uiteraard zag ik op straat vaak een van die wezens en het ... · met mijn moeder en tante die geen...
Transcript of uiteraard zag ik op straat vaak een van die wezens en het ... · met mijn moeder en tante die geen...
Ik wist weinig over de gewoonten van het zwakke geslacht. Ik ging enkel om
met mijn moeder en tante die geen vrouwen waren, maar een moeder en een tante.
uiteraard zag ik op straat vaak een van die wezens en het viel me vooral op dat ze wiegend met hun achterste wandelden, wat me enigszins ongerust
maakte.
mijn moeder had ook een vriendin met een volgeplamuurd gezicht als een rauwe sardine. met geverfde lippen
en kolenstof op de oogleden.
Pfff… ze ruikt sterker dan bij de
kapper.
het is haar schuld niet dat het uit de hand
liep…
het uit de hand lopen kwam door niets anders dan haar manie om zich te beschilderen om de mensen op het verkeerde been
te zetten over haar schoonheid. dat leek me niet echt eerlijk.
Ik had intussen een zekere ervaring met meisjes opgebouwd door het dagelijks gadeslaan van mijn zusje, mijn nogal afstandelijke ontmoetingen met een
lieve nicht en clémentine, een meisje met wie ik elke donderdag samenspeel.
5
mijn zusje was een plezierig personage, maar ze nam volgens mij meer plaats in
dan haar geringe omvang verdiende.
ze deed alsof ze bij onze spelletjes betrokken was, maar ze barstte in tranen
uit als we haar opsloten in een kast tussen de kleren en de mottenballen
om verstoppertje te spelen.
verdorie! we hebben de sleutel verloren!
maak je niet ongerust, de sloten
maker komt je morgen bevrijden!
meisjes zijn kwetsbare wezens. je mag hen niet
onder druk zetten! en ze zijn veel zenuwachtiger dan jongens. een woedeuitbarsting kan hen
ziek maken!
mijn nicht was heel lief, maar best heftig. ze praatte enkel om te antwoorden, en als we aan haar haren trokken zelfs al was het om te lachen huilde ze zonder geluid te maken.
op een dag vond ik haar in de kamer van mijn moeder. ze was zo druk bezig dat ze me niet zag.
Ik sloot de deur weer zonder een gerucht te maken. Ik was
ervan overtuigd dat ik haar betrapte tijdens een hersenstoornis en dat het beter was dat ik het tegen niemand zou vertellen.
bwééé!bwééé!
6
Clémentine was elf jaar toen ik negen was. ze was mijn donderdagvriendin,
en soms ook zondag.
met haar blauwe ogen had ze een opmerkelijke blik, verwarrend zelfs, want haar ogen keken niet tegelijk in dezelfde
richting. en ik bewonderde haar rechte neusje.
Ik zeg je dat ze in haar kindertijd in
de volle zon in slaap is gevallen in de schaduw
van een vergiet.ah kom,
mangiapan, is dat een grapje?!
dat leek me maar een half weten schappelijke verklaring voor haar
sproetjes...
dat zei mijn moeder me over
een buurvrouw met evenveel vlekken die mijn vader "het hof
maakte".
het... hof maken?
7
haar vader was verzorger in de dierentuin en we kwamen hem soms bewonderen terwijl
hij zijn heldhaftige beroep uitoefende.
op een dag gaf ik haar een blijk van vriendschap...
je zou mooie ogen hebben, mochten ze gelijk zijn!
het was een compliment... en ik vind het bovendien voordeliger dat je meer
kan zien met jouw ogen.
8
haar moeder was de schoolconciërge. ze woonden dicht bij de toegangspoort in een slecht verlichte, maar voldoende grote kamer waar de geur van
heerlijke stoofpotjes altijd rondwasemde.
Clémentine veegde soms het speelplein met een bezem van samengebonden heide.
marcel heeft gewonnen!
Clémentine was heel handig, maar ze speelde schaamteloos vals en ze weigerde altijd toe te geven dat ze verloren had.
op de koop toe loog ze onophoudelijk, zomaar, voor het plezier! meneer de
directeur is zwaar ziek en enkele dokters staan rond zijn bed.
en vijf minuten later, terwijl ik triestig dacht aan de nakende, grootse
begrafenis van die machtige baas...
en een andere keer...
een beeldschone senegalese sergeant kwam mijn moeder om
mijn hand vragen, want in zijn land trouwen
meisjes al op hun twaalfde!...
natuurlijk heeft mijn moeder dat geweigerd!
want in afrika is het heel warm,
en bovendien moeten vrouwen
daar alles dragen.
Ik ben verloofd met
een amerikaanse prins... maar het is me verboden jullie zijn naam
te zeggen.
en op nog een andere
keer...Marcel! Marcel!!!
een enorme man met een... met een zwarte baard! hij achter
volgde me op straat!
Ik... Ik heb uit alle macht gerend... als hij me had ingehaald, weet ik niet wat hij met me gedaan zou hebben!
hij wou haar vast laten dansen in een circus, of haar misschien dwingen manden te verkopen in een vreemd land, zoals toulon of avignon.
hij is nog een kind!
hij begrijpt het niet!
9
toen ze bijna twaalf jaar was, werd ze nog eigenaardiger. ze begon me
mysterieuze dingen toe te vertrouwen.
Ik heb een vriend die vaak met me komt
spelen. hij is lief en hij is heel mooi. Ik vind 'm
alleen dom.
hoezo?
Ik weet best dat hij me graag ziet, maar hij is
bang om me dat te zeggen, en hij durft me niet
te kussen.
en vind jij 'm leuk?
oh ja!
hoe heet hij?
en waar ga je met hem
spelen?
hier, op school.
marcel, zoals jij... en hij heeft zelfs twee
kastanjebruine ogen, zoals jij. soms probeer ik het hem duidelijk te maken, maar
het lukt niet.
Ik was zo kwaad dat ze haar hart heeft gegeven
aan die jongen die het lef heeft op mij te lijken en
ook nog mijn naam te dragen.
wat een leugenaarster ben jij! als hij hier kwam,
zou ik hem wel gezien hebben! je vindt dat allemaal uit
omdat je denkt dat het me jaloers maakt... maar ik kan je zeggen dat het voor mij niets uitmaakt en zelfs dat
het me totaal niet kan schelen!
hij is dom! hij is zo dohom!!!
ze holde weg, maar enkele dagen later...
Ik moet je iets zeggen dat echt
belangrijk is.
wat dan? waar
moet ik op letten?
wel, dit... nu kan ik nog met jou verder spelen, maar je moet goed
opletten!
10
dat je me niet op de borst slaat, ook al is
het zacht. dat zou heel gevaarlijk kunnen zijn!... en je mag me niet meer aanraken, want nu heb
ik... borsten.
en dan?
mijn god, hij is zo dom!
kijk!
mijn moeder zei dat ik weldra
een korset moet dragen!
Ik voelde een zeker ongemak, en tegelijk een nog grotere verbazing omdat ze trots leek
op die handicap.
Ik was zo blij!
je wil ze wellicht aanraken, hé? maar ik geef je mee dat dit niet zal gebeuren. het is verboden.
vanaf die dag begon ze zich te kleden als een dame en trok ze zoveel rare gezichten en grimassen dat ik haar niet meer herkende.
en enkele weken later ging haar vader haar elke avond zoeken, want als ze buiten de school uitging, ging ze spelen
met de straatjongens in de buurt van Jarret*.
ze zei me op een dag: "en nu ga ik
uit!"
ze zou het te ver kunnen
drijven.
dat arme wicht wordt
ongetwijfeld een snol... Ik verbied je met haar te
praten!
gisteren brak de nicht van meneer besson haar arm toen ze uit een boom viel.
dat meisje is een echt manwijf!
dat verbod kon ik makkelijk respecteren, want ze interesseerde me niet meer en ze maakte me bang.
een manwijf! Ik begreep dat woord op mijn manier: meisjes waren niet meer dan een misstap van de natuur, het resultaat van een vergissing tijdens de schepping
van een jongen... daarom blozen ze zomaar, lachen ze om niets en wenen ze om nog minder...
* prostitutieplaats.
11
sptt!!...
krab
krab
hierom kunnen ze niet fluiten
of spuwen, vallen ze uit bomen,
vinden ze nutteloze leugens uit
en voeren ze in het geheim rare
bewegingen uit voor de spiegel...als volwaardige man bloos ik nooit, lach ik
niet zonder reden, en niemand kan zeggen
dat hij me zag wenen!
wat ben je sterk!
ze zijn "manwijven"!... ... be
halve mijn moeder.
wat het spuwen betreft, zeg ik zonder enige bescheidenheid
dat ik bijna mangiapan evenaar. op goede dagen kan hij tot wel vijf of zes meter ver speeksel
afvuren...
Intussen interesseert iedereen zich in meisjes, zonder dat ik
dat kan begrijpen. Ik moet wel toegeven dat ik hen leuk vind.
en ik ben nooit uit een boom
gevallen, zoals een kwetsbaar
"manwijf"!
In mijn overpeinzingen
kwam ik achter enkele redenen die hun bestaan rechtvaardigen. eerst en
vooral versterken hun gebreken onze kwaliteiten en kunnen we de omvang
daarvan meten...
en aan de andere kant geef ik ruiterlijk toe dat moeder
natuur hun uiterlijk goed heeft verzorgd, alsof ze haar mislukking wou verdoezelen.
ze zijn vaak heel aangenaam om naar te kijken...
maar alles bij elkaar kunnen ze in het dagelijks leven
enkel dienen als bewonderaarsters of als troost…
ze moeten dus gewan
trouwd worden!
In de vakantie ging ik
de kans krijgen hen beter
te leren kennen en zou ik
het kinderachtige gezicht
van de liefde ontdekken!
12
tapuiten, merels uit corsica, en vluchten met klauwen! ze bevinden zich op de flanken van de rode
heuvel, maar daar blijven ze niet lang... gauw erheen!
heb je onze valstrikken?
onze volledige uitrusting, plus twee dozijn die ik heb
geleend van baptistin, en zes netten die mond van flinters me gaf!!
de spanning hield ons tot valavond in de ban.
het jammere is dat ik morgenochtend niet met jou de valstrikken kan controleren... mijn vader kwam op het idee
om in de putten van fourneuf te gaan
wroeten!
maar al die valstrikken mag je niet tot morgenavond achterlaten, anders werken ze voor de vos, de ratten en de mieren...
nog afgezien van de mankepoot uit allauch.
Ik ga wel! niet te vroeg om de vogels niet te storen.
de rest van mijn tijm is tot stof
vergaan. kan je enkele verse pantjes voor me
halen, als er nog zijn.
Ik weet waar er nog is. Ik ga er na
het uitlezen van mijn hoofdstuk over een uur heen terwijl ik
langs de valstrikken ga.
lees het daarna maar uit. het is dringend, de stoofpot is voor
vanmiddag!
marcel! marcel! de vogels migreren!!!
13
ah, dit is wat ik zocht!
... en probeer ook venkel te vinden!
met mijn herdersmes sneed ik de zachtste scheuten langs de
grond af en al gauw was ik omringd door
een heerlijke geur van toverballen met anijs.
... Ik lijk wel een mier.
Ik heb nog tijd om één of twee trossen druiven te gappen bij de
oude niénis, zolang ze maar rijp
zijn...
terwijl ik verder stapte op het wandelpad, stopte ik plots, en mijn mond viel open: op een grote witte rots, in de schaduw van laaghangende pijnboomtakken, zat een vreemd wezen.
het was een meisje van mijn leeftijd, maar een die helemaal niet leek op de
meisjes die ik kende.
14
welke weg moet ik volgen naar bellons?
ben je verdwaald?
ja... maar dat is geen reden om me
te tutoyeren. Ik ben geen boerin.
wel? langs waar moet ik gaan?
Ik vond haar nogal pretentieus, en ik leidde
daaruit af dat ze rijk was!
Ik zag ook dat ze geen fee was, want ze droeg sandalen
zoals iedereen.
Ik wees naar de andere kant van de vallei, waar drie
wandelpaden samenliepen...
het is het rechter
pad.be
dankt.
Ik zag haar weggaan.
ah, deze zijn bijna
zwart!
de zaadjes zijn nog zuur!...
Ik vraag me af wie dat meisje was.
Ik had haar nog nooit in de streek
gezien
15
maakt u dat lawaai?
Ik roep u!
vond u de weg niet?
die is versperd door enorme spinnenwebben! er zijn er minstens vier of vijf, en de grootste spin wou
me bespringen!
dan gaat u gewoon rond die spinnenwebben. daar is de vallei groot
genoeg voor!
ja, maar... Ik zag in dat hoge gras een
enorm dier lopen. het was lang en
groen!
Ik begreep dat ze een zandhagedis had gezien tussen
de venkel...
als een jongen galant is, laat hij een juffrouw niet achter op een zo
gevaarlijke plek.
om ervan af te komen, laat ik u toe om me twee of drie keer te tutoyeren als u die spinnen komt
wegjagen.
de vernieling van die webben verplichtte me niet om een omweg te
maken...
vooruit dan!... maar daar hoef ik u niet voor te tutoyeren.
psst!psst!
16