KLEUR OM TE OVERLEVEN 2015 EERSTE GRAAD TEKST Powerpointpresentatie door gids te vertellen

1. Kleur om te overleven 2. Hoe komt het dat je soms een regenboog in de lucht ziet? Dat is een moeilijke vraag. 3. We zullen het eens aan de wijze uil vragen, misschien dat hij het weet. Hallo uil! Hoe komt er een regenboog in de lucht? Ik zal uil Archimedes eens sturen, die is erg geleerd. 4. Wat een moeilijke vraag hebben jullie. Maar ... ik zie ook dat jullie erg slimme kinderen zijn. Luister goed, dan zal ik het uitleggen. 5. Je hebt misschien wel gemerkt dat er alleen een regenboog in de lucht te zien is, als het regent en tegelijk de zon schijnt. Dit komt omdat de zon op de regendruppels schijnt. In het witte zonlicht zitten zeven kleuren verstopt. Rood, oranje, geel, groen, blauw, de donkerblauwe kleur noemen we indigo en paars noemen we violet. Wat een moeilijke namen, hè? 6. Deze kleuren zie je ook als het licht op een CD schijnt. Zullen we nu samen de kleuren nog eens noemen? Rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet. Goed zo!! 7. Alleen als het licht is zie je kleuren. De zon zorgt voor dat licht. Soms zie je hem niet en is hij verstopt achter de wolken. 8. Heb je er wel eens over nagedacht dat je in het donker geen kleuren ziet? 9. Als je naar bed gaat wanneer het nog licht is, moet je eens goed naar je speelgoed kijken. Je ziet dan dat het allerlei kleuren heeft. Als je ‘s nachts wakker wordt zie je geen kleuren meer, alleen zwart en wit. 10. Als ik ‘s nachts rond vlieg en de maan schijnt, dan zijn alle kleuren weg. De bomen zijn zwart, het gras is zwart. Zonder kleuren ziet het er maar saai uit. 11. Kleuren kunnen ook wat betekenen. Kijk maar eens naar deze verkeerslichten. 12. Zo weten we dat rood vaak wil zeggen: Pas op, gevaar! Je weet: bij het rode verkeerslicht moet je stoppen. Pas op, gevaar!! 13. Het lieveheersbeestje heeft ook een rode kleur en wil daarmee zeggen: pas op, gevaar, ik smaak vies. De vogels zijn gewaarschuwd, ze eten de lieveheersbeestjes daarom ook niet op. 14. Bij dit verkeerslicht is het ook: Let op, gevaar. 15. Ook deze geel-zwarte kleur betekent gevaar. De wesp heeft deze geel-zwarte kleur en wil daarmee zeggen: pas op, gevaar, ik steek. Wie wel eens door een wesp gestoken is, weet dat dat erg pijn doet.

16. Kijk eens naar mijn grote uilenogen, daar zijn heel veel vogels bang voor. Er zijn van die slimme vlinders, die op hun vleugels nepogen hebben, die lijken op die ogen van mij. 17. Weet je hoe deze vlinder heet? De uilenkopvlinder. 18. Zie je hoe deze ogen op mijn ogen lijken? 19. Als een vogel de vlinder op wil eten, klapt hij plotseling zijn bruine vleugels open. De vogel ziet dan de ogen, schrikt erg en vliegt gauw weg. 20. Wij uilen hebben een bruine kleur. Dat is heel veilig als wij ons tegen zo’n bruine boom verstoppen om een dutje te doen. Net als ik hier. Deze kleur noemen we verstopkleur of schutkleur. Heb je me al gevonden? Ik zit tussen die twee takken. Goed verstopt hè? 21. Als je groen bent zoals deze kikker, heb je ook een goede verstopkleur. Maar dan moet je natuurlijk wel op iets groens gaan zitten. 22. Je kunt je het beste verstoppen in een omgeving die dezelfde kleur heeft als je zelf hebt. Kijk maar naar deze bruine kikker ... Volg de pijl maar, dan kun je hem vinden. 23. Soms moet je juist wél goed te zien zijn. Bijvoorbeeld als je honger hebt en eten wil. Papa en mama vogel moeten dan wel de bekjes goed kunnen vinden. Daarom hebben de bekjes felle rode of oranje kleuren, zodat ze goed te zien zijn. 24. Wat is deze pauw mooi hè? Hij laat zijn prachtige kleuren zien omdat hij een vrouwtje zoekt. Wat denken jullie, zal hem dat lukken met zo’n mooie staart? 25. Ook bloemen hebben mooie kleuren om op te vallen. Met hun kleuren willen ze zeggen: hier moet je zijn, hier is iets lekkers te halen. Want honing (nectar) en stuifmeel uit de bloemen vinden insecten lekker. 26. Insecten...? Wat zijn insecten eigenlijk? Insecten zijn beestjes die zes pootjes hebben. Deze kever is een insect, tel zijn pootjes maar, een, twee, drie, vier, vijf, zes. Die twee lange zijn geen pootjes maar voelsprieten. Ook lieveheersbeestjes, wespen en vlinders zijn insecten. 27. Streepjes op de bloemen wijzen de insecten de weg naar het midden van de bloem waar het lekkers, stuifmeel en honing, te vinden is. Deze streepjes noemen we honingmerken. Zie je, deze hommels hebben het al gevonden. 28. Ik heb jullie nu hele geleerde dingen verteld. Probeer het maar goed te onthouden. Zo, ik zet mijn bril en muts af. Dan kan ik me beter verstoppen. 29. Zoals jullie nu weten moet ik vannacht weer rondvliegen op zoek naar muizen. Dus ga ik me verstoppen en een dutje doen, maar jullie moeten wel goed wakker blijven hoor!! Hou doe!!