STC Rapport enq-Hardinxveld-Giesendam 12-17 · Daarbij is een trend van toenemende vraag naar hoger...

52
Opleidingsbehoefte van de maritieme, technische en logistieke sector in Hardinxveld-Giessendam en regio gemeenten Verkorte versie Auteur: STC Group Datum: 18 december 2017 Versie: 1.0 Document: Onderzoeksrapport

Transcript of STC Rapport enq-Hardinxveld-Giesendam 12-17 · Daarbij is een trend van toenemende vraag naar hoger...

Opleidingsbehoefte van de maritieme, technische en logistieke sector in Hardinxveld-Giessendam en regio gemeenten

Verkorte versie

Auteur: STC Group Datum: 18 december 2017 Versie: 1.0 Document: Onderzoeksrapport

 

Pagina 2 van 52  

Managementsamenvatting De samenleving en arbeidsmarkt zijn in beweging. Hierbij is het van belang dat het onderwijs en bedrijfsleven inspelen op een veranderende vraag vanuit de arbeidsmarkt en samenwerken om toekomstbestendige werknemers op te leiden. In 2016 is in de gemeente Hardinxveld-Giessendam een verkenning geïnitieerd ten aanzien van maritieme opleidingsbehoeften. In vervolg daarop is de doelstelling van dit onderzoek het in kaart brengen van de maritieme, technische en logistieke opleidingsbehoefte in de gemeente Hardinxveld-Giessendam en omliggende gemeenten, inclusief verstrekking van aanbevelingen ten aanzien van hoe invulling te geven aan deze behoefte om de toekomstige beschikbaarheid van flexibele en gekwalificeerde arbeidskrachten voor de maritieme sector in de regio te borgen. De gebruikte onderzoeksmethode betreft literatuuronderzoek (kwalitatief onderzoek) in combinatie met een enquête (kwantitatief onderzoek), welke is verspreid onder bedrijven die werkzaam zijn in de sectoren zeevaart, transport & logistiek, scheeps- en jachtbouw, maritieme toeleveranciers & dienstverlening, interieurbouw, installatietechniek, ICT, bouw/constructie, binnenvaart en agro-industrie/agrotechniek. Deze bedrijven zijn gevestigd in de gemeenten Hardinxveld-Giessendam, Gorinchem, Krimpen aan den IJssel, Molenwaard en Werkendam. In de komende jaren is er sprake van economische groei, zowel nationaal als internationaal. Gedreven door handel en export, speelt transport, logistiek en aanverwante dienstverlening een belangrijke rol in Nederland. Banengroei binnen deze sectoren is op lange termijn het gevolg, waarmee de behoefte aan gerelateerde opleidingen en trainingen ook zal groeien. In het algemeen is er sprake van groei in het aantal banen, een toenemende vacaturegraad, afname in het aantal WW uitkeringen en een krapper wordende arbeidsmarkt. Daarbij is een trend van toenemende vraag naar hoger opgeleid personeel zichtbaar. Op regionaal niveau zijn er met name vacatures voor technische beroepen, waarbij arbeidskrapte zich vooral voordoet op middelbaar en hoog niveau. Op HBO niveau worden onder meer knelpunten verwacht in richtingen elektrotechniek, elektronica, materiaalkunde, procestechniek en werktuigbouw. Op MBO niveau worden vooral problemen tussen vraag en aanbod verwacht in de branche procesindustrie. Ondanks automatisering blijft de vraag naar technici groot en er ontstaan nieuwe beroepen. Ook zijn er in toenemende mate vacatures gerelateerd aan transport en logistieke beroepen beschikbaar, met name in de beroepen transportplanner, logistiek medewerker en vrachtwagenchauffeurs. Wanneer een vergelijking wordt gemaakt tussen vakgebieden met goede kansen wat werkgelegenheid betreft en de top 10 vakgebieden waarin bedrijven aangeven dat er sprake is van kennistekort onder medewerkers worden veelal dezelfde vakgebieden genoemd. Ten aanzien van techniek gaat het hierbij om de vakgebieden elektrotechniek, elektronica en werktuigkunde. In relatie tot transport, logistiek & distributie is er een link tussen de vraag naar chauffeurs en de behoefte aan meer kennis wat beheersing van vervoersmiddel betreft. Ook met betrekking tot ICT zijn er goede kansen ten aanzien van werkgelegenheid en is er tegelijkertijd sprake van vakmatig kennistekort. Bij de meerderheid van de bedrijven in en om Hardinxveld-Giesendam is er niet alleen kennistekort op vakmatig gebied, maar ook ten aanzien van algemene onderwerpen onder medewerkers. Daarnaast is er vanuit de markt vraag naar medewerkers met beheersing van diverse zogenoemde 21-eeuwse vaardigheden.

 

Pagina 3 van 52  

Met betrekking tot de vorm en invulling van opleidingen en trainingen is het van belang rekening te houden met de behoefte van bedrijven aan opleiding/trainingsaanbod met geselecteerde technische vaardigheden op HBO niveau met een kortere opleidingsduur. Doordat techniek vaker wordt gecombineerd met andere sectoren ontstaan ook andere beroepen, waardoor snijvlakopleidingen populairder worden. Een vraagstuk blijft de rol van online leermethoden, waarbij de algemene verwachting is dat de vraag hiernaar toeneemt, terwijl de regionale markt hier op dit moment geen expliciete behoefte in uitspreekt. Kijkend naar de krapte op de arbeidsmarkt op technisch en logistiek gebied en de ruimte voor verbetering wat aansluiting tussen het huidige opleidingsaanbod en de huidige en toekomstige opleidingsbehoeften onder bedrijven betreft, zijn er kansen voor Hardinxveld-Giessendam en omliggende gemeenten om in te spelen op de benodigde specialistische kennis en vaardigheden vanuit de markt en daarmee te voldoen aan de toenemende vraag naar specialistisch en hoger opgeleid personeel in de toekomst. Gunstig hierbij is bereidheid van bedrijven om te investeren in training/opleiding van medewerkers en lokaal opleidingsaanbod, alsook de verwachting van bedrijven dat zij in de toekomst in de regio gevestigd blijven, waarmee met investeringen in regionaal opleidings- en trainingsaanbod een lange termijn bijdrage geleverd kan worden. Om de discrepantie op de arbeidsmarkt structureel aan te pakken is een verbeterde aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt noodzakelijk. De aansluitingsproblematiek zit hem in het door het onderwijsinstellingen afgeleverde goed gekwalificeerde MBO 4 kandidaten en de vraag vanuit de industrie voor specifieke vaktechnische kennis op HBO niveau. Deze vaktechnische kennis ligt vooral in de veranderende technieken en vragen om een niet formele gesegmenteerde kennisverhoging. Kortom een MBO 4 medewerker met een specialisatie door kwalitatief vaktechnische cursussen op HBO niveau. De grootste voorkeur vanuit het bedrijfsleven is een formele 2 jarige HBO opleiding (Associate Degree) met kwalitatief vaktechnische cursussen op HBO niveau. In deze formele onderwijs diplomering kunnen een aantal vaktechnische cursussen worden meegenomen om dit diploma te behalen. Daarbij kunnen we voor de gemeente Hardinxveld-Giesendam en de omliggende Drechtsteden observeren dat een basis van mensen op minimaal een MBO 4 niveau die in de regio willen werken en leren noodzakelijk is om aan de behoefte van gekwalificeerde mensen te kunnen voldoen. Dit niveau is de instroom voor de vaktechnische cursussen op HBO niveau, of voor de combinatie met een 2 jarig HBO diploma. Voor deze doelgroep in de regionale arbeidsmarkt zijn de vakgerichte technische specialisatie cursussen en de 21-eeuwse algemene vaardigheden van grote toegevoegde waarde. Ook komen deze MBO 4 gediplomeerde in aanmerking voor een 2 jarige HBO opleiding waarvan de associate degree voor meet & regeltechniek vanuit Dordrecht een goed voorbeeld is. De directe instroom op MBO 4 niveau voor vervolg opleiding en training is afhankelijk van de MBO 4 opleidingen in de regio. In en rondom Hardinxveld-Giesendam zijn deze voornamelijk gericht op bouw en installatietechniek. Ook zal door de hoge vacature graad in de groeiende bouw industrie een sterke competitie ontstaan om deze jonge mensen in een andere sector aan te nemen en vervolgens te motiveren voor een vervolg opleiding welke mogelijk in een ander vakgebied ligt als waarin opgeleid. Uiteraard bied dit ook kansen voor bedrijven in het bieden van groeiperspectief.

 

Pagina 4 van 52  

In de indirecte instroom voor MBO vervolgopleidingen, zei het de 2-jarig HBO opleiding of specialistische vaktechnische cursussen, liggen kansen. Volwassenen die reeds werkzaam zijn bij bedrijven in de regio of die zijinstromen vanuit andere sectoren kunnen via korte overzichtelijke cursussen en opleidingen direct inzetbaar zijn voor de industrie, aannemen dat ze een MBO 4 niveau diploma hebben behaald of op het niveau acteren. In het kader van de vergrijzing en de verschuivende pensioenleeftijd kan hiermee het bestaande personeelsbestand meegroeien met de technologische ontwikkelingen in de maritieme sector. Dit zou passen in een HRM beleid van de sector waarin wordt aangenomen dat het type beroepen op de middellange termijn niet zal veranderen, wel technisch inhoudelijk. Met een lage directe instroom in het MBO onderwijs, en een stabiele, maar competitieve, arbeidsmarkt voor de maritieme technische beroepen, is het antwoord een toename stimuleren van mensen op een MBO 4 niveau in de regio. Dit kan door aansluiting te vinden met VMBO opleidingen en schoolverlatende jongeren te enthousiasmeren voor een BBL of BOL deeltijd opleiding naast een baan in de sector. Hierbij moet het bedrijfsleven participeren zodat in een periode van 4 tot 5 jaar een MBO 4 personeelslid hebben die of al bepaalde vakspecialisaties heeft meegekregen in dat traject, of gereed is voor een vervolg traject MBO+/HBO. We hebben kunnen concluderen dat bedrijven willen investeren in mensen doormiddel van een budget voor opleiden en trainen en het tewerkstellen van BBL studenten. De opleidingssector dient wel opleidingen en trainingen effectief en flexibel aan te bieden. Vooral dienen opleidingen en trainingen voor de bedrijven een hoge effectiviteit te hebben. De toepasbaarheid en toegevoegde waarde moet in het werk en de organisatie merkbaar zijn. Dat is de vernieuwing die opleiders moeten brengen om regionaal opleiden voor de industrie succesvol te maken. Aanbevelingen De maritieme en aanverwante sectoren zijn in beweging en er zijn een aantal differentiaties tussen wat het huidige onderwijssysteem levert en wat het bedrijfsleven vraagt. Deze differentiatie zit hem niet in de kwaliteit van het onderwijs, wel in het gewenste niveau van de werknemers. Dit niveau dient na schoolverlaten en in dienst zijn bij een technologisch bedrijf zich verder te ontwikkelen en uit zich in een door de sector gewenst MBO+ of associate degree / 2-jarig HBO niveau. Daarnaast hebben de medewerkers ook meer gespecialiseerde vakkennis nodig om binnen hun organisatie specialistische werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Een formeel onderwijsprogramma kan nooit op alle vakken en specialisaties de benodigde diepgang verkrijgen. Hieruit concluderen we dat leven-lang-leren belangrijk is en dat de opleidingsmarkt het bedrijfsleven kan ondersteunen door de differentiatie in de sector in kaart te brengen en is een schaaleconomie met de bedrijven in de regio belangrijk om opleiden financieel haalbaar te maken. Ook is een kennis input vanuit de industrie noodzakelijk om de vakspecialisatie te kunnen in vullen en de effectiviteit van opleiden te realiseren. Aanbeveling 1 Opleiders dienen cursussen innovatief en flexibel e verzorgen op MBO+ niveau voor de regio. Deze cursussen dienen minder tijd- en plaatsgebonden te zijn en waar nodig op locatie in de regio te zijn. De inhoud moet duidelijk afgestemd zijn op de behoefte van de bedrijven, waar mogelijke maatwerk en in nauwe samenwerking met de bedrijven ontwikkeld. Hierdoor verkrijgt een cursus het gewenste niveau en verwachte effectiviteit voor de bedrijven. Dit vraagt een sector gerichte samenwerkingssystematiek tussen bedrijven en opleiders waar behoefte kan worden geïnventariseerd en aanbod worden afgestemd. Technologie zoals een regionaal sectoraal internetplatvorm met de juiste functionaliteiten kan de stakeholders hierin binden.

 

Pagina 5 van 52  

Aanbeveling 2 Er is een duidelijke vraag naar een 2-jarige HBO opleiding in een technische richting. Een initiatief binnen de meet en regeltechniek is gestart in Dordrecht welke aansluit op een gedefinieerde behoefte. Gezien de scheepsbouw activiteiten in de regio is een 2-jarige onbekostigde HBO scheepsbouw opleiding geadviseerd. De mogelijkheid moet hierin bestaan om deze modulair aan te bieden. Dit geeft de mogelijkheid om de opleiding voor een individu over een langere periode uit te smeren. Ook kunnen dan alleen specialistische modules worden afgenomen zonder de gehele opleiding te hoeven doen. De uitvoer dient aanbeveling 1 te volgen. Aanbeveling 3 De eerste 2 aanbevelingen dragen zorg voor het leven-lang-leren voor de mensen die participeren in de huidige arbeidsmarkt. Om de instroom naar een MBO niveau in de maritieme sector in de toekomst oor de regio te borgen is een BBL opleiding in een maritieme techniek of algemeen technische opleiding (AOT) aanbevolen. Deze kan worden gevoed via directe instroom vanuit regionale VMBO’s en in nauwe samenwerking vanuit het bedrijfsleven. Samen met de opleiders en de bedrijven kan een langere termijn BBL opleidingsplan worden opgesteld waarin kwaliteit en flexibiliteit belangrijk dienen te zijn. Ook bestaat dan de mogelijkheid om indirecte instroom in het BBL traject te arrangeren, of bepaalde medewerkers aan specifieke lessen te laten deelnemen en af te sluiten met bijv. een certificaat. Hierdoor ontstaat wederom een betere kosten efficiency van de opleiding zelf. Tot slot Samenwerking met alle stakeholders in de regio is belangrijk om een opleidingsbeleid voor de bedrijven en de mensen in de regio duurzaam te borgen. Bedrijven en de gemeentelijke politiek werken mee aan de verschillende initiatieven zoals dit onderzoek gestart vanuit de gemeente Hardinxveld-Giesendam, de Maritieme Leertuin vanuit Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, en de gemeente Dordrecht die het initiatief breder wil trekken. Opleiders die nauw betrokken zijn bij de maatschappelijke doelstellingen van de regio, de mensen en de bedrijven moeten aansluiten. Dit is uiteindelijk het bestaansrecht van onderwijs, opleiden en trainen. Opleiders en onderwijsinstituten dienen de door de politieke macrodoelmatigheidsrichtlijnen zoals opgesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen correct te interpreteren en waar nodig in onderlinge samenwerkingsvormen het maatschappelijke doel te laten zegenvieren. Dat is opleiden en trainen voor de mensen waardoor zij zelf een grotere waarde hebben in de arbeidsmarkt en bedrijven hun graag willen hebben. Bij het zorgen voor een macrodoelmatig opleidingsaanbod gaat het om evenwichtige afwegingen tussen drie perspectieven:

1. Vanuit het perspectief van de arbeidsmarkt gaat het om de aansluiting van het aanbod bij de (kwalitatieve en kwantitatieve) arbeidsmarktvraag vanuit het bedrijfsleven.

2. Vanuit het perspectief van de deelnemer gaat het om de toegankelijkheid van het beroepsonderwijs.

3. Vanuit zowel de onderwijsinstelling als de overheid gaat het om de efficiency.  Bij het zorg dragen voor een macrodoelmatig opleidingsaanbod, is sprake van een spanningsveld tussen deze drie perspectieven. Bijvoorbeeld, wanneer de arbeidsmarktrelevantie de nadruk krijgt bij het vormgeven van het aanbod, staat de toegankelijkheid van het stelsel voor de deelnemers mogelijk onder druk.

 

Pagina 6 van 52  

Immers, het opleidingsaanbod versmalt mogelijk, waardoor deelnemers geen passende opleiding kunnen vinden en volgen. In de context van dit rapport en de regionale initiatieven is opleiden en trainen in de regio juist voor een grotere doelgroep, zij het gesegmenteerd voor de belangrijke maritieme sector, en zal door de opzet van modulair opleiden/trainen een grotere toegankelijk kunnen worden gerealiseerd. Daarbij kot dat in de regio specifieke maritieme opleidingen niet voorhanden zijn, maar wek gevraagd. Een ander belangrijk punt is de toegankelijkheid van het beroepsonderwijs. Indien bij het vormgeven van het aanbod de toegankelijkheid prioriteit heeft, staat de efficiency binnen de onderwijsinstellingen onder druk. Indien voor specifieke doelgroepen een onderwijsaanbod op maat moet worden gecreëerd en het onderwijs geflexibiliseerd wordt, gaat dat ten kosten van de efficiency. Hier verwijst de macrodoelmatigheid naar gesubsidieerd, of bekostigd, onderwijs. Er is in dit rapport geconstateerd dat de toegankelijkheid van MBO maritiem onderwijs in de regio Drechtsteden laag is, studenten moeten buiten hun gemeente reizen om een maritieme MBO opleiding te kunnen volgen. Het zoeken is naar een verhoogde toegankelijkheid om maritiem en technisch onderwijs naar de regio te brengen. Daarbij speelt (kosten) efficiency geen rol gezien het feit dat bedrijven aangeven dit te willen bekostigen onder een aantal voorwaarden zoals efficiency en effectiviteit van opleiden. In de Nederlandse situatie is de doelmatigheidsvraag vooral een regionaal vraagstuk. De lijn die het ministerie volgt is die van regionale afstemming en overeenstemming tussen aanbieders die onderling het aanbod bepalen. Dit is dan een belangrijke taak van de onderwijsinstellingen in de regio die nu moeten aanhaken bij de initiatieven in de regio.

 

Pagina 7 van 52  

Inhoudsopgave

Managementsamenvatting ............................................................................................................. 2 

Inhoudsopgave ................................................................................................................................ 7 

Hoofdstuk 1: Introductie ................................................................................................................. 8 1.1 Inleiding ......................................................................................................................................... 8 1.2 STC Group ...................................................................................................................................... 9 

Hoofdstuk 3: Methodologie ........................................................................................................... 10 3.1 Onderzoeksmethode ................................................................................................................... 10 3.2 Populatie ..................................................................................................................................... 10 3.3 Steekproefomvang ...................................................................................................................... 10 3.4 Scope ........................................................................................................................................... 13 

Hoofdstuk 5: Resultaten ................................................................................................................ 14 5.1 Algemene kenmerken ................................................................................................................. 14 5.2 Trends en ontwikkelingen ........................................................................................................... 23 5.3 Kennis en competenties .............................................................................................................. 26 5.4 Opleidingsbehoefte in de regio ................................................................................................... 32 5.5 Bijdrage bedrijfsleven .................................................................................................................. 34 

Hoofdstuk 6: Discussie en conclusie............................................................................................... 37 6.1 Algemene trends en ontwikkelingen in de maritieme, technische en logistieke sector .............. 37 6.2 Trends en ontwikkelingen t.a.v. werkgelegenheid in de maritieme, technische en logistieke sector ................................................................................................................................................. 38 6.3 Trends en ontwikkelingen t.a.v. training en opleiding ................................................................ 40 6.4 Algemene‐ en vakmatige kennis & gedragsmatige competenties ............................................. 42 6.5 Regionaal opleidingsaanbod ....................................................................................................... 45 6.6 Investeren in opleiding en training .............................................................................................. 45 6.7 Conclusie ..................................................................................................................................... 46 

Hoofdstuk 7: Aanbevelingen ......................................................................................................... 49 

Bijlage 5: Behoefte aan vakmatige kennis: huidige situatie & toekomst......................................... 51 

 

Pagina 8 van 52  

Hoofdstuk 1: Introductie In dit hoofdstuk komen de inleiding, achtergrondinformatie over STC Group en een leeswijzer aan bod. 1.1 Inleiding De samenleving en arbeidsmarkt zijn in beweging. Globalisering, economische omstandigheden, vergrijzing, technologische en sociale innovaties spelen hierin een belangrijke rol. Dit vraagt van werknemers meer en/of andere kennis en flexibiliteit. Tevens is het van belang dat het onderwijs en bedrijfsleven inspelen op een veranderende vraag vanuit de arbeidsmarkt en samenwerken om toekomstbestendige werknemers op te leiden (Nationale Denktank, 2016).

In 2016 is in de gemeente Hardinxveld-Giessendam een verkenning geïnitieerd ten aanzien van maritieme opleidingsbehoeften. In samenwerking met scheepswerven (Neptune, Damen Shipyards Hardinxveld, Den Breejen Shipyard, Holland Shipyards) en het bouw-gerelateerde opleidingsbedrijf Bouwmensen Zuid-Holland Zuid constateerde de gemeente Hardinxveld-Giessendam dat er diverse signalen zijn waaruit blijkt dat er met name in de maritieme sector behoefte is aan goede, gerichte opleidingen in de regio (Hardinxveld-Giessendam, 2017).

Gaandeweg zijn diverse partijen aangehaakt bij de verkenning, te weten Werkendam Maritime Industries en de gemeente Werkendam. Daarnaast is er een verbinding gemaakt met de Leertuin Maritieme Economie (Hardinxveld-Giessendam, 2017). Hierin wordt onderzocht hoe maritieme belangen in de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden nog beter behartigd kunnen worden, met name in de gemeenten Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam en Molenwaard1. Inmiddels is het draagvlak van de leertuin vergroot door toevoeging van de gemeenten Krimpenerwaard en Krimpen aan den IJssel als deelnemers aan de leertuin (Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, 2017). In Figuur 1 is de geografische positie van elk van de gemeenten/plaatsen weergegeven (Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (a), 2017).

Figuur 1. Geografische positie van deelnemende gemeenten.

Om de toekomstige beschikbaarheid van flexibele en gekwalificeerde arbeidskrachten voor de maritieme sector in de regio te borgen, is onderzoek nodig waarin maritieme opleidingsbehoeften in kaart worden gebracht. Gezien de nauwe relatie met logistiek en techniek, zijn deze gebieden ook onderdeel van het onderzoek.

                                                       1 Hardinxveld-Giessendam is per 1 januari 2017 uit de regio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden getreden, maar werkt nog wel op diverse projecten samen. Naar verwachting treedt Hardinxveld-Giessendam per 1 januari 2018 toe tot de Drechtsteden. Zie bijlage 1 voor meer informatie.

 

Pagina 9 van 52  

Het onderzoek is uitgevoerd door STC Group in samenwerking met de hierboven genoemde gemeenten en diverse maritieme bedrijven in de betreffende gemeenten. Dit rapport geeft inzicht in de aanpak en uitkomsten van dit onderzoek.

1.2 STC Group STC Group is dé verticale onderwijs- en kennisinstelling voor scheepvaart, transport en havenindustrie. STC Group biedt onderwijs aan op vmbo-, mbo-, hbo– en masterniveau. Daarnaast biedt STC Group volwasseneneducatie en toegepast onderzoek. De organisatie is internationaal actief en heeft locaties in binnen- en buitenland. Het hoofdkantoor is gevestigd in mainport Rotterdam. In het buitenland heeft STC Group vestigingen in Zuid-Afrika, Vietnam, Colombia en op de Filipijnen. Daarnaast heeft STC Group samenwerkingsverbanden in Oman en Kazachstan. Leerlingen, studenten en cursisten zijn pas goed opgeleid als zij beschikken over de juiste combinatie van kennis, vaardigheden en gewenst gedrag. Dit geldt voor jongeren die nog aan het begin staan van hun loopbaan, maar ook voor ervaren medewerkers die bij willen blijven in hun vakgebied. STC Group biedt daarom niet alleen kennisoverdracht in de vorm van lessen, maar ook een stimulerende praktijk- en simulatieomgeving waarin volop ervaring kan worden opgedaan (STC Group, 2017). STC Training & Consultancy B.V., onderdeel van STC Group, richt zich op volwassenen en bedrijven om een juiste combinatie van kennis, vaardigheden en gewenst gedrag binnen de context van een organisatie en functietaken ook in de verdere loopbaan te realiseren. STC Training & Consultancy B.V. is daarbij actief in een viertal kenniskernen:

Scheepvaart Supply Chain & Distributie Energie Transitie Veiligheid & Preventie

De kenniskern Scheepvaart omvat de expertise gebieden van Zeevaart, Scheepsbouw, Binnenvaart en maritieme techniek, welke aansluiten bij de scope van dit onderzoek en rapport. Er bestaat een grote overlap met de technische opleidingen binnen de kenniskern Energie Transitie met expertise in meet & regeltechniek, besturingstechniek, elektrotechniek, etc.

 

Pagina 10 van 52  

0

2

4

6

8

10

12

14

Aan

tal responses

Sector

Response per sector naar aantal van deelnemende

bedrijven

Figuur 2. Response per sector naar aantal van deelnemende bedrijven

Hoofdstuk 3: Methodologie In dit hoofdstuk wordt de gehanteerde onderzoeksmethode omschreven, inclusief de geselecteerde populatie en steekproefomvang. Daarnaast is de scope van het onderzoek gedefinieerd. 3.1 Onderzoeksmethode De onderzoeksmethode welke is gebruikt voor het verzamelen van informatie betreft literatuuronderzoek (kwalitatief onderzoek) in combinatie met een enquête (kwantitatief onderzoek). Literatuuronderzoek is uitgevoerd omdat het van belang is om te weten wat voor onderzoek reeds is uitgevoerd in relatie tot dit onderzoek. Het literatuuronderzoek is gebruikt voor (gedeeltelijke) beantwoording van deelvragen. De enquête is via een online enquêtetool uitgezet onder maritieme bedrijven in de gemeente Hardinxveld-Giessendam en omliggende gemeenten. De uitkomsten van de enquête dragen bij aan de beantwoording van de deelvragen. Hierbij is geanalyseerd of de uitkomsten van de enquête overeenkomen met hetgeen reeds in de literatuur is geschreven. Door de inzet van een enquête als onderzoeksmethode is het mogelijk om een groot aantal bedrijven te bevragen, waarbij objectiviteit wordt gewaarborgd en een gestandaardiseerde vragenset wordt gebruikt. Hierdoor wordt het mogelijk om eenduidige antwoorden te verkrijgen en kunnen analyses worden uitgevoerd om verbanden te leggen. 3.2 Populatie De populatie van het onderzoek bestaat uit bedrijven die actief zijn in de maritieme, technische en logistieke sector. De enquête is in samenwerking met de betrokken gemeenten verspreid onder bedrijven in de volgende gemeenten:

Hardinxveld-Giessendam; Gorinchem; Krimpen aan den IJssel; Krimpenerwaard; Molenwaard; Werkendam.

3.3 Steekproefomvang In totaal zijn 408 bedrijven door de deelnemende gemeenten geselecteerd en benaderd voor het invullen van de enquête, waarbij 80% van de bedrijven is aangeschreven door de gemeente Hardinxveld-Giessendam. Omdat de deelnemende bedrijven actief zijn in verschillende sectoren en het aantal actieve bedrijven verschilt per sector, dient een gewogen gemiddelde te worden berekend bij het bepalen van het gemiddelde responsepercentage. Het gemiddelde responsepercentage per sector komt daarmee uit op 29%.

 

Pagina 11 van 52  

Dit percentage is berekent aan de hand van het aantal bruikbare responses, te weten 42 responses in totaal. In totaal zijn 3 enquêtes verworpen wegens onbruikbaarheid. In alle gevallen betreft het enquêtes die dubbel zijn ingediend. In Figuur 2 en Figuur 3 is de response per sector in aantallen en in percentages weergegeven. Een aantal bedrijven is in meerdere sectoren actief, waardoor het totaal van bedrijven verdeeld over de sectoren hoger is dan het totaal van deelnemende bedrijven. In aantallen is de hoogte response zichtbaar in respectievelijk de sectoren maritieme toeleveranciers & dienstverlening, scheeps-en jachtbouw en installatietechniek. De hoogste response in percentages, berekend aan de hand van het aantal bedrijven werkzaam in de diverse sectoren, is gegeven door bedrijven die werkzaam zijn in de sectoren zeevaart, installatietechniek, scheeps- en jachtbouw en maritieme toeleveranciers & dienstverlening.

 Figuur 3. Aandeel van responses per sector

Wanneer het aantal responses per sector wordt vergeleken met het aantal bedrijven per sector in diverse gemeenten blijkt de afspiegeling voor het merendeel van de sectoren een goede representatie te zijn van de bedrijven die in de gemeenten gevestigd zijn. Dit is weergegeven in Tabel 1 en Figuur 4. Het aandeel in responses voor de sectoren agro-industrie/agrotechniek, bouw/constructie en ICT is relatief laag (<10%). Volledigheidshalve zijn deze sectoren wel meegenomen in het verdere onderzoek, maar enige terughoudendheid in het trekken van definitieve conclusies op sectorspecifiek niveau is voor deze sectoren geboden.  

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Agro‐industrie/Agrotechniek

Binnenvaart

Bouw / Constructie

ICT

Installatietechniek

Interieurbouw

Maritieme toeleveranciers & dienstverlening

Scheepsbouw/ jachtbouw

Transport & Logistiek

Zeevaart

% respons

Sector

Response per sector in %

 

Pagina 12 van 52  

Sector  Aantal bedrijven 

Response  Response per sector in % 

 

Agro‐industrie/Agrotechniek  18 1 6%

Binnenvaart  23 3 13%

Bouw / Constructie  228 4 2%

ICT  37 2 5%

Installatietechniek  14 6 43%

Interieurbouw  28 3 11%

Maritieme toeleveranciers & dienstverlening  35 13 37%

Scheepsbouw/ jachtbouw  21 8 38%

Transport & Logistiek  3 1 33%

Zeevaart  1 1 100%

Totaal  408 42Tabel 1. Overzicht van het aantal en aandeel van responses ten opzichte van het aantal bedrijven per sector, werkzaam in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

 Figuur 4. Overzicht van het aantal responses ten opzichte van het aantal bedrijven per sector, werkzaam in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten en exclusief sectoren met minder dan 10% response. 

0

5

10

15

20

25

30

35

40

Aan

tallen

Sector

Aantal responses t.o.v. aantal bedrijven werkzaam per sector

Totaal aantal bedrijven Response

 

Pagina 13 van 52  

In Figuur 5 is het aantal responses per betrokken gemeente weergegeven. De gemeente Hardinxveld-Giessendam heeft hierbij het grootste aandeel in aantallen responses met 80% van het totaal aantal responses. Dit is te verklaren door het gegeven dat de enquête in deze gemeente ook onder het hoogste aantal bedrijven is verspreid. In geval van Krimpenerwaard zijn er geen respondenten.

 Figuur 5. Aantal responses per gemeente 

3.4 Scope Dit onderzoek richt zich op het in kaart brengen van de opleidingsbehoefte van maritieme, technische en logistieke bedrijven in geselecteerde gemeenten. Gemeenten waarin dergelijke bedrijven zijn gevestigd die niet actief betrokken zijn bij onder andere de Leertuin Maritieme Economie vallen buiten de scope van dit onderzoek. Ten aanzien van vakgebieden gerelateerd aan de maritieme, technische en logistieke sector wordt binnen dit onderzoek onderscheidt gemaakt tussen algemene en specialistische vakgebieden. Binnen algemene vakgebieden is in de enquête onder meer talenkennis opgenomen. Hierbij is alleen gekeken naar de behoefte aan Nederlandse en Engelse taalbeheersing van medewerkers van deelnemende bedrijven. Wat specialistische vakgebieden betreft heeft dit onderzoek zich toegespitst op de volgende gebieden:

Elektrotechniek; Elektronica; Werktuigkunde; Brandstoffen; ICT; Transport, logistiek & distributie.

Overige vakgebieden zijn niet in dit onderzoek opgenomen.

0 5 10 15 20 25 30 35

Gorinchem

Krimpen aan den Ijssel

Krimpenerwaard

Molenwaard

Werkendam

Hardinxveld‐Giessendam

Aantal responses

Gemeente

Aantal responses per gemeente

 

Pagina 14 van 52  

Hoofdstuk 5: Resultaten In dit hoofdstuk worden algemene kenmerken omschreven van de bedrijven die hebben deelgenomen aan de enquête. Vervolgens worden de uitkomsten van de enquête gepresenteerd.  

5.1 Algemene kenmerken Met betrekking tot de algemene kenmerken van de deelnemende bedrijven is gekeken naar de sector(en) waarin een bedrijf werkzaam is, de regio waarin een bedrijf actief is, de bedrijfsgrootte, de leeftijdsopbouw en het opleidingsniveau van de medewerkers binnen een bedrijf. 5.1.1 Sectoren De aan de enquête deelnemende bedrijven zijn actief in diverse sectoren. In Figuur 6 zijn deze sectoren weergeven, inclusief het responsepercentage per sector. Een aantal bedrijven is in meerdere sectoren actief, waardoor het totaal van bedrijven verdeeld over de sectoren hoger is dan het totaal van deelnemende bedrijven. Daarnaast dient te worden opgemerkt dat het aantal bedrijven dat heeft deelgenomen aan de enquête per sector varieert, zoals omschreven in hoofdstuk 3. De hoogste respons is afkomstig uit de sectoren scheepsbouw, installatietechniek, scheeps- en jachtbouw en maritieme toeleveranciers & dienstverlening.

 Figuur 6. Response per sector in % 

5.1.2 Geografische aspecten 5.1.2.1 Werkgebied Deelnemende bedrijven zijn regionaal, landelijk (in geheel Nederland) en/of internationaal actief. Een overzicht van het aandeel van bedrijven per type gebied waarin zij operationeel zijn is weergegeven in Figuur 7 Indien bedrijven hebben aangegeven dat meer dan een van de genoemde opties van toepassing is, is hierbij uitgegaan van het grootste aangegeven gebied. Uit de figuur blijkt dat met 67% het merendeel van de bedrijven werkzaam is op internationaal gebied. 33% van de bedrijven is alleen binnen Nederland actief, waarbij 19% door het gehele land en 14% alleen regionaal werkzaam is.

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Agro‐industrie/AgrotechniekBinnenvaart

Bouw / ConstructieICT

InstallatietechniekInterieurbouw

Maritieme toeleveranciers & dienstverleningScheepsbouw/ jachtbouw

Transport & LogistiekZeevaart

% response

Sector

Response per sector in %

 

Pagina 15 van 52  

 Figuur  7.  Aandeel  van  bedrijven  in  Hardinxveld‐Giessendam  en  omliggende  gemeenten  per  type  gebied  waarin  zij operationeel zijn  

5.1.2.2 Woon-werkverkeer Uit Figuur 8 blijkt dat gemiddeld 48% van de medewerkers van deelnemende bedrijven binnen een straal van 10 km woonachtig is ten opzichte van de werklocatie. Hierbij is gewogen gemiddelde berekend, zodat rekening wordt gehouden met het aantal medewerkers per bedrijf. Kijkend per gemeente waarin bedrijven zijn gevestigd, blijkt uit Figuur 9 dat alleen Krimpen aan den IJssel en Molenwaard relatief sterk afwijken van dit gemiddelde. In geval van Krimpen aan den IJssel werkt slechts 20% van de medewerkers binnen een straal van 10 km van het bedrijf waar zij werkzaam zijn, terwijl met 67% juist relatief veel medewerkers nabij de werklocatie wonen in Molenwaard.  

 Figuur 8. Woon‐werkafstand van medewerkers in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

14%

19%

67%

Werkgebied van deelnemende bedrijven

Regionaal

Landelijk

Internationaal

48%52%

Woon-werk afstand van medewerkers

% mdw percategoriewoon‐…

 

Pagina 16 van 52  

 Figuur 9. Woon‐werk afstand van medewerkers in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

Toekomstige bedrijfsvestiging In Figuur 10 is de verwachting van bedrijven weergegeven ten aanzien van toekomstige bedrijfsvestiging. 93% van de deelnemende bedrijven verwacht in de toekomst (>5 jaar) nog steeds in de huidige regio gevestigd te zijn. 7% van de bedrijven heeft geen expliciete verwachting uitgesproken en geen van de bedrijven verwacht in de toekomst te vertrekken uit de huidige regio.

 Figuur 10. Toekomstige bedrijfsvestiging van bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

5.1.3 Bedrijfsgrootte Gemiddeld bestaan de deelnemende bedrijven uit 37 medewerkers, waarbij het laagste aantal medewerkers 1 is, en het hoogste aantal medewerkers 225. In Figuur 11 is een indeling zichtbaar van het aandeel van bedrijven naar bedrijfsgrootte. Het MKB hanteert hierbij de volgende categorieën (MKB, 2017):

Micro: minder dan 10 werknemers Klein: minder dan 50 werknemers Middelgroot: minder dan 250 werknemers Groot: vanaf 250 werknemers

0102030405060708090100

% m

edew

erkers

Gemeente

Woon-werk afstand van medewerkers per gemeente

0‐10 km >10 km

7%

93%

Toekomstige bedrijfsvestiging

Neutraal

Bedrijf blijft gevestigd inhuidige regioBedrijf vertrekt uit huidigeregio

 

Pagina 17 van 52  

In dit onderzoek zijn dezelfde categorieën gehanteerd. De gemeenten die binnen de scope van dit onderzoek vallen kennen echter geen echte grote bedrijven zoals door het MKB gedefinieerd. Daarnaast zijn er in dit onderzoek relatief grote verschillen in aantallen medewerkers per bedrijf binnen de categorie middelgroot zoals gehanteerd door MKB. Zodoende zijn de categorieën middelgroot en groot in dit onderzoek gedefinieerd als respectievelijk ‘minder dan 100 werknemers’ en ‘vanaf 100 medewerkers’. Uit Figuur 11 blijkt dat de bedrijfsgrootte van het merendeel van de deelnemende bedrijven micro en klein is met een aandeel van elk 36%, gevolgd door middelgroot (17%) en groot (12%).  

 Figuur 11. Aandeel van bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten naar bedrijfsgrootte 

Zoals weergegeven in Figuur 12 zijn de grootste bedrijven in dit onderzoek gemiddeld genomen vooral werkzaam in transport en logistiek, installatietechniek en ICT. Bedrijven in de categorie micro zijn vooral afkomstig uit de agro-industrie/agrotechniek, bouw/constructie en zeevaart. Echter dient opgemerkt te worden dat bedrijven die actief zijn in een bepaalde sector soms voorkomen in meer dan een categorie van bedrijfsgrootte. Bedrijven in de sectoren maritieme toeleveranciers & dienstverlening en installatietechniek komen bijvoorbeeld in alle categorieën voor. Bedrijven in de sector scheeps- en jachtbouw komen voor in de categorie micro alsook in klein en middelgroot.

[WAARDE]

[WAARDE]

[WAARDE]

[WAARDE]

Verdeling naar bedrijfsgrootte

Micro (<10 werknemers)

Klein (<50 werknemers)

Middelgroot (<100werknemers)

Groot (vanaf 100werknemers)

 

Pagina 18 van 52  

 Figuur 12. Gemiddeld aantal werknemers in bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten per sector 

Binnen de deelnemende bedrijven is gemiddeld 54% van de medewerkers werkzaam in productie en/of techniek (inclusief onderhoud) en 10% in interne logistiek en opslag. In Figuur 13 is het gemiddelde percentage van medewerkers werkzaam in productie en/of techniek alsook interne logistiek en opslag weergegeven naargelang bedrijfsgrootte (t.o.v. het totaal aantal medewerkers van bedrijven). In Figuur 14 is dit weergegeven per sector waarin de bedrijven actief zijn. Uit beide figuren blijkt dat het aandeel van medewerkers in productie en/of techniek relatief hoog is ten opzichte van het aandeel van medewerkers in interne logistiek en opslag, ongeacht de grootte van bedrijven en grotendeels ongeacht de sectoren waarin bedrijven actief zijn.  

 Figuur 13. Aandeel van medewerkers in productie/techniek en logistiek in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten i.r.t. bedrijfsgrootte  

0

20

40

60

80

100

120

Gem. aan

tal w

erknemers per bedrijf

Sector

Gemiddeld aantal werknemers in een bedrijf per sector

0

10

20

30

40

50

60

70

Groot Klein Micro Middelgroot

% m

edewerkers

Bedrijfsgrootte

Aandeel van medewerkers in productie/techniek en logistiek i.r.t. bedrijfsgrootte

Medewerkers in productie en/oftechniek (incl. onderhoud)

Medewerkers in interne logistiek enopslag

 

Pagina 19 van 52  

 Figuur 14. Gemiddeld aandeel van medewerkers in productie/techniek & interne logistiek en opslag per sector in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

5.1.4 Leeftijdsopbouw In  

 

Figuur 15 en Figuur 16 is de gemiddelde leeftijdsopbouw van de deelnemende bedrijven in totaal en per sector weergegeven. Dit gemiddelde is berekend op basis van een gewogen gemiddelde waarin rekening wordt gehouden met het aantal medewerkers per bedrijf.   Met betrekking tot de leeftijdsopbouw binnen bedrijven is onderscheid gemaakt tussen de volgende leeftijdscategorieën: t/m 26 jaar, 27-49 jaar, 50-59 jaar en 60+ jaar. Bijna 50% van de medewerkers heeft de leeftijd van 27-49 jaar. Opvallend is het relatief lage aandeel van medewerkers in de leeftijdscategorie 60+. In het algemeen is daarmee slechts een lage mate van vergrijzing aanwezig. Alleen de bouw/constructiesector kent ten opzichte van andere sectoren een relatief hoog aandeel in werknemers in de categorie 60+ jaar. Verschillen in de leeftijdsopbouw tussen sectoren zijn relatief klein, met uitzondering van de sectoren agro-industrie/agrotechniek en zeevaart. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het responsepercentage voor deze sectoren relatief laag is.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

Gem. %

 medewerkers

Sector

Gemiddeld aandeel van medewerkers in productie/ techniek & interne logistiek en opslag per sector

Gemiddeld aandeel vanmedewerkers in productie/techniek

Gemiddeld aandeel vanmedewerkers in interne logistiek enopslag

 

Pagina 20 van 52  

24%

49%

24%3%

Gemiddelde leeftijdsopbouw van medewerkers

t/m 26 jaar

27‐49 jaar

50‐59 jaar

60+ jaar

  

 

 

 

 

Figuur 15. Gemiddelde leeftijdsopbouw van medewerkers in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

 Figuur 16. Gemiddelde leeftijdsopbouw van medewerkers per sector in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

5.1.5 Opleidingsniveau In Figuur 17 en Figuur 18 is het gemiddelde opleidingsniveau van de deelnemende bedrijven in totaal en per sector weergegeven. Dit gemiddelde is berekend op basis van een gewogen gemiddelde waarin rekening wordt gehouden met het aantal medewerkers per bedrijf. Er is onderscheid gemaakt tussen de opleidingsniveaus <MBO, MBO, HBO en WO. In totaal heeft bijna 50% van de medewerkers een opleidingsniveau op MBO niveau. Met uitzondering van de sectoren scheeps- en jachtbouw en bouw zijn medewerkers met een MBO opleidingsniveau het meest vertegenwoordigd in de verschillende sectoren. In geval van scheeps- en jachtbouw zijn medewerkers vooral opgeleid op <MBO niveau (45%) gevolgd door HBO niveau (27%). Wat de sector bouw betreft zijn de meeste

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

% m

edewerkers

Sector

Gemiddelde leeftijdsopbouw van medewerkers per sector

t/m 26 jaar 27‐49 jaar 50‐59 jaar 60+ jaar

 

Pagina 21 van 52  

medewerkers (53%) opgeleid op <MBO niveau. Met name in de sector ICT zijn relatief veel HBO geschoolde medewerkers te vinden. Het aandeel van medewerkers met een universitaire opleiding is in alle sectoren zeer laag. In totaal heeft slechts 1% van de medewerkers een universitaire opleiding. Op sectorniveau zijn alleen in de sector scheeps- en jachtbouw en maritieme toeleveranciers & dienstverlening WO opgeleide medewerkers vertegenwoordigd (met respectievelijk 3% en 2% ten opzichte van het totaal aantal medewerkers per sector).  

 Figuur 17. Gemiddeld opleidingsniveau van medewerkers in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

25%

49%

25%1%

Gemiddeld opleidingsniveau van medewerkers

<MBO

MBO

HBO

WO

 

Pagina 22 van 52  

 Figuur 18. Gemiddeld opleidingsniveau van medewerkers per sector in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

 

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

% m

edewerkers

Sector

Gemiddeld opleidingsniveau van medewerkers per sector

<MBO MBO HBO WO

 

Pagina 23 van 52  

5.2 Trends en ontwikkelingen  

5.2.1 Vacatures In hoofdstuk 3 is omschreven welke vakgebieden gerelateerd aan de maritieme, technische en logistieke sector binnen de scope van dit onderzoek vallen. Onderzocht is of er op dit moment vacatures zijn voor deze vakgebieden en welke opleidingsniveaus dit betreft. In totaal geeft 98% van de deelnemende bedrijven aan dat er momenteel vacatures zijn. Voor elk van de vakgebieden is hieronder omschreven op welke onderwerpen en opleidingsniveaus vacatures aanwezig zijn.  

Elektrotechniek In geval van elektrotechniek zijn er vooral vacatures op MBO niveau. Hierbij is met name vraag naar medewerkers met kennis van installatietechniek (op verschillende opleidingsniveaus). Daarnaast vacatures op het gebied van solartechniek, aggregaten, electromotoren, en frequency drives.

Elektronica Ook ten aanzien van elektronica zijn er met name vacatures op MBO niveau. Er is vooral vraag naar kennis van PLC systemen en regulateurs/regelsystemen. Tevens is er vraag naar expertise op het gebied van basis elektronica, automatisering, radarsystemen, electronische controle systemen, meetsystemen, en sensoren en actuatoren.

Werktuigkunde Wat werktuigkunde betreft zijn er vacatures op alle niveaus (<MBO, MBO, HBO en WO). Hierbij zijn er met name vacatures op MBO en <MBO niveau. Koeltechniek en lastechnieken zijn gebieden waar vooral vacatures open staan. Daarnaast is er vraag naar medewerkers met kennis van verspaantechnieken, hydrauliek/pneumatiek, motortechniek, montagetechnieken, scheepsmodelleren, kunststoffen (incl. composieten), scheepsconstructie(leer), tekeningen lezen, regelgeving scheepsbouw, en basis scheepsontwerpen.

Brandstoffen Ten aanzien van brandstoffen zijn er vooral vacatures op HBO. Daarnaast zijn er vacatures op MBO niveau. Hierbij wordt kennis van duurzame energie het meeste gevraagd. Ook zijn er kansen op werk voor medewerkers met kennis van LNG, brandstofcellen en bunkeren.

ICT Ook op het gebied van ICT zijn er met name vacatures op HBO niveau. Net als het geval is voor brandstoffen zijn er ook vacatures op MBO niveau. Hierbij is vooral vraag naar expertise ten aanzien van programmeren. Tevens zijn er vacatures gerelateerd aan smart industry, cybersecurity, informatisering, en Vessel Traffic Management systems.

Transport, logistiek & distributie Met betrekking tot transport, logistiek & distributie zijn er vacatures op alle opleidingsniveaus, maar vooral op MBO en HBO niveau. Hierbij is de meeste vraag naar medewerkers met expertise op het gebied van beheersing van vervoersmiddelen. Andere expertisegebieden waar vacatures open staan betreffen transportplanning, productieplanning, retourlogistiek, supply chain finance, supply chain management, logistieke concepten (algemeen), stuwen; laden/lossen, voorraadbeheer, warehousing, synchro-, multi- en intermodal transport, en transportdocumenten.

 

Pagina 24 van 52  

5.2.2 Impact van automatisering Zoals blijkt uit Figuur 19 verwacht bijna 70% van de deelnemende bedrijven in de toekomst geen afname van personeelsaantallen in het bedrijf als gevolg van automatisering. Het merendeel van de deelnemende bedrijven, te weten 75%, verwacht in de toekomst ook geen vraag naar andere beroepen in het bedrijf als gevolg van automatisering. Hoewel slechts 7% van de bedrijven een afname in het personeelsbestand verwacht door automatisering, verwacht 17% wel vraag naar andere beroepen in het bedrijf, zoals weergegeven in Figuur 20. Respectievelijk 24% en 8% van de deelnemende bedrijven hebben geen expliciete verwachtingen ten aanzien van wijzigingen in personeelsaantallen en veranderende beroepen door automatisering. Op sectorniveau zijn geen opvallende verschillen gevonden wat de impact van automatisering op vraag naar personeel en type beroepen.

 Figuur 19. Verwachte toekomstige impact van automatisering op vraag naar personeel voor huidige beroepen in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

 Figuur 20. Verwachte toekomstige impact van automatisering op type beroepen in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

7%

69%

24%

Verwachte toekomstige impact van automatisering op vraag naar personeel

voor huidige beroepen

Afname van personeel

Geen afname van personeel

Neutraal

17%

75%

8%

Verwachte toekomstige impact van automatisering op type beroepen

Vraag naar andereberoepen

Geen vraag naarandere beroepen

Neutraal

 

Pagina 25 van 52  

5.2.3 Uitzendkrachten Uit Figuur 21 blijkt dat 67% van de deelnemende bedrijven gebruik maakt van uitzendkrachten voor de uitvoering van werkzaamheden. In totaal verwacht bijna de helft (48%) van de bedrijven in de toekomst een toename in uitzendkrachten binnen het bedrijf, zoals weergegeven in Figuur 22. Van de bedrijven die reeds gebruik maakt van uitzendkrachten verwacht maar liefst 64% een toename in de inzet van dit type medewerkers. Van de bedrijven die op dit moment geen gebruik maken van uitzendkrachten verwacht 14% dit in de toekomst wel te gaan doen.  

 Figuur 21. Aandeel in huidige inzet van uitzendkrachten door bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

 Figuur 22. Verwachting in aandeel in toekomstige inzet van uitzendkrachten door bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

5.2.4 Opleidingsniveau Tussen nu en 5 jaar verwacht 55% van de deelnemende bedrijven een toenemende vraag naar hoger opgeleid personeel. 33% heeft hierover geen expliciet uitgesproken verwachting en 12% verwacht dat er geen toename zal zijn in de vraag naar hoger opgeleid personeel. Figuur 23 toont een visuele weergave van deze uitkomsten.

67%

33%

Aandeel in huidige inzet van uitzendkrachten

Inzet van uitzendkrachten

Geen inzet vanuitzendkrachten

48%52%

Verwachting in aandeel t.a.v. toekomstige inzet van uitzendkrachten

Toename in inzet vanuitzendkrachtenGeen toename in inzet vanuitzendkrachten

 

Pagina 26 van 52  

 Figuur 23. Vraag naar hoger opgeleid personeel tussen nu en 5 jaar bij bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

5.3 Kennis en competenties  

5.3.1 Algemene kennis Wat algemene kennis betreft hebben deelnemende bedrijven aangegeven op welk gebied medewerkers op dit moment en naar verwachting in de toekomst te weinig kennis hebben. Algemene kennis: heden 31% van de deelnemende bedrijven geeft aan dat er op dit moment geen tekort aan kennis ten aanzien van algemene onderwerpen is onder medewerkers. Bedrijven waarbij op dit moment wel sprake is van een kennistekort onder medewerkers hebben aangegeven dat dit van toepassing is voor de onderwerpen welke zijn weergegeven in Figuur 24. Uit deze figuur blijkt dat er met betrekking tot communicatie, projectmanagement, duurzaamheid, talen en wiskunde het meeste tekort aan kennis is. Op dit moment is er het minste tekort aan kennis op het gebied van dienstverlening en veiligheid. Figuur 24. Huidig kennistekort t.a.v. algemene onderwerpen bij bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

12%

55%

33%

Vraag naar hoger opgeleid personeel tussen nu en 5 jaar

Geen toename in vraag naar hogeropgeleid personeel verwacht

Toename in vraag naar hogeropgeleid personeel verwacht

Neutraal

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%

Wiskunde

Talen

Coaching

Dienstverlening

Onderhoudssystemen

Productieprocessen

Wet‐ en regelgeving

Kwaliteit

Communicatie

% bedrijven met kennistekort

Algemene onderw

erpen

Huidig kennistekort t.a.v. algemene onderwerpen

 

Pagina 27 van 52  

Algemene kennis: toekomst Kijkend naar de toekomst, verwacht 64% van de bedrijven een tekort aan kennis. Hierbij wordt met name een tekort aan kennis verwacht op het gebied van bedrijfsmatig inzicht. Ook in de toekomst is de verwachting dat medewerkers daarnaast met name een tekort aan kennis hebben op het gebied van duurzaamheid, communicatie, projectmanagement en wiskunde. Net als op dit moment het geval is, wordt slechts in lage mate een tekort aan kennis verwacht ten aanzien van dienstverlening. Dit geldt tevens voor advisering, veiligheid, productie- en onderhoudssystemen. Overige onderwerpen waarbij een tekort aan kennis onder medewerkers wordt verwacht zijn weergegeven in Figuur 25.  

 Figuur 25. Verwachte kennistekort t.a.v. algemene onderwerpen in de toekomst bij bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

Taalbeheersing Het aandeel van deelnemende bedrijven dat het belangrijk acht dat medewerkers binnen het bedrijf de Nederlandse en Engelse taal beheersen is respectievelijk 98% en 81%. Wanneer onderscheid gemaakt wordt tussen bedrijven die regionaal en/of landelijk opereren en bedrijven die internationaal actief zijn geeft 93% van de bedrijven die internationaal werkzaam zijn het belang van Engelse taalbeheersing aan tegenover 33% en 50% van respectievelijk regionaal en landelijk opererende bedrijven. Deze bevindingen onderstrepen het belang van verhoging van taalbeheersing onder medewerkers, waaraan zoals hierboven omschreven momenteel een tekort aan kennis is.   

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35%

WiskundeNatuurkunde

TalenDuurzaamheid

CoachingKennisdelen

DienstverleningVeiligheid

OnderhoudssystemenProductiesystemenProductieprocessenCAD/CAM systemenWet‐ en regelgevingBedrijfsmatig inzicht

KwaliteitProjectmanagement

CommunicatieAdvisering

% bedrijven met kennistekort

Algemene onderw

erpen

Toekomstig kennistekort t.a.v. algemene onderwerpen

 

Pagina 28 van 52  

5.3.2 Vakmatige kennis In hoofdstuk 3 is omschreven welke vakgebieden gerelateerd aan de maritieme, technische en logistieke sector binnen de scope van dit onderzoek vallen. Per vakgebied hebben bedrijven de mogelijkheid gehad om gerelateerde onderwerpen te selecteren waarvan men vindt dat medewerkers hiervan op dit moment en naar verwachting in de toekomst te weinig vakkennis hebben. Hierbij is per onderwerp tevens onderscheid gemaakt tussen verschillende opleidingsniveaus.  

Aansluiting van opleidingsaanbod Slechts 14% van de bedrijven geeft aan dat het huidige opleidingsaanbod over het algemeen inhoudelijk voldoende aansluit op de huidige behoeften voor de sector waarin deze bedrijven actief zijn. Dit is weergegeven in Figuur 26 Het betreft bedrijven die werkzaam zijn in de volgende sectoren: binnenvaart (67%), installatietechniek (17%), scheepsbouw (13%), maritieme toeleveranciers & dienstverlening (13%). Echter is er geen enkele sector waarin sprake is van volledige aansluiting van het huidige opleidingsaanbod op de huidige behoefte van bedrijven. Het aandeel van bedrijven dat aangeeft dat het huidige opleidingsaanbod over het algemeen inhoudelijk niet goed aansluit op de huidige behoeften voor de sector waarin deze bedrijven actief zijn is 43%. Het betreft bedrijven uit alle sectoren die onderdeel zijn van dit onderzoek, met uitzondering van de sector agro-industrie/agrotechniek (waarbij geen expliciete voorkeur naar voren is gekomen). Kijkend naar de grootte van bedrijven in de categorieën micro, klein, middelgroot en groot blijkt dat met name grote bedrijven spreken van onvoldoende aansluiting van het huidige opleidingsaanbod op de behoefte vanuit de markt. In alle categorieën zijn er meer bedrijven van mening dat het huidige opleidingsaanbod inhoudelijk niet goed aansluit op de behoefte van deze bedrijven dan dat er wel sprake is van goede aansluiting. 43% van de deelnemende bedrijven heeft geen expliciete voorkeur wat de aansluiting van het huidige opleidingsaanbod op de huidige behoefte van bedrijven betreft.  

 Figuur 26. Aansluiting van huidig opleidings‐ en trainingsaanbod op de behoefte van bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

14%

43%

43%

Aansluiting van huidig opleidings- en trainingsaanbod op behoefte van

bedrijven

Aansluiting van huidig opleidings‐en trainingsaanbod op behoeftevan bedrijven Goede aansluiting opbehoefte van bedrijven

 

Pagina 29 van 52  

Beschikbaarheid vakinhoudelijk personeel Meer dan 75% van de bedrijven verwacht tussen nu en 5 jaar een tekort aan medewerkers met vakinhoudelijke kennis. 12% verwacht geen personeelstekort op vakinhoudelijk gebied en nogmaals 12% heeft geen expliciete verwachting uitgesproken, zoals blijkt uit Figuur 27. Op sectorniveau geldt voor elk van de sectoren dat de meerderheid van de bedrijven tussen nu en 5 jaar een tekort verwacht aan vakinhoudelijk personeel. Meer details op sectorniveau zijn weergegeven in Figuur 28.

 Figuur 27. Verwachting in beschikbaarheid van personeel met vakinhoudelijke kennis en vaardigheden tussen nu en 5 jaar bij bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

 Figuur 28. Verwachting in beschikbaarheid van personeel met vakinhoudelijke kennis en vaardigheden tussen nu en 5 jaar bij bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten per sector 

76%

12%

12%

Verwachting in beschikbaarheid van personeel met vakinhoudelijke kennis en

vaardigheden tussen nu en 5 jaar

Verwachting in beschikbaarheidvan personeel metvakinhoudelijke kennis envaardigheden tussen nu en 5 jaarNaar verwachting is er sprake vanpersoneelstekort

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Agro‐industrie/Agrotechniek

Binnenvaart

Bouw / Constructie

ICT

Installatietechniek

Interieurbouw

Transport & Logistiek

Zeevaart

Scheepsbouw/ jachtbouw

Maritieme toeleveranciers & dienstverlening

verwachting in %

Sector

Verwachting in beschikbaarheid van personeel met vakinhoudelijke kennis en vaardigheden

tussen nu en 5 jaar per sector

Naar verwachting is er sprake van personeelstekort

Naar verwachting is er geen sprake van personeelstekort

Neutraal

 

Pagina 30 van 52  

Vakmatige kennis: heden en toekomst Vakgebieden In Tabel 2 is een top 10 van benodigde vakkennis weergegeven, daarbij kijkend naar de huidige situatie alsook naar de toekomst. Hierbij is gekeken naar het totaal van de diverse onderscheiden vakgebieden. Uit het overzicht blijkt dat er behoefte is aan meer vakkennis in meerdere vakgebieden. Op dit moment ontbreekt vooral vakkennis onder medewerkers op het gebied van beheersing van vervoersmiddel (transport, logistiek & distributie), duurzame energie (brandstoffen) en installatietechniek (elektrotechniek). Ook in de toekomst is er naar verwachting vooral tekort aan vakkennis in relatie tot installatietechniek en beheersing van vervoersmiddel, gevolgd door programmeren (ICT). Zowel in de huidige situatie als in de toekomst is er met name behoefte aan het vergroten van vakkennis op MBO niveau, gevolgd door <MBO en HBO niveau. Opvallend hierbij is dat er vooral in de toekomst een tekort aan vakkennis op HBO niveau wordt verwacht, zoals blijkt uit de tabel.  

Ran-king

Vakgebied Benodigde vakkennis: huidige situatie

Gewenst opleidingsniveau

Vakgebied Benodigde vakkennis: in de toekomst

Gewenst opleidingsniveau

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

1 Transport, Logistiek & Distributie

Beheersing van vervoersmiddel

<MBO & HBO

MBO & WO

Elektrotechniek

Installatietechniek

MBO HBO

2 Brandstoffen Duurzame energie

HBO MBO Transport, Logistiek & Distributie

Beheersing van vervoersmiddel

MBO <MBO, HBO & WO

3 Elektrotechniek

Installatietechniek

MBO <MBO ICT Programmeren MBO HBO

4 Werktuigkunde

Lastechnieken MBO & <MBO

Brandstoffen Duurzame energie

MBO HBO

5 Werktuigkunde

Solartechniek MBO <MBO Elektronica Basis elektronica

MBO <MBO & HBO

6 Elektronica Automatisering MBO <MBO Elektronica PLC systemen MBO & HBO

7 Werktuigkunde

Tekeningen lezen

MBO <MBO ICT Informatisering MBO HBO

8 Elektrotechniek

Frequency drives

MBO <MBO Werktuigkunde

Voortstuwing MBO HBO

9 Elektronica PLC systemen MBO HBO Werktuigkunde

Lastechnieken MBO <MBO

10 Elektrotechniek

Electromotoren MBO <MBO & HBO

Werktuigkunde

Aandrijftechniek

MBO HBO

Tabel 2. Top 10 van onderwerpen waarbij tekort aan vakkennis is geïdentificeerd naar totaal van de diverse onderscheiden vakgebieden in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

Een gedetailleerder overzicht van onderwerpen waarbij in de huidige situatie en in de toekomst naar verwachting sprake is van een tekort aan kennis bij medewerkers is per vakgebied beschikbaar in bijlage 5, inclusief vermelding van welke opleidingsniveaus dit betreft.  

5.3.3 Kennisverhoging Kennisverhoging op MBO niveau Met betrekking tot het bereiken van het benodigde niveau van kennis en vaardigheden van medewerkers is in Figuur 29 aangegeven hoe bedrijven denken dat dit gerealiseerd kan worden. Op MBO niveau geeft bijna 50% aan dat het behalen van een formeel MBO 4 diploma (4 jaar) een wenselijke manier is. 43% van de respondenten geeft aan dat een formeel MBO 3 diploma plus geselecteerde technische vaardigheden op MBO 4 niveau voldoet.

 

Pagina 31 van 52  

 Figuur 29. Overzicht van voorkeur in diploma’s van medewerkers op MBO niveau van bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

Kennisverhoging op MBO+ niveau Wat kennis en vaardigheden op MBO+ niveau betreft geeft 47% van de bedrijven aan dat een verkort 2-jarig HBO diploma plus geselecteerde technische vaardigheden op HBO niveau de beste manier is, zoals weergegeven in Figuur 30. 35% van de bedrijven geeft aan dat een MBO 4 diploma plus uitgebreide technische vaardigheden op HBO niveau volstaat.

 Figuur 30. Overzicht van voorkeur in diploma’s van medewerkers op MBO+ niveau van bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

5.3.4 21-eeuwse vaardigheden De uitkomsten van de enquête, welke zijn weergegeven in Figuur 31, bevestigen het belang van algemene 21-eeuwse vaardigheden. Naast 21-eeuwse vaardigheden zijn ook klantgerichtheid, adaptief vermogen en concentratievermogen meegenomen in het onderzoek. Met name vaardigheden in klantgerichtheid, samenwerken en probleemoplossend vermogen worden als zeer belangrijk ervaren. Vaardigheden die het minst van belang worden geacht (maar gemiddeld genomen niet onbelangrijk) betreffen mediawijsheid, ondernemerschap en informatievaardigheid.

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%

Formeel MBO 4 diploma (4 jaar)

Formeel MBO 3 diploma, plus geselecteerdetechnische vaardigheden op MBO 4 niveau

Formeel VMBO diploma, plus uitgebreidetechnische vaardigheden op MBO 4 niveau

Formeel VMBO diploma, plus uitgebreidetechnische vaardigheden op MBO 3 niveau

Behoefte in %

Type diploma

Gewenste diploma op MBO niveau

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%

Formeel 4‐jarig  HBO diploma

Verkort 2‐jarig HBO diploma, plus geselecteerdetechnische vaardigheden op HBO niveau

Verkort 2‐jarig HBO diploma

MBO 4 diploma, plus uitgebreide technischevaardigheden op HBO niveau

MBO 4 diploma, plus geselecteerde technischevaardigheden op HBO niveau

MBO 3 diploma, plus geselecteerde technischevaardigheden op MBO 4 niveau

Behoefte in %

Type diploma

Gewenste diploma op MBO+ niveau

 

Pagina 32 van 52  

 

 Figuur 31. Belang van beheersing van gedragsmatige/cognitieve competenties voor bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

5.4 Opleidingsbehoefte in de regio  

5.4.1 Vakinhoudelijke opleidingsbehoefte In sectie 5.1 is aangegeven dat de verwachting van bedrijven is dat zij in de toekomst (>5 jaar) nog steeds in de regio gevestigd zijn waar zij op dit moment verblijven. 57% van de deelnemende bedrijven geeft ook aan dat er behoefte is aan meer vakinhoudelijk opleidings-en trainingsaanbod in de regio voor de sector waar deze bedrijven actief zijn. 14% van de deelnemende bedrijven geeft aan dat er geen behoefte is aan uitbreiding van het vakinhoudelijke opleidings-en trainingsaanbod in de regio, terwijl 29% van de deelnemende bedrijven heeft geen expliciete voorkeur wat vakinhoudelijk opleidings-en trainingsaanbod in de regio betreft, zoals blijkt uit Figuur 32. In elk van de gemeenten staat het merendeel van bedrijven positief of neutraal tegenover meer vakinhoudelijk opleidings-en trainingsaanbod in de regio. Uit de enquête blijkt dat er in geen enkele gemeente een meerderheid is van bedrijven waarbij geen behoefte is aan uitbreiding van het vakinhoudelijke opleidings-en trainingsaanbod in de regio.  

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

CreativiteitOndernemerschap

Klantgerichtheid

ICT‐basisvaardighedenMediawijsheid

Informatievaardigheid

Kritisch denkenProbleemoplossend vermogen

Zelfregulering

OndernemendheidCommunicatie

Samenwerking

Sociale en culturele vaardighedenBedenken van nieuwe ideeën/concepten

Adaptief vermogen

Concentratievermogen

% in mate van belang 

Gedragsmatige/cognitieve competentie

Belang van beheersing van gedragsmatige/cognitieve competenties

Zeer onbelangrijk Onbelangrijk Neutraal Belangrijk Zeer belangrijk

 

Pagina 33 van 52  

 Figuur 32 Behoefte aan regionaal vakinhoudelijk opleidings‐ en trainingsaanbod bij bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

5.4.2 Leren vanaf afstand & online leermethoden Slechts 14% van de deelnemende bedrijven heeft behoefte aan meer opleidingen/trainingen waarin leren vanaf afstand wordt gefaciliteerd door online leermethoden. 45% van de deelnemende bedrijven geeft aan geen behoefte te hebben aan leren vanaf afstand met online leermethoden. Het aandeel van bedrijven dat geen expliciete voorkeur heeft uitgesproken wat leren vanaf afstand met online leermethoden betreft is met 41% relatief groot. Dit is weergegeven in Figuur 33. Kijkend naar de uitkomsten per sector, per categorie van bedrijfsgrootte of leeftijdsopbouw van medewerkers per sector zijn er geen opvallende verbanden in relatie tot de behoefte aan leren vanaf afstand met behulp van online leermethoden.  

 Figuur 33. Behoefte aan opleidingen/trainingen met leren vanaf afstand door online leermethoden bij bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

 

57%

14%

29%

Behoefte aan regionaal vakinhoudelijk opleidings- en trainingsaanbod

Behoefte aan meer regionaalaanbod

Geen behoefte aan meerregionaal aanbod

Neutraal

45%

14%

41%

Behoefte aan opleidingen/trainingen met leren vanaf afstand door online

leermethoden

Geen behoefte aan onlineleermethoden om leren vanafafstand te faciliteren

Wel behoefte aan onlineleermethoden om leren vanafafstand te faciliteren

Neutraal

 

Pagina 34 van 52  

5.5 Bijdrage bedrijfsleven  

5.5.1 Bijdrage in het verleden Er is bij bedrijven relatief veel bereidheid om te investeren in opleiding en training. Bij 79% van de deelnemende bedrijven hebben een of meerdere medewerkers opleiding of training op technisch gebied gevolgd in het afgelopen jaar. Opleiding of training heeft hierbij plaatsgevonden in alle sectoren. Opleiding of training vooral plaatsgevonden op MBO niveau (51%), gevolgd door HBO niveau (27%) en <MBO niveau (20%). Op WO niveau heeft slechts in 2% van de gevallen opleiding of training plaatsgevonden op technisch gebied. Kijkend naar de grootte van bedrijven, blijkt dat onder zowel grote, middelgrote, kleine als micro bedrijven de meeste opleiding of training heeft plaatsgevonden op MBO niveau, terwijl op WO niveau weinig tot geen medewerkers opleiding of training hebben gehad.    

5.5.2 Bijdrage in de toekomst  

Training van medewerkers Kijkend naar de toekomst verwacht 90% van de deelnemende bedrijven dat er in de komende 5 jaar jaarlijks medewerkers worden opgeleid of getraind op technisch gebied. Naar verwachting zal opleiding en training vooral plaatsvinden op MBO niveau (73%), gevolgd door HBO niveau (43%) en <MBO niveau (14%). Op WO niveau zal naar verwachting geen opleiding of training plaatsvinden.  

Pas afgestudeerden In de komende 5 jaar verwacht 76% van de bedrijven gemiddeld per jaar pas afgestudeerde medewerkers aan te nemen. Bij deze bedrijven worden naar verwachting jaarlijks 1 tot 10 pas afgestudeerde medewerkers aangenomen. Naarmate het bedrijf groter is worden ook meer pas afgestudeerden aangenomen. Pas afgestudeerde medewerkers hebben naar verwachting sectorbreed kansen op het vinden van een baan. Stagiaires en BBL Ook als het gaat om stagiaires en potentieel toekomstige medewerkers zijn bedrijven veelal bereid om hierin te investeren. Bijna 80% van de deelnemende bedrijven is reeds een erkend leerbedrijf voor Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) opleidingen. Van de bedrijven die geen erkend leerbedrijf zijn is er ook geen interesse (0%) om dit in de toekomst te worden, zoals weergegeven in Figuur 34. Studenten hebben naar verwachting sectorbreed kansen op het vinden van erkend leerbedrijf.

 

Pagina 35 van 52  

 Figuur 34. Aandeel van erkende leerbedrijven voor BBL opleidingen in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

Daarnaast heeft een groot deel van de deelnemende bedrijven (81%) wel eens stagiaires in dienst, zoals weergegeven in Figuur 35. Bedrijven waarbij dit niet het geval is, staat 7% ervoor open om stagiaires aan te nemen. 12% van de bedrijven heeft nooit stagiaires in dienst en heeft ook geen interesse om dit in de toekomst te gaan doen. Stagiaires hebben naar verwachting sectorbreed kansen op het vinden van een stage.  

 Figuur 35. Aandeel van bedrijven met stagiaires in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

Opleiding Indien een MBO opleiding zou worden opgericht voor toekomstig personeel in de gemeente waar bedrijven zijn gevestigd, is 74% van de bedrijven bereid om daarin te investeren. In Figuur 36 is weergegeven op welke wijze bedrijven willen bijdragen. Hieruit blijkt dat bedrijven met name een bijdrage kunnen leveren door het aanbieden van stageplekken aan studenten, het aannemen van BBL studenten en het delen van kennis. Voor deze mogelijkheden is sectorbreed draagvlak aanwezig. Minder dan 10% van de bedrijven staat open voor het leveren van een financiële bijdrage.  

79%

21%0%

Aandeel van erkende leerbedrijven voor BBL opleidingen

Bedrijf is reeds erkendleerbedrijf voor BBL

Bedrijf is geen erkendleerbedrijf en er is geeninteresse om dit te worden

Bedrijf is geen erkendleerbedrijf, maar er is welinteresse om dit te worden

81%

12%7%

Aandeel van bedrijven met stagiaires

Bedrijf heeft wel eens stagiaires indienst

Bedrijf heeft nooit stagiaires indienst en er is geen interesse omdit te gaan doenBedrijf heeft nooit stagiaires indienst, maar er is wel interesse omdit te gaan doen

 

Pagina 36 van 52  

 Figuur 36. Wijze waarop bedrijven in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten bereid zijn te investeren in de oprichting van een MBO opleiding. 

   

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100%

Door het aanbieden van stageplekken voorstudenten

Door het aanbieden van stageplekken voor docenten

Het leveren van hybride docenten

Door het aannemen van BBL studenten

Door het delen van kennis

Door het delen van materialen/middelen

Door het leveren van een financiële bijdrage

Door het afnemen van commerciëlecursussen/trainingen bij de school

% van bedrijven met bereidheid om te investeren

Investeringswijze

Wijze van investeren in de oprichting van een MBO opleiding

 

Pagina 37 van 52  

Hoofdstuk 6: Discussie en conclusie Aan de hand van het literatuuronderzoek en de resultaten van de enquête volgt in dit hoofdstuk een verdiepende analyse van de uitkomsten, welke antwoord geeft op de volgende geformuleerde hoofdvraag: Wat is de opleidingsbehoefte van maritieme, technische en logistieke bedrijven in de gemeente Hardinxveld-Giessendam en omliggende gemeenten? Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van beantwoording van diverse deelvragen. 6.1 Algemene trends en ontwikkelingen in de maritieme, technische en logistieke sector Deze sectie geeft antwoord op de volgende deelvraag: Welke algemene trends en ontwikkelingen zijn zichtbaar binnen de maritieme, technische en logistieke sector? Kijkend vanuit een maatschappelijke invalshoek, blijkt dat er voor de komende jaren sprake is van economische groei, zowel nationaal als internationaal. Gedreven door handel en export, speelt transport, logistiek en aanverwante dienstverlening een belangrijke rol in Nederland. Banengroei binnen deze sectoren is op lange termijn het gevolg. Daarmee zal de behoefte aan gerelateerde opleidingen en trainingen ook groeien. Door middel van een enquête is de opleidingsbehoefte van maritieme, technische en logistieke bedrijven in de gemeente Hardinxveld-Giessendam en omliggende gemeenten geïnventariseerd. Bedrijven die hebben deelgenomen aan de enquête zijn werkzaam in de sectoren zeevaart, transport & logistiek, scheeps- en jachtbouw, maritieme toeleveranciers & dienstverlening, interieurbouw, installatietechniek, ICT, bouw/constructie, binnenvaart en agro-industrie/agrotechniek. Deze bedrijven zijn gevestigd in de gemeenten Hardinxveld-Giessendam, Gorinchem, Krimpen aan den IJssel, Molenwaard en Werkendam. 6.1.1 Bedrijfsgrootte De bedrijfsgrootte van het merendeel van de deelnemende bedrijven is micro en klein met een aandeel van elk 36%, gevolgd door middelgroot (17%) en groot (12%). Gemiddeld bestaan de deelnemende bedrijven uit 37 medewerkers, waarbij het laagste aantal medewerkers 1 is, en het hoogste aantal medewerkers 225. 6.1.2 Geografische aspecten Kijkend naar geografische aspecten, is het merendeel van deze bedrijven internationaal actief (67%). 33% van de bedrijven is alleen binnen Nederland actief, waarbij 19% door het gehele land en 14% alleen regionaal werkzaam is. Het is niet meer vanzelfsprekend dat een bedrijf het meeste werk verricht in de regio waar het bedrijf oorspronkelijk is opgericht. De trend van mondialisering zal in 2030 sterker zijn doorgezet en relatief kleine steden werken samen om zich te kunnen meten aan de wereldsteden. Naast mondialisering is er echter ook sprake van regionalisering, waarbij de gehele productieketen wordt samengebracht op een bepaalde plek, waar zowel research, ontwikkeling als fabricage plaatsvindt. 93% van de aan de enquête deelnemende bedrijven verwacht in de toekomst (>5 jaar) nog steeds in de huidige regio gevestigd te zijn. Daarmee zal slechts een klein percentage van de bedrijven op termijn uit de regio vertrekken. Samen met de Drechtsteden is regio Rijnmond het belangrijkste gebied in Nederland wat de Topsectoren Chemie, Logistiek, Water en Energie betreft. Het gebied van Maasvlakte 2 t/m Gorinchem (Zuid-Holland) en Werkendam (Noord-Brabant) wordt hierbij Maritime Delta genoemd.

 

Pagina 38 van 52  

6.1.3 Type medewerkers Binnen de deelnemende bedrijven is gemiddeld 54% van de medewerkers werkzaam in productie en/of techniek (inclusief onderhoud) en 10% in interne logistiek en opslag. het aandeel van medewerkers in productie en/of techniek relatief hoog is ten opzichte van het aandeel van medewerkers in interne logistiek en opslag, ongeacht de grootte van bedrijven en grotendeels ongeacht de sectoren waarin bedrijven actief zijn.  

6.1.4 Woon-werk afstand Uit de enquête komt naar voren dat veel medewerkers relatief dicht bij de bedrijfsvestiging waar zij werkzaam zijn wonen. Gemiddeld is 48% van de medewerkers woonachtig binnen een straal van 10 km ten opzichte van de werklocatie. Werkzoekenden kunnen kansen op een baan daarmee niet alleen vergroten door scholing en alternatieve beroepen, maar ook door het uitbreiden van hun zoekgebied. Circa 75% van de werkgelegenheid in de Drechtsteden wordt ingevuld door mensen die in deze regio woonachtig zijn. Vooral vanuit Rijnmond, Gorinchem en West-Brabant pendelen duizenden personen naar hun werk in de Drechtsteden. 6.1.5 Leeftijdsopbouw Met betrekking tot de leeftijdsopbouw binnen bedrijven is valt bijna 50% van de medewerkers heeft de leeftijd van 27-49 jaar. Dit komt bij benadering overeen met regionale cijfers van de Drechtsteden. Medewerkers is 50-59 jaar en t/m 26 jaar hebben elk een aandeel van 24%. Opvallend is het relatief lage aandeel van medewerkers in de leeftijdscategorie 60+ (3%). In het algemeen is daarmee slechts een lage mate van vergrijzing aanwezig. Hoewel er landelijk in de komende jaren geen sprake is van een demografische krimp, zal de vergrijzing de komende decennia wel verder toenemen met een daling van de beroepsbevolking van 60% in 2016 naar 52% in 2060. In 2017-2018 neemt de beroepsbevolking echter licht toe in bijna alle regio’s in Nederland, inclusief de Drechtsteden. Ook zal de samenstelling van de beroepsbevolking door migratie vanuit andere landen veranderen. Voor de maritieme, technische en logistieke sector is het van belang met deze ontwikkelingen rekening te houden om de aanwezigheid van voldoende medewerkers met de juist vakkennis op het juiste opleidingsniveau te borgen. 6.1.6 Opleidingsniveau Kijkend naar de aan de enquête deelnemende bedrijven, heeft in totaal bijna 50% van de medewerkers een opleidingsniveau op MBO niveau. Met uitzondering van de sectoren scheeps- en jachtbouw en bouw zijn medewerkers met een MBO opleidingsniveau het meest vertegenwoordigd in de verschillende sectoren. In geval van scheeps- en jachtbouw en bouw zijn medewerkers vooral opgeleid op <MBO niveau (45%). Met name in de sector ICT zijn relatief veel HBO geschoolde medewerkers te vinden. Het aandeel van medewerkers met een universitaire opleiding is in alle sectoren zeer laag. In totaal heeft slechts 1% van de medewerkers een universitaire opleiding. De algemene trend is dat de Nederlandse beroepsbevolking steeds hoger is opgeleid. In de logistiek is bijvoorbeeld een brede wens om meer HBO opgeleide werknemers in te zetten. Ook 55% van de aan de enquête deelnemende bedrijven verwacht een toenemende vraag naar hoger opgeleid personeel tussen nu en 5 jaar. 6.2 Trends en ontwikkelingen t.a.v. werkgelegenheid in de maritieme, technische en logistieke sector Deze sectie geeft antwoord op de volgende deelvraag: Welke trends en ontwikkelingen zijn zichtbaar ten aanzien van werkgelegenheid in de maritieme, technische en logistieke sector?

 

Pagina 39 van 52  

6.2.1 Vacatures In het algemeen is er sprake van groei in het aantal banen, een toenemende vacaturegraad, afname in het aantal WW uitkeringen en een krapper wordende arbeidsmarkt. Daarbij zijn vraag-aanbodverhoudingen op de arbeidsmarkt gunstiger naarmate het opleidingsniveau hoger is. Gemiddeld zijn de verwachte perspectieven van schoolverlaters voor gediplomeerden uit het mbo matig en uit het hbo en wo redelijk. Deze trends zijn ook regionaal zichtbaar (in de Drechtsteden en Rijnmond ervaren werkgevers zelfs bovengemiddeld vaak knelpunten bij het invullen van vacatures). Gediplomeerden uit het hbo en wo met een achtergrond in techniek hebben echter goede arbeidsperspectieven. Daarnaast scoren de technische opleidingen op mbo niveaus 2, 3 en 4 redelijk in plaats van matig. Op dit moment en in de komende jaren is er met name groei in de werkgelegenheid voor technische beroepen. Dit wordt met name veroorzaakt door een hoge vervangingsvraag tussen nu en 2020 als gevolg van vergrijzing wat goede arbeidsperspectieven met zich meebrengt op zowel MBO, HBO als WO niveau. In veel gevallen is er hierbij geen goede aansluiting van opleiding, werkervaring en competenties bij de wensen van de werkgever. Op hbo- en wo-niveau worden onder meer knelpunten verwacht in richtingen elektrotechniek, elektronica, materiaalkunde, procestechniek en werktuigbouw. Op mbo-niveau worden vooral problemen tussen vraag en aanbod verwacht in de branche procesindustrie. Doordat techniek vaker wordt gecombineerd met andere sectoren ontstaan er ook nieuwe beroepen, bijvoorbeeld domotica en human technology. Ook op regionaal niveau zijn er met name vacatures voor technische beroepen (maar liefst 41% in de Drechtsteden), waarbij arbeidskrapte zich met name voordoet op middelbaar en hoog niveau. De meest gevraagde beroepen door werkgevers zijn hierbij elektriciens en elektronicamonteurs, machinemonteurs, metaalbewerkers en constructiewerkers en elektrotechnisch ingenieurs. Andere krapteberoepen gerelateerd aan techniek zijn monteurs (bijv. i.r.t. koeltechniek), gespecialiseerde lassers, CNC-verspaner, en meet- en regeltechnici. In de maritieme sector is er in 2016-2018 sprake van een stijgende werkgelegenheid in de branches maritieme toeleveranciers, scheepsbouw en offshore. Van alle directe werkgelegenheid in de onderscheiden maritieme sectoren in Nederland is ruim 45% gesitueerd in de Maritime Delta. Kijkend naar de Maritime Delta is de grootste werkgelegenheid te vinden in de sector havens gevolgd door offshore (45% in de totale maritieme werkgelegenheid). Binnen de Maritime Delta is ongeveer de helft van de maritieme werkgelegenheid binnen de Gemeente Rotterdam en omringde gemeenten (Schiedam, Capelle a/d IJssel, Vlaardingen, Alblasserwaard en Krimpen a/d IJssel) terug te zien. Het aandeel van de Drechtsteden in de maritieme werkgelegenheid is 16%. Hierbij hebben Ablasserwaard en de Drechtsteden een groot aandeel in de werkgelegenheid in waterbouw en scheepsbouw. In de logistiek wordt ook een groei verwacht van de arbeidsvraag, waarbij in ieder geval tot en met 2025 sprake zal zijn van krapte op de arbeidsmarkt in alle regio’s binnen Nederland. Hierbij is toenemende vraag naar vrachtwagenchauffeurs, logistiek managers en coördinatoren, planners en supply chain analisten. Ook op regionaal niveau zijn er in toenemende mate vacatures gerelateerd aan transport en logistieke beroepen beschikbaar. De meest gevraagde beroepen door werkgevers zijn hierbij transportplanners en logistiek medewerkers en vrachtwagenchauffeurs. Ook uit de enquête blijkt dat er bij 98% van de deelnemende bedrijven momenteel vacatures zijn. Hierbij zijn er kansen op werk in alle vakgebieden die binnen de scope van dit onderzoek vallen, te weten elektrotechniek, elektronica, werktuigkunde, brandstoffen, ICT en transport, logistiek & distributie. Er is met name vraag naar medewerkers op MBO niveau, gevolgd door HBO niveau en <MBO niveau. Op WO niveau zijn er vrijwel geen vacatures gerelateerd aan de eerder genoemde vakgebieden.

 

Pagina 40 van 52  

Met uitzondering van brandstoffen blijkt uit dit onderzoek dat er op alle vakgebieden vraag naar werknemers is op MBO niveau. Op HBO niveau zijn er vooral mogelijkheden voor werktuigkunde, ICT, brandstoffen en transport, logistiek & distributie. Op <MBO niveau zijn er vooral vacatures op het gebied van werktuigkunde. 6.2.2 Automatisering Een groot deel van de veranderingen die zich in 2030 in de werkomgeving zullen voordoen, worden rechtstreeks veroorzaakt door technologische vernieuwingen. Met name automatisering (inclusief robotisering, autonoom transport en informatisering) heeft hier grote impact. Daarnaast spelen VR(+)/AR ontwikkelingen en nieuwe productietechnieken, materialen en ontwerpen een rol. Naar verwachting zal de arbeidsproductiviteit als gevolg van automatisering in 2018 toenemen, met rem in de groei van werkgelegenheid tot gevolg. Desondanks blijft de vraag naar technici groot en dit zal niet veranderen. Juist door automatisering is de vraag naar hoogopgeleiden en werknemers die niet-routinematige werkzaamheden verrichten is toegenomen. Het blijft onzeker of de ontwikkelingen vooral invloed zullen hebben op de banen in het middensegment. Machines zullen naast repetitief werk ook steeds meer werk van hooggeschoolden en niet-routinematig werk overnemen, waar zowel de laagopgeleiden als de hoogopgeleiden de gevolgen van ondervinden. Automatisering kan echter ook nieuwe banen opleveren, bijvoorbeeld in het ontwerpen en onderhouden van robotica. Hiermee wordt het banenverlies deels gecompenseerd. Nieuwe banen bevinden zich echter op andere plaatsen in een productieketen. Uit de enquête blijkt dat bijna 70% van de deelnemende bedrijven in de toekomst geen afname van personeelsaantallen in het bedrijf verwacht als gevolg van automatisering. In tegenstelling tot de algemene verwachting op basis van literatuur verwacht het merendeel van de deelnemende bedrijven, te weten 75%, in de toekomst geen vraag naar andere beroepen in het bedrijf als gevolg van automatisering. 6.2.3 Uitzendkrachten en ZZP’ers Anno 2030 zal de flexibilisering van de arbeidsmarkt verder zijn toegenomen. Het aantal mensen met een flexibel contract en ZZP’ers groeit. Mensen veranderen vaker van werk en vervullen verschillende functies in hun loopbaan. Op landelijk niveau zal het aantal uitzendkrachten zal de komende twee jaar toenemen, onder andere in de industrie (Kraaikamp, 2017). Meer dan 2 op 3 bedrijven die hebben deelgenomen aan de enquête maakt gebruik van uitzendkrachten voor de uitvoering van werkzaamheden. In totaal verwacht bijna de helft (48%) van de bedrijven in de toekomst een toename in uitzendkrachten binnen het bedrijf. Van de bedrijven die reeds gebruik maakt van uitzendkrachten verwacht maar liefst 64% een toename in de inzet van dit type medewerkers. Van de bedrijven die op dit moment geen gebruik maken van uitzendkrachten verwacht 14% dit in de toekomst wel te gaan doen. 6.3 Trends en ontwikkelingen t.a.v. training en opleiding Deze sectie geeft antwoord op de volgende deelvraag: Welke trends en ontwikkelingen zijn zichtbaar ten aanzien van training en opleiding? Structurele ontwikkelingen veranderen niet alleen de omvang van het benodigde personeelsbestand, maar ook de eisen die aan de werknemers die worden gesteld en de manier van organisatie van werk. Een veranderende arbeidsmarkt, automatisering en flexibilisering zorgen ervoor dat de benodigde vaardigheden voor een bepaalde baan minder vast staan.

 

Pagina 41 van 52  

De algemene trend is dat de personeelsbehoefte van organisaties verandert. Ruim de helft van de organisaties verwacht in (zeer) sterke mate specifiekere eisen te gaan stellen aan nieuwe medewerkers. De meerderheid van de Nederlandse HR-afdelingen noemt als meest urgente onderwerpen dan ook: strategische personeelsplanning, opleiding en ontwikkeling van personeel, werving en selectie van geschikt personeel en flexibilisering van het personeelsbestand. 6.3.1 Online leermethoden Organisaties, zowel privaat als publiek, bezinnen zich steeds frequenter op de toekomst omdat veranderingen zich sneller voltrekken. Daarom moeten niet alleen organisaties beweeglijker zijn, maar ook hun medewerkers. Deze context vraagt om een lerende omgeving, welke is ingericht op een leven lang leren. Trainen, opleiden en ontwikkelen worden idealiter een steeds vanzelfsprekender onderdeel van het dagelijks werk. Digitalisering zorgt voor een snelle verandering van het aanbod van geavanceerde online leersystemen en leermethoden, waarbij tijd- en plaats onafhankelijk leren mogelijk wordt. Online leermethoden worden een onmisbare trend en komen steeds beter tegemoet aan de groeiende behoefte aan leren en ontwikkelen, waarbij opleiden en werken geïntegreerd kan worden. Door meer flexibiliteit kunnen bedrijven de kennisontwikkeling van de medewerkers makkelijk inplannen in hun dagelijkse werkzaamheden. Digitalisering leidt hierbij tot kortstondige en toegespitste leermomenten. Omdat de meeste medewerkers ofwel privé ofwel tijdens het werk – of beide – online zijn, zal de grens tussen leren en werken verder vervagen. De verwachte toename in toepassing van online leermethode wordt echter niet bevestigd in de uitkomsten van de enquête. Er is onder deelnemende bedrijven namelijk weinig behoefte aan meer opleidingen/trainingen waarin leren vanaf afstand wordt gefaciliteerd door online leermethoden. Het aandeel van bedrijven dat hieraan behoefte heeft is slechts 14% tegenover 45% van bedrijven die deze behoefte niet hebben. In plaats van online leren is er juist behoefte aan meer lokaal opleidingsaanbod (zie sectie 6.5). Kijkend naar de uitkomsten per sector, per categorie van bedrijfsgrootte of leeftijdsopbouw van medewerkers per sector zijn er geen opvallende verbanden in relatie tot de behoefte aan leren vanaf afstand met behulp van online leermethoden. Het aandeel van bedrijven dat geen expliciete voorkeur heeft uitgesproken wat leren vanaf afstand met online leermethoden betreft is met 41% relatief groot. Mogelijk hebben deze respondenten werkelijk geen voorkeur wat leermethodiek betreft. Daarentegen zou er ook sprake tussen zijn van onbekendheid met de mogelijkheden van leren vanaf afstand met online leermethoden. 6.3.2 21-eeuwse vaardigheden In 2020 bezitten werknemers andere competenties dan nu. De gemiddelde technische werknemer in 2020 is opgegroeid in andere omstandigheden, waarbinnen verschillende netwerken en communicatiemiddelen een grote rol spelen. De werknemer wordt gevormd door de omgang met informatie en relaties. De werkwijze van de werknemer zal ook veranderd zijn. De nieuwe werknemer communiceert in 2020 via netwerken, waarbij technische hulpmiddelen een rol spelen. Op deze manier heeft de werknemer op een andere manier toegang tot bepaalde informatie. Anno 2020 zal een derde van de benodigde vaardigheden veranderd zijn in vaardigheden waarvan op dit moment het belang nog niet kan worden ingeschat. Hierdoor moeten werknemers flexibel zijn in carrièreverwachtingen en inspelen op veranderingen. Op deze manier wordt het ‘leven lang leren’ ook in de praktijk gebracht. De nadruk wordt gelegd op brede basiskennis en algemene competenties, waarmee beroepsonderwijs in 2020 een vormende en maatschappelijke functie vervult. Vaardigheden die van belang zullen zijn in de 21e eeuw betreffen:

Digitale vaardigheden (instrumentele vaardigheden, mediawijsheid en informatievaardigheden);

 

Pagina 42 van 52  

Denkvaardigheden (kritisch denken, probleemoplossend vermogen en creativiteit) Intrapersoonlijke vaardigheden (communicatie, samenwerking en sociale en

culturele vaardigheden); Ideatie, brede patroonherkenning en complexe concepten (het kunnen bedenken

van nieuwe ideeën en concepten). Er is behoefte aan professionals die naast inhoudelijke kennis ook over innovatievermogen beschikken en kritisch zijn. In het verlengde hiervan zouden bedrijven een flexibele ruimte moeten bieden om de basisopleiding aan te vullen met sectorspecifieke kennis en vaardigheden. In het mbo is hier al een opzet van gemaakt door de invoering van keuzedelen in het jaar 2016-2017. Dit leidt tot meer ruimte voor maatwerk in scholing. 6.3.3 Snijvlakopleidingen Bedrijfsverbanden waarin technici werken verschillen van de huidige organisatievormen. Doordat techniek vaker wordt gecombineerd met andere sectoren (bijvoorbeeld de zorg), ontstaan ook andere beroepen. Binnen het beroepsonderwijs worden snijvlakopleidingen dan ook populairder. Snijvlakopleidingen bevatten elementen van verschillende sectoren. 6.3.4 Opleidingsduur- en vorm Met betrekking tot het bereiken van het benodigde niveau van kennis en vaardigheden van medewerkers op MBO niveau blijkt uit de enquête dat voor bijna 50% van de bedrijven het behalen van een formeel MBO 4 diploma (4 jaar) nog steeds een wenselijke manier is. 43% van de respondenten geeft aan dat een formeel MBO 3 diploma plus geselecteerde technische vaardigheden op MBO 4 niveau voldoet. Ook een VMBO diploma met uitgebreide technische vaardigheden op MBO 3 of 4 niveau behoort echter tot de mogelijkheden. Op MBO+ niveau geeft 47% van de bedrijven aan dat een verkort 2-jarig HBO diploma plus geselecteerde technische vaardigheden op HBO niveau de beste manier is. Dit past in de algemene trend waarin een toename van het aandeel van korte opleidingen in de markt zichtbaar is, waarbij het opvallend is dat ruim de helft van de opleidingen die worden aangeboden in de markt, niet zorgen voor een wettelijk, branche- of beroepscertificaat. 35% van de bedrijven geeft aan dat een MBO 4 diploma plus uitgebreide technische vaardigheden op HBO niveau volstaat. Deze type diploma’s verkiezen de voorkeur boven een MBO 3 of 4 diploma met geselecteerde technische vaardigheden op MBO 4 of HBO niveau, een verkort 2-jarig HBO diploma of formeel 4-jarig HBO diploma. 6.4 Algemene- en vakmatige kennis & gedragsmatige competenties Deze sectie geeft antwoord op de volgende deelvraag: Welke algemene kennis, vakmatige kennis en gedragsmatige/cognitieve competenties ontbreken op dit moment en/of naar verwachting in de toekomst bij werknemers in de maritieme, technische en logistieke sector, en op welke opleidingsniveaus? 6.4.1 Algemene kennis Wat algemene kennis betreft is er bij bijna 70% van de bedrijven in de huidige situatie een tekort aan kennis onder medewerkers. Dit geldt met name voor de onderwerpen communicatie, projectmanagement, duurzaamheid, talen en wiskunde. Ten aanzien van duurzaamheid blijkt uit literatuur dat de aandacht voor dit onderwerp toeneemt. Aspecten die centraal staan op dit gebied in de maritieme, logistieke en technische sector betreffen onder meer de energietransitie, circulaire economie en zorg voor natuur, milieu en grondstoffen. Op dit moment is er het minste tekort aan kennis op het gebied van dienstverlening en veiligheid.

 

Pagina 43 van 52  

Ook in de toekomst wordt door bijna 2 op 3 bedrijven een tekort aan kennis, vooral op het gebied van bedrijfsmatig inzicht. Daarnaast is de verwachting dat er met name een tekort aan kennis zal zijn met betrekking tot van duurzaamheid, gevolgd door communicatie, projectmanagement en wiskunde. Net als op dit moment het geval is, wordt slechts in lage mate een tekort aan kennis verwacht ten aanzien van dienstverlening. Dit geldt tevens voor advisering, veiligheid, productie- en onderhoudssystemen. Ook ten aanzien van talen wordt een kennistekort verwacht. Het gegeven dat Nederlandse en Engelse taalbeheersing voor maar liefst 98% en 81% van de bedrijven van belang is, onderstreept het belang van verhoging van taalbeheersing onder medewerkers. Engelse taalbeheersing onder medewerkers is hierbij met name van belang bij internationaal opererende bedrijven. 6.4.2 Vakmatige kennis Meer dan 75% van de bedrijven verwacht tussen nu en 5 jaar een tekort aan medewerkers met vakinhoudelijke kennis. Binnen alle sectoren verwacht de meerderheid van de bedrijven tussen nu en 5 jaar een tekort aan personeel met vakmatige kennis. Slechts 14% van de bedrijven geeft aan dat het huidige opleidingsaanbod over het algemeen inhoudelijk voldoende aansluit op de huidige behoeften voor de sector waarin deze bedrijven actief zijn. Het betreft bedrijven die werkzaam zijn in de volgende sectoren: binnenvaart (67%), installatietechniek (17%), scheepsbouw (13%), maritieme toeleveranciers & dienstverlening (13%). Echter is er geen enkele sector waarin sprake is van volledige aansluiting van het huidige opleidingsaanbod op de huidige behoefte van bedrijven. Het aandeel van bedrijven dat aangeeft dat het huidige opleidingsaanbod over het algemeen inhoudelijk niet goed aansluit op de huidige behoeften voor de sector waarin deze bedrijven actief zijn is 43%. Het betreft bedrijven uit alle sectoren die onderdeel zijn van dit onderzoek, met uitzondering van de sector agro-industrie/agrotechniek (waarbij geen expliciete voorkeur naar voren is gekomen). Met name grote bedrijven spreken van onvoldoende aansluiting van het huidige opleidingsaanbod op de behoefte vanuit de markt. Ook in het geval van middelgrote, kleine en micro bedrijven zijn er meer bedrijven van mening dat het huidige opleidingsaanbod inhoudelijk niet goed aansluit op de behoefte van deze bedrijven dan dat er wel sprake is van goede aansluiting. Zowel in de huidige situatie als in de toekomst is er behoefte aan meer vakkennis in meerdere vakgebieden. Op dit moment ontbreekt vooral vakkennis onder medewerkers op het gebied van beheersing van vervoersmiddel (transport, logistiek & distributie), duurzame energie (brandstoffen) en installatietechniek (elektrotechniek). Ook in de toekomst is er naar verwachting vooral tekort aan vakkennis in relatie tot installatietechniek en beheersing van vervoersmiddel, gevolgd door programmeren (ICT). Zowel in de huidige situatie als in de toekomst is er met name behoefte aan het vergroten van vakkennis op MBO niveau gevolgd door <MBO en HBO niveau. Opvallend hierbij is dat er vooral in de toekomst een tekort aan vakkennis op HBO niveau wordt verwacht. Deze uitkomst is passend bij verwachting en trend dat de Nederlandse beroepsbevolking steeds hoger is opgeleid. Een overzicht van de 10 meest gevraagde vakmatige onderwerpen, inclusief vermelding van vakgebied en opleidingsniveau, is weergegeven in Tabel 3. Top 10 van onderwerpen waarbij tekort aan vakkennis is geïdentificeerd naar totaal van de diverse onderscheiden vakgebieden in Hardinxveld-Giessendam en omliggende gemeenten voor zowel de huidige situatie als de toekomst.

 

Pagina 44 van 52  

Ran-king

Vakgebied Benodigde vakkennis: huidige situatie

Gewenst opleidingsniveau

Vakgebied Benodigde vakkennis: in de toekomst

Gewenst opleidingsniveau

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

1 Transport, Logistiek & Distributie

Beheersing van vervoersmiddel

<MBO & HBO

MBO & WO

Elektrotechniek Installatietechniek

MBO HBO

2 Brandstoffen Duurzame energie

HBO MBO Transport, Logistiek & Distributie

Beheersing van vervoersmiddel

MBO <MBO, HBO & WO

3 Elektrotechniek Installatietechniek

MBO <MBO ICT Programmeren MBO HBO

4 Werktuigkunde Lastechnieken MBO & <MBO

Brandstoffen Duurzame energie

MBO HBO

5 Werktuigkunde Solartechniek MBO <MBO Elektronica Basis elektronica MBO <MBO & HBO

6 Elektronica Automatisering MBO <MBO Elektronica PLC systemen MBO & HBO

7 Werktuigkunde Tekeningen lezen

MBO <MBO ICT Informatisering MBO HBO

8 Elektrotechniek Frequency drives

MBO <MBO Werktuigkunde Voortstuwing MBO HBO

9 Elektronica PLC systemen MBO HBO Werktuigkunde Lastechnieken MBO <MBO 10 Elektrotechniek Electromotore

n MBO <MBO

& HBO Werktuigkunde Aandrijftechniek MBO HBO

Tabel 3. Top 10 van onderwerpen waarbij tekort aan vakkennis is geïdentificeerd naar totaal van de diverse onderscheiden vakgebieden in Hardinxveld‐Giessendam en omliggende gemeenten 

Wanneer een vergelijking wordt gemaakt tussen vakgebieden met goede kansen wat werkgelegenheid betreft en de top 10 vakgebieden waarin bedrijven aangeven dat er sprake is van kennistekort onder medewerkers worden veelal dezelfde vakgebieden genoemd. Ten aanzien van techniek gaat het hierbij om de vakgebieden elektrotechniek, elektronica en werktuigkunde. In relatie tot transport, logistiek & distributie is er een link tussen de vraag naar chauffeurs en de behoefte aan meer kennis wat beheersing van vervoersmiddel betreft. Ook met betrekking tot ICT zijn er goede kansen ten aanzien van werkgelegenheid en is er tegelijkertijd sprake van vakmatig kennistekort. 6.4.3 Gedragsmatige competenties In de literatuur is veel aandacht voor algemene 21-eeuwse vaardigheden. De uitkomsten van de enquête bevestigen het belang van dergelijke vaardigheden. Naast 21-eeuwse vaardigheden zijn ook klantgerichtheid, adaptief vermogen en concentratievermogen meegenomen in het onderzoek. Uit de enquête komt naar voren dat met name vaardigheden in klantgerichtheid, samenwerken en probleemoplossend vermogen als zeer belangrijk worden ervaren. Vaardigheden die het minst van belang worden geacht (maar gemiddeld genomen niet onbelangrijk) betreffen mediawijsheid, ondernemerschap en informatievaardigheid. Naast klantgerichtheid blijkt uit literatuur dat sociale vaardigheden, creativiteit, en ondernemerschap steeds belangrijker worden gevonden in technische beroepen. In logistieke functies worden sociale en communicatieve vaardigheden, project- en tijdmanagement en analytische vaardigheden genoemd als belangrijke functie-eisen (op HBO niveau).

 

Pagina 45 van 52  

6.5 Regionaal opleidingsaanbod Deze sectie geeft antwoord op de volgende deelvraag: In hoeverre is er behoefte aan maritiem, technisch en logistiek opleidingsaanbod in de regio? Kijkend naar het huidige opleidingsaanbod op maritiem gebied (inclusief techniek en logistiek) en de regio’s waar dit wordt aangeboden heeft de Maritime Delta met name door de aanwezigheid van STC Group een dominante positie. Ook wanneer wordt gekeken naar aantallen studenten die een maritieme opleiding worden heeft de Maritime Delta een strategische rol in het opleiden van personeel in de maritieme sector (inclusief techniek en logistiek). Hierbij volgt meer dan twee derde van de instromende studenten een opleiding op MBO niveau. In de Maritime Delta worden dergelijke opleidingen op middelbaar beroepsniveau naast STC Group ook aangeboden door Albeda College, Zadkine College en Da Vinci College. Bouwmensen biedt opleidingen aan welke zijn gerelateerd aan de bouwsector. Brede technische opleidingen die worden aangeboden betreffen metaalbewerken, elektrotechnische installaties- en systemen, middenkader engineering, mechatronica, werktuigkundige installaties (montage), grond-, water- en wegenbouw, service- en onderhoudstechniek, precisietechniek, infratechniek, koude en klimaatsystemen, en mechatronische systemen. Maritieme opleidingen die op MBO niveau worden aangeboden in de Maritieme Delta betreffen bootsman, binnenvaart, scheeps-en jachtbouwkundige, visserij officier, stuurman werktuigkundige, planner wegtransport, havenlogistiek, coördinator havenoperaties, maritiem waterbouwer, baggermeester, SMBW, koopvaardij officier kleine schepen en koopvaardij officier alle schepen. Op HBO niveau worden de opleidingen technische vervoerskunde en logistiek, logistiek en economie, civiele techniek, scheepsbouwkunde en maritiem officier aangeboden in de Maritime Delta. Binnen de Drechtsteden worden MBO en HBO enkele van de hierboven genoemde opleidingen verzorgd op het gebied van techniek, logistiek en bouw. 57% van de aan de enquête deelnemende bedrijven geeft echter aan dat er behoefte is aan meer vakinhoudelijk opleidings-en trainingsaanbod in de regio voor de sector waar deze bedrijven actief zijn. Hierbij dient te worden opgemerkt dat 29% geen expliciete voorkeur wat vakinhoudelijk opleidings-en trainingsaanbod in de regio betreft. Daarmee heeft slechts 14% van de deelnemende bedrijven geen behoefte aan uitbreiding van het vakinhoudelijke opleidings-en trainingsaanbod in de regio. In elk van de gemeenten staat het merendeel van bedrijven positief of neutraal tegenover meer vakinhoudelijk opleidings- en trainingsaanbod in de regio. Er is geen enkele gemeente met een meerderheid van bedrijven dat geen behoefte heeft aan uitbreiding van het vakinhoudelijke opleidings- en trainingsaanbod in de regio. 6.6 Investeren in opleiding en training Deze sectie geeft antwoord op de volgende deelvraag: In welke mate en op welke wijze zijn bedrijven in de maritieme, technische en logistieke sector bereid om te investeren in opleiding en training voor (toekomstige) medewerkers? De bereidheid van bedrijven om te investering in opleiding en training van medewerkers is sectorbreed relatief hoog. Soms hebben bedrijven hiervoor een vast opleidingsbudget. In het afgelopen jaar heeft bijna 80% van de bedrijven geïnvesteerd in opleiding of

 

Pagina 46 van 52  

training van een of meerdere medewerkers op technisch gebied, met name op MBO niveau (51%). 90% van de bedrijven verwacht in de komende 5 jaar dat jaarlijks medewerkers worden opgeleid of getraind op technisch gebied. Naar verwachting zal opleiding en training vooral plaatsvinden op MBO niveau, gevolgd door HBO niveau en <MBO niveau. Op WO niveau zal naar verwachting geen opleiding of training plaatsvinden. Sinds de economische crisis is in alle sectoren het aantal BBL-leerlingen sterk gedaald. Door de crisis waren er minder BBL-plaatsen bij werkgevers en studenten kozen vaker voor BOL (Beroeps Opleidende Leerweg) in het MBO. Hierin lijkt verandering te komen. Uit de enquête blijkt namelijk dat bedrijven sectorbreed veelal bereid zijn om te investeren in stagiaires en potentieel toekomstige medewerkers. Circa 80% van de deelnemende bedrijven is reeds een erkend leerbedrijf voor BBL opleidingen en/of heeft wel eens stagiaires in dienst. In de komende 5 jaar verwacht 76% van de bedrijven gemiddeld per jaar pas afgestudeerde medewerkers aan te nemen. Bij deze bedrijven worden naar verwachting jaarlijks 1 tot 10 pas afgestudeerde medewerkers aangenomen. Naarmate het bedrijf groter is worden ook meer pas afgestudeerden aangenomen. Wanneer een MBO opleiding zou worden opgericht voor toekomstig personeel in de gemeente waar bedrijven zijn gevestigd, is bijna 75% van de bedrijven bereid om daarin te investeren. Bedrijven geven aan met name te kunnen bijdragen door het aanbieden van stageplekken aan studenten, het aannemen van BBL studenten en het delen van kennis. Uit voorgaande paragraaf blijkt het creëren van een werkplek voor stagiaires en BBL studenten al op aanzienlijke schaal te gebeuren. Nieuwere vormen waarmee bedrijven een bijdrage kunnen leveren – zoals het aanleveren van hybride docenten- lijken (op dit moment) minder gangbaar te zijn. Minder dan 10% van de bedrijven staat open voor het leveren van een financiële bijdrage. 6.7 Conclusie Al met al zijn er voor Hardinxveld-Giessendam en omliggende gemeenten kansen om de aansluiting tussen het opleidingsaanbod en de opleidingsbehoeften onder bedrijven te vergroten kijkend naar de aansluiting tussen opleiding, werkervaring en competenties van werkzoekenden of medewerkers bij de wensen van de werkgever. Daarbij dient in ogenschouw te worden genomen dat de Nederlandse beroepsbevolking steeds hoger is opgeleid. De verwachting van bedrijven is dat zij in de toekomst in de regio gevestigd blijven, waarmee met investeringen in regionaal opleidings- en trainingsaanbod een lange termijn bijdrage geleverd kan worden. Gunstig hierbij is bereidheid van bedrijven om te investeren in training/opleiding van medewerkers en lokaal opleidingsaanbod. In dit kader zijn vooral werkzoekenden en medewerkers op MBO niveau –waaruit het merendeel van het regionale personeelsbestand bestaat- en HBO niveau een interessante doelgroep: enerzijds met oog op kansen op de arbeidsmarkt op dit opleidingsniveau -door stijgende werkgelegenheid en krapte in technische en logistieke beroepen- en ontbrekende vakkennis bij medewerkers. Anderzijds zijn er kansen voor deze groep om specifieke kennis en vaardigheden te verhogen tot HBO niveau en daarmee te voldoen aan de toenemende vraag naar hoger opgeleid personeel in de toekomst. Op regionaal niveau zijn er met name vacatures voor technische beroepen, waarbij arbeidskrapte zich met name voordoet op middelbaar en hoog niveau. Op HBO niveau worden onder meer knelpunten verwacht in richtingen elektrotechniek, elektronica, materiaalkunde, procestechniek en werktuigbouw. Op MBO niveau worden vooral problemen tussen vraag en aanbod verwacht in de branche procesindustrie.

 

Pagina 47 van 52  

Ondanks automatisering blijft de vraag naar technici groot en er ontstaan nieuwe beroepen. Ook zijn er in toenemende mate vacatures gerelateerd aan transport en logistieke beroepen beschikbaar, met name in de beroepen transportplanner, logistiek medewerker en vrachtwagenchauffeurs. Wanneer een vergelijking wordt gemaakt tussen vakgebieden met goede kansen wat werkgelegenheid betreft en de top 10 vakgebieden waarin bedrijven aangeven dat er sprake is van kennistekort onder medewerkers worden veelal dezelfde vakgebieden genoemd. Ten aanzien van techniek gaat het hierbij om de vakgebieden elektrotechniek, elektronica en werktuigkunde. In relatie tot transport, logistiek & distributie is er een link tussen de vraag naar chauffeurs en de behoefte aan meer kennis wat beheersing van vervoersmiddel betreft. Ook met betrekking tot ICT zijn er goede kansen ten aanzien van werkgelegenheid en is er tegelijkertijd sprake van vakmatig kennistekort. Bij de meerderheid van de bedrijven in en om Hardinxveld is er niet alleen kennistekort op vakmatig gebied, maar ook ten aanzien van algemene onderwerpen onder medewerkers. Daarnaast is er vanuit de markt vraag naar medewerkers met beheersing van diverse 21-eeuwse vaardigheden. Een misschien wat verontrustende conclusie die uit de survey kan worden getrokken is dat 75% van de bedrijven aangeeft geen veranderende vraag van beroepen te verwachten, terwijl de algemene opinie is dat technologie zich snel ontwikkeld en met grote zekerheid de beroepen zal veranderen in de nabije toekomst. Waar in de zorg het eenvoudiger is om in te zien hoe technologische ontwikkelingen de beroepen veranderen, denk aan apps voor het monitoren van de gezondheid en de smart ziekenhuiskamer, is het in de scheepsbouw en maritieme dienstverlening dit moeilijker te voorzien. Wel wordt ingezien dat de geleverde technologie in de eindproducten onderhevig zijn aan technologische ontwikkelingen en vandaar de vraag naar hoger en specialistisch opgeleid personeel om deze technologie te kunnen toepassen in die eindproducten of dienstverlening. Kijkend naar de vorm en invulling van opleidingen en trainingen is het tevens van belang rekening te houden met de behoefte van bedrijven aan opleiding/trainingsaanbod met geselecteerde technische vaardigheden en op HBO niveau ook met een kortere opleidingsduur. Doordat techniek vaker wordt gecombineerd met andere sectoren ontstaan ook andere beroepen, waardoor snijvlakopleidingen populairder worden. Een vraagstuk blijft de rol van online leermethoden, waarbij de algemene verwachting is dat de vraag hiernaar toeneemt, terwijl de regionale markt hier geen expliciete behoefte in uitspreekt. Om de discrepantie op de arbeidsmarkt structureel aan te pakken is verbeterde aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt noodzakelijk. De aansluitingsproblematiek zit hem in het door het onderwijsinstellingen afgeleverde goed gekwalificeerde MBO 4 kandidaten en de vraag vanuit de industrie voor specifieke vaktechnische kennis op HBO niveau. Deze vaktechnische kennis ligt vooral in de veranderende technologieën en vragen om een niet formele gesegmenteerde kennisverhoging. Kortom een MBO 4 medewerker met een specialisatie door kwalitatief vaktechnische cursussen op HBO niveau. De grootste voorkeur vanuit het bedrijfsleven is een formele 2 jarige HBO opleiding (Associate Degree) met kwalitatief vaktechnische cursussen op HBO niveau. In deze formele onderwijs diplomering kunnen een aantal vaktechnische cursussen worden meegenomen om dit diploma te behalen.

 

Pagina 48 van 52  

Daarbij kunnen we voor de gemeente Hardinxveld-Giesendam en de omliggende Drechtsteden observeren dat een basis van mensen op minimaal een MBO 4 niveau die in de regio willen werken en leren noodzakelijk is om aan de behoefte van gekwalificeerde mensen te kunnen voldoen. Dit niveau is de instroom voor de vaktechnische cursussen op HBO niveau, of voor de combinatie met een 2 jarig HBO diploma. Voor deze doelgroep in de regionale arbeidsmarkt zijn de vakgerichte technische specialisatie cursussen en de 21-eeuwse algemene vaardigheden van grote toegevoegde waarde. Ook komen deze MBO 4 gediplomeerde in aanmerking voor een 2 jarige HBO opleiding waarvan de associate degree voor meet & regeltechniek vanuit Dordrecht een goed voorbeeld is. De directe instroom op MBO 4 niveau voor vervolg opleiding en training is afhankelijk van de MBO 4 opleidingen in de regio. In en rondom Hardinxveld-Giesendam zijn deze voornamelijk gericht op bouw en installatietechniek. Ook zal door de hoge vacature graad in de groeiende bouw industrie een sterke competitie ontstaan om deze jonge mensen in een andere sector aan te nemen en vervolgens te motiveren voor een vervolg opleiding welke mogelijk in een ander vakgebied ligt als waarin opgeleid. Uiteraard bied dit ook kansen voor bedrijven in het bieden van groeiperspectief. In de indirecte instroom voor MBO vervolgopleidingen, zei het de 2-jarig HBO opleiding of specialistische vaktechnische cursussen, liggen kansen. Volwassenen die reeds werkzaam zijn bij bedrijven in de regio of die zijinstromen vanuit andere sectoren kunnen via korte overzichtelijke cursussen en opleidingen direct inzetbaar zijn voor de industrie, aannemen dat ze een MBO 4 niveau diploma hebben behaald of op het niveau acteren. In het kader van de vergrijzing en de verschuivende pensioenleeftijd kan hiermee het bestaande personeelsbestand meegroeien met de technologische ontwikkelingen in de maritieme sector. Dit zou passen in een HRM beleid van de sector waarin wordt aangenomen dat het type beroepen op de middellange termijn niet zal veranderen, wel technisch inhoudelijk. Met een lage directe instroom in het MBO onderwijs, en een stabiele, maar competitieve, arbeidsmarkt voor de maritieme technische beroepen, is het antwoord een toename stimuleren van mensen op een MBO 4 niveau in de regio. Dit kan door aansluiting te vinden met VMBO opleidingen en schoolverlatende jongeren te enthousiasmeren voor een BBL of BOL deeltijd opleiding naast een baan in de sector. Hierbij moet het bedrijfsleven participeren zodat in een periode van 4 tot 5 jaar een MBO 4 personeelslid hebben die of al bepaalde vakspecialisaties heeft meegekregen in dat traject, of gereed is voor een vervolg traject MBO+/HBO. We hebben kunnen concluderen dat bedrijven willen investeren in mensen doormiddel van een budget voor opleiden en trainen en het tewerkstellen van BBL studenten. De opleidingssector dient wel opleidingen en trainingen effectief en flexibel aan te bieden. Vooral dienen opleidingen en trainingen voor de bedrijven een hoge effectiviteit te hebben. De toepasbaarheid en toegevoegde waarde moet in het werk en de organisatie merkbaar zijn. Dat is de vernieuwing die opleiders moeten brengen om regionaal opleiden voor de industrie succesvol te maken. In het volgende hoofdstuk zullen een aantal aanbevelingen worden gegeven voor opleiders en bedrijven in de sector. 

 

Pagina 49 van 52  

Hoofdstuk 7: Aanbevelingen Op basis van de discussie van de uitkomsten van het onderzoek en daaruit getrokken conclusies kunnen twee principiële aanbevelingen worden gegeven. De maritieme en aanverwante sectoren zijn in beweging en er zijn een aantal differentiaties tussen wat het huidige onderwijssysteem levert en wat het bedrijfsleven vraagt. Deze differentiatie zit hem niet in de kwaliteit van het onderwijs, wel in het gewenste niveau van de werknemers. Dit niveau dient na schoolverlaten en in dienst zijn bij een technologisch bedrijf zich verder te ontwikkelen en uit zich in een door de sector gewenst MBO+ of associate degree / 2-jarig HBO niveau. Daarnaast hebben de medewerkers ook meer gespecialiseerde vakkennis nodig om binnen hun organisatie specialistische werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Een formeel onderwijsprogramma kan nooit op alle vakken en specialisaties de benodigde diepgang verkrijgen. Hieruit concluderen we dat leven-lang-leren belangrijk is en dat de opleidingsmarkt het bedrijfsleven kan ondersteunen door de differentiatie in de sector in kaart te brengen en is een schaaleconomie met de bedrijven in de regio belangrijk om opleiden financieel haalbaar te maken. Ook is een kennis input vanuit de industrie noodzakelijk om de vakspecialisatie te kunnen in vullen en de effectiviteit van opleiden te realiseren. Aanbeveling 1 Opleiders dienen cursussen innovatief en flexibel e verzorgen op MBO+ niveau voor de regio. Deze cursussen dienen minder tijd- en plaatsgebonden te zijn en waar nodig op locatie in de regio te zijn. De inhoud moet duidelijk afgestemd zijn op de behoefte van de bedrijven, waar mogelijke maatwerk en in nauwe samenwerking met de bedrijven ontwikkeld. Hierdoor verkrijgt een cursus het gewenste niveau en verwachte effectiviteit voor de bedrijven. Dit vraagt een sector gerichte samenwerkingssystematiek tussen bedrijven en opleiders waar behoefte kan worden geïnventariseerd en aanbod worden afgestemd. Technologie zoals een regionaal sectoraal internetplatvorm met de juiste functionaliteiten kan de stakeholders hierin binden. Aanbeveling 2 Er is een duidelijke vraag naar een 2-jarige HBO opleiding in een technische richting. Een initiatief binnen de meet en regeltechniek is gestart in Dordrecht welke aansluit op een gedefinieerde behoefte. Gezien de scheepsbouw activiteiten in de regio is een 2-jarige onbekostigde HBO scheepsbouw opleiding geadviseerd. De mogelijkheid moet hierin bestaan om deze modulair aan te bieden. Dit geeft de mogelijkheid om de opleiding voor een individu over een langere periode uit te smeren. Ook kunnen dan alleen specialistische modules worden afgenomen zonder de gehele opleiding te hoeven doen. De uitvoer dient aanbeveling 1 te volgen. Aanbeveling 3 De eerste 2 aanbevelingen dragen zorg voor het leven-lang-leren voor de mensen die participeren in de huidige arbeidsmarkt. Om de instroom naar een MBO niveau in de maritieme sector in de toekomst oor de regio te borgen is een BBL opleiding in een maritieme techniek of algemeen technische opleiding (AOT) aanbevolen. Deze kan worden gevoed via directe instroom vanuit regionale VMBO’s en in nauwe samenwerking vanuit het bedrijfsleven. Samen met de opleiders en de bedrijven kan een langere termijn BBL opleidingsplan worden opgesteld waarin kwaliteit en flexibiliteit belangrijk dienen te zijn. Ook bestaat dan de mogelijkheid om indirecte instroom in het BBL traject te arrangeren, of bepaalde medewerkers aan specifieke lessen te laten deelnemen en af te sluiten met bijv. een certificaat. Hierdoor ontstaat wederom een betere kosten efficiency van de opleiding zelf.

 

Pagina 50 van 52  

Tot slot Samenwerking met alle stakeholders in de regio is belangrijk om een opleidingsbeleid voor de bedrijven en de mensen in de regio duurzaam te borgen. Bedrijven en de gemeentelijke politiek werken mee aan de verschillende initiatieven zoals dit onderzoek gestart vanuit de gemeente Hardinxveld-Giesendam, de Maritieme Leertuin vanuit Alblasserwaard-Vijfheerenlanden, en de gemeente Dordrecht die het initiatief breder wil trekken. Opleiders die nauw betrokken zijn bij de maatschappelijke doelstellingen van de regio, de mensen en de bedrijven moeten aansluiten. Dit is uiteindelijk het bestaansrecht van onderwijs, opleiden en trainen. Opleiders en onderwijsinstituten dienen de door de politieke macrodoelmatigheidsrichtlijnen zoals opgesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen correct te interpreteren en waar nodig in onderlinge samenwerkingsvormen het maatschappelijke doel te laten zegenvieren. Dat is opleiden en trainen voor de mensen waardoor zij zelf een grotere waarde hebben in de arbeidsmarkt en bedrijven hun graag willen hebben. Bij het zorgen voor een macrodoelmatig opleidingsaanbod gaat het om evenwichtige afwegingen tussen drie perspectieven:

4. Vanuit het perspectief van de arbeidsmarkt gaat het om de aansluiting van het aanbod bij de (kwalitatieve en kwantitatieve) arbeidsmarktvraag vanuit het bedrijfsleven.

5. Vanuit het perspectief van de deelnemer gaat het om de toegankelijkheid van het beroepsonderwijs.

6. Vanuit zowel de onderwijsinstelling als de overheid gaat het om de efficiency.  Bij het zorg dragen voor een macrodoelmatig opleidingsaanbod, is sprake van een spanningsveld tussen deze drie perspectieven. Bijvoorbeeld, wanneer de arbeidsmarktrelevantie de nadruk krijgt bij het vormgeven van het aanbod, staat de toegankelijkheid van het stelsel voor de deelnemers mogelijk onder druk. Immers, het opleidingsaanbod versmalt mogelijk, waardoor deelnemers geen passende opleiding kunnen vinden en volgen. In de context van dit rapport en de regionale initiatieven is opleiden en trainen in de regio juist voor een grotere doelgroep, zij het gesegmenteerd voor de belangrijke maritieme sector, en zal door de opzet van modulair opleiden/trainen een grotere toegankelijk kunnen worden gerealiseerd. Daarbij kot dat in de regio specifieke maritieme opleidingen niet voorhanden zijn, maar wek gevraagd. Een ander belangrijk punt is de toegankelijkheid van het beroepsonderwijs. Indien bij het vormgeven van het aanbod de toegankelijkheid prioriteit heeft, staat de efficiency binnen de onderwijsinstellingen onder druk. Indien voor specifieke doelgroepen een onderwijsaanbod op maat moet worden gecreëerd en het onderwijs geflexibiliseerd wordt, gaat dat ten kosten van de efficiency. Hier verwijst de macrodoelmatigheid naar gesubsidieerd, of bekostigd, onderwijs. Er is in dit rapport geconstateerd dat de toegankelijkheid van MBO maritiem onderwijs in de regio Drechtsteden laag is, studenten moeten buiten hun gemeente reizen om een maritieme MBO opleiding te kunnen volgen. Het zoeken is naar een verhoogde toegankelijkheid om maritiem en technisch onderwijs naar de regio te brengen. Daarbij speelt (kosten) efficiency geen rol gezien het feit dat bedrijven aangeven dit te willen bekostigen onder een aantal voorwaarden zoals efficiency en effectiviteit van opleiden. In de Nederlandse situatie is de doelmatigheidsvraag vooral een regionaal vraagstuk. De lijn die het ministerie volgt is die van regionale afstemming en overeenstemming tussen aanbieders die onderling het aanbod bepalen. Dit is dan een belangrijke taak van de onderwijsinstellingen in de regio die nu moeten aanhaken bij de initiatieven in de regio.

 

Pagina 51 van 52  

Bijlage 5: Behoefte aan vakmatige kennis: huidige situatie & toekomst  Hieronder is per vakgebied aangegeven op welke gebieden de mate van kennistekort onder medewerkers bij bedrijven in Hardinxveld-Giessendam en omliggende gemeenten het hoogste is en op welk opleidingsniveau. Daarbij is gekeken naar de huidige situatie alsook de toekomst.  Vakgebied: Electrotechniek Ranking Benodigde

vakkennis: huidige situatie

Gewenst opleidingsniveau

Benodigde vakkennis: in de toekomst

Gewenst opleidingsniveau

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

1 Installatietechniek MBO <MBO Installatietechniek MBO HBO 2 Solartechniek MBO <MBO Electromotoren MBO HBO 3 Frequency drives MBO <MBO Solartechniek MBO 4 Electromotoren MBO <MBO &

HBO Frequency drives MBO &

HBO

5 Aggregaten MBO <MBO, HBO & WO

Aggregaten MBO

Vakgebied: Elektronica Ranking Benodigde

vakkennis: huidige situatie

Gewenst opleidingsniveau

Benodigde vakkennis: in de toekomst

Gewenst opleidingsniveau

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

1 Automatisering MBO <MBO Basis elektronica MBO <MBO & HBO

2 PLC systemen MBO HBO PLC systemen MBO & HBO

3 Basis elektronica MBO <MBO & HBO

Automatisering MBO & HBO

4 Electronische controle systemen

MBO <MBO, HBO, WO

Sensoren en actuatoren

<MBO & MBO

5 Sensoren en actuatoren

MBO <MBO & HBO

Meetsystemen MBO HBO

Vakgebied: Werktuigkunde Ranking Benodigde

vakkennis: huidige situatie

Gewenst opleidingsniveau

Benodigde vakkennis: in de toekomst

Gewenst opleidingsniveau

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

1 Lastechnieken MBO & <MBO

Voortstuwing MBO HBO

2 Tekeningen lezen MBO <MBO Lastechnieken MBO <MBO 3 Materiaalkunde <MBO, MBO

& HBO Montagetechnieken <MBO &

MBO

4 Aandrijftechniek MBO HBO Aandrijftechniek MBO HBO 5 Voortstuwing MBO HBO Koeltechniek MBO <MBO &

HBO Vakgebied: Brandstoffen Ranking Benodigde

vakkennis: huidige situatie

Gewenst opleidingsniveau

Benodigde vakkennis: in de toekomst

Gewenst opleidingsniveau

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

1 Duurzame energie

HBO MBO Duurzame energie

MBO HBO

2 Brandstofcellen HBO MBO Brandstofcellen MBO HBO 3 Veiligheid MBO <MBO Veiligheid MBO <MBO &

 

Pagina 52 van 52  

HBO 4 Gevaarlijke

stoffen MBO <MBO Gevaarlijke

stoffen MBO <MBO &

HBO 5 LNG & Bunkeren MBO & HBO Milieukunde MBO HBO Vakgebied: ICT Ranking Benodigde

vakkennis: huidige situatie

Gewenst opleidingsniveau

Benodigde vakkennis: in de toekomst

Gewenst opleidingsniveau

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

1 Programmeren MBO HBO Programmeren MBO HBO 2 Informatisering MBO HBO Informatisering MBO HBO 3 Smart industry MBO HBO Smart industry MBO HBO 4 Cyber security HBO MBO Cyber security MBO &

HBO

5 Intelligente scheepsherkenning

<MBO & MBO

Vessel Traffic Management systems

MBO HBO

Vakgebied: Transport, logistiek & distributie Ranking Benodigde

vakkennis: huidige situatie

Gewenst opleidingsniveau

Benodigde vakkennis: in de toekomst

Gewenst opleidingsniveau

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

Meest gevraagd

Op 1 na meest gevraagd

1 Beheersing van vervoersmiddel

<MBO & HBO

MBO & WO

Beheersing van vervoersmiddel

MBO <MBO, HBO & WO

2 Inkoop MBO <MBO & HBO

Inkoop MBO <MBO

3 Transportplanning MBO <MBO & HBO

Transportplanning MBO HBO

4 Productieplanning MBO <MBO SCM (algemeen) MBO HBO 5 Logistieke

concepten (algemeen)

MBO HBO Logistieke concepten (algemeen)

MBO & HBO