tanzania

1
‘MIJN EERSTE DAG IN HET ZIEKENHUIS: de kinderafdeling. Ik hoor hoe mijn voorganger een anamnese afneemt in het Swahili. Dan sta je wel even te klap- peren met je oren. Moet ik dit straks zelf doen? Het is een lastige taal. Gelukkig spreken alle artsen en de meeste verpleegkundigen behoorlijk Engels. Maar soms is het Engels voor verpleegkundigen lastig. Dan vraag ik: ‘is het zus of zo?’ En steevast antwoorden ze: ‘ja’. MOEDERS KOMEN LANGS met hun kinderen, die meestal malaria hebben. Gelukkig knappen de meesten vrij snel op. Ook ligt er altijd wel een patiëntje op de afdeling met een ondervoedingsziekte, zoals marasmus of kwashiorkor. Ze zitten in een speciaal programma ‘Upendo’ (= liefde) en krijgen antibiotica, antimalaria, multivitamine en speciaal energierijk voedsel dat – heel toepas- selijk – chakula la dawa heet. Chakula = eten en dawa = medicijnen. Ondanks alle inspanningen redden sommige kinderen het niet. BIJ DE RÖNTGENBESPREKING krijgen we de meest vreselijke fracturen te zien. Als je kijkt hoe die worden gezet, denk je soms: dat kan zo niet, die kan zo niet lopen. Maar vaak is het ‘goed genoeg’. Het alternatief is uren in een bus naar een ziekenhuis van Dar es Salam waar betere faciliteiten zijn. Maar de behandeling en de busrit moet de patiënt zelf betalen en voor dat bedrag kun je weer een dag eten. NU WERK IK op de Maternity, de afdeling Zwangeren. Vrouwen komen met hun moeder die buiten wacht tot het kind geboren is. Ze komen vaak voor hun vijfde bevalling. Dat gaat meestal zo snel, dat je nauwelijks iets hoeft te doen. Eén stuitbevalling zal ik niet snel vergeten. Het kindje was zo slap en blauw dat we het moesten reanimeren. Na een tijdje was er gelukkig een hartslag en na een paar minuten beademen ook een spontane ademhaling. Het meisje werd mooi roze en begon te huilen. Inmiddels zijn moeder en dochter in goede gezondheid ontslagen. IK MOET VERTROUWEN op mijn eigen klinische oordeel, dat is het belangrijkste wat ik tot nu toe heb geleerd. Ik durf nu beslissingen te nemen die zijn geba- seerd op anamnese en lichamelijk onderzoek, want de labresultaten kloppen hier niet altijd. Ik hoop dat ik dit onthoud als ik aan het werk ga in Nederland: ik behandel niet de labresultaten, maar de patiënt. MIJN GROOTSTE ONMACHT is wat je allemaal niet kan doen in dit ziekenhuis. Soms heb ik moeite met de onoplettendheid of laksheid van verpleegkundigen. Wij zijn gewend om na een operatie elk uur de temperatuur en de bloeddruk van de patiënt te controleren. Dat nemen ze hier niet zo nauw. HET IS PRETTIG dat je altijd met twee co-assistenten bent, zeker als je heftige dingen meemaakt. Je kunt je verhaal kwijt als je eens een mindere dag hebt gehad. Ik heb hier veel goede dagen, maar soms vind ik het moeilijk en mis ik mijn vriend. Ik eindig mijn co-schappen bij de Female Ward, een afdeling Chirurgie en Interne Patiënten voor vrouwen vanaf 5 jaar. Daar kijk ik naar uit. Daarna ga ik samen met m’n vriend bijkomen op het strand van Zanzibar. Ook een mooi vooruitzicht.’ < Tekst: Jeroen Vliegenberg Fotografie: Karlien Sierhuis Uit de polder - Karlien Sierhuis (25) vertrok naar Tanzania om daar haar laatste co-schappen te lopen in het Turiani Hospital. -CO-ASSISTENTEN IN HET BUITENLAND-

description

24 discours Bij de röntgenBespreking krijgen we de meest vreselijke fracturen te zien. Als je kijkt hoe die worden gezet, denk je soms: dat kan zo niet, die kan zo niet lopen. Maar vaak is het ‘goed genoeg’. Het alternatief is uren in een bus naar een ziekenhuis van Dar es Salam waar betere faciliteiten zijn. Maar de behandeling en de busrit moet de patiënt zelf betalen en voor dat bedrag kun je weer een dag eten. Tekst: Jeroen Vliegenberg Fotografie: Karlien Sierhuis november 2009

Transcript of tanzania

november 200924 discours

‘Mijn eerste dag in het ziekenhuis: de kinderafdeling. Ik hoor hoe mijn voorganger een anamnese afneemt in het Swahili. Dan sta je wel even te klap-peren met je oren. Moet ik dit straks zelf doen? Het is een lastige taal. Gelukkig spreken alle artsen en de meeste verpleegkundigen behoorlijk Engels. Maar soms is het Engels voor verpleegkundigen lastig. Dan vraag ik: ‘is het zus of zo?’ En steevast antwoorden ze: ‘ja’.

Moeders koMen langs met hun kinderen, die meestal malaria hebben. Gelukkig knappen de meesten vrij snel op. Ook ligt er altijd wel een patiëntje op de afdeling met een ondervoedingsziekte, zoals marasmus of kwashiorkor. Ze zitten in een speciaal programma ‘Upendo’ (= liefde) en krijgen antibiotica, antimalaria, multivitamine en speciaal energierijk voedsel dat – heel toepas-selijk – chakula la dawa heet. Chakula = eten en dawa = medicijnen. Ondanks alle inspanningen redden sommige kinderen het niet.

Bij de röntgenBespreking krijgen we de meest vreselijke fracturen te zien. Als je kijkt hoe die worden gezet, denk je soms: dat kan zo niet, die kan zo niet lopen. Maar vaak is het ‘goed genoeg’. Het alternatief is uren in een bus naar een ziekenhuis van Dar es Salam waar betere faciliteiten zijn. Maar de behandeling en de busrit moet de patiënt zelf betalen en voor dat bedrag kun je weer een dag eten.

nu werk ik op de Maternity, de afdeling Zwangeren. Vrouwen komen met hun moeder die buiten wacht tot het kind geboren is. Ze komen vaak voor hun vijfde bevalling. Dat gaat meestal zo snel, dat je nauwelijks iets hoeft te doen. Eén stuitbevalling zal ik niet snel vergeten. Het kindje was zo slap en blauw

dat we het moesten reanimeren. Na een tijdje was er gelukkig een hartslag en na een paar minuten beademen ook een spontane ademhaling. Het meisje werd mooi roze en begon te huilen. Inmiddels zijn moeder en dochter in goede gezondheid ontslagen.

ik Moet vertrouwen op mijn eigen klinische oordeel, dat is het belangrijkste wat ik tot nu toe heb geleerd. Ik durf nu beslissingen te nemen die zijn geba-seerd op anamnese en lichamelijk onderzoek, want de labresultaten kloppen hier niet altijd. Ik hoop dat ik dit onthoud als ik aan het werk ga in Nederland: ik behandel niet de labresultaten, maar de patiënt.

Mijn grootste onMacht is wat je allemaal niet kan doen in dit ziekenhuis. Soms heb ik moeite met de onoplettendheid of laksheid van verpleegkundigen. Wij zijn gewend om na een operatie elk uur de temperatuur en de bloeddruk van de patiënt te controleren. Dat nemen ze hier niet zo nauw.

het is prettig dat je altijd met twee co-assistenten bent, zeker als je heftige dingen meemaakt. Je kunt je verhaal kwijt als je eens een mindere dag hebt gehad. Ik heb hier veel goede dagen, maar soms vind ik het moeilijk en mis ik mijn vriend. Ik eindig mijn co-schappen bij de Female Ward, een afdeling Chirurgie en Interne Patiënten voor vrouwen vanaf 5 jaar. Daar kijk ik naar uit. Daarna ga ik samen met m’n vriend bijkomen op het strand van Zanzibar. Ook een mooi vooruitzicht.’ <

Tekst: Jeroen VliegenbergFotografie: Karlien Sierhuis

Uit de polder -

karlien sierhuis (25) vertrok naar tanzania om daar haar laatste co-schappen te lopen in het turiani hospital.

-co-assistenten in het Buitenland-