Totaal slideshow

20
Nationale Poëzieweek 2017 – thema Humor Het Dichterscollectief Nuenen organiseert tijdens de Nationale Poëzieweek een gedichtenmiddag op donderdag 26 januari in het souterrain van Auberge Vincent. Dichters uit Nuenen, Eindhoven en Son zullen voorlezen uit eigen werk. Blok 1 1. Catharina Boer 2. Willem Berkers 3. Luuk den Hartog 4. Angela Polderman 5. Ruud van Neerven 6. Pauline Jansen 7. Pierre Maréchal Schilderijen: Marianne Schellekens Terpsichore Samenstelling powerpointshow: Marianne Schellekens Blok 2 1. Hans Marijnissen 2. Annemieke Soethout 3. Stan Mooij 4. Helma Michielsen 5. Fred Lambert 6. Ingo Adenauer x 7. Klaas de Graaff Blok 3 1. Catherine Witvliet 2. Joke van Overbruggen x 3. Jacob Bisschops 4. Willem Adelaar x 5. Anne Dijkstra 6. Theo Smit 7. Bernadette Winter- Houben

Transcript of Totaal slideshow

Page 1: Totaal slideshow

Nationale Poëzieweek 2017 – thema HumorHet Dichterscollectief Nuenen organiseert tijdens de Nationale Poëzieweek een gedichtenmiddag op donderdag 26 januari in het souterrain van Auberge Vincent. Dichters uit Nuenen, Eindhoven en Son zullen voorlezen uit eigen werk.

Blok 11. Catharina Boer2. Willem Berkers3. Luuk den Hartog

4. Angela Polderman5. Ruud van Neerven6. Pauline Jansen7. Pierre Maréchal

Schilderijen: Marianne Schellekens

Terpsichore

Samenstelling powerpointshow: Marianne Schellekens

Blok 21. Hans Marijnissen2. Annemieke Soethout 3. Stan Mooij

4. Helma Michielsen5. Fred Lambert6. Ingo Adenauer x7. Klaas de Graaff

Blok 31. Catherine Witvliet2. Joke van Overbruggen x3. Jacob Bisschops

4. Willem Adelaar x5. Anne Dijkstra6. Theo Smit7. Bernadette Winter-Houben

Page 2: Totaal slideshow

VOOROUDERS Zat ik eens bepaald in hen, huizen zij nuin mij. Schrijvend verblijven zij fierin mijn geheime kamers met kruidigegeuren uit hun rollen perkamentpapier. Ik zie hen met poederpruik of boerenpetachterstevoren of met schippersmutsboven vissersboten en te paard methun banier, liever nog met schildersbaret. Maar hun outfit is nu overbodig: hun gewrichtenknikken in mijn vingers, hun gebit knarst voor henmijn vreemde taal en in mijn armen hun ellebogen. De fronslijn die ons voorhoofd splijt,ligt bij ons gelijk. Vragen: wie ben jij, ben ik…blijven zo eeuwig hangen in mijn ogen. Catharina Boer

Marianne Schellekens

Page 3: Totaal slideshow

Verloren verhalen

Soms op verdwaalde dagenweet ik nog vaak onzeglazen verhalen met geheimenuit de haarvaten van onze harten zulke vurig naakte woordenwild flikkerend en vonkendin gloeiende zinnen als sintels in vlammen van vuur

door zure zeden en nauwer normenzijn ze in de tijd gedoofd enals bedorven dromen argeloosvermalen tot fijnstof, verwaaid,verloren in een achteloze nacht

en al wat men ooit nog eens van ons hoorde waren onze namen op de wind

Willem Berkers

Marianne Schellekens

Page 4: Totaal slideshow

ik heb je

ik heb je uit mijn hoofd geleerdtot in detail achter de kommaklaar voor elke overhoringop alle vragen voorbereid ik heb je in een formule

ik heb je op briefjes geschrevenop deuren ramen spiegelsik overhoorde je gezichtherhaalde je zo moet het lukkenwe waren uren samen

maar nu je hier bent zo dichtbijik heb je op de afstand van een armin de geur van je gouden haren stuur ik mijn beladen woordenschoorvoetend keer op keer op weg

onvoldoende cijferen je ogen

ik heb je niet genoeg gekenddit huiswerk komt nooit af

Luuk den HartogMarianne Schellekens

Page 5: Totaal slideshow

Eeuwigheid  Wanneer het licht moet wijkenvoor het donkerstaan wij even stilen kijken naar de schaduwen van gisterende morgen komtmet donker groetenhet verleden een schimweggevaagddoor de tijddie onherroepelijk verder tiktwijzend op het korte van dit levenmemento moriis een kreetwaaraan wij weinig ontlenenmen snelt maar voortmaar belandt tochonherroepelijkin de eeuwigheid Angela Polderman

Marianne Schellekens

Page 6: Totaal slideshow

Twee dikke vrienden, Job en JelleWaren gewoon elkaar vaak te bellenSoms belde Job dan Jelle opDan weer belde Jelle JobMaar meestal belde Job naar Jelle De vrouw van Jelle; zij heet BelleEn soms belt Job ook haar wel opEveneens belt Belle JobEn wil Jelle haar iets vertellenDan moet Jelle Belle bellen.

Ruud van Neerven

Marianne Schellekens

Page 7: Totaal slideshow

KOOPAVOND IN AMSTERDAM

tramrails ritsen straten

en pleinen open

mensen met rugzakken

mensen met mutsen

de kleur van kopen

in snelle stappen gevat

van meisjes met spillepoten

vrouwen met kleine tasjes

een goeroe

met een grijze baard

loopt wacht

bij een halte

alsof hij mediteert

bewaakt de beelden

van de Nachtwacht

op het Rembrandtplein

mannen in groepjes

brullen en brallen

de geur van bier en wiet

vermengt met zoete wafels

en kebab

goedkope seks

wil infiltreren

een gure wind blaast me

de aanlegsteiger op

de rondvaartboot glijdt

kunstig langs

wat lichtobjekten

en op de kade

herenhuizen

die schaamteloos

toeristenblikken lokken

met pracht en praal

gekrulde ornamenten

een rijke sterveling

achter een laptop

toont mij plots

een andere werkelijkheid

één Amsterdam

bestaat niet

al wat er rest is

een vergaarbak

van hectiek en gekkigheid

Annemieke Soethout

Marianne Schellekens

Page 8: Totaal slideshow

Zittend in mijn achtertuin –eindelijk zonnig weer-Plots steekt een wind opWelke nijdig met hoge snelheiddoor mijn boekbladert.

Slaat zo nu en dan enkelepagina’s terug –Alsof het verifiëren wil ofhet klopt-Om daarna razendsneldoor de bladzijden te lopenen vervoorts nóg eens te checken…

Ik verwacht zijn oordeel,zijn reactie over de moeizaamtot stand gekomen tekst.Echter, hij valt stil.Alsof mijn gedachten lezendraast hij nog eenkeer nijdig door de bladzijdenen zwijgt…Laat mij zijn antwoord gissen

Pierre Maréchal ©Marianne SchellekensMarianne Schellekens

Page 9: Totaal slideshow

Mogelijke ochtend Ik ontwaakonder waterzonder geboorte,een vondeling.Wat ik doezal de dag vormen. Het venster sluitniet het licht buiten.De ochtendzonkeert onderlingom en om.Wat ik denk en benkan nu eindigen. 

De dag denkbaar,nog niet uitvoerbaar,maakbaar. Het uitzichtsmeekt om herziening.Ik hervat de wandeling,onterfde zonderling,voeg afstand toe.Ik zoek ietsdat rijmt. Hans Marijnissen

Marianne Schellekens

Page 10: Totaal slideshow

Sneeuw op de Acropolis Met de onwetendheid van een studentop zak, vertrok ik naar Athene.Een laag sneeuw bedekte de tempelsen grauw geworden beton van de stad.Marmeren plavuizen gleden glad. Wij plozen de Griekse hoofdstad uit,studerend in bibliotheken,historie op straat gevonden.Kennis en vriendschap verdiepten,zoals een archeologische sitelaag voor laag opgegraven wordt. Wandelend in Athena’s heuvelskwam ik mezelf in alle nationaliteiten tegen.Lentezon smolt de sneeuwen ik vond richting op eigen kracht. Pauline Jansen

Marianne Schellekens

Page 11: Totaal slideshow

NOL  in de ochtend ruist de ademvan de stad die op mij wacht,ik monster mij, de evangelist,mijn grijze baardwaaruit mijn tanden steken,mijn door zweet beslagen bril,mijn arm zwaaiend naar het kwaadals een bezwerend zwaard ik hang de tassenmet zijn boodschapaan mijn scootmobielen hijs mij op mijn rijdend kruisdat over plassen gaatzoals hij die over water liep

bij de betonnen wandenvan mijn stadschijten duivenop mijn uitgestoken handenverbeeld ik mijhoe hij gestenigd werd de judaskus van hen die lachendmij voorbijgaanmaar waarin ik niet berusten mag,steeds luider prijs ik hemik krijs het uit, eens zal mijn stad mij volgenals zijn lichtende apostel,schreeuw jezus Nol  Stan Mooij Marianne Schellekens

Page 12: Totaal slideshow

Ode aan Oleg Popov, clown1930-2016 Er is maar één gezichteen rode dop als neus zwart-wit geblokte pet zo op het gele haar gezet. Dansend op een koordverdwaasde grondacrobatiek.In stappen van verwonderingverbindt hij klein met groot. Soms met appel en een tas,vogel in een kooi, een hond,wandelstok of marionet.Glimlach ogen doen de rest. Is hij Pierrot, is hij August?Is hij de nieuwe Chaplin?Of is hij zelf zo groot maartegelijk een kind gebleven?

Geen masker, streepjes schmink. Ziel en zijn vervlochten. Verstild gebaar van roepen uit de verte. Je bijnaam ‘zonneschijn’. Eenwoordeloze dialoog. Voor mij ben jij poëet die als een vogelvliegt en zingt en vliegt. Ik hou van je tragiek die somseen dolkstoot, dan een traan. Het laatste lachen trekt voorbijnu jij jouw deur hebt dicht gedaan. Het was een glimlach die je gaf.Mooie grote kleine man. Jij bent ontroerde stilte, weemoed ben je,man en eenvoud, mijn komiek.

Helma Michielsen

Marianne Schellekens

Page 13: Totaal slideshow

Maar dan de nar! Hij is de intrigantin ’t grauw kasteel, het rauwe vorstendom,is hij een helder licht dat altijd brandt. Hij waarschuwt voor gevaar, geeft goede raadToe, luister vorst, want straks ontploft die bom.Toe, hoor me aan, want straks is het te laat. De koning ziet de ernst er niet van inZo’n nar is immers slechts voor zijn vertier,maakt dolle grappen en verschaft plezier.De koning krijgt daarvan zo’n goede zin. O, Sire, heus, mijn woorden zijn geen grap.Er broeit iets in de kelders van ’t kasteel.Iets zeer onaangenaams wordt straks uw deelEr komt een einde aan uw koningschap! O, nar, jij weet, mijn kerkers zitten vol.Mijn weg leidt onomkeerbaar naar de hel.Toe, debiteer je allerlaatste grol. Het mene tekel staat al op de wand:Weldra verliest gij uw vermetel spel.want gij regeerde nimmer met verstand.

Fred Lambert

Nar De koning zit onmachtig op zijn troon.Al wie zich uit met de geringste spotof tegenspraak, belandt op het schavot,verkrijgt de doodstraf als verdiende loon. Boodschappers van slecht nieuws maakt hij kapot.Hij weet het beter, daar hij koning is.Hij werpt zijn prooi in de gevangenis.Zo menig mens stierf reeds in het cachot. Maar dan de nar! Hij is de adviseuren zegt de waarheid, rinkelt met een bel.Zijn narrenpak is rood en groen van kleur. Hij is de enige, een grap, een grolen dán de waarheid, já, nú kan het wel,al is het strijdig met het protocol. De martelkamer is weer druk beklant.De beul maakt overuren, menig lijkhangt bung’lend aan de galg, als huldeblijkaan de gestrenge koning van het land.

De vleiers schurken zich tegen hem aan,en praten hem voortdurend naar de mondmaar in de kelder sist een korte lont. Nog even, en het is voorgoed voorbij.

Marianne Schellekens

Page 14: Totaal slideshow
Page 15: Totaal slideshow

Gevleugelde Syrinx (Gedanste solo voor dwarsfluit van C. Debussy)

Dansend op dwarse tonenomhuld door het ruisenvan de fluisterende fladdernauwgezet ontworpenom dit vluchtendvluchtig wezen met textiele magie mythisch gestalte te geven.

Toen het bandje brak voorhet klassiek geschoold publiek, belicht door blauw en lilaen de glijdende zijdevolgens de zwaartekracht zwalkend mijn nimfensprong gevangen nam ben ik even doodgegaan.

Een seconde wachtend een eeuwigheid dus op die hoge des heb ikals choreografische ingreepmijn glansje van devloer vegend in schamelonderkleedje de Syrinxvleugels gegeven.

Volgens de recensent en het hooggeëerd publiekhet impressionistischhoogtepunt daar zij de bevrijding van de Syrinx in ons op mythische wijzein het nu zagen verbeeld.

Stevig met dubbel garenheb ik het bandje weervastgenaaid

Catherine Witvliet Marianne Schellekens

Page 16: Totaal slideshow

Letterweverij Teken met letters van je initialen een veelzijdig leefpatroon, span op een leefgetouw sterke levensdraden. Weef, van broddellap tot kunst, een leven vol vlammende verhalen, weef met blijde inslag, je leven in elkaar zonder langdradigheid met al of niet een steekje   los.Pak dan de draad weer open… je hebt een leven lang stof tot praten.  

Jacob Bisschops, Eindhoven. Marianne Schellekens

Page 17: Totaal slideshow

Claire Morgan, Noord Brabants museum. 

The Sound of Silence Het trillen van de stilteen het zachte dat de wangen streelteen relatietussen transparant en pluisjes een diertjeen dunne lijneneen insect en vogelpapiertjesstromende glinsteringenen trillingenhaar stemals muziek, langs het licht en donker scherpe vogelnagelshet papier kraakten de doodhet kauwtje…..de erotiek van teder de papegaaien kijken toe licht is de muziekook de vogel en zijhaar stem, de vingers, handenhet materiaalen de kraai achter het raamgraspluimen 

in de wind op de huidmeeuwen krijsenhet water deint en groen, groeit uit steen dode diertjes in dozen envliegen aan dradentedere gevangenschap en doodbewegen lichtelijkverandert ieder moment de pluisjes en poten, nagels als hoornengelaagdde vos eeteen raaf pikt in zacht rozemet een heel klein penseeltjeschildert zijde tijd  Een zwarte vogelmet gespreide vleugelsgevangenin muren van pluisjeshaas snuift over de bodemeen eend vol plasticdan weer tederheid van de kleine vleugelseen witte uil spreidtzijn kracht. 

Anne-Karine Dijkstra

Marianne Schellekens

Page 18: Totaal slideshow

Theo Smit Theo Smits

Grafisch ontwerp Theo Smits

Page 19: Totaal slideshow

Poes en kind

In de kamerZit een kindAait de poesDie hij zo lief vindt

De poes aait tevens, andersomMet staart en snorKronkelend tegen wang en kinDuwt zijn kopje in de kom

van diens oksel, lekker warm.Zoekend naar geurEn loopt dan naar de deurWil naar buiten

Het kind zit voor de ruitenWrijft zijn hoofd tegen het glasWou dat hij ook buiten wasDaar doet de poes nu fijn zijn plas

Poëzie, poesPlas en glasAaien, zwaaienOm elkaar heen draaien

Wat is einde, wat begin?Zie de humor ervan inAlles nietsHeeft het ooit zin?

Moet dat dan?Is het niet voldoendeDat het kan?Geniet ervan.

Bernadette Winters-Houben

Marianne Schellekens

Page 20: Totaal slideshow