Staatsinrichting 3+4 1848-1920

12
Staatsinrichting 3+4 1848-1920 Kiesrecht Schoolstrijd/ Pacificatie Verzuiling

description

Staatsinrichting 3+4 1848-1920. Kiesrecht Schoolstrijd/ Pacificatie Verzuiling. Exameneis. uitleggen waarom bepaalde groepen in de samenleving aan het eind van de 19e eeuw zich tot liberalisme, socialisme, christelijk politiek denken dan wel feminisme aangetrokken voelden. Exameneisen. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Page 1: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Staatsinrichting 3+41848-1920

Kiesrecht

Schoolstrijd/ Pacificatie

Verzuiling

Page 2: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Exameneis

uitleggen waarom bepaalde groepen in de samenleving aan het eind van de 19e eeuw zich tot liberalisme, socialisme, christelijk politiek denken dan wel feminisme aangetrokken voelden

Page 3: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Exameneisen beschrijven hoe de toenemende politieke en

maatschappelijke participatie van burgerij, protestanten, rooms-katholieken, arbeiders en vrouwen in de tweede helft van de 19e eeuw leidde tot bewustwording van eigen identiteit en tot (verdere) emancipatie van deze groepen:

- streven naar uitbreiding van kiesrecht/ algemeen kiesrecht/ actief en passief kiesrecht/ van districtenstelsel naar evenredige vertegenwoordiging/ kiesdeler

- financiële gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs/ schoolstrijd/ Pacificatie van 1917

- ontstaan verzuiling in partijen/ media/ onderwijs/ verenigingsleven/ vakbonden

Page 4: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Algemeen Kiesrecht

1848 – 1887: Censuskiesrecht 1887: Afschaffing censuskiesrecht

• Nog wel enkele persoonlijkheid eisen 1917: Alle mannen kregen kiesrecht 1917: vrouwen krijgen passiefkiesrecht

• Gekozen worden 1919: Vrouwen krijgen actiefkiesrecht

• Mogen kiezen

Page 5: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Van districtenstelsel naar evenredige vertegenwoordiging Districtenstelsel:

Kiesstelsel waarbij Nederland in evenveel districten is verdeeld als er Kamerzetels zijn. Per district kan één politicus de vertegenwoordiger worden.

Evenredige vertegenwoordiging:Kiesstelsel waarbij iemand een Kamerzetel krijgt als hij of zij de kiesdeler haalt.Dit werd in 1917 ingevoerd.

Page 6: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Wat is de kiesdeler?

Kiesdeler = aantal uitgebrachte geldige stemmen gedeeld door het aantal beschikbare zetels.

Tweedekamer = 150 zetels Voorbeeld: 150.000/150=1000 (kiesdeler)

• In 2010 uitgebrachte stemmen: kiesdeler = 9305647/150= 62038

Page 7: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Schoolstrijd

De strijd om financiële gelijkstelling van het bijzonder onderwijs aan openbaar onderwijs.

Page 8: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Pacificatie - 1917

Letterlijk vredesstichting. In dit geval vrede over de schoolstrijd en de strijd om het algemeen kiesrecht (1917).

De schoolstrijd werd opgelost doordat iedereen, onder bepaalde voorwaarden, een eigen school mocht oprichten die dan gefinancierd werd door de staat

Page 9: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Verzuiling Er waren vier zuilen: protestant, katholiek,

socialistisch en liberaal.Zij probeerden alles zoveel mogelijk binnen de eigen groep te houden.

Verzuilingsproces in gang gezet door Kuyper. Hij besefte dat hij van NL geen christelijke natie kon maken, dus streefde hij naar soevereiniteit in eigen kring.• De staat mocht zich volgens hem niet bemoeien met het

gezin, de kerk, het onderwijs en de gezondheidszorg.

Page 10: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Verzuiling 2

Al snel beschikten op den duur alle zuilen over een eigen krant, vakbond, verenigingen, politieke partij en universiteit.

Politieke samenwerking blijft echter mogelijk. Binnen zuilen bestond een groot saamhorigheidsgevoel, waardoor politieke kwesties dmv onderhandelen altijd wel werden opgelost.

Page 11: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Verzuiling 3

Page 12: Staatsinrichting 3+4 1848-1920

Herzuiling in de 20ste eeuw