Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos &...

12
Afdeling Visserij DATUM 21 december 2015 ONDERWERP Toegankelijkheid van het tongquotum voor de Nederlandse staandwantvloot ONS KENMERK 15.IMA0979.BT.ro POSTADRES Postbus 68 1970 AB IJmuiden BEZOEKADRES Haringkade 1 1976 CP IJmuiden INTERNET www.wageningenUR.nl/imares KVK NUMMER 09098104 CONTACTPERSOON B.K. Trapman TELEFOON +31 (0)317 - 487061 E-MAIL [email protected] Wageningen UR (Wageningen University and various research institutes) is specialised in the domain of healthy food and living environment. IMARES, part of Wageningen UR, is a leading, independent research institute that concentrates on research into strategic and applied marine ecology. Postbus 68 | 1970 AB IJmuiden Kenniskringen Visserij: staandwant T.a.v. Wim Zaalmink en Rems Cramer Postbus 29703 2502 LS Den Haag Toegankelijkheid van het tongquotum voor de Nederlandse staandwantvloot Met de transitie van de Nederlandse kottervloot naar de pulsvisserij in 2014 zijn de huur- en koopprijs van tongquotum flink gestegen. Voor de staandwantvissers in Nederland, die meestal geen eigen quotum hebben, zijn het de prijzen daarmee bedrijfseconomisch restrictief. Veel staandwantvissers vragen zich af of er nog andere mogelijkheden zijn om aan quota te komen. Dit document bespreekt aan de hand van de volgende vijf vragen wat het probleem van de staandwantvissers is en twee casussen in Europa over hoe kleinschalige vissers omgaan met de moeilijkheid om quota te verkrijgen. 1. Hoe werkt het systeem van quotaverdeling op EU-niveau en in Nederland? 2. Wat staat er over kleinschalige visserij in het Europese Gemeenschappelijk Visserijbeleid en hoe implementeert Nederland dit? 3. Hoe hebben de hoogte van het tongquotum, de tongprijs en de huur- en koopprijs van het quotum zich ontwikkeld? 4. Hoe ziet de staandwantvloot eruit en hoe heeft deze zich ontwikkeld? 5. Wat kunnen wij leren van casussen om ons heen over hoe de kleinschalige vloot omgaat met het verkrijgen van quota? Het project Kenniskringen visserij wordt gefinancierd door het Europees Visserijfonds – investering in duurzame visserij

Transcript of Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos &...

Page 1: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

Afdeling Visserij

DATUM

21 december 2015

ONDERWERP

Toegankelijkheid van het

tongquotum voor de

Nederlandse staandwantvloot

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

POSTADRES

Postbus 68

1970 AB IJmuiden

BEZOEKADRES

Haringkade 1

1976 CP IJmuiden

INTERNET

www.wageningenUR.nl/imares

KVK NUMMER

09098104

CONTACTPERSOON

B.K. Trapman

TELEFOON

+31 (0)317 - 487061

E-MAIL

[email protected]

Wageningen UR (Wageningen

University and various research

institutes) is specialised in the

domain of healthy food and living

environment.

IMARES, part of Wageningen UR, is a

leading, independent research

institute that concentrates on

research into strategic and applied

marine ecology.

Postbus 68 | 1970 AB IJmuiden

Kenniskringen Visserij: staandwant

T.a.v. Wim Zaalmink en Rems Cramer

Postbus 29703

2502 LS Den Haag

Europees Visserijfonds: Investering in duurzame visserij. Project

kenniskringen visserij is geselecteerd in het kader van het Nederlandse

Operationeel Programma "Perspectief voor een duurzame visserij" dat

wordt medegefinancierd uit het EVF.

Toegankelijkheid van het tongquotum voor de Nederlandse staandwantvloot

Met de transitie van de Nederlandse kottervloot naar de pulsvisserij in 2014 zijn de

huur- en koopprijs van tongquotum flink gestegen. Voor de staandwantvissers in

Nederland, die meestal geen eigen quotum hebben, zijn het de prijzen daarmee

bedrijfseconomisch restrictief. Veel staandwantvissers vragen zich af of er nog

andere mogelijkheden zijn om aan quota te komen. Dit document bespreekt aan de

hand van de volgende vijf vragen wat het probleem van de staandwantvissers is en

twee casussen in Europa over hoe kleinschalige vissers omgaan met de moeilijkheid

om quota te verkrijgen.

1. Hoe werkt het systeem van quotaverdeling op EU-niveau en in

Nederland?

2. Wat staat er over kleinschalige visserij in het Europese

Gemeenschappelijk Visserijbeleid en hoe implementeert Nederland dit?

3. Hoe hebben de hoogte van het tongquotum, de tongprijs en de huur-

en koopprijs van het quotum zich ontwikkeld?

4. Hoe ziet de staandwantvloot eruit en hoe heeft deze zich ontwikkeld?

5. Wat kunnen wij leren van casussen om ons heen over hoe de

kleinschalige vloot omgaat met het verkrijgen van quota?

Het project Kenniskringen visserij

wordt gefinancierd door het

Europees Visserijfonds –

investering in duurzame visserij

Page 2: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

12

DATUM

21 december 2015

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

PAGINA

2 van 12

1. Hoe werkt het systeem van quotaverdeling op EU-niveau en in

Nederland?

In 1974 werden Total Allowable Catches (TAC) voor het eerst overeengekomen door

de Noord Oost Atlantische Visserij Conventie (NOAVC), ook voor tong. Vanaf 1977

werden de taken van de NOAVC overgenomen door de EG (Hoefnagel & Buisman,

2013: 12). De TACs van de verschillende gequoteerde soorten worden verdeeld over

de kustlidstaten op basis van historische vangsten. Volgens het principe van relatieve

stabiliteit, is binnen de EU afgesproken dat deze in het verleden vastgestelde

verdeelsleutel niet verandert. Ieder jaar wordt de hoogte van de afzonderlijke TACs

vastgesteld op basis van wetenschappelijk advies van de International Council of the

Exploration of the Seas (ICES) en op basis van het politieke onderhandelingsproces

tussen de EU-lidstaten en met overige staten die vangstrechten hebben in de Noord-

Atlantische Oceaan1. Op nationaal niveau mogen de Europese lidstaten zelf bepalen

hoe ze hun quotum verdelen over de vloot (van Hoof, 2013).

Nederland verdeelde de quota in 1977 volgens historische vangstrechten onder

individuele visserijbedrijven. In 1985 werden deze quota bij wet overdraagbaar

(Hoefnagel & Buisman, 2013: 12). Quota moeten wel verbonden zijn aan een schip

dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de

verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met de sector, stelde de

overheid in 1993 zogenaamde Biesheuvelgroepen in. Deze groepen controleerden de

naleving van de individuele quota door de vissers, en de overheid controleerde deze

groepen. In 2007 zijn de Biesheuvelgroepen samengevoegd met

Producentenorganisaties (PO’s) en bestaan zij voort onder die naam (Staatscourant,

2007). Producentenorganisaties werden in 1971 voor het eerst opgericht in

Nederland om een goede afzet van de visproducten voor de leden te organiseren, in

reactie op de Gemeenschappelijke marktordening voor visserij op Europees niveau

(Website Eur-lex). Momenteel bestaan er in Nederland zeven PO’s2 die tongquotum

beheren. De PO’s faciliteren ook de huur en verhuur van quota, soms de koop en

verkoop van, en de ruil van nationale quota met buitenlandse quota. Het percentage

vissers dat lid is van een PO ligt boven de 95%. Het is voordelig voor vissers met

vangstrechten om lid te zijn onder andere omdat ze hierdoor jaarrond quota kunnen

huren en ruilen. Vissers die niet lid zijn van een PO kunnen alleen gedurende januari

en februari quota ruilen (pers. comm. PO-bestuurder). In de praktijk kunnen vissers

ook vissen met nationale quota uit andere landen door ‘om te vlaggen’ (Hoefnagel &

Buisman, 2013: 12).

Hoefnagel en Buisman (2013) concluderen dat het systeem van individueel

overdraagbare quota (ITQ) vooral ten goede komt aan vissers met meerdere schepen

die op tijd geïnvesteerd hebben in vangstrechten. Dit systeem van verdeling van

vangstrechten maakt de visserijsector echter slechter toegankelijk voor

nieuwkomers, die naast bedrijfsmiddelen ook quota moeten aanschaffen. Ook voor

kleinschalige vissers die willen uitbreiden is het kopen van quota vaak te hoog

gegrepen. Hier speelt mee dat banken over het algemeen geen leningen verstrekken

voor de aankoop van quota, omdat het te risicovol zou zijn (ibid.: 32). Een groep die

baat heeft bij het ITQ-systeem zijn oud-vissers die niet meer actief zijn maar die hun

quotum niet verkopen om het te kunnen verhuren. Een voorzichtige schatting is dat

30% van het quotum in handen is van niet meer actieve vissers (Taal e.a., 2010 in:

Hoefnagel & Buisman, 2013: 31).

1 Noorwegen, IJsland, de Faroer, USA, Canada, Rusland. 2 Voor de kottersector PO Delta Zuid, PO Texel, PO Wieringen, PO West, PO Urk, de

Nederlandse Vissersbond en voor de pelagische sector de Redersvereniging.

Page 3: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

IMARES, onderdeel van Wageningen UR For quality of life 12

DATUM

21 december 2015

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

PAGINA

3 van 12

2. Wat staat er over kleinschalige visserij in het Europese

Gemeenschappelijk Visserijbeleid en hoe implementeert

Nederland dit?

In februari 2013 werd de hervorming van het Gemeenschappelijke Visserijbeleid

(GVB) door het Europees parlement ingestemd en vanaf 2014 is het van kracht

(Verordening (EU) nr. 1380/2013). Het hervormde GVB heeft drie kernpijlers:

Het GVB dat toeziet op de ecologische duurzaamheid van de activiteiten van

het visserij- en aquacultuursectoren op de lange termijn, en de

overeenstemming van het beheer van deze activiteiten met economische,

sociale en werkgelegenheidsvoordelen.

De gemeenschappelijke marktordening (GMO) (Verordening (EU) nr.

1379/2013) voor visserijproducten en aquacultuurproducten, die het doel

heeft om het concurrentievermogen van de Europese visserijsector te

vergroten en de transparantie van de markten te verbeteren.

Het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) (Verordening

(EU) nr. 508/2014), het financiële instrument dat bijdraagt aan de uitvoering

van het nieuwe GVB en de nieuwe GMO voor visserijproducten en

aquacultuurproducten (Website Europees Parlement, 2015).

Kleinschalige visserij wordt in verordening (EG) 508/2014 over het EFMZV

gedefinieerd als een visserij op schepen van minder dan 12 meter, waarbij geen

gebruik wordt gemaakt van gesleept tuig. Het GVB definieert in verordening (EU) nr.

1380/2013 ‘lage impact visserij’, als een visserij die selectief tuig gebruikt en een

lage impact heeft op marine ecosystemen of die lage brandstofuitstoot heeft maar

spreekt ook over kleinschalige visserij, ambachtelijke visserij en kustvisserij.

Verordening (EG) 1380/2013 over het GVB stelt in artikel 2 dat één van de doelen

van het GVB is, om kustvisserij te promoten, daarbij sociaaleconomische aspecten in

acht nemende, en om bij te dragen aan een redelijke levensstandaard voor degenen

die van visserijactiviteiten afhankelijk zijn met aandacht voor de kustvisserij. In een

nieuwsbericht stelt de Europese Commissie dat het in stand houden van de 12-

mijlszone tot december 2022 (art. 5.2) een maatregel is om deze visserijen te

beschermen (Website Europese Commissie, 2014). Deze maatregel verleent lidstaten

het recht om in de 12 mij langs de kust de toegang voor visserij te beperken.

Daarnaast kan artikel 17 van belang zijn voor de verdeling van vangstrechten. Dit

artikel stelt dat lidstaten in het verdelen van vangstrechten rekening dienen te

houden met objectieve criteria van ecologische, sociale en economische aard. Zoals

verder besproken onder vraag 5 grijpen kleinschalige vissers in het Verenigd

Koninkrijk dit artikel aan om te beargumenteren dat vangstrechten herverdeeld

moeten worden vanwege de belangrijke sociaaleconomische functie die zij vervullen

in kustgemeenschappen.

In de verordening voor het EFMZV staat dat de ontwikkeling van het

concurrentievermogen en de levensvatbaarheid van ondernemingen in de

visserijsector, inclusief kleinschalige visserijen, een belangrijke doelstelling is. Echter,

alleen landen die een kleinschalige visserij met meer dan duizend vaartuigen hebben,

hoeven hiervoor een actieplan op te stellen, en daarmee is het niet van toepassing

voor Nederland. In 2014 telde het LEI 250 vaartuigen in de categorie ‘overige kleine

zeevisserij’ (LEI Agrimatie). De uitvoering van het EFMZV in Nederland voorziet niet

in steun die specifiek gericht is op de kleinschalige sector. Wel kan de kleinschalige

sector, net als andere visserijsectoren, meedoen in tenders die zullen worden

opengesteld op basis van de verordening voor het EFMZV. De minimumbedragen zijn

echter relatief hoog en daarmee niet altijd passend voor de kleinschalige sector tenzij

wordt samengewerkt. Het ministerie van EZ gaat wel kijken of voor de kleinschalige

Page 4: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

12

DATUM

21 december 2015

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

PAGINA

4 van 12

visserijsector een lager minimumbedrag kan worden gesteld (pers. comm. Ministerie

van EZ).

De Vos en Kraan concluderen in een onderzoek naar kleinschalige visserij in

Nederland dat deze sector door de Nederlandse overheid niet de zelfde belangrijke

rol krijgt toebedeeld als in het Europese beleid (2013: 645). Het uitgangspunt van de

Nederlandse overheid is namelijk dat zij zich richten op duurzaamheid, onafhankelijk

van schaal. Het bestuursapparaat is niet zo ingericht dat er beleidsmakers zijn die

zich speciaal richten op kleinschalige visserij, hierdoor hebben kleinschalige vissers

met verschillende beleidsmakers te maken, afhankelijk van het onderwerp dat

besproken wordt (ibid.: 637). Regelgeving is vaak gericht op de grotere vloot en is

daardoor niet altijd passend voor de kleine vloot (ibid.:644).

Onder de subsidies die in Nederland vanuit het EFMZV kunnen worden aangevraagd,

zijn geen specifieke subsidies voor kleinschalige vissers. De eerste subsidie die kan

worden aangevraagd is voor jonge vissers (onder de 40), ter ondersteuning van de

aankoop van een vaartuig. De aankoop of huur van vangstrechten is niet subsidiabel.

Ten tweede financiert Nederland vanuit het EFMZV projecten die innovatie

ondersteunen ter aanpassing aan de aanlandplicht (Website RVO, g.d.).

3. Hoe hebben de hoogte van het tongquotum, de tongprijs en de

huur- en koopprijs van het quotum zich ontwikkeld?

Figuur 1 laat met de blauwe lijn zien hoe de totaal toegestane vangst (TAC) voor de

Noordzeetong zich heeft ontwikkeld vanaf eind jaren ‘80. Daarin is te zien dat de TAC

sinds begin jaren ’90 meer dan gehalveerd is. Nederland krijgt volgens het principe

van relatieve stabiliteit 75% van de TAC voor Noordzeetong maar kan vervolgens

ruilen met andere staten. De rode lijn laat het Nederlandse nationale quotum zien

tussen 2003 en 2014 na uitruil met andere staten. Op bedrijfsniveau hebben

Nederlandse visserijbedrijven zelfs 90% van de Noordzee TAC in handen dankzij

investeringen in kotters onder buitenlandse vlag. Deze ‘vlagkotters’ ontvangen een

aandeel van een nationaal quotum van een andere Europese lidstaat (Vermuë e.a.,

2006: 14).

Figuur 1

14 14 14

25 27

25

32 32

28

23

18 19.1 22 22

19 16 15.9 17

18.6 17.7 15

12.8 14 14.1 14.1 16.2

14 11.9 11.9

13.1 13.2

13.6 13.7 11.9

10.1 10.9 10.1 10.8 12.5

11.1 9.7

0

5

10

15

20

25

30

35

TAC voor Noordzeetong per duizend ton

1987 - 2015

TAC totaal

NL TAC

Page 5: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

IMARES, onderdeel van Wageningen UR For quality of life 12

DATUM

21 december 2015

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

PAGINA

5 van 12

Bron: ICES, 2015 en LEI Agrimatie, 2014

Figuur 2 toont de benutting van het Nederlandse tongquotum tussen 2006 en 2014.

10% van het onderbenutte quotum kan meegenomen worden naar het volgende

jaar. De onderbenutting van het tongquotum tussen 2010 en 2012 zou te wijten

kunnen zijn aan wijzigingen in het vispatroon als gevolg van het Europese

zeedagensysteem, hoge brandstofkosten en nieuwe vistechnieken zoals flyshoot en

twinrig waarmee op schol gevist wordt (Hoefnagel & Buisman, 2013: 16).

De hoogte van de huur- en koopprijzen van quota wordt bepaald door vraag en

aanbod. Deze vraag en aanbod worden onder mee bepaald door de ontwikkeling van

het TAC, de vangbaarheid van de soort, de vlootcapaciteit, de ontwikkeling van de

visprijzen en de verwachting van de rentabiliteit van de visserij (Hoefnagel &

Buisman, 2013: 17). De prijzen verschillen per PO. Figuur 3 en figuur 4 tonen

respectievelijk de gemiddelde huur- en koopprijs van tongquotum bij één

Nederlandse PO3. Deze prijzen kunnen verschillen per PO, afhankelijk van vraag en

aanbod binnen de groep. Sommige PO’s bezitten eigen quotum waarmee ze de

huurprijs omlaag kunnen brengen. De data laten zien dat de huurprijs meer dan

vervijfvoudigd is sinds 2013 en de koopprijs meer dan verdubbeld.

Figuur 3 geeft naast de huurprijs van het tongquotum de gemiddelde kiloprijs op de

afslag van tong weer4. Daarin is te zien dat de gemiddelde prijs die de visser voor

tong krijgt niet is meegestegen met de gemiddelde huurprijs. Voor tongvissers

zonder eigen quotum betekent dit dat ze hogere kosten per aangevoerde kilo tong

betalen zonder dat ze dit terug zien in de inkomsten.

Figuur 2

Bron: LEI Agrimatie, 2014 en ICES Catch Statistics

3 De gemiddelde huur- en koopprijs van 2015 is gebaseerd op gegevens tot en met

juli 2015. 4 De gemiddelde visprijs van 2015 is gebaseerd op gegevens tot en met mei 2015.

60% 87%

93% 88% 86% 75% 72%

89% 94%

0

5

10

15

Nederlandse benutting tongquotum 2006 - 2014

NL TAC

Quotumbenutting

Page 6: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

12

DATUM

21 december 2015

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

PAGINA

6 van 12

Figuur 3

Bron: PO, LEI Agrimatie 2014 en LEI

Figuur 4

Bron: PO

4. Hoe ziet de staandwantvloot eruit en hoe heeft deze zich

ontwikkeld?

In deze sectie wordt een beschrijving gegeven van de staandwantvloot en van de

tongaanvoer van deze vloot. De data zijn gebaseerd op consultatie door het

Landbouw Economisch Instituut (LEI) in 2013 met de sector voor een lijst van

actieve staandwantschepen. Op basis van deze lijst zijn grafieken gemaakt met

gegevens uit het Visserij Registratie en Informatiesysteem (VIRIS). De consultatie

met de sector is nodig omdat in de database veel schepen zijn opgenomen die niet

actief zijn.

€0.50 €0.80 €0.50 €0.50 €0.75 €0.75 €0.50 €0.50 €0.40

€2.30

€3.85

€10.48

€12.92

€10.40 €10.01 €10.13

€11.71 €11.28

€9.83

€8.23

€9.62 €9.36

€ 0.00

€ 2.00

€ 4.00

€ 6.00

€ 8.00

€ 10.00

€ 12.00

€ 14.00

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Gemiddelde huurprijs tongquotum en gemiddelde tongprijs p/kg

2005 - 2015

Huurprijs tongquotum

Tongprijs

€9.00 €6.50 €5.75

€9.00

€25.00 €27.50

€ 0.00

€ 5.00

€ 10.00

€ 15.00

€ 20.00

€ 25.00

€ 30.00

2010 2011 2012 2013 2014 2015

Ontwikkeling koopprijs tongquotum p/kg

2010 - 2015

Page 7: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

IMARES, onderdeel van Wageningen UR For quality of life 12

DATUM

21 december 2015

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

PAGINA

7 van 12

Figuur 5 toont hoe het aantal vaartuigen in de staandwantvisserij is toegenomen

tussen 2001 en 2009. Sinds september 2009 is de groei beperkt door maximering

van het aantal licenties en het aantal netten per licentie (Tweede Kamer, 2009). De

groene lijn toont een stijging van het gemiddeld aantal zeedagen per vaartuig per

jaar tot 2012 en daarna een daling. Hoewel de zeedagen iets zeggen over het aantal

trips dat gemaakt wordt door staandwantvissers, zegt het niet direct iets over de

visserijinspanning omdat de netten in het water uitgezet kunnen staan terwijl het

schip in de haven ligt. Over de tijd dat de netten in het water staan worden echter

geen data verzameld.

Figuur 6 toont de toename van de aanlandingen door de staandwantvloot tussen

2001 en 2013. De groene lijn toont dat het percentage tong in de aanlandingen

vooral in de laatste jaren boven de 50% ligt en daarmee de afhankelijkheid van deze

vloot van tong. Vangsten van een soort die per trip lager dan vijftig kilo zijn hoeven

volgens EU wetgeving niet gerapporteerd te worden in de logboeken (Vos & Kraan,

2015: 640). De grafiek toont daarom waarschijnlijk een onderschatting van de

werkelijke vangsten.

Figuur 7 toont tenslotte de gemiddelde tongaanvoer per maand voor de jaren 2009

tot en met 2014. Hieruit blijkt dat de staandwantvisserij de meeste tong aanvoert in

het voorjaar en in de nazomer.

In Nederland is informatie over het eigendom van quotum niet publiek toegankelijk

maar vertegenwoordigers van de staandwantsector geven aan dat deze sector over

het algemeen weinig quotum in bezit heeft, en daardoor voornamelijk afhankelijk is

van quotumhuur.

Figuur 5

0

5

10

15

20

25

30

35

40

0

5

10

15

20

25

30

35

40

45

50

gem

. aan

tal z

ee

dag

en

pe

r va

artu

ig

aan

tal v

aart

uig

en

jaar

Aantal staandwantvaartuigen en zeedagen

vaartuigen

zeedagen

Page 8: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

12

DATUM

21 december 2015

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

PAGINA

8 van 12

Figuur 6

Figuur 7

0

10

20

30

40

50

60

70

80

0

50000

100000

150000

200000

250000

300000

aan

de

el t

on

g in

to

tale

aan

voe

r (%

)

aan

voe

r (k

g)

jaar

Tongaanvoer staandwantvloot

aanvoer

% tong

0

10000

20000

30000

40000

50000

60000

70000

80000

90000

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

aan

voe

r (k

g)

Tongaanvoer staandwantvloot per maand

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Page 9: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

IMARES, onderdeel van Wageningen UR For quality of life 12

DATUM

21 december 2015

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

PAGINA

9 van 12

5. Wat kunnen wij leren van casussen in omringende

Noordzeelanden over hoe de kleinschalige vloot omgaat met het

verkrijgen van quota?

Deze sectie beschrijft twee casussen, één in het Verenigd Koninkrijk en één in

Denemarken, over strategieën van kleinschalige vissers om quota veilig te stellen.

Het Verenigd Koninkrijk, artikel 17 en LIFE

Het Verenigd Koninkrijk heeft 2.500 vaartuigen in de kleinschalige visserijsector,

daarmee vormt deze groep 80% van de Britse vloot, die verantwoordelijk is voor

16% van de aanvoer van vis en 47% van de totale Britse motorcapaciteit. De

kleinschalige sector krijgt echter minder dan 5% van de vangstrechten (Symes,

2013: 4).

In het VK kunnen vangstrechten verhuurd, verhandeld of geruild worden (Newman,

2014: 10). Het merendeel van de quota wordt eerst verdeeld over de overheden van

Schotland, Wales, Engeland en Noord Ierland. Deze overheden verdelen de quota

vervolgens over PO’s die de quota van hun leden beheren (ibid.). De quota voor

schepen van 10 meter en kleiner worden centraal beheerd door de Britse overheid.

In 2013 werd een rechtszaak gewonnen door de overheid tegen de grote

visserijsector, met steun van Greenpeace en kleinschalige vissers voor een

herverdeling onder kleinschalige visserijbedrijven van de quota voor grote schepen

die onderbenut worden. Hierdoor steeg het percentage quota voor kleinschalige

schepen lichtelijk. De Britse rechter stelde dat niemand vis in de zee kan bezitten

(Website The Guardian, 2013).

Begin 2015 is door Greenpeace en Low Impact Fisheries Europe (LIFE) opnieuw een

rechtszaak aangespannen, nu tegen de Britse overheid op basis van artikel 17 van

het hervormde GVB. Artikel 17 stelt dat bij de verdeling van quota over de vloot door

lidstaten, rekening gehouden dient te worden met objectieve criteria van ecologische,

sociale en economische aard. Greenpeace en LIFE klagen de Britse overheid aan

omdat deze zich in hun ogen niet houdt aan artikel 17 aangezien het merendeel van

de quota in handen is van de grote schepen, terwijl juist de kleinschalige vloot zo

belangrijk is voor werkgelegenheid (Website Greenpeace, 2015). In deze rechtszaak

is nog geen uitspraak gedaan. LIFE is een Europees netwerk van kleinschalige vissers

dat op Europees niveau de belangen behartigt van kleinschalige vissers.

Coöperatie in Denemarken

In Denemarken werden in 2003 ITQs ingevoerd voor pelagische soorten en in 2007

voor demersale soorten (Schou, 2010: 18). In Denemarken bestaat ‘kleinschalige

visserij’ niet als een categorie in beleid, maar er wordt gesproken van kustvisserij

(Høst, 2015: 325). Het nieuwe Deense beleid van quotatoewijzing bevatte enkele

maatregelen om de kustvisserijsector veilig te stellen. Om te voorkomen dat quota

zich zouden concentreren in een paar handen, konden quota alleen gekoppeld aan

een schip verkocht worden en mocht op één schip quota van maximaal vier schepen

gezet worden (Høst, 2015: 326). In de praktijk bleek de regelgeving echter

makkelijk te omzeilen en een grote concentratie van quota bij een paar eigenaren is

sindsdien ontstaan in Denemarken (ibid.: 328).

Ten tweede werd een speciaal kustvisserijregime ingesteld voor schepen onder de 17

meter (Andersen & Lauritsen, 2010: 23). Eigenaren van dergelijke schepen konden

zich vrijwillig aansluiten bij dit regime, waarbinnen quota alleen aan elkaar verkocht

mochten worden en niet aan grotere schepen. Iedere drie jaar konden deze

eigenaren het regime verlaten of konden nieuwe eigenaren met kleine schepen

Page 10: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

12

DATUM

21 december 2015

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

PAGINA

10 van 12

toetreden. Ook deze maatregel had niet het beoogde effect. De hogere quotaprijzen

buiten het kustvisserijregime was namelijk voor veel vissers een reden om het

regime te verlaten en alsnog de quota aan schippers met grote schepen te verkopen.

Ook ontstond er binnen het regime een concentratie van quota bij de relatief

kapitaalkrachtigere vissers met grotere en efficiëntere schepen. De invoering van het

Deense ITQ-systeem heeft, ondanks de maatregelen die anders beoogden, geleid tot

een grote reductie van de kustvisserij en daarmee van de werkgelegenheid in

kustgemeenschappen (ibid.: 24-25).

Een groep kustvissers uit Thorupstrand heeft weten te voorkomen dat hun

activiteiten verdwenen (Website Eurofish Magazine, 2014). Twintig vissers vormden

in 2007 een coöperatie, de Thorupstrand Kystfiskerlaug, waarmee zij gezamenlijk

quota kochten. De quota worden onder de leden verdeeld, die daarvoor wat extra

betalen om de lening bij de bank te kunnen afbetalen. Jonge vissers kunnen zich in

de coöperatie inkopen, wat de visserij relatief toegankelijk maakt voor nieuwkomers.

De kustvissers van Thorupstrand hebben zo een manier gevonden om hun visserij te

kunnen voortzetten.

Toepassing in Nederland

Hier wordt kort gekeken in hoeverre de strategieën uit de bovenstaande casussen

toepasbaar zijn in Nederland op de tongquota voor de staandwantvisserij. Om te

beginnen, het herverdelen van onderbenut quotum. Zoals bleek in sectie 3 werd in

2014 94% van het tongquotum benut. Aangezien maximaal 10% van een quotum

meegenomen mag worden naar een volgend jaar, lijkt er geen sprake te zijn van

onderbenutting van het tongquotum sinds de transitie van de Nederlandse

kottervloot naar de pulsvisserij. Als dit er al was is het de vraag in hoeverre er

bereidheid is om privaat eigendom, want deze status hebben quota in Nederland

gekregen, te herverdelen.

Als de rechter een uitspraak heeft gedaan in de rechtszaak die Greenpeace en LIFE

hebben aangespannen tegen de Britse overheid kan gekeken worden in hoeverre de

uitspraak gevolgen heeft voor de Nederlandse situatie. Een mogelijk probleem vormt

het feit dat de Nederlandse kleinschalige sector veel kleiner is dan de Britse5.

Of het vormen van een coöperatie om quota te beheren haalbaar is in Nederland kan

onderzocht worden. Het feit dat tongquotum erg gewild is sinds de transitie van de

Nederlandse kottervisserij naar de puls, en daarmee de prijs voor quotum hoog is,

zou het moeilijk kunnen maken om de financiering voor voldoende quotum rond te

krijgen.

6. Conclusie

Uit dit onderzoek is gebleken dat deze toegankelijkheid van het tongquotum voor

stand wantvissers kleiner is geworden is anno 2015. Dankzij de manier waarop

vangstrechten verdeeld zijn in Nederland, is dit een bijeffect van de transitie van de

kottervloot naar de pulsvisserij. Hoewel er op EU niveau wordt ingezet op de

ondersteuning van de kleinschalige visserij, is het een politieke vraag in hoeverre de

Nederlandse overheid het van belang acht om te grijpen in deze onbedoelde

marginalisering van de staandwantvisserij.

5 De categorie ‘overige kleine zeevisserij’ bestond in Nederland in 2014 uit 250

vaartuigen (LEI Agrimatie, 2014).

Page 11: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

IMARES, onderdeel van Wageningen UR For quality of life 12

DATUM

21 december 2015

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

PAGINA

11 van 12

7. Literatuur

Andersen, Knud en Hoger Lauritsen (2010) From fishing to Speculation. Samudra

Report 56 July: 21 – 25.

LEI Agrimatie (2014) Visquota. 10 December.

(http://www.agrimatie.nl/ThemaResultaat.aspx?subpubID=2232&themaID=2859

geraadpleegd op 16 september 2015).

De Vos, Birgit en Marloes Kraan (2015) To Define or Not to Define; Implications for

the Governability of Small-Scale Coastal Fisheries in the Netherlands. In: Jentoft,

Svein en Ratana Chuenpagdee (eds.) Interactive Governance for Small Scale

Fisheries. Global Refelctions. Springer: Heidelberg: 629 – 647.

Hoof, Luc van (2010) Who rules the waves? Governance and New Institutional

Arrangements in Dutch Fisheries Management in the Context of the European

Common Fisheries Policy. Wageningen: Wageningen University.

Høst, Jeppe (2015) Governing Through Markets: Societal Objectives, Private Property

Rights and Small-Scale Fisheries in Denmark. In: Svein Jentoft and Ratana

Chuenpagdee (eds.) Interactive Governance for Small-Scale Fisheries. Global

Reflections. MARE Publication Series 13.: p. 319 – 336.

Hoefnagel, E.W.J. en Erik Buisman (2013) Evaluatie Nederlands ITQ-systeem naar

aanleiding van de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Wageningen,

Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, WOt-werkdocument 357.

ICES (2015) Sole (Solea solea) in Subarea IV (North Sea). ICES Advice on fishing

opportunities, catch and effort Greater North Sea Ecoregion. 30 June.

(http://www.ices.dk/sites/pub/Publication%20Reports/Advice/2015/2015/sol-

nsea.pdf, geraadpleegd op 20 augutstus 2015).

ICES Catch Statistics (geen datum) (http://ices.dk/marine-data/dataset-

collections/Pages/Fish-catch-and-stock-assessment.aspx geraadpleegd op 16

september 2015).

Newman, Stephanie (2014) Practical implementation of Article 17 of the CFP:

allocating fishing opportunities using environmental criteria. RSPB Scotland,

Edinburgh.

Symes, David (2013) At a Crossroads. Samudra Report 64 March: 4 – 8.

Tweede Kamer (2009) Brief van de minister van landbouw, natuur en voedselkwaliteit. 24 augustus. Kamerstuk 29675 nr. 81. (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/29675/kst-29675-81?resultIndex=203&sorttype=1&sortorder=4 geraadpleegd op 24 november 2015).

Vermuë e.a. (2006) Vissen met tegenwind. Advies Task Force Duurzame

Noordzeevisserij. 26 April, Rijswijk.

(https://www.wageningenur.nl/upload_mm/3/4/4/7ae99d9c-8d2d-4b0d-82ac-

0fc47d27becc_Vissen%20met%20tegenwind.pdf geraadpleegd op 20 augustus

2015).

Website Eur-lex (g.d.) Gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten.

(http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=URISERV:l66002 geraadpleegd

op 14 september 2015).

Page 12: Toegankelijkheid van het tongquotum voor de...dat minstens één dag per jaar uitvaart (de Vos & Kraan, 2014: 633). Om de verantwoordelijkheid voor de naleving van quota te delen met

12

DATUM

21 december 2015

ONS KENMERK

15.IMA0979.BT.ro

PAGINA

12 van 12

Website Europees Parlement (2015) Het gemeenschappelijk visserijbeleid: ontstaan

en ontwikkeling.

(http://www.europarl.europa.eu/aboutparliament/nl/displayFtu.html?ftuId=FTU_5.3.

1.html geraadpleegd op 28 oktober 2015).

Website Europese Commissie (2014) Spawning LIFE in small-scale fisheries.

(https://ec.europa.eu/dgs/maritimeaffairs_fisheries/magazine/en/policy/spawning-

life-small-scale-fisheries geraadpleegd op 29 oktober 2015).

Website Greenpeace (2015) Why Europe's low impact fishermen should get more

quota.

(http://www.greenpeace.org/international/en/news/Blogs/makingwaves/monster-

boats/blog/51969/ geraadpleegd op 30 oktober 2015).

Website Eurofish Magazine (2014) Small group of Danish coastal fishers explores new

sales concept - Reinventing the small scale fishery. 13 April.

(http://eurofishmagazine.com/news/fisheries-articles/417-small-group-of-danish-

coastal-fishers-explores-new-sales-concept-reinventing-the-small-scale-fishery

geraadpleegd op 11 april 2015).

Website the Guardian (2013) Fishing quotas can be redistributed to favour smaller

vessels – high court. 10 juli

(http://www.theguardian.com/environment/2013/jul/10/fishing-quotas-smaller-

vessels-court geraadpleegd op 30 oktober 2015).

Website LIFE (2015) (http://lifeplatform.eu/meet-brian-oriordan-our-new-deputy-

director-2/ geraadpleegd op 30 oktober 2015).

Website RVO (g.d.) Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV).

(http://www.rvo.nl/onderwerpen/agrarisch-ondernemen/visserij/eu-fonds-voor-

maritieme-zaken-en-visserij geraadpleegd op 30 oktober 2015).

Staatscourant (2007) ‘Wijziging Regeling contingentering zeevis, de Regeling visserij-

inspanning herstelplannen en de Regeling vangstbeperking’. 19 Juli.

(https://zoek.officielebekendmakingen.nl/Stcrt-2007-137-p44-SC81350.html

geraadpleegd op 19 Augustus 2015).