Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister...

40
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Oproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de Vlaamse regering op 20 december 2019 voor het sluiten van één (of meerdere) beheersovereenkomst(en) als partnerorganisatie in het kader van het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid: Milieugezondheidszorg ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// PARTNERORGANISATIE Milieugezondheidszorg & MMK-coördinatie

Transcript of Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister...

Page 1: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Oproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de Vlaamse regering op 20 december 2019 voor het sluiten van één (of meerdere) beheersovereenkomst(en) als partnerorganisatie in het kader van het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid: Milieugezondheidszorg

//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

PARTNERORGANISATIE

Milieugezondheidszorg &

MMK-coördinatie

Page 2: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

INHOUD

1 Algemene toelichting..............................................................................................................32 Juridische context...................................................................................................................33 Wie kan zich kandidaat stellen................................................................................................44 inhoud van de beheersovereenkomst.....................................................................................54.1 Onderwerp 54.2 Wijze van subsidiering 54.3 Start en einde 64.4 Beleidsthema’s 64.5 Doelgroepen 184.6 Settings 194.7 Beleidsplan en meerjarenbegroting 204.8 jaarplan en begroting ‘eerste’ werkingsjaar 26

5 Wijze van indienen dossier...................................................................................................376 Ontvankelijkheidsvereisten...................................................................................................377 Beoordelingscriteria..............................................................................................................398 Procedure tot het sluiten van een beheersovereenkomst....................................................429 Bijlagen.................................................................................................................................43

Page 3: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

1 A M OLGE ENE T ELICHTING

Het Agentschap Zorg en Gezondheid, verder agentschap te noemen, organiseert twee informatiesessies over deze oproep op 17 januari 2020 (algemene info) en op 7 februari 2020 (specifiek inhoudelijke info), respectievelijk om 13.00 h en 14.00 h in zaal 0.04 van het Ellipsgebouw, Koning Albert II-laan 35 in 1030 Brussel. Aanwezigen krijgen de gelegenheid om vragen te stellen. Een verslag met de vragen en de antwoorden wordt op www.zorg-en-gezondheid.be geplaatst. Buiten deze informatiesessie wordt er geen informatie verstrekt over deze oproep.

Kandidaten dienen hun dossier in ten laatste op 31 maart 2020 om 24 uur. Dossiers die later binnenkomen, worden automatisch niet-ontvankelijk verklaard. Er wordt niet ingegaan op vragen om uitstel.

2 J OURIDISCHE C NTEXT

Het sluiten van beheersovereenkomsten na een oproep wordt geregeld door:- het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid1, hierna

afgekort als het preventiedecreet;- het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de subsidiëring en erkenning

van partnerorganisaties en organisaties met terreinwerking via een beheersovereenkomst, verder het BVR-partnerorganisaties te noemen2.

De werking van de medisch milieukundigen van de Logo’s wordt geregeld door:- het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2009 betreffende de Logo’s3, hierna afgekort

als het Logobesluit.

Neem bovenstaande regelgeving door vooraleer u ingaat op deze oproep.

Deze oproep houdt geen garantie in dat een beheersovereenkomst wordt gesloten of dat die niet kan afwijken van sommige bepalingen in deze oproep. Bepaalde regels van deze oproep kunnen in de onderhandelingsfase nog worden aangepast. Beslissingen van het Vlaams Parlement, de Vlaamse Regering of de minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, genomen na het lanceren van deze oproep (bijvoorbeeld over de beschikbaarheid van voldoende budget) primeren boven de bepalingen van deze oproep.

Deze oproep kan leiden tot het sluiten van ten hoogste twee beheersovereenkomsten.

Deze oproep bevat volgende percelen:1° Milieugezondheidszorg.2° Coördinatie van de Medisch Milieukundigen van de Logo’s, afgekort MMK-coördinatie.

1 https://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1012025&param=inhoud 2 https://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1018216&param=inhoud3 https://codex.vlaanderen.be/Portals/Codex/documenten/1017703.html

Page 4: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

Voor elk perceel afzonderlijk kan een dossier worden ingediend. Elk perceel wordt afzonderlijk beoordeeld. Dossiers die ingediend worden moeten betrekking hebben op minstens één volledig perceel. Dit betekent dat de percelen ondeelbaar zijn en dat een organisatie die zou willen intekenen op een onderdeel van een perceel aansluiting moet zoeken met andere organisaties om tot een groepering te komen. Elk perceel wordt afzonderlijk beoordeeld.

Als u dossiers indient voor meerdere percelen moet u de informatie die niet specifiek betrekking heeft op het perceel in kwestie maar eenmaal indienen, dit zijn de gegevens vermeld in hoofdstuk 6 ’ontvankelijkheidsvereisten’, punt 2 tot en met 6.

Eenzelfde kandidaat (groepering of individuele organisatie) kan per perceel maar één dossier indienen. Voor de beheersovereenkomst m.b.t. zowel het perceel Milieugezondheidszorg als het perceel MMK-coördinatie moet het geografisch werkgebied van de organisatie/van alle organisaties samen, het hele Vlaamse Gewest omvatten.

3 W A A AAIE K N ZICH K NDID T STELLEN

De kandidaat moet ofwel 1) een rechtspersoon zijn, ofwel 2) een entiteit van een rechtspersoon met een eigen werking, ofwel 3) een groepering van rechtspersonen of entiteiten van rechtspersonen met een eigen werking.

Als meerdere organisaties zich kandidaat stellen, vermeld alle betrokken rechtspersonen en duid aan welke rechtspersoon als penvoerende organisatie optreedt. Een organisatie kan zich slechts één maal per perceel kandidaat stellen.

Voor en na het sluiten van een beheersovereenkomst moet elk voornemen tot wijziging van de statuten die betrekking kan hebben op de uitvoering van de beheersovereenkomst, onmiddellijk worden meegedeeld aan het agentschap.

De kandidaat geeft beknopt en helder zijn visie weer over de inhoud van de oproep en licht het verband toe met de missie van zijn entiteit, organisatie of groepering.

De kandidaat bezorgt een organigram. Beschrijf bondig de functies, statuten en werkregime, en de deskundigheden (inclusief niveau van relevante ervaring) van de medewerkers die verbonden zijn aan de acties van de oproep. Dit doet u voor elk perceel waarop wordt ingetekend afzonderlijk.Verduidelijk bij het organigram de structuur van de organisatie(s) van de indienende kandidaat. Indien de kandidaat een deel is van een grotere organisatie beschrijft u de relatie en taakverdeling tussen de indienende entiteit en de grotere organisatie. Ook de relaties tussen verschillende indienende partners die samen een groepering vormen kunnen beschreven worden.

Beide percelen verwijzen naar een wezenlijk verschillend onderdeel (in organisatie en opdracht, deel inhoudelijk) van het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk. Binnen dit netwerk dient er een nauwe samenwerking te zijn tussen de partnerorganisatie Milieugezondheidszorg (gesitueerd in de 3e lijn) en de MMK-coördinator (gesitueerd in de 1e lijn). Cf. de figuur op pagina 9.

Page 5: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

4 O A INH UD V N DEB O OMEHEERS VEREENK ST

4.1 ONDERWERP

De Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, maakt bij deze bekend dat hij namens de Vlaamse Regering in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid wil overgaan tot het sluiten van één of meerdere beheersovereenkomst(en) als partnerorganisatie rond:- Milieugezondheidszorg; specifiek m.b.t. de preventieprogramma’s ‘binnenmilieu-gerelateerde

gezondheidswinst, milieugezondheidskundige aandachtsgebieden, gezondheid en klimaat, gezonde publieke ruimte’ en het beleidsprogramma ‘risicoanalyse’ (gezondheid impact assessment).

- Coördinatie van de Medisch Milieukundigen van de Logo’s m.b.t. alle beleidsthema’s horende tot het preventief gezondheidsbeleid milieugezondheidszorg.

Het sluiten van een beheersovereenkomst leidt automatisch tot een erkenning voor de duur van de beheersovereenkomst, voor zover de Vlaamse overheid bevoegd is de organisatie in kwestie te erkennen 4. De omschrijving van de erkenning als organisatie luidt dan als volgt: “Partnerorganisatie Milieugezondheidszorg” en “Partnerorganisatie MMK-coördinatie”.

4.2 WIJZE VAN SUBSIDIERING

De beheersovereenkomsten worden gesubsidieerd door middel van een forfaitaire subsidie.

Voor het perceel Milieugezondheidszorg bedraagt de maximale subsidie 568.675 euro per jaar, of 2.843.375 euro (twee miljoen achthonderddrieënveertigduizend driehonderdvijfenzeventig) voor een duur van 5 jaren. Als de beheersovereenkomst niet start op 1 januari wordt het subsidiebedrag in verhouding bepaald.Voor het perceel MMK-coördinatie bedraagt de maximale subsidie 103.400 euro per jaar, of 517.000 euro (vijfhonderdzeventienduizend) voor een duur van 5 jaren. Als de beheersovereenkomst niet start op 1 januari wordt het subsidiebedrag in verhouding bepaald.

In het subsidiebedrag zijn de eventuele overheadkosten voor centraal beheer en algemene exploitatie inbegrepen. Net zoals voor de kosten die de universiteiten gemaakt hebben, vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1993 tot regeling van de vergoeding van de centrale beheerskosten en de algemene exploitatiekosten van de universiteiten, verbonden aan de uitvoering van wetenschappelijke activiteiten die door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd worden, wordt het maximale bedrag van die kosten (overheadkosten) vastgelegd op 10% van het subsidiebedrag dat uitbetaald wordt.

De Vlaamse Regering kan beslissen het subsidiebedrag voor een of meerdere werkingsjaren te verhogen, op voorwaarde dat ook die verhoogde subsidie wordt aangewend voor het realiseren van de resultaatgebieden uit de beheersovereenkomst, conform de oproep.

4 De Vlaamse overheid is bijvoorbeeld niet bevoegd om bicommunautaire instellingen uit Brussel te erkennen, maar wel om er een beheersovereenkomst mee

te sluiten.

Page 6: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

De vermelde bedragen kunnen nog schommelen in functie van beslissingen in de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor de respectievelijke begrotingsjaren.

Een organisatie die een subsidie krijgt via een beheersovereenkomst is niet uitgesloten van andere mogelijke subsidies of erkenningen.

Inkomsten die verkregen worden buiten de beheersovereenkomst, worden niet verminderd met de subsidie voor de beheersovereenkomst, tenzij dubbele financiering wordt aangetoond. Als dubbele financiering van dezelfde activiteit wordt aangetoond, worden de uitgaven in kwestie niet als kosten aanvaard binnen de beheersovereenkomst. Vermeld de huidige inkomsten uit andere bronnen die relevant zijn voor de resultaatgebieden, in de meerjarenbegroting.

Bijzonder aandachtspunt: - Er mogen rechtstreeks of onrechtstreeks geen middelen uit de beheersovereenkomst

aangewend worden voor activiteiten in het kader van de verdediging van de beroepsbelangen, waaronder de vertegenwoordiging als beroepsorganisatie in raden en commissies, het organiseren van bijeenkomsten met als onderwerp de verdediging van de beroepsbelangen enz…

- Er mogen geen middelen uit de beheersovereenkomst aangewend worden voor acties die geen verband houden met de opdrachten van deze beheersovereenkomst, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks (via personeelsinzet).

- Er wordt samengewerkt over de beleidsdomeinen heen, t.t.z. elementen en inzichten die ‘Vlaamse Overheid’-breed via een overeenkomst van de overheid beschikbaar of in ontwikkeling zijn worden niet dubbel gefinancierd via de modaliteiten van de beheersovereenkomst die uit deze oproep volgt. Dit principe geldt wederzijds voor deze oproep.

Voor het opmaken van de meerjarenbegroting en de begroting voor het eerste werkingsjaar kan u zich baseren op bijgevoegde formulieren.

4.3 START EN EINDE

De vermoedelijke startdatum van de beheersovereenkomst is 1 januari 2021. De einddatum van de beheersovereenkomst is 31 december 2025. Als de beheersovereenkomst niet op 1 januari start, heeft het eerste werkingsjaar, uitzonderlijk, betrekking op een kortere periode dan één jaar. Dit betekent dat het eerste werkingsjaar eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.

4.4 BELEIDSTHEMA’S

Algemeen In het algemeen dragen de beheersovereenkomsten bij tot gezondheidsbevordering en ziektepreventie bij de algemene bevolking en specifieke doelgroepen door middel van educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels, zorg en begeleiding, rechtstreeks naar de einddoelgroep of via relevante intermediairs en settings, voor de realisatie de beleidsprioriteiten en de gezondheidsdoelstellingen van het Vlaams preventieve gezondheidsbeleid (de preventieve gezondheidszorg en het facettenbeleid).

Page 7: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

Het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) begrijpt het begrip ‘preventieve gezondheidszorg’ (en gezondheidsopvoeding) ruim, in het licht van de evolutie in de medisch-milieukundige wetenschap. Het concept Health in all Policies (HiaP) ondersteunt dit begrip.

Gezondheidsbevordering en ziektepreventie omvat voorkomen, en vroegdetectie maar ook hierbij aansluitende vroeginterventie (vroegdetectie en vroeginterventie zijn onderdeel van de genoemde ‘zorg en begeleiding’). De tertiaire preventie (bij patiënten een verergering van een ziekte voorkomen en de gevolgen van een ziekte verminderen) is eigenlijk onderdeel van de behandeling en wordt doorgaans niet gerekend onder het preventieve gezondheidsbeleid. In het kader van milieugezondheidszorg wordt schadebeperking (harm reduction) wel gerekend bij het preventieve gezondheidsbeleid. Bij harm reduction zijn de initiatieven er op gericht de negatieve gevolgen (schade) te verminderen voor de doelgroep, hun omgeving of de samenleving zonder dat daarom het succes van de initiatieven noodzakelijker wijze afhankelijk is van het verminderen van het risico zelf (vb. het risicovol gedrag, de risicofactor).

De afdeling Preventie van het AZG beoogt: ‘Door preventie, samen met u, zorgen voor meer gezondheid … voor iedereen’

Het AZG kijkt hiervoor, ingegeven door het preventiedecreet, door een gezondheidsbril naar de omgeving van de mens. AZG ziet “preventie” (preventieve gezondheidszorg) niet louter als “zorg” (“care”), maar ook als een begrip dat een zekere lading van de “cure” kan dekken. AZG wil haar initiatieven niet beperkt zien tot “sick care”, maar integendeel ageren binnen de ruimere “health care”. AZG plant initiatieven die binnen de bron-blootstelling-effect-keten in het stuk blootstelling-effect vallen, hetgeen AZG door een gezondheidsbril ziet.

Page 8: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

Figuur: Den Hond E, projectcoördinator, Provinciaal Instituut voor Hygiëne Antwerpen (2011), cf. ‘The versatility of health impact assessment: experiences in Andalusia and other European settings’ (WHO 2019).

Kwaliteit, adaptatie en mitigatie zijn belangrijke impactfactoren op de gezondheid van de bevolking. Een toetsing aan de 8 criteria van Hill5 zal aangeven in welke mate de voorgelegde preventieve maatregel gericht is op de bevordering van de gezondheid. Naast dit begrip van causaliteit is evidentie een belangrijk begrip. Het gaat om het omvattend huidig weten, alsook de stand van vak-uitoefening inclusief de epidemiologische kennis. Het overzicht wordt behouden door systematische reviews en richtlijnen en protocollen die evidence based zijn, te consulteren. Concreet verwijzen we oa. naar de Cochrane collaboration, de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het IARC, enz. Er wordt uitgegaan van de epidemiologische principes waarbij afhankelijkheid versus oorzakelijkheid wordt meegenomen uitgaande van beschrijvende (case reports, surveillancestudies, ecologische studies en clusterstudies) en analytische studies (meestal case-control of cohortstudies zich baserend op medische dossiers, klinische of laboratorium onderzoeken, resultaten van enquêtes of directe metingen of schattingen van blootstelling cohortstudies). Vervolgens wordt de causaliteit vastgesteld op groepsniveau (cf. Hill-criteria).

Doordat ziektes door een combinatie van verschillende factoren ontstaan, kun je ze (vaak) op meer dan één manier voorkomen. Deze stelling is voor preventie van enorm belang. Een “bij die persoon is er die (ene) oorzaak voor de ziekte X” gaat niet op. Maar wanneer op slechts één van de oorzaken wordt ingespeeld, kan kansverlagend-preventief resultaat worden geboekt. De Bradford-Hill criteria vormen een referentiekader, geen check-list. De zo bekomen inzichten dienen relatief gekaderd te worden t.o.v. de set van minimale omstandigheden en gebeurtenissen die ziekte doen uitbreken. We spreken van “voldoende oorzaak” (sufficient cause) – één specifiek onderdeel kan mogelijkerwijze wel een rol spelen in één, twee of alle drie de oorzakelijke systemen, maar dat is niet noodzakelijk zo. De levensdomeinen of, meer uitgebreid, de leefstijlfactoren en individuele gevoeligheid/vatbaarheid zijn een even belangrijk aspect.

Verstedelijking is één van de leidende globale trends van de 21e eeuw, en heeft een significante impact op gezondheid en welzijn – in het bijzonder in relatie tot niet overdraagbare aandoeningen (non communicable diseases of NDCs). De beïnvloedende factoren van stedelijke gezondheid omvatten bestuur, populatie karakteristieken, zowel de natuurlijke en menselijke geïnduceerde omgeving, sociale en economische ontwikkeling, diensten en de ontwikkeling van de gezondheidszorg, en voedselveiligheid. Dit geeft aan dat de lokale besturen een sleutelpositie innemen om de NCDs aan te pakken. Goede praktijken uit deze inzichten zijn vlot transfereerbaar naar een niet-stedelijke context. In het preventief milieugezondheidsbeleid is een regierol van de lokale besturen belangrijk, in afstemming met Vlaanderen. Participatie en het rekening houden met de sociale determinanten (oa. integreren van inzicht uit de sociale kaart – www.desocialekaart.be ) van gezondheid zijn essentieel. 6

5 1. Sterkte – 2. Consistentie – 3. Specificiteit – 4. Temporaliteit – 5. Biologisch verloop – 6. Plausibiliteit – 7. Coherentie – 8. Experimenteel bewijs. Bron: Hill AB. THE ENVIRONMENT AND DISEASE: ASSOCIATION OR CAUSATION? Proceedings of the Royal Society of Medicine. 1965;58(5):295-300.6 A multilevel governance approach to preventing and managing noncommunicable diseases: the role of cities and urban settings (WHO, 2019)

Page 9: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

De structuur waarin de partnerorganisatie Milieugezondheidszorg werkt is het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk (VMMN)7: het samenwerkingsmodel dat bestaat uit drie actieniveaus, op de eerste lijn staan de medisch milieukundigen (MMK’s) van de Logo's, op de tweede lijn staan de afdeling Preventie van het agentschap en de afdeling Vlaams Planbureau voor Omgeving van het Departement Omgeving, op de derde lijn staan de organisaties die zorgen voor de wetenschappelijke onderbouwing van het milieu-gerelateerde gezondheidsbeleid.

Binnen het VMMN zal de partnerorganisatie Milieugezondheidszorg - ‘wetenschap voorbereiden voor de praktijk’. Hier wordt samengewerkt met het Steunpunt Milieu & Gezondheid dewelke een meer fundamenteel wetenschappelijke insteek hanteert (bv. het steunpunt zal dosis-effect relaties trachten vast te stellen in de Vlaamse bevolking, de partnerorganisatie zal die relaties toepassen), aangestuurd door het Vlaams Planbureau Omgeving. De partnerorganisatie ondersteunt beleidsonderbouwing en beleidsuitvoering op zowel regionaal Vlaams (AZG), als lokaal niveau (Logo’s). De inzichten en methodieken die ontworpen worden hebben niet enkel een thematische benadering, maar geven ook invulling8 aan een setting gerichte benadering (oa. via kadermethodieken)9. De beleidsvoorbereiding, -uitvoer en -onderbouwing m.b.t. Milieugezondheidszorg wordt gecoördineerd door het AZG; dit te samen met de invulling van de wettelijke taken van het AZG in zowel het milieu- als gezondheidsbeleid. De ondersteuning op lokaal niveau wordt voorzien via de Logo’s. Binnen deze multidisciplinaire netwerken voor het lokale preventief gezondheidsbeleid brengen de medisch milieukundigen (MMK’s) het aspect milieugezondheidszorg naar de lokale besturen, intermediaire organisaties en de eerste lijn10. Deze laatste is georganiseerd in eerstelijnszones en regionale zorgzones (afgestemd met het werkgebied van de Logo’s), voor dit aspect ondersteund door de partnerorganisatie ‘Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn’ (Vivel vzw).

7 Het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de Logo’s van 30/01/2009, cf. artikel 1.14° [https://codex.vlaanderen.be/Portals/Codex/documenten/1017703.html ] 8 De inzichten m.b.t. de benadering van de levensdomeinen via een kadermethodiek, wordt uitgewerkt door de partnerorganisatie algemene gezondheidsbevordering. Het thematisch en technisch methodologisch inzicht m.b.t. milieugezondheidszorg behoort tot het takenpakket van de partnerorganisatie Milieugezondheidszorg.9 https://www.preventiemethodieken.be/over-preventiemethodieken 10 https://www.zorg-en-gezondheid.be/per-domein/eerste-lijn

Page 10: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

Het principe van Health in All Policies11 (HiaP) werd op de gezondheidsconferentie in 2016 ondersteund door de voltallige Vlaamse regering. HiAP is dus nodig om de grootste, en meest complexe gezondheidsuitdagingen aan te pakken. Deze zijn vaak verbonden door sociale determinanten van gezondheid, zijnde de omstandigheden waarin mensen geboren worden, opgroeien, leven, werken en verouderen, en de bredere set krachten en systemen die deze omstandigheden beïnvloeden. Gezondheidsgelijkheid overheen verschillende groepen van de bevolking verdient hierbij aandacht. Het traditionele denken over overheden in hokjes per materie moet daartoe worden opzijgezet; samenwerking wordt gezien als de enige weg vooruit om met de beperkte middelen toch krachtige resultaten neer te zetten. En er is vraag vanuit verschillende beleidsdomeinen om te participeren en betrokken te worden bij de verdere concretisering van het toekomstige beleid. Vooral Omgeving, Onderwijs, Mobiliteit en Openbare Werken, Werk, Economie, Wetenschap en Innovatie en Sport tonen de meeste expliciete raakvlakken. In het kader van HiaP dient er met de diverse beleidsdomeinen te worden nagaan welke acties en/of projecten vanuit andere beleidsdomeinen of overheden een bijdrage (kunnen) leveren aan het preventieve gezondheidsbeleid. De concretisering van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen 2030 van de Verenigde Naties zullen hier ook hun plaats in krijgen.

Het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid voorziet het formuleren van Vlaamse gezondheidsdoelstellingen voor preventie. Op de gezondheidsconferentie van 2016 is er voor gekozen om vanuit het belang van een facettenbeleid (Health in all policies ) in te zetten op een beleid gericht op belangrijke levensdomeinen (settings ) zoals het gezin, vrije tijd, onderwijs, werk, zorg en welzijn en buurt en lokale gemeenschap. Om die reden werd gekozen om subdoelstellingen te formuleren op het niveau van verschillende settings en niet meer per preventiethema, te bereiken gedrag of gezondheidseffect zoals bij de afgelopen gezondheidsdoelstellingen voeding en beweging en tabak, alcohol en drugs. Tegelijk is er voor gekozen om sterker in te zetten om rechtstreeks de burger te bereiken en voldoende oog te hebben voor goed bestuur. De beleidsnota12 ‘Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding 2019-2024’ stelt het formuleren van haalbare doelstellingen m.b.t. gezondheid in onze leefomgeving voorop. Een traject naar het destilleren van doelstellingen tegen 2024, ingegeven vanuit HiaP – de andere beleidsdomeinen, wordt een uitdaging voor zowel AZG als de partnerorganisatie.

Belangrijke randvoorwaarden die we meenemen zijn: het voeren van een gericht beleid, geprioriteerd volgens doelmatigheid, waarbij we inzetten op gedreven medewerkers, we een goede communicatie verzekeren, we optimaal samenwerken met de partners, we zorgen voor maatschappelijke gedragenheid, we het beste halen uit nieuwe ontwikkelingen en we betrouwbare informatie garanderen.

In dit geheel is het gebruik van inzichten uit de gedragswetenschappen, waaronder nudging, als ondersteunende mechanismen voor het beleid, belangrijk. Net zozeer belangrijk is het principe om ons te richten op alle burgers, maar waar we proportioneel meer inzetten op het bereiken van groepen in de samenleving met een verhoogd risico of die omwille van sociale, economische, culturele of andere redenen minder aansluiting vinden bij het beleid (= proportioneel universalisme). In dat kader wordt Health Promotion 4.013 een uitdaging.

‘Last but not least’ vestigen we de aandacht op een passage uit de beleidsnota: ‘We zorgen ervoor dat de partners voldoende inzetten op registratie, monitoring en gegevensuitwisseling. Het preventiebeleid moet meer tastbaar en meetbaar worden, zodat we de finaliteit van het beleid kunnen zien. We koppelen de middelen aan concrete doelstellingen en hun doelmatigheid.’

Specifiek De beheersovereenkomst Milieugezondheidszorg beoogt ondersteuning vanuit

11 https://www.zorg-en-gezondheid.be/sites/default/files/atoms/files/Infographic_healthinallpolicies.pdf 12 https://www.vlaamsparlement.be/parlementaire-documenten/parlementaire-initiatieven/1342561 13 Health Promotion International, 2019; 34: 179-181 (Oxford Editorial)

Page 11: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

wetenschappelijk medisch milieukundig inzicht voor een optimale praktijkvoering op vlak van de preventieve gezondheidszorg, die afgestemd is op (de prioriteiten van) het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid; door onderbouwing, toepassing of verfijning van de bestaande methodieken.

Hierbij wordt, cf. de beleids- en begrotingstoelichting, ingezet op 4 preventieprogramma’s en 1 beleidsprogramma:

Beleidsprogramma: medisch milieukundige risicoanalyse (gezondheidsimpactassessment)

Preventieprogramma: binnenmilieugerelateerde gezondheidswinst Preventieprogramma: milieugezondheidskundige aandachtsgebieden Preventieprogramma: gezonde publieke ruimte Preventieprogramma: klimaat en gezondheid

We staan voor grote maatschappelijke uitdagingen voor een gezonde leefomgeving. Gezondheid is een sleutelelement bij de aanpak van de energietransitie, de ruimtelijke ordening, het mobiliteitsvraagstuk, het wonen in een gezonde stad, een duurzame natuurbeleving en een gezond klimaat (binnen en buiten).

We ondersteunen daarom andere beleidsdomeinen bij het integreren van een gezondheidsblik in hun doelstellingen. We formuleren haalbare maar ambitieuze doelstellingen m.b.t. gezondheid in onze leefomgeving. We richten ons naar alle burgers, maar we zullen intensiever inzetten daar waar de doelgroepen kwetsbaarder zijn en meer obstakels moeten overwinnen.

Vanuit het Vlaamse beleidsniveau rond milieugezondheidszorg bieden we via de Logo’s maximaal ondersteuning bij het integreren van Health in All Policies op lokaal beleidsniveau.

De continu toenemende complexiteit en diversiteit van de milieugezondheidskunde noodzaakt de uitbreiding van de wetenschappelijke expertise voor de onderbouwing van het milieugezondheidszorgbeleid. Om deze expertise toe te passen sluiten we daarom ook een meerjarige beheersovereenkomst met een partnerorganisatie ‘Milieugezondheidszorg’.

Voor het preventief beleid m.b.t. de milieugezondheidszorg hebben we, samen met onze partnerorganisaties, de komende jaren aandacht voor 4 grote werven:

Klimaatimpact: Volksgezondheid is een essentieel onderdeel van lokaal en bovenlokaal beleid met betrekking tot klimaatmitigatie en klimaatadaptatie. We stellen informatie, tools en methodologieën ter beschikking van zowel de algemene bevolking als lokaal en bovenlokaal beleid om de bewustwording over de gezondheidsimpact van klimaat en de weerbaarheid te vergroten. Naast de sociale determinanten van gezondheid krijgen ook de impact op geestelijke gezondheid, op cardiovasculaire en respiratoire ziekten, op waterkwaliteit en vector-gebonden ziekteverwekkers aandacht als duidelijke gezondheidskundige eindpunten van het klimaatbeleid.

Gezonde Publieke Ruimte:Een ‘gezonde publieke ruimte’ vereist een integrale benadering van onze leefomgeving. Daartoe organiseren we vanuit gezondheid een beleidsdomeinoverschrijdend platform. We nemen de eindverklaring van de Interministeriële Conferentie Environment & Health 2017 ter harte. Die stelt dat luchtkwaliteit (buiten en binnen) veruit de belangrijkste prioriteit is voor West-Europa. Ook in Vlaanderen zetten we in op duurzame mobiliteit en een gezonde

Page 12: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

stad (cfr. ‘Healthy Cities’-concept van de Wereldgezondheidsorganisatie). We leggen in wetgeving de nodige procedures vast die lokale beleidsactoren ondersteuning en houvast bieden in hun aanpak van milieugezondheidskundige aandachtsgebieden. In dit kader heroriënteren we de adviesbevoegdheid van het Agentschap Zorg en Gezondheid uit de Vlaamse Milieureglementering (VLAREM) naar een gebied-geïntegreerde invulling van (milieu)gezondheidskundige impact analyse. De Medisch Milieukundigen van de Logo’s vormen hierin onze locoregionale actor.

Milieugezondheidskundige surveillance: De maatschappij heeft nood aan een debat rond milieugezondheidskundige risico-acceptatie: open communicatie over maatschappelijke aanvaardbaarheid van gezondheidswinst en -verlies in milieugezondheidsvraagstukken is essentieel. We formuleren gezondheidskundige advieswaarden, als basis voor het preventief gezondheidsbeleid milieugezondheidszorg, en gidsend voor integraal beleid. Via de zorgatlas genereren we milieugezondheidsdata en -trendanalyses om nieuw beleid te onderbouwen en aan te sturen, maar ook om de (boven)lokale beleidseffectiviteit op te volgen. De actoren van de eerste lijn zijn onze ogen en oren: via samenwerkingsverbanden creëren we een dataplatform milieugezondheid rond UREG (data spoeddiensten ziekenhuizen), kankerregister, Intego (surveillancenetwerk elektronische medische dossiers), specifieke mortaliteit- en geboortestatistieken en milieudata van de Vlaamse Milieumaatschappij.

‘new emerging pollutants’ en nieuwe monitoring- en analysetechnologie;dienen zich aan om geïntegreerd te worden in de milieugezondheidszorg. In ons binnen- en buitenmilieu hebben we aandacht voor de gezondheidsimpact van de nieuwe generatie polluenten14 zoals microplastics, hormoonverstoorders, black carbon, microbiota, … We houden de vinger aan de pols voor opportuniteiten en creëren samenwerkingsverbanden m.b.t. medisch milieukundige inzetbaarheid van ‘Do It Yourself’-monitoring, wearables en begeleidende apps.

Die beleidsthema’s verwijzen naar onder andere:- volgende artikels uit het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve

gezondheidsbeleid:o Algemeen: artikelen 3, 4, 5, 73, 74o Specifiek: artikelen 39, 44, 51, 52, 53, 54, 55, 56, (67, 68, 72)

- Logo-besluit (cf. voetnoot 4)- Binnenmilieubesluit15

- Decreet omgevingsvergunning- Het Luchtbeleidsplan 203016 - De strategische visie van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen17

- De ontwerpen van het Luchtbeleidsplan, het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, het Klimaatadaptatieplan in opmaak, …

- het MER-decreet- De volgende specifieke WHO-publicaties:

o Concept healthy cities: http://www.euro.who.int/en/health-topics/environment-and-health/urban-health/who-european-healthy-cities-network

o http://www.euro.who.int/__data/assets/pdf_file/0004/355792/ ProtectingHealthEuropeFromClimateChange.pdf

14 Cf. ECHA of de lijst met zeer zorgwekkende stoffen: https://rvs.rivm.nl/stoffenlijsten/Zeer-Zorgwekkende-Stoffen 15 Binnenmilieubesluit: http://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1013487&param=inhoud&ref=search 16 https://www.lne.be/luchtverontreining-vlaamse-plannen#Luchtbeleidsplan17 https://www.ruimtevlaanderen.be/BRV

Page 13: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

- ADVIES WONEN EN GEZONDHEID Advies 2018-27 /18.12.2018, Vlaamse Woonraad, https://www.wonenvlaanderen.be/sites/wvl/files/wysiwyg/vwr-gezondheid_2018.12.18.pdf

- Advies INDOOR AIR QUALITY IN BELGIUM, SEPTEMBER 2017 Hoge Gezondheidsraad NR. 8794, https://www.health.belgium.be/sites/default/files/uploads/fields/fpshealth_theme_file/hgr_8794_advies_iaq.pdf

Deze thema’s worden binnen de afdeling Preventie van het AZG uitgewerkt in preventieprogramma’s en beleidsprogramma’s:

- Het preventieprogramma ‘gezonde publieke ruimte’ zet in op het versterken van de leefomgevingskwaliteit vanuit het perspectief volksgezondheid, met de focus op woonkernen. Binnen deze oproep ligt de nadruk op de milieugezondheidskundige aspecten buitenlucht en omgevingsgeluidskwaliteit. Het wegverkeer heeft hierin een belangrijk aandeel. Het is zeker zinvol om linken te leggen met gezondheidsthema’s die breder gaan dan milieugezondheidszorg: zo zijn er in een gezonde publieke ruimte win-wins te bekomen rond onder meer beweging, mentaal en sociaal welbevinden. Ook met het preventieprogramma “klimaat en gezondheid” binnen deze zelfde oproep zijn er meerdere crosslinks te leggen.

- Het preventieprogramma ‘binnenmilieugerelateerde gezondheidswinst’ heeft als doel de burger te beschermen tegen de gezondheidsrisico’s door verontreiniging van het binnenmilieu. De focus ligt op chemische, fysische en biologische componenten van de binnenlucht in woningen en publiek toegankelijke gebouwen. De kwaliteit van de binnenlucht wordt beïnvloedt door verontreinigingsbronnen in de omgeving buiten als bronnen binnen. Het preventieprogramma ‘binnenmilieugerelateerde gezondheidswinst’ zet in op de bronnen binnen en het aspect ventileren en verluchten, op de bronnen in de buitenomgeving wordt ingezet door de overige preventieprogramma’s. Het preventieprogramma ‘‘binnenmilieugerelateerde gezondheidswinst’ heeft een eigen wettelijk kader; het binnenmilieubesluit. (meer info op https://www.zorg-en-gezondheid.be/binnenmilieu ). In dit besluit zijn richtlijnen opgenomen die een gezond binnenmilieu omschrijven, dit onder de vorm van richtwaarden en interventiewaarden. Die waarden omvatten zowel chemische, fysische als biologische factoren en zijn opgenomen in de bijlage bij het besluit. Deze geeft het AZG en de medisch milieukundigen van de Logo’s de bevoegdheden om onderzoeken in te stellen in particuliere woningen en publiek toegankelijke gebouwen (op vraag en op eigen initiatief), expliciete opdrachten te geven naar inzet van maatregelen bij een ongezond binnenmilieu in publiek toegankelijke gebouwen, onbewoonbaarverklaringen te adviseren in het kader van particuliere woningen en om doelgroepen te informeren en sensibiliseren over risico’s van een ongezond binnenmilieuklimaat (op vraag en eigen initiatief). Onderzoek in woningen en publiek toegankelijke gebouwen bestaat enerzijds uit beleidsrelevant onderzoek en onderzoek ifv behandeling van vragen en klachten. Een voorbeeld van eigen beleidsrelevant onderzoek is de surveillance in 450 klachtenvrije woningen in Vlaanderen (2007-2012). Naast eigen onderzoek neemt het AZG ook deel aan stuurgroepen in onderzoek georganiseerd door Vlaams Planbureau Omgeving. Jaarlijks wordt er ook een actieweek ‘gezond binnen’ georganiseerd. De actieweek is een instrument om het thema binnenmilieu jaarlijks op de agenda te zetten van lokale organisaties en het middenveld. De voorbije jaren waren er actieweken met volgende topics: ventileren en verluchten, passief roken en ‘Woon gezond, kies bewust’. Op dit ogenblik loopt een bevraging bij verschillende stakeholders die werken rond het thema ‘wonen’ om in kaart te brengen hoe we bij deze stakeholders het thema binnenmilieu hoger op de agenda kunnen krijgen en welke good practices er nu al bestaan met focus op lage SES.Bij de behandeling van vragen en klachten kan het nodig zijn om over te gaan tot metingen van de binnenluchtkwaliteit. Het doel van de metingen is om een objectief en oorzakelijk verband tussen de gezondheidsklacht en de binnenmilieukwaliteit te identificeren. Een huislabo geeft

Page 14: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

algemene technisch/wetenschappelijke ondersteuning op het vlak van binnenhuis luchtverontreiniging, adviseert over de noodzaak/meerwaarde tot meten en de meetstrategie (meetmethode, meetplan, te bemonsteren luchtpolluenten), en werkt ondersteunend bij metingen en analyses van de belangrijkste, mogelijk oorzakelijke, chemische, fysische en biologische parameters. Verder is er binnen het programma specifieke aandacht voor gevoelige groepen, groepen met lagere sociaal economische status (SES). Zo werd er in samenwerking en op maat van de settingroep Onderwijs een actieplan ontwikkeld om de luchtkwaliteit in scholen te verbeteren dat gefaseerd wordt uitgevoerd. Het is de bedoeling dat ook voor andere gevoelige bestemmingen gelijkaardige actieplannen worden ontwikkeld en geïmplementeerd. Er wordt ook via de MMK’s een uitgebreid aanbod van methodieken en materialen m.b.t. binnenlucht voor verschillende actoren ter beschikking gesteld. Een voorbeeld is het educatief aanbod voor lager en secundair onderwijs. Meer informatie over de projecten en materialen ikv sensibilisering op http://www.gezondheidenmilieu.be/nl/projecten-237.html

- Het Preventieprogramma ‘milieugezondheidskundige aandachtsgebieden (MGAG)’ heeft als doel de schadelijke invloeden van milieufactoren op de volksgezondheid te verminderen door in te zetten op alle aspecten van preventieve gezondheidszorg (gezondheidspromotie, ziektepreventie en gezondheidsbescherming) en door samenwerking met andere beleidsdomeinen (facettenbeleid). Een milieugezondheidskundig aandachtsgebied is een (geografisch of functioneel afgegrensd) gebied waar meer dan gemiddeld of verwacht een nadelige invloed is van het milieu op de volksgezondheid (of deze invloed sterk wordt vermoed) naar aanleiding van afwijkende milieumetingen of afwijkende gezondheidsgegevens, of waar er grote ongerustheid en/of hinder is van de bevolking rond mogelijke (lokale) blootstelling aan milieufactoren. Naast het vermijden van nieuwe aandachtgebieden en het in kaart brengen van potentiële aandachtsgebieden, gebeurt zowel de diepgang van milieugezondheidskundige risico-inschattingen in geïdentificeerde en bestaande aandachtgebieden als de opstart van potentiële initiatieven tot remediëring van de MGAG-problematiek stapsgewijs.

- Het preventieprogramma ‘klimaat en gezondheid’ zet doelgericht in op preventie rond klimaatverandering en gezondheid. Aangezien klimaatverandering een zeer groot scala aan topics omvat die een directe en indirecte impact hebben op de volksgezondheid, werden een aantal specifieke topics afgebakend waarrond het team milieugezondheidszorg zal werken. Deze topics zijn:

o Hittegerelateerde aandoeningeno Drinkwatergerelateerde ziekteno Recreatiewatergerelateerde ziekteno Luchtkwaliteit (binnenmilieu en buitenmilieu)o Aeroallergenen (pollen)o Vectorgebonden ziekten

Deze topics worden beïnvloedt door de directe impact van de globale opwarming van de aarde en de directe impact door weersextremen (hittegolven, overstromingen, droogte en (natuur)branden). Dit preventieprogramma heeft een directe link met het preventieprogramma ‘gezonde publieke ruimte’ in het kader van oa. stedelijk hitte-eilandeffect, klimaatadaptatiemaatregelen in de pubieke ruimte (groen-blauwe netwerken,…).Enkele aspecten zijn reeds opgenomen binnen de samenwerkingsovereenkomst met Sciensano en kunnen niet binnen deze oproep behandeld worden. Het gaat hier over klimaatverandering en aeroallergenen, de aspecten rond vectorgebonden ziekten en de opvolging van de algemene mortaliteitsgevens tijdens het zomerseizoen.Binnen het preventieprogramma ‘klimaat en gezondheid’ lopen momenteel twee sensibiliseringscampagnes nl. ‘Warme Dagen’ en ‘Wees niet gek. Doe de tekencheck’.

- Het beleidsprogramma ‘milieu-gezondheidskundige risicoanalyse’ biedt (methodologische) ondersteuning aan de 4 preventieprogramma’s die in deze oproep zijn opgenomen, namelijk

Page 15: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

binnenmilieu gerelateerde gezondheidswinst, milieugezondheidskundige aandachtsgebieden, gezonde publieke ruimte, klimaat en gezondheid. Daarnaast worden ook de preventieprogramma’s drinkwater en recreatiewater ondersteund. Ondersteuning gebeurt op het vlak van ontwikkelen en implementeren van methodes voor risicoanalyse (milieugezondheidsimpact analyse), (on)aanvaardbaarheid van risico’s en risicocommunicatie. Ook de integratie van nieuwe polluenten (microplastics, hormoonverstoorders, …) in de milieugezondheidszorg valt onder het beleidsprogramma risicoanalyse. Verder zet het beleidsprogramma risicoanalyse in op medisch milieukundige surveillance door monitoring van het buitenmilieu en koppeling aan gegevens uit gezondheidsdatabases. Op die manier worden milieugezondheidsdata en -trendanalyses gegenereerd die dienen als onderbouwing voor het uitwerken van gepaste beleidsmaatregelen met betrekking tot omgevingsfactoren. Deze surveillance met daarbij ook de formulering van gezondheidskundige advieswaarden laat toe om advies te verlenen aan andere beleidsdomeinen met een milieu-of omgevingsgerelateerde bevoegdheid om zo tot een gezondheidsbevorderend milieu te komen.

Specifiek De beheersovereenkomst MMK-coördinatie beoogt de coördinatie van de implementatie van het preventief gezondheidsbeleid milieugezondheidszorg op het lokale niveau, in afstemming met (de prioriteiten van) het Vlaamse preventieve gezondheidsbeleid milieugezondheidszorg. Dit omvat de coördinatie van de Medisch Milieukundigen (en hun specifiek hiertoe aangeduide ondersteuners) van de Logo’s die een takenpakket ten uitvoer brengen zoals beschreven in art. 17 §1.7° van het Logo-besluit.

De MMK-werking stimuleert en ondersteunt de lokale werking van preventieorganisaties en professionelen uit de gezondheidszorg rond milieugezondheid op basis van de pijlers van

gezondheidsbevordering, gezondheidsbescherming en ziektepreventie om de gezondheid te bevorderen en de ziektelast verbonden aan milieugezondheidsproblemen te beperken.

De MMK-werking werkt mee aan het Vlaamse milieugezondheidsbeleid om de gezondheid te bevorderen en de ziektelast verbonden aan milieugezondheidsproblemen te beperken.

De MMK vormt als het ware een draaischijf tussen de Vlaamse overheid en de lokale preventieorganisaties18 en professionelen uit de gezondheidszorg.

De MMK-werking vertrekt vanuit de drie pijlers van de preventieve gezondheidszorg, nl. gezondheidsbevordering, gezondheidsbescherming en ziektepreventie. Via de gezondheidsbevordering worden burgers in staat gesteld om te kiezen voor een gezond milieugezondheidsgedrag. De gezonde keuze wordt hierdoor de meest evidente keuze. Kernacties hierbij zijn informeren, sensibiliseren en trainen van vaardigheden en gewoontes, het creëren van een gezondheidsbevorderende fysieke en sociale omgeving en het voeren van een gezondheidsbeleid in verschillende settings. Hierbij worden de verschillende doelgroepen op een gepaste wijze benaderd. Lokale preventieorganisaties en professionelen uit de gezondheidszorg zijn de preferentiële partners

18 Preventieorganisaties: gemeente- en OCMW-besturen, verenigingen, organisaties, of plaatselijke of regionale afdelingen ervan, met een werking binnen het werkgebied van een Logo, die een meerwaarde kunnen bieden aan de locoregionale uitvoering van het preventieve gezondheidsbeleid in dat werkgebied

Page 16: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

om de gezondheidsbevordering te initiëren en uit te bouwen. Lokale besturen worden aangemoedigd om een lokaal milieugezondheidsbeleid uit te bouwen.

Via gezondheidsbescherming tracht men de bevolking te beschermen tegen gezondheidsbedreigende factoren (exogene of endogene factoren). Beschermende adviezen19 kunnen, op eigen initiatief en, indien nodig of gewenst, met ondersteuning van Zorg en Gezondheid, worden opgemaakt voor groepen of individuen die worden blootgesteld aan risico’s. Via ziektepreventie worden milieugezondheidsziekten en lokale milieugezondheidsproblemen (inclusief ongerustheid) voorkomen, vroegtijdig gedetecteerd en geremedieerd. Het voorkomen van milieugezondheidsproblemen wordt gestimuleerd door de zelfredzaamheid van lokale besturen en professionelen uit de gezondheidszorg te bevorderen. Op deze manier kunnen lokale milieugezondheidsproblemen worden voorkomen door (vooraf) de mogelijke impact op de gezondheid in te schatten. Lokale besturen en professionelen uit de gezondheidszorg worden begeleid om signalen te herkennen van lokale milieugezondheidsproblemen. Een vroegtijdige detectie kan het opschalen van de problematiek vermijden.

Door het netwerk dat de MMK heeft uitgebouwd met zijn lokale partners, en door de operationele terreinwerking, houdt hij een overzicht van de lokale problematieken in zijn regio. De MMK kan beslissen om de problematieken te signaleren aan het Vlaamse beleid indien hij van oordeel is dat aandacht van een hogere trap van het medisch milieukundig netwerk voor die problematiek noodzakelijk is. De MMK ondersteunt de lokale besturen en de professionelen uit de gezondheidszorg bij de aanpak of anticipatie bij lokale milieugezondheidsproblemen. Indien remediëring nodig is, ondersteunt de MMK het lokale bestuur in nauwe samenwerking met het Vlaamse milieugezondheidsbeleid, en breder het milieu-, ruimte- en onderwijsbeleid.

De MMK is een eerstelijnsaanspreekpunt voor individuele burgers wanneer de lokale preventieorganisaties of de professionelen uit de gezondheidszorg over onvoldoende zelfredzaamheid20 beschikken. De MMK kan optreden als onafhankelijke derde wanneer het lokale bestuur betrokken partij is of de onafhankelijkheid door de burger in vraag wordt gesteld. De MMK geeft objectieve informatie, maar is geen conflictbemiddelaar.

De milieugerelateerde beleidsthema’s waarin de MMK’s van de Logo’s betrokken zijn, zijn breder dan deze geformuleerd in het eerste perceel van deze oproep ‘partnerorganisatie Milieugezondheidszorg’. Bijkomende specifieke thema’s zijn oa.:

Drinkwater (met als direct betrokken partner de VMM en een eventueel toekomstige partnerorganisatie drinkwater),

Recreatiewater (met als direct betrokken partner de VMM), de thema’s ondergebracht in het beleidsdomein omgeving: bodem, lucht, ruimte, klimaat,

afval, niet ioniserende straling, de thema’s ondergebracht in het beleidsdomein landbouw,

Behalve voor de thema’s drinkwater en recreatiewater zijn deze bijkomende thema’s niet in 1 e lijn inhoudelijk ondersteund door het AZG of de partnerorganisaties gesubsidieerd door het AZG. De inhoudelijke 1e lijn-ondersteuning van de MMK’s voor deze laatste groep van bijkomende thema’s wordt rechtstreeks voorzien door de respectievelijk beleidsverantwoordelijke agentschappen en departementen. Deze vertegenwoordigen een maximale MMK-werkbelasting van 20% van de MMK-tijd. Daarnaast is er nog 10% overflow op hun werktijd, en 70% AZG-aangestuurde thema’s. De MMK’s hanteren binnen het Logo een integrale benadering, zowel thematisch- als settinggericht, daarvoor sluiten ze enerzijds aan bij het globale preventief gezondheidsbeleid (dus met integratie van de thema’s voorzien bij het team Algemene Preventie en Infectieziekten en Vaccinaties).

19 Voorbeelden van beschermende adviezen zijn teeltadviezen, adviezen rond binnenmilieu, de uitvoering van de eerstelijnsfunctie20 Focus zal liggen op deskundigheidsbevordering van intermediairs.

Page 17: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

Het takenpakket van de MMK’s van de Logo’s is vastgelegd in het Logo-besluit; artikel 17 §1.7°. De organisatie van de Logo’s en de inpassing van de MMK’s hierin is eveneens uitgeschreven in dit besluit van de Vlaamse Regering. De laatste revisie van de praktijkorganisatie van de MMK-werking werd uitgetekend op 21 november 2017 en is onder de vorm van een ppt-bestand weergegeven in bijlage bij deze oproep.

De Medisch Milieukundigen van de Logo’s opereren in de 1e lijn van het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk (cf. figuur pagina 9).

Concreet omvat dit perceel van de oproep de coördinatie van de MMK-werking.

Hiertoe worden alle processen van de MMK-werking binnen de Logo’s in kaart gebracht. De basis hiervoor vormt de (MMK-)Logo-opdracht zoals beschreven in het Logo-besluit, aangevuld met de input uit Cirro, het strategisch plan van de Vlaamse Logo’s, missie en visie van de Vlaamse Logo’s 21, de missie en visie van de MMK-werking (cf. italic tekst op pagina 10 en 11 van deze oproep), en de expertise van de Logo-medewerkers. Hierin kunnen we een 6-tal sleutelprocessen definiëren:

1. het opbouwen en onderhouden van een op participatie gericht lokaal medisch milieukundig netwerk,

2. het detecteren (vinger aan de pols houden) en signaleren van milieugezondheid issues: 1 e lijn aanspreekpunt voor milieugerelateerde gezondheidsproblemen,

3. informeren, voorlichten, sensibiliseren en algemeen het dissemineren van medisch milieukundige inzicht,

4. adviseren en ondersteunen van, en samenwerken met Vlaamse en lokale overheden rond potentiële milieugerelateerde gezondheidsproblemen,

5. lokale methodiekontwikkeling,6. het uitvoeren van gezondheidskundige impactinschattingen en risicocommunicatie.

We streven naar uniformiteit wat betreft deze processen over de Logo’s heen, maar met voldoende lokale bewegingsvrijheid op basis van lokale noden en behoeften, cultuurverschillen, samenwerkingsverbanden, … Deze lokale verschillen zijn noodzakelijk en essentieel om een kwaliteitsvolle dienstverlening te bewerkstellingen. Om tot een zo hoog mogelijke graad van uniformiteit te komen worden de sleutelprocessen zowel in de breedte als in de diepte gecoördineerd:

BreedteEr wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijk aantal gedeelde sleutelprocessen. Deze worden onderverdeeld in 3 categorieën:

Kernprocessen: zijn gericht op het afleveren van producten en diensten aan externen,

Ondersteunende processen: helpen bij de realisatie van de kernprocessen (bv. personeel, opleiding, communicatie-infrastructuur intern en extern22, …)

Sturende processen: aansturing, coördinatie en opvolging van de kern en ondersteunende processen.

DiepteEen sleutelproces kan op verschillende manieren ingevuld worden. Dit is voor een MMK van het Logo ook noodzakelijk om op een kwaliteitsvolle manier een antwoord te bieden op de lokale noden en behoeften. Met voldoende aandacht voor deze noodzakelijke vrijheidsgraden kunnen de sleutelprocessen wel nog verder op uniforme wijze geconcretiseerd worden. Voor elk sleutelproces gebeurt dit op basis van de volgende factoren:

21 https://www.vlaamse-logos.be/node/75 22 www.gezondheidenmilieu.be

Page 18: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

Subprocessen: geven verduidelijking bij het sleutelproces Producten: welke producten gebruiken we om dit subproces te realiseren (cf.

www.preventiemethodieken.be , nieuwsbrieven, inhoudelijke assessment rapporten, website, presentaties, mailings, …)

Dienstverlening: welke dienstverlening bieden we aan om dit subproces te realiseren Indicatoren: hoe kunnen we dit subproces meten ? Timing: tijdsvenster in afstemming met het perspectief %: kunnen we het sleutelproces scoren in kader van de impact van het proces ?

Coördineren houdt in: Een sterk netwerk onderhouden: milieugerelateerd, gerelateerd aan de gezondheidszorg,

gericht op het middenveld – de 1e lijn gezondheidsactoren en lokale besturen, zowel lokaal als regionaal als Vlaams,

Het uitwisselen tussen elkaar en met elkaar (functioneel en inhoudelijk) (intern en extern het VMMN),

Afspraken maken m.b.t. procedures en processen, MMK-vertegenwoordiger op Vlaams niveau, Aanspreekpunt, Rapporteren, Efficiëntie nastreven (intervisies, SWOT-analyses, …), Coachen/aansturen (niet inhoudelijk).

Dit perceel voorziet uitdrukkelijk in 1 VTE MMK-coördinator (maximaal verdeeld over 2 personen: de coördinator voor minimaal 70% van deze werktijd, en een secondant voor maximaal 30% van deze werktijd), aangevuld door ondersteunende taken en de overflow inherent verbonden aan het werken in een groter geheel. Om de goede samenwerking met het Agentschap te waarborgen, en teneinde de strategische visie (inhoudelijk en organisatorisch) maximaal te coördineren naar de praktijk, werkt de MMK-coördinator minimaal 2 op de 5 dagen vanuit een Vlaams Administratief Centrum (met als hoofdbasis het team Milieugezondheidszorg te Brussel).

4.5 DOELGROEPEN

Doelgroepen die bij het uitwerken van het beleidsplan en de acties binnen het jaarplan eerste werkingsjaar voldoende aan bod kunnen komen zijn:

- algemene bevolking- personen met een verhoogd gezondheidsrisico en kansengroepen/personen met een lagere

socio-economische status/ groepen die gekenmerkt worden door een bijzondere kwetsbaarheid

- de Vlaamse overheid- relevante partnerorganisaties23

- Logo’s24 en gezondheids- en welzijnsorganisaties op de eerste lijn- relevante organisaties met terreinwerking25

- intermediairs: o hulpverleners en zorgverstrekkerso partners m.b.t. het onderwijso lokale besturen

- andere:

23 Zie http://www.zorg-en-gezondheid.be/Zorgaanbod/Preventieve-gezondheidszorg/Partnerorganisaties/24 Zie: https://www.zorg-en-gezondheid.be/logos 25 Zie: http://www.zorg-en-gezondheid.be/Zorgaanbod/Preventieve-gezondheidszorg/Organisaties-met-terreinwerking/

Page 19: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

o ruimtelijke planners en mobiliteitsdeskundigen bij lokale besturen en in studiebureaus

o vormingsinstellingen voor ruimtelijke planners en mobiliteitsprofessionalso de geëngageerde burger: dit kan oa. gaan om lokale (piloot)projecten waar burgers

bij betrokken wordeno aan te vullen

Hou bij de uitwerking van het dossier rekening met relevante kenmerken van de doelgroep, zoals leeftijd, gender, sociaaleconomische status, geografische spreiding, omvang, etnisch-culturele achtergrond.

4.6 SETTINGS

Settings die bij het uitwerken van het beleidsplan en de acties van het jaarplan eerste werkingsjaar voldoende aan bod kunnen komen zijn:

- Lokale gemeenschap- Rechtstreeks naar de burger- Gezin

o Buitenschoolse opvango Kinderopvang (baby’s en peuters)o Thuisomgeving

- Onderwijs- Vrije tijd

o Jeugdwerking (o.a. jeugdverenigingen, jeugdhuizen) o Ouderenwerking (o.a. ouderenverenigingen) o Sociaal-culturele werking (o.a. socio-culturele verenigingen) o Sporto natuurverenigingen

- Zorg en welzijn o Eerstelijnszorg (huisartsen en andere eerstelijnsverstrekkers) o Gespecialiseerde zorg (CGG, initiatieven beschut wonen, psychiatrische

verzorgingshuizen, algemene en psychiatrische ziekenhuizen) o Integratie en inburgering o Jeugdhulpvoorzieningen (gespecialiseerde jeugdhulp, huizen van het kind, Centra voor

kinderzorg en gezinsondersteuning) o Ouderenzorg (woonzorgcentrum, dagverblijf, assistentiewoningen) o Thuiszorg (gezinszorg, thuisverpleging, lokale dienstencentra, mantelzorg)o Welzijnsvoorzieningen (buurtwerking, centra algemeen welzijn, jongerenadviescentra,

dienstverlening OCMW, dienstverlening ziekenfondsen, samenlevingsopbouw) o Zorg voor personen met een beperking (zowel thuiszorg als (semi-)residentieel)o Sociaal geïsoleerde personeno Organisaties die werken naar kansengroepen (vb. nieuwkomers, lage SES,…)

Inzet op setting-gericht werken wordt gestructureerd aan de hand van de respectievelijke kadermethodiek (bv. gezonde gemeenten, mijn gezonde school, …). Indien deze niet voorhanden is dient er algemeen volgens de principes van de gezondheidsmatrix gewerkt te worden.

Page 20: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

4.7 BELEIDSPLAN EN MEERJARENBEGROTING

Het dossier moet een beleidsplan en een meerjarenbegroting bevatten. Het beleidsplan weerspiegelt wat de kandidaat wil bereiken voor de duur van de beheersovereenkomst. ‘Hoe’ de kandidaat dit concreet uitwerkt, hoort bij de acties binnen de verschillende jaarplannen.

Bouw het beleidsplan voor het perceel ‘Milieugezondheidszorg’ op rond de volgende resultaatsgebieden:

1. het aanbod van informatie, documentatie en advies,2. ontwikkelen van methodieken,3. ondersteunen van de implementatie van methodieken, met inbegrip van

deskundigheidsbevordering,4. de uitbouw of het beheer van registratiesystemen.

Bouw het beleidsplan voor het perceel ‘MMK-coördinatie’ op rond het volgende resultaatsgebied:

5. de inhoudelijke en/of organisatorische coördinatie van locoregionale aspecten van het preventieve gezondheidsbeleid Milieugezondheidszorg.

! Belangrijk !

Maak binnen die verschillende resultaatsgebieden een duidelijk onderscheid tussen projecten en recurrente dienstverlening.

Het beleidsplan moet weergeven waar de kandidaat binnen vijf jaar wil landen voor het beleidsthema, doelgroep en zo mogelijk de setting. Hou daarbij rekening met de algemene aandachtspunten, kwaliteits- en samenwerkingsvereisten die opgenomen zijn in het jaarplan, onder punt 4.7. Hou zeker ook rekening met de beleidscontext zoals beschreven onder punt 4.4. Leg waar mogelijk de link met de gezondheidsgerelateerde doelstellingen en de bijhorende actieplannen, in de diverse Vlaamse beleidsdomeinen26. Voorzie in een overzicht voor elk jaar van het beleidsplan mijlpalen voor de opgenomen projecten teneinde een aftoetsbaar zicht te krijgen op de invulling en timing over de volledige periode van vijf jaren.

Het is belangrijk dat het beleidsplan enkel inspanningen en resultaten weerspiegelen die door de kandidaat zelf verwezenlijkt kunnen worden. Bij samenwerking met externe partners moet duidelijk aangegeven worden wie de eindverantwoordelijke is en welk deel door wie wordt opgenomen.

Zorg voor een duidelijke, waar relevant wetenschappelijke of (praktijk)evidence onderbouwing van de verschillende projecten (en eventueel recurrente dienstverlening).

Maak een reflectie over uw sterke en zwakke punten als kandidaat, en geef aan hoe u deze gaat benaderen.

Minimaal moeten onderstaande projecten en recurrente dienstverlening opgenomen worden in het beleidsplan:

Over de preventieprogramma’s heen wordt tijd voorzien voor de inhoudelijke ondersteuning bij het formuleren van doelstellingen m.b.t. milieugezondheidszorg. Eind 2023 worden deze voorgelegd in een eindsymposium m.b.t. preventieve gezondheidszorg. De doelstellingen gelieerd aan het preventief gezondheidsbeleid Milieugezondheidszorg worden

26 Zie formulering onder 4.4 beleidsthema’s

Page 21: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

gedestilleerd vanuit een HiaP-benadering. Hiervoor worden beleidsplannen, guidelines, strategische keuzes, … uit de relevante beleidsdomeinen m.b.t. milieugezondheid geselecteerd en door-vertaald naar Gezondheid.

Vervolgens per preventieprogramma,

Preventieprogramma ‘binnenmilieugerelateerde gezondheidswinst’ Implementatie (inclusief evaluatie) van een nieuw te ontwikkelen projectplan m.b.t.

gevoelige bestemmingen. Om onderzoeken in woningen en publiek toegankelijke gebouwen n.a.v. een klacht

op een kwaliteitsvolle en uniforme manier uit te voeren is er een handleiding beschikbaar – er is nood aan opleiding in het veld.

Doorrekenen gezondheidsimpact binnenluchtkwaliteit Vlaanderen (basis database Vlaamse onderzoeken; inclusief de meetdata in tool gecombineerde blootstelling).

Methodieken om draagvlak te creëren bij andere beleidsdomeinen (vb. Vlaams energie- en klimaatagentschap (VEKA): gezondheidswinst i.f.v. ventileren en verluchten)

Potentieel van een netwerk met federale overheid in kaart brengen. Binnenluchtkwaliteit wordt expliciet opgenomen in de tool Woningpas – ontwikkeld

door het Vlaams Energieagentschap, het Departement Omgeving, Wonen-Vlaanderen en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (https://woningpas.vlaanderen.be/ ).

Preventieprogramma ‘Gezonde Publieke Ruimte’o Nieuwe doorrekening van de lokale gezondheidsindicator mobiliteit in 2023. Zie

resultaat van de eerste doorrekening in 2018 op https://www.zorg-en-gezondheid.be/luchtverontreiniging-en-geluid-gezondheidsimpact-mobiliteit. Het is de bedoeling om in 2023 dezelfde methode te hanteren met de recentste inputdata. Daarnaast moet er nog een nieuw visueel luik “tijdsevolutie” ontwikkeld worden. De IT-toepassing zelf wordt door het AZG ontwikkeld. Van de partnerorganisatie wordt er wetenschappelijke achtergrondexpertise en datamining, naast implementatie-ondersteuning verwacht.

o We doen ervaring op bij één of meerdere citizen science-initiatieven die lokaal uitgerold worden rond de thema’s gezondheid, luchtverontreiniging en/of geluidshinder (Proof of Concepts).

o Het aspect gezondheid wordt explicieter opgenomen in de opleiding van ruimtelijke planners en eventueel andere relevante doelgroepen die professioneel werken rond de planning en inrichting van de publieke ruimte.

o De partnerorganisatie formuleert een gezondheidskundig onderbouwde visie op “deelmobiliteit” en helpt deze uit te dragen.

Preventieprogramma ‘Gezondheid en Klimaat’o Health impact assessment van klimaatadaptatie-/mitigatiemaatregelen: door

gezondheid standaard mee te nemen bij de evaluatie van klimaatadaptatie-/mitigatiemaatregelen kunnen ongewenste neveneffecten op gezondheid worden voorkomen en positieve neveneffecten versterkt (korte termijn en lange termijn). Het voorstel is om een evidence-base van effectieve maatregelen voor de praktijk te ontwikkelen. Klimaatadaptatie-/mitigatiemaatregelen moeten worden beoordeeld op basis van trade-offs en co-benifits. Factoren rond

Page 22: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

gezondheidsongelijkheid moeten worden meegenomen. Welke (innovatieve) maatregelen zorgen voor een win-win situatie (klimaat-luchtkwaliteit-publieke ruimte)?

o Ontwikkeling en implementatie van een integraal monitoring- en assessment systeem van de gevolgen van klimaatverandering voor de gezondheid in Vlaanderen. Bepalen van indicatoren voor opvolging.

o Wat en hoe groot zijn de meest belangrijke huidige en toekomstige gezondheidsrisico’s van klimaatverandering voor Vlaanderen? Wat zijn de huidige en toekomstige dosis-responsrelaties (morbiditeit en mortaliteit)? Wat zijn de effecten bij de verschillende klimaatscenario’s? Wat betekent klimaatverandering voor de gezondheid van de mens: in relatie tot temperatuur (hitte), allergieën, UV, verspreiding van infectieziekten (vectoren), (zwem)waterkwaliteit, luchtkwaliteit buitens- en binnenshuis en de kwaliteit van de openbare ruimte? En wat zijn de effecten op prevalentie van ‘non-communicable diseases’. Kunnen deze gezondheidsrisico’s worden uitgedrukt in economische verliezen?

o Wat is het effect van andere relevante toekomstige ontwikkelingen (bijvoorbeeld vergrijzing,…) op de omvang van de effecten van klimaatverandering? Waar kunnen effecten elkaar versterken of misschien opheffen?

o Welke adaptatie treedt op bij mensen op de lange termijn? Wat is de weerbaarheid (resilience) van mensen en gemeenschappen in het geval van extreem weer?

Preventieprogramma ‘milieugezondheidskundige aandachtsgebieden’o Implementatie ‘uitschieters milieugegevens’o Implementatie ‘identificatie potentiële milieugezondheidskundige

aandachtsgebieden’o Implementatie ‘risico-communicatie’o Uitvoering humane biomonitoring in milieugezondheidskundige aandachtsgebiedeno Implementatie ‘aanpak lokale ongerustheid’o Opmaak gezondheidskundige richtlijnen/standpunten m.b.t. algemene hinder,

bijvoorbeeld geur, geluid (zonder specifieke bron of individuele componenten)

Beleidsprogramma ‘milieugezondheidskundige risicoanalyse’o Concrete onderzoeksplannen worden opgesteld voor de koppeling van milieugegevens

aan gegevens uit gezondheidsdatabases (Belgisch Kankerregister, Intego, Gezondheidsenquete, UREG, ..) . Dit omvat de inventarisatie van gegevens die gebruikt kunnen worden om te koppelen, de aanvraag voor toegang tot de data, koppeling van de databanken, statistische analyses en interpretatie van de resultaten.

o Het door Zorg en Gezondheid ontwikkeld herhaalbaar datasysteem – waarin algemene luchtkwaliteitsparameters van de VMM en geluidsparameters werden door-vertaald naar gezondheidsimpact en mogelijke monetaire gezondheidswinst – bijwerken, uitbreiden en de resultaten analyseren, interpreteren en visualiseren.

Bij recurrente dienstverlening:

Algemeen, overkoepelend over de preventieprogramma’s, wordt er een vraagbaak-functie voorzien: ondersteuning bij klachtenbehandeling, specifieke adviesvragen met betrekking tot de kwaliteit van en blootstelling in het milieu, toxicologische en andere vragen omtrent milieupolluenten en -stressoren, m.i.v. klimaat gerelateerde stressoren op gezondheid.Huislabo chemische, fysische en biologische metingen: geeft algemene technisch/wetenschappelijke ondersteuning op het vlak van de preventieprogramma’s,

Page 23: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

adviseert over de noodzaak/meerwaarde tot meten en de meetstrategie (meetmethode, meetplan, te bemonsteren luchtpolluenten), en werkt ondersteunend bij metingen en analyses van de belangrijkste, mogelijk oorzakelijke, chemische, fysische en (eventueel en na afspraak met het AZG, in ondersteuning van Sciensano, het ITG, VMM, …) biologische parameters. Op regelmatige basis wordt een overzicht met de belangrijkste wetenschappelijke, beleidsmatige en beleidsuitvoerende evoluties in het kader van de preventieprogramma’s gemaakt en teruggekoppeld (richttermijn = halfjaarlijks)

Preventieprogramma ‘binnenmilieugerelateerde gezondheidswinst’

o Taak 1: Loketfunctie Binnenmilieu: binnen deze loketfunctie wordt ruimte voorzien voor adviesverlening bij behandeling van klachten zonder meting (desk research om adviezen te onderbouwen) of bij klachten met metingen die ter plaatse uitgevoerd worden door MMK en AZG (adviezen over meetstrategieën).

o Taak 2: Ter beschikking stellen van materiaal voor eenvoudige screening van het binnenmilieu: een set handheld toestellen voor meting van een selectie polluenten in het binnenmilieu ter beschikking van AZG. Het onderhoud, de kalibratie en uitzonderlijk ook de uitlezing van het meetresultaat (voor Grimm of micro-aethalometer) gebeurt door de partnerorganisatie. De uitlezing gebeurt binnen de week na ontvangst. Het AZG en de MMK’s kunnen deze toestellen afhalen, langere tijd gebruiken en inzetten voor een screening van de situatie in de binnenmilieus; dit type toestellen is minder nauwkeurig (geen referentiemeetmethode) dan de metingen via Taak 3 en Taak 4. Kunnen ter beschikking gesteld worden: Catec voor CO2/temperatuur/relatieve vochtigheid, micro-aethalometer voor black carbon, Grimm voor fijn stof fracties, en PID voor screening van hogere concentraties vluchtige organische stoffen.

o Taak 3: Begeleiden en ter beschikking stellen van materiaal voor luchtkwaliteitsbepalingen uitgevoerd door de MMK’s of het AZG, waarna analyse door partnerorganisatie. De partnerorganisatie stelt een meetplan voor dat aansluit bij de situatieschets die aangeleverd wordt door het AZG, en stelt bemonsteringsmateriaal voor passieve en actieve staalname van luchtpolluenten beschikbaar. Na monstername en voor verzending moet het bemonsteringsmateriaal en/of de monsters tijdelijk opgeslagen in de gebouwen van het AZG of de MMK’s en dit in een koelkast of diepvriezer. Na staalname door het AZG of de MMK’s gebeurt de analyse in het laboratorium van de partnerorganisatie. De monsters worden in principe per post verstuurd en het analyseresultaat is na maximum 20 werkdagen standaard beschikbaar. Bij hoogdringendheid (de urgentie, die vermeld wordt in een aanvraagformulier) moet een kortere analysetermijn mogelijk zijn. Naast de analyseresultaten wordt in het verslag een beknopte interpretatie voorzien die bestaat uit een vergelijking met de richt- en interventiewaarden uit het Binnenmilieubesluit en waar mogelijk/wenselijk aangevuld met andere relevante richtwaarden (door de partnerorganisatie geselecteerd volgens het Protocol for the selection of health-based reference values), en een vergelijking met typisch voorkomende concentraties (in Vlaanderen, indien niet beschikbaar referentieconcentraties uit wetenschappelijke publicaties). De resultaten en het verslag worden bezorgd aan het AZG die dan verder de communicatie naar de bewoners coördineert.

o Taak 4: Organiseren van complexe luchtkwaliteitsbepalingen en analyse door partnerorganisatie: voor complexere metingen, waarbij specifieke bemonsteringsapparatuur ingezet moet worden, stelt de partnerorganisatie eveneens een meetplan voor dat aansluit bij de situatieschets die aangeleverd wordt door het AZG, en biedt de partnerorganisatie de mogelijkheid aan om de monsterneming ter plaatse uit

Page 24: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

te voeren. Dit gebeurt dan in overleg met het AZG. De afspraak met de bewoners wordt dan rechtstreeks door de partnerorganisatie gemaakt, gegevensverwerking, rapportage en de timing daarvan gebeuren zoals beschreven in taak 3. D.m.v. regelmatige budgetopvolging voor deze activiteit (minstens 4x per jaar), zal het AZG een duidelijk zicht hebben op de ruimte die ter beschikking is voor de behandeling van nieuwe klachten binnen het werkjaar. Andere polluenten dan voorzien in het Binnenmilieubesluit, of andere testen (bv. product emissietesten) kunnen ook voorzien worden in deze taak. Hiervoor wordt op basis van hetzelfde uurtarief een prijs opgesteld wanneer er vraag naar is. De partnerorganisatie heeft voor het uitvoeren van deze taken een uitgebreid assortiment aan staalname-apparatuur voor discontinue en continue metingen van een brede waaier aan binnenmilieupolluenten. Binnen deze metingen zitten ook de meest geschikte meetmethodes die voor elke factor in het binnenmilieubesluit werden geselecteerd. Daarnaast is een laboratoriuminfrastructuur ter beschikking, waar de stalen volgens de geldende kwaliteitscriteria geanalyseerd kunnen worden met de meest geschikte analytische technieken, zoals GC-MS, HPLC, ICP, XRF, gravimetrische analyse, enz. Ingezette toestellen worden gekalibreerd alvorens ze ingezet worden voor veldwerk; waar nodig worden uitleeswaarden gecorrigeerd rekening houdend met deze kalibraties. Alle gegevens met betrekking tot het huislabo worden aangevuld op sharepoint. Een eigen systeem voor registratie- en opvolging van vragen en klachten is in ontwikkeling, waar alle gegevens uit klachtenlabo later aangevuld zullen worden.

o Taak 5: naast expertise m.b.t. luchtkwaliteit is ook expertise in de bouw vereist

Preventieprogramma ‘Gezonde Publieke Ruimte’o Het volksgezondheidsaspect moet worden ingezet als sensibiliserend argument in het

maatschappelijk debat rond “leefomgevingskwaliteit”, met onze focus is dit een “gezonde publieke ruimte”. We willen het draagvlak vergroten rond maatregelen die bijdragen aan een betere lucht- en geluidskwaliteit in Vlaanderen. Een inventarisatie van en/of nieuwe studies naar gedragsinzichten kunnen ons hierin ondersteunen. Het is zeker zinvol om linken te leggen met gezondheidsthema’s die breder gaan dan milieugezondheidszorg: zo zijn er in een gezonde publieke ruimte win-wins te bekomen rond onder meer beweging en mentaal welbevinden. Ook met het programma “klimaat en gezondheid” binnen deze zelfde oproep zijn er meerdere crosslinks te leggen.

o Het wordt steeds belangrijker om de gezondheidsimpact te kunnen doorrekenen van scenario’s of omgevingsinterventies in de publieke ruimte. Een aantal hulpmiddelen hieromtrent bestaan al (bv. de HEAT-tool van de WHO of de Gezondheidseffectscreening (GES)) of worden momenteel ontwikkeld (bv. de gezondheidscalculator modal shift). We verwachten van de partnerorganisatie een overzicht van relevante tools en methodieken, naast een ondersteuning in het gebruik ervan.

Preventieprogramma ‘Milieugezondheidskundige aandachtsgebieden’o Ondersteuning bij participatieve aanpak en risico-communicatieo Ondersteuning bij milieugezondheidskundige risico-inschattingeno Toepassen van het protocol Gezondheidskundige Advies Waarden (GAW)27

o Ondersteuning bij methodieken blootstellingprofielen en geïntegreerde blootstelling

Beleidsprogramma ‘milieu-gezondheidskundige risicoanalyse’o Ondersteuning van de medisch milieukundigen en AZG bij het in de praktijk toepassen

van reeds ontwikkelde tools en leidraden zoals de tool gecombineerde blootstelling, de procedure voor de keuze van gezondheidskundige toetsingswaarden, de tool variabele

27 https://www.zorg-en-gezondheid.be/sites/default/files/atoms/files/GAW_11_PM%2010.pdf

Page 25: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

blootstellingsprofielen, de leidraad milieugezondheidskundige risico-inschattingen, de leidraad voor het inschatten van (on)aanvaardbaarheid van carcinogene risico’s bij grootteorde van kans tussen 1.10-6 en 1.10-4 en de leidraad geïntegreerde blootstelling

Het beleidsplan mag maximaal 50 pagina’s omvatten (exclusief eventuele bijlagen).

Maak de meerjarenbegroting op per resultaatsgebied. Maak een duidelijk onderscheid tussen personeels- en werkingskosten. Daarvoor kan het sjabloon meerjarenbegroting28 gebruikt worden. Zorg dat de begroting duidelijk gebaseerd is op de prioriteiten van het beleidsplan.

Let op:- het ingediende budget mag niet hoger zijn dan het maximale bedrag vermeld in de oproep, - bij de meerjarenbegroting mag er geen index toegepast worden voor de duur van de

beheersovereenkomst, zoals voorzien in de regelgeving;- de begrotingen moeten duidelijk weergeven dat voldoende middelen worden voorzien voor

werkingskosten, produceren en ter beschikking stellen van ondersteuningsmiddelen, pilootprojecten, evaluaties en eventuele campagnes;

- het is mogelijk om in de begroting een reserve op te bouwen, bijvoorbeeld voor het financieren van weddedrift en specifieke kosten (vb. investeringen, campagnes, …);

- hou ook in de meerjarenbegroting rekening met de kwaliteitscriteria en aandachtspunten die in deze oproep opgenomen zijn;

- bij het perceel ‘Milieugezondheidszorg’ gelden de volgende specifieke bepalingen:o reserve voorzien voor case-by-case wetenschappelijk en technische ondersteuning

van de medisch milieukundigen van de Logo’s in het kader van de lokale werking m.b.t. het uitvoeren van lokale milieugezondheidskundige impactanalyses. Hierin wordt de logische cascade via het AZG gerespecteerd, met betrokkenheid van alle lijnen van het VMMN.

o De inzet op de resultaatgebieden weerspiegelt de hierna aangegeven volgorde van belangrijkheid: R3 >> R2 > R4 > R1.

- Bij het perceel ‘MMK-coördinatie’ gelden de volgende specifieke bepalingen:o De MMK-coördinator wordt ingevuld door minimaal een functie vergelijkbaar met

A1-niveau.

4.8 JAARPLAN EN BEGROTING ‘ EERSTE’ WERKINGSJAAR

De jaarplannen vormen een concretisering van de projecten en recurrente dienstverlening die in het beleidsplan werden geformuleerd.

Het jaarplan bestaat uit de resultaatgebieden (R) met operationele doelstellingen (OD) en voor het eerste werkjaar ten minste de acties (A) die hieronder opgenomen zijn in de kaders. Het staat de kandidaat vrij om bijkomende acties te formuleren. De acties die in de tabellen opgenomen zijn, kunnen uiteraard opgesplitst worden in meerdere afzonderlijke acties. Geef elke bijkomende actie een duidelijke naam waaruit de essentie naar voren komt.

28 https://eur03.safelinks.protection.outlook.com/?url=https%3A%2F%2Fwww.zorg-en-gezondheid.be%2Fformulieren-voor-het-indienen-van-een-begroting-en-meerjarenbegroting-voor-partnerorganisaties-en&data=02%7C01%7Cbart.bautmans%40vlaanderen.be%7Cf8a1e255645d434b3e4208d77fe1da41%7C0c0338a695614ee8b8d64e89cbd520a0%7C0%7C0%7C637118480311742354&sdata=jWa76ZmqE7SvyY73RWD7HZUIWjw%2FIG87a%2BmxRejr1%2Fw%3D&reserved=0

Page 26: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

Het is de bedoeling dat u de acties concreet formuleert volgens deze instructies:

Geef onder elke actie: een beschrijving, de doelgroep waarop de actie betrekking heeft, het thema29, de problematiek, de setting waarbinnen de actie zal plaatsvinden, de timing.

Maak voor de keuze van de setting en de doelgroep verplicht gebruik van de aangereikte lijst 30. Geef, als het om een samenwerkingsverband gaat, duidelijk de taakverdeling aan (inhoudelijk, qua personeel en budgettair).Bespreek daarbij zeker de effectiviteit (de juiste dingen doen) en de efficiëntie (de dingen juist doen) van de gekozen acties.

Uiteraard dient de kandidaat enkel het jaarplan voor het eerste werkingsjaar bij het dossier toe te voegen. De jaarplannen zijn immers een concretisering van het beleidsplan en krijgen een invulling op basis van nieuwe evoluties. De verzameling van alle jaarplannen binnen de beheersovereenkomst moet er uiteindelijk voor zorgen dat het beleidsplan wordt behaald.

De operationele doelstellingen en de resultaatgebieden van de jaarplannen liggen reeds vast, daar kan de kandidaat geen wijzigingen of toevoegingen aanbrengen. Ook de nummering van de operationele doelstellingen ligt vast. Een verzameling van acties moet ervoor zorgen dat de operationele doelstelling gehaald worden. De acties binnen een operationele doelstelling moeten ten slotte niet hiërarchisch worden ingedeeld of opgebouwd.

Om de voortgang van elk resultaatgebied na te gaan heeft het agentschap evaluatiecriteria geformuleerd. Voorzie enkel bij de relevante acties, indicatoren die het mogelijk maken om die evaluatiecriteria op te volgen. Niet elke actie moet een indicator hebben, maar let er op dat de realisatie van elk resultaatgebied in het jaarplan aan de hand van de betreffende evaluatiecriteria getoetst kan worden. Formuleer indien van toepassing streefnormen bij de indicatoren. Voorbeelden van indicatoren zijn de verwachte output, outcome en bereik. De evaluatiecriteria kunnen tijdens de looptijd van de beheersovereenkomst in overleg aangepast worden. Die aanpassingen worden opgenomen in het jaarplan waarop ze betrekking hebben.

Bouw de begroting van het eerste werkingsjaar op volgens de resultaatsgebieden. Neem, waar relevant, de budgetten van specifieke acties op. Voor het opmaken van de begroting voor het eerste werkingsjaar kan u zich baseren op bijgevoegde formulieren31.

Let op:

29 Cf. de respectievelijke preventie- en beleidsprogramma’s binnen het preventief gezondheidsbeleid Milieugezondheidszorg.30 https://www.zorg-en-gezondheid.be/levensdomeinen-en-doelgroepen 31 https://eur03.safelinks.protection.outlook.com/?url=https%3A%2F%2Fwww.zorg-en-gezondheid.be%2Fformulieren-voor-het-indienen-van-een-begroting-en-meerjarenbegroting-voor-partnerorganisaties-en&data=02%7C01%7Cbart.bautmans%40vlaanderen.be%7Cf8a1e255645d434b3e4208d77fe1da41%7C0c0338a695614ee8b8d64e89cbd520a0%7C0%7C0%7C637118480311742354&sdata=jWa76ZmqE7SvyY73RWD7HZUIWjw%2FIG87a%2BmxRejr1%2Fw%3D&reserved=0

Page 27: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

- het ingediende budget mag niet hoger zijn dan het maximale bedrag vermeld in de oproep, - in de begroting voor het eerste werkingsjaar mag er geen rekening gehouden worden met

een eventuele indexering, zoals voorzien in de regelgeving;- de begroting moet duidelijk weergeven dat voldoende middelen worden voorzien voor

werkingskosten, produceren en ter beschikking stellen van ondersteuningsmiddelen, pilootprojecten, evaluaties en eventuele campagnes;

- het is mogelijk om in de begroting een reserve op te bouwen, bijvoorbeeld voor het financieren van weddedrift en specifieke kosten (vb. investeringen, campagnes, …);

- hou ook in de begroting van het eerste werkingsjaar rekening met de kwaliteitscriteria en aandachtspunten die in deze oproep opgenomen zijn;

Belangrijkste resultaatgebieden

De inzet op de resultaatgebieden weerspiegelt de hierna aangegeven volgorde van belangrijkheid: R3 >> R2 > R4 > R1.

Resultaatgebied 1 Het aanbod van informatie, documentatie en advies

R1 Het aanbod van informatie, documentatie en advies

R1 OD1 Expertise uitbouwen en onderhouden wat onder meer inhoudt het opvolgen van internationale, wetenschappelijke en maatschappelijke evoluties, waar relevant het uitvoeren van eigen onderzoek en omgevingsanalyses A. Verzamelen, analyseren, interpreteren en ontsluiten van gegevens met betrekking tot

prioritaire stoffen zoals hormoonverstoorders (risico-analyse)A. Genereren van een overzicht met de belangrijkste wetenschappelijke, beleidsmatige

en beleidsuitvoerende evoluties in het kader van klimaatverandering en gezondheid.A. Wat en hoe groot zijn de meest belangrijke huidige en toekomstige

gezondheidsrisico’s van klimaatverandering voor Vlaanderen? Wat zijn de huidige en toekomstige dosis-responsrelaties (morbiditeit en mortaliteit)? Wat zijn de effecten bij de verschillende klimaatscenario’s? Wat betekent klimaatverandering voor de gezondheid van de mens: in relatie tot temperatuur (hitte), allergieën, UV, verspreiding van infectieziekten (vectoren), (zwem)waterkwaliteit, luchtkwaliteit buitens- en binnenshuis en de kwaliteit van de openbare ruimte? En wat zijn de effecten op prevalentie van ‘non-communicable diseases’. Kunnen deze gezondheidsrisico’s worden uitgedrukt in economische verliezen?

A. overzicht met de belangrijkste wetenschappelijke, beleidsmatige en beleidsuitvoerende evoluties in het kader van binnenmilieu en gezondheid

A. …R1 OD2 Het uitbouwen en onderhouden van netwerken wat onder meer inhoudt het fungeren als

een coördinerende en trekkende kern binnen een expertisenetwerkA. Opvolgen van mogelijke relevante projecten waarin gezondheidsaspecten van

milieufactoren aan bod komen zoals WHO Healthy Cities Network, COST actie European Burden of Disease Network

A. …R1 OD3 Via de meest geschikte dragers proactief en op vraag informatie32 aanbieden aan het

ruime publiek, intermediairs, de pers en specifieke doelgroepenA. Voor het eigen programma een algemene communicatiestrategie ontwikkelen en op

vraag van het Agentschap Zorg en Gezondheid uitvoerenA. doorrekenen gezondheidsimpact binnenluchtkwaliteitVlaanderen (basis database

32 De informatie voor de ondersteuning van de implementatie van methodieken hoort niet bij dit resultaatgebied (wel bij R4).

Page 28: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

Vlaamse onderzoeken); inclusief meetdata in tool gecombineerde blootstellingA. In samenwerking met het AZG: opzetten van en communiceren via de website

www.milieugezondheidszorg.be A. …

R1 OD4 Proactief, onder meer over leemten en opportuniteiten van het beleid, en op vraag beleidsrelevant advies verlenen aan de Vlaamse overheidA. Deelnemen aan het voortraject m.b.t. het ontwikkelen van gezondheidsdoelstellingen

Milieugezondheidszorg – ondersteunen door het samenbrengen van de inhoudelijk expertise. De eerste helft van het jaar wordt voorzien in een plan van aanpak.

A. …R1 OD5 Proactief en op vraag derden bijstaan bij methodiekontwikkeling (binnen de 5

programma’s)A. Advies verlenen aan derden met betrekking tot methodiekontwikkelingA. Valideren van methodiekontwikkeling van derdenA. …

R1 OD6 Proactief en op vraag advies, dat niet over methodiekontwikkeling gaat, verlenen, aan andere relevante organisaties en intermediairsA. Bv. interpretatie van urine- of bloedresultaten (HBM).A. …

Evaluatiecriteria De evaluatiecriteria waarmee resultaatgebied 1 van de beheersovereenkomst jaarlijks wordt beoordeeld zijn:

- is wetenschappelijk onderbouwd;- wordt zowel proactief als reactief verstrekt;- wordt verspreid via zo veel mogelijk relevante kanalen;- wordt op toegankelijke wijze ter beschikking gesteld;- het aanbod is bekend bij de doelgroepen;- doelgroepen maken gebruik van het aanbod;- gebruikers zijn tevreden over het aanbod.

Resultaatgebied 2 De ontwikkeling van methodieken

R2 De ontwikkeling van methodieken33

R2 OD1 Het analyseren van een (milieu)gezondheidskundig probleem en de context ervan ter bepaling van de behoefte aan methodieken en het prioriteren onder meer op basis van efficiëntieoverwegingenA. Het uitwerken van een projectvoorstel (projectplan) m.b.t. binnenluchtkwaliteit in gevoelige bestemmingen; hiertoe behoort een strategiebepaling op basis van probleem- en contextanalyse met inbegrip van een behoefteanalyse (behoefteanalyse eventueel jaar 2)

R2 OD2 Methodieken wetenschappelijk onderbouwen en waar van toepassing deze afstemmen met kadermethodieken die gelden voor bepaalde settings of doelgroepen.A. …

R2 OD3 In samenwerking met diverse relevante betrokkenen, methodieken, met inbegrip van ondersteuningsmiddelen en een implementatieplan, uitwerken, aanpassen en

33 Onder methodiek wordt verstaan: een geheel van te volgen vaste, weldoordachte werkwijzen om een bepaalde doelstelling te bereiken. Een methodiek omvat ook materialen en/of diensten om hem te kunnen toepassen en grijpt in op een of meerdere types van strategieën zoals educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels vastleggen en het aanbieden van preventieve zorg of begeleiding. Het ontwikkelen van methodieken gebeurt volgens de hiertoe gemaakte leidraad voor de ontwikkeling en beoordeling van preventiemethodieken http://www.zorg-en-gezondheid.be/Formulieren/Zorgaanbod/Formulieren-voor-de-ontwikkeling-en-beoordeling-van-preventiemethodieken/

Page 29: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

vernieuwenA. ontwikkeling van een methodiek die de gezondheidsbaten kan visualiseren van omgevingsinterventies luwteoases in woonkernen. De doelgroep betreft lokale overheid en burgers in een setting buurtwerking.Kernversterking is naast een maatschappelijke noodzaak, ook voordelig voor meerdere gezondheidsaspecten (kan de walkability verhogen en zodoende de nood aan gemotoriseerde verplaatsingen verminderen, biedt opportuniteiten om de vereenzaming van ouderen tegen te gaan etc.). De reductie van de nood aan gemotoriseerde verplaatsingen kan ook gunstige effecten hebben op lucht- en geluidskwaliteit afkomstig van gemotoriseerd vervoer. Toch houdt een concentratie van antropogene geluidsbronnen en potentieel blootgestelden ook een groeiend risico in voor geluidsoverlast en de daaraan gerelateerde gezondheidseffecten. Een luwteoase in een woonkern kan voor een stuk een antwoord bieden op de nood aan rust, en door zijn zichtbare aanwezigheid het draagvlak voor “stille maatregelen” vergroten. “Luwte” is in deze verengd tot “geluidsluw”, maar kan breder beschouwd worden als ook andere aspecten aandacht krijgen, zoals koelte, maar ook visuele luwte.A. Health impact assessment van klimaatadaptatie-/mitigatiemaatregelen: door gezondheid standaard mee te nemen bij de evaluatie van klimaatadaptatie-/mitigatiemaatregelen kunnen ongewenste neveneffecten op gezondheid worden voorkomen en positieve neveneffecten versterkt (korte termijn en lange termijn). Het voorstel is om een evidence-base van effectieve maatregelen voor de praktijk te ontwikkelen. Klimaatadaptatie-/mitigatiemaatregelen moeten worden beoordeeld op basis van trade-offs en co-benifits. Factoren rond gezondheidsongelijkheid moeten worden meegenomen. Welke (innovatieve) maatregelen zorgen voor een win-win situatie (klimaat-luchtkwaliteit-publieke ruimte ?A. …

R2 OD4 Testen en evalueren34 van methodieken, bijvoorbeeld aan de hand van pilootprojectenA. Evaluatie van het Beoordelingskader luchtkwaliteit en geluidshinder bij planning van gevoelige bestemmingen van de stad Antwerpen.Sinds mei 2018 hanteert de stad Antwerpen een kader voor de beoordeling van vergunningsaanvragen van scholen en kinderdagverblijven: zie https://www.antwerpenmorgen.be/projecten/beoordelingskader-milieukwaliteit/over. A. Evaluatie methodiek ‘identificatie MGAG’s’A. …

De methodieken zijn gericht op een of meer types van preventiestrategieën zoals educatie, omgevingsinterventies, afspraken en regels en het aanbieden van preventieve zorg of begeleiding met inbegrip van vroegdetectie en vroeginterventie. Ze zijn bedoeld voor de algemene bevolking, voor specifieke settings of voor specifieke doelgroepen. De methodieken worden rechtstreeks of via intermediairs toegepast en maken gebruik van de meest geschikte communicatiedragers (die kunnen heel verscheiden zijn zoals: folders, media, telefonisch, webbased toepassingen, sociale media…). Het kan gaan om bestaande of nieuw ontwikkelde methodieken. In die context moeten niet voor alle methodieken alle hierboven vermelde operationele doelstellingen gerealiseerd worden. Voor de ontwikkeling van methodieken wordt de leidraad methodiekontwikkeling35 gebruikt.

De organisatie houdt in haar beleidsplan over de verschillende relevante resultaatgebieden rekening met alle relevante methodieken beschikbaar op “preventiemethodieken.be” en met de

34 Het evalueren van een methodiek houdt idealiter een procesevaluatie, een effectmeting en evaluatie van de implementatie in. De mate waarin dit is voorzien wordt afgesproken in het jaarplan.35 https://www.zorg-en-gezondheid.be/sites/default/files/atoms/files/Leidraad_ontwikkeling_beoordeling_van_preventiemethodieken.pdf

Page 30: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

methodieken beschikbaar gesteld door de Vlaamse Beleidsdomeinen gelieerd aan het preventief gezondheidsbeleid milieugezondheidszorg; dit in toepassing van het concept Health in all Policies.

Evaluatiecriteria De evaluatiecriteria waarmee resultaatgebied 2 van de beheersovereenkomst jaarlijks wordt beoordeeld zijn:

- de methodieken zijn ontwikkeld in overeenstemming met de leidraad methodiekontwikkeling;

- de doelgroepen zijn tevreden over de methodieken- de methodieken zijn wetenschappelijk onderbouwd;- de methodieken worden geëvalueerd;- de methodieken worden geactualiseerd in functie van nood of nieuwe evoluties;- de methodieken zijn relevant voor de betrokken doelgroepen;- de methodieken zijn uitvoerbaar en haalbaar;- de methodieken dragen bij tot de uniformiteit en kwaliteit;- de methodieken zijn ontwikkeld in consensus met andere partnerorganisaties;- de methodieken zijn afgetoetst met relevante partners;- de doelgroepen zijn tevreden over de methodieken

Resultaatgebied 3: De ondersteuning van de implementatie van methodieken met inbegrip van deskundigheidsbevordering

R3 De ondersteuning36 van de implementatie van methodieken37 met inbegrip van deskundigheidsbevordering

R3 OD1 Ondersteunen van de uitvoering van methodieken door het opleiden38 van de partners uit het VMMN. A. Om onderzoeken in woningen en publiek toegankelijke gebouwen n.a.v. een klacht op een kwaliteitsvolle en uniforme manier uit te voeren is er een handleiding beschikbaar- er is nood aan opleiding in het veld.A. …

R3 OD2 Ondersteunen van de uitvoering van methodieken door het coachen39 van de partners uit het VMMN.A. Implementatieondersteuning van de medisch milieukundigen van de Logo’s rond de milieugezondheidsthema’s van het programma gezonde publieke ruimte, MGAG en klimaat en gezondheid. A. Ondersteuning van de medisch milieukundigen en het AZG bij het in de praktijk toepassen van reeds ontwikkelde tools en leidraden zoals de tool gecombineerde blootstelling, de procedure voor de keuze van gezondheidskundige toetsingswaarden, de tool variabele blootstellingsprofielen, de leidraad milieugezondheidskundige risico-inschattingen, de leidraad voor het inschatten van (on)aanvaardbaarheid van carcinogene risico’s bij grootteorde van kans tussen 1.10-6 en 1.10-4 en de leidraad geïntegreerde blootstelling A.implementatieondersteuning van de MMK’s bij leidraad risico-communicatie A. …

R3 OD3 Produceren40 en ter beschikking stellen van materialen en diensten41 die horen bij de zelf ontwikkelde methodieken voor intermediairs en einddoelgroep

36 Het gaat hierbij om ondersteuning van intermediairs bij de implementatie en bijv. niet van methodieken die door de organisatie zelf worden uitgevoerd. 37 Het gaat hierbij om ondersteuning van de implementatie van bestaande en van nieuw ontwikkelde methodieken.38 Het gaat hierbij om het geven van essentiële basisvormingen om autonoom verder te kunnen met de methodieken. De vorm waaronder dit gebeurt kan heel verscheiden zijn: vormingssessies, e-learning…39 Hier gaat het vooral over het begeleiden (coachen, intervisie, bijscholen…) van intermediairs die reeds een basisvorming kregen of geacht worden voldoende basisvorming te hebben m.b.t. de methodieken in kwestie.40 Het gaat hier niet om de ontwikkeling van de ondersteuningsmiddelen, dit is inbegrepen bij de methodiekontwikkeling, maar het louter ‘vermenigvuldigen’ (drukken e.d.) van de ondersteuningsmiddelen.41 Dit kan bijvoorbeeld ook het ter beschikking stellen zijn van een pool van referentiepersonen of experten die lokaal kunnen worden ingezet.

Page 31: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

A. Recurrente of projectmatige implementatieondersteuning van de intermediairs rond rond de milieugezondheidsthema’s van het programma gezonde publieke ruimte en klimaat en gezondheid . Doelgroep: lokale overheid, ruimtelijke planners, studiebureaus, opleidingsinstituten, …A. …

R3 OD4 Instaan voor of bewaken van de kwaliteitsborging van de toepassing van de methodieken42

A. …A. …

R3 OD5 Er is een huislabo43 voor de behandeling van binnenmilieu gerelateerde gezondheidsklachten van bewoners (woningen, publiek toegankelijke gebouwen, scholen, …), biomonitoring van blootstelling- en effectmerkers, in vitro milieumetingen, bevragingen, …A. chemisch, fysisch (en biologisch)44

A. …

Bij goed ontwikkelde methodieken hoort een implementatieplan dat onder andere vermeldt wie instaat voor de ondersteuning van de implementatie. In de acties die bij dit resultaatgebied zijn beschreven, wordt aangegeven welke ondersteunende taken, conform het implementatieplan, door de organisatie zelf worden opgenomen.

Resultaatgebied 4 de uitbouw of het beheer van registratiesystemen

R4R4 OD1 Datascience door ondersteuning van de Zorgatlas.

A. Risicoanalyse: concrete onderzoeksplannen worden opgesteld voor de koppeling van milieugegevens aan gegevens uit gezondheidsdatabases (Belgisch Kankerregister, Intego, Gezondheidsenquete, UREG, ..). Dit omvat de inventarisatie van gegevens die gebruikt kunnen worden om te koppelen, de aanvraag voor toegang tot de data, koppeling van de databanken, statistische analyses en interpretatie van de resultaten. A. Risicoanalyse: Het door AZG ontwikkeld herhaalbaar datasysteem - waarin algemene luchtkwaliteitsparameters van de VMM en geluidsparameters werden doorvertaald naar gezondheidsimpact en mogelijke monetaire gezondheidswinst- bijwerken en de resultaten analyseren, interpreteren en visualiseren.A. Risicoanalyse: De door het AZG uitgevoerde datascienceprojecten (luchtkwaliteit, hitte, pesticiden in relatie tot mortaliteit) bijwerken en de resultaten analyseren, interpreteren en visualiseren.A. Ontwikkeling en implementatie van een integraal monitoring- en assessment systeem van de gevolgen van klimaatverandering voor de gezondheid in Vlaanderen. Bepalen van indicatoren voor opvolging.A. …

Evaluatiecriteria

- de uitvoering voldoet aan de kwaliteitseisen die worden vooropgesteld in de beschrijving van de methodiek en het implementatieplan;

- de doelgroepen kennen het aanbod;- de doelgroepen maken gebruik van het aanbod;

42 Het gaat over de toepassing van methodieken door intermediairs en niet door de organisatie zelf.43 Het doel van de metingen is om een oorzakelijk verband tussen de gezondheidsklacht en de binnenmilieukwaliteit te identificeren.44 Cf. biologisch vereist afstemming met de samenwerkingsovereenkomst die het AZG heeft met Sciensano. Het is belangrijk dat voor het preventieprogramma binnenmilieu een geïntegreerde benadering wordt gehanteerd.

Page 32: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

- de doelgroepen zijn tevreden over de uitvoering;- de uitvoering van de methodiek draagt bij aan kennis, vaardigheden, attitudes of

gedragsintenties van de doelgroep.

Het volgende resultaatsgebied hoort bij het perceel ‘MMK-coördinatie’:

Resultaatgebied 5 de inhoudelijke of organisatorische coördinatie van aspecten van het preventief gezondheidsbeleid.

R5R5 OD1 xxx

A. …

Hier zijn geen OD’s aangemaakt voor jaar 1. De invulling van jaar 1 gebeurt best aan de hand van het kader dat uitgewerkt werd m.b.t. MMK-coördinatie zoals beschreven onder item 4.4 pagina 15.

Evaluatiecriteria

- de uitvoering voldoet aan de kwaliteitseisen die worden vooropgesteld in de beschrijving van de methodiek en het implementatieplan;

- de MMK’s kennen het aanbod;- de MMK’s maken gebruik van het aanbod;- de MMK’s zijn tevreden over de uitvoering;- er is een efficiënt communicatiesysteem (intern de MMK-groep, intern het VMMN en

extern); - de coördinatie-opdracht draagt bij aan kennis, vaardigheden, attitudes of gedragsintenties

van de MMK’s.

4.9 MINIMALE KWALITEITS- EN SAMENWERKINGSVEREISTEN BIJ DE ACTIES EN BIJKOMENDE VEREISTEN

Hou er rekening mee dat bij de beoordeling van de dossiers de kwaliteits- en samenwerkingsvereisten per resultaatsgebied worden bekeken.

Vereisten inzake kwaliteit

- Het aanbod moet laagdrempelig, begrijpelijk en toegankelijk zijn. Het doel is alle burgers te kunnen bereiken, hetzij direct, hetzij via een specifieke setting of via intermediairs. Om personen met een verhoogd gezondheidsrisico te bereiken kan een apart doelgroepenbeleid, of een aan de doelgroep aangepaste methodiek nodig zijn. Doorheen de levensloop verandert de eventuele kwetsbaarheid, waardoor aandacht voor verschillende leeftijdsgroepen nodig kan zijn.

- Bij het ontwikkelen en uitvoeren van een algemene communicatiestrategie: de communicatiestrategie moet onder andere planmatig zijn opgebouwd, proactieve en reactieve werkwijzen bevatten, actuele en adequate informatie verspreiden, gericht zijn op relevante doelgroepen en gebruik maken van de meest geschikte communicatiedragers.

- Bij het ontwikkelen van methodieken: de methodieken zijn ontwikkeld op basis van de kwaliteitscriteria uit de leidraad en maken, waar relevant, gebruik van vernieuwende en toegankelijke communicatiedragers.

Page 33: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

- Bij het ondersteunen van de uitvoering van methodieken door het opleiden en coachen van intermediairs, MMK’s van de Logo’s en de partners van het VMMN is het een kwaliteitscriterium dat dit, omwille van efficiëntieoverwegingen, gebeurt op basis van een behoefteanalyse.

- waar opportuun wordt multidisciplinair samenwerken verwerkt in de methodieken.

Vereisten inzake samenwerking

Er moet een vergaande samenwerking zijn tussen de verschillende uitvoerders van respectievelijke delen en percelen in deze oproep en met reeds bestaande partnerorganisaties, de Logo’s (voor milieugezondheidszorg de MMK-coördinator) en de Vlaamse administraties vertegenwoordigd in het Vlaams Medisch Milieukundig Netwerk. Dit moet onder andere resulteren in efficiënte (kader)methodieken voor settings en doelgroepen en in het toepassen van deze (kader)methodieken bij het realiseren van de opdrachten binnen de verschillende gezondheidsthema’s.Bij het uitbouwen en onderhouden van netwerken, wat o.a. inhoudt het fungeren als een coördinerende en trekkende kern binnen een expertisenetwerk: de verschillende uitvoerders zullen hun netwerken, die bovenlokaal georganiseerd zijn, op de meest efficiënte wijze organiseren. Dit betekent onder andere dat rekening gehouden wordt met zowel aspecten die specifiek zijn voor een bepaald milieugezondheidsthema als met aspecten die belangrijk zijn voor een gezondheidsthema-overschrijdende benadering gericht op specifieke settings (cf. Partnerorganisatie Algemene Gezondheidsbevordering – AGB) en doelgroepen.

Voor de thema’s Klimaat en Binnenmilieu dient er afgestemd te worden met de overeenkomsten (biologie) die het AZG heeft met Sciensano, het ITG en de VMM. Dit om een integrale thematische benadering te bekomen.

Verder wordt er afstemming gezocht met de netwerken m.b.t. 1e lijn, de afdeling Beleidsinformatie van het AZG, er wordt een verregaande samenwerking opgezet met de Logo’s.

Bijzonder aandachtspunt

Bij de opmaak van het dossier, uit de motivatie bij het aanwenden van de middelen (personeel en werking) en uit de latere financiële verslagen moet duidelijk blijken dat de grootste inzet gaat naar resultaatsgebied 3, vervolgens naar 2, dan 4 en achteraan 1. Het zwaartepunt ligt op ‘wetenschappelijk inzicht via bestaande of licht aan te passen methodieken naar de praktijk brengen’. Klimaat is een nieuw thema – hierop kan enigszins een uitzondering zijn omdat het verwerven van inzicht en methodiekontwikkeling hier meer nodig is dan in de andere thema’s.

Tot de opdrachten van de partnerorganisaties behoren onder andere:- het informeren, communiceren en sensibiliseren over het Vlaamse beleid rond de

beleidsthema’s in kwestie en over hun taken binnen de beheersovereenkomst in het bijzonder;

- deelnemen, op vraag van het agentschap aan overlegvergaderingen en aan de Vlaamse werkgroepen over het beleidsthema van de beheersovereenkomst en het opnemen van een trekkersrol rond dit beleidsthema;

- deelnemen aan gezondheidsconferenties (inclusief het voortraject) over het beleidsthema van de beheersovereenkomst en het opnemen van een trekkersrol rond dit beleidsthema.

Voor wat betreft metingen en bevragingen:- Kwaliteit: de technische bekwaamheid, ervaring en prestatiekenmerken zijn zeer belangrijk

voor dit resultaatsgebied.- De technische bekwaamheid en ervaring

Page 34: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

Uit de informatie in de offerte moet blijken dat het ter beschikking gestelde personeel kan worden geruggensteund en/of de tijdelijke afwezigheid ervan kan worden opgevangen door kwalitatief gelijkwaardig personeel. De opdrachtnemer verbindt zich ertoe de samenstelling van het team dat voor de uitvoering van de opdracht is opgegeven, niet te wijzigen, tenzij in geval van overmacht. In dat geval doet hij onmiddellijk en gemotiveerd mededeling aan de opdrachtgever die kan beslissen tot inperking of stopzetting van de opdracht. Specifiek het niveau van bekwaamheid en ervaring in biomonitoringsopdrachten en het huislabo milieumetingen (binnenmilieu) is voorwerp van beoordeling.

- De prestatiekenmerken De resultaten verkregen in deze opdracht moeten o.a. een integrale vergelijking toelaten met de resultaten uit de referentie biomonitoring uitgevoerd door het 4e generatie steunpunt ‘Milieu en Gezondheid’ en de referentiewaarden binnenmilieu in klachten vrije woningen, of in afwezigheid enig ander onderbouwde binnen of buitenlandse referentiewaarden.

o Juistheid (deelname aan ringtesten in bloed- en urinestalen voor de gevraagde merkers of andere vergelijkbare biologische materialen (als derdelijnscontrole)) en gebruik van matrixspecifiek referentiemateriaal (als eerste of tweedelijnscontrole))

o precisie (herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid)o specificiteit (gevoeligheid van de meettechniek en matrixinterferenties)o detectielimiet (3 maal de standaardafwijking op 10 blanco’s (UPW+ zuur))o meetbereik (werkgebied + aantal aangewende standaarden)o meetonzekerheid conform GUM-richtlijnen (uitgedrukt in %)o lineariteit (1ste of 2de orde lineariteit)o maatregelen ter voorkoming van cross-contaminatie tussen de staleno de analyse-capaciteit per week per analyse

De mate waarin hiertoe garanties geboden worden is een belangrijk criterium in de beoordeling.

4.10 BIJZONDERE AANDACHT VOOR KANSENGROEPEN, BEVOLKINGS- GROEPEN MET EEN HOGER RISICO EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET AANBOD

Het decreet van 21 november 200345 bepaalt in artikel 7 dat alle organisaties die gesubsidieerd worden door de Vlaamse Regering voor taken van preventieve gezondheidszorg, verplicht zijn om bij de uitvoering van hun opdracht bijzondere aandacht te besteden aan:- bevolkingsgroepen die kampen met kansarmoede;- bevolkingsgroepen die in grotere mate zijn blootgesteld aan bedreigingen van hun gezondheid;- de toegankelijkheid van het aanbod in de preventieve gezondheidzorg.

Hou hiermee voldoende rekening in de uitwerking van de acties en gebruik hiervoor het concept ‘proportioneel universalisme’46.

45 Zie link: http://codex.vlaanderen.be/Zoeken/Document.aspx?DID=1012025&param=inhoud&ref=search46 Dit betekent een beleid dat gericht is op alle burgers maar dat er ingezet wordt met een verschillende intensiteit voor bepaalde doelgroepen, waarbij die intensiteit varieert in functie van de mate van socio-economische of gezondheidsachterstand. Dit principe is toegelicht in het strategisch plan ‘de Vlaming leeft gezonder in 2025’, te raadplegen op https://www.zorg-en-gezondheid.be/gezondheidsdoelstelling-gezonder-leven

Page 35: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

5 W J A I ZE V N INDIENENOD SSIER

Dien het dossier in bij de administrateur-generaal van het agentschap, op het volgende e-mailadres: [email protected].

Het dossier is duidelijk en overzichtelijk en telt per perceel max. 100 pagina’s, eventuele bijlagen niet inbegrepen.

Alle stukken uit het dossier moeten tegelijk worden ingediend in Word- of Excel-formaat.

Alle gegevens en documenten worden per mail uitgewisseld tussen de kandidaat en het agentschap.

Verschillende scenario’s per kandidaat worden niet aanvaard.

6 O A JNTV NKELI KHEIDSVEREISTEN

De ontvankelijkheid van een dossier betreft alleen de tijdigheid en de aanwezigheid van de stukken. Zorg voor een duidelijke vermelding van de onderstaande stukken.

Om ontvankelijk te zijn moet het dossier voldoen aan de vereisten, vermeld in artikel 6, §4, van het besluit. Samengevat zijn die vereisten:a. tijdig ingediend (31 maart 2019 om 24 h - zie hoofdstuk 1);b. voldoet aan de vereisten inzake kandidaatstelling (zie hoofdstuk 3);c. ingediend op de wijze als vermeld in deze oproep (zie hoofdstuk 5);d. het dossier vermeldt op welke percelen het betrekking heeft;e. het dossier bevat minstens volgende stukken:

1. de contactgegevens van de personen die namens de kandidaat de eindverantwoordelijkheid dragen;

2. een volledig ingevuld en rechtsgeldig, door de kandidaat gemachtigd persoon/personen, ondertekend formulier47 “Indienen van een dossier na een oproep voor het sluiten van een beheersovereenkomst in het kader van het preventieve gezondheidsbeleid”;

3. een organigram van de kandidaat en een lijst met de personeelsbezetting (VTE), de functies en de deskundigheden van de medewerkers die verbonden zijn aan de resultaatsgebieden van de oproep;

4. een beknopte voorstelling van de kandidaat met de missie, de doelstellingen of een visietekst, de belangrijkste activiteiten en een situering in het werkveld;

5. een kopie van de meest recente statuten van uw organisatie(s) (indien van toepassing), tenzij die al gepubliceerd zijn in het Belgisch Staatblad (http://www.ejustice.just.fgov.be/tsv/tsvn.htm) en dit in het dossier vermelden;

6. een vermelding van de huidige inkomsten uit andere bronnen die relevant zijn voor de resultaatgebieden, in de meerjarenbegroting en bij de begroting eerste jaarplan;

47 Link: https://www.zorg-en-gezondheid.be/sites/default/files/atoms/files/Formulier-indienen-dossier-oproep_0.docx

Page 36: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

7. voor elk perceel een voorstel van beleidsplan met bijhorende meerjarenbegroting. Het beleidsplan omvat de projecten en recurrente dienstverlening onder de volgende vijf resultaatsgebieden:Voor het perceel ‘Milieugezondheidszorg’

1. het aanbod van informatie, documentatie en advies,2. ontwikkelen van methodieken,3. ondersteunen van de implementatie van methodieken, met inbegrip van

deskundigheidsbevordering,4. de uitbouw of het beheer van registratiesystemen.

Voor het perceel ‘MMK-coördinatie’5. de inhoudelijke en/of organisatorische coördinatie van locoregionale aspecten

van het preventieve gezondheidsbeleid Milieugezondheidszorg.8. voor elk perceel een voorstel van jaarplan met bijhorende begroting voor het eerste

werkingsjaar. Het jaarplan bestaat ten minste uit een concretisering voor het eerste werkingsjaar:

zelfde resultaatgebieden (zie hoofdstuk 4.6); zelfde operationele doelstellingen (zie hoofdstuk 4.6); minimaal de acties in het kader (zie hoofdstuk 4.6) de doelgroepen (zie hoofdstuk 4.5) de timing (zie hoofdstuk 4.6 en 4.7) invulling van de kwaliteits- en samenwerkingsvereisten (zie hoofdstuk 4.8 en

4.9); invulling van de aandachtspunten (zie hoofdstuk 4.8, 4.9 en 4.10) evaluatiecriteria (zie hoofdstuk 4.6); een begroting, zonder indexaanpassing (zie hoofdstuk 4.2).

f. de werkingsperiode en het budget zijn in overeenstemming met deze oproep;

Als in uw dossier één van bovenstaande elementen ontbreekt, dan is uw dossier niet-ontvankelijk (voor meer informatie over deze stap in de procedure, zie punt 8).

7 B OO AE RDELINGSCRITERI

Hieronder staan de criteria waarop de ontvankelijke dossiers door het agentschap worden beoordeeld. Bewaak daarom volgende punten bij opmaak van uw dossier:

WETENSCHAPPELIJKE KENNIS EN WERKWIJZE VAN DE ORGANISATIE BIJ DE UITVOERING VAN DE VERSCHILLENDE RESULTAATGEBIEDEN

- Wordt de keuze van de projecten (en eventueel recurrente dienstverlening) in het beleidsplan onderbouwd met verwijzingen naar resultaten van wetenschappelijk onderzoek, of internationale richtlijnen gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek? Bij afwezigheid van wetenschappelijk onderzoek: is er onderbouwing met andere (praktijk)evidence? Werd nagegaan of de evidentie voor Vlaanderen geldt?

- Is er een procedure voor het regelmatig toetsen van actuele wetenschappelijke bronnen en maatschappelijke noden binnen de resultaatgebieden?

Page 37: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

Specifiek voor het jaarplan eerste werkingsjaar

- Wordt de keuze van acties binnen het jaarplan onderbouwd met verwijzingen naar resultaten van wetenschappelijk onderzoek, of internationale richtlijnen gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek? Bij afwezigheid van wetenschappelijk onderzoek: is er onderbouwing met andere (praktijk)evidence? Werd nagegaan of de evidentie voor Vlaanderen geldt?

- Wordt waar relevant verwezen naar de effectiviteit en de efficiëntie van de acties?

RESULTAATGERICHTHEID EN MEETBAARHEID VAN DE ACTIES BINNEN DE RESULTAATGEBIEDEN

- Wordt de doelgroep, het thema, de setting waar relevant vermeld?- Wordt er een onderscheid gemaakt tussen projecten en recurrente dienstverlening? - Wordt bij projecten mijlpalen vermeld?- Komen de verschillende beleidsthema’s (de 4 preventieprogramma’s en 1

beleidsprogramma) voldoende aan bod? Wordt onderbouwd waarom bepaalde beleidsthema’s meer/minder aandacht krijgen?

- Toont de kandidaat aan dat rekening wordt gehouden met de relevante kenmerken van de (sub)doelgroepen en settings?

- Wordt rekening gehouden met de geformuleerde kwaliteitscriteria (onder de kaders bij 4.8 ‘Resultaatgebieden, operationele doelstellingen en acties’ en als afzonderlijk punt bij ‘4.9 minimale kwaliteits- en samenwerkingsvereisten’)?

- Wordt bij de keuze van de projecten en recurrente dienstverlening rekening gehouden met de beschikbaarheid, expertise en ervaring van het personeel dat de kandidaat ter beschikking stelt?

- Komen de sterke en zwakke punten van de kandidaat aan bod in het dossier?

Specifiek voor het jaarplan eerste werkingsjaar

- Wordt een helder, specifiek (een beschrijving, de doelgroep, het thema, de problematiek, de setting en de timing) en volledig overzicht gegeven van de acties onder de resultaatsgebieden?

- Toont de kandidaat aan waar relevant of de acties werkzaam zijn in Vlaanderen? - Toont de kandidaat aan dat rekening wordt gehouden met de relevante kenmerken van de

(sub)doelgroepen en settings bij acties? - Worden de geformuleerde kwaliteitscriteria opgenomen in de acties van het jaarplan (zie

onder de kaders bij 4.8 ‘Resultaatgebieden, operationele doelstellingen en acties’ en als afzonderlijk punt bij ‘4.9 minimale kwaliteits- en samenwerkingsvereisten’)

- Wordt bij de keuze van de acties rekening gehouden met de beschikbaarheid, expertise en ervaring van het personeel dat de kandidaat ter beschikking stelt

- Werden bij de acties waar relevant indicatoren geformuleerd (output, outcome en bereik worden als voorbeeld gegeven) die gekoppeld zijn aan de evaluatiecriteria?

NETWERKING EN SAMENWERKING

- Werd rekening gehouden met de geformuleerde samenwerkingscriteria (onder de kaders bij 4.8 ‘Resultaatgebieden, operationele doelstellingen en acties’ en als afzonderlijk punt bij ‘4.9 minimale kwaliteits- en samenwerkingsvereisten’)?

Page 38: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

- Wordt voor elke netwerking en samenwerking beschreven welke de verschillende rollen en mandaten zijn van de betrokken organisaties en welke investering ze doen in termen van mensen en middelen?

- Zijn de samenwerkingsafspraken tussen de verschillende actoren vastgelegd in een overeenkomst die is bevestigd door de betrokken partijen?

- Bevatten de samenwerkingsafspraken procedures voor het opvolgen en bijsturen van de samenwerkingen?

Specifiek voor het jaarplan van het eerste werkingsjaar

- Worden de geformuleerde samenwerkingscriteria opgenomen in de acties van het jaarplan (onder de kaders bij 4.8 ‘Resultaatgebieden, operationele doelstellingen en acties’ en als afzonderlijk punt bij ‘4.9 minimale kwaliteits- en samenwerkingsvereisten’)?

- Is er voor de uitvoering van de acties netwerking en samenwerking voorzien met relevante actoren (organisaties terreinwerking, partnerorganisaties, individuele zorgverleners, intermediairs, andere…) die een meerwaarde opleveren?

ONDERBOUWING VAN DE BEGROTING EN AFWEGING VAN DE KOSTEN TEGENOVER DE BATEN

- Geeft de begroting een volledig overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven? (personeel, werking, overige inkomsten voor de resultaatgebieden...)

- Is er een evenwicht tussen de inkomsten en de uitgaven?- Zijn de overige inkomsten (andere dan de subsidie op basis van de erkenning) duurzaam?- Worden er voldoende middelen voorzien voor werkingskosten, materialen en diensten,

pilootprojecten, evaluaties en eventuele campagnes (aandacht voor efficiëntie en kosteneffectiviteit)?

- Is er een optimale verhouding tussen geïnvesteerde middelen en de voorziene resultaten?- Is de begroting gebaseerd op de prioriteiten van het beleidsplan?- Houden de uitgaven voor personeel rekening met de evolutie van de loonkosten over de

volledige periode van de beheersovereenkomst?- Bevat het voorstel een visie op reservevorming?- Is er over gewaakt dat een voldoende groot aandeel van de middelen (personeel en werking)

ingezet worden cf. de belangrijkheid van de resultaatgebieden?

Begroting bij het eerste werkingsjaar

- Geeft de begroting een volledig overzicht van alle verwachte inkomsten en uitgaven? (personeel, werking, overige inkomsten voor de acties)

- Worden er voldoende middelen voorzien voor werkingskosten, materialen en diensten, pilootprojecten, evaluaties en eventuele campagnes (aandacht voor efficiëntie en kosteneffectiviteit)?

- Is er een optimale verhouding tussen geïnvesteerde middelen en de voorziene resultaten?- Is er over gewaakt dat een voldoende groot aandeel van de middelen (personeel en werking)

ingezet worden voor de acties cf. de belangrijkheid van de resultaatsgebieden?

Op basis van de beoordeling van het ingediende dossier wordt aan elk criterium een cijfer toegekend van 0 tot 5. De betekenis van deze cijfers is als volgt:

0 = zeer zwak, onmogelijk te remediëren1 = zwak, moeilijk te remediëren

Page 39: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

2 = onvoldoende, maar remediëren mogelijk3 = voldoende4 = sterk5 = zeer sterk

Voor het opmaken van de rangorde, worden die cijfers opgeteld. De organisatie die het meeste punten haalt, wordt beschouwd als het best gerangschikt. Op basis van dit dossier wordt een voorstel van beheersovereenkomst opgemaakt en overgemaakt aan de minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid.

De criteria ‘Netwerking en samenwerking’ en ‘Onderbouwing van de begroting en afweging van de kosten tegenover de baten’ worden als extra belangrijk beschouwd. Bij het laatste criterium is het element ‘efficiëntie’ en dus de ‘afweging tussen de aard en de omvang van de acties in verhouding tot het budget’ en de accenten binnen de aanwending van het budget prioritair. Deze criteria wegen dus sterker door bij de beoordeling van de dossiers.

Dossiers die op minstens één van de extra belangrijk geachte criteria een 0 of een 1 scoren, worden niet meegenomen in de rangschikking.

Als zou blijken dat geen enkele van de ingediende dossiers 2 of meer scoort op alle extra belangrijke criteria, dan wordt een rangorde opgemaakt van alle dossiers die ontvankelijk zijn. In het dossier dat wordt bezorgd aan de minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, wordt wel duidelijk genoteerd dat het dossier op essentiële punten belangrijke tekortkomingen vertoont.

8 P O O R CEDURE T T HET A B O OMSLUITEN V N EEN EHEERS VEREENK ST

Het agentschap organiseert een informatiesessie voor geïnteresseerden, waar u terecht kan met alle soorten vragen over de oproep en de verdere procedure (zie hoofdstuk 1 van deze oproep);

Na ontvangst van het dossier van de kandidaat, verstuurt het agentschap een ontvangstbevestiging per mail, binnen de drie werkdagen;

Het agentschap onderzoekt de ontvankelijkheid. De beslissing tot ontvankelijkheid of onontvankelijkheid wordt door het agentschap meegedeeld aan de kandidaat binnen twintig werkdagen na de ontvangstmelding. De onontvankelijkheid wordt gemotiveerd;

Als de kandidaat op de hoogte is gebracht van de onontvankelijkheid, heeft hij tien werkdagen de tijd om aanpassingen door te voeren en het dossier opnieuw in te dienen. Als hij niet of niet tijdig alle nodige formaliteiten vervult, vervalt het voorstel dat hij heeft ingediend;

Het agentschap onderzoekt de sterktes en zwaktes van de ontvankelijke dossiers; Het agentschap organiseert een collectief overleg met alle kandidaten die een ontvankelijk

dossier hebben ingediend. Dat kan resulteren in de indiening van nieuwe dossiers die de vorige vervangen;

De kandidaten delen binnen drie werkdagen na het collectief overleg mee of ze een nieuw dossier indienen. Binnen twintig werkdagen na het overleg worden de nieuwe dossiers ingediend bij de administrateur-generaal van het agentschap;

Het agentschap beoordeelt de dossiers op basis van de criteria, vermeld in hoofdstuk 7. Als er meerdere kandidaten zijn, rangschikt het agentschap de kandidaten op basis van de

beoordeling van de dossiers. Het agentschap maakt voor de best gerangschikte kandidaat een voorontwerp van

beheersovereenkomst en voegt het voorontwerp van beleidsplan en jaarplan voor het eerste

Page 40: Titel van het document - Zorg en Gezondheid · Web viewOproep gelanceerd door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, Wouter Beke, namens de

werkingsjaar er als bijlage aan toe. Die voorontwerpen geven duidelijk aan op welke punten het agentschap voorstelt af te wijken van het dossier.

Het agentschap bezorgt beide voorontwerpen aan de minister; De minister onderhandelt met de kandidaat over die voorontwerpen, of verzoekt het agentschap

om erover te onderhandelen. a. Als de onderhandelingen leiden tot een akkoord, maakt het agentschap een ontwerp van

beheersovereenkomst op. b. Als de minister vaststelt dat de onderhandelingen niet tot een akkoord leiden, beslist de

minister om hetzij af te zien van het sluiten van een beheersovereenkomst en de oproep terug te trekken, hetzij onderhandelingen op te starten met de kandidaat die als tweede gerangschikt werd.

De minister legt het ontwerp van beheersovereenkomst, samen met het ontwerp van beleidsplan, meerjarenbegroting en jaarplan en begroting voor het eerste werkingsjaar en het bijhorend ontwerp van subsidiebesluit voor het eerste werkingsjaar, ter advies voor aan de Inspectie van Financiën en, als dat vereist is volgens de regels van de begrotingscontrole en -opmaak ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering.

De minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid en de kandidaat ondertekenen de beheersovereenkomst.

9 B J AI L GEN

Praktijkorganisatie MMK-werking (ppt-format)