Straight leg raising test

1
Podosophia nr. 4, juli 2013 21 In deze rubriek belicht de auteur testen die u in de praktijk kunt toepassen. Straight leg raising test Een vorm van zenuwpijn is het lumbosacraal radiculair syndroom (LRS). Naast lage rugklachten zijn pijnklachten in het onderbeen of de voet een symptoom; deze klachten zijn houdingsaankelijk. De diagnose van LRS wordt gesteld op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek. Belangrijk onderdeel daarvan is de straight leg raising test (SLR). De verdenking van een LRS is een rodevlag-moment voor de podotherapeut en een indicatie voor een (terug)verwijzing naar de huisarts. GETEST Tekst en foto’s: Nando Liem, sport- en OMG-arts LRS ontstaat door lokale rek of druk op een zenuwwor- tel, meestal door een hernia. Behalve pijn kan er ook uitval van functies zijn zoals gevoels- en/of spierfunc- tieverlies. Andere meer zeldzame oorzaken van een ze- nuwbeklemming of -uitval zijn onder meer tumoren en lokale ontstekingen. In de diagnostiek naar LRS is een aantal klinische testen voorhanden. Een veel gebruikte is de rektest van de zenuwwortel, die bekend staat als de straight leg raising test (SLR) – ook bekend onder test van Lasègue – eventueel gecombineerd met de test van Bragard. Naast de SLR is er ook een gekruiste en omgekeerde SLR test. Uitstralende pijn De SLR wordt uitgevoerd terwijl de patiënt op de rug ligt met het hoofd ontspannen op een kussentje. Het aangedane been wordt met de knie gestrekt geheven. Een positieve test wordt meestal gevonden bij een hoek van 60-70 graden waarbij pijn wordt aangegeven in het aangedane been tot voorbij de knieholte. De sensitivi- teit is 78-98. 1 De test is betrouwbaarder naarmate de gevonden hoek kleiner is. De specificiteit is daarentegen wat lager (0,4). Een negatieve uitslag is dus van belang om een SLR onwaarschijnlijk te maken. Bij de gekruiste SLR is er sprake van heffen van het niet pijnlijke been waarbij de uitstralende pijn wordt aangegeven in het aangedane been. De sensitiviteit van deze proef is echter relatief laag (0,25) maar de specificiteit is daarentegen hoog (> 0,90). Bij de omgekeerde SLR ligt patiënt op de buik en wordt van het aangedane been de knie gebogen. De hak wordt hierbij in de richting van de bil bewogen. Ingeval van een positieve test wordt uitstralende pijn aangeven over de achterzijde van het been. Zowel de sensitiviteit als specificiteit zijn niet goed bekend. Voor de de SLR is de inter observer betrouwbaarheid groot. Voor de gekruiste SLR zijn de gegevens hiervan wis- selend. Voor wat betreſt de omgekeerde SLR is hierover voor zover mij bekend geen informatie beschikbaar. Test van Bragard Van belang bij de SLR is dat het been recht omhoog geheven wordt. Endorotatie van de heup vergroot de rekhoek terwijl exorotatie deze juist verkleint. Als pijn niet opgewekt kan worden bij deze testen, kan de proef uitgebreid worden door dorsaalflexie van de voet. Deze aanvulling wordt beschreven als de test van Bragard. De SLR en gekruiste SLR zijn gericht op detectie van zenuwwortel prikkeling op niveau L4-L5-S1. De omgekeerde SLR is met name gericht op detectie van wortelprikkeling op niveau L3-4. 1. Sensitiviteit en specificiteit zijn termen die worden gebruikt om de waarde van een test in de medische diagnostiek te beschrij- ven. Een hoge sensitiviteit (percentage positieve testuitslagen bij de ziekte) is nodig om met zekerheid te kunnen aantonen dat iemand de ziekte heeft. Een hoge specificiteit (percentage negatieve testuitslagen bij afwezigheid van de ziekte) is nodig om met grote zekerheid te kunnen aantonen dat iemand de ziekte niet heeft. Literatuurlijst A.W. Chavannes, J.M.A. Mens, B.W. Koes, W.J. Lubbers, R. Os- telo, W.E.M. Spinnewijn, B.G.M. Kolnaar. NHG-Standaard Aspe- cifieke lagerugpijn (1 ste herz.). Huisarts Wet 2005;48(3):113-23. J.M.A. Mens, A.W. Chavannes, B.W. Koes, W.J. Lubbers, R.W.J.G. Ostelo, W.E.M. Spinnewijn, B.G. M. Kolnaar. NHG- Standaard Lumbosacraal radiculair syndroom (LRS) (1 ste herz.). Huisarts Wet 2005;48(4):171-8. H.J.G.H. Oosterhuis. Richtlijnen Fysische diagnostiek - lumbo- sacrale radiculaire prikkelingsverschijnselen. Ned Tijdschr Geneeskd. 1999; 143:617-20. Foto 1. SLR met gestrekte knie. De enkel staat ontspannen in plantairflexie. Foto 2. SLR met Bragard. De voet staat in maximale dorsaalflexie. Foto 3. Omgekeerde SLR. 1 2 3

Transcript of Straight leg raising test

Page 1: Straight leg raising test

Podosophia nr. 4, juli 2013 21

In deze rubriek belicht de auteur testen die u in de praktijk kunt toepassen.

Straight leg raising testEen vorm van zenuwpijn is het lumbosacraal radiculair syndroom (LRS). Naast lage rugklachten zijn pijnklachten in het onderbeen of de voet een symptoom; deze klachten zijn houdingsafhankelijk. De diagnose van LRS wordt gesteld op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek. Belangrijk onderdeel daarvan is de straight leg raising test (SLR). De verdenking van een LRS is een rodevlag-moment voor de podotherapeut en een indicatie voor een (terug)verwijzing naar de huisarts.

Getest

Tekst en foto’s: Nando Liem, sport- en OMG-arts

LRS ontstaat door lokale rek of druk op een zenuwwor-tel, meestal door een hernia. Behalve pijn kan er ook uitval van functies zijn zoals gevoels- en/of spierfunc-tieverlies. Andere meer zeldzame oorzaken van een ze-nuwbeklemming of -uitval zijn onder meer tumoren en lokale ontstekingen. In de diagnostiek naar LRS is een aantal klinische testen voorhanden. Een veel gebruikte is de rektest van de zenuwwortel, die bekend staat als de straight leg raising test (SLR) – ook bekend onder test van Lasègue – eventueel gecombineerd met de test van Bragard. Naast de SLR is er ook een gekruiste en omgekeerde SLR test.

Uitstralende pijnDe SLR wordt uitgevoerd terwijl de patiënt op de rug ligt met het hoofd ontspannen op een kussentje. Het aangedane been wordt met de knie gestrekt geheven. Een positieve test wordt meestal gevonden bij een hoek van 60-70 graden waarbij pijn wordt aangegeven in het aangedane been tot voorbij de knieholte. De sensitivi-teit is 78-98.1 De test is betrouwbaarder naarmate de gevonden hoek kleiner is. De specificiteit is daarentegen wat lager (0,4). Een negatieve uitslag is dus van belang om een SLR onwaarschijnlijk te maken. Bij de gekruiste SLR is er sprake van heffen van het niet pijnlijke been waarbij de uitstralende pijn wordt aangegeven in het aangedane been. De sensitiviteit van deze proef is echter relatief laag (0,25) maar de specificiteit is daarentegen hoog (> 0,90). Bij de omgekeerde SLR ligt patiënt op de buik en wordt van het aangedane been de knie gebogen. De hak wordt hierbij in de richting van de bil bewogen. Ingeval van een positieve test wordt uitstralende pijn aangeven over de achterzijde van het been. Zowel de sensitiviteit als specificiteit zijn niet goed bekend. Voor de de SLR is de inter observer betrouwbaarheid groot.

Voor de gekruiste SLR zijn de gegevens hiervan wis-selend. Voor wat betreft de omgekeerde SLR is hierover voor zover mij bekend geen informatie beschikbaar.

Test van BragardVan belang bij de SLR is dat het been recht omhoog geheven wordt. Endorotatie van de heup vergroot de rekhoek terwijl exorotatie deze juist verkleint. Als pijn niet opgewekt kan worden bij deze testen, kan de proef uitgebreid worden door dorsaalflexie van de voet. Deze aanvulling wordt beschreven als de test van Bragard. De SLR en gekruiste SLR zijn gericht op detectie van zenuwwortel prikkeling op niveau L4-L5-S1. De omgekeerde SLR is met name gericht op detectie van wortelprikkeling op niveau L3-4.

1. Sensitiviteit en specificiteit zijn termen die worden gebruikt om

de waarde van een test in de medische diagnostiek te beschrij-

ven. Een hoge sensitiviteit (percentage positieve testuitslagen

bij de ziekte) is nodig om met zekerheid te kunnen aantonen

dat iemand de ziekte heeft. Een hoge specificiteit (percentage

negatieve testuitslagen bij afwezigheid van de ziekte) is nodig

om met grote zekerheid te kunnen aantonen dat iemand de

ziekte niet heeft.

Literatuurlijst

• A.W. Chavannes, J.M.A. Mens, B.W. Koes, W.J. Lubbers, R. Os-

telo, W.E.M. Spinnewijn, B.G.M. Kolnaar. NHG-Standaard Aspe-

cifieke lagerugpijn (1ste herz.). Huisarts Wet 2005;48(3):113-23.

• J.M.A. Mens, A.W. Chavannes, B.W. Koes, W.J. Lubbers,

R.W.J.G. Ostelo, W.E.M. Spinnewijn, B.G. M. Kolnaar. NHG-

Standaard Lumbosacraal radiculair syndroom (LRS) (1ste herz.).

Huisarts Wet 2005;48(4):171-8.

• H.J.G.H. Oosterhuis. Richtlijnen Fysische diagnostiek - lumbo-

sacrale radiculaire prikkelingsverschijnselen. Ned Tijdschr

Geneeskd. 1999; 143:617-20.

Foto 1. SLR met gestrekte knie. De enkel staat ontspannen in plantairflexie.Foto 2. SLR met Bragard. De voet staat in maximale dorsaalflexie. Foto 3. Omgekeerde SLR.

1

2

3