Stemmen uit De Gereformeerde Kerken in Nederland. · Door dhr. D. de Witte, Corr. te Ter Neuzen,...

4
1902. Vijftigste Jaargang, (Derde Kwartaal.) No. 40 DE BA ZUIN Stemmen uit „De Gereformeerde Kerken in Nederland." 3ioH II : la, klaagt be fiajutn (Ten voordeele van de Theologische School te Kampen.) Vrijdag 1'J September 1902. ï|agg. I : 4, 3# Ö et ^ aar ulieöen toel be tt}ü/üac toaotit m iituc geüietfbe {juinen, en jaï bit tjili# tooegt 3i)n S Dit blad verschijnt des Vrijdags. Prijs per 3 maanden, fr. per post f 1.50. Voor Oost-Friesland en Amerika f 1 75. Voor Z.- Afrika ƒ1.75. Abonnementen buiten het Rijk moeten per kwartaal vóóruit worden betaald. Afzonderlijke Nrs. lZ'/s ct. Advertentiën van 1—10 regels ƒ1; elke regel meer 10 ets. Boekh.-advertentiën 3/2 maal. UITGEVER: G. PH. ZALSMAN, KAMPEN. Advertentiën en Bestellingen vrachtvrij te adresseeren aan den UITGEVER G. PH. ZALSMAN te KAMPEN. Kerkelijke Berichten en Stukken der Medewerkers aan ,/de REDACTIE van DE BAZUIN te KAMPEN. Binnenlandsche Ruilbladen, Intezenden Stukken en Werken ter recensie aan den HOOFDREDACTEUR, DR. H. BAVINCK TE KAMPEN. Officieele Kerkelijke Berichten enz. THKOLOOI^IIË SCHOOL. Het College van Hoogleerareti maakt l»cken<I aan belanghebbenden: »o jat, zoo de lleere wil, de Col leaes zulle" aanvangen met het hou dén van den Hrans op f rifdat/ den 26 (sept. des'avonds § uur. en dat het admissie-examen zal gehouden worden o|» iSonderdatf den 25 Sept. des morgens 9 uur. Opgaven en getuigschriften in (e zenden bij den Pedel Jlausen. IXamens 'I College, NOOItIftTZIJ, Secretaris. lte Penningmeester van de Theo- logische School hoopt Vrijdag, 2U Seniember, des avonds fan b tot S uur iic de Aula zitting te houden, tot ontvangst van de collegegelden* ia. i IC**S*I;:V PLAATSELIJKE KEKKEN. HAKEN (Gron.), 3 Sept 1902. Heden heeft de Geref. Kerk alhier haar gouden jnbilé gevierd. Ze mocht het zeldzame voorrecht genieten, dat twee der eerste leden van den Kerkeraad, de broeders 11. Adolfs en H. Brink (April 1852 bevestigd) benevens broeder G. Vrieling, die een weiuig later Ouderling was geworden, nog in leven waren en in deze plechtige ure als oud-Ouderlingen in haar midden konden zijn. Als sprekers traden achtereenvolgens op : Ds van der Vegt, als Pastor loei; Ds. Bennink van Wester- bork en Ds. van Dijk van Tholen als predikanten, die vroeger de Gemeente alhier gediend hadden ; Ds. Renting van Winters- wijk als zoon van Ds. tl. Itenting, in 1891 hier overleden; Ds ' Schoemakers van Groningen, Ds. Zahn van Vries en Ouderl. Beekman van Zuidlaren als Deputaten van genabuurde Kerken. Allen bepaalden de Gemeente bij het grooté voorrecht door den Heere haar geschonken en wekten haar op tot ootmoedige dankbaarheid. Het was een schoone en heerlijke stonde.^ De Heere heeft groote dingen aan ons gedaan, dies ziju wij •verblijd. Zijn Naam alleen de'eere ! Namens den Kerkeraad der Geref. Kerk v. Haren, J. BUISMAN, Scriba. ZUIDBROEK, 6 Sept. 1902. Heden ontving de Kerkeraad het verblijdend'bericht van den Eerw. heer J. J. Wielenga, Candidaat te Kampen, dat hij de roeping naar hier had aange- nomen De Koning der Kerk bekïone dit besluit, tot eere Zijns Naams en tot zegen der Gemeente. Namens den Kerkeraad, J. Bos, Scriba. OPPERDOES, 7 Sept. 1902. Hedenmorgen maakte onze beminde Leeraar Ds. R. J. Aalberts der Gemeente bekend, dat hij ook voor de roeping der Gemeente te Oud-Loosdrecht had bedankt. Moge ook dit besluit zijn tot eer van den naam des lleeren en tot heil der Gemeente. Namens Óen Kerkeraad, Cs. VIJN, Scriba. ANNA-JACOBA-POLDER, 8 Sept 1902. Heden is alhier met alle stemmen tot Herder en Leeraar beroepen de YYeleeiw. lieer W F. van Dam, pred. te 's-Gravendeel. Namens den A erkeraai. A. WISSK, Scriba. BEEKBERGEN, 9 Sept 1902. De raad der Gereformeerde Kerk van Beekbergen deelt aan de Zuslerkeiktn mtde, dat haar l.eeraar Us. J. Teves van deze Gemeente is losgemaakt, bij de uitvoering van het desbetreffende besJuit der Generale Synode van Arnhem, door de daartoe benoemde Deputaten Namens den Kerkeraad voornoemd, G. VAN E> GELAND, VoorZ. Ju. BKIMC, Scriba. KOCKEKGEN, 13 Sept. 1902. Hedenmorgen mocht de Gemeente het aangename besluit hooren, dat onze l.eeraar Ds. A .). Mulder voor de roeping naar de Kerk van Garijp heeft bedankt. Bekrone de Heere dit genomen besluit met Zijnen zegen. Nawens den Kerkeraad, A. HOOGKNDOORN, Scriba. NOQRDWIJK A/ZEE, 14 Sept. 1902. Heden wa< het voor onze Gemeente een gewichtige dag. In de morgenure werd onze beroepen Herder en Leeraar Ds. R. W. de Jong in zijn dienstwerk ingeleid door zijn vader, den Weleerw. heer Ds. B. de Jong van Velp,.naar aanleiding van 1 Petri 5 : 2—4. Des namiddags verbond onze Leeraar zich aan de Gemeente met eene rede over Mattheiïs 28 : 20 Beide keeren vulde een talrijke schare het kerkgebouw. Ook tegenwoordig waren : Ds llenkema van Rijnsburg als Consulent, i s. Meijering van Katwijk aan den Kijn en Ds. Impeta van Katwijk a/Zee. Nadat Ds. Renkema en Ds. Impeta nog een hartelijk woord gesproken hadden tot Leeraar en Gemeente, verzocht Ds. Impeta de Gemeente te zingen Ps. 103 : 1. Dat de Heere onzen Herder en Leeraar stelle tot een rijken zegen. Namens den Kerkeraad, C. PASSCHIER. OOSTBURG, 15 Sept. 1902. Heden ontvingen wij het bericht, dat de Eeiw. heer K. Veen, candidaat te Zaandam, de roepiug dezer gemeente heeft aangenomen. Namens den Kerkeraad, I. CAT MAN, Scriba. BRUIN1SSE, 15 Sept. '02. Voor een zeer talrijke schare trad Ds. A. van Bueren aan den avond van 14 Sept. op, om zijn laatste. woord voor de Gemeente te spreken. Naar aan- leiding van Filip 1 : 6. hield ZEw. zijn afscheidswoord, tot het einde toe met alle aandacht gevolgd. Ouderling \ au den Berg hield een hartelijke toespraak tot den scheidenden Leeraar, waarna dc Gemeente hem toezong Ps. 121 : 4. Bestiale de Koning der Kerk ZEerw. met het licht van den H Geest in zijne nieuwe Gemeente te De Bilt, en vervulle Hij de ledig geworden plaats. Namens den Kerkeraad, J. MULLER, Scriba N. B Stukken den Kerkeraad betreffende aan het adres van den Scriba. OUD-LOOSDRECHT, 14 Sept. '02. Heden werden wij ver- blijd door van onzen beroepen Candidaat H. de Bruijn te verne- men, dat hij ons beroep wenschte op te volgen Namens den Kerkeraad, W. KAHSEMUJEK Scriba KATWIJK A/ZEE, 15 Sept. '02. Gisteren maakte onze Leeraar Ds. J. J. Impeta de Gemeente bekend, dat hij een roeping heeft ontvanger, van Kerk B te Leiden. De Kerkeraad en zeer vele leden, die het reeds wisten, verzochten ZEw. in den loop dei- vorige w ek hier te blijven En wij zijn er ten volle van overtuigd, dat de geheele Gemeente met den Kerkeraad eenpa- rig is in hun wensch, dat onze Leeraar voor genoemd beroep moge bedanken. Namens den Kerkeraad, D. VAII RIJN DZ, Scriba. ZWOLLE, 15 Sept. '02. Onze geachte Leeraar Ds. J. Hessels hoopt a. s. Zondag 21 Sept. zijn 40-jarige ambtsbediening te gedenken. Namens den Kerkeraad, J. BOSCH OZ., Scriba. TILBURG, 15 Sept. 1902. Gisteren in den voormiddagdienst maakte onze geachte Herder en Leeraar Ds. H. J. Binnema de Gemeente bekend, eene roeping te hebben ontvangen van de Ger. Kerk te Poortvliet. Het is de bede van kerkeraad en Gemeente, dat ZEerw. vrijmoedigheid moge vinden, om in den weg des lleeren voor deze roeping te bedanken. Namens den Kerkeraad, J. JOOSSKN, Scriba. CLASEN. Cüassis Gouda. De Kerker;u\d der Geref. Kerk te Berg-Ambacht bericht, dat de Classe 1). V. zal gehouden worden te Gouda, Dinsdag 14 Oct. 1902, in de Noorderkerk. Aanvaug 's morgens 9 uur. Punten voor liet Agenduai worden ingewacht vóór den 27 Sept. bij den eerstonderaeteekende. Namens de roepende Kerk te Berg-Ambacht, Gr. A. DE JONG, Consulent. C. VAN DEN Dooi,, Scriba. Schoonhoven, 10 Sept. 1902. Classis Rotterdam. De Kerken in de Classis Rotterdam worden opge- roepen ter vergadering, welke D. V. gehouden zal worden op Dinsdag 21 October e.k., des voormiddags te 10 uur, in het Kerkeraadsgebouw Ammanslraat 25 te Rotterdam. Stukken en Puuten voor het Agemlum worden ingewacht tot Donderdag 2 October a.s. bij den eerst- ondergeteekende. Namens de roepende Kerk van Maasland, J. J. BERENDS, Voorz. W. VAN VLIET, Scriba. Maasland, 17 September 1902. ON TA/ANGSTEN. Hcliierinoiiiiikoogf. Met dankzegging aan de milde gevers zij vermeld, dat wij ontvangen hebben voor onze zwakke Ketk van Ds. M. Hum- melen v/d Kerk te Emmen f 2,50 en van F. Sietsema v/d Kerk te Anjum f 2,50 ; later gevonden in de eollecte te Anjum en door Ps. Huismans gezonden f 1. He Kerk van Anjum kent het best onze behoeften. L)e Br en 2. weten welk een toestand het hier is. Zij wonen ook zoo dicht bij ons. Ook een zuster uit G. heeft ha't voor deze zwakke Kerk. Mej. M. K. v. A. hield voor de tweede maal een inzameling, bij gelegenheid van een huislijk feestje : opbrengst f 6. Welk een liefde voor de zaak des lleeren! Br. en Z , de Heere vergelde u rijkelijk deze weldaden om Zijn Naams wille. Namens den Kerkeraad, R. F. KuiptR. 'Schiermonnikoog, 15 Sept. 1902. Dc urlioid onder <to HoUaiulers te Küseii ;i . < I. liulii'. Sedert de vorige opgave is door mij voor Essen ontvangen : Van de Geref. Kerk te Grijpskerke . . f 3,00 Van N N. te Grijpskerke . . . - 1 , 0 0 Van A. F. te Grijpskerke ... - 2,50 Van W. vau W. te Zuilichrm . . . - 1 , 0 0 Van de Gerei'. Kelk te Zwartsluis . . - 2,50 Van Mej. W. M. te Zeist . . - 1,00 Van G W. te V. te Winterswijk . . - 2,50 Van de Geref. Kerk te Leens . . . - 5 , 0 0 Wij zeggen voor deze gaven hartelijk dank Voortdurende en ruime steun blijft noodzakelijk Dat Kerken en leden der Kerken den arbeid te Essen gedenken om 's Heeren wil. Winterswijk, 16 Sept. 1902. Ds. G. RENTING. THEOLOGISCHE SCHOOL. Collecten. >/„ e. Oudega f 2,73 1 /i c. Uithoorn f 0,91 5 '„ Drogeham A - 4,08* Watergraafsm. - 9,07' ltottevalle - 2,15 5 's-Graveland - 2.25 Boornberguin - 2,06. 5 Weesp A 7,03 Ureterp - 2,62 B - 2,04» Drogeham B - 3,12 5 Hilversum A - 23,90 Opeinde-Nijega - 1,50 Zetten - 4,69 5 Drachten - 5,93 Alkmaar - 10,— Delft - 40,09 Helder - 24,52 Ter Neuzen - 31,— Broek o,X. - 27,18 n - 37,— N.-Scharwoude - 7,02 '/je. lste c. Amstelv. - 9,56» Dirkshoru - 8,52 n 2e e. - 5,41 Oosterend (Texel) - 8,78 5 Bussum - 7,16 5 Heer Hugowaard - 3,70 Huizen - 4,35 Krabbendam - 10,52 3e e. Muiden - 1,10 A. P. Polder - 2,71 3e c. Muiderb. - 0,58 Schermerhorn - 0 71 2e e. Nederhorst Kolhorn - 1,30 den Berg - 1,71 5 Schagerbrug - 0,95 3de e. Nederh. - 0,48 den Berg - 1,75 Oonti-il»ntïi'ii en Giften. Van Ds l'ostmui te Workum, jaarl. gift f 10. Door dhr. D. de Witte, Corr. te Ter Neuzen, van verschil- lende contribuanten f 67. Gevonden in het kerkzakje te Urk : dankoffer voor het hlij- ven der School te Kampen f 2,50. Idem f 1 De Penningmeester van de Theologische School, DK. H. FRANSSEN. Zwolle, VA Sept. 1902. Zending op Soemba. Pinkstercoll. te Schildwolde f 25,— Wed. E L, te Wildervank ... - 1,— Ds. Smitt te Assen v. d. Centsvereen. ,;Het Mosterd- zaadje" ...... 30,— Ds. Schaafsma te Beilen van N. N. . - 2,50 Ds. Meijering te N.-Pekela v. d. Jongel.-vereen. - 7,94 5 Ds. v. d Vegt te Haren . . . - 7,— R. L. Pckkery te Deventer v. d. Ger. Zendingscomm. - 7,50 Mej. G. Zuidveld te Garrelsweer v. d. Jonged.-vereen. - 7,50 J. DUURSEMA, Quaestor. Vithuizen. 15 Sept. '02. NA DE SYNODE. Van de Synodale vergadering, die •van 12 Augustus tot 5 September te Arnhem gehouden werd, is in de Bazuin een breedvoerig en nauwkeu rig verslag gegeven. Zij, die het gelezen hebben, kunnen zich, van wat op de Synode besproken en besloten is, een "vrij getrouw beeld vormen, en zullen met de Redactie van dit blad Ds. de Geus, predikant te Lem- mer en afgevaardigde ter Synode, dankbaar zijn voor de moeite en de zorg, die hij aan het samenstellen van dit verslag heeft besteed. Hij nam toch in zijn verslag niet alleen de eigenlijke handelingen der Synode op, maar gaf ook een kort uittreksel uit de menigmaal belangrijke discus- siën, die aan de besluiten vooraf- gingen, en deze toelichten en verdui- delijken. Ook wie de Synode niet bijwoonde, wordt daardoor althans tot op zekere hoogte in staat gesteld, om een oordeel te vellen over den arbeid, die door deze kerkelijke vergadering verricht is en over het gewicht, dat daaraan gehecht worden mag. Om nu rechtvaardig en billijk in ons oordeel te zijn, moeten wij ons niet geheel en al laten beheerschen door het resultaat, waartoe de Synode in de quaestie der opleiding gekomen is. Allicht zouden we dan geneigd ziju te zeggen : vier weken vergaderd en dan nog geen andere uitkomst, dan dat een besluit, dat genomen was, niet uitgevoerd wordt! Waarlijk, de Kerkelijke vergaderingen schijnen voor de staatkundige in eindelooze debatten en magere conclusiën niet onder te doen ! Doch zulk een oordeel zou toch hoogst onbillijk zijn. Want de Sy- node vergaderde wel vier weken, een ongewoon langen tijd. Maar men bedenke, dat er van elke week drie dagen afvielen, en er dus slechts vier dagen voor de zittingen overbleven ; dat opening en sluiting der vergade- ring, vaststelling der notulen en pauze minstens twee uur van iedere ver- gadering wegnamen en er dus dage- lijks slechts ongeveer vijf uren aan het behandelen van zaken konden worden gewijd. Men overwege voorts wel, dat de opleiding zeker de be- langrijkste quaestie was, die op het Agendum voorkwam, maar dat er daarnaast toch allerlei andere ge- wichtige zaken ter tafel werden ge- bracht; dat de onderscheidene com- missiën, door de Synode benoemd, vooral die voor Zending en tucht- zaken, avond aan avond moesten saamkomen, om bijtijds gereed te zijn. En men vergete ten slotte vooral niet, dat bij de eenigszins gespannen verhoudingen eene voorzichtige, ge- duldige, zachte en toch vaste leiding voor de vergadering ten hoogste wen- schelijk was. De keuze van den voorzitter was om die reden zeer gelukkig te noemen. Door de vrien- delijke en zachtmoedige leiding, die Ds. Hoekstra aan de vergadering wist te geven, zijn alle klippen van persoonlijke gevoeligheden vermeden en zijn de praeadviseerende en de stemhebbende leden der Synode, ook bij alle ernstig verschil van gevoelen, toch als broeders saamgeweest en ook als broeders uiteengegaan. Reeds dit is een zegen, die in de tegenwoordige omstandigheden niet gering is te achten. Voor menschen, die buiten de quaesties staan, lijkt het zoo vreemd, dat broeders, die één zijn in belijdenis, toch op tal van punten nog zoozeer verschillen kunnen. Maar zoo gaat het menigmaal ook in het practische leven. Wie geen verstand van grond en bodem heeft, ziet haast geen verschil tusschen het eene of andere stuk land; maar de kenner heeft een oog voor de groote verschei- denheid en krijgt allicht met ieder ander verschil over de waarde van den grond. Zoo is het ook in de wereld der voorstellingen en gedach- ten. Wie er buiten staat, acht ze alle gelijk en kan niet begrijpen, dat „geleerden" er zooveel drukte over maken, en over de waarde van eene uitdrukking eindeloos kunnen debat- teeren. Van de kennis zegt Paulus, dat ze opgeblazen maakt. En al is dat niet het geval, ze verdeelt toch menigmaal. Doch de liefde sticht. De hoofden gaan dikwerf uiteen, al- leen de harten binden saam. Geluk- kig als bij verschil van inzicht de liefde toch blijft. En deze heeft God ons toch op deze Synode niet ont- houden. Voorts is het een gelukkig teeken, dat er in de Gereformeerde Kerken betrekkelijk zoo weinigen zijn, die geheel buiten de quaesties staan en er zich niets van aantrekken. Het volk leeft over het algemeen mede in de zaken, die op kerkelijk gebied aan de orde zijn. De verzorging van emeriti-predikanten enz., de zending, en vooral de opleiding deelen in de belangstelling van de gemeenteleden. Er zijn aan deze belangstelling zon- der twijfel schaduw zijden verbonden. Maar er gaan ook groote voordeelen mede gepaard. Wij beklagen andere Kerken, die de Synodes maar over alles laten beslissen, zonder er koud of warm voor te worden. Op poli- tiek terrein streven wij er naar, om heel het volk te doen meeleven in de vraagstukken van den dag en het sterken invloed te doen uitoefenen op de segeering des lands. Laten w T e dan ten minste in de Kerk van Chris- tus er niet over klagen, dat het volk zijne belangstelling toont; laten wij er liever God voor danken, dat de leden onzer Kerken, tot zelfs de ge- ringste en eenvoudigste toe, verre van onverschillig zijn voor de zaken, die op kerkelijk gebied voorkomen, en voor de beslissing, die er in ge- nomen wordt. Met name geldt dat van de oplei- ding. Theol. School en Vrije Univer- siteit, ze moeten het beide van het volk hebben. Als zij niet wortelen in het hart der gemeente, dan kun- nen zij niet alleen niet financieel, maar bovenal geestelijk niet bestaan. Het is dc sympathie, het is de liefde, die ze dragen en voor afwijking en inzinking bewaren moet. Verhlijdend was het dan ook de groote schare te zien, die in de tweede week, toen de opleiding aan de orde kwam, het ruime kerkgbouw vulde. Jammer slechts, dat ze van dag tot dag teleur- gesteld werd; eerst op den laatsten dag dor derde week viel de eindbe- slissing in deze gewichtige zaak. Zoo getuigt ook de Synode te Arn- hem nog van veel goeds voor een ieder, die het waardeeren niet ver- leerd heeft en een billijk oordeel wenscht uit te spreken. En daarbij komt nog, dat verschillende gewich- tige onderwerpen met belangstelling

Transcript of Stemmen uit De Gereformeerde Kerken in Nederland. · Door dhr. D. de Witte, Corr. te Ter Neuzen,...

Page 1: Stemmen uit De Gereformeerde Kerken in Nederland. · Door dhr. D. de Witte, Corr. te Ter Neuzen, van verschil lende contribuanten f 67. Gevonden in het kerkzakje te Urk : dankoffer

1902. Vijftigste Jaargang, (Derde Kwartaal.) No. 40

DE BA ZUIN Stemmen u i t „De Gereformeerde Kerken in Neder land."

3ioH II : la, klaagt be fiajutn

(Ten voordeele van de Theologische School te Kampen.)

Vrijdag 1'J September 1902. ï|agg. I : 4, 3# Öet ^aar ulieöen toel be tt}ü/üac gö toaotit

m iituc geüietfbe {juinen, en jaï bit tjili# tooegt 3i)n S

Dit blad verschijnt des Vrijdags. Prijs per 3 maanden, fr. per post f 1.50. Voor Oost-Friesland en Amerika f 1 75. Voor Z.­Afrika ƒ1.75. Abonnementen buiten het Rijk moeten per kwartaal vóóruit worden betaald. Afzonderlijke Nrs. lZ'/s ct. Advertentiën van 1—10 regels ƒ1; elke regel meer 10 ets. Boekh.-advertentiën 3/2 maal.

U I T G E V E R :

G. PH. ZALSMAN, K A M P E N .

Advertentiën en Bestellingen vrachtvrij te adresseeren aan den UITGEVER G. PH. ZALSMAN te KAMPEN. — Kerkelijke Berichten en Stukken der Medewerkers aan ,/de REDACTIE van DE BAZUIN te KAMPEN. — Binnenlandsche Ruilbladen, Intezenden Stukken en Werken ter recensie aan den HOOFDREDACTEUR, DR. H. BAVINCK TE KAMPEN. —

O f f i c i e e l e K e r k e l i j k e B e r i c h t e n e n z . THKOLOOI^IIË SCHOOL.

Het College van Hoogleerareti maakt l»cken<I aan belanghebbenden:

»o jat, zoo de lleere wil, de Col leaes zulle" aanvangen met het hou dén van den Hrans op f rifdat/ den 26 (sept. des'avonds § uur. en

3° dat het admissie-examen zal gehouden worden o|» iSonderdatf den 25 Sept. des morgens 9 uur. Opgaven en getuigschriften in (e zenden bij den Pedel Jlausen.

IXamens 'I College, NOOItIftTZIJ, Secretaris.

lte Penningmeester van de Theo­logische School hoopt Vrijdag, 2U Seniember, des avonds fan b tot S uur iic de Aula zitting te houden, tot ontvangst van de collegegelden*

ia. i IC**S*I;:V

PLAATSELIJKE KEKKEN. HAKEN (Gron.), 3 Sept 1902. Heden heeft de Geref. Kerk

alhier haar gouden jnbilé gevierd. Ze mocht het zeldzame voorrecht genieten, dat twee der eerste

leden van den Kerkeraad, de broeders 11. Adolfs en H. Brink (April 1852 bevestigd) benevens broeder G. Vrieling, die een weiuig later Ouderling was geworden, nog in leven waren en in deze plechtige ure als oud-Ouderlingen in haar midden konden zijn.

Als sprekers traden achtereenvolgens op : Ds van der Vegt, als Pastor loei; Ds. Bennink van Wester-

bork en Ds. van Dijk van Tholen als predikanten, die vroeger de Gemeente alhier gediend hadden ; Ds. Renting van Winters­wijk als zoon van Ds. tl. Itenting, in 1891 hier overleden; Ds ' Schoemakers van Groningen, Ds. Zahn van Vries en Ouderl. Beekman van Zuidlaren als Deputaten van genabuurde Kerken.

Allen bepaalden de Gemeente bij het grooté voorrecht door den Heere haar geschonken en wekten haar op tot ootmoedige dankbaarheid. Het was een schoone en heerlijke stonde.^

De Heere heeft groote dingen aan ons gedaan, dies ziju wij •verblijd. Zijn Naam alleen de'eere !

Namens den Kerkeraad der Geref. Kerk v. Haren, J . BUISMAN, Scriba.

ZUIDBROEK, 6 Sept. 1902. Heden ontving de Kerkeraad het verblijdend'bericht van den Eerw. heer J. J. Wielenga, Candidaat te Kampen, dat hij de roeping naar hier had aange­nomen De Koning der Kerk bekïone dit besluit, tot eere Zijns Naams en tot zegen der Gemeente.

Namens den Kerkeraad, J. Bos, Scriba.

OPPERDOES, 7 Sept. 1902. Hedenmorgen maakte onze beminde Leeraar Ds. R. J. Aalberts der Gemeente bekend, dat hij ook voor de roeping der Gemeente te Oud-Loosdrecht had bedankt. Moge ook dit besluit zijn tot eer van den naam des lleeren en tot heil der Gemeente.

Namens Óen Kerkeraad, Cs. VIJN, Scriba.

ANNA-JACOBA-POLDER, 8 Sept 1902. Heden is alhier met alle stemmen tot Herder en Leeraar beroepen de YYeleeiw. lieer W F. van Dam, pred. te 's-Gravendeel.

Namens den A erkeraai. A. WISSK, Scriba.

BEEKBERGEN, 9 Sept 1902. De raad der Gereformeerde Kerk van Beekbergen deelt aan de Zuslerkeiktn mtde, dat haar l.eeraar Us. J. Teves van deze Gemeente is losgemaakt, bij de uitvoering van het desbetreffende besJuit der Generale Synode van Arnhem, door de daartoe benoemde Deputaten

Namens den Kerkeraad voornoemd, G. VAN E> GELAND, VoorZ. Ju. BKIMC, Scriba.

KOCKEKGEN, 13 Sept. 1902. Hedenmorgen mocht de Gemeente het aangename besluit hooren, dat onze l.eeraar Ds. A .). Mulder voor de roeping naar de Kerk van Garijp heeft bedankt. Bekrone de Heere dit genomen besluit met Zijnen zegen.

Nawens den Kerkeraad, A. HOOGKNDOORN, Scriba.

NOQRDWIJK A/ZEE, 14 Sept. 1902. Heden wa< het voor onze Gemeente een gewichtige dag. In de morgenure werd onze beroepen Herder en Leeraar Ds. R. W. de Jong in zijn dienstwerk ingeleid door zijn vader, den Weleerw. heer Ds. B. de Jong van Velp,.naar aanleiding van 1 Petri 5 : 2—4. Des namiddags verbond onze Leeraar zich aan de Gemeente met eene rede over Mattheiïs 28 : 20 Beide keeren vulde een talrijke schare het kerkgebouw. Ook tegenwoordig waren : Ds llenkema van Rijnsburg als Consulent, i s. Meijering van Katwijk aan den Kijn en Ds. Impeta van Katwijk a/Zee. Nadat Ds. Renkema en Ds. Impeta nog een hartelijk woord gesproken hadden tot Leeraar en Gemeente, verzocht Ds. Impeta de Gemeente te zingen Ps. 103 : 1.

Dat de Heere onzen Herder en Leeraar stelle tot een rijken zegen.

Namens den Kerkeraad, C. PASSCHIER.

OOSTBURG, 15 Sept. 1902. Heden ontvingen wij het bericht, dat de Eeiw. heer K. Veen, candidaat te Zaandam, de roepiug dezer gemeente heeft aangenomen.

Namens den Kerkeraad, I. CAT MAN, Scriba.

BRUIN1SSE, 15 Sept. '02. Voor een zeer talrijke schare trad Ds. A. van Bueren aan den avond van 14 Sept. op, om zijn laatste. woord voor de Gemeente te spreken. Naar aan­leiding van Filip 1 : 6. hield ZEw. zijn afscheidswoord, tot het einde toe met alle aandacht gevolgd. Ouderling \ au den Berg hield een hartelijke toespraak tot den scheidenden Leeraar, waarna dc Gemeente hem toezong Ps. 121 : 4. Bestiale de Koning der Kerk ZEerw. met het licht van den H Geest in zijne nieuwe Gemeente te De Bilt, en vervulle Hij de ledig geworden plaats.

Namens den Kerkeraad, J. MULLER, Scriba

N. B Stukken den Kerkeraad betreffende aan het adres van den Scriba.

OUD-LOOSDRECHT, 14 Sept. '02. Heden werden wij ver­blijd door van onzen beroepen Candidaat H. de Bruijn te verne­men, dat hij ons beroep wenschte op te volgen

Namens den Kerkeraad, W. KAHSEMUJEK Scriba

KATWIJK A/ZEE, 15 Sept. '02. Gisteren maakte onze Leeraar Ds. J. J. Impeta de Gemeente bekend, dat hij een roeping heeft

ontvanger, van Kerk B te Leiden. De Kerkeraad en zeer vele leden, die het reeds wisten, verzochten ZEw. in den loop dei-vorige w ek hier te blijven En wij zijn er ten volle van overtuigd, dat de geheele Gemeente met den Kerkeraad eenpa­rig is in hun wensch, dat onze Leeraar voor genoemd beroep moge bedanken.

Namens den Kerkeraad, D. VAII RIJN DZ, Scriba.

ZWOLLE, 15 Sept. '02. Onze geachte Leeraar Ds. J. Hessels hoopt a. s. Zondag 21 Sept. zijn 40-jarige ambtsbediening te gedenken.

Namens den Kerkeraad, J. BOSCH OZ., Scriba.

TILBURG, 15 Sept. 1902. Gisteren in den voormiddagdienst maakte onze geachte Herder en Leeraar Ds. H. J. Binnema de Gemeente bekend, eene roeping te hebben ontvangen van de Ger. Kerk te Poortvliet. Het is de bede van kerkeraad en Gemeente, dat ZEerw. vrijmoedigheid moge vinden, om in den weg des lleeren voor deze roeping te bedanken.

Namens den Kerkeraad, J. JOOSSKN, Scriba.

CLASEN.

Cüassis Gouda. De Kerker;u\d der Geref. Kerk te Berg-Ambacht

bericht, dat de Classe 1). V. zal gehouden worden te Gouda, Dinsdag 14 Oct. 1902, in de Noorderkerk.

Aanvaug 's morgens 9 uur. Punten voor liet Agenduai worden ingewacht vóór

den 27 Sept. bij den eerstonderaeteekende. Namens de roepende Kerk te Berg-Ambacht,

Gr. A. DE JONG, Consulent. C. VAN DEN Dooi,, Scriba.

Schoonhoven, 10 Sept. 1902.

Classis Rotterdam. De Kerken in de Classis Rotterdam worden opge­

roepen ter vergadering, welke D. V. gehouden zal worden op Dinsdag 21 October e.k., des voormiddags te 10 uur, in het Kerkeraadsgebouw Ammanslraat 25 te Rotterdam.

Stukken en Puuten voor het Agemlum worden ingewacht tot Donderdag 2 October a.s. bij den eerst-ondergeteekende.

Namens de roepende Kerk van Maasland, J. J. BERENDS, Voorz. W. VAN VLIET, Scriba.

Maasland, 17 September 1902.

ON TA/ANGSTEN.

Hcliierinoiiiiikoogf. Met dankzegging aan de milde gevers zij vermeld, dat wij

ontvangen hebben voor onze zwakke Ketk van Ds. M. Hum-melen v/d Kerk te Emmen f 2,50 en van F. Sietsema v/d Kerk te Anjum f 2,50 ; later gevonden in de eollecte te Anjum en door Ps. Huismans gezonden f 1. He Kerk van Anjum kent het best onze behoeften. L)e Br en 2. weten welk een toestand het hier is. Zij wonen ook zoo dicht bij ons. Ook een zuster uit G. heeft ha't voor deze zwakke Kerk. Mej. M. K. v. A. hield voor de tweede maal een inzameling, bij gelegenheid van een huislijk feestje : opbrengst f 6. Welk een liefde voor de

zaak des lleeren! Br. en Z , de Heere vergelde u rijkelijk deze weldaden om Zijn Naams wille.

Namens den Kerkeraad, R. F. KuiptR.

'Schiermonnikoog, 15 Sept. 1902.

Dc urlioid onder <to HoUaiulers te Küseii ;i . < I. liulii'.

Sedert de vorige opgave is door mij voor Essen ontvangen : Van de Geref. Kerk te Grijpskerke . . f 3,00 Van N N. te Grijpskerke . . . - 1 , 0 0 Van A. F. te Grijpskerke ... - 2,50 Van W. vau W. te Zuilichrm . . . - 1 , 0 0 Van de Gerei'. Kelk te Zwartsluis . . - 2,50 Van Mej. W. M. te Zeist . . - 1,00 Van G W. te V. te Winterswijk . . - 2,50 Van de Geref. Kerk te Leens . . . - 5 , 0 0

Wij zeggen voor deze gaven hartelijk dank Voortdurende en ruime steun blijft noodzakelijk Dat Kerken

en leden der Kerken den arbeid te Essen gedenken om 's Heeren wil.

Winterswijk, 16 Sept. 1902. Ds. G. RENTING.

THEOLOGISCHE SCHOOL. Collecten.

>/„ e. Oudega f 2,73 1/i c. Uithoorn f 0,915

'„ Drogeham A - 4,08* „ Watergraafsm. - 9,07' „ ltottevalle - 2,155 „ 's-Graveland - 2.25 „ Boornberguin - 2,06.5 „ Weesp A • 7,03 „ Ureterp - 2,62 „ „ B - 2,04» „ Drogeham B - 3,125 Hilversum A - 23,90 „ Opeinde-Nijega - 1,50 Zetten - 4,695

„ Drachten - 5,93 Alkmaar - 10,— Delft - 40,09 Helder - 24,52 Ter Neuzen - 31,— Broek o,X. - 27,18

n - 37,— N.-Scharwoude - 7,02 '/je. lste c. Amstelv. - 9,56» Dirkshoru - 8,52

n 2e e. „ - 5,41 Oosterend (Texel) - 8,785

„ Bussum - 7,165 Heer Hugowaard - 3,70 Huizen - 4,35 Krabbendam - 10,52

„ 3e e. Muiden - 1,10 A. P. Polder - 2,71 „ 3e c. Muiderb. - 0,58 Schermerhorn - 0 71 „ 2e e. Nederhorst Kolhorn - 1,30

den Berg - 1,715 Schagerbrug - 0,95 „ 3de e. Nederh. „ - 0,48

den Berg - 1,75 Oonti-il»ntïi 'ii en Giften.

Van Ds l'ostmui te Workum, jaarl. gift f 10. Door dhr. D. de Witte, Corr. te Ter Neuzen, van verschil­

lende contribuanten f 67. Gevonden in het kerkzakje te Urk : dankoffer voor het hlij­

ven der School te Kampen f 2,50. Idem f 1 De Penningmeester van de Theologische School,

DK. H. FRANSSEN. Zwolle, VA Sept. 1902.

Zending op Soemba. Pinkstercoll. te Schildwolde f 25,— Wed. E L, te Wildervank ... - 1,— Ds. Smitt te Assen v. d. Centsvereen. ,;Het Mosterd­

zaadje" ...... 30,— Ds. Schaafsma te Beilen van N. N. . - 2,50 Ds. Meijering te N.-Pekela v. d. Jongel.-vereen. - 7,945

Ds. v. d Vegt te Haren . . . - 7,— R. L. Pckkery te Deventer v. d. Ger. Zendingscomm. - 7,50 Mej. G. Zuidveld te Garrelsweer v. d. Jonged.-vereen. - 7,50

J. DUURSEMA, Quaestor. Vithuizen. 15 Sept. '02.

NA DE SYNODE.

Van de Synodale vergadering, die •van 12 Augustus tot 5 September te Arnhem gehouden werd, is in de Bazuin een breedvoerig en nauwkeu rig verslag gegeven. Zij, die het gelezen hebben, kunnen zich, van wat op de Synode besproken en besloten is, een "vrij getrouw beeld vormen, en zullen met de Redactie van dit blad Ds. de Geus, predikant te Lem­mer en afgevaardigde ter Synode, dankbaar zijn voor de moeite en de zorg, die hij aan het samenstellen van dit verslag heeft besteed. Hij nam toch in zijn verslag niet alleen de eigenlijke handelingen der Synode op, maar gaf ook een kort uittreksel uit de menigmaal belangrijke discus-siën, die aan de besluiten vooraf­gingen, en deze toelichten en verdui­delijken. Ook wie de Synode niet bijwoonde, wordt daardoor althans tot op zekere hoogte in staat gesteld, om een oordeel te vellen over den arbeid, die door deze kerkelijke vergadering verricht is en over het gewicht, dat daaraan gehecht worden mag.

Om nu rechtvaardig en billijk in ons oordeel te zijn, moeten wij ons niet geheel en al laten beheerschen door het resultaat, waartoe de Synode in de quaestie der opleiding gekomen

is. Allicht zouden we dan geneigd ziju te zeggen : vier weken vergaderd en dan nog geen andere uitkomst, dan dat een besluit, dat genomen was, niet uitgevoerd wordt! Waarlijk, de Kerkelijke vergaderingen schijnen voor de staatkundige in eindelooze debatten en magere conclusiën niet onder te doen !

Doch zulk een oordeel zou toch hoogst onbillijk zijn. Want de Sy­node vergaderde wel vier weken, een ongewoon langen tijd. Maar men bedenke, dat er van elke week drie dagen afvielen, en er dus slechts vier dagen voor de zittingen overbleven ; dat opening en sluiting der vergade­ring, vaststelling der notulen en pauze minstens twee uur van iedere ver­gadering wegnamen en er dus dage­lijks slechts ongeveer vijf uren aan het behandelen van zaken konden worden gewijd. Men overwege voorts wel, dat de opleiding zeker de be­langrijkste quaestie was, die op het Agendum voorkwam, maar dat er daarnaast toch allerlei andere ge­wichtige zaken ter tafel werden ge­bracht; dat de onderscheidene com-missiën, door de Synode benoemd, vooral die voor Zending en tucht-zaken, avond aan avond moesten saamkomen, om bijtijds gereed te zijn. En men vergete ten slotte vooral niet, dat bij de eenigszins gespannen

verhoudingen eene voorzichtige, ge­duldige, zachte en toch vaste leiding voor de vergadering ten hoogste wen-schelijk was. De keuze van den voorzitter was om die reden zeer gelukkig te noemen. Door de vrien­delijke en zachtmoedige leiding, die Ds. Hoekstra aan de vergadering wist te geven, zijn alle klippen van persoonlijke gevoeligheden vermeden en zijn de praeadviseerende en de stemhebbende leden der Synode, ook bij alle ernstig verschil van gevoelen, toch als broeders saamgeweest en ook als broeders uiteengegaan.

Reeds dit is een zegen, die in de tegenwoordige omstandigheden niet gering is te achten. Voor menschen, die buiten de quaesties staan, lijkt het zoo vreemd, dat broeders, die één zijn in belijdenis, toch op tal van punten nog zoozeer verschillen kunnen. Maar zoo gaat het menigmaal ook in het practische leven. Wie geen verstand van grond en bodem heeft, ziet haast geen verschil tusschen het eene of andere stuk land; maar de kenner heeft een oog voor de groote verschei­denheid en krijgt allicht met ieder ander verschil over de waarde van den grond. Zoo is het ook in de wereld der voorstellingen en gedach­ten. Wie er buiten staat, acht ze alle gelijk en kan niet begrijpen, dat „geleerden" er zooveel drukte over

maken, en over de waarde van eene uitdrukking eindeloos kunnen debat-teeren. Van de kennis zegt Paulus, dat ze opgeblazen maakt. En al is dat niet het geval, ze verdeelt toch menigmaal. Doch de liefde sticht. De hoofden gaan dikwerf uiteen, al­leen de harten binden saam. Geluk­kig als bij verschil van inzicht de liefde toch blijft. En deze heeft God ons toch op deze Synode niet ont­houden.

Voorts is het een gelukkig teeken, dat er in de Gereformeerde Kerken betrekkelijk zoo weinigen zijn, die geheel buiten de quaesties staan en er zich niets van aantrekken. Het volk leeft over het algemeen mede in de zaken, die op kerkelijk gebied aan de orde zijn. De verzorging van emeriti-predikanten enz., de zending, en vooral de opleiding deelen in de belangstelling van de gemeenteleden. Er zijn aan deze belangstelling zon­der twijfel schaduw zijden verbonden. Maar er gaan ook groote voordeelen mede gepaard. Wij beklagen andere Kerken, die de Synodes maar over alles laten beslissen, zonder er koud of warm voor te worden. Op poli­tiek terrein streven wij er naar, om heel het volk te doen meeleven in de vraagstukken van den dag en het sterken invloed te doen uitoefenen op de segeering des lands. Laten wTe

dan ten minste in de Kerk van Chris­tus er niet over klagen, dat het volk zijne belangstelling toont; laten wij er liever God voor danken, dat de leden onzer Kerken, tot zelfs de ge­ringste en eenvoudigste toe, verre van onverschillig zijn voor de zaken, die op kerkelijk gebied voorkomen, en voor de beslissing, die er in ge­nomen wordt.

Met name geldt dat van de oplei­ding. Theol. School en Vrije Univer­siteit, ze moeten het beide van het volk hebben. Als zij niet wortelen in het hart der gemeente, dan kun­nen zij niet alleen niet financieel, maar bovenal geestelijk niet bestaan. Het is dc sympathie, het is de liefde, die ze dragen en voor afwijking en inzinking bewaren moet. Verhlijdend was het dan ook de groote schare te zien, die in de tweede week, toen de opleiding aan de orde kwam, het ruime kerkgbouw vulde. Jammer slechts, dat ze van dag tot dag teleur­gesteld werd; eerst op den laatsten dag dor derde week viel de eindbe­slissing in deze gewichtige zaak.

Zoo getuigt ook de Synode te Arn­hem nog van veel goeds voor een ieder, die het waardeeren niet ver­leerd heeft en een billijk oordeel wenscht uit te spreken. En daarbij komt nog, dat verschillende gewich­tige onderwerpen met belangstelling

Page 2: Stemmen uit De Gereformeerde Kerken in Nederland. · Door dhr. D. de Witte, Corr. te Ter Neuzen, van verschil lende contribuanten f 67. Gevonden in het kerkzakje te Urk : dankoffer

behandeld" en tot eene goede beslis­sing gebracht werden.

Daar is in de eerste plaats de Zending. Het uitvoerig en zaak­rijk rapport van de tien deputaten bevatte niet minder dan achttien punten, die voor het meerendeel hoogst belangrijk waren en de aan­dacht der Synode geruimen tijd in beslag namen. Zoo werd o. a. de Zendingsorde na breede en ernstige discussie vastgesteld; over Rijks­subsidie voor onze zendingsscholen in Indië een levendig debat gevoerd en eene voorzichtige conclusie aange­nomen ; een voorstel tot reorganisatie der Keucheniusschool bijna al te ge­makkelijk goedgekeurd enz. De beide Zendingsorganen, Heidenbode en Most­aardzaad, die voortaan tot één blad worden saamgevoegd, zullen de be­langstellenden zeker breedvoerig in­lichten over den arbeid, dien de Synode aan de zaken der zending besteedde.

Van belang was ook het verstandig besluit, dat in zake de kas voor eme­riti-predikanten, predikantsweduwen en -weezen genomen werd. De pro vinciën Zeeland, Zuid-Holland en Groningen wilden alle eene meer of minder ingrijpende verandering in de bestaande regeling aanbrengen. Zuid-Holland ging het verst, en diende een voorstel in, om een pensioenfonds op te richten op wetenschappelijken grondslag. Jammer, dat dit belang rijk voorstel veel te laat aan de Kerken werd toegezonden, om op deze Synode nog in behandeling te kunnen komen. De vergadering be­sloot daarom de bestaande regeling te handhaven, maar inmiddels depu­taten te benoemen, die, rekenend met wat in deze zaak door de provinciale Synoden op de Arnhemsche Synode is gebracht en rekenend ook met den arbeid van Groningen en Zuid-Hol­land en met het rapport en de con­clusie der praeadviseerende commis­sie, aan de volgende Synode eene regeling van deze zaak overeenkom­stig de Gereformeerde beginselen aan te bieden.

Als deputaten voor dezen gewich-tigen arbeid werden benoemd de broe­ders Prof. Dr. F. L. Rutgers, Ds. J. H. Donner Jr., Ds. W. B. Renkema, G. Brugsma en Dr. W. H. Nieuwhuis. Het is te hopen, dat deze broeders getrouwer en voorspoediger zullen zijn in het volbrengen van hun last dan de beide Commissies, die op de vorige Synode werden aangewezen voor het gravamen in zake art. 36 en voor een adres betreffende de roe­pende zonden. De verzorging van onze emeriti-predikanten, predikants­weduwen en -weezen is van hoog be­lang. Er is daarvoor eene vaste, definitieve regeling noodig. Eer komt er geen rust.

Onder de zaken van tucht en de ge­schillen waren er enkele, die een zeer ingewikkeld karakter droegen en veel tijd en inspanning kostten. Enkele besluiten, in deze zaken ge­nomen, zijn ook van algemeen belang. Zoo besloot de Synode, dat een Ker-keraad, met inachtneming van art. 56 der Dordsche Kerkorde, toch de moeder, indien deze bij het doopen van haar kind tegenwoordig was, in het vragen en laten antwoorden op de doopvragen erkennen moest. Van beteekenis was ook, dat de Synode, handelend over zeker huwelijksgeval, geen stappen durfde doen, om hare houdiüg tegenover de wettelijke prac-tijken' der overheid hier te lande na­der te bepalen of zelfs te onderzoeken. Wel werd door een der broederen voorgesteld, om ook voor deze zaak deputaten te benoemen. Maar de Synode durfde dit blijkbaar niet aan.

Zij had trouwens al genoeg hooi op de vork genomen. Behalve, dat de opleidings-quaestie blijft voortbe­staan en de Zending naar recht en reden hoe langer hoe meer tijd op de kerkelijke vergaderingen in besJag zal nemen, hebben wij op de vol­gende Synode te wachten een voorstel tot herziening van art. 36 der Nederl. Geloofsbelijdenis, tot revisie der Dord­sche Kerkorde, tot een nieuwe indee­ling van Classes en Provinciale Sy­noden, tot definitieve regeling van de emeriti-kas.

De Synode te Arnhem heeft dus zelve veel werk gedaan, en ze heeft er zorg voor gedragen, dat het ook hare opvolgster niet aan arbeid ontbreken zal. Helaas, dat daartoe ook nog weer de eenheid van oplei­ding behoort!

Deze zaak, die de Gereformeerde Kerken van hare Vereeniging af heeft bezig gehouden en vooral in de laat­ste maanden weer veler hoofd en hart had warm gemaakt, eischte natuurlijk op de Synode den langsten tijd. De voorstellen der Provinciale Synoden, in zake het bekende Concept-Contract genomen, schenen over het algemeen daarheen te wijzen, dat in het aanbrengen van eenige belang­

rijke wijzigingen in dat Concept de oplossing van de brandende quaestie gezocht moest worden.

De amendementen, door de provin­ciale Synoden ingediend, hadden toch bijna alle ten doel, om nog meer, dan in het Concept-Contract geschied was, het voortbestaan der Theol. School, bij vereeniging met de Theol. Facul­teit, en daarin het recht en de vrij­heid der Kerken in zake de opleiding, te verzekeren. Het lag dus voor de hand om te onderstellen, dat, wanneer wijzigingen van die strekking in het Concept werden aangebracht, de een­heid waarschijnlijk te vinden zou zijn.

De eene helft van de commissie, door de Synode tot voorbereiding en advies in deze zaak benoemd, ging echter achter het Concept-Contract terug en beantwoordde daarmede niet aan den geest, die over het geheel uit de voorstellen der Provinciale Synoden sprak. En de andere helft meende, met het oog op de gerezen bezwaren, het Concept-Contract geheel ter zijde te moeten leggen en van eene poging tot vereeniging der beide opleidingsscholen in dezen stand van zaken te moeten afzien. Maar ook dit advies scheen de Synode onaan­nemelijk toe. Eene bestendiging van den bestaanden toestand zonder meer was voor beide inrichtingen en inzon­derheid voor de Theol. School onge-wenscbt. Want deze inrichting heeft de laatste jaren zoo in het onzekere verkeerd, dat er naar de eene of naar de andere zijde eene oplossing komen moest. Als de Synode besloot, om de School zelfstandig te laten voortbestaan, dan moest ze daarvoor ook gewichtige gronden kunnen aan­voeren. Dan moest zij zooveel mogelijk allen tot de overtuiging brengen, dat 't handhaven en bevestigen der School in de tegenwoordige omstandigheden plichtmatig en noodzakelijk was.

De Synode scheen dit te gevoelen en nam daarom, na langdurige bespre­king van de zoogenaamde prealabele quaestie, een voorstel aan, om alsnog te beproeven, of er eenheid van opleiding mogelijk was. Toen die proeve ondernomen werd, kwamen er twee voorstellen voor den dag, een van de broeders Bavinck, Bies terveld, Kuyper en Rutgers, en een van broeder T. Bos. Daaromheen concentreerden zich weldra twee partijen, die tot het einde toe tegen­over elkander bleven staan. Toena­dering en vergelijk bleek niet mogelijk te zijn. Op Vrijdag 29 Aug. had de eindstemming plaats. Vijf-en-twintig leden stemden voor het voorstel-Ba-vinck en vijftien voor het voorstel-Bos.

Het besluit was dus genomen, om in den geest van het eerstgenoemde voorstel de beide opleidingsscholen te vereenigen. Maar wijl de minderheid verklaarde, zich bij het besluit der Synode niet te kunnen neerleggen, oordeelde deze het genomen besluit niet te mogen uitvoeren en dus de vereeniging van School en Faculteit in de tegenwoordige omstandigheden niet tot stand te moeten brengen.

Ziedaar de uitkomst der langdurige beraadslagingen! Op welk standpunt men ook sta en van welke zijde men de zaak ook bezie, er is niet anders van te zeggen, dan dat het een droef resultaat is. Niemand had verwacht, dat de zaken zulk een loop zouden nemen. Geen enkele Classis of Provin­ciale Synode had zulk een uitkomst voorgesteld of gewenscht. De provin­cies, die het Concept-Contract terzijde wilden leggen, begeerden allerminst, dat de Theol. School verzwakt, — zij drongen er integendeel op aan, dat ze bevestigd en versterkt zou worden.

Prof. Lindeboom liet in het Bij blad van „ Wat zegt de Schrift" (Juli—Aug. 1902 bl. 57) vlak voor de Synode zich nog aldus uit: aan de Synode te Arnhem is tot taak gesteld „eene beslissing te nemen in zake de opleiding en de Theol. School; eene beslissing óf tot opheffing van de Theol. School óf tot hare zekerstelling."

En hij verklaarde twee bladzijden daarna: veel verkieslijker is een besluit der Synode, „om het Concept gewijzigd of ongewijzigd aan te nemen, dan de Kerken en de School opnieuw prijs te geven aan de onzekerheid in zake de opleiding, waarin wij nu al tien jaren worstelen en lijden en verzwakken." Dit was volkomen juist gezegd. Maar wat is er nu van de zaak geworden?

Dit, dat de meerderheid van de leden der Synode, dat is (naar het op alle vergaderingen geldende recht) dus de Synode zelve beslist heeft uitgesproken, dat eene vereeniging van School en Faculteit in den geest van het voorstel der vier Hooglee-rnren, met het oog op de bij de vereeniging der Kerken in 1892 gemaakte voorwaarden geoorloofd en mogelijk, en met het oog op de omstandigheden gewenscht en voor-deelig was, maar dat zij alleen om den wille van de minderheid ervan

afzag, om dit besluit uit te voeren. Hieruit volgt nu voor een ieder

die zien wil zoo klaar als de dag, dat de Theol. School niet bevestigd en versterkt en zeker gesteld is, maar dat zij verzwakt en van do plaats, die zij vroeger innam, weggeschoven is. Haar bestaansrecht (n.1. in zoover zij aanspraak maakt op een zelfstandig bestaan) is door de Synode pertinent ontkend. Voorzoover ze zelfstandig blijft bestaan, heeft ze dat alleen aan eene gunst der Synode te danken. Ze leeft voortaan alleen bij de gratie der meerderheid. Rechtens is ze met de Theol. Faculteit vereenigd: feitelijk wordt ze nog een tijdlang geduld.

Dat is de toestand, waarin wij thans gekomen zijn. Geen redenee­ringen kunnen aan dit feit iets veranderen. De meerderheid, dat wil zeggen de Synode zelve, dat is met andere woorden de Gerefor­meerde Kerken hebben zich van de School, inzoover ze zelfstandig wil voortbestaan, teruggetrokken ; zij hebben haar aan de minderheid cadeau gedaan. De Theol. School is na het besluit te Arnhem de School der Kerken niet meer.

Zoo nu is de Theol. School niet te aanvaarden en ook niet te handhaven. Niet te aanvaarden, want indien de Synode het bestaansrecfti der School niet erkent, dat zij ze dan opheffe en sluite! Liever, zeide Prof. Lindeboom terecht, het Concept Contract gewij­zigd of ongewijzigd aangenomen, dan een toestand van onzekerheid besten­digd, die ons verzwakt en verteert.

En ook niet te handhaven. Want zij, die het voortaan voor de School opnemen en voor haar belangen ijveren, nemen na deze Synode allicht den schijn op zich, dat zij in het voorstel-Bavinck eene schending van het beding van 1892 en eene krenking van het recht der Kerken zien, en alleen met het voorstel Bos medegaan. Wel is waar had ook het voorstel Bos de strekking, dat de Theol. School ophield zelfstandig te bestaan en als Faculteit in verband kwam met de andere Faculteiten. Maar desniet­temin heeft de groepeering der par­tijen het doen voorkomen, dat alleen zij, die instemmen met het voorstel-Bos, te beschouwen zijn als de echte verdedigers van de Theol. School en van het recht der Kerken.

De Professoren en Curatoren der Theol. School, die het voorstel der vier Hoogleeraren steunden, komen daardoor voor eene bijzondere moei­lijkheid te staan. In De Bazuin van 30 Mei j.1. werd er reeds op gewezen, dat Curatoren, en Hoogleeraren in eene onhoudbare positie verkeerden, als zij naar hun ambt en plicht de School verdedigden en toch ter andere zijde hare vereeniging met de Theol. Faculteit bepleitten. Hierin is door de Synode niet alleen geen verbe­tering aangebracht, maar de toestand is nog veel erger geworden dan hij vroeger was.

Immers heeft de Synode uitge­sproken, dat vereeniging van School en Faculteit niet in strijd was met het beding van 1892 en met het recht der Kerken. En toch heeft zij aan de broederen, die dit bestreden, in zoover gelijk gegeven, als zij desniet­temin de Theol. School zelfstandig laat voortbestaan.

En op deze lijn is de Synode in de vergaderingen der laatste week voortgegaan.

Zij besloot in betrekking tot het gymnasium, dat aan de Theol. Schoei is verbonden, niet alleen, dat het aan eene vereeniging mocht overgedragen, maar ook, dat het uit Kampen ver­plaatst en geheel en al van de School mocht losgemaakt worden.

Zij wilde de Theol. School niet handhaven en bevestigen, maar gaf aan Curatoren alleen vrijheid te doen, wat in de tegenwoordige omstan­digheden tot handhaving der School noodig zou zijn.

Zij weigerde, in de vacature-Wie-lenga zoo spoedig mogelijk te voor­zien, maar sprak alleen uit, dat deze voorziening met bekwamen spoed moest plaats hebben.

Zij schreef niet alleen voor de Theol. School, maar ook voor de Theol. Faculteit der Vrije Univer­siteit twee afzonderlijke collecten uit en stelde daarmede de laatste met de eerste op ééne lijn.

Uit alles blijkt, dat de Synode der Geref. Kerken het zelfstandig bestaan der Theol. School hoegenaamd niet noodzakelijk of zelfs wenschelijk acht, maar hoogstens alleen, ter wille van eene minderheid, nog een tijdlang duldt en verdraagt.

BAVINCK.

DE BRIEF AM 1»E BtMMEBHtlJf.

VII. Daarom heeft hen God ook overgegeven

in de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hunne lichamen onder elkander te onteereu :

Als die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geëerd en gediend hebben boven den Schepper, die te prijzen is in der eeuwig­heid, amen.

Daarom heeft hen God overgegeven tot oneerlijke bewegii gen : want ook hunne vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het gebruik tegen nature ;

En insgelijks ook de mannen, nala­tende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hunnen lust tegen elkander, mannen met mannen schande­lijkheid bedrijvende, en de vergelding van hunne dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven ontvangende.

Hom. 1 : 24-27.

Thans wijst Paulus aan, wat God gedaan heeft om de verachters Zijner heerlijkheid te straffen. Hebben zij Zijne eere van Hem genomen, welnu, Hij heeft hunne eere van hen weg­genomen ; gelijk zij Hem behandeld hebben, alzoo heeft Hij hen behandeld. Om hem te dieper te vernederen ge­bruikt God hemzelven om het tegen hem geslagen vonnis uit te voeren ; de mensch zelf zal zich den stempel der eerloosheid op het voorhoofd drukken. Laat ons zien hoe Hij zulks gedaan heeft. God heeft de menschen over­gegeven in de begeerlijkheden hunner harten. Kennelijk heeft de apostel hiel­de lagere, dierlijke lusten en driften van den mensch op het oog. Van deze weten wij dat zij, sedert den val, eene eigene, den wil bestormende macht in den mensch zijn, die hem den weg der schande en des verderfs opdrijft. Om te voorkomen dat zij de menschen tot dieren maken zouden, heeft God in het eergevoel, de schaamte en de vrees • 1 een tegenwicht tegen hen gegeven; zoodat de menschen hunne begeerlijk­heid in toom houden, en hare bevre­diging in een gewettigden weg zoeken. Maar God kan dit tegenwicht ook weg­nemen ; Hij is niet verplicht om ons op het pad der zonde tegen te houden, 't Is enkel genade als Hij het doet. Die genade heeft Hy van de menschen weggenomen, sedert zij Zijne heerlijk­heid op het schepsel hebben overge­bracht ; Hij heeft ze overgegeven in hunne begeerlijkheden, als in een ele­ment, waarin zij zich vrijelijk konden bewegen.

Men lette er op, dat God hunne booze lusten en driften geenszins in hen verwekt; God is geen vader dei-zonde. Zij zijn er in der menschen binnenste ; God bepaalt er zich toe, om krachtens Zijn rechtvaardig besluit, de menschen niet langer tegen hunne be­geerlijkheden te sterken, maar hen te laten doen wat zy willen. Hij maakt het touw los ; nu drijft de boot van­zelf den stroom af, naar den afgrond henen. De woorden »tot onreinigheid" wijzen aan, waartoe God de menschen in de macht hunner begeerlijkheid over­levert ; 't is opdat zij zichzelven te schande zouden maken. Nader wordt zulks omschreven als een onteeren van hunne lichamen ; als God de menschen tot onteering van zichzelven doemt, dan wordt de lust gloed, en de menschen staan voor niets meer, maar onteeren hunne eigene en elkanders lichamen. De apostel zal even den sluier oplich­ten van het walgelijk schouwspel. Het blijkt dat de mensch niet ophoudt, waar het dier ophoudt; hij zinkt verre, verre beneden het dier weg. Nimmer toch wijkt het dier van de orde der natuur af, omdat het zelf niets dan een stuk natuur is; maar de mensch verraadt in zijn zondigen zijne herkomst uit de wereld van den geest. Want als hij genoten heeft, herinnert hij zich zijn genot en wil op nieuw genieten; na eerst door zijn lust geprikkeld te zijn, wekt hij zelf op zijne beurt den lust op, en blijkt deze verzadigd te zyn door het natuurlijk genot, dan dient het onnatuurlyke tot prikkel om hem op te wekken. Dan gaat de mensch in slijk en modder onder. Zie de vrou­wen zich in mannen, of de mannen zich in vrouwen veranderende ; of liever zie het niet, of ten minste niet langer dan gij noodig hebt om er uit te be­merken, hoe schrikkelijk het is om God te onteeren ; en sluit dan de oogen. Vraagt gij toch, waarom de Apostel ons juist de uiterste punten van de lijn dei-ontwikkeling der zedeloosheid laat zien? Het antwoord ligt voor u : hij doet het om u uit de straf, die het aanbrengt, te laten gevoelen hoe groot eene zonde het is, om de waarheid te verwisselen met de leugen , en het schepsel te eeren boven den Schepper.

Zie, hoe het schrikkelijke van zulk een misdrijf den Apostel aangrijpt. Wel deed hem in vers 25 de beschrij­ving van het gericht der zedeloosheid, waartoe God de goddeloozen overgaf, een oogenblik staken, om lucht te geven aan den drang van zijn hart, en uitte roepen dat God te prijzen is in dei-eeuwigheid. Voor ons is het een wenk om telkens, als wij God door de men­schen oüteerd zien, er door geprikkeld

te worden tot de aanbidding Zijns heiligen Naams. De Farizeër zag ande­ren zondigen, en prees zichzelven, dat hij niet was gelijk die; volgen wij zyn aanstekelijk voorbeeld niet. Het doe ons pijn aan het harte, dat ons geslacht zijnen Maker onteert, door het de schepselen te doen ; en het prikkele ons om onzerzijds Hem te vuriger te prijzen. Zoo niet, dan spreekt het voorbeeld van Gods gericht over de goddeloozen ons van het ons wachtend gericht. Geven wij God Zijne eere niet, dan neemt God onze eere van ons. 't Is zoo, Hij kan ons op het pad der godde­loosheid omwenden, en dikwijls doet Hij het; maar Hij kan ons ook op den weg der zedeloosheid doen overgaan, gelijk de heidenen. Wachte zich dan elk voor zijne ziele; God laat niet met zich spotten. Die Hem eeren zal Hij eeren ; maar wie Hem versmaden zullen licht geacht worden.

VAN ANDEL.

E » t V I ï » * i L U V E Ü S U U f l t E ; . „Vereenig mijn hart tot de vreeze

Uws naams." Ps. 86 : 110.

David was een verstandig mensch. Hij wist waarin het ware geluk bestaat. »De vreeze des Heeren" was hem »een schat". Hij wist dat het zijne roeping was God te vreezen, en dat trouw aan die roeping hem blijdschap schonk. Op de vreeze des Heeren was hij dan ook boven alles gesteld. Bevrijd van slaaf-sclie vrees, die schrikken en vluchten doet, wenschte hij in kinderlijke vreeze voor Gods aangezicht te leven. Hem recht te kennen, hartelijk lief te hebben, blijmoedig te gehoorzamen, ootmoedig te danken, m. é. w. innig aan Hem ver­bonden te zijn, en daardoor te laten wat Hem mishaagt en te betrachten wat Hem behaagt, was de begeerte van zijne ziel. Hij bad om dien zegen: »Vereenig mijn hart tot de vreeze Uws naams." »Vereenig mijn hart", dat is : »Laat al wat in mij is tot die vreeze geneigd, met die vreeze verbonden zyn ; dat ik U ongeveinsd, onverdeeld, vrij­willig en volstandig diene!" David kon zeggen: »Tot Uwen naam en tot Uwe gedachtenis is de begeerte mijner ziel." Gelukkige David ! Hij was achter het groote geheim, in welken weg blijd­schap en vrede, rust en kracht, hoop en zaligheid is te verkrijgen. Het was zijne levensbede geworden: »Vereenig mijn hart tot de vreeze Uws naams." Die bede werd niet tevergeefs opge­zonden. God verhoort dit gebed. In zulk bidden heeft Hy een welgevallen. Het is naar Zijn wil. Door Zijn Geest. Tot Zijne eer.

0, voor hoeveel kwaad is David door deze * bede bewaard ! Zijn hart was van nature als dat van alle menschen, onrein en arglistig, een troebele bron van allerlei zonden. Geen beter wapen in den strijd tegen dat hart, de sterkste bondgenoot van wereld en satan, dan deze bede. Immers, »door de vreeze des Heeren wijkt men af van het kwade".

Daarbij , David was Koning. En brengt iedere stand eigenaardige ver­zoekingen mede, vooral de Koningen worden door geestelijke gevaren be­dreigd. Alles staat hun ten dienste om zondige neigingen in te willigen. Hoe gemakkelijk hecht zich het hart aan de pracht en weelde des levens. Hoe spoedigt stijgt trots en heersch-zucht op den troon van het hart. Tegen die gevaren geen beter wapen dan Davids bede. Immers de vreeze des Heeren doet den Koning beseffen, dat hy van Gods wege tot regeeren ge­roepen is, dat hij het heil zijns volks heeft te zoeken, dat hij eenmaal, voor der koningen Koning geroepen, reken­schap van zijne daden zal geven, dat dan alle onderscheid wegvallen zal tusschen vorsten en onderdanen, wijl geen purper meer den monarch sieren en geen ruwe pij meer den daglooner kenmerken zal, wijl allen gedagvaard worden onder den naam »zondaren" voor God en alle onderscheid zich oplost in dat tusschen vrijgesprokenen en veroor­deelden door Hem.

De vreeze Gods doet ons waken tegen de zonden van ons beroep, de zonden van gewoonte, de karakter-zonden, de zonde die ons lichtelijk omringt, die aan de orde is en voor de hand ligt. Zij , die door God tot uitnemende betrekkingen geroepen zijn, worden door den Satan het meest aangevallen; de hoogste boomen worden het meest door den storm geschud. Hoe meer wij ons kunnen omringen met stroomen der weelde, hoe meer gevaar er is, dat wij aan zelfvergoding ons overgeven. Dringende behoefte had David aan de bestendige vreeze Gods. Deze vreeze bewaart niet alleen voor veel kwaad, maar bezorgt allerlei zegeningen. Zij is zelf de grootste zegen en gaat verge­zeld van allerlei heil. Heil voor den tijd en voor de eeuwigheid. Zij gaat gepaard met verlichting van het verstand: »de vreeze des Heeren is het beginsel dei-wij sheid". Zij doet de stem der zondige hartstochten zwijgen en vervult met

Page 3: Stemmen uit De Gereformeerde Kerken in Nederland. · Door dhr. D. de Witte, Corr. te Ter Neuzen, van verschil lende contribuanten f 67. Gevonden in het kerkzakje te Urk : dankoffer

edele gevoelens: »de vreeze des Heeren is rein". Zij sterkt in wegen van kruis en druk, bemoedigt voor de toekomst: »de vreeze des Heeren is een sterk vertrouwen." Zij waarborgt tegen ge­brek : »Die Hem vreezen hebben geen gebrek." Verzekert een zegen in alle dingen: »De Heere zal ze zegenen, die Hem vreezen , de kleinen met de grooten." Doet leven in de heerlijkste verwachting: »Hoe groot is het-goed, dat Gij hebt weggelegd voor dien, die U vreest."

Wat dunkt u lezer, had David geen reden om te bidden: »Vereenig mijn hart tot de vreeze Uws naams." Ja, het was noodig zoo te bidden. Immers van boven moest die vreeze komen. Aan herscheppende, heiligende, bewa­rende genade zou zij te danken zijn. Gods Geest werkt, bewaart, vermeerdert haar. Zij is beloofd. Het is een der dierbaarste beloften. »Ik zal mijn vreeze in hun hart geven, dat zij van Mij niet afwijken." Op die belofte is te pleiten, en hij doet het, die Davids bede tot de zijne maakt: »Vereenig mijn hart tot de vreeze üws naams." Och, of het onze levensbede ware; of zij van onze lippen, althans uit onze ziele niet week !

NOTTEN.

ZUID-AFRIKA's GEESTELIJKE NOÖ1). Hooggeachte Redacteur,

Er wordt ons een offer gevraagd voor een beroofd en uitgeschud volk. Voor een volk, dat „bloedt uit duizend wonden". Voor een volk zonder land eD zonder have, zonder lafenis en zonder troost, zonder recht en zonder vrijheid.

Dat volk heeft het in den Naam Gods gewaagd, en in den Naam Gods alles, alles verloren. Het kermt uit, zijn wonden tot God en menschen om hulp. Eu God zal hooren, naar Zijn Woord : „deze ellendige riep en de Heere hoorde". Maar ook de menschen zullen immers hooren. Bij de wereld, waar de sympathie slechts rust op eene oppervlakkige naastenliefde, mogen de gaven verflauwen, bij ons, waar die sympathie toch dieper wortel heeft, mag dat niet zoo zijn. Laat men daarom de handen inéén slaan en, evenals vroeger, in elke stad en op elk dorp weer commissiën vormen, die huis aan huis rondgaan om een gave. Zij het een offer, dat men voelt. Dan eerst heeft men recht om te spreken van meegevoelen met onze Afrikaansche broeders. Doch laat men, en dit is het wat ik met dit schrijven bedoel, niet alleen een gave voor den stoffe-lijken nood, maar tevens ook een voor den geestelijken nood van Zuid-Afrika mogen vragen. Ondergeteeke ide ontving deze week van een bekend Afrikaner, die een open oog heeft voor de nooden van zijn volk *), dezen brief:

Geachte Ds. en Br. in Chr.!

Uw harte voor „Holl. Zuid-Afrika kennende, heb ik vrij-//moedigheid, aan mijn vorig schrijven nog //dit toe te voegen. Ons volk is in het //verwoeste vaderland totaal ontbloot van „alles, alles. Dus ook van Hollandsche en //bijzonder van Gereformeerde lectuur. Alles, „wat in de beide Republieken aan Holl. „boeken was, is weg. Zelfs de Bijbels Eu „nu kunnen onze broeders in Nederland als «zij willen hier veel voor doen, al was het „maar om éénigszins in deze zoozeer gevoelde „behoefte te voorzien. Nu zou ik gaarne „een (kleiner of grooter) fonds bijeen zien „te krijgen om daardoor, zoo de Heere wil „en wij weer in het vaderland terug zijn op „des Heeren tijd, onder „onze menschen" „gratis Hollandsche Calvinistische werken te „gaan uitdeelen.

„Niemand der onzen kan toch uit zichzelf //den eersten tijd iets over hebben om lectuur //te koopen. Ik weet dat de behoefte zoo //ontzettend groot zal zijn, dat, had ik 1000 „goede boeken, ik die binnen enkele maan-„den in goede handen kon verspreiden. „Ik heb door beide Republieken vele ver­trouwde kenissen. Eu verder zal mij on-„getwijfeld de hulp van onze predikanten en „kerkeraden ten dienste staan. Tijdens mijn „verblijf alhier zond ik naar de krijgsgevan-„genissen (Ceylon, St.-Helena, Simonsstad, //Britsch-Indië, de Bermuda's) tientallen „stichtelijke boeken. Ze zijn overal met gretig-„ beid ontvangen. In vele gevallen werd nog „meer aangevraagd Ik moest eeuige keeren „schrijven, dat ik niet meer kon sturen, om­adat ik geen verdere middelen overhad om „boeken te koopen en te frankeeren. Het wgeld, dat ik uit Utrecht van UEerw. kreeg, „werd hiervoor besteed en heeft er toe bij­gedragen om aan bovengenoemde plaatsen „menig hart op te heffen. Ik zond degelijke „Calvinistische werken, zooals die vooral de „laatste 20 jaren in Holl. zijn uitgekomen. „Ik weet, dat ik hieraan een goed werk „deed. Zouden wij nu een plan krijgen om „dit in Zuid-Afrika op grooter schaal te „doen, ons volk zou een weldaad bewezen „zijn. Dit zou een der sterkste middelen „zijn, om het karakter van ons volk te be­swaren en om de ader, die nog in ons volk „ligt, te versterken. God van den hemel „doe het ons gelukken

„Nu, de Heere zegene U. Hoogachtend,

Uw dw. dnr. en br., X. X.

De bedoeling van dit schrijven is duidelijk. De Engelschen hebben bij de verwoesting vooral ook het oog gehad op de Holl. Bijbels en boeken. Zij zullen straks voor weinig of geen geld Engelscbe Bijbels en boeken beschikbaar stellen, en daarmede de taal (d. i. het volk) zoeken uit te roeien en het geestelijke leven in de bedding van het Engelsche Methodisme zoeken te leiden.

*) Hij wenscht zijn naam om begrijpelijke redenen niet genoemd te zien. Bij de redactie is deze bekend.

Dan is de wortel van het fiere Calvinisaie er uit. Dan verzwakt ook het besef van recht. Dan wordt het volk Engelsch !

En daarom, Mijnheer de Redacteur, laat ons bij de gave voor den stoffelijken nood niet verzuimen een gave voor den geeste­lijken nood te brengen. Allen, die dit volk om Gods wil liefhebben, allen die de kracht der Calvinistische beginselen verstaan, ook weder in dezen oorlog zoo heerlijk gebleken, zij zullen met mij gaarne een gave voor dit doel afzondereu. Om te versterken hetgeen sterven zou. Om den nood van het heden en om de hoop voor de toekomst.

Zou ook Uwe redactie, Mijnheer de Redac­teur, zich willen bereid verklaren gaven t,voor Afrika's geestelijken nood" te ontvangen ? Voorts zal ook oudergeteekende gaarne voor dit doel gaven in ontvangst nemen, om ze ter bestemder plaats af te dragen en in dit blad te verantwoorden. Reeds kwamen eenige gaven hiervoor bij hem in. Het Chr. Nat. Boeren-Comité zal ongetwijfeld straks de leiding van dit fonds wel op zich willen nemen.

Met hartelijke heilbede, hooggeachte Red., Uw dw. dnr.,

Ds. J. v. LONKHHIJZEN. Aarlanderveen, 10 Sept. 1902. [Natuurlijk stellen wij ons gaarne voor

bovengenoemd doel beschikbaar. Gaven, aan geld zoo»vel als aau boeken, zullen ous welkom zijn! RED.]

AAN EEN JEUGDIGEN AMBTGENOOT.

AMSTERDAM.

Waarde Broeder,

Er is toch inaar één Amsterdam ! Ik heb eens hooren vertellen, dat een

medisch professor te Leiden ten aanzien van Amsterdam datgene had gedaan, wat de studenten ,,afkammen" noemen, en dat hij zijne rede besloot, zinspelende op het slot van 1 Cor. 13, met te zeggen: Zoo blijft dan Gtoningen, Utrecht en Leiden; doch de meeste van deze is Leiden.

Nu is het zeker waar dat, uit een historisch oogpunt, Leiden de roem van alle Nederlandsche Universiteiten is, en ook is het waar, dat Leiden dien roem heeft behouden, tot op dezen dag.

De beroemdste Theologen in de heden-daagsche Gereformeerde Kerken hebben allen aan de Leidsche Academie gestu­deerd, en hun doctorale waardigheid er verworven.

Zelfs de Custos dier Hoogeschool is dezer dagen, door de Amsterdamsche Universiteit, voor de beantwoording van een prijsvraag met goud bekroond.

Maar desalniettemin en evenwel noch­tans blijf ik zeggen : er is toch maar één Amsterdam.

In Amsterdam is de polsslag van het Nederlandsche volksleven. Daar is een strijd om het leven als nergens. En al moge er het wetenschappelijk leven bij dat in de oude academiesteden achterstaan, de liefde tot de wetenschap, die zich in groote geldelijke offers zoowel van Overheids­wege als van particuliere zijde openbaart, is er groot. Van oude tijden afhebben kapitaal en wetenschap zoo saamgewerkt, dat Amsterdam een adeldom verwierf als geen andere Nederlandsche stad.

Het is zoo, ook daar is de strijd om het leven zwaar, voor velen te zwaar. De rumoermakers zijn er, over 't alge­meen, niet het slechtst aan toe. Maar buiten deze zijn er, wie zal zeggen hoevelen, van wie men eigenlijk niet weet hoe zij staande blijven.

Er is een tijd geweest dat iemand, als ik mij niet vergis Potgieter, zeide :

O, Amsterdam, o, goeie stad, 'k Wou dat je meer courage had. Maar die ti]d is voorbij. Aan courage

ontbreekt het in het huidige Amsterdam niet. Alles leeft er, en zwoegt en slaaft. Slapen doet men alleen om te kunnen blijven leven.

Treffend komt dit ook uit als er „wat te doen is".

Zoo hadden we de vorige week het voorrecht de drie beroemde Generaals uit den Zuid-Afrikaanschen oorlog, Botha, de Wet en de la Rey, in ons midden te zien, de mannen wier namen, maan­den lang, op alle lippen zweefden en de bewondering van heel de wereld ver­wekten.

uat zuiKe mannen Amsterdam de eer van een bezoek wilden aandoen, streelt het hart van oud en jong, van grooten en kleinen, en niet het minst van de kleinen. Want een Amsterdammer is gevoelig voor eer, althans voor waar­deering.

De vele duizenden, die bij zulke ge­legenheden alleen op straat kunnen zien, en soms na langen tijd te hebben gewacht, althans meenen ze goed gezien te hebben, voelen zich door dat enkele zien bezield en — gesterkt, om met moed en vol­harding den strijd des levens voor te zetten.

De weinige duizenden, die in de ge­legenheid gesteld zijn om lang te zien en zelfs te hooren, zulke helden te hooren spreken en ze, van nabij, in hunne bewegingen gade te slaan, voelen zich in zulke oogenblikkeu ook grooter wor­den, door hun stadgenooten op straat aangezien als te behooren tot „de groot­heid".

In de groote bladen hebt ge zeker

van dat alles gelezen, en genoten van de welsprekende woorden, die in de Nieuwe Kerk gesproken zijn, en hoe onze Burgemeester, ten stadhuize, zijne toespraak besloot met de woorden uit Ps. 126: „Die met tranen zaaien zullen met gejuich maaien ; die het zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en weenende, maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijne schoven".

En wat ik nu eigenlijk zeggen wil, of wat ik bedoel ? Och, mijn broeder, hoe zal ik het in woorden uitdrukken ? Het wil eigenlijk niet vlotten, niet opschieten, ik durf het bijna niet zeggen en moet het toch zeggen.

Ik ben jaloersch ! Misschien behoort gij tot die vroolijk

levende menschen, die niet weten wat jaloerschheid is, die niet kennen het lijden, het stille, maar diepe zielelijden van een jaloersch hart, van een kinderhart, een mannen- of vrouwenhart, ook nog het hart eens grijsaards.

Indien gij niet weet wat jaloerschheid is beklaag ik U niet; ik benijd U. Want jal jerschheid is lijden : verborgen, sprakeloos lijden ; lijden dat, als God het niet beteugelt, ontaardt in nijd. En nijd is eene verrotting der beenderen.

Ik ben jaloeisch van 's-Gravenhage. Zooals ge weet heeft de Arnhemsche Synode, bij eene eventueele verandering van de Theologische Faculteit der Vrije Universiteit in eene Eigen Inrichting der Kerken en hare samenvoeging met de Theologische School, als plaats van vesti­ging Amsterdam verworpen en 's Graven-hage verkozen.

Waarom ? Dat zegt de Synode niet. De liefde

is vaak geheimzinnig. En daarbij, niemand, die wel eens in

Den Haag geweest is, zal ontkennen dat de Hofstad in natuurschoon en in rijk­dom van historische gebouwen en herin­neringen, in monumenten en andere merkwaardigheden, de Hoofdstad verre overtreft.

Amsterdam heeft geen Binnen- of Buitenhof, geen Vijverberg, geen Oude Scheveningsche weg, geen Boscbjes, geen Scheveningen met zeeboulevard en pier, geen stafmuziek van de Grenaaicrs en Jagers, geen Kunstkring van schilders en beeldhouwers, geen Koninklijke Biblio­theek.

In Den Haag loopen de Ministers zoo maar, als gewone menschen, over de straat. Zondags kan men hen in de Kerk zien, als ze ten minste daar komen. En de Kamerleden kent men aan hun gang, hun portefeuilles, den vorm van hun jasje of van hun hoed; en wie het voorrecht heeft een van hen meer bij­zonder te kennen, krijgt, bij het groeten, een : dag-èè, of voorépraak voor den toe­gang tot de gereserveerde tribune in het gebouw der Tweede Kamer.

Het geheele jaar door kan men in Den Haag hofrijtuigen zien en, op den derden Dinsdag van de maand September, den plechtigen tocht van H. M. de Koningin in de gouden koets naar en van het gebouw waar de Staten-Generaal samenkomen. Ook liggen, bij de fhma Wielink, in het Noordeinde, de ridder­orden van vele Staten voor de glazen, gelijk als bij den banketbakker de taartjes en gebakjes. In den wintertijd, bij de hooge hoffeesten en allerlei feesten der hooggeplaatsten, ziet men de schit­tering dezer wereld, door de glazen der voorbijdravende rijtuigen, als nergens elders.

Maar dat kan de Synode toch niet bewogen hebben om Amsterdam te ver­werpen en 's Gravenhage te verkiezen als opleidingsplaats voor dienaren des Woords in de Gereformeerde Kerken, hoor ik U zeggen. Deze dingen zouden veeleer een reden zijn om niet naar Den Haag te gaan. Wie bidt: leidt ons niet in verzoeking, en dan vrijwillig de ver­zoeking opzoekt, bidt niet recht. In Amsterdam ziet men het volk leven, zwoegen, strijden; daar worstelt het Gereformeerde volk op elk terrein ; daar is nog eene eenneid en eene kracht in het kerkelijk leven die, als men ze goed leert kennen, aan dat leven bindt, de energie van jonge menschen opwekt, hun een indruk geeft welke nooit uitgewischt wordt. En bij mogelijke uitbreiding der Faculteiten biedt Amster­dam alles aan boven Den Haag. Er is een plantentuin, een museum van natuur­lijke historie, labaratoria, waar men een model in heeft, ziekenhuizen, klinieken van allerlei specialiteiten, en een steeds wisselenden rijkdom van gevallen, en allerlei aanraking met het volksleven, gelijk een stad van meer dan een half millioen inwoners die dagelijks oplevert.

En heeft men niet meermalen beweerd dat ons land te klein is voor vier aca­demiesteden ; zal men er nu een vijfde bij in het leven roepen ?

Er moeten dus andere redenen voor de keus der Synode bestaan.

Maar welke dan ? Ik heb hooren verluiden, maar kan

het moeilijk gelooven, dat er vooral twee redenen zijn voor de verwerping van Amsterdam en de verkiezing van 's-Gravenhage.

Ten eerste zou men, door deze keuze, gevoeligheden willen ontzien, opdat nie­mand zou kunnen zeggen : Kampen is door Amsterdam opgeslokt; en ten andere, omdat het leven in Den Haag goed-kooper is dan in Amsterdam.

Zou dit waar kunnen zijn ? Wat toch de eerstgenoemde reden

betreft is het duidelijk, dat, noch in het persdebat noch in het Synodaal debat, de plaats der vestiging ernstig versGhil opleverde. Het bezwaar tegen de samen­smelting van School en Faculteit zit in geheel andere denkbeelden. Kwam men, wat de hoofdzaak betreft, over den hond, dan zou men ook wel over den staart komen.

En wat de andere genoemde reden aangaat, die is eigenlijk van te teederen aard om te bespreken. Zeker is het echter, dat iemand al zeer bemiddeld moet zijn om een vrij huis met tuin, op deftigen stand in Amsterdam te kunnen bewonen en te leven op een voet, die daarmede overeenstemt. Profes-soten, rechters enz, wier hersenen in beteren toestand verkeeren dan hun brandkast, wonen vaak op een boven­huis. Dat dit minder aangenaam is spreekt vanzelf. Maar hoogere belangen mogen toch niet wijken voor persoon­lijke. De mogelijkheid van het tegen­overgestelde, bij ernstige mannen, te onderstellen, moet ongeoorloofd geacht worden.

En nu kunt gij wel wijzen op het feit, dat er vooreerst toch niets van komt, en het de vraag is of er wel ooit iets van komen zal, maar dat neemt het feit niet weg, dat de Synode voor 's-Gravenhage gekozen heeft. Daaren­boven, de geschiedenis heeft geleerd, dat menschen veranderlijk zijn en het dus met verstandig is te zeggen, dit of dat zal niet gebeuren. Het eenige waar­mede ik mij vleien kan is, dat, mochten de omstandigheden eens zoo veranderen, dat het Synodaal besluit ten uitvoer gebracht kan worden, men spoedig be­rouw zal hebben van den gedanen stap.

Men zal mij, zij het dan ook te laat, gelijk geven. Men zal het mij nazeggen: er is toch maar één Amsterdam !

t.t. W. H. GISPEN.

Politieke Beschouwingen. 't Is wel opmerkelijk, dat wat in toene­

mende mate den weerzin der beschaafde volkeren opwekt en de Christelijke kern der natiën hoe langer zoo pijnlijker aandoet — thans ook door een Minister en nog wel van het revolutionaire en ongeloovige Frank­rijk is uitgesproken, in betrekking tot de karakteristiek van onzen tijdgeest.

„Ër bestaat" , zeide de Heer Pelletan, ngeen zekerheid meer in de beschaafde wereld" en — „de geheele wereld schijut thans be-nheerscht door 't beginsel, dat macht boven iirecht gaat"

Ja, helaas, zoo is 't maar al te zeer; niet alleen wat de internatiouale politiek betreft, maar op haast alle terreinen des levens, en meer nog dan door leiders en volkeren wordt ingezien.

Ach, dat de Heere daarin eens inzicht en verandering gave ! . . .

Te midden van vele zegeningen tuchtigt Hij. O, boe trof ons het verlies, dat d Heere

ons, en in 't bijzonder het Christelijk Mini­sterie, verleden week deed lijden door't zoo treffend verscheideu van Jhr. Mr. T. A. J. van Asch van M'ijck, Minister van Koloniën. Wij kenden hem sinds 1881, toen hij nauw zijn ambtelijke loopbaan beginnende, in ons distrikt tot afgevaardigde voor de Tweede Kamer werd voorgesteld en — gekozen. Wij leerden hem daarna meer en meer kennen en waardeereu in zijn arbeid, ook als Burgemeester van Amersfoort, als lid der Eerste Kamer, als Gouverneur van Suriname, als Minister van Koloniën 't laatst. Zaterdag bij zijne ge­opende groeve staande, ging zijn aan alle rangen en standen zoo toewijdend, zijn voor de Christelijke, Antirevolutionaire beginselen, voor Koningin en Vaderland zoo bijzonder werkzaam leven onzen geest voorbij. Al „was er geen geniale vonk op hem gedaald", wat een werkkracht ontplooide, wat een zich-zelf dikwerf verteerenden ijver, soms ook nog te midden zijner pijnlijke en be­nauwende ziekte, betoonde hij ; die man zoo klein van zich-zelven denkend en toch zoo veel wetend, zoo vol van levenslust en levens­moed in den edelen zin van het woord!

En thans, juist terwijl wij zoo vel goede verwachting uitzagen naar hetgeen hij nu eens bijzonder voor de Indiën doen zou; beter dan wijlen Keuchenius misschien ; neemt de Heere dezen waren edel- en staats­man weg . . .

O,, hoe pijnlijk treft ons deze beproeving. Doch gevoelt onze partij het; beseft ons

Christenvolk het ?• .Laat ons echter, ook uit dankbaarheid

voor hetgeen God ons zooveel jaren in Van Asch v. Wijck gaf, niet versagen maar ar­beiden terwijl het dag is en in weemoedigen dank gedenken onzen doode, dien wij, die zoo dikwerf in zijn hart mochten lezen en ook in zijn gebed soms konden beluisteren — ons niet anders kunnen denken dan rustend van zijn arbeid — bij zijn Heiland !

Treffend betoonde het volk in den Haag Maandag zijn warme sympathie voor zijn innig geliefde Vorstin en Haren Gemaal toen Zij in Hare residentie terugkeerde. Inderdaad, de geestdrift was buitengewoon ; de volks-hulde aangrijpend.

Welk een zegen nog te midden van zoo veel, dat zoo pijnlijk ons volk verdeelt en dikwerf zoo smartelijk aandoet.

Dinsdag middag opende Hare Majesteit de

zitting der Staten-Generaal. Ook~nu kende d e g e e s t d r i f t h a a s t g e e n g r e n z e n . . . .

Doch vol van verwachtiug zien wij 't be-teekenend staatsstuk in. Heel lang is 't gelukkig niet, maar destemeer zakelijk en rijk. Vasthoudende aan 't bijzonder Christelijk uitgangspunt dat door dit Bewind wordt ingenomen, geeft het ons een goede, een verheffende verwachting voor de naaste toe­komst. Vooral de Minister van Justitie en die van Binnenlandsche Zaken zullen weldra belangrijke wetsontwerpen geven ; de Kamers zullen ernstig en veel hebben te arbeiden. Wat verleden jaar voor het geheele vierjarig tijdvak genoemd is, zal wel niet worden vergeten. Dat voor Oost-Indië nu niets wordt beloofd, laat zicli begrijpen. Wij zijn zoo vrij, ter bekorting, enkele toezeggingen cursief te laten drukken, om de hoofdzaken onzeu lezers gemakkelijk in 't uoog te doen springen.

Wij zijn, èn met het oog op onze begin­selen, èn met het oog op hetgeen allereerst voorziening eischt — zeer dankbaar.

De troonrede luidt aldus :

Mijne Heeren 1

Uit ernstige krankheid genadig hersteld en door liefde Mij betoond te inniger aan Mijn volk verbonden, ben Ik in uw midden verschenen, om ook in persoon de nieuwe zitting der Staten-Generaal te openen.

De betrekkingen van Nederland met de andere Mogendheden bleven wat zij waren en behielden ook dit jaar haar zeer vriend­schappelijk karakter.

De terugslag van een elders uitgebroken crisis was voor het scheepvaartverkeer nadee-lig, overigens bleef de toestand van handel en nijverheid bevredigend en gaf de landbouw geeu ongunstige uitkomst.

Op 't gebied van den arbeid is wat bemoe­digt, maar ook wat blijft roepen om verbe­tering. Wanoogst heerschte in eenige resi-deuti n op Java en de Overzeesche bezittingen.

De zee- en landmacht kweten zich met toewijding van hare roeping en het corps van burgerlijke ambtenaren gaf Mij alleszins reden tot tevredenheid.

In het nieuwe zittingjaar zal een reeks wetsontwerpen bij de Staten-Generaal worden ingediend. Zoo zal Uwe medewerking worden ingeroepen tot gedeeltelijke wijziging van de provinciale- en de gemeentewet, tot meerdere vrijmaking van het hooger en middelbaar onderwijs, tot inperking van den vaccinedwang, tot meerdere ontwikkeling van het hooger en middelbaar vakonderwijs, tot regeling van de pensioneering der bijzondere onderwijzers en van de weduwen van alle onderwijzers, alsmede tot vervanging van de arbeidswet.

Voor de betere ineenschakeling van de verschillende deelen van het onderwijs, en de wijzigingen die te dien einde in de onderwijs­wetten zullen zijn aan te brengen, is het Mijn voornemen eene Staatscommissie te benoemen.

Ter bekrachtiging van de onlangs alhier gesloten overeenkomsten betreffende onder­werpen van internationaal privaatrecht, zullen U ontwerpen worden voorgelegd.

De indiening van wetsontwerpen, betref­fende het houden van loterijen, het arbeids­contract, het bewijs in burgerlijke zaken en het notarisambt, alsmede tot herziening van enkele punten in de militaire strafrecht­pleging kan dit jaar worden verwacht.

Tot afschaffing van de Staatsloterij zal een wetsontwerp bij U inkomen.

Voor de geheele herziening van de wetten op de personeele en de vermogensbelasting en voor nadere regeling van het suikervraagstuk en de bankkwestie zal Uwe medewerking worden ingeroepen.

Wetsvoordrachten tot regeling van landbouw-vertegenwoordiging, van het telegraaf- en telefoonwezen, van het rivierrecht, van bevloeiingen, alsmede van opsporing van delfstoffen aoor den Staat, zullen U nog in dit zittingjaar bereiken.

Zoodra door het koloniaal bestuur van Suriname de uoodige stappen zullen zijn gedaan, om deu spoorwegaanleg naar het Lawagebied en het nader onderzoek van dat gebied van bestuurswege ter hand te nemen, zal Ik U voorstellen om dit werk, dat lk noodzakelijk acht, van rijkswege te bevorderen.

Veel zal in dit zittingjaar van Uwe inspanning gevorderd worden, lk reken daarbij op Uwe toewijding aan de zaak van het vaderland en bid U toe dat God de Heere Uwen arbeid met Zijnen zegen krone.

lk verklaar de gewone zitting der Staten-Generaal te zijn geopend."

Beschame de Heere ons niet! NOORDTZIJ.

Builenlandsclie Kerken. Amerika. Uit de correspondentie tusschen

de Geref. en Christ. Geref. Kerk. (Slot). De tweede vraag door de Synode der

Christ. Geref. Kerk aan die der Geref. Kerk gedaan is deze : „Waarom de „Verwerping der dwalingen van de Remonstranten" niet in de Belijdenisschriften der Geref. Kerk wordt gevonden ?"

Deze vraag is aldus beantwoord : „De weglating moet verklaard worden in

het licht van de geschiedenis der Geref. Kerk in dit land. Het is niet noodig de notulen der Synode te overladen met de resultaten van een lang historisch onderzoek.

iiWij kunnen volstaan met eene beschrijving van den toestand, waariu de Geref. Kerk in Amerika zich bevond, toen zij in 1792 hare constitutie aannam en dien toestand der Geref. Kerken in Nederland in de 17e eeuw.

„Die geheel verschillende toestanden maakten het onnoodig voor de Geref. Kerken iti Amerika, om in negatieven vorm te herhalen wat reeds met genoegzame volle­digheid en nadruk iu de positieve geloofs­artikelen verklaard was.

„De Geref. Kerken in Nederland werden toen ter tijd geconfronteerd door georga­niseerde anti-gereformeerde machten. Deze zochten toelating en positie binnen de Geref. Kerken, om aldus erkenning te verkrijgen ter voortplanting van hunne bijzondere leerstellige gevoelens.

«De Synode van Dordrecht in 1618/19

Page 4: Stemmen uit De Gereformeerde Kerken in Nederland. · Door dhr. D. de Witte, Corr. te Ter Neuzen, van verschil lende contribuanten f 67. Gevonden in het kerkzakje te Urk : dankoffer

gevoelde zich heilig verplicht, om beide eene positieve en eene negatieve verklaring te geven, waarom de Remonstranten met hunne fijnge-sponnen uitingen van leerstellige waarheden niet konden worden erkend als ware en ver­trouwbare uitleggers van de Godsopenbaring.

„Het was een allergevaarlijkste en mislei­dende stelling, om aan den onvernieuwden en ongeïnfluenceerden wil des menschen de functie van den Heiligen Geest toe te kennen. De Synode van Dordrecht kon geen twijfel hoegenaamd bij iemand overlaten in betrekking tot de verwoestende gevolgen van de gevoelens der Remonstranten.

,,l)e Geref. Kerk in dit land stond niet voor zulke tegenstrijdende machten. Waren er dan geen Remonstranten of Arminianen in dit land op dien tijd? Zij kunnen er wel geweest zijn, maar zij klopten niet aan de deur van de Geref. Kerk in een georga­niseerde capaciteit, zoekende erkenning en de propaganda hunner leerstellingen.

„De Synode van Dordrecht moest, wat wij noemen,'een acte van uitsluiting passeeren. En dit deed zij effectievelijk door het formu­leeren, eerst van de positieve verklaring der waarheid en dan nog eens en om er nadruk aan te geven, in antithetischen vorm, zoodat er zelfs niet de schaduw van twijfel kon zijn in betrekking tot de erkenning van ketterijen, uitgesproken op de meest fijngesponuen wijze.

„Zulke toestanden bestonden er niet in de Geref. Kerk in Amerika. Zij vervulde daarom haar gehee e plicht door het aannemen van de leerstellige Standaards of Canones van de Geref. Kerken in de Nederlanden, wier dochter zij was en wie zij tot op den huidigen dag geëerd heeft, door deze leerstel­lingen geheel onveranderd te Dewarcn.

„Zij, die met haar willen leven, moeten instemming verklaren met hare geloofsbelij­denis, en al hare dienaren des Woords hebben altijd de Canones van Dordrecht onderteekeud en doen dat tot op den huidigen dag toe.

„Verder, er is in de „Verwerping der Dwalingen" geen meerdere waarheid, welke niet aireede in de positieve belijdenis des geloofs uitgedrukt wordt. Hij, die de vijf Canones aanneemt, omhelst eene volledige en geen gedeeltelijke belijdenis.

„De aanneming van de „Verwerping der Dwalingen" is ook niet noodzakelijk voor eene volledige uitdrukking van de waarheden des Bijbels.

„Doch, men zegt, dat door de „Verwerping der Dwalingen" aan te nemen de waarheid in des te herderder licht uitkomt, en dat zij om deze reden een deel van de artikelen des geloofs behoorden te blijven.

„De algemeene waarheid hiervan wordt gereedelijk toegestemd. Contrasten maken iedere waarheid, van welken aard ook, meer intensief. Doch hij, die niet door contrasten wil onderwijzen, legt zichzelven daardoor niet bloot aan de beschuldiging van niet de geheele waarheid te houden, wanneer de geheele waar­heid reeds volledig en duidelijk is uitgesproken.

„Het is alleen een zaak van opinie of eene waarheid, reeds schriftmatig geformu­leerd, nog eens weer in een anderen vorm zal worden uitgesproken.

„Er kunnen op eene gegevene periode in de Kerk toestanden bestaan, wanneer het ten hoogste aanbevelenswaardig, ja noodzakelijk is, zulks te doen.

„Zulke toestanden bestonden er destijds in de Nederlanden, waar genoemde vorm van dwaling plaats zocht in de Kerk naast de waarheid.

„De Synode van Dordrecht had te doen met menschcn en niet enkel met abstracte waarheden, en wij gelooven, dat wij niet ver mis zijn, als wij zeggen dat de „Verwerping der Dwalingen" haar diepsten grond in dit feit had.

„Als reeds gezegd, er was geen klas menschen in de Geref. Kerk in dit land op dien tijd (1762) in hare vroegere geschie­denis, die uitgesloten moesten worden wegens hunne kettersche gevoelens.

„En wat meer zegt, het is een historisch feit, dat de Algemeene Synode der R. C. A. nooit een besluit genomen heeft om de „Verwerping der Dwalingen" uit onze Standaards uit te sluiten.

Wij mogen derhalve rechtmatig en logisch besluiten, dat de weglating van de „Ver­werping der Dwalingen" de aanspraak niet verzwakt, welke de Geref. Kerk in Amerika maakt van een ware tak te zijn van de Kerk der Reformatie der 17e eeuw.

„En zij zal altijd getuigen, dat zij gestreng loyaal is aan de leer van het Woord Gods en aan al hare confessioneele symbolen der waarheid."

De Synode der Christ. Geref. Kerk heeft de bespreking van dit antwoord tot de vol­gende Synode uitgesteld. Over twee jaren zal dus eerst officieel uitgesproken worden of en in hoever dit antwoord voldoening gegeven heeft. Wat de zaak der met eede verbonden geheime genootschappen betreft, handhaaft de Synode der Geref. Kerk het oude standpunt. Zij beschermt en verdedigt deze genootschappen niet, maar spreekt ook niet uit, dat het lidmaatschap van zulk een genootschap met het lidmaatschap der Geref. Kerk onvereenigbaar is. Duldt een Kerkeraad zulke leden, dan wordt die Kerkeraad onge­moeid gelaten. Met een beroep op het Gereformeerd beginsel, dat de tucht een zaak van den Kerkeraad is, houden de meerdere vergaderingen zich buiten bespreking en behandeling van deze kwestie. Gevolg moet dan ook zijn, dat deze meerdere verga­deringen zich onbevoegd zullen verkluren, als een Kerkeraad of Kerkeraden er komen met het verzoek, om uit te spreken, dat een lid van een geheim genootschap geen lid van de Kerk zijn mag. Men zal zulke verzoeken afwijzen met te zeggen „de meerdere vergaderingen ziju iu tuchtzaken slechts lichamen van appèlzij zullen zich met de kwestie der geheime genootschappen niet eerder bemoeien vóór er een concreet geval ter tafel gebracht wordt. Stilzwijgend zullen velen daarin lezen, dat de leden van bedoelde genootschappen in de Kerk geduld worden.

Voor het niet opnemen van de „Verwerping der Dwalingen" in de Belijdenisschriften wordt als hoofdargument opgegeven, dat er

in Amerika geen georganiseerde Remon­stranten zijn, die evenals vroeger in Neder­land, toelating eischen in de Geref. Kerk. Wat verder voor die weglating ingebracht wordt, kon met evenveel recht worden gezegd, als men ook het positieve deel der vijf artikelen wegliet, omdat ook de Nederl. Geloofsbelijdenis en de Catechismus reeds eene volledige belijdenis uitdrukken. Ja, wilde men ook de Catechismus als belijde­nisschrift niet opnemen, dan zou men op dezelfde wijze kunnen zeggen: de Nederl. Geloofsbelijdenis drukt de Geref. leer vol­doende uit, zoodat de Catechismus niet noodzakelijk is en „wie die Nederl. Geloofs­belijdenis aanueemt, omhelst een volledige en geen gedeeltelijke belijdenis."

Wij vreezen, dat dit antwoord niet mede­werken zal om de beide genoemde Kerken nader tot elkander te brengen.

SCHOLTEN.

I n g e z o n d e n .

Mijnheer de Redacteur ! Mag ik U voor onderstaande regelen een

bescheiden plaatsje in Uw veelgelezen blad vragen ? Bij voorbaat mijn dank.

Het is nog niet zoo algemeen bekend, dat de Unie „Hendrik de Cock," bond van Gereformeerde Studenten aan onze Rijks­universiteiten, sinds het vorige jaar weder eene afdeeling te Leiden heeft.

Studenten, leden der Gereformeerde of Hervormde Kerk (mits Gereformeerd in con­fessie), die dit jaar te Leiden zullen aankomen en lid der Leidsche afdeeling wenschen te worden, worden vriendeliik verzocht zich persoonlijk of schriftelijk te wenden tot on-dergeteekende, Stille Rijn 14, Leiden.

Namens 't bestuur aer Aja. v/d Unie hHendrik de Cock",

J. G. VAN Es, h. t. ab-actis.

„ F I L I P S ' I ] S . " ZEGEN OP DE TRAKTAATVER-

SPREIDING. Lord Farrar Herschell, gevolmachtigde van

Engeland om met de Amerikaansche Regee-ring de belangen van de zeevisscherij te bespreken, was een persoon zoo hoog iu aanzien, dat toen hij verleden jaar in Amerika overleed, het Hoogste Gerechtshof aldaar zijne zitting verdaagde ; eene eere, die men nog niet aau een Buitenlander bewezen had. Tevens ontving een Amerikaar-sch oorlogschip de opdracht, om het stoffelijk omhulsel van den „Lord High Cliancellor of Evgland" naar Londen over te brengen.

Deze hooggeplaatste persoon was de zoon van een bekeerd Israëliet.

Zijn vader kwam als Joodsch jongeling te Londen. Op zekeren dag koopt bij in een winkel een stukske kaas, hetwelk in een papier gedaan was met Hebreeuwsche letters bedrukt. Dit trok zoozeer zijn aandacht, dat hij ijverig begon te lezen, en al lezende meer en meer met verwondering vervuld werd over de schooue verzen, die hem geheel en al innamen.

Hierover peinzende kwam hij in den weg van Gods voorzienigheid iu aanraking met Christenen, aan wie hij zijn toestand bloot­legde, en die zeer veel hoop hadden, dat de Heere een goed werk iu dien jongeling had begonnen. Zij stelden hem in het bezit van een Nieuw Testament, waarin hij met een heilbegeerig harte las, zijnde zeer begeerig naar de redelijke en onvervalschte melk van Gods Woord.

En zie, wat gebeurt! Nog maar weinig had hij in het Nieuwe

Testament gelezen, of hij ontdekt, dat het papier, dat om zijn stuk kaas gezeten had, niets anders was dan een gedeelte van Mattheus 5, behelzende de zaligsprekingen des Heeren.

Dit was hem groot en wonderlijk, spoorde hem tot nog meer ernstig en biddend onderzoek van het Woord des Heeren aan, met dit gevolg, dat, na eenig onderwijs in de leer der waarheid ontvangen te hebben, hij den Heere Jezus als Israëls Messias in het openbaar belijden, en door den Heiligen Doop de Gemeente van Christus ingelijfd worden mocht.

Zoo zien we dat het Woord des Heeren niet ledig zal wederkeeren.

Misschien was de winkelier een vrome man, die met de bladen uit een bijna versleten Testament op deze wijze nog nuttig wilde zijn ; maar het kan ook evengoed een zeer onverschillig mensch zijn geweest, die dacht, dat die bladen iu zijn winkel nog wel konden worden gebruikt, zonder het minste godsdienstig doel er mee te beoogen Het is zelfs gebeurd, dat vijandige Joden een Nieuw Testament verscheurd en wegge­worpen hebben, maar dat de bladeu ervan een anderen zoue Abrahams tegemoet waai­den, welke hij opnam, en las, en die het middel werden, dat hij Abrahams God in geest en waarheid leerde kenuen.

Omdat de Heere groot van raad eu machtig van daad is, daarom heeft Hij geeue in het OOK loopende middelen noodig om Zijn doel te bereiken. Onder Zijn voorzienig bestuur snant een man in eenvoudigheid den boog en treft juist waar God wil, dat hij treffen zal.

Lateu we daarom aan alle wateren zaaien, ook door middel van de Traktaatverspreiding, want wij weten niet waartoe God ons wil gebruiken. Maar wij weten wel, dat Zijn Woord niet ledig zal wederkeeren, maar doen datgene wat Hem behaagt, eu voor­spoedig zijn in datgene, waartoe Hij het zendt.

Worde daarom ons eenig Geref. Traktaat-Genootschap zooveel mogelijk door ons gesteund ; gesteund door ons lidmaatschap ; gesteund door anderen tot medewerking aan te sporen; gesteund bovenal door het gebed.

Dan mogen we verwachten, dat de Heere door ons gemeenschappelijk arbeiden en op ons vereenigd gebed Joden, Heidenen eu naam-Christeneu zal doen knielen aan den voet sau het kruis.

E. KKOPVELD. Rijswijk, September 1902.

ADVERTENTIEN. G. C. BIJ LENG A en J. BIJLENGA—-BOLT,

geven kennis van de zeer voorspoedige geboorte eener welgeschapen Dochter.

LEEUWAKDKN, 1G Sept. 1902

\ oor de vele bewijzen van harte­lijke deelneming, ondervonden bij en na het overlijden van onzen innig ge­liefden en onvergetelijken Echtgenoot en Vader, betuigen wij door dezen onzen oprechten dailh.

WED. L. STOEL-GHEVE en Kinderen,

's HEFCRENBBOUK, Gem. ZALK en VEKCATKN,

10 September 1902.

Stichting van een School met den Bijhei te Epe.

Daarvoor met hartelijken dank ont­vangen : v. d Geref. Kerk te Ee f 1 ; te Bierutn f2; te Dokkum (li) f2,50; te YVaddingsveen f 1,50; te Gaastmeer f 2,50; te Urk f 10; te Wanswerd f 2 , 5 0 ; t e V l a a r d i n g e n ( B ) f 3 ; t e Giesen-Ondekerk f 1,50 ; te Katwijk a/d Rijn f 1 ; te Alm"lo f 2,50; te Gerkesk'ooster f 2 ; te Anjum f 10,50; te Zwiimmerdam f 1 ; te Bolnes f 1,20 ; te Arum t 2 ; te Lollum f 5 ; te Nijkerk ( V e l u w e ) f 7 , 5 0 ; t e ' s G r a v e n h a g e ( B ) f5; te lieer Elugowaaid f 2 ; fce Nieuw-Lekkerland f2. Van de Kerkeraden der G e r e i . K e r k e n : t e G r o n i n g e n ( l i ) f 5 ; te Vinkeveen f 1 ; te Vreeswijk f2,50; te Koudekerke (Zeelatd) f 2 ; te Waar-d e r f 2 , 5 0 ; t e D e v e n t e r ( r l ) f 2 ; t e W e e s p ( / 4 ) f 1 ; t e L a n d s m e e r f 2 ; t e Marken f I ; te Oosthein f 2,50 ; te Breukelen f 2,50. Van de Geref Diakonie te Amersfoort A f 2J50. Door l)s. van Dijken te Aalten uit de (Jatech.-bus f 2,50. Van de volgende B.B. en Z.Z. Ds. de Koos te Rinsumageest f 2 ; E. J. Veenendaal te Zetten 1 1 ; J. Fleurke te Nieuwe-Pekela f2; A. Smit te Hilversum f 10; G. v. d. Munnik te Leens f2; A. Wisse te Anua-Jacoba Polder f 2,50 ; W. en M. van Driel te Zuidland f 3,50 ; van Z. Z. te Kollum f 2; van den Weilid Hr. van Hoog­straten te Arnhem f 10; v/d Geref. Kerk te Hijlaard f 2 ; te Delfzijl f o; te Stedum f 2,50 ; van Br. J. Hofland te Naaldwijk f 2,50.

Ook de andere Kerkeraden en Kerken, alsook de B B. en Z.Z. die onze cir­culaire ontvingen, ot niet ontvingen, gelieven aan onze groote behoefte in barmhartigheid, om Christus' wil, te gedenken.

Namens hel Bestuur eng. J. J. BAJEMA, Voorz.

EPF, 16 Sept 1902.

DOET UW VOORDEEL en keuze uit onze 5 heerlijke

Mélanges Reclame Theeën. Ho. I f ».»<>

franco Mo. 2. - 3,75 Mo. S. - »,50

rembours Mo. 4. -Mo. 5 r :*,oo

SLUIK en Van der WAL's THEEHANDEL.

Harlingen. Voor puike kwaliteiten wordt ingestaan.

GLOED voor Kerkverwarming.

0 zoo gemakkelijk en voordeelig. Zonder reuk ol walm.

Adres: Al$eiuernc ItrikeKeu-liiiiidel Oppert 80, Rotterdam Telephoon No. 440.

HUWELIJK. Voor jongelieden, die in het huwelijk

wenschen te treden, is op het mooiste gedeelte van het Sarphatipark te Amsterdam te huur, een nioderu ISOVliülBUIS», huurprijs f 'JOO.— per jaar. OnmiddellLik te aanvaarden.

Te bevragen bij de Makelaars T t ë l X E I H A D E M A T T O S & V A N DER VIJGH , Sarphatipark 135 te AMSTE&OAM.

I

H.H. ROOIvERS! Wilt ge een lekkere sigaar

voor weinig geld, koopt dan het meik ZEELAND voor ƒ1,50. Tevens ruim voorzien in verschillende soorten prima kwaliteit, in de prijzen van ƒ '2,— ƒ 2,5«, ƒ 3,— enz.; bij 5 kistjes 10 cent per kistje lager.

Fr. |». p. na ontvangst van post­wissel.

Beleefd aanbevelend, L. HltOESI.

ZWOLLE, I 92—93.

Gedichten van:

L. Penning. Nic. Beets. Dr. Schaepman. B. ten Kate. Dr J, Kiemens. J . I I . G u n n i n k J . f l z . Karssen Dr. W. Zuidema. C V. Koetsveld G.Ez.

enz enz.

Een mooi geschenk van

blijvende waardij!

50 ets. 50 ets. TranQVaal Ken Lauwerkrans lldlloVuul do, Hoeren gevlochten.

pi.in. 150 gedichten. RprliphtPn pi.ni. 260 bludz. diuks. UöUlUlllGll.

Veizanelaar M MOLENAAR Opgedragen aan den WelEd. Heer

Geschikt voor alle denk- T PQ111T ï 1T fT bare „clegenlieden. ^ 1 Gllllllllj.

Door de pers gunstig beoordeeld. De inhoud : boeiend, aangrijpend,

schoon, gevoelvo', rijk aan afwisse­ling. Oud en jong mort bij het lezpn van deze gedichten volop genirten. De uitvoering royaal en netjes op houtvrij papier gedrukt.

Prijs 50 ct. franco thuis. Verkriisbaar bij alle solii de Boek­

handelaren alsmede bij den uitgever, na ontva> gst van postwissel ad 50 ct of 10 zegels a 5 ct.

C. de Boer S#., Sneelc Ook verkrijgbaar aan 't Bureau

van dit blad.

Inhoud: De Afrikaansche

Boer. Klacht eener Boerenvrouw. De Vrijheidskamp Een

Held. Jamesons Rooftocht. Cronje's overgave. Di vlieg van Ladysmith. Ge­neraal de Wet Jong Croi je's dood. Pro­

fetische Legende. Elandslaagte. Af­scheid van Sanaie. Jamesons inval. St. Helena De mannen van Paardenberg.

enz. enz.

Geref. Kerk te EÉMzen. Op MAANDAG 22 Sept. e. k.,

voormiddags II uur, zal D. V. i/h VOLKSKOFFIEHUIS a/d Breetstr. te ENKHUIZKN, namens den Kerkeraad d^r Geref. Kerk aldaar, door den Aichitect H. BON DA van AMSTERDAM, worden

aanbesteed: Het bouwen van eene nieuwe Kerk

met Consistorie, Kosterswoning enz. enz. ten behoeve van bovengen. Kerk. BESTEK en TEEK. d f 2 30,

b/d Heer A. M. v WESTKOP, Oude W e s t e r s t r . t e E N K H U I Z E N e n b / d A r c h . I I . BONDA, Nic. Beetsstr. 132, AMSTKRDAM

AANWIJZ. lü Sept, te 1 uur.

Cruydenwijn DE HAAS helpt bij bloedarmoede.

Overspanning rugpijn en voor kraamvrouwen om op kracht te komen. Borstcruydenwijn dient voor menschen met zwakke borst.

Overal verkrijgbaar — IISi ^ LIJT Voorscholen.

Voor slechts f 3,50 ontvangt men franco 2'/s fi° ssui-cere, geurige, waterhoudende ''thee. Als proef kan ook de helft geleverd worden.

Z E N D P O S T W I S S E L . L. KROESE.

Thee- en Sigarenhandel. ZWOLLK, 1 92 — 93.

MI ORGELS in prijzen van af ƒ 40.—

Gratis Handleiding en Toetsenlooper. llouderden dankbetuigingen.

Vraagt gratis Catalogus en con­ditiën.

J O H D E H E E R , Rotterdam, Noordmolenstraat 71.

Bij den Uitgever VAN SCHENK BRILL te Doesburg verscheen heden de 7e druk van het beroemde werl» je :

5 THOMAS a KEMPIS, | | DE NAVOLGING VAH CHRISTUS. |

3 Prijs in prachtbandje f 1,—. |

I s v e r s c h e l l e n :

Blijft in Hem. Afs< helden edikutie gehouden 31 Aug.

bij het nedcrleggen win dc Bediening des Wuurds,

DOOLL

I . H O L S T E B . Met portret.

I»rijs f 0 .25 . Leiden. D. DO^JSER.

8 Verschenen is :

pMpijil | Het echt ffSji lenschelijke & H O Q F p / g ] H o e h e t i s g e z o c h t

I en waar het is te

BIESTERVELD. P r ij s j 1.25

in stempelband ƒ 1.75. Dit werk is No 1 vati d^n tW6G-

den jaargang der Bibliotheek voor Hoofd en Hart en werd aan de inteekenaars verzonden.

De nieuwe jaargang zal bestaan uit 5 (vijf) boeken, alle van Bolland-sche schrijvers en kost evenals de eerste, niet meer dan ƒ3.— (drie gulden). Des verlangd kan men de boeken ook in Stempelband be­komen ; daarvoor betalen de intee-keaaars slechts 40 ets. per ex. meer, zoodat hun in dat geval ƒ 5.— voor den 2en jaargaeg wordt berekend.

Ni.dere bijzonderheden (o. a. de titels en omschrijving der overige nieuwe uitgaven) zijn te vinden in mijn Iraai geïilustreerdeu nieuwen CATALOGUS, die in eiken boek­winkel gratis te bekomen is, alsmede bij mij

D. A. DAAMEN te Rotterdam, UITGEVER.

Bij J. H KOK te Kampenver-s c h e e n :

Deel II van den 2en druk van

SALOIO'S SPREÏÏKES, (^erangsehikt en verklaard

DOOR J. KOK,

v. d. m. te Nijmegen. De prijs van het compleete_ werk

(p.m. 900 pag. druks, in 2 kloeke dee-len) bedraagt thans ƒ 4 25 In 2 lin­nen banden ƒ 5 35. In 2 chagrijn leeren banden ƒ 5-75-

Bij eiken Boekh. ter inzage te bekomen.

Een uitvoerig prospec­tus met korte uittreksels va-i vele recen-siën wordt op aanvrage gaarne toege­zonden door den Uitgever eu door alle Boekh.

DU jlUil W lü êHH H van

Het Nieuwe Testament met volledige Kantteekeningen van den Siaten-Bijbel is gereed. Het boek is 104o bladz. groot, en kost in fraaien kalflede­ren band. ƒ 4,50.

Alle Boekh. nemen bestellingen aan. Kampen. ZALSMAN.

Yrije Universiteit. In dank ontvaDgen: Voor de Vereeniging :

Cootrihuliën : Door üs. W. K. P. Goeree te Wagen-

bjsg'n f 11,50. Aan Collecten : (voor de The° •

faculteit) : <• « 07 . Van de Ge>ef. Keik te M on-ter .>, >

van idem te Zuoderdorp f l.l5 • ^aD 'Qem

te Nuo deloos f 7,40; vau N,,FEN" wouds'eiwal t 3,69; van i^ein u ega (S) (V3 coll) f 2,73; van ^ Urof-e-ham A f 4,081/s; van ^ Je RoUevalle f 2 15'/2; van idem <6 Boornbergum f 2,f 6'/2 ; van ide u.J iF? 06rp f 2 '62 ^ van idem te l ) r04ye„a f A f ' van

idem te Opeind0 ^ l je8a f 0,50 ; vau idem te Drachten f ..

Voor de %Be(,'SeheFaCUl<eii: Door y\P; D„r,ost gev. in de coll van

df l Her. rk ta V'aardingeu B i 2,50. StudieJond» '•

poor J. J t Berends te Maasland ajuaüdelijksuhe bijdrage van de l/2 stuivers-streeniging f 42.

S. J. s e e f a t » Hilversum, Penningmee^er'