refe-rendum in Frankrijk duidelijk dat de tegenstanders van de Eu-ropese grondwet daar in de meerderheid waren. Het effect kandus al eerder zijn opgetreden. In de tweede plaats zijn er geenduidelijke veranderingen in de trends waar te nemen. Voorzo-ver er een effect is geweest, heeft het de uiteindelijke uitslag(een duidelijke overwinning van de nee-stemmers) waar-schijnlijk niet beïnvloed.

Conclusies

In dit hoofdstuk zijn we nagegaan hoe de peilingen er in deaanloop naar het referendum precies uitzagen. Deze peilingenspeelden een belangrijke rol tijdens de campagne en gevenwellicht ook inzicht in trends en trendbreuken in de maanden

Handelsblad, mei

Page 157: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

voorafgaande aan het referendum. We hebben echter latenzien dat die peilingen verre van eenduidig waren. Zelfs het ideedat er tot begin een duidelijke meerderheid voor de Euro-pese grondwet was die pas in de laatste maanden is afgekalfd,blijkt te zijn gebaseerd op drijfzand.Degroteverschillen tussendeverschillendepeilingenmaken

het onmogelijk iets zinnigs te zeggen over eventuele trend-breuken in de maanden vóór april . Zelfs in de laatsteweken voor het referendum blijken de verschillen tussen depeilingen van de verschillende bureaus zo groot, dat uitspra-ken over trends, trendbreuken, laat staan uitspraken over deinvloed van specifieke gebeurtenissen op die trends of trend-breuken van weinig waarde zijn.Wat we wel kunnen vaststellen is dat bij het begin van de

campagne, eind april, nog veel mensen geen definitieve keuzehadden gemaakt. Het percentage mensen dat wel een keuzehad gemaakt steeg sterk in de laatste weken. Toch betekent ditniet dat de campagnestrategie van het kabinet, om pas in delaatste weken campagne te voeren, juist was. Veel opvattingenhebben kiezers in de maanden voorafgaande aan het referen-dum verworven, hoewel die opvattingen nog niet hadden ge-leid tot een definitieve keuze. Bovendien kan de strategie er weleens de oorzaak van zijn geweest dat veel mensen in de laatsteweken besloten wat ze zouden gaan stemmen.Ten slotte zijn we meer specifiek ingegaan op de mogelijke

invloed van de uitslag in Frankrijk op de opkomst en de uitslagin Nederland. Mede omdat de opkomst veel hoger was danvrijwel iedereen had verwacht en voorspeld, kunnen we con-cluderen dat van het verwachte negatieve effect van de uitslagin Frankrijk op de opkomst in Nederland geen sprake was.Maar of het nee-kamp door de uitslag van het Franse referen-dum een duwtje in de rug heeft gehad, valt op basis van de be-schikbare cijfers niet vast te stellen.

Page 158: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Op weg naar juni

Kees Aarts en Henk van der Kolk

Inleiding

Hoe zij verder ook dachten over het resultaat van juni, bijnaalle politieke leiders in Nederland noemden het referendumgeslaagd. Europese eenwording was heel lang het exclusieveterrein van politici geweest, maar nu was dan eindelijk eenbreed debat op gang gekomen over de toekomst van Europa ende plaats van Nederland daarin. ‘Europa’ werd een gespreks-onderwerp in kapsalons, kantines, bij de koffie en voor fami-liefeestjes zoals een paar jaar eerder Pim Fortuyn dat was ge-weest. De intensiteit van de referendumcampagne en de hogeopkomst bij het referendum overtroffen de verwachtingen vandegenen die het initiatief hadden genomen tot het referen-dum.Het enthousiasme over het referendum over het Europees

Grondwettelijk Verdrag werd bovendien betrokken op andereonderwerpen. In de eerste dagen na juni kwamen politici metallerlei onderwerpen die wellicht ook onderwerp zouden kun-nen zijn voor een referendum. En de , de partij die in

tijdens ‘de nacht van Wiegel’ nog de doodsteek had toege-bracht aan het correctief referendum (zie het hoofdstuk vanElzinga in deze bundel), werd mede onder invloed van het suc-ces van de campagne rond dit referendum een van de voor-standers van deze aanvulling op de representatieve democra-tie.Toch waren er in de maanden voorafgaande aan het referen-

Page 159: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dum ook kritische geluiden te horen. Zo werd in de aanloopnaar het referendum van juni nogal eens vernomen dat hetonderwerp, het Grondwettelijk Verdrag voor Europa, absoluutongeschikt was om aan het oordeel van de kiezers voor te leg-gen. Het betrof hier immers een complex politiek vraagstuk,dat alleen te doorgronden zou zijn voor wie de nodige inspan-ning zou willen leveren, en dat willen de meeste kiezers nu een-maal niet.Zelfs de D’er Brinkhorst, vertegenwoordiger vaneen partij die al decennia pleit voor de invoering van een cor-rectief wetgevingsreferendum, had zijn reserves:

Op zichzelf is er best wat te zeggen voor referenda, maar nietover dit onderwerp. We houden nu een referendum over eenzaak waar de bevolking niets over weet. Dat schept een slechtprecedent.

Ook buitenlandse waarnemers wezen op het gebrek aan ken-nis over het onderwerp onder de Nederlandse bevolking. Zomerkte de voorzitter van het Europees Parlement, Josep Bor-rell, op:

De Nederlanders zijn bang. Er is een angst voor het onbeken-de. En dat kan je weer verklaren door een verbazende onwe-tendheid. Daardoor kan er ook zo veel onzin worden gezegdover de Grondwet.

Het idee dat kiezers eigenlijk niet in staat zijn zich een oordeelte vormen over complexe zaken die te maken hebben met hetoverheidsbestuur, weerspiegelt een fundamenteel spannings-veld in democratisch bestuur: het spanningsveld tussen iden-titeit en representatie. Democratie houdt enerzijds in dat dewil van het volk (althans, van de meerderheid) gestand wordtgedaan (identiteit), maar houdt anderzijds in dat de volksver-tegenwoordigers in onderlinge beraadslagingen oplossingenbedenken voor ingewikkelde problemen (representatie). Dat

Page 160: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

kan wringen. Enerzijds leidt dat tot de veelgehoorde klacht dateen gesloten politieke kaste doof en blind is voor wat er onderde bevolking leeft. Anderzijds leidt het spanningsveld tot hetverwijt richting burgers dat zij onwetend en bang zijn. Daarkomt dan nog bij dat wat het volk wil, meestal helemaal niet zoduidelijk is.

In dit hoofdstuk gaan we allereerst in op de vraag of kiezers netzo enthousiast zijn geworden over referenda als veel politici.Weliswaar was dit enthousiasme onder kiezers altijd al groterdan onder politici, maar in hoeverre heeft dit referendum daarverder aan bijgedragen? Daarna besteden we aandacht aan dekennis van burgers over de Europese grondwet. Was die kennisinderdaad bijna afwezig of viel dat eigenlijk wel mee? En heeftde campagne geleid tot beter geïnformeerde burgers?De campagne heeft naar verwachting niet alleen gevolgen

gehad voor de kennis van burgers, maar heeft waarschijnlijkook hun standpunten beïnvloed. Hoe keken burgers bij het be-gin van de campagne aan tegen de Europese eenwording? Wel-ke gevolgen schreef men toe aan de Europese integratie?Deze vragen beantwoorden we aan de hand van een groot-

schalig enquêteonderzoek onder de Nederlandse kiesgerech-tigde bevolking dat wij zowel voor als na het referendum heb-ben gehouden. In het onderzoek dat voor het referendumplaatsvond, zijn in vijf opeenvolgende perioden (van twee we-ken aan het begin tot twee dagen aan het eind) vijf onafhanke-lijke steekproeven benaderd uit een groter (panel)bestand.Deze vijf steekproeven tellen tussen de en responden-ten elk (in totaal respondenten). Hierdoor is het moge-lijk om ontwikkelingen gedurende de laatste (ruim) vijf wekenvan de referendumcampagne in kaart te brengen. Wanneerdergelijke ontwikkelingen niet zichtbaar zijn in onze gegevens,en/of wanneer ze minder interessant lijken te zijn, laten we al-leen de gegevens over de campagne als geheel zien.

Page 161: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

De houding tegenover het referendum

Wat vonden Nederlanders ervan dat er een referendum overdit onderwerp werd gehouden? Was dit een goed idee of juistniet? Deze vraag hebben we zowel voor als na juni aan de res -pondenten voorgelegd. De antwoorden op deze twee tijdstip-pen zijn samengevat in tabel .Vóór juni vond procent van de kiezers het een goed idee

om dit referendum te houden. Veertien procent vond het geengoed idee, en procent had hier geen mening over. Vóór hetreferendum stond dus tweederde van de kiezers positief tegen-over dit referendum. Na juni is het percentage voorstandersvan het referendum zelfs gestegen tot procent. Het percen-tage tegenstanders blijft ongeveer gelijk, terwijl veel mindermensen dan tevoren geen mening zeiden te hebben. Van demensen die het referendum aanvankelijk geen goed idee von-den, is de helft tussen de twee vragenlijsten van mening veran-derd; van degenen die eerst geen mening hadden, vindt achter-af procent het referendum toch een goed idee (cijfers niet inde tabel). Deze cijfers onderstrepen dat het houden van dit re-ferendum over de Europese grondwet door de grote meerder-heid van de kiezers werd ondersteund.De positieve houding ten aanzien van dit referendum heeft

overduidelijk geen betrekking op de campagnes die werdengevoerd. In de campagneweken nam weliswaar het aantalmensen dat ‘iets’ van de campagne had meegekregen snel toe

Tabel 1: Oordeel over het referendum over de Europese grondwet vóór en na 1 juni

Voor 1 juni Na 1 juni

Het is niet goed dat dit referendum wordt (is) gehouden 14 15Het is goed dat dit referendum wordt (is) gehouden 66 79Weet niet/geen mening 19 6

Page 162: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

van bijna tot ruim procent, hun oordeel over die cam-pagne was overwegend negatief. Ruim twee derde van de kie-zers was van mening dat de campagnes over de Europesegrondwet niet duidelijk hebben gemaakt waar het nu eigenlijkover ging. En procent van de kiezers had zowel voor- als te-genstanders te weinig gehoord. Nog eens procent had alleende tegenstanders te weinig gehoord. procent was juist vanmening dat ze de voorstanders te weinig had gehoord. Tenslotte vond eenderde van de kiezers dat de voor- en tegenstan-ders over het algemeen niet open en eerlijk met elkaar discus-sieerden over de Europese grondwet.

De hoop van sommige politici was dat niet alleen de steunvoor dit specifieke referendum groot zou zijn, maar dat ookhet enthousiasme voor referenda in het algemeen zou toene-men. Hoewel we geen vergelijkbare gegevens hebben over deopvattingen van kiezers voorafgaande aan het referendum,blijkt na het referendum de steun voor nationale referenda bij-zonder groot (tabel ).Meer dan procent van de ondervraagde personen is voor

het houden van (meer) nationale referenda. Slechts een min-derheid van ongeveer procent is daartegen. Hiermee is na-tuurlijk nog niet bewezen dat dit een gevolg is van positieve er-varingen met het referendum over de Europese grondwet,maar andersom heeft dit referendum zeker geen negatieve in-vloed gehad op de steun voor het referenduminstrument.

Tabel 2: Is het goed dat er nationale referenda worden gehouden?

Het is goed dat er nationale referenda worden gehouden 44,02 26,33 19,54 4,8Het is niet goed dat er nationale referenda worden gehouden 5,5

Page 163: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Kennis over het referendum en over de Europesegrondwet

De volgende vraag is wat Nederlandse burgers wisten over hetreferendum en de Europese grondwet. Om te beginnen gaanwe na in hoeverre de kiezers in de aanloop naar het referen-dum eigenlijk op de hoogte waren van het onderwerp van datreferendum. Aan het begin van ons enquêteonderzoek hebbenwe daarom de respondenten een open vraag voorgelegd: ‘Op juni wordt in Nederland een referendum gehouden. Waarovergaat dat referendum?’ Alle antwoorden met verwijzingen naarde ‘Europese grondwet’ of ‘Europa’ beschouwen we als correct;de overige antwoorden en uiteraard alle ‘weet niet’-antwoor-den als fout. In tabel is het percentage correcte antwoordenper campagneweek weergegeven.Uit tabel blijkt dat aan het begin van de laatste campagne-

fase twee van de drie kiezers spontaan het onderwerp van hetreferendum konden noemen. In de loop van de campagnewordt deze groep steeds groter, tot procent in de laatste volleweek van mei, en procent na het Franse referendum. Hetonderwerp van het referendum was dus zeer bekend bij de kie-zers.In tabel is ook weergegeven welk percentage van de kiezers

zegt in de afgelopen week ten minste één keer met anderenover het referendum gesproken te hebben. Uit de cijfers blijkt

Tabel 3: Kennis van het onderwerp van het referendum (open vraag) – percentagecorrecte antwoorden en percentage dat de afgelopen week ten minste één keer metanderen over het referendum heeft gesproken

22 april- 6-12 mei 13-19 mei 20-29 mei 30-31 mei5 mei

Onderwerp correct 69 76 81 87 95Tenminste éénkeer 48 59 79 80 94over gesproken

Page 164: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dat een groeiende groep kiezers er met anderen over heeft ge-sproken. Dit percentage stijgt van procent aan het begin vande campagne tot procent in de laatste dagen.

. Inhoud van de grondwet

De kiezers wisten op juni wat het onderwerp van het referen-dum was, en bovendien had vrijwel iedereen er kortgeledenwel eens met anderen over gesproken. Maar waarover haddendie burgers het? Werden hun discussies gekenmerkt door een‘verbazende onwetendheid’, zoals de voorzitter van het Euro-pees Parlement Borrell veronderstelde, of viel dat allemaal welmee?Nu is deze grondwet een uitvoerig en ingewikkeld docu-

ment (zie hoofdstuk in deze bundel), dus de vraag dient teworden toegespitst. We hebben de respondenten vier onder-werpen voorgelegd en hun daarover gevraagd of deze zaken inde Europese grondwet zouden worden geregeld. De vier on-derwerpen zijn: de bevoegdheden van het Europees Parle-ment; de toetreding van Turkije binnen tien jaar; enkelegrondrechten van burgers en dat Europa zich met het asielbe-leid gaat bezighouden. Drie van deze vier onderwerpen wor-den inderdaad min of meer geregeld in de grondwet, alleen detoetreding van Turkije binnen een bepaalde termijn is abso-luut niet aan de orde.Uit tabel blijkt dat de grote meerderheid van de kiezers

wist dat de bevoegdheden van het Europees Parlement aan deorde waren. Het percentage stijgt ook gedurende de campagnenog van procent aan het begin tot procent in de laatstedagen. Ook dat de grondwet enkele grondrechten van burgersregelt was bekend bij een duidelijke meerderheid van de kie-zers.Veel minder correcte antwoorden zijn er wanneer Turkije en

het asielbeleid ter sprake worden gebracht. Aan het begin van

Page 165: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

de campagne weet slechts een minderheid van de burgers datde toetreding van Turkije binnen tien jaar níet in de Europesegrondwet wordt geregeld. Pas aan het einde van de campagneweet ook hier een meerderheid het juiste antwoord. Helemaalverrassend is dit relatief lage percentage correcte antwoordenoverigens niet. De onderhandelingen met Turkije over de startvan de besprekingen met de Europese Unie waren eind

onder Nederlands voorzitterschap met nogal wat publiciteitafgerond en bovendien had de politicus Geert Wilders juist demogelijke toetreding van Turkije tot de Unie tot het mikpuntvan zijn campagne tegen de grondwet gemaakt.Nog wat minder correcte antwoorden kwamen er op de stel-

ling dat Europa zich, volgens de grondwet, met het asielbeleid

Tabel 4: Wat wordt geregeld in de Europese grondwet – percentage correcte ant-woorden naar campagneweek

22 april- 6-12 mei 13-19 mei 20-29 mei 30-31 mei5 mei

De bevoegdheden 72 72 78 76 84van het EuropeesParlement (ja)

De toetreding van 45 39 44 50 57Turkije binnen 10 jaar (nee)

Enkele grondrechten 68 63 67 61 71van burgers (ja)

Europa gaat zich met 38 43 47 50 46het asielbeleid bezig-houden (ja)

Gemiddeld aantal 2,2 2,2 2,4 2,4 2,6correcte antwoorden(0-4)

Page 166: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

zou gaan bezighouden. Dat is zo, maar de meeste kiezers kon-den zich het zich blijkbaar niet goed voorstellen. Over vrijwelde gehele campagneperiode weet slechts een minderheid hetjuiste antwoord te noemen.Gemiddeld hadden de kiezers in de eerste campagneweken

, van de onderdelen correct beantwoord. Dit gemiddeldestijgt langzaam tot , in de laatste dagen voor het referendum.Schetst tabel ons nu een ‘verbazende onwetendheid’? Daar

valt wel wat op af te dingen. Nogmaals: de Europese grondwetis een ingewikkeld document. Als enkele losse brokken daar-van blijkbaar toch post weten te vatten bij aanzienlijke delenvan het electoraat, is van een massaal gebrek aan kennis toch aleigenlijk geen sprake meer. Bovendien is het nog maar devraag of dat bij andere verkiezingen zoveel beter is. En bijTweede-Kamerverkiezingen wordt kiezers eigenlijk ook nooitverweten dat ze hebben gestemd op basis van ‘verbazende on-wetendheid’, terwijl het toch onwaarschijnlijk is dat heel veelkiezers een scherp beeld hebben van de sociale en economi-sche beleidskeuzen die daarbij centraal staan.

. Politieke partijen

Niet alleen waar de Europese grondwet al dan niet over gaat isrelevante kennis. Voor een goed geïnformeerde keuze op hetstembureau kan ook van belang zijn dat de kiezer op de hoogteis van de standpunten van de politieke partijen met betrekkingtot de grondwet. We weten dat de Tweede-Kamerfracties van, , PvdA, D en GroenLinks zich alle duidelijk vóórde grondwet hadden uitgesproken en dat , ChristenUnie,, en Groep-Wilders tegen waren (zie het hoofdstukvan Voerman in deze bundel). In hoeverre zijn deze standpun-ten bekend bij het electoraat, en worden ze wellicht gedurendede laatste fase van de campagne ook nog bekender? We hebbende respondenten vóór het referendum gevraagd om van elk

Page 167: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

van de genoemde partijen aan te geven of deze partij sterkvoor, voor, tegen, of sterk tegen de Europese grondwet was. Ta-bel laat de correcte antwoorden per partij ((sterk) voor danwel (sterk) tegen) zien, waarbij de ‘weet niet’-antwoorden we-derom fout zijn gerekend.Uit de eerste kolom in tabel blijkt, dat eind april vooral de

standpunten van GroenLinks, ChristenUnie en nog ergweinig bekend waren. Dat is deels toe te schrijven aan de om-vang van deze partijen – grotere partijen krijgen nu eenmaalmeer aandacht in de media. In het hoofdstuk van Kleinnijen-huis en anderen hebben we echter gezien dat Geert Wildersjuist bovenmatig veel aandacht kreeg. Bovendien geldt ver-moedelijk voor zowelGroenLinks (voor) als voor deChristen-Unie (tegen) dat de partijstandpunten niet goed aansloten ophet beeld dat veel kiezers vandeze partijenhaddenmet betrek-king tot de Europese integratie. Dit blijkt ook uit het relatiefgrote aantal foute antwoorden (in contrast met het aantal

Tabel 5: Wat is het standpunt van politieke partijen over de Europese grondwet – percentage correcte antwoorden naar campagneweek

22 april- 6-12 mei 13-19 mei 20-29 mei 30-31 mei5 mei

CDA 66 70 76 78 88PvdA 48 63 59 67 78VVD 62 64 69 71 79SP 59 57 70 69 83GroenLinks 15 19 24 25 40LPF 33 35 40 44 54D66 48 52 53 58 61ChristenUnie 15 19 32 33 42Groep-Wilders 51 54 70 73 80

Gemiddeld aantal 4,0 4,3 4,9 5,2 6,1juiste antwoorden (0-9)

Page 168: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

‘weetniet’-antwoorden)dat voordezepartijenwordt gegeven.Voor de geldt daarentegen dat heel veel respondenten ge-woonniet weten wat de van de Europese grondwet vond.Gedurende de laatste zes campagneweken raken de stand-

punten van alle partijen meer bekend onder het electoraat. Wezien voor elke partij een vrijwel continue stijging van het per-centage correcte antwoorden. De grootste ‘stijgers’ in deze pe-riode zijn de PvdA en Groep-Wilders (beide circa procent-punten). De bijzonder grote aandacht voor het referendum,zowel in de media als bij het publiek, heeft dus een duidelijkgevolg gehad voor de bekendheid van de partijstandpunten.Dit is ook goed af te lezen aan het gemiddeld aantal juist ge-plaatste partijen, dat stijgt van , aan het begin van de cam-pagne tot ,net voor juni.Deze inventarisatie van de kennis van partijstandpunten

wijst op een in dit opzicht behoorlijk geïnformeerd electoraat.Het beeld dat oprijst uit tabel , is dan ook niet in overeen-stemming met het beeld dat in de citaten aan het begin van dithoofdstuk werd geschetst. Bovendien laat tabel tevens zien,dat een intensief politiek debat duidelijke effecten kan hebbenop de kennis van het electoraat. Er is dus vooralsnog geen re-den om al te neerbuigend te doen over de kwaliteit van het pu-blieke debat over de Europese grondwet in Nederland.

. Referenda in andere landen?

Een laatste indicator voor de kennis van het electoraat is inhoeverre men op de hoogte was van het ratificeringsprocesvan de Europese grondwet in andere lidstaten. Ook dit is na-tuurlijk geen directe aanwijzing dat kiezers wisten waar het re-ferendum precies overging. Maar kennis over wat er in anderelidstaten met de grondwet zou gebeuren draagt wel bij aan eencompleter beeld van de achtergrond waartegen het Neder-landse referendum zich afspeelde.

Page 169: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

We hebben eerst gevraagd of men nog wist wat de uitslagwas van het referendum in Spanje, waar op februari

een grote meerderheid van de bevolking instemde met de Eu-ropese grondwet. Vervolgens is aan de respondenten een lijstjemet vier landen voorgelegd met de vraag of in die landen welof niet ook een referendum over de Europese grondwet zouworden gehouden. De landen waren: België, Denemarken,Duitsland en Frankrijk. Ten tijde van ons enquêteonderzoekwas duidelijk dat er ook referenda zouden komen in Dene-marken en Frankrijk, terwijl België en Duitsland al hadden be-sloten om juist geen referendum te houden. (Overigens heeftde Deense regering het referendum na de uitslagen in Frank-rijk en Nederland in heroverweging genomen.) In tabel zijnde percentages correcte antwoorden opgenomen op deze vra-gen naar de referenda in andere landen.Eigenlijk blijkt alleen het referendum in Frankrijk een grote

bekendheid te genieten (nadat het op mei heeft plaatsge-vonden, is zelfs vrijwel iedere respondent daarvan op de hoog-te). Of in België, Denemarken en Duitsland referenda wordengehouden is veel minder bekend. Dat is niet zo verwonderlijk,

Tabel 6: Worden referenda in andere EU-lidstaten gehouden? – percentage correcteantwoorden naar campagneweek

22 april- 6-12 mei 13-19 mei 20-29 mei 30-31 mei5 mei

Spanje (uitslag) 31 34 39 46 56België 9 8 17 27 33Denemarken 19 17 20 19 22Duitsland 5 9 17 26 40Frankrijk 59 56 61 69 96

Gemiddeld aantal 1,2 1,2 1,5 1,9 2,5correcte antwoorden (0-5)

Page 170: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

omdat de (media-)aandacht in deze laatste fase van de cam-pagne bijna exclusief uitging naar Frankrijk en Nederland.Opvallend is dat relatief veel mensen denken dat Duitslandwel een referendum zou houden. De andere incorrecte ant-woorden zijn vooral ‘weet niet’-antwoorden. De uitslag vanhet Spaanse referendum is aan het begin van de campagne nogmaar bekend bij procent van de kiezers. Dit percentage stijgtin de loop van de campagne tot procent. Ook de kennis overhet eventuele gebruik van referenda in België, Duitsland enFrankrijk neemt gedurende de campagne duidelijk toe. Ditkomt tevens tot uiting in het stijgende gemiddelde aantal juisteantwoorden per respondent. Opmerkelijk is dat dit niet geldtvoor Denemarken. Verreweg de meeste respondenten hebbengewoon geen idee of er in Denemarken nu wel of niet een refe-rendum zal worden gehouden – terwijl de eerdere Deense refe-renda over Europese onderwerpen zoals de toetreding tot deeuro wel degelijk aandacht hebben gekregen in de Nederland-se media.Ter afsluiting van deze paragraaf kunnen we stellen dat de

kennis over de Europese grondwet en over de standpunten vande politieke partijen over die grondwet vrij wijdverbreid wa-ren onder de kiezers. Bovendien nam deze kennis tijdens decampagne sterk toe. Kennis over het ratificeringsproces in an-dere lidstaten is duidelijk minder aanwezig, behalve dan overhet referendum in Frankrijk.

Houdingen ten opzichte van Europese integratie

In hoofdstuk drie van dit boek beschrijft Jacques Thomassenhoe de liefde tussen Nederlanders en Europa na een aantalwarme decennia aan het bekoelen is. In dat hoofdstuk staan al-gemene houdingen tegenover Europese integratie en de

centraal, die gedurende lange tijd in veel lidstaten zijn geme-ten. In dit hoofdstuk richten we ons allereerst op enkele wat

Page 171: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

meer specifieke houdingen tegenover Europa. Welke rol werdde in de aanloop naar het referendum toebedacht? Hoestonden de kiezers tegenover de euro en Turkije? Twee strijd-punten die gemeenschappelijk hebben dat ze niet in de Euro-pese grondwet werden geregeld, maar die wel een zichtbare rolin de campagne speelden. Wat verwachtten de kiezers eigenlijkwanneer de Europese grondwet zou worden aangenomen?

. De rol van de Europese Unie

Om te beginnen kunnen kiezers zelf een idee hebben over detaken die primair op Europees niveau zouden moeten wordenuitgevoerd, dan wel op nationaal of lokaal niveau. In ons en-quêteonderzoek is inzake negen beleidsterreinen gevraagd ofde problemen die daarop spelen vooral op internationaal, Eu-ropees, nationaal, of regionaal/lokaal niveau zouden moetenworden aangepakt. In tabel worden de percentages respon-denten getoond die vinden dat de problemen op elk van de ge-noemde niveaus moeten worden aangepakt. Deze percentagesvertonen geen duidelijke ontwikkeling gedurende de campag-ne.Tabel laat zien dat een meerderheid van de kiezers van me-

ning was dat problemen op de gebieden van milieubescher-ming, de strijd tegen de georganiseerde misdaad, en de strijdtegen het terrorisme primair op internationaal, boven-Euro-pees niveau moeten worden aangepakt. Ook is een meerder-heid van mening dat het maatschappelijk welzijn vooral eentaak voor nationale regeringen is. Maar voor de overige vijf be-leidsterreinen is het patroon gefragmenteerder. Voor geen en-kel van de genoemde beleidsterreinen vindt een meerderheiddat het op Europees niveau zou moeten liggen. Voor land-bouw, defensie en immigratie en vluchtelingen vinden wel re-latief de meeste respondenten (maar geen meerderheid) datde problemen Europees moeten worden opgelost.

Page 172: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Van de negen genoemde beleidsterreinen zijn er slechts tweewaarvan relatief de meeste respondenten vinden dat deze ophet nationale niveau thuishoren: het al genoemde maatschap-pelijk welzijn en de rentestanden. Voor alle overige zeven be-leidsterreinen is een duidelijke meerderheid van mening dat zeop bovennationaal (Europees of internationaal) niveau thuis-horen. Er is derhalve geen sprake van een ‘naar binnen ge-keerd’ electoraat, zoals sommige waarnemers vonden.

Intrigerend is wel dat de rentestanden volgens relatief demeeste kiezers op het nationale niveau dienen te worden vast-gesteld. In het Gemeenschappelijk Monetair Beleid van detwaalf lidstaten die aan de euro deelnemen, is nu juist de rente-stand een zaak die niet meer door afzonderlijke landen wordtvastgesteld, maar door de twaalf bankpresidenten en de Euro-pese Centrale Bank gezamenlijk. Dat de Nederlandse kiezersde vaststelling van de rente liever aan de nationale instellingenoverlaten, wijst op een van de omstreden aspecten van Euro-pese integratie in Nederland: de invoering van de euro in de ja-ren -.

Tabel 7: Het meest geschikte niveau om problemen op negen beleidsterreinen aan tepakken

Inter- Europees Nationaal Regio- nationaal naal/

lokaal

Milieubescherming 55 20 19 6Strijd tegen georganiseerde 68 23 7 2

misdaadLandbouw 13 43 38 6Defensie 25 39 35 2Maatschappelijk welzijn 9 16 68 8Hulp aan ontwikkelingslanden 42 27 30 2Immigratie en vluchtelingen 32 36 30 2Strijd tegen het terrorisme 79 16 4 1Rentestanden 22 31 43 4

Page 173: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

. De euroDe euro was in de laatste campagneweken een van de centralestrijdpunten. Paul Lucardie wijst er in zijn hoofdstuk in dezebundel op dat een interview met een van de directeuren vanDe Nederlandsche Bank, gepubliceerd op april, een omslag-punt in de campagne leek te vormen.De bankier had gezegddat bij de overgang naar de euro de gulden te laag was gewaar-deerd, waardoor de Nederlanders tot procent aan koop-kracht zouden hebben ingeleverd. Het interview leverde eenstroom van vervolgartikelen in de kranten op waarin deze stel-ling werd bestreden, gesteund of genuanceerd – maar dat ver-anderde niet veel meer aan het gevoel dat veel burgers moetenhebben gehad: ‘Zie je wel! We roepen het al drie jaar, maar nublijken we dus echt opgelicht te zijn met die euro.’

Tabel 8: Meningen over de overgang van de gulden naar de euro – procenten

Helemaal Mee Niet mee Mee Helemaal

mee eens eens eens en oneens mee oneens

niet mee

oneens

Bij de overgang van de gulden 38 32 17 10 2naar de euro is Nederlandernstig benadeeld

De invoering van de euro is 3 22 20 41 13gunstig voor de Nederlandse economie

Door de invoering van de euro 61 32 4 2 0zijn de prijzen in Nederland gestegen

Door de invoering van de euro 55 41 3 1 0is betalen in het buitenland veel gemakkelijker geworden

Page 174: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

In de nameting van ons enquêteonderzoek, dus direct na hetreferendum, hebben we de respondenten vier stellingen overde euro voorgelegd. Deze hadden betrekking op de effectenvan de invoering van de euro. De stellingen en de antwoordenerop zijn te lezen in tabel .Het goede nieuws voor de euro in tabel is dat bijna iedereen

vindt dat door de invoering ervan betalen in het buitenlandveel gemakkelijker is geworden. Het slechte nieuws is dat even-eens bijna iedereen vindt dat door de invoering van de euro deprijzen in Nederland zijn gestegen. Een duidelijke meerder-heid vindt verder dat Nederland bij de overgang van guldennaar euro ernstig is benadeeld, en een meerderheid vindt nietdat de invoering van de euro gunstig is voor de Nederlandseeconomie. De negatieve aspecten van de euro lijken in debeeldvorming duidelijk de overhand te hebben. In het volgen-de hoofdstuk zullen wij nagaan welke rol deze overwegend ne-gatieve beoordeling van de invoering van de euro heeft ge-speeld bij de keuze in het referendum.

. Turkije

Naast de euro was een ander centraal punt in de campagne demogelijke toekomstige toetreding van Turkije tot de Unie. Eenbelangrijk verschil tussen deze twee issues is natuurlijk dat deeuro al lang en breed is ingevoerd, terwijl het eventuele lid-maatschap van Turkije nog volop in discussie is. Hierboven (intabel ) hebben we al laten zien dat relatief veel kiezers ten on-rechte van mening waren dat de toetreding van Turkije in deEuropese grondwet werd geregeld. Hoe stonden de kiezers te-genover de toetreding van Turkije?We hebben de respondenten vóór het referendum de vraag

voorgelegd of Turkije onder voorwaarden lid mag worden vande , dan wel nooit lid mag worden. Net als in andere opinie-onderzoeken blijkt er geen meerderheid te bestaan die de

Page 175: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

deur voor Turkije voorgoed wil sluiten. Ongeveer procentvan de kiezers weet niet wat ze van de toetreding van Turkijemoeten vinden. Van de overigen is een ruime meerderheid vanprocent vóór toetreding van Turkije als dit land voldoet aanvoorwaarden van democratie en mensenrechten. Een minder-heid van procent is daartegen. Vergelijken we dit resultaatmet de gegevens in tabel , dan is de conclusie dat het beeld vande invoering van de euro onder de Nederlandse kiezers aan-merkelijk negatiever was dan dat van een eventuele toetredingvan Turkije.Uiteindelijk ging het document waarover de Nederlandse

kiezers op juni om advies werd gevraagd noch over de euro,noch over de toetreding van Turkije. Sommigen beschouwende houding tegenover de euro en Turkije dan ook misschienals irrelevante informatie. Dat zou onterecht zijn. Een bekendestelling in de sociologie, het zogenaamde Thomas-theorema,luidt: ‘If men define things as real, they are real in their conse-quences.’ Als kiezers denken dat de Europese grondwet over detoetreding van Turkije gaat, dan zullen zij hun stem uitbren-gen alsof dat inderdaad zo is. In het volgende hoofdstuk gaanwe daarom onder andere in op de samenhang tussen deze op-vattingen en het uiteindelijke stemgedrag.

De verwachte gevolgen van Europese eenwording

De houdingen ten aanzien van internationalisering en tenaanzien van Turkije en de euro hebben mede te maken met deverwachte gevolgen van de Europese eenwording. Voor eengoed begrip van wat de kiezers op juni deden, is het dus be-langrijk om te weten wat de kiezers zelf verwachtten van deEuropese eenwording in het algemeen en van de invoering vande Europese grondwet in het bijzonder.

Page 176: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

. Europese samenwerking

Hoewel sommige voorstanders het referendum probeerden tebeperken tot een uitspraak over de grondwet, ging het uitein-delijk natuurlijk om veel meer. Daarom richten we ons ook opde gevolgen die kiezers verwachtten van voortgaande Europe-se integratie in het algemeen – dus zonder dat ze specifiek aande Europese grondwet worden gekoppeld. We hebben de kie-zers elf mogelijke gevolgen voorgelegd van verdergaande Eu-ropese eenwording, en hun gevraagd hoe waarschijnlijk zij hetvinden dat deze gevolgen zullen optreden. Op deze manierwordt ons beeld van de houdingen en verwachtingen van Eu-ropese integratie aan de vooravond van het referendum ge-completeerd. In tabel staan de antwoorden samengevat.Het Nederlandse electoraat verwacht níet dat met verder-

gaande Europese eenwording de welvaart sterker zal toene-men. Maar liefst procent van de respondenten noemt datniet waarschijnlijk of denkt dat het zeker niet zal gebeuren.Een meerderheid van procent denkt ook niet dat onze na-tionale identiteit en cultuur zullen verdwijnen. Dit issue speel-de ook in de campagne in de media geen overheersende rol(zie het hoofdstuk van Kleinnijenhuis en anderen in deze bun-del); het onderwerp kwam vooral terug in de nee-campagnevan ChristenUnie en (zie hoofdstuk ).Van vier mogelijke gevolgen is er op het niveau van het elec-

toraat geen duidelijke verwachting aan te geven omdat dege-nen die denken dat het gevolg zal optreden ongeveer in balanszijn met degenen die menen dat het niet zal optreden. Het gaathierbij om: afnemend gebruik van het Nederlands als taal, be-tere bescherming van natuur en milieu, het verdwijnen van so-ciale voorzieningen, en de toename van de georganiseerdemisdaad. Bij dit rijtje moet worden opgemerkt dat de stellingover het verdwijnen van sociale voorzieningen in absolute ter-men is geformuleerd, waardoor het wellicht op het eerste ge-zicht hoge percentage dat denkt dat dit waarschijnlijk of zekerníet zal gebeuren, begrijpelijk wordt.

Page 177: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Tabel 9: Schatting van mogelijke gevolgen van verdergaande Europese eenwording– percentages

Zeker Waar- Waar- Zeker nietschijnlijk schijnlijk

niet

De kleine lidstaten zullen 38 41 17 4invloed verliezen

De welvaart zal sterker 5 27 56 12toenemen

Onze taal zal minder worden 16 30 37 18gebruikt

De rijkere lidstaten zullen 28 46 22 4meer moeten betalen

Natuur en milieu zullen beter 7 43 43 7worden beschermd

Sociale voorzieningen zullen 10 37 39 14verdwijnen

Onze nationale identiteit en 12 27 38 22cultuur zullen verdwijnen

Banen zullen worden verplaatst 44 44 10 2naar landen waar goedkoper wordt geproduceerd

De boeren in Nederland zullen 40 42 16 2meer problemen krijgen

Europa zal meer doen aan 19 55 23 3vrede en stabiliteit in de wereld

De internationale georgani- 21 32 40 7seerde misdaad zal toenemen

Page 178: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Ten slotte verwachten de Nederlandse kiezers in grote meer-derheid dat vijf mogelijke gevolgen zich wél zullen voordoenals de Europese eenwording verdergaat. Deze zijn: de kleinelidstaten zullen invloed verliezen ( procent), de rijkere lid-staten zullen meer moeten betalen ( procent), banen zullenworden verplaatst naar landen waar goedkoper wordt gepro-duceerd ( procent), de boeren in Nederland zullen meerproblemen krijgen ( procent), en Europa zal meer doen aanvrede en stabiliteit in de wereld (procent). Met uitzonderingvan de laatstgenoemde stelling gaat het hierbij om verwachtenegatieve gevolgen op economisch terrein. Verder bleek ookeen ruime meerderheid niet te verwachten dat met Europeseeenwording de welvaart sterker zou toenemen. Het lijkt dusniet overdreven om hieruit te concluderen dat de economischeverwachtingen die de kiezers hebben van verdergaande Euro-pese eenwording bijzonder negatief zijn.

. Europese grondwet

We hebben aan onze respondenten vijf mogelijke gevolgenvan de inwerkingtreding van de Europese grondwet voorge-legd, met als doel te achterhalen welke verwachtingen de res -pondenten daarvan nu eigenlijk hadden. De vijf voorgelegdegevolgen hebben betrekking op heel verschillende aspectenvan de Europese integratie. Gevraagd is of Europa democrati-scher zou worden, of de economische groei in Europa zou toenemen, of de lidstaten beter zouden samenwerken, of detoetreding van Turkije sneller zou verlopen, en of de sociale ze-kerheid in Nederland uitgebreider zou worden. In tabel zijnde antwoorden van de respondenten weergegeven.Ten aanzien van de toetreding van Turkije tot de Europese

Unie verwacht een meerderheid van de kiezers geen gevolgenvan de inwerkingtreding van de grondwet: een flinke meerder-heid van procent verwacht dat de Europese grondwet geen

Page 179: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

invloed zal hebben op de snelheid van dat proces, en voor hetoverige zijn degenen die denken dat het sneller zal gaan preciesin balans met degenen die denken dat het juist minder snel zalgaan.Verder lijkt het electoraat niet te verwachten dat de demo-

cratie in Europa en de economische groei in Europa zullenworden beïnvloed door invoering van de Europese grondwet.Een grote groep kiezers denkt dat het helemaal niets uitmaakten ongeveer even grote groepen kiezers verwachtten dat Euro-pa democratischer, dan wel minder democratisch zou worden,en dat de economische groei in Europa wanneer de grondwetzou zijn aangenomen groter, dan wel kleiner zou worden.Duidelijke verwachtingen onder het electoraat als geheel be-

staan er alleen met betrekking tot de samenwerking tussen de

Tabel 10: Verwachte gevolgen indien de Europese grondwet wordt aangenomen inpercentages

De Europese Unie wordt Democratischer 29Maakt niet uit 43Minder democratisch 28

De economische groei in Europa wordt Groter 29Maakt niet uit 48Kleiner 23

De samenwerking tussen de lidstaten van de EU wordt Beter 46Maakt niet uit 40Slechter 14

De toetreding van Turkije tot de EU gaat Minder snel 18Maakt niet uit 64Sneller 18

De sociale zekerheid in Nederland wordt Uitgebreider 5Maakt niet uit 38Minder uitgebreid 57

Page 180: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

lidstaten van de en met betrekking tot de sociale zekerheidin Nederland. Er zijn slechts weinig kiezers die denken dat desamenwerking tussen de lidstaten slechter zal worden als degrondwet eenmaal is aangenomen. Relatief de meeste kiezersdenken dat die juist beter zal worden, naast een flinke groepvolgens welke het niet zal uitmaken. En een duidelijke meer-derheid ten slotte verwacht dat de sociale zekerheid in Neder-land minder uitgebreid zal worden als gevolg van de Europesegrondwet; vrijwel niemand denkt dat de sociale zekerheid juistuitgebreider zal worden.

Conclusie

Europese integratie is een ingewikkeld onderwerp dat zichniet gemakkelijk laat samenvatten in het soort vragen waaropeen ondubbelzinnig antwoord – ja of nee – mogelijk is. Dat isop zich niet bijzonder, want de meeste onderwerpen waaroverde Tweede Kamer vergadert zijn ingewikkeld. Het bijzondereis dat een van de mijlpalen in het integratieproces, de Europesegrondwet, nu was geselecteerd voor een volksraadplegingwaaruit een ondubbelzinnig antwoord moest opklinken: ja ofnee. In een variatie op een uitspraak van De Gaulle: politiek iseen te ernstige zaak om áltijd over te laten aan de politici. Hetproject waarvan de Europese grondwet een product vormde,diende óók om de burgers van de lidstaten sterker te betrekkenbij het proces van Europese integratie.In dit hoofdstuk hebben we laten zien dat kiezers het hebben

gewaardeerd dat ze op deze manier bij de discussie over de Eu-ropese eenwording zijn betrokken; een ruime meerderheidstond achter het houden van dit referendum. Bovendien blij-ken kiezers tijdens de campagne in toenemende mate te heb-ben gesproken over dit onderwerp. En tijdens die gesprekkengaven kiezers geen blijk van een ‘verbazende onwetendheid’.Kennis over enkele aspecten van de Europese grondwet en

Page 181: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

over de standpunten van politieke partijen erover was vrijwijdverbreid, en nam bovendien tijdens de campagne duide-lijk toe. Of dit nu betekent dat dit onderwerp zich wel degelijkleende voor een referendum kan op basis van dit soort gege-vens natuurlijk niet worden gezegd, maar de uitspraak dat hetreferendum niet had moeten worden gehouden omdat de be-volking ‘niets van het onderwerp wist’ – om met Brinkhorst tespreken – is gebaseerd op een onjuiste premisse.Verder hebben we in dit hoofdstuk laten zien welke opvat-

tingen kiezers al hadden en welke opvattingen zij hebben ver-worven tijdens de campagne. Uit die beschrijving bleek dat dekiezers van veel problemen vinden dat deze om een bovenna-tionale, vaak Europese aanpak vragen. Bovendien zijn veel kie-zers niet absoluut gekant tegen de toetreding van Turkije tot deEuropese Unie.Maar kiezers verwachten tegelijkertijd dat het huidige pro-

ject van Europese samenwerking niet de internationale aan-pak is die zij voor ogen hebben. Kiezers hebben bijvoorbeeldmassaal het idee dat ze zijn benadeeld door de invoering van

De Gelderlander, mei

Page 182: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

de euro. Ook verwachten ze dat de kleine lidstaten steeds meerinvloed zullen verliezen, dat de rijke lidstaten steeds meermoeten betalen en dat daar maar weinig tegenover staat. Zo ishet idee dat als gevolg van de eenwording de Europese econo-mie zal worden gestimuleerd niet massaal aanwezig. Boven-dien staat de sociale zekerheid volgens een grote groep onderdruk.De Europese grondwet zal veel van deze verwachte gevolgen

niet kunnen voorkomen. De kiezers verwachten dat invoeringvan de Europese grondwet relatief weinig uitmaakt, behalvewanneer het gaat om de samenwerking tussen de lidstaten ofom de sociale zekerheid in Nederland. En zeker bij dat laatstezijn de verwachtingen duidelijk negatief.

Page 183: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Opkomst en uitslag

Henk van der Kolk en Kees Aarts

‘De enige die van nee een ja kan maken, is de kiezer zelf.’

Inleiding

Op juni stemde , procent van de opgekomen kiezers tegende Europese grondwet. De duidelijkheid van deze uitslagwerd nog eens bevestigd door de hoge opkomst van ruim

procent. Een opkomst die alleen werd overtroffen door de op-komst bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Minister-president Balkenende gebruikte de hoge opkomst in zijn eerstetoespraak op woensdagavond juni om de bittere pil van zijnverlies nog wat te vergulden:

Natuurlijk ben ik teleurgesteld, [...] Het zal [...] duidelijk zijndat wij niet blij zijn met deze uitkomst. [...] Maar er zijn ookpositieve punten te noteren. De hoge opkomst. De betrokkendiscussies die overal zijn losgekomen over Europa. Bij dit‘nee’ zie ik dat toch als winst.

Aldus de premier.

Enkele weken later wist premier Balkenende nog een positiefpunt te ontwaren in de uitslag. Bij de uitreiking van de Atlasvan Europese waarden, een onderzoek naar de opinies en ge-voelens bij de Europeanen, toonde hij zich bijzonder tevreden.Volgens Balkenende bevestigde het onderzoek dat de nee-stemtegen de Europese grondwet bij het referendum op juni niet

Page 184: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

was ingegeven door anti-Europese gevoelens. ‘De nee-stem-men drukten geen bezwaar tegen Europese samenwerking uit,maar tegen de vorm die die samenwerking heeft aangenomen.Het gaat te snel. Dat is de les van juni: de mensen moeten nietdichter bij de Europese Unie worden gebracht, maar de Euro-pese Unie dichter bij de mensen.’

Anderen hadden meer moeite met het vinden van een be-grijpelijke interpretatie. Zo stelde het hoofdredactioneel com-mentaar van de NRC van juni: ‘Onderzocht zal nog moetenworden wat nu eigenlijk de doorslag heeft gegeven. Was hetsentiment tegen het opgaan van Nederland in een (onchriste-lijke dan wel neoliberale) Europese superstaat leidend? Washet ongenoegen over de dure euro en de eventuele toetredingvan Turkije doorslaggevend? Of toch de gedachte dat Europade burger te veel kost?’PvdA-leider Wouter Bos constateerde in het debat over de

uitslag van het referendum dat sommigen de uitslag wel erggemakkelijk wisten te duiden:

De boodschap is [volgens André Rouvoet (ChristenUnie)]helder wat betreft de richting: minder ambitie, meer beschei-denheid. Volgens mij was een van de motieven om ‘nee’ testemmen dat er op sociaal gebied meer van Europa werd ver-wacht, bijvoorbeeld op het gebied van de dierenrechten. [...]Hoe rijmt u dat met de conclusie dat er juist minder ambitienodig zou zijn?

Rouvoet gaat daar verder niet op in:

Mensen hebben diverse argumenten, grote punten en kleine-re punten, gewogen voor het uiteindelijk uitbrengen van hunstem. Er heeft een veelheid aan motieven meegespeeld. Ikkan daar niet achter kijken.

Page 185: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Hoewel we in dit hoofdstuk ook niet alles kunnen zien wat erzich in de hoofden van de kiezers heeft afgespeeld en zeker nietkunnen aangeven wat de doorslag heeft gegeven, kunnen wewel iets meer zeggen over de overwegingen die bij kiezers eenrol hebben gespeeld. Wie stemde voor en wie stemde tegen deEuropese grondwet? En waarom? Bovendien heeft bijna

procent van de kiezers zich bij het referendum helemaal nietvoor of tegen de grondwet uitgesproken: zij gingen niet stem-men. Waarom stemden zij niet en wat vonden de niet-stem-mers van het Europees Grondwettelijk Verdrag?

Wie stemden voor of tegen de Europese grondwet?

De eerste vraag is wie er vooral voor en wie er vooral tegen deEuropese grondwet hebben gestemd. Daarbij kijken we eerstnaar enkele achtergrondkenmerken als leeftijd, geslacht en so-ciale klasse. Er blijkt een duidelijk verband te bestaan tussenverschillende kenmerken van personen en het stemgedrag(voor of tegen) op juni (zie tabel ).Jongeren stemmen vaker tegen de grondwet dan ouderen,

vrouwen vaker dan mannen, lageropgeleiden vaker dan ho-geropgeleiden. Naarmate het huishoudinkomen lager is, stemtmen ook eerder tegen, en hetzelfde geldt voor de sociale klassewaartoe de kiezer zich rekent. Ten slotte stemmen zowel perso-nen die vaak naar de kerk gaan als degenen die dat juist zeldenof nooit doen, vaker tegen dan de groep die daartussenin zit.Deze gegevens over de achtergronden van de nee-stem en de

ja-stem worden bevestigd door de uitslagen in de verschillen-de gemeenten. Het percentage nee-stemmers is hoger dan hetlandelijke percentage in de overwegend christelijke gemeentendie wel als de Nederlandse bible belt worden aangeduid en ingemeenten met een hoog percentage arbeiders. Rijkere foren-sengemeenten als Haren (bij Groningen) en enkele gemeentenbij Utrecht kennen juist een veel lager dan gemiddeld percen-tage nee-stemmers.

Page 186: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Uiteraard zegt het bovenstaande nog weinig over de achter-grond van de nee-stem; de verschillen zijn niet dubbelzinnig(er hebben ook veel arbeiders, kerkgaande christenen en men-sen met een laag inkomen ingestemd met de Europese grond-wet) en ze zijn vooral weinig redengevend (ze zeggen nietsover het waarom van de nee-stem van veel arbeiders). En meerinzicht in vooral dit aspect van de nee-stem is belangrijk als weiets meer willen begrijpen van het massale nee tegen de Euro-pese grondwet.

Tabel 1: Achtergrondkenmerken en stemgedrag

Kenmerk % nee gestemd

Leeftijd 18-34 jaar 6835-64 jaar 6265 jaar en ouder 51

Geslacht Man 59Vrouw 63

Opleiding Basis/lbo/vmbo 78mavo/mbo/havo/vwo 65hbo/wo 47

Huishoudinkomen Laagste 25% 72Tweede 25% 65Derde 25% 63Hoogste 25% 43

Sociale klasse (zelfindeling) Hogere/hogere middenklasse 37Gewone middenklasse 63Hogere/gewone arbeidersklasse 76

Frequentie kerkbezoek Elke week of vaker 641-3 keer per maand 50Enkele keren per jaar of nooit 63

Page 187: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Waarom stemden Nederlanders tegen de Europesegrondwet?

Waarom stemden zo veel mensen tegen de Europese grond-wet? Een eerste methode om een antwoord op die vraag tekrijgen is de kiezers ernaar te vragen. ‘Wat was voor u de be-langrijkste reden waarom u voor dan wel tegen de Europesegrondwet hebt gestemd?’ Hoe voor de hand liggend ook, deantwoorden op deze vraag blijken vrijwel even moeilijk te in-terpreteren als de ja- en de nee-stem zelf. Veel mensen komenniet veel verder dan op te merken dat ‘het ze beter leek’, dat zede ‘voors en tegens tegen elkaar hebben afgewogen’,‘dat het al-lemaal niets is’, of juist ‘goed is voor Europa’. Maar liefst eenkwart van de voorstanders en een iets kleinere groep tegen-standers kwam niet veel verder dan dergelijke algemene ant-woorden. Helemaal verwonderlijk is dat ook niet, want demethode van grootschalig enquêteonderzoek leent zich nueenmaal minder goed voor het registreren van diepgaandeoverwegingen.Ook veel redenen die wél over de Europese grondwet gaan

zijn moeilijk te interpreteren. ‘Het verbetert de samenwer-king’, ‘het verzwakt de positie van Nederland’ of ‘grote statenmaken de dienst uit’ kunnen we natuurlijk allemaal scharenonder het algemene kopje ‘besluitvorming’, maar of daarmeehet inzicht in de ja- en de nee-stem nu toeneemt, kunnen weons afvragen.Uit de antwoorden op deze open vraag blijkt dat de kiezers

veel verschillende argumenten, grote punten en kleinere pun-ten, noemen als reden voor hun uiteindelijke keuze. Rouvoetheeft waarschijnlijk gelijk als hij stelt dat die argumenten doorveel kiezers onderling zijn afgewogen. Dat betekent nog nietdat er voor iedere kiezer, laat staan voor het electoraat als ge-heel, iets als een ‘doorslaggevende reden’ zou zijn, zoals in hetaangehaalde hoofdredactionele commentaar van het

Handelsblad wordt gesteld, en dat die eventuele doorslagge-

Page 188: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

vende reden gebruikt zou kunnen worden in nieuwe onder-handelingen over de grondwet. Mensen die uit volle overtui-ging tegen de Europese grondwet hebben gestemd omdat zijtegen de toetreding van Turkije zijn, stemmen niet voor degrondwet op het moment dat de toetreding van dat land on-mogelijk wordt gemaakt. In dat geval is het goed mogelijk datze een andere reden vinden om tegen te stemmen. En kiezersdie zeggen dat ze tégen hebben gestemd omdat ze zo slecht wa-ren geïnformeerd stemmen niet automatisch vóór als ze beterworden geïnformeerd over de Europese grondwet.We zoeken dus niet naar doorslaggevende motieven, maar

kunnen wel kijken welke opvattingen samenhangen met dekeuze om vóór dan wel tegen de Europese grondwet te stem-men. Daarbij richten we ons op enkele factoren die tijdens decampagne door verschillende waarnemers belangrijk wordengevonden voor zowel de ja-stem als de nee-stem. Het gaatdaarbij allereerst om de algemene houding ten aanzien vanEuropa en in de tweede plaats om enkele concrete aspectenvan de Europese grondwet. Hoewel deze algemene houdingende nee-stem voor een deel lijken te verklaren, zeggen ze nietsover de achtergronden van deze houdingen. Daarom proberenwe ook na te gaan welke aspecten van Europese eenwordingvoor sommige burgers zo bedreigend zijn. Naast de Europeseeenwording kunnen het gerelateerde onderwerpen als Turkijeen de euro zijn geweest die invloed hebben gehad. Ten slotte ishet mogelijk dat ook het regeringsbeleid het aantal nee-stem-mers heeft vergroot.

.. De algemene houding ten aanzien van Europesesamenwerking

Een eerste factor die na afloop van het referendum veelvuldigwerd besproken is de algemene houding ten aanzien van Euro-pa. Vrijwel unaniem waren voor- en tegenstanders van mening

Page 189: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dat ‘de nee-stem’ geen uiting was van anti-Europese gevoelens.De Europese samenwerking moest wel degelijk doorgaan,maar wellicht minder snel en minder vergaand.Ook uit onze enquête blijkt dat een ruime meerderheid van

de Nederlanders ( procent) het lidmaatschap van de Euro-pese Unie nog steeds een goede zaak vindt (zie ook het hoofd-stuk van Thomassen in deze bundel). procent van de kiezersvindt het lidmaatschap van Nederland een slechte zaak. Derest, procent, vindt het noch goed, noch slecht. In totaal

procent heeft dus op zijn minst enige twijfels over de wense-lijkheid van een Nederlands lidmaatschap van de EuropeseUnie. Ook uit de antwoorden op de vraag ‘Is de Europese een-wording te ver gegaan of moet de Europese eenwording ver-dergaan’ spreekt enige twijfel over het Europese project. De ge-middelde score op deze schaal, die loopt van tot , is , en

procent van de respondenten kiest voor een van de hoogstevier schaalscores, iets meer dan de procent die juist voor eenvan de laagste vier scores kiest.Het stemgedrag in het referendum hangt sterk samen met

dit algemene oordeel over de Europese Unie. In tabel zijn debelangrijkste resultaten samengevat. Van degenen die Europaeen goede zaak vinden, stemde een meerderheid voor de Euro-pese grondwet. De overige kiezers stemden juist in meerder-heid tegen. Ook de vraag of de Europese eenwording te ver is

Tabel 2: Algemene houding tegenover Europese samenwerking en stemgedrag

% nee gestemd

Het lidmaatschap van de eu is: Een slechte zaak 92Noch goed, noch slecht 85Een goede zaak 42

De Europese eenwording Is al te ver gegaan (0-3) 84(4-6) 65Moet verder gaan (7-10) 32

Page 190: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

gegaan, dan wel verder moet gaan, hangt sterk samen met hetstemgedrag; mensen die denken dat de Europese samenwer-king al te ver is gegaan, stemmen veel vaker tegen dan degenendie denken dat Europese samenwerking verder moet gaan.We kunnen vaststellen dat de conclusies die premier Balken -

ende trok bij het in ontvangst nemen van de Atlas van Europe-se waarden aan de Universiteit van Tilburg, niet geheel juistzijn. In zijn toespraak maakt Balkenende immers de veronder-stelling dat de nee-stemmers een homogene groep vormen ‘diegeen bezwaar zouden hebben tegen Europese samenwerking’.Die analyse klopt niet. Er is wel degelijk een groep Nederlan-ders tegen verdergaande samenwerking binnen de EuropeseUnie. Deze anti-Europese gevoelens hebben ook een belang -rijke rol gespeeld bij de nee-stem. Er is een duidelijk verbandtussen algemene opvattingen over de Europese Unie en hetstemgedrag bij het referendum over de Europese grondwet:naarmate men Europa minder ziet zitten stemt men vaker te-gen. Een deel van de nee-stem kwam dus wel degelijk voort uiteen negatieve houding ten aanzien van Europese samenwer-king.Nu is de wetenschap dat mensen die tegen Europese samen-

werking zijn ook vaker tegen de Europese grondwet hebbengestemd niet helemaal triviaal (sommige kiezers hebben wel-licht voor de Europese grondwet gestemd omdat die het mo-gelijk maakte uit de Europese Unie te stappen) maar de con-statering bevat nauwelijks informatie. Waarom zagen mensendie Europese samenwerking niet zitten?

.. De gevolgen van Europese eenwording: het bedreigdebestaan

In de discussie over Europese samenwerking lijken twee soor-ten angsten en verwachtingen een overheersende rol te spelen.De eerste angst was dat de sociale zekerheid en de opgebouwde

Page 191: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

levensstandaard werden bedreigd door de Europese eenwor-ding. Deze angst had zijn spiegelbeeld in de verwachting dat deEuropese eenwording zou leiden tot meer economische voor-spoed. De tweede angst was het idee dat Nederland als gevolgvan de economische eenwording zijn culturele identiteit zouverliezen. Ook de verwachting dat Nederland binnen een ster-kere Europese Unie zijn soevereiniteit zou opgeven past bijdeze angst.

Welvaart en sociale zekerheidTijdens de campagne hamerde vooral de Socialistische Partijop de bedreiging van de sociale zekerheid en de opgebouwdelevensstandaard. Dit onderwerp kreeg ook in Frankrijk veelaandacht door de kritiek op de dienstenrichtlijn (ook wel deBolkestein-richtlijn genoemd), die het gemakkelijker moestmaken diensten aan te bieden in andere landen. Sommige te-genstanders van de Europese grondwet vonden dat de internemarkt te ver was doorgeschoten en in ieder geval niet nog vrij-er moest worden georganiseerd. Zo merkte op juni Harryvan Bommel () in het NRC Handelsblad op: ‘Taken waar Eu-ropa zich wel mee bezig zou moeten houden zijn de internemarkt, die is nagenoeg voltooid en werkt redelijk, al moetenwe daarin niet doorschieten, zoals nu met de Dienstenrichtlijndreigt te gebeuren.’ Willem Bos (van het Comité GrondwetNee) ging zelfs nog verder: ‘De nee-stem van juni maakte dui-delijk dat de kerntaak van Europa – vergroting van welvaartvia vervolmaking van de interne markt – niet meer werkt.’Het versterken van de interne (vrije) markt heeft ten minste

twee mogelijke gevolgen: de groei van de economie wordt ge-stimuleerd en de (nationaal georganiseerde) sociale zekerheidwordt bedreigd. Nederlanders hebben verschillende ideeënover de mate waarin beide gevolgen zullen optreden. Eenminderheid van ongeveer procent denkt dat door de Euro-pese eenwording de welvaart zal toenemen. Ongeveer de helftvan de kiezers denkt dat de sociale zekerheid zal worden be-

Page 192: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

dreigd door de economische samenwerking in Europa (zievooral hoofdstuk in deze bundel).En die ideeën hangen sterk samen met het stemgedrag. De

kerncijfers zijn opgenomen in tabel . Kiezers die verwachtendat de welvaart zal toenemen bij voortgaande Europese inte-gratie, en die niet verwachten dat de sociale zekerheid daar-door wordt bedreigd, stemmen veel vaker voor de grondwetdan degenen die denken dat de welvaart niet zal toenemen ter-wijl de sociale zekerheid wordt afgebroken.De verwachtingen over de sociale zekerheid en de economi-schegroeiverklarenookvooreendeelhetverbandtussendeal-gemene houding ten aanzien van Europa en de nee-stem. Alswe rekening houden met de meer concrete sociaal-economi-sche verwachtingen ten aanzien van het Europese project,neemt de verklarende kracht van de algemene houding tenaanzien van Europa af. Met andere woorden: de reden dat te-genstanders vanEuropa tegendeEuropesegrondwet stemmenis voor een deel gelegen in de verwachting dat de economie ernauwelijks door groeit en de sociale zekerheid erdoor wordtbedreigd.

Identiteit en soevereiniteitVolgens veel burgers wordt het dagelijkse bestaan niet alleenbedreigd door onzekerheid over werk en inkomen. Ook cultu-rele aspecten spelen een belangrijke rol. Zelfs als men het idee

Tabel 3: Welvaart, sociale zekerheid en stemgedrag

De welvaart zal % nee gestemd Sociale voorzieningen % nee gestemdsterker toenemen zullen verdwijnen

(zeker) wel 41 (zeker) niet 32(zeker) wel 68

(zeker) niet 71 (zeker) niet 54(zeker) wel 83

Page 193: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

heeft dat Europa economische voorspoed zal brengen en desociale zekerheid niet zal bedreigen, kan men het gevoel heb-ben onderdeel te worden van iets dat ‘te groot’ is. In hoofdstukhebben we al gezien dat ruim procent van de kiezers denktdat de Nederlandse identiteit en cultuur worden bedreigddoor de Europese eenwording. Deze verwachting hangt sterksamen met de verwachting dat de sociale zekerheid wordt be-dreigd. Toch draagt de opvatting dat de Nederlandse identiteiten cultuur worden bedreigd ook zelfstandig bij aan de nee-stem, en verklaart deze opvatting ook weer deels waarom te-genstanders van de Europese Unie tegen de Europese grond-wet stemmen. Bovendien verwachten veel burgers dat door deverdergaande Europese samenwerking de invloed van landenals Nederland kleiner zal worden.Men kan natuurlijk het opgeven van zeggenschap en het la-

ten verzwakken van de culturele identiteit opvatten als de prijsdie moet worden betaald voor een sterkere economie en meerwelvaart. Maar als burgers tegelijkertijd het idee hebben datdie economie niet veel beter wordt van Europese samenwer-king en dat de sociale zekerheid er door wordt bedreigd, wordtde prijs voor Europese samenwerking wel erg hoog.

. De specifieke inhoud van de grondwet

Kiezers kunnen voorstander zijn van Europese eenwording,maar deze specifieke grondwet niet zien zitten. In het vorigehoofdstuk hebben we laten zien, dat veel kiezers zich wel dege-

Tabel 4: Nederlandse identiteit en cultuur en stemgedrag

% nee gestemd

Onze nationale identiteit en cultuur (zeker) wel 84zullen verdwijnen (zeker) niet 47

Page 194: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

lijk een oordeel wisten te vormen over aspecten van de Euro-pese grondwet. Na het referendum hebben wij gevraagd naarhet oordeel van kiezers over enkele in het oog springende ele-menten van de Europese grondwet.

In tabel zijn de percentages opgenomen van respondentendie het met een stelling eens zijn, oneens zijn, of het niet weten.Bovendien is binnen elk van deze groepen het percentage nee-stemmers bij het referendum weergegeven. Zo zegt procent

Tabel 5: Oordelen over specifieke elementen van de Europese grondwet en stemgedrag

Mee eens Weet niet Mee oneens (% nee (% nee (% neegestemd) gestemd) gestemd)

Het vetorecht van de lidstaten moet op alle 57 (72) 18 (86) 25 (30)terreinen behouden blijven (is niet zo volgens de Europese grondwet)

De Europese grondwet moet erkennen dat 35 (64) 23 (72) 42 (55)Europa berust op joods-christelijke wortels (is niet zo volgens de Europese grondwet)

Bestrijding van terrorisme is uitsluitend 13 (69) 8 (87) 79 (59)een zaak van de lidstaten (is niet zo volgens de Europese grondwet)

De bestaande Europese afspraken over het 17 (61) 21 (68) 62 (60)asielbeleid zijn voldoende (is niet zo volgens de Europese grondwet)

Lidstaten moeten uitspraken van rechters 63 (56) 16 (70) 21 (71)van andere lidstaten erkennen (is zo volgens de Europese grondwet)

Er moet een Europese minister van 47 (42) 18 (76) 35 (79)Buitenlandse Zaken komen (is zo volgens de Europese grondwet)

Page 195: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

van de kiezers het eens te zijn met de stelling dat het vetorechtvan de lidstaten op alle terreinen behouden dient te blijven.Daarmee nemen ze afstand van een element van de grondwet.Binnen deze groep is het percentage nee-stemmers ook veelgroter dan in de groep die het met deze stelling oneens is.Het aantal elementen van de Europese grondwet waar kie-

zers mee instemmen, is gemiddeld . Het aantal elementenwaar men mee instemt draagt wederom sterk bij aan de verkla-ring van de nee-stem; naarmate men het met meer elementeneens is, is men ook eerder geneigd om voor de Europese grond-wet te stemmen.

Dat mensen die tegen deze Europese grondwet zijn ook va-ker tegen de Europese grondwet hebben gestemd, is niet hele-maal triviaal (het geeft bijvoorbeeld aan dat de Europesegrondwet wel degelijk een rol heeft gespeeld bij de stemkeuze)maar de constatering bevat nauwelijks informatie. Waaromzagen mensen dezeEuropese grondwet niet zitten?Voor een belangrijk deel hebben de verwachtingen die ook

het algemene oordeel over de Europese Unie hebben beïn-vloed, mede de houding ten aanzien van de Europese grond-wetbepaald.Men isbangvoorhet verlies aan sociale zekerheid,heeft weinig vertrouwen in ‘Europa’ als motor van de Neder-landse welvaart en is bang voor het verlies van deNederlandseidentiteit en cultuur. Een meerderheid van de kiezers was vanmening dat de economie niet beter zou worden van de Euro-pese grondwet. Bovendien dacht een meerderheid van de kie-zers dat de sociale zekerheid zou afnemen als gevolg van het in-voeren van de Europese grondwet. Beide opvattingen hangenook samen met de mate waarin men instemt met de Europesegrondwet.

. Turkije

De mogelijke toetreding van Turkije speelde vooral eind de-

Page 196: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

cember , dus vrij lang voor het referendum, een belangrij-ke rol. In die maand kondigde de aan om in oktober

onderhandelingen over die toetreding met Turkije te begin-nen. Geert Wilders, die enkele maanden daarvoor mede omzijn standpunt ten aanzien van Turkije uit de was gestapt,probeerde zich op dit punt te profileren. Volgens de meestewaarnemers had de Europese grondwet helemaal niets metTurkije te maken.Maar politici als Geert Wilders wezen erop dat in de grond-

wet grote landen meer te zeggen krijgen en dat Turkije eengroot land is. Dus als Turkije ooit toetreedt, heeft het land metdeze grondwet meer te zeggen. Op februari schreef Wildersin de Volkskrant:

Feit is ook dat kandidaat-lid Turkije na mogelijke toetredingmet zijn miljoenenbevolking door het hiervoor genoemdenieuwe criterium van bevolkingsaantallen als basis voor hetstemgewicht, veel meer invloed zal hebben dan het kleineNederland. Als het gaat om de besluitvorming over verplichtte implementeren Europese richtlijnen, zal een groot land alsTurkije qua stemgewicht nota bene meer invloed krijgen opde Nederlandse wetgeving dan Nederland zelf. Dat is onac-ceptabel. Hiermee is bovendien aangetoond dat het dossierTurkije wel degelijk direct te maken heeft met de Europesegrondwet en er niet om electorale reden met de haren is bijgesleept. Een stem tegen de Europese grondwet is een stemtegen grote Turkse invloed in Europa en Nederland.

Wat vonden kiezers ervan? De antwoorden op de open vraagnaar het waarom van de nee-stem doen vermoeden dat Turkijeslechts een beperkte rol heeft gespeeld. Slechts twee mensennoemden Turkije spontaan als belangrijkste reden om tegen testemmen. Bovendien was een meerderheid van de kiezers erniet van overtuigd dat de Europese grondwet de toetredingvan Turkije zou bespoedigen (zie verder hoofdstuk ). Dat

Page 197: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

neemt niet weg dat er wel een duidelijk verband bestaat tussenopvattingen over Turkije en de nee-stem; tegenstanders vantoetreding van Turkije stemden vaker nee ( procent) danvoorstanders (procent).Zelfs op basis van een uitvoerige analyse van de beschikbare

gegevens is het moeilijk de bijdrage van het onderwerp ‘Tur-kije’ aan de omvang van de nee-stem te bepalen.‘Turkije’ is na-melijk geenmin of meer geïsoleerd onderwerp.GeertWildersmerkt bijvoorbeeld terecht op dat Turkije ‘een groot land’ is.En als de Europese grondwet – waarin is vastgelegd dat destemmacht van staten afhangt van hun bevolkingsomvang endatmeer zakenmetmeerderheid van stemmenworden beslo-ten – zou zijn aangenomen, zou een eventueel toegetredenTurkije relatief veel te zeggen krijgen. De eerdergenoemdeangst overheerst te worden door grote landen, kan zijn gecon-cretiseerd in het referendumonderwerp Turkije. Iets soortge-lijks geldt voor de angst de eigen cultuur en identiteit te verlie-zen in een groter Europa.Het eventuele verzet tegen de toetre-ding van Turkije tot de is voor een deel een uiting van demeer algemene angst dat de Nederlandse identiteit wordt be-dreigd.Toch betekent dit alles niet dat het nee tegen de Europese

grondwet simpelweg kan worden geduid als een nee tegenTurkije. Daarvoor was de houding tegenover Turkije ook vanveel nee-stemmers te positief.

. De euro

De grondwet mag dan niet over de euro zijn gegaan, tijdens hetreferendum speelde dit onderwerp wel degelijk een rol. Zostelde -voorman Marijnissen op mei in het NOS Journaal:‘Met de euro zijn we gewoon belazerd, dat staat als een paal. Ie-dereen weet dat je voor hetzelfde product nu in euro’s betaaltwat je vroeger in guldens betaalde.’ Hij stelde ook dat de men-

Page 198: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

sen die nu de grondwet hebben bedacht ook verantwoordelijkwaren voor de euro. Dat inflatiecijfers de bewering dat de eurovan nu gelijk is aan de gulden van enkele jaren geleden ont-krachten, doet aan het sentiment niets af.In de enquête hebben we daarom gevraagd naar zowel posi-

tieve als negatieve aspecten van de euro. Uit ons onderzoekblijken veel mensen zeer negatief over de invoering van deeuro te oordelen (zie ook hoofdstuk ). Weliswaar vindt vrij-wel iedereen dat betalen in het buitenland gemakkelijker is ge-worden, maar volgens velen is de gulden te goedkoop ingewis-seld, heeft de euro geleid tot een hoge inflatie en hoewel meniets positiever is over het effect van de euro op de Nederlandseeconomie, is toch een meerderheid van mening dat de euroook niet heeft bijgedragen aan de economische groei. Slechtseen kleine groep lijkt echt blij met de euro.In tabel is te zien hoe oordelen over de euro samenhangen

met het stemgedrag. Zelfs als we controleren voor de algemenehouding ten aanzien van Europese eenwording en de specifie-ke opvattingen over deze grondwet, draagt de opvatting overde euro substantieel bij aan de verklaring van de nee-stem.

. Het regeringsbeleid

De angst van veel voorstanders van de Europese grondwet was,dat veel mensen tegen de Europese grondwet zouden stem-men om op die manier het regeringsbeleid af te keuren. Uit deopen vraag naar de achtergrond van de nee-stem blijkt echterdat maar weinig mensen de huidige regering als belangrijkstereden opgeven om nee te stemmen. Niet meer dan procentvan de nee-stemmers geeft aan vooral tegen de regering te heb-ben gestemd.In het onderzoek is ook gevraagd naar de tevredenheid met

het regeringsbeleid. Die is niet zo hoog. Een ruime meerder-heid van de kiezers is ontevreden over de huidige regering.

Page 199: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Niet geheel onverwacht is die ontevredenheid het hoogst bij deaanhangers van de oppositiepartijen. En bij de aanhangers vandie oppositiepartijen stemde een relatief groot deel tegen deEuropese grondwet. Er is dus een sterk verband tussen onte-vredenheid met de regering en de nee-stem. Maar moeten wede nee-stem van deze kiezers nu voor een deel uitleggen als eenstem tegen de huidige regering? Een stem die voorbijging aanwaar het werkelijk om draaide: de Europese grondwet?Dat is niet zo. Veel aanhangers van de verzetten zich bij-

voorbeeld tegen een verdergaande liberalisering van de econo-mie. Om die reden zijn ze zowel tegen de verdergaande vrije

Tabel 6: Oordeel over de euro en stemgedrag (percentage nee-stemmers)

(Helemaal) Niet mee (Helemaal)mee eens eens en mee oneens

niet meemee oneens

Bij de overgang van de gulden naar de euro 73 37 30is Nederland ernstig benadeeld

De invoering van de euro is gunstig voor 40 53 76de Nederlandse economie

Door de invoering van de euro zijn de 64 28 20prijzen in Nederland gestegen

Door de invoering van de euro is betalen 60 93 75in het buitenland veel gemakkelijker geworden

Toelichting bij tabel 6: In deze tabel staan de percentages kiezers die tegen de Euro-pese grondwet hebben gestemd. Van de kiezers die het (helemaal) eens waren metde stelling dat bij de overgang van de gulden naar de euro Nederland ernstig is bena-deeld, heeft 73 procent tegen de Europese grondwet gestemd. Hoeveel mensen dezemening waren toegedaan wordt besproken in hoofdstuk 9.

Page 200: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

markt in Europa en tegen het huidige regeringsbeleid. Mededoor deze kiezers bestaat er dus een sterk verband tussen onte-vredenheid met het regeringsbeleid en de nee-stem tegen Eu-ropa. Toch is deze stem niet uit te leggen als ‘een stem die voor-bijging aan waar het werkelijk om draaide’.We kunnen natuurlijk rekening houden met het algemene

inhoudelijke oordeel over Europa, de Europese grondwet ende euro. Als de nee-stem niet alleen afhangt van deze andereoordelen maar ook van het oordeel over het regeringsbeleidkunnen we concluderen dat het regeringsbeleid wel degelijkeen rol heeft gespeeld. Uit de analyses blijkt echter dat het oor-deel over het regeringsbeleid nauwelijks een rol heeft gespeeld,los van de algemene oordelen. Het negatieve oordeel over deregering (dat wel degelijk bestaat) heeft dus géén substantiëlebijdrage geleverd aan de nee-stem.

. Samenvattend

Handelsblad, juni

Page 201: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Alle hiervoor genoemde factoren, waarschijnlijk met uitzon-dering van het algemene oordeel over de regering, speeldeneen belangrijke rol bij de nee-stem. De verwachtingen verkla-ren samen ook een deel van de nee- en de ja-stem. Alle factorensamen geven echter maar een gedeeltelijk antwoord op devraag waarom men voor dan wel tegen de Europese grondwetheeft gestemd.Uit de analyse blijkt wel dat het eerder geconstateerde ver-

band tussen sociale klasse en opleiding aan de ene kant en denee-stem aan de andere kant verdwijnt, als we controlerenvoor de hier genoemde redenen. Het lijken vooral de lagerge-schoolden en degenen die afhankelijk zijn van sociale zeker-heid die zich bedreigd voelen door de Europese eenwording.Zij denken eerder dat de economie niet (voldoende) zal groei-en en dat de sociale zekerheid (waarvan zij deels afhankelijkzijn) wordt bedreigd.

De achterban van politieke partijen

Tijdens de campagne is regelmatig gewezen op de verdeeldeachterban van de verschillende politieke partijen. Enkele te-genstanders van de Europese grondwet wezen vooral WouterBos op zijn intern sterk verdeelde PvdA-achterban. Ook uitonze cijfers komt duidelijk naar voren dat de achterban van deverschillende politieke partijen sterk verdeeld was. Onder de-genen die in , PvdA, en hebben gestemd, is hetpercentage nee-stemmers respectievelijk , en . Groen-Links steunde de grondwet, maar van zijn kiezers stemde

procent tegen.Het corresponderende cijfer onderD-kiezerswas slechts procent.De kiezers van ,ChristenUnie, en stemden in grote meerderheid (ten minste driekwart) te-gen.

Uit deze gegevens blijkt inderdaad dat vooral de achterbanvan de PvdA de partijleiding niet gevolgd is in de oproep de

Page 202: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Europese grondwet te steunen. In mindere mate hadden ookde en het daarmee te maken. Voorzover de geringeaantallen conclusies toelaten, kunnen we vaststellen dat de te-genstanders beter in staat waren hun achterban te overtuigen.De kloof tussen kiezers van een bepaalde partij en de partijelitevan die partij is opvallend. In het hoofdstuk van Thomassen indeze bundel is daar al op gewezen. De meeste Tweede-Kamer-leden waren altijd al positiever over Europa dan hun kiezers.Interessante vraag is natuurlijk of de partijvoorkeuren ná

het referendum zijn beïnvloed door de houding van de partij-en tijdens de campagne. Verloor met andere woorden de PvdAtegenstanders van de Europese grondwet aan de en verdwe-nen Eurosceptische ’ers naar de ?Uit een vergelijking van het stemgedrag in en het voor-

genomen stemgedrag in blijkt dat een behoorlijk aantalkiezers van plan is van partij te wisselen of nog niet te wetenwat ze de komende keer moeten stemmen. Zo stemt procentvan degenen die in op een partij hebben gestemd die zichin de campagne heeft uitgesproken vóór de Europese grond-wet (partij voor grondwet), en die ook voor de Europesegrondwet heeft gestemd (eigen standpunt voor), in ook

Tabel 8: Stemgedrag in 2003 en voorgenomen stemgedrag in 2005 (procenten)

Voorgenomen partijkeuze in 2005 Totaal

Gerapporteerde Eigen standpunt Partij voor Partij tegen Weet niet/

partijkeuze in 2003 grondwet grondwet grondwet gaat niet

grondwet stemmen

Partij voor Voor 81 3 16 100 (250)grondwet Niet gestemd 66 5 30 100 (195)

Tegen 59 13 28 100 (271)Partij tegen Voor 29 67 5 100 (21)grondwet Niet gestemd 31 53 16 100 (45)

Tegen 5 78 17 100 (127)

Page 203: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

op een partij die vóór de Europese grondwet is. Van de niet-stemmers is dat maar procent en van de tegenstandersslechts procent. Omgekeerd stemt procent van de kiezersdie in op een partij hebben gestemd die zich in de cam-pagne heeft uitgesproken tegen de Europese grondwet (tegen-stander), en die tegen de Europese grondwet heeft gestemd(tegen), in ook op een partij die tegen de Europese grond-wet is. Bij de niet-stemmers en de voorstanders van de Europe-se grondwet liggen die percentages lager.Of dit effect zich uiteindelijk vertaalt in een lager zetelaantal

bij de verkiezingen van (naar verwachting) is natuurlijkzeer twijfelachtig. Tijdens de campagne waren de standpuntenvan de verschillende politieke partijen over Europa prominentin het nieuws. Tijdens de komende campagne voor de Tweede-Kamerverkiezingen zullen dat ongetwijfeld andere onderwer-pen zijn. Onderwerpen die ook weer worden meegewogen inde uiteindelijke partijkeuze. Europa zal, net als dat al jaren hetgeval is geweest, hoogstwaarschijnlijk weer een bijrol spelen.

De niet-stemmers

Ondanks de juichende verhalen over de opkomst bij het refe-rendum moet niet worden vergeten dat maar liefst procentvan de kiezers nietheeft gestemd. Dat voor deze grote groep na juni nauwelijks aandacht was in de media kwam doordat deopkomst iedereen meeviel. De opkomst bij de verkiezingenvoor het Europees Parlement was in Nederland sinds im-mers steeds gedaald tot nieuwe diepten, tot zich in eenlichte stijging voordeed (van procent in naar pro-cent in ). Bovendien had in de aanloop naar het referen-dum de vraag of er meer dan wel minder dan procent van dekiezers zijn stem zou uitbrengen, een bijzondere betekenis. Degrens van procent was immers door en PvdA genoemdals voorwaarde voor het zonder meer overnemen van de uit-

Page 204: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

slag. Tegen deze achtergrond is de geringe aandacht voor deniet-stemmers na juni enigszins begrijpelijk.Om te achterhalen waarom sommige kiezers niet zijn gaan

stemmen hebben we de niet-stemmers gevraagd naar de be-langrijkste twee redenen om niet te stemmen. Meer dan

procent van de nee-stemmers noemt overigens slechts één re-den. Daaruit blijkt dat ruim een derde van de niet-stemmersgeen tijd had, ziek was of afwezig was. Deze redenen hebbendus niet zoveel met het referendum zelf te maken en wordenbij elke verkiezing gegeven als belangrijke reden om niet testemmen. Nog eens eenderde wist te weinig van de Europesegrondwet af of kon uiteindelijk geen keuze maken. Dat is in hetlicht van hetgeen we hiervoor hebben gezien al evenmin op-merkelijk; veel kiezers waren van mening dat ze niet of slechtwaren geïnformeerd. De rest van de nee-stemmers had wel re-denen die te maken hadden met zaken als desinteresse en pro-test.Gevraagd naar de stem van de niet-stemmers als men ver-

plicht zou zijn geweest te stemmen antwoordde een kwart datzij met blanco zouden stemmen of geen idee zouden hebbenwat te stemmen. Van de overigen zou maar liefst procent té-gen de Europese grondwet hebben gestemd. Slechts procentwas voor. Ook in dit geval maakt onbekend dus onbemind.Een nog hogere opkomst bij het referendum over de Europesegrondwet zou de uitslag dus niet hebben veranderd.In tabel is de opkomst bij het referendum in verband ge-

bracht met dezelfde achtergrondkenmerken die we ook bij hetstemgedrag in beschouwing hebben genomen (zie tabel ). Hetbeeld dat hieruit naar voren komt, zal niemand verbazen dieiets weet van de opkomst bij verkiezingen. Jongeren blijven va-ker thuis dan ouderen, lageropgeleiden vaker dan hogeropge-leiden, mensen uit huishoudens met lagere inkomens vakerdan de hogere inkomens, mensen uit de arbeidersklasse vakerdan die uit de middenklasse, en degenen die vrijwel nooit eenkerk bezoeken vaker dan frequente kerkgangers. Tussen man-

Page 205: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

nen en vrouwen is het verschil erg klein. Al met al blijkt uit ta-bel dat de opkomst bij het referendum wat betreft de socialeachtergrond van de kiezers niet wezenlijk verschilt van de op-komst bij andere verkiezingen.

Conclusies

In dit hoofdstuk hebben we een veelheid aan motieven beke-ken die een rol hebben gespeeld bij de keuze om voor dan weltegen de Europese grondwet te stemmen. Het door ons ge-

Tabel 9: Achtergrondkenmerken en opkomst

Kenmerk % thuisblijvers

Leeftijd 18-34 jaar 4535-64 jaar 3565 jaar en ouder 28

Geslacht Man 38Vrouw 35

Opleiding Basis/lbo/vmbo 42mavo/mbo/havo/vwo 43hbo/wo 21

Huishoudinkomen Laagste 25% 42Tweede 25% 36Derde 25% 35Hoogste 25% 29

Sociale klasse (zelfindeling) Hogere/hogere middenklasse 17Gewone middenklasse 38Hogere/gewone arbeidersklasse 44

Frequentie kerkbezoek Elke week of vaker 231-3 keer per maand 21Enkele keren per jaar of nooit 40

Page 206: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

schetste beeld benadrukt dat Europese samenwerking doorveel kiezers tegenwoordig eerder als bedreiging dan als wen-kend perspectief wordt gezien. Een bedreiging voor de wel-vaart, een bedreiging voor de sociale zekerheid en een bedrei-ging voor de nationale identiteit. Deze bedreiging bepaalt eendeel van het algemene oordeel over zowel het Europese projectals de Europese grondwet. Daarnaast heeft het gevoel dat ‘we’tekortgedaan zijn bij de introductie van de euro een belangrij-ke rol gespeeld.Dit beeld leidt niet automatisch tot de constatering dat Eu-

ropa zich ‘dus’ moet beperken tot de Europese markt, en datdie Europese markt wel zo’n beetje voltooid is of zelfs al te veris doorgeschoten. Het door ons geschetste beeld van de nee-stemmers moet misschien wel leiden tot een groter Europa. Zozou in een globaliserende wereldeconomie de sociale zeker-heid wellicht beter gewaarborgd zijn op Europees dan op na-tionaal niveau, en wellicht dat pro-Europese economen gelijkhebben als zij beweren dat verdergaande Europese samenwer-king de economie verder zal stimuleren.De voorstanders zijn er tijdens de campagne niet in geslaagd

hun boodschap aan burgers te verkopen. Zij hebben burgers erniet van kunnen overtuigen dat Europa geen bedreiging vormtvoor de welvaart, de sociale zekerheid juist in stand zal houdenen geen bedreiging vormt voor de nationale identiteit. Boven-dien werden ze behoorlijk in de weg gezeten door de discussieover de introductie van de euro en waren ze niet in staat debeelden die deze introductie opriep teniet te doen.Omgekeerd zijn de tegenstanders er wel in geslaagd de Euro-

pese grondwet te definiëren als een uiting van de Europese sa-menwerking en die Europese samenwerking te presenteren alsde (toekomstige) oorzaak van veel (sociaal-economische)problemen.

Page 207: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Referendum en democratischebesluitvorming

Kees Aarts en Henk van der Kolk

Inleiding

Een van de opvallendste aspecten van de uitslag van het refe-rendum was het grote verschil tussen de opvattingen van deTweede Kamer en die van de kiezers. Vele commentatoren we-zen op de ‘grote afstand [...] tussen het volk en zijn vertegen-woordigers’ die door het referendum was blootgelegd. Enke-len legden een direct verband tussen het ‘negatieve sentiment’rond de opkomst van Pim Fortuyn in en datzelfde senti-ment nu bij het referendum.

Nu is een kloof tussen de opvattingen van kiezers en die vangekozenen op zichzelf niets nieuws. Toch lijkt de kloof in ditgeval wel bijzonder breed. In de bijdrage van Voerman zijn destandpunten van de Nederlandse politieke partijen over Euro-pese integratie door de jaren heen besproken. Daaruit kwamnaar voren dat de meeste politieke partijen door de jaren heenenthousiaste voorstanders van vergaande Europese integratiewaren. Ook in het hoofdstuk van Thomassen werd duidelijkgemaakt dat de meeste volksvertegenwoordigers in de TweedeKamer en in het Europees Parlement zeer positief zijn over de. Die positieve houding van politici staat in schril contrastmet de uitslag van het referendum op juni. Veel kiezers heb-ben tijdens het referendum duidelijk gemaakt dat zij het en-thousiasme over de huidige vorm en snelheid van Europeseeenwording niet (langer) delen. In hoofdstuk is duidelijk

Page 208: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

gemaakt dat de referendumuitspraak geen simpel gevolg wasvan het huidige kabinetsbeleid. Sterker nog, tijdens de cam-pagne zijn kiezers zich wel degelijk steeds bewuster gewordenvan waar het om draait. En hoewel veel kiezers inderdaad de fi-nesses van het Europese project niet kennen, is het kennisni-veau te hoog om te spreken van een ‘verbazende onwetend-heid’ (zie hoofdstuk ).Aan het slot van dit boek herhalen wij niet de bevindingen

uit alle voorgaande hoofdstukken. In plaats daarvan plaatsenwe het referendum over de Europese grondwet tegen de ach-tergrond van de theorie van democratische besluitvorming.Ons doel is daarbij niet om de plaats van het referendum, ofvan dít referendum, in de democratietheorie uitputtend te be-handelen. Daarover zijn andere boeken geschreven. Ookhouden we ons niet bezig met de eventuele wenselijkheid vanreferenda binnen het huidige democratische bestel van Neder-land. Wel schetsen we enkele problemen in de verhouding tus-sen referendum en democratische besluitvorming aan dehand van het strijdpunt van Europese integratie. Daarbij gaathet ons vooral om de achtergrond van de geconstateerde kloof.Waar komt die vandaan? Is de kloof het gevolg van een ‘van hetvolk losgezongen elite’? Of is die kloof juist het gevolg van ‘eenonwetend volk dat niet weet wat goed voor hem is’? En kan diekloof, althans waar het gaat om het issue van de Europese inte-gratie, worden gedicht? Welke rol kunnen referenda daarbijspelen?

Europese integratie als politiek strijdpunt

Wat kiezers vinden van Europese integratie speelt tot dusverrenoch bij nationale, noch bij Europese verkiezingen een be-langrijke rol bij het bepalen van de stem. Verkiezingen voorhet Europese parlement worden grotendeels bepaald door denationale politieke arena’s van de lidstaten. Om deze reden

Page 209: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

zijn Europese verkiezingen getypeerd als ‘tweederangs’ (se-cond-order) nationale verkiezingen.Pas vrij recent zijn er aan-wijzingen dat Europese integratie in verschillende lidstatenvandeEuropeseUnie langzamerhandvan groter belangwordtvoor de partijkeuze.Vander Eijk en Franklin hebbenEuropeseintegratie in dit verband een slapende reus onder de politiekestrijdpuntengenoemd.Het is een strijdpuntdat inde loopderjaren sterk aan politiek gewicht heeft gewonnen: Europesevraagstukken zijn van groot belang voor zowel Europese alsnationale politiek.Maar het strijdpunt is tot dusverre nog on-voldoende gepolitiseerd.Politieke partijen in demeeste lidsta-ten van de EuropeseUnie profileren zich nog betrekkelijk wei-nig aandehandvanEuropese integratie. Indeze zin is er sprakevan een slapende reus. Maar slapende reuzen ontwaken eenkeer en als dat gebeurt heeft deze reus, volgens Van der Eijk enFranklin, de potentie om de dimensies van partijconcurrentiegrondig te veranderen. Uit onderzoek in Groot-Brittannië enDenemarken komen aanwijzingen dat het strijdpunt van Eu-ropese integratie inderdaad aan belang wint voor de partijkeu-ze bij nationale verkiezingen.Wil een politiek strijdpunt de dimensies van partijconcur-

rentie veranderen, dan is het niet voldoende dat de kiezers hetbelangrijk vinden. Een noodzakelijke voorwaarde is allereerstdat dit strijdpunt betrekkelijk losstaat van de andere belangrij-ke strijdpunten in een verkiezing. In de Nederlandse politiekeverhoudingen voldoet Europese integratie inderdaad aan dezenoodzakelijke voorwaarde.In de Nederlandse politieke verhoudingen worden kiezers

en politieke partijen doorgaans ingedeeld aan de hand van éénof twee politieke dimensies. De dominante politieke dimensieis die van links-rechts, die vooral sociaal-economisch van aardis. Zowel partijen als kiezers hebben een plaats op deze links-rechts-dimensie, en hun standpunten op politieke issues wor-den voor een belangrijk deel bepaald door die plaats. Eentweede dimensie die in de Nederlandse politiek traditioneel

Page 210: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

een rol speelt, stelt juist niet-materiële strijdpunten centraal,die vaak een religieus aspect hebben, zoals abortus en eutha-nasie. Deze dimensie wordt wel aangeduid als de morele of de ethische dimensie in Nederlandse politiek.Uit analyses van de opvattingen van het Nederlandse electo-

raat bij de verkiezingen in en blijken verschillendepolitieke strijdpunten inderdaad te kunnen worden samenge-vat in deze twee dimensies.De links-rechts-zelfplaatsing vanrespondenten hangt redelijk sterk samen met hun positie opstrijdpunten rond inkomensverschillen, asielzoekers, crimi-naliteit en kerncentrales. Deze laatste vier issues zijn ook allegoed te interpreteren in termen van ‘links’ en ‘rechts’ en han-gen bovendien onderling relatief sterk samen. Het strijdpunteuthanasie is daarentegen zwak of helemaal niet verbondenmet de standpunten die deze kiezers over andere issues heb-ben. Dit strijdpunt, dat een ethische of morele dimensie weer-geeft, laat alleen een betrekkelijk zwakke samenhang zien metde positie op de links-rechts-schaal (hoe rechtser iemand zich-zelf plaatst, des te groter is de kans dat hij euthanasie wil ver-bieden).

Trouw, mei

Page 211: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Naast deze twee traditionele dimensies in de Nederlandsepolitiek blijkt echter één strijdpunt een geheel eigen positie inte nemen, los van de tot nu toe genoemde strijdpunten. Dit ishet strijdpunt Europese integratie. De positie die responden-ten innemen ten opzichte van Europese integratie hangt zwakof niet samen met zowel de links-rechts-dimensie als de ethi-sche dimensie. De houding van de kiezers tegenover Europeseintegratie hangt zwak samen met hun posities op de issuesasielzoekers, etnische minderheden en criminaliteit, en vrijwelniet met die op inkomensverschillen of euthanasie. Het onder-zoek dat wij zelf rond het referendum hebben verricht onder-streept deze bevindingen. Volgens dit onderzoek was er in

geen samenhang tussen het standpunt van kiezers over Euro-pese integratie en hun positie op de links-rechts-dimensie(correlatiecoëfficiënt: ,).De opvattingen van kiezers over het onderwerp Europese

integratie hangen dus hoogstens zwak samen met hun opvat-tingen over materiële (links-rechts) en immateriële zaken.Aan de noodzakelijke voorwaarde om de dimensies van partij-concurrentie te veranderen, is dus voldaan.

Europese integratie en partijkeuze

De standpunten van kiezers over Europese integratie hangenniet of zwak samen met hun overige politieke standpunten.Indien Europese integratie, zoals betoogd, ook nog relatief on-belangrijk is voor het bepalen van de stemkeuze bij nationaleverkiezingen, kunnen kiezers dit strijdpunt als het ware uitrui-len tegen strijdpunten die deze kiezers veel belangrijker vin-den. In onze schets van strijdpunten in de Nederlandse poli-tiek zouden dat strijdpunten op de links-rechts-dimensie enop de ethische dimensie kunnen zijn.Dat een minder relevant gevonden strijdpunt kan leiden tot

een verschil van opvatting tussen een meerderheid van de kie-

Page 212: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

zers en een meerderheid van hun vertegenwoordigers (een‘kloof ’), is eenvoudig voorstelbaar. De kiezers laten in zo’n ge-val het minder relevante strijdpunt, hoewel zij daar wel eenmening over hebben, gewoon niet meewegen in de bepalingvan hun stemkeuze. De strijdpunten die ze wel meewegen heb-ben daar verder niets mee te maken.Als verschillende strijdpunten verschillend gewicht hebben

voorgroepenkiezers,kandit verrassende resultatenopleveren.Een dergelijke situatie is al in beschreven door RobertDahl. Dahl schetst een politiek stelsel waarin twee kandida-ten om de kiezersgunst strijden. Voor ons doel kunnen we inplaats van kandidaten evengoed uitgaan van twee (blokkenvan) politieke partijen. Bij de verkiezingen spelen drie strijd-punten een rol, maar voor de meeste kiezers is slechts een vandie drie strijdpunten echt vanbelang.Voor verschillende groe-penkiezers is dat telkens een ander strijdpunt.Alswedepartij-en aanduiden met (voor progressief) en (voor conserva-tief),ende strijdpunten met , en , dan kan de situatie optre-den die in tabel is weergegeven.Drie van de vier groepen kiezers (, en ) in tabel vinden

telkens een ander onderwerp belangrijk. Zij stemmen dan ookvooral op basis van hun partijvoorkeur bij dat ene strijdpunt.Het resultaat is dat procent van de kiezers zijn stem uit-brengt op partij . Immers, de groepen , en , stemmen oppartij . Toch verkiest voor elk strijdpunt afzonderlijk maarliefst procent van de kiezers het standpunt van partij bo-ven dat van . Een overgrote meerderheid in het parlementstaat dus lijnrecht tegenover een overgrote meerderheid vande kiezers op alle belangrijke strijdpunten. Toch heeft iederekiezer volstrekt rationeel gestemd op grond van wat hij of zijbelangrijke en onbelangrijke strijdpunten vond. De politiekesamenstelling van het parlement is dus niet automatisch eengoede indicator van de politieke opvattingen van het electo-raat. En dat ligt niet aan een ‘van het volk losgezongen elite’ ofaan ‘verbazend onwetende kiezers’, maar is een direct gevolg

Page 213: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

van de werking van partijendemocratie, waarin kiezers hunvoorkeuren over een aanbod van pakketten van strijdpunten(partijprogramma’s) kenbaar maken in plaats van over afzon-derlijke issues.Dahl noemde de geschetste situatie een ‘minderhedenbe-

wind’. Dit minderhedenbewind lijkt op het eerste gezicht eengevolg van het feit dat verschillende strijdpunten in de ogenvan wisselende groepen kiezers onbelangrijk zijn. Wordt hetprobleem opgelost als de ‘slapende reus’ ontwaakt – dus als dekiezers de verschillende strijdpunten,waaronder Europese in-tegratie, voortaan volwaardig in hun electorale afwegingenbetrekken?Het antwoord is ontkennend. Dit wordt geïllustreerd door

de bekende ‘Ostrogorskiparadox’. De Ostrogorskiparadoxwordt getoond in tabel , die op dezelfde wijze kan worden ge-lezen als tabel . Het enige verschil met tabel is dat de kiezersnu geen minder of meer relevante strijdpunten onderscheiden– alle strijdpunten zijn even belangrijk.Als alle kiezers alle strijdpunten even belangrijk vinden,

stemmen zij op de partij waarmee zij het op de meeste strijd-punten eens zijn. Zo kiest procent voor partij . Maar op elkafzonderlijk strijdpunt is procent van het electoraat hetjuist eens met partij !

Tabel 1: Partijkeuze en publieke opinie bij strijdpunten van wisselend belang

Type kiezer Belangrijk Partijvoorkeur Partijkeuzestrijdpunt per strijdpunt

1 2 3

A (20%) 1 P C C P

B (20%) 2 C P C P

C (20%) 3 C C P P

D (40%) - C C C C

% vóór de positie van C op 80 80 80 Meerderheid (60%) stemt Pelk strijdpunt

Page 214: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Uiteraard zijn de geschetste situaties theoretisch. Er is eenaantal vereenvoudigende veronderstellingen gemaakt, en wehebben niet nagegaan of deze veronderstellingen in de prak-tijk houdbaar zijn. Het is echter niet zo dat de geschetste situ-aties onwaarschijnlijk zijn omdat in de Nederlandse politiekmeer dan drie belangrijke strijdpunten zijn, of omdat er meerdan twee partijen bestaan. Het is eerder andersom. Hoe meerstrijdpunten, des te groter de kans op een omkering van demeerderheidsstandpunten van de kiezers; en meer partijenmaken het optreden van de paradox ook al niet onwaarschijn-lijker.

Referendum en representatieve democratie

De Ostrogorskiparadox wordt vaak aangeduid als een paradoxvan representatie. Hij kan optreden wanneer voor verschillen-de strijdpunten tegelijkertijd een keuze moet worden ge-maakt. Dat is typisch wat verkiezingen voor een vertegen-woordigend lichaam als de Tweede Kamer beogen te doen. Bijeen referendum wordt een keuze gemaakt voor één strijdpunt

Tabel 2: Partijkeuze en publieke opinie bij strijdpunten van gelijk belang: Ostro -gorski paradox

Type kiezer Partijvoorkeur per strijdpunt Partijkeuze

1 2 3

A (20%) C P P P

B (20%) P C P P

C (20%) P P C P

D (40%) C C C C

% voor de positie van C 60 60 60 Een meerderheid (60%) op elk strijdpunt stemt P

Page 215: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

tegelijkertijd (zij het dat dit strijdpunt, zoals in het geval van deEuropese grondwet, behoorlijk complex kan zijn). Het refe-rendum doet beter recht aan de publieke opinie over dit strijd-punt. Hebben we dus met deze paradox niet een overtuigendargument vóór het houden van referenda in handen?Een referendumkan eenmeerderheidsopvatting van de kie-

zers over een strijdpunt aandeoppervlakte brengendie andersverstopt zouzijngeblevendoordewerkingvanrepresentatievedemocratie.Maar dit roept vervolgenswel de vraag ophoeveelen welke strijdpunten aan referenda moeten worden onder-worpen.Het is volstrekt onmogelijk om ookmaar bij benade-ring alle belangrijke beslissingen die de Tweede Kamer moetnemen aan volksraadplegingen te onderwerpen – directe de-mocratie op de schaal van de moderne samenleving is uitge-sloten. Bovendien zijn veel politieke vraagstukken herverde-lingsvraagstukken: de kosten van beleid worden betaalddoor bezuinigingen op beleid , of , of . Waar het geld van-daan komt, is het resultaat van een proces van besprekingen,onderhandelingen en beloften. De uitkomsten van dat proceslaten zich moeilijk in een referendumvraag vangen.In een moderne democratie zijn referenda daarom meestal

uitsluitend bestemd voor kwesties die bijzonder belangrijkworden gevonden vanuit het oogpunt van nationale soeve-reiniteit, of zaken die de bevolking diep raken. Het idee is dandat een dergelijke kwestie na een referendum kan worden bij-gezet bij de fundamentele beginselen waarover – althans voor-lopig – geen politieke strijd meer hoeft te worden gevoerd. Eenverandering in de constitutie is bij uitstek een voorbeeld vanzo’n belangrijke kwestie – reden waarom wijzigingen in de Ne-derlandse grondwet altijd een tweede lezing behoeven nadatkiezers hun stem hebben kunnen uitbrengen. In deze gedach-tegang was het vanzelfsprekend dat het Europees Grondwette-lijk Verdrag het onderwerp werd van de eerste nationale volks-raadpleging in Nederland.Tegelijkertijd onderstreept de uitslag van dit referendum het

Page 216: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

belang van representatieve democratie.Want de afwijzing vandeze grondwet (die totstandkwam door onderhandelingentussen volksvertegenwoordigers) moet uiteindelijk leiden totnieuweonderhandelingen tussende lidstaten.Dezeonderhan-delingen worden straks niet gevoerd door de kiezers die tegende grondwet hebben gestemd. Hun gekozen vertegenwoordi-gers hebben bovendien geen duidelijk omlijnde opdracht ge-kregen. Hoe ziet een aanvaardbare Europese grondwet eruit?Het zijn straks toch weer de volksvertegenwoordigers die eenantwoord moeten geven op deze vraag, niet de kiezers.

Referendum en bestuurlijke vernieuwing

De Nederlandse politiek wordt gekenmerkt door een grote te-rughoudendheid op het gebied van politiek-bestuurlijke ver-nieuwing. Tal van vernieuwingsvoorstellen – over het kiesstel-sel, over de gekozen formateur, over de positie van de EersteKamer, enzovoorts – zijn één of meer keren gesneuveld ergenstussen het rapport van een staatscommissie en de finale stem-mingen in de Staten-Generaal in. Het politieke bestel van Ne-derland is dan ook getypeerd met de term ‘institutioneel con-servatisme’.Dit conservatisme gold niet alleen het kiesstelselen andere genoemde onderwerpen, maar evenzeer het refe-rendum.In een bijdrage aan het Jaarboek van het Documenta-

tiecentrum Nederlandse Politieke Partijen schetst Paul Lucar-die in detail de overwegend huiverige houding van de politiekepartijen tegenover het referendum gedurende de afgelopeneeuw. Pas in de laatste twee decennia geldt dat over het alge-meen de linkse partijen voor invoering van het referendumzijn, terwijl de partijen rechts van het midden daartegen blij-ven. Tegen deze achtergrond is het referendum over de Euro-pese grondwet een bijzondere gebeurtenis in de recente Ne-derlandse politieke geschiedenis. Veel meer dan bijvoorbeeld

Page 217: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

het sneuvelen van de grondwetsherziening (op maart )die de rechtstreeks gekozen burgemeester mogelijk moest ma-ken – een gebeurtenis die uitstekend paste in het heersendebeeld van institutioneel conservatisme.Maar ook in een ander opzicht ging het op juni om be-

stuurlijke vernieuwing: namelijk de vernieuwing van de Euro-pese Unie. De Europese grondwet zelf was een ingrijpendeherziening van de bestaande Europese verdragen, en voegdedaaraan een aantal nieuwe elementen toe zoals een ministervan Buitenlandse Zaken van de Europese Unie, een roulatie-systeem voor lidstaten in de Europese Commissie, aanpassingvan het stemsysteem binnen de Raad van Ministers (hoofd-stuk in dit boek).In het verleden is keer op keer gewezen op de ondoorzichtig-

heid, complexiteit en stroperigheid van Europese politiek.Deze grondwet zou een begin maken met de hervorming vande Europese instellingen, waarbij de betrokkenheid van deburgers een belangrijk aandachtspunt was. Een reeks nieuwebepalingen in de grondwet, artikel - tot en met -, be-schrijft het democratische bestel van de Unie, waarin niet al-leen aandacht is voor de bekende beginselen van democrati-sche gelijkheid en van representatieve democratie, maar ookvoor het beginsel van participatieve democratie. Een van debepalingen onder dit laatste beginsel opent de mogelijkheiddat tenminste één miljoen burgers uit een ‘significant aantallidstaten’ bij wijze van volksinitiatief de Commissie kan vra-gen een beleidsvoorstel in te dienen.De Europese grondwet stond voor vele zaken, maar dus ook

nadrukkelijk voor bestuurlijke vernieuwing van de Unie. Dievernieuwing is bij het eerste nationale referendum in Neder-land afgewezen. Daarmee heeft nu ook het Nederlandse elec-toraat zich van zijn ‘institutioneel-conservatieve’ kant latenzien.

Page 218: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen
Page 219: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Noten

Inleiding

NRC Handelsblad, december , ‘Kok zei iets te overtui-gend nee’.

NRC Handelsblad Magazine, juni , ‘De coup van Gis-card; de machtsstrijd in de Conventie over een nieuwe blauw-druk voor Europa’, Michele de Waard.

Idem. Trouw, juni , ‘Giscard d’Estaing looft ‘zijn’ grondwet’. NRC Handelsblad, oktober , ‘Lot van Europese grond-wet is ongewis’.

NRC Handelsblad, juni . Motie-Timmermans c.s. (Kamerstukken /, -, nr. ). De Tweede Kamer had het liefst in heel Europa eenreferendum gezien.

P. Balasz et. al., Referendum on the European Constitution, /, maart .

Tweede Kamer, vergaderjaar -, , nr. (Voorstelvan wet van de leden Karimi, Dubbelboer en Van der Ham be-treffende het houden van een raadplegend referendum overhet Grondwettelijk Verdrag voor de Europese Unie (Wet raad-plegend referendum Europese grondwet)).

Tweede Kamer, vergaderjaar -, . Handelingen Tweede Kamer -, nr. , - (

november )

Page 220: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Een grondwet voor Europa

Paragraaf en van dit hoofdstuk zijn gedeeltelijk gebaseerdop (Werner ).

Een klassieker in dat verband is (Haas ). Zie http://europa.eu.int/eur-lex/nl/oj/index.html. Een klassieker in dat verband is (Curtin ). Kamerstukken -, , p. . Zie de brief van de minister van Buitenlandse Zaken van juli , Kamerstukken -, ( ).

Zie hierover ook (Barents ). Zie hierover ook (Pernice ). Dit is inmiddels ook expliciet door de Nederlandse HogeRaad erkend in de zaak over de Verplichte rusttijden, novem-ber .

Zaak / Van Gend & Loos Jur. , ; zaak / Costa/ Jur. , ; en zaak / Simmenthal Jur. , .

Een overzicht van vijftien mogelijkheden is bijvoorbeeld tevinden in (Chryssochou ).

Deze laatste uitdrukking is afkomstig uit de uitspraak inzaak /, Les Verts Jur. , , ovw. . Zie ook (Hartley).

Zie bijvoorbeeld de oprichtingsverdragen van de Internatio-nale Arbeidsorganisatie, de Wereldgezondheidsorganisatie, deVoedsel- en Landbouworganisatie of .

Zie uitgebreider over de verschillende constitutiebegrippen:(Barents )

Over de structuur en de veranderingen is zeer veel geschre-ven. Een selectie, naast het hierboven genoemde boek van Ba-rents: (Altheuland ; Cremona ; De Witte ; De-housse ; Klabbers ; Kokott ; Miccù ; Pernice; Schwarze ). Zie verder ook ‘The New EuropeanConstitution: Themes and Questions’, special van het Euro -pean Constitutional Law Review, , nr.; Speciaal nummervan de International Spectator, , nr. .

Page 221: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Een mooie vergelijking van de bestaande en nieuwe tekstenis te vinden in (Besselink ).

Verwarring ontstaat omdat de Nederlandse verdragsterm‘voorzitter’ in het Engels ‘President’ is.

Zie hierover bijvoorbeeld (Elgström ).

De Nederlandse politieke partijen en de Europese integratie

Deze verkiezingsprogramma’s zijn gescand en te raadplegenop de website van het Documentatiecentrum Nederlandse Po-litieke Partijen van de Rijksuniversiteit Groningen,www.dnpp.nl.

(Brouwer : ). (Van der List : ). (Brouwer : ). Naast de aan het einde van deze bijdrage vermelde literatuuris voor de beschrijving van de ontwikkeling van de Europeseinstellingen gebruikgemaakt van de website van de vertegen-woordiging van de Europese Commissie in Nederland euro-pa.eu.int/netherlands).

(Bos, van Merriënboer en Pekelder : ). (Dik : -, ). In maart had de eerste zitting plaats van het EuropeesParlement, dat bestond uit de samenvoeging van de AlgemeneVergadering van de , de en Euratom (Dik en Singels-ma : ).

(Brouwer en Heiden : -; Hermans z.j.: -). (Brouwer en Heiden : ). (Van der List : ). (Dik : -; Singelsma : -). (Heyting : ). (Dik : ). (Dik en Singelsma : ). In het in van kracht geworden fusieverdrag hebben de

Page 222: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

, en Euratom gemeenschappelijke instellingen ge-kregen. Vanaf dat moment is er sprake van de Europese Ge-meenschappen. Sinds het Verdrag van Maastricht in heetde Europese Gemeenschap.

(Hermans z.j.: -). (Heyting : ), zie ook Keerpunt . Regeerakkoordvan de progressieve drie PvdA, D en . Z.pl. (Amsterdam).p. .

Nederlandse Staatscourant, mei . (Hermans z.j.: ). ‘Akkoord over herziening -verdrag’, Keesings HistorischArchief, .

NRC Handelsblad, oktober

Commissie Hoofdlijnen, Den Haag, , .

(Harmsen : -; Van der List : -). (Binnema ). Handelingen Tweede Kamer, november , -.

Handelingen Tweede Kamer, november , -.

Handelingen Tweede Kamer, november , -.

(Van der Kolk : -). (Fortuyn : ). (Harmsen : -; Lucardie ). (Fortuyn : ). (Voerman ). De Volkskrant, februari , ‘Paul van Buitenen: ‘Ik beneen actievoerder op een kieslijst’, Diekman, A.

NRC Handelsblad, juni .

De citaten in deze paragraaf zijn afkomstig uit het campag-nemateriaal van de partijen.

(Voerman ). (Taggart ).

Page 223: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Nederlanders en Europa. Een bekoelde liefde?

In het najaar van besloot de Europese Raad onder Ne-derlands voorzitterschap dat de formele onderhandelingenover de toetreding van Turkije van start konden gaan. Dit waser mede de oorzaak van dat de mogelijke toetreding van Tur-kije sterk in het nieuws was.

Voor de analyses in dit hoofdstuk is gebruikgemaakt van deMannheim Eurobarometer Trend File: http://www.gesis.org/en/data–service/eurobarometer/stan-

dard–eb–trend/trendfile.htm. Voor nadere informatie over deze studies, ziehttp://www.europeanelectionstudies.net/

(Karp : ). De reeksen zijn niet even lang omdat de vraag naar het func-tioneren van de democratie in de Europese Unie pas vanaf is gesteld.

Dit gemiddelde wordt overigens sterk omlaag getrokkendoor Italië, waar de tevredenheid met het functioneren van dedemocratie in eigen land permanent verontrustend laag is.

Wie de politieke onrust in Nederland vanaf het jaar wilverklaren vanuit een geleidelijk gegroeide onvrede met hetfunctioneren van de democratie in Nederland vindt de feitenderhalve op zijn weg. Tot het eind van de jaren negentig is ergeen sprake van een toenemende onvrede over het functione-ren van de democratie, maar bovendien is de tevredenheid invergelijking met andere landen hoog. Pas vanaf daalt detevredenheid met het functioneren van de democratie in Ne-derland, terwijl in de andere landen juist sprake is van een her-stel van het vertrouwen in de democratie. Door deze tegenge-stelde trends valt in de tevredenheid in Nederland vrijwelsamen met die in de overige vijf landen.

Waar het midden van de schaal is, is overigens enigszins be-drieglijk. Een relatief groot aantal respondenten kiest de score, waarschijnlijk in de veronderstelling dat dit het midden van

Page 224: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

de schaal is. Daardoor wordt het gemiddelde enigszins omlaaggetrokken.

Deze gegevens zijn afkomstig uit (Scheuer ). Dat wil overigens niet zeggen dat geografische ligging als zo-danig de bepalende factor is. Economische, maar ook demo-cratische ontwikkeling vallen sterk samen met geografischeligging. Daarom is het ook niet of nauwelijks mogelijk vast testellen welk van deze factoren van doorslaggevende betekenisis.

Het complement van de hier genoemde percentages voor-standers bestaat overigens niet alleen uit de tegenstanders vantoelating, maar ook uit de respondenten die geen mening had-den. Deze percentages variëren van (Zwitserland) tot

(Slowakije). Een gedeelte van de verschillen in figuur moetdus worden toegeschreven aan deze verschillende antwoord-percentages (Scheuer : ). In hoeverre het gezegde ‘onbe-kend maakt onbemind’ hier opgaat, valt niet te zeggen.

Voor een uitgebreidere uiteenzetting op dit punt, zie (Schmitt en Thomassen ).

(Schmitt en Thomassen ). (Holmberg ). Nadere informatie over dit onderzoek is verkrijgbaar bij deauteur.

De in deze onderzoeken gebruikte vraag verschilt in tweeopzichten van de eerder in dit hoofdstuk gebruikte vraag uitde European Election Study (). In de eerste plaats wordteen zevenpuntsschaal gebruikt in plaats van een tienpunts-schaal. Dat is geen probleem omdat er geen vergelijking wordtgemaakt met de gegevens die eerder in dit hoofdstuk werdengepresenteerd. In de tweede plaats zijn de twee polen van deschaal omgekeerd in vergelijking met de . Om verwarringte voorkomen is in figuur telkens het complement van de fei-telijk gemeten positie weergegeven.

Of aan het daardoor ontstane verschil een inhoudelijke be-tekenis moet worden toegekend, dan wel het gevolg is van een

Page 225: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

methodologisch artefact, is een vraag waarover met rede valtte twisten.

Het referenduminstrument

We gaan voorbij aan de referenda die werden gehouden tentijde van de Bataafse Republiek.

De navolgende onderscheidingen zijn in hoofdzaak ont-leend aan: (Elzinga ) en wel in het bijzonder aan de bijdra-ge van Hoogers uit hoofdstuk .

(Gilhuis ). Zie voor informatie over referenda in Neder-land verder (Elzinga ; Praag ).

(Staatscommissie-Biesheuvel ). Zie o.a. (Gilhuis :). Een voorstel van de -Tweede-Kamerfractie om de laat-ste drempel te verhogen tot ,miljoen handtekeningen bleekin het paarse coalitieverband uiteindelijk niet haalbaar. In ruildaarvoor moesten de andere coalitiefracties – PvdA en D –akkoord gaan met een opname van de kwantitatieve drempel-bepalingen in de grondwet. Dit laatste kon uit een oogpuntvan een sobere grondwet niet erg worden toegejuicht. Juist in koos de grondwetgever ervoor om dit soort voorschriftenuit de grondwet te halen, er lijkt alle aanleiding die lijn door tezetten.

(Staatscommissie-Biesheuvel ). (Staatscommissie-Biesheuvel : ). Art. lid jo. art lid Gemeentewet.

Art. lid jo. art. lid Gemeentewet. Het zogenaamde repressief toezicht: art. lid jo. art

Gemeentewet. Zie daarover vooral (Burkens ). -, . Als uitvloeisel van de gemaakte afspra-ken werden begin maart twee wetsvoorstellen ingediend.Het eerste -, () was nagenoeg identiek aanhet door Wiegel c.s. getorpedeerde voorstel, het tweede

Page 226: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

() bevatte tijdelijke regels inzake het raadgevend correc-tief referendum. Conform de afspraken ging het eerstgenoem-de voorstel, strekkende tot verandering van de grondwet, ver-gezeld van een proeve van de wetgeving ter uitvoering van deopnieuw voorgestelde grondwetsbepalingen inzake een beslis-send referendum.

Op juni bleek dat de fracties van , GroenLinks,PvdA, Groep Lazrak, D en voor hadden gestemd en deoverige fracties tegen; -, .

Stbl. , . Over de inhoud van de Trw uitvoerig (Bor-man ). Zie ook de notitie ‘Volksinitiatief en burgerinitia-tief ’, -, , nr. .

Initiatiefvoorstel van de leden Karimi, Dubbelboer en Vander Ham van mei (), door de Tweede Kamer aan-genomen op november en door de Eerste Kamer op

januari . Koninklijk Besluit van september , Stbl. , nr. . Circulaire / van de minister van BinnenlandseZaken aan alle gemeentebesturen; januari .

De campagne: David tegen Goliath?

Socialistische Partij, Wie zwijgt stemt toe! -Programmavoor de Europese verkiezingen van , Rotterdam.

, ‘Is U iets gevraagd? Programma voor de verkiezing vanhet Europese Parlement op juni ’, on line: www.lijst-pimfortuin.nl/partij/nieuws/page.php?id= ( april ).

‘Eerste reactie Paul van Buitenen op de Europese grondwet.’www.europatransparant.nl/?pag=&cid= ( april ).

NRC Handelsblad, juni , ‘Als we het nou maar beteruitleggen: hoe de ja-campagne nooit van de grond kwam.’Giebels, Robert, Egbert Kalse en Kees Versteegh, p. .

NRC Handelsblad, februari . Referendumcommissie, , Samenvatting van het Verdrag

Page 227: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

tot vaststelling van een Grondwet voor Europa, Den Haag, p. . NRC Handelsblad, april . NRC Handelsblad, mei . NRC Handelsblad, april.

Overigens zou niet al het toegekende geld ook werkelijk be-steed worden en hield de commissie uiteindelijk geld over, zobleek na afloop van de campagne, NRC Handelsblad, juni.

Zie hoofdstuk in deze bundel. Zie hoofdstuk in deze bundel. De Volkskrant, april . Trouw, april . Handelingen Tweede Kamer, april . NRC Handelsblad, april . NRC Handelsblad, mei . NRC Handelsblad, mei . , , ‘Europa verdient ja! redenen om “” te stem-men op juni’, pamflet, ook on line: www.cda.nl/domains/cda/pages/content.asp?content=––

(mei ). De Volkskrant, mei . NRC Handelsblad, april . NRC Handelsblad, mei . Trouw, mei . Democraat, : , . ‘Grondwetcampagne voortvarend vanstart’.

D, , ‘Tien maal voor de Europese grondwet’, pam-flet, ook on line: www.d.nl/print/tienredenen ( juni ).

De Telegraaf, mei . NRC Handelsblad, juni , ‘Als we het nou maar beteruitleggen: hoe de ja-campagne nooit van de grond kwam.’Giebels, Robert, Egbert Kalse en Kees Versteegh, pp. -.

NRC Handelsblad, oktober ; , , ‘De Europesegrondwet’, on line: ww.vvd.nl/proza/index.asp?itemID= &hp= ( juni ).

Page 228: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

NRC Handelsblad, mei . (Eekelen van ). , z.j., De is voor de Europese grondwet. In het Neder-lands belang! Een nuchter Ja, Den Haag: .

NRC Handelsblad, mei . NRC Handelsblad, mei . De Telegraaf, mei . Plasterk treedt niet op de voorgrond als PvdA-lid, maar wasin de jaren tachtig gemeenteraadslid voor deze politieke partij,NRC Handelsblad, december .

(Wagenaar : -). NRC Handelsblad, mei . NRC Handelsblad, mei . PvdA, , ‘Grondwet past in sociaal-democratische tradi-tie’, on line:www.pvda.nl/printable.do/newsitemid//newssf//newsallo (mei ).

De Volkskrant, april . GroenLinks, , ‘Verbeter Europa, begin met een ja!’,pamflet, ook on line: www.groenlinks.nl/eu-grondwet (mei).

NRC Handelsblad, mei . NRC Handelsblad, april . NRC Handelsblad, april . Vrouwen Federatie Milli Görüs, ‘De Europese grondwet’, online: www.mgvf.nl/index.asp?ntid=&nid= ( juni ).

NRC Handelsblad, mei . NRC Handelsblad, juni , ‘Als we het nou maar beteruitleggen: hoe de ja-campagne nooit van de grond kwam.’Giebels, Robert, Egbert Kalse en Kees Versteegh, pp. -.

NRC Handelsblad, mei en NRC Handelsblad, mei.

Trouw, mei . NRC Handelsblad, mei . NRC Handelsblad, april , p. ‘Europese grondwet is

Page 229: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

een gedrocht’, Marijnissen, Jan. Het Parool, april . NRC Handelsblad, juni , ‘Als we het nou maar beteruitleggen: hoe de ja-campagne nooit van de grond kwam.’Giebels, Robert, Egbert Kalse en Kees Versteegh, pp. -.

( a; b). NRC Handelsblad, mei . NRC Handelsblad, mei . NRC Handelsblad, september . ( b). Nee tegen deze Grondwet, Amsterdam: Comité ‘GrondwetNee’, De Jongh, Daniël .

on line: www.grondwetnee.org/stemadviseur. NRC Handelsblad, april ; zie ook de Volkskrant, mei

. (Spruyt ). Elsevier, april (vol , issue ), pp. - ‘Waaromnee beter is dan ja’, Wynia, Syp.

Reformatorisch Dagblad, mei . Reformatorisch Dagblad, mei . , z.j., ‘Europese grondwet: waarom tegen?’, Den Haag:

Voorlichting & Vorming. Zie ook http://www.christenunie.nl/documenten/www/fol-der–nee–campagne–christenunie.pdf ( juli ).

(Van Middelkoop en anderen ). De Volkskrant, mei . Nederlands Dagblad, mei . Reformatorisch Dagblad, mei en NRC Handelsblad,

mei . , , ‘Waarom “” tegen de Europese grondwet’, online:www.lijstpimfortuyn.nl/article.php?id= ( juni ).

Wilders, G., , ‘Nederland moet blijven!’, z.pl. Trouw, mei en de Volkskrant, mei . NRC Handelsblad, mei , p. , ‘Beschamend dat Euro-pa de gruwelijke gevolgen van de bio-industrie miskent’,

Page 230: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Kousbroek, Rudy. Zie ook NRC Handelsblad, mei . De Volkskrant, mei . Cijfers van de betrokken partijen, zie

www.rug.nl/dnpp/nieuws/pers/index juni . Volgens een peiling van Maurice de Hond eind april schatte

procent van de bevolking het optreden van bewindsliedenin de ja-campagne negatief in en slechts procent positief; datgold grosso modo ook voor ‘-adepten’: procent negatiefen procent positief. Persbericht www.peil.nl, april .

(Gilhuis : -).

Toen Europa de dagbladen ging vullen

De auteurs zijn dr. W. van der Brug erkentelijk voor zijncommentaar op een eerdere versie van dit hoofdstuk.

(Roberts, Wanta, en Dzwo ). Alle artikelen uit de automatische inhoudsanalyse waarinzowel de Grondwet als de Europese Unie of synoniemen vandeze begrippen voorkwamen, werden aan een nadere analyseonderworpen. In totaal werden artikelen geanalyseerd.Vastgesteld werd hoe vaak allerhande actoren en issues er al-leen of samen in figureerden. De ‘actoren’ varieerden van Ne-derlandse ministers, parlementariërs, leden van de EuropeseCommissie en buitenlandse staatshoofden tot grotere en klei-nere belangengroeperingen die een mening over onderdelenvan de Grondwet formuleerden. De issues varieerden van is -sues uit het Grondwettelijk Verdrag zoals de Europese grond-rechten, een Europese minister van Buitenlandse Zaken, hetsubsidiariteitsbeginsel en de solidariteitsclausule tot Europeseissues die strikt genomen niet in het referendum over hetGrondwettelijk Verdrag aan de orde waren, zoals de Europesedienstenrichtlijn, de euro en de toetreding van Turkije. In to-taal werden actoren en issues geïdentificeerd. Zie verderhet afstudeeronderzoek van J. Takens.

Page 231: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Voor deze actoren en issues werden combinaties van tref-woorden geformuleerd in termen van en, of, in de buurt van,et cetera opgesteld om na te kunnen gaan hoe vaak ze in tek-sten voorkwamen. Deze tellingen zijn gewogen om de kans tebenaderen dat informatie over een bepaalde actor, een be-paald issue, of een bepaalde combinatie daarvan, door Neder-landers ook gelezen werd. Weging vindt plaats naar de plaatsvan een gevonden trefwoord binnen een artikel (de kop teltzwaarder), naar de plaats van een artikel in het dagblad (voor-al de voorpagina telt zwaar), en naar de oplage van het dagblad(De Telegraaf is belangrijker dan het Veluws Dagblad ). De laat-ste van de drie wegingen wordt uiteraard achterwege gelatenals het gaat om een onderlinge vergelijking tussen de inhoudvan dagbladen. Zulke tellingen en wegingen zijn overigensminder ‘hard’ dan men geneigd is te denken, omdat combina-ties van trefwoorden altijd voor verbetering vatbaar zijn, om-dat ambigue kwesties zoals ‘het recht op menselijke integriteit’welhaast per definitie verschillend uitgewerkt kunnen wor-den, en omdat bijna alle trefwoorden meerduidig zijn.

De koppen en leads uit de artikelen leverden kern-beweringen op. Deze kernbeweringen laten zien welke relatieser in de media worden gelegd tussen verschillende politiekeactoren en tussen politieke actoren en issues. Ook wordt dui-delijk welke gevolgen van respectievelijk ratificatie of afwij-zing van het Grondwettelijk Verdrag aan de orde komen. Er isvastgelegd: wie is de bron? welke politicus of partij of welk is-sue is het subject? hoe luidt het predikaat? met wie of wat asso-cieert het object? of juist dissocieert en in welke richting, kwa-liteit? (Kleinnijenhuis, de Ridder en Rietberg ).

Provinciale Zeeuwse Courant, juni . De Telegraaf, mei , ‘Wilders op tournee tegen -Grondwet’.

, procent van de aandacht gaat uit naar andere issues zo-als beleidsterreinen waarop de Europese Unie geen bevoegd-heden heeft.

Page 232: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

(Cappella en Jamieson ). Bijvoorbeeld NRC Handelsblad, januari : ‘Kabinetmoet rustig aan doen; Vrees voor machtsvertoon in dure Eu-ropese campagne’.

De Volkskrant, april , ‘Frits ‘Frankenstein’ Bolkesteinverdedigt zijn zwaar bekritiseerde richtlijn in Parijs’.

Trouw, september , ‘Balkenende is tegen referendumover Turkije’.

(Petrocik, Benoit, en Hansen ). NRC Handelsblad, mei , ‘Oproep van PvdA: steunGrondwet’.

Het noemen van de politicus Geert Wilders en het noemenvan de partij Groep Wilders zijn op dezelfde wijze gemeten. Bijde stelling dat Wilders meer aandacht heeft gekregen dan de moet daarom aangetekend worden dat het om de persoonGeert Wilders en de partij gaat. Wilders werd keer ge-noemd, de partij keer en de kamerleden van de wer-den gezamenlijk nog eens keer genoemd.

Dagblad van het Noorden, mei, , ‘Bot: Twijfelaars re-ferendum kunnen beter niet stemmen’.

Trouw, april , ‘Donner vreest oorlog bij ‘nee’

Grondwet’. NRC Handelsblad, april , ‘Nee verzwakt positie Ne-derland; Premier roept voorstanders Grondwet op kleur te be-kennen’.

Trouw, mei , ‘Van Aartsen wil meer referenda zoalsover ’.

De Volkskrant, mei , ‘Bos: bij ‘nee’ mogelijk nieuw re-ferendum’.

De Telegraaf, mei , ‘Rouvoet: Aanval op neestemmersbizar’.

NRC Handelsblad, februari , ‘ aanvaardt uitslagreferendum -Grondwet’

Het Parool, mei , ‘Ook Wouter Bos stemt voor’. De schaal loopt van - alleen maar standpunten waar de

Page 233: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

voorstanders het mee oneens waren tot + alleen maar stand-punten waar de voorstanders het mee eens waren.

In de figuur is bijvoorbeeld niet opgenomen hoe de tegen-standers dachten over de , omdat daarvoor relatief weinigaandacht was. Ook zijn actoren niet opgenomen die elk voorzich weinig aandacht kregen, bijvoorbeeld de landen die toezouden willen treden tot de , experts, min of meer neutraleactoren. Bij elkaar kregen deze actoren natuurlijk wel veel aan-dacht.

NRC Handelsblad, april , ‘geen oorlog na afwijzen-Grondwet’.

NRC Handelsblad, juni , ‘Ruzies ministeries stoordenja-campagne’, ‘Als we het nou maar beter uitleggen’, Giebels,R. en anderen.

Dagblad van het Noorden, mei , ‘ schrapt holo-caust-spotje’.

De Gelderlander, maart . (Pfetsch ). (Semetko, Banducci, en de Vreese ; de Vreese ). (Patterson ). (Cappella en Jamieson ). Zie onder meer hoofdstuk in de daarin opgenomen ver-wijzingen.

Het Parool, januari , ‘Maar Maurice de Hond komtop tegen procent’.

(Zaller ).

Verwachtingen, voorspellingen en trends

Dit onderzoek is uitgevoerd door Panel Services Bene-lux bv, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en wordt uitvoeriger geïntrodu-ceerd in het volgende hoofdstuk. In het deel van het onder-zoek dat vóór het referendum plaatsvond, zijn in vijf opeen-

Page 234: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

volgende perioden van twee weken aan het begin tot twee da-gen aan het eind, vijf onafhankelijke steekproeven benaderduit een groter panelbestand. Deze vijf steekproeven tellen tus-sen de en respondenten, elk in totaal responden-ten. Op sommige plaatsen in dit hoofdstuk verwijzen wij naarhet verloop van de publieke opinie gedurende de laatste fasevan de campagne op basis van ontwikkelingen gedurende detijd in deze vijf deelsteekproeven.

Eurobarometer , veldwerk oktober-november , eind-verslag mei .

De informatie over de verschillende peilingen is afkomstigvan verschillende websites. Maurice de Hond meldt al zijn re-sultaten op www.peil.nl. -, dat het onderzoek uit-voerde in samenwerking met , gebruikt www.tns-nipo.nlom deze resultaten toegankelijk te maken. Interview-Nssmeldt de resultaten van de politieke barometer op www.poli-tiekebarometer.nl. De onderzoeken van het ministerie vanBuitenlandse Zaken en de Rijksvoorlichtingsdienst, die doorMarketResponse Nederland en The SmartAgent Companywerden uitgevoerd, zijn op juli toegestuurd aan deTweede Kamer. Deze onderzoeken zijn ook te vinden viawww.bz.nl. De onderzoeken tot begin mei zijn zeer uitvoerig.De onderzoeken van MarketResponse tijdens de campag-ne zijn veel kleiner en werden frequenter gehouden dan éénkeer per week. In de figuur zijn deze peilingen (Marketrespon-se kort) samengevat tot wekelijkse peilingen.

In figuur is de laatste onderzoeksdag, zoals gemeld doorhet bureau, als peildatum gebruikt.

In de media komt het resultaat van een peiling meestal al-leen in de vorm van een percentage, een zogenaamde ‘punt-schatting’ terug. Een dergelijk percentage is echter niet meerdan het middenpunt van een interval tussen twee percentages,waartussen het gezochte getal zich met een bepaalde betrouw-baarheid bevindt, de ‘intervalschatting’. Bij een statistisch cor-rect getrokken steekproef van respondenten die allemaal

Page 235: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

aan het onderzoek meedoen, is dit interval circa procentbreed als de echte uitkomst rond de procent ligt. Bij re-spondenten ishet interval bijnaprocent. Indepraktijk tredencomplicaties op als survey nonresponse en item nonresponse, encorrecties hiervoor, die de schattingen nog ongewisser maken.

Het effect van de precieze vraagformulering op de antwoor-den die worden verkregen is vaak onderzocht. Enkele treffen-de voorbeelden worden gerapporteerd in (Saris ).

De Volkskrant, mei , ‘aantal voorstanders Europesegrondwet neemt snel toe’.

Deze gegevens zijn gebaseerd op degenen die voor de ver-kiezingen zijn ondervraagd. De gegevens zijn gewogen metbehulp van de voor-referendumweegfactor, zie verder hoofd-stuk .

De Volkskrant, april . NRC Handelsblad, april . De Volkskrant, april en NRC Handelsblad, mei

. Het relatief grote aantal late beslissers wordt ook benadruktin de enquête die direct na het referendum door de EuropeseCommissie in Nederland is gehouden, de Flash Eurobarome-ter . Volgens dit onderzoek besloot ongeveer een derde deelvan de Nederlandse kiezers pas in de laatste dagen voor juniwat ze zouden gaan stemmen – veel meer dan enkele dageneerder in Frankrijk het geval was geweest. Zie:http://europa.eu.int/comm/public–opinion/flash/fl–en.

pdf, geraadpleegd op juli . Ook dit resultaat wordt ondersteund door de bevindingenin Flash Eurobarometer ; zie de vorige noot.

De Volkskrant, april . Ook het onderzoek van MarketResponse in opdrachtvan de Rijksvoorlichtingsdienst en buitenlandse Zaken komttot deze conclusie (Extra peiling Europese grondwet, project, mei ): ‘Er is nauwelijks sprake van een veranderingin stemintentie en stemvoorkeur naar aanleiding van hetFranse “nee”’.

Page 236: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Op weg naar juni

NRC Handelsblad, juni , ‘Partijen: stemming grootsucces’.

NRC Handelsblad, april , ‘Referendum -Grondwetis onzinnig; Een genuanceerde discussie is onmogelijk geziende complexiteit van het onderwerp’, Frank Zuijdam.

Laurens-Jan Brinkhorst, D, minister van EconomischeZaken, geciteerd in: Hester Jansen en Jan van Etten, ‘MinisterBrinkhorst vóór Grondwet maar tégen referendum’, Forum,opinieblad van -, mei .

NRC Handelsblad, mei , Josep Borrell, voorzitter vanhet Europees Parlement, geciteerd in: ‘Borrell: Nederlandersbang voor het onbekende; Voorzitter -parlement vindt datuitleg Europese grondwet te laat is begonnen’.

(Thomassen : -). Het onderzoek is uitgevoerd door GfK Panel Services Bene-lux bv, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Za-ken en Koninkrijksrelaties. Hoewel het ministerie de formeleopdrachtgever was, is zijn betrokkenheid niet gemeld aan debenaderde personen. Het onderzoek is uitgevoerd in nauwesamenwerking tussen GfK, de redacteuren van dit boek, en.Een derde deel van de steekproef is telefonisch ondervraagd

door middel van Computer Assisted Telephone Interviewing –CAWI, en twee derde deel heeft de vragen via internet beant-woord Computer Assisted Web Interviewing – CAWI. Als steek-proefkader is een bestaand panel van circa huishoudensgekozen. De respons van de voormeting binnen dit panel was procent voor de CATI- en procent voor de CAWI-respon-denten; het totale responspercentage van de voormeting was procent. In de voormeting zijn netto respondentenondervraagd, verdeeld over vijf deelsteekproeven van respec-tievelijk , , , en respondenten. De nametinghad ten opzichte van de voormeting een respons van pro-

Page 237: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

cent : %; : %, ofwel respondenten. Alle indit hoofdstuk gepresenteerde gegevens zijn gebaseerd op ge-wogen gegevens naar demografische kenmerken van de doel-populatie. In het volgende hoofdstuk zijn ook het kiesgedragbij het referendum (opkomst en keuze) bij de weging betrok-ken. Een uitgebreide onderzoeksverantwoording is bij de re-dactie van dit boek aan te vragen.

Het stellen van kennisvragen door middel van brengthet risico met zich mee dat de antwoorden worden ‘opge-zocht’. We hebben daarvoor geen aanwijzingen gevonden: er isgeen systematisch verschil tussen de percentages correcte ant-woorden van web-based n = en van telefonische inter-views n = .

De Volkskrant, juni , De Noorse journaliste Berti Ret-zer, geciteerd in ‘Iedereen kon nonsens uitkramen’; ‘Nederlandheeft van de een monster gemaakt’.

Zie ook het hoofdstuk van Jan Kleinnijenhuis, Janet Takensen Wouter van Atteveldt in dit boek.

Bijvoorbeeld het Netwerk/Motivaction onderzoek ‘Maat-schappelijke Barometer en Europa’, gepubliceerd op juni, waarin procent van de respondenten vindt dat Neder-land, na het referendum, moet aandringen op verlaging vanzijn financiële bijdrage aan de , terwijl procent van me-ning is dat de onderhandelingen met Turkije moeten wordenstopgezet. Zie: www.netwerk.tv.

Opkomst en uitslag

Algemeen Dagblad, en mei , Wouter Bos stelde datals het kabinet en de Tweede Kamer over een jaar ondanks een‘nee’ van de kiezer vóór de Europese grondwet willen stem-men, zij dat alleen kunnen doen door de Grondwet opnieuwaan de kiezer voor te leggen. De opmerking werd door zowelvoor- als tegenstanders weggehoond.

Page 238: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Dit is het percentage van de geldig uitgebrachte stemmen.Tegen de Europese grondwet stemden .. kiezers; vóórde Europese grondwet stemden .. kiezers. Van de.. kiesgerechtigden stemden er bovendien . blan-co of ongeldig.

Algemeen Dagblad, juni . Handelingen Tweede Kamer, juni . Overigens wistRouvoet vervolgens wel degelijk aan te geven waar de nee-stem vandaan kwam.

Voor een beschrijving van het enquêteonderzoek, ziehoofdstuk en vooral noot .

Zie http://www.verkiezingsuitslagen.nl/verkiezingsuitslagen.aspx, geraadpleegd op juli .

We hebben kiezers zowel voor als na het referendum ge-vraagd naar de gevolgen voor de welvaart en voor de socialezekerheid indien de Europese eenwording doorgaat. In dezeanalyse gebruiken we de antwoorden van vóór het referendumter verklaring van het stemgedrag dat na het referendum is ge-rapporteerd.

Deze stellingen zijn ontleend aan de Referendumwijzer diedoor het Instituut voor Publiek en Politiek is ontwikkeld, endie tot en met juni meer dan . keer is geraadpleegd.Zie www.referendumwijzer.nl.

Het percentage nee-stemmers loopt ononderbroken af van procent wanneer men het met geen van de zes elementeneens is, tot procent wanneer men het met alle zes de stellin-gen eens is.

De vraag naar het stemgedrag in is gesteld vóór het re-ferendum.

Referendum en democratische besluitvorming

Onder andere NRC Handelsblad, juni , ‘De opstandder burgers duurt voort’, Paul Scheffer.

Page 239: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

NRC Handelsblad, mei , ‘Het sentiment is hetzelfdeals in ’, Tjeenk Willink over Grondwet en campagne; NRCHandelsblad, mei , ‘Fortuyn-malaise in Nederland’.

Zie bijvoorbeeld (Setälä ). Zie ook het hoofdstuk vanElzinga in deze bundel.

(Van der Eijk ). (Reif ). (Van der Eijk ). (Evans ). (Netjes ). De nu volgende passage is gebaseerd op correlatieanalysesvan de Nationale Kiezersonderzoeken van en . Indeze onderzoeken zijn de respondenten, net als in voorgaandeNationale Kiezersonderzoeken, politieke issues voorgelegd,met de vraag zichzelf op deze issues te plaatsen. De voorgeleg-de schalen waren: Asielzoekers: (Meer asielzoekers toelaten)– (Zo veel mogelijk asielzoekers terugsturen); Criminaliteit: (Regering treedt te hard op tegen criminaliteit) – (regeringmoet harder optreden tegen criminaliteit); Kerncentrales: (Meer kerncentrales) – (Geen kerncentrales); Etnische min-derheden: (Mogen gewoonten van eigen cultuur behouden)– (Moeten zich volledig aanpassen aan Nederlandse cul-tuur); Euthanasie: (Euthanasie verbieden) – (Euthanasietoestaan); Europese integratie: (Eenwording moet verder-gaan) – (Eenwording is al te ver gegaan); Inkomensverschil-len: (Verschillen moeten groter worden) – (Verschillenmoeten kleiner worden); en ten slotte links-rechts: (links) – (rechts). Voor de volledige vraagformuleringen en overigedocumentatie (Irwin en anderen ).

‘Minorities rule’ – zie (Dahl ; Daudt ). Deze weergave is gebaseerd op (Rae ). (Rae ). (Rae ). Dit is niet altijd en voor iedereen vanzelfsprekend. Tien tot twintig jaar geleden waren sommige auteurs bijzonder op-

Page 240: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

timistisch over de mogelijkheden om via moderne telecom-municatiemiddelen ‘de’ bevolking te betrekken bij politiekeprocessen, onder meer door televoting en door frequentevolksraadplegingen. Al in heeft Dahl een aantal kritischekanttekeningen bij dit optimisme geplaatst, onder meer dat(ook) het gebruik van alom beschikbare informatiebronnenongelijk is verdeeld over de bevolking (Dahl ). Ook Alva-rez en Hall zijn in hun boek over stemmen via internet zeerkritisch tegenover het gebruik van moderne technologie voordoeleinden van directe democratie. Zij constateren onder an-dere dat referenda (in dit geval: volksinitiatieven) in een staatals Californië op allesbehalve democratische wijze totstand-komen: ‘Today, the initiative process is anything but democra-tic. Getting initiatives on the ballot and passed is no longer apopulist effort; instead, it has become a vast political industry,run by professionals. [...] The initiative has become a powerfultool in the world of modern campaigns, and special interestsnow dominate the initiative process.’ Bovendien is de deelna-me aan referenda in Californië zeer selectief: blanke, rijkere enoudere Amerikanen stemmen veel vaker dan anderen (Alvarez: -).

(Andeweg ). (Lucardi ).

Page 241: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Literatuur

Altheuland. . ‘The eu Constitution in a Contextual Perspec-tive’. serie Jean Monnet Working Papers.

Alvarez, R. Michael en Thad E. Hall. . Point, Click, and vote.The future of internet voting.Washington D.C.: Brookings In-stitution Press.

Andeweg, R.B. . ‘Institutional conservatism in the Nether-lands: proposals for and resistance to change’. West EuropeanPolitics :-.

Barents, R. . Een Grondwet voor Europa: achtergronden encommentaar. Deventer: Kluwer.

Besselink, L.F.M. et.al. . Grondwet voor Europa: Wettekst envergelijking met de geldende basisverdragen. Den Haag: Sdu.

Binnema, H. . ‘Het Euro-optimisme van GroenLinks’, deHellingno :-.

Borman, T.C. . ‘De Tijdelijke referendumwet’. Ars Aequi():-.

Bos, A., J. van Merriënboer en J. Pekelder. . ‘Het parlement’.Pp. - in Parlementaire geschiedenis van Nederland na .Deel : Het kabinet-Drees -. Barsten in de brede ba-sis, C. Baalen en J. Ramakers (red.). Den Haag: Sdu-uitgevers.

Brouwer, J.W.L. . ‘Buitenlandse zaken: een eenzaam “Atlanti-cus” tussen “Europeanen”’. Pp. - in Parlementaire ge-schiedenis van Nederland na . Deel : Het kabinet-Drees

-. In de schaduw van de Koreacrisis, J. J. M. Ramakers(red.). Nijmegen.

Page 242: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Brouwer, Jan Willem en Peter van der Heiden. . Parlementai-re geschiedenis van Nederland na . Deel : Het kabinet-Drees en het kabinet-Beel -. Het einde van derooms-rode coalitie. Den Haag: Sdu-uitgevers.

Burkens, M.C., S.W. Couwenberg, H. Franken en L.J. Brinkhorst.. ‘Staatsrechtelijke vernieuwingen, commentaren op hetrapport van de commissie-Deetman’. Publicaties van deStaatsrechtkring, dl., Zwolle.

Cappella, J.N. en K.H. Jamieson. . Spiral of Cynicism: ThePress and The Public Good. New York and Oxford: Exford Uni-versity Press.

Chryssochou, D. . ‘Eurogovernance: Theories and Ap -proaches to the ’. in Public Policy in the New Europe, F. Carrand A. Massey (red.). Cheltenham.

Cremona, M. . ‘The Draft Constitutional Treaty: ExternalRelations and External Action’. Common Market Law Re-view:-.

Curtin, D.M. . ‘The Constitutional Structure of the Union: AEurope of Bits and Pieces’. Common Market Law Review:-.

Dahl, Robert A. . A preface to democratic theory. Chicago:University of Chicago Press.

Dahl, Robert A. . Democracy and Its Critics. New Haven: YaleUniversity Press.

Daudt, Hans. . ‘De politieke toekomst van de verzorgings-staat’. Beleid en Maatschappij :-.

De Witte, B. (Ed.). . The Reflections on the ConstitutionalTrea ty for Europe. Florence: European University Institute.

Dehousse, F. en W. Coussens. . ‘The Convention’s draft Con-stitutional Treaty: old wine in a new bottle?’ Studia Diplomati-ca (-):-.

Dik, Jan Bron. . ‘Christen-democraten en Europa. Een on-derzoek naar de houding van de , de en de tenaanzien van de Europese samenwerking en eenwording -

Page 243: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

’. Doctoraalscriptie, Rijksuniversiteit Groningen, Gronin-gen.

Dik, Jan Bron en Sybren Singelsma. . ‘, , D’, PvdAen en de Europese samenwerking en eenwording, -’. Nieuw Europa :-.

Eekelen van, W.F. e.a. . ‘Het Europees constitutioneel ver-drag getoetst op transparantie, democratie en doelmatigheid’.Teldersstichting, Den Haag.

Eijk, Cees van der en Mark Franklin. . ‘Potential for Conte-station on European Matters at National Elections in Europe’.Pp. - in European Integration and Political Conflict, G.Marks and M. R. (Steenbergen (red.). Cambridge: CambridgeUniversity Press.

Eijk, Cees van der, Mark Franklin et al. . Choosing Europe?The European Electorate and National Politics in the Face of teUnion. Ann Arbor: University of Michigan Press.

Elgström, O. et al. . ‘Coalitions in European Union Negotia-tions’. Scandinavian Political Studies:-.

Elzinga, D.J., H.G. Hoogers, J. Koopman en B. Thomas. . Hetlokale referendum; een handleiding voor de praktijk. Alphen aande Rijn: Samsom H.D. Tjeenk Willink.

Evans, Geoffrey. . ‘Europe: A New Electoral Cleavage?’ Pp.- in Critical Elections: British parties and voters in long-term perpective, G. Evans and P. Norris (redactie). London:Sage.

Fortuyn, W.S.P. . Beklemmend Nederland. Utrecht: Bruna.Fortuyn, W.S.P. . Zielloos Europa. Tegen een Europa van tech-nocraten, bureaucratie, subsidies en onvermijdelijke fraude.Utrecht: Bruna.

Gilhuis, P.C. . Het referendum: een rechtsvergelijkende studie.Alphen aan den Rijn: Samsom.

Page 244: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Haas, E.B. . The Uniting of Europe: Political, Social and Econo-mic Forces -. Stanford: Stanford University Press.

Harmsen, R. . ‘Euroscepticism in the Netherlands: Stirringsof Dissent’. European Studies :-.

Hartley, T.C. . ‘The Constitutional Foundations of the Euro-pean Union’. The Law Quarterly Review:.

Hermans, Jules. z.j. ‘Europese integratie: nationaal of suprana-tionaal’. Pp. - in Leidraad bij de geschiedenis van de Europe-se integratie, J. Hermans e.a. (red.) Alkmaar: Europees Plat-form voor het Nederlandse Onderwijs.

Heyting, R. . Tussen Nationalisme en Internationalisme. DeBritse en de Nederlandse sociaal-democratie, de nationale staaten de Europese integratie. Deventer: Kluwer.

Holmberg, S. . ‘Wishful thinking among European Parlia-mentarians’. Pp. - in Political Representation and Legiti-macy in the European Union, H. Schmitt and J. J. A. Thomassen(redactie). Oxford: Oxford University Press.

Irwin, G.A., J.J.M. van Holsteyn, en J.M. de Ridder. . DutchParliamentary Election Study -. Amsterdam: Rozen-berg Publishers.

Karp, J.A., S.A. Banducci, en S. Bowler. . ‘To Know it Is toLove it? Satisfaction with Democracy in the European Union’.Comparative Political Studies :-.

Klabbers, J. en P. Leine. . ‘Death by Constitution? The DraftTreaty Establishing a Constitution for Europe’. German LawJournal:-.

Kleinnijenhuis, J., J.A. Ridder de, en E.M. Rietberg. . ‘Reaso-ning in economic discourse: an application of the network ap-proach to the Dutch press’. Pp. - in Text Analysis for theSocial Sciences: Methods for Drawing Statistical Inferences fromText and Transcripts, C. W. Roberts (redactie). New York: Erl-baum.

Kokott, J. en A. Rüth. . ‘The European Convention and its

Page 245: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

draft treaty establishing a Constitrution for Europe: appro -priate answers to the Laeken questions?’ Common Market LawReview ():-.

Kolk, van der, H. . ‘The Netherlands’. Pp. - in The

Elections to the European Parliament, J. Lodge (redactie). NewYork.

List, van der, G.A. . De macht van het idee. De en het Ne-derlandse buitenlands beleid -. Leiden: Press,Rijksuniversiteit Leiden.

Lucardie, A.P.M. . ‘Vox populi, vox diaboli? Het debat overhet referendum in de Nederlandse politieke partijen’. Pp. - in Jaarboek , G. Voerman (redactie). Groningen:Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen.

Lucardie, Paul en Gerrit Voerman. . ‘Liberaal patriot of na-tionaal populist? Het gedachtegoed van Pim Fortuyn’. Socialis-me & democratie ():-.

Miccù, R. en I. Pernice (Eds.). . The European Constitution inthe Making. Baden-Baden: Nomos.

Middelkoop van, Eimert en anderen. . Een gemiste kans voorEuropa. Amersfoort: Mr. G. Groen van Prinsterer Stichting,Wetenschappelijk Instituut ChristenUnie.

Netjes, Catherina E. . ‘Sleeping Giant Or Much Ado AboutNothing? Examining the role of attitudes towards Europeanintegration on national vote choice in Denmark’, in The Euro-pean construction through the prism of the June EuropeanParliamentary Elections. Strasbourg.

Patterson, T.E. . Out Of Order. New York: Knopf.Pernice, I. . ‘European v. National Constitutions’. EuropeanConstitutional Law Review:-.

Pernice, I. en M. Poiares (Eds.). . A Constitution for the Euro-pean Union: first comments on the draft of the European Conven-tion. Baden-Baden: Nomos.

Page 246: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Petrocik, J.R., W.L. Benoit, en G.J. Hansen. . ‘Issue Owner -ship and Presidential Campaigning, -’. Political ScienceQuarterly :-.

Pfetsch, B. . ‘Media Opinion in European Public Debate: AnEmpirical Study of Newspapers Editorials in Seven Countries’.International Communication Association. New York.

Praag, Ph. van. . Een stem verder; het referendum in de lokalepolitiek. Amsterdam: Het Spinhuis.

Rae, Douglas W. en Hans Daudt. . ‘The Ostrogorski Paradox:A peculiarity of compound majority decision’. EuropeanJournal of Political Research :-.

Reif, Karlheinz en Hermann Schmitt. . ‘Nine Second-orderNational Elections: A Conceptual Framework for the Analysisof European Elections Results’. European Journal of PoliticalResearch :-.

Roberts, M., W. Wanta, en T.-H. Dzwo. . ‘Agenda setting andissue salience online’. Communication Research :-.

Saris, Willem. E. . ‘The public opinion about the can easi-ly be swayed in different directions’. Acta Politica :-.

Scheuer, A. . ‘A political Community?’ Political Representa-tion and Legitimacy in the European Union, H. Schmitt and J. J.A. Thomassen (redactie). Oxford: Oxford University Press.

Schmitt, H. en J.J.A. Thomassen. . Political Representationand Legitimacy in the European Union. Oxford: Oxford Univer-sity Press.

Schwarze, J. . ‘The Convention’s Draft Treaty establishing aConstitution for Europe’. Common Market Law Review

():- .Semetko, H. A., S. Banducci, en C. H. Vreese de, . ‘PoliticalCampaigning in the New Europe: Issues and Personalities inthe -Country European Parliamentary Election Cam-paign’, in International Communication Association. New York.

Setälä, Maija-Leena. . Referendums and Democratic Govern -

Page 247: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

ment: Normative theory and the analysis of institutions. Ba-singstoke: Macmillan.

Singelsma, Sybren. . ‘Socialisten, liberalen en Europa. Eenonderzoek naar de houding van de PvdA en de ten aan-zien van de Europese samenwerking en eenwording -’.Doctoraalscriptie, Rijksuniversiteit Groningen, Groningen.

. a. ‘ redenen om na te denken voordat u zegt’. Tribu-ne: nieuwsblad van de ():.

. b. ‘Nee tegen deze Europese grondwet’. Tribune: nieuws-blad van de ():-.

Spruyt, B.J. e.a. . ‘Samen zwak: pleidooien tegen de Europesegrondwet’. Edmund Burke Stichting, Den Haag.

Staatscommissie-Biesheuvel. . ‘Relatie kiezers-beleidsvor-ming: kabinetsformatie, referendum en volksinitiatief, benoe-ming burgemeester en commissaris van de Koningin. Rapportvan de Staatscommissie van Advies inzake de Relatie Kiezers-Beleidsvorming’. Staatscommissie van advies inzake de relatiekiezers-beleidsvorming, ’s-Gravenhage.

Staatscommissie-Biesheuvel. . ‘Relatie kiezers-beleidsvor-ming: referendum en volks initiatief. Eindrapport van de Staats-commissie van Advies inzake de Relatie Kiezers-Beleidsvor-ming’. Staatscommissie van advies inzake de relatie kiezers-be-leidsvorming, ’s-Gravenhage.

Taggart, P. . ‘A touchstone of dissent: euroscepticism in con-temporary Western European party systems’. European journalof political research ():-.

Thomassen, J.J.A. . ‘Democratie, problemen en spannings-velden’. Pp. - in Hedendaagse democratie, J. J. A. Thomassen(red.). Alphen aan den Rijn: Samsom.

Voerman, G. . ‘Les élections européennes aux Pays-Bas’. Pp.- in Parlement puissant, électeurs absents? Les élections eu-ropéennes de juin , P. Delwit en P. Poirier (red.). Brussel.

Vreese de, C.H. , ‘Communicating Europe’, Retrieved

(http://fpc.org.uk/fsblob..pdf).

Page 248: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Wagenaar, Marja. . Het einde van de buitenspelcultuur: eendemocratisch antwoord op het populisme. Amsterdam: BertBakker.

Werner, W. en R.A. Wessel. . Internationaal en Europees recht:Een verkenning van grondslagen en kenmerken. Groningen: Eu-ropa Law Publishing.

Zaller, J.R. . The nature and origins of Public Opinion. Cam-bridge: Cambridge University Press.

Page 249: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Over de auteurs

Kees Aarts is als hoogleraar politicologie verbonden aan deUniversiteit Twente.

Wouter H. van Atteveldt MSc is als assistent-in-opleiding bin-nen het interfacultaire onderzoeksproject Business Infor-mation Systems verbonden aan de Vrije Universiteit teAmsterdam.

Douwe Jan Elzinga is als hoogleraar staatsrecht verbonden aande Rijksuniversiteit Groningen.

Jan Kleinnijenhuis als hoogleraar communicatiewetenschap,verbonden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Henk van der Kolk is als universitair docent verbonden aan deUniversiteit Twente.

Paul Lucardie is werkzaam bij het Documentatiecentrum Ne-derlandse Politieke Partijen van de Rijksuniversiteit Gronin-gen.

Janet Takens is als doctoraalstudent politicologie en als docto-raalstudent beleid, communicatie en organisatie, verbondenaan de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Page 250: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen

Jacques Thomassen is als universiteitshoogleraar politicologieverbonden aan de Universiteit Twente.

Gerrit Voerman is hoofd van het Documentatiecentrum Ne-derlandse Politieke Partijen van de Rijksuniversiteit Gronin-gen.

Ramses A. Wessel is als hoogleraar recht van de Europese Unieen andere internationale organisaties verbonden aan hetCentre for European Studies van de Universiteit Twente.

Page 251: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen
Page 252: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen
Page 253: Universiteit Twente (UT) | Enschede | High Tech …Europa waren uitgevochten en de overheersing, tot , van een groot deel van Europa door de Sovjet-Unie waren belang- rijke redenen