Je moet daar heel wat voor kunnen:

- Je moet goed kunnen lezen

- En ook goed begrijpen wat je leest

- Je moet goed kunnen opzoeken

- En goed kunnen kiezen wat je wel en niet nodig hebt.

- Je moet je verhaal in stukjes kunnen verdelen.

- En goede zinnen kunnen maken

- En goed kunnen inschatten wat je klasgenoten leuk vinden om te horen

- En dan ook nog alles in je eigen woorden proberen te zeggen.

Wij vinden dat je daar best wat hulp bij kan gebruiken.

En dat doen we met dit stappenplan.

Net als bij een lange wandeling: als je alle stappen gezet hebt, ben je aan het eind van de tocht en

is je spreekbeurt klaar.

Hopelijk met een goed resultaat.

Wanneer je een stap klaar hebt, kleur je de pootafdruk die erbij hoort. Je kan dan goed zien hoe

ver je bent en hoeveel tijd je nog nodig hebt voor de rest.

Vul alvast het volgende in:

IK GA MIJN SPREEKBEURT HOUDEN OP ___________________________

We wensen je veel succes en ook veel plezier bij deze spreekbeurt.

Juf Sabine en juf Maaike

Let op Garfield, hij geeft je nuttige of interessante tips.

Tijdig begonnen = half gewonnen! Begin op tijd om je spreekbeurt voor te bereiden. Zo kun je rustig tips inwinnen, informatie opzoeken, alles goed

uitwerken,… Begin dus tijdig! Bij voorkeur 2 weken op voorhand.

1

Probeer in 1 woord op te schrijven waarover jouw spreekbeurt moet gaan.

Opmerking: deze spreekbeurt moet gaan over een beroep. Weet je al wat je

later wil doen? Of twijfel je nog? Of weet je nog helemaal niet wat je later wil

doen? Kies dan in dat geval een beroep uit dat je interessant lijkt.

Weet je een goed onderwerp? Kleur dan de eerste pootafdruk.

2

Maak een woordspin. Neem een groot blad papier. Schrijf in het midden het

onderwerp. Trek lijnen naar alle kanten, net als een spinnenweb. Noteer

daaromheen allemaal woorden die iets met dat onderwerp te maken hebben. Dit

noemen we een woordspin.

Woordspin gemaakt met wat je al weet? Kleur pootafdruk 2.

Denk aan de 5 W+1 H vraag: Wat, Wie, Waar, Wanneer, Waarom, Hoe

3

Ga met mensen praten, ga naar de bib, zoeken op internet, zoeken op de sites

over het onderwerp,…

!!! Ga telkens na of de informatie wel correct is en vooral ook als ze iets

bijbrengt aan jouw spreekbeurt. (is de informatie zinvol/nuttig?) Denk je dat je genoeg informatie hebt? (lees eerst de tip van Garfield eens)

Ja? Kleur dan de pootafdruk die bij stap 3 hoort.

Misschien ken je wel iemand die dit beroep uitoefent? Je kan dan een interview afnemen.

Je kan informatie aanvragen per brief/mail aan een bedrijf/bedrijfsorganisatie. Misschien bestaat er een infopakket over jouw beroep?

Breng eens een bezoekje aan de bibliotheek. Vraag ook naar tijdschriften, dvd’s,… Er is in de bib vaak meer dan je denkt !

4

Nu is het tijd om jouw spreekbeurt onder te verdelen in hoofdstukken.

Lees al je informatie goed door. (je moet nog niet heel precies doorlezen, dat

komt later nog wel)

Sorteer wat je kan gebruiken en wat je niet kan gebruiken.

Zorg er voor dat de hoofdstukken een logische opbouw hebben.

Starten doe je natuurlijk met:

1. begroeting

2. inleiding (waarom, wat,…)

3. hoofdstuk 1

4. hoofdstuk 2

5. … (vul aan met de hoofdstukken die jij nodig vindt)

6. afsluiten

7. bedanking

8. vragen?

Klaar? Kleur pootafdruk 4 dan maar in.

Zorg ervoor dat je niet te veel informatie overhoudt,

maar natuurlijk ook niet te weinig.

5

Verdeel de gevonden informatie bij het passende hoofdstuk van jouw

spreekbeurt.

Gebruik je eigen woorden, geen boekentaal !

Maak de hoofdstukjes niet te lang. Prop ze niet vol met informatie.

De informatie is gesorteerd? Kleur dan nu pootafdruk 5.

Per hoofdstuk kun je een nieuwe bladzijde nemen.

6

Bij een spreekbeurt mag je gebruik maken van een geheugensteuntje. Dit is een

hulpblaadje waarop enkele belangrijke losse woorden uit jouw spreekbeurt

staan.

Tips: noteer ze telkens bij de titel van het hoofdstuk, schrijf voldoende

groot,….

Geheugensteuntje klaar = pootafdruk 6 kleuren.

7

Een spreekbeurt is natuurlijk nog beter als je ze kunt ondersteunen met enkele

foto’s, een eigen gemaakte tekening, een woord in het groot,…

Je mag ook boeken gebruiken, maar er wordt geen informatie doorgegeven tijdens

de spreekbeurt zelf.

Opgelet: als je een powerpoint maakt, mag je geen woorden gebruiken, enkel foto’s

mogen. De woorden schrijf je op je geheugensteuntje. Dit mag je gebruiken

tijdens de spreekbeurt.

Alles is verzameld en je spreekbeurt is afgewerkt?

Dan mag je welverdiend pootafdruk 7 kleuren.

Worden er in het door jouw gekozen beroep bepaalde voorwerpen,

meetinstrumenten,… gebruikt? Misschien mag je van iemand deze voorwerpen lenen (of je zoekt iets dat er op lijkt)

8

Oefen eerst hardop voor jezelf, oefen dan nog eens hardop terwijl je voor de

spiegel staat,…

Probeer het dan even uit met een ‘oefenpubliek’: je mama en/of papa, je broer

en/of zus, …

De spreekbeurt moet zo’n 10-15 minuten duren.

Ken je alle hoofdstukken en ben je zeker van jezelf dat je goed over je beroep kan

vertellen? Kleur dan pootafdruk 8.

Ga tijdens het oefenen even na hoelang je spreekbeurt duurt, zorg ervoor dat je de

spreekbeurt niet klinkt als een versje dat je uit het hoofd kent,… Leg je blad met je spreekbeurt en de onderstreepte woorden voor je en probeer dan zo

weinig mogelijk keren op je blad te kijken. Oefen elk hoofdstuk hardop.

9

Als je alle stappen volgde en je goed hebt voorbereid, dan zal het je wel lukken!

Geloof in jezelf!

Zorg dat je alle materiaal bij de hand hebt: je ‘hulpblaadje’, foto’s, materialen,…

Spreek luid en duidelijk. Praat niet te snel. Kijk je leerkracht en klasgenootjes aan

tijdens jouw spreekbeurt. Neem rustig de tijd om alles te laten zien. Kijk gerust op

je hulpblaadje, maar lees niets af. Het is een beurt.

Zorg voor een passend antwoord bij de gestelde vragen.

10

Hoe verliep de spreekbeurt? Uit jouw ervaring kun je heel wat bijleren en zo ervoor zorgen dat een volgende

spreekbeurt nog beter verloopt. Wat ging goed? Wat verliep minder goed?

Waar moet ik de volgende keer rekening mee houden,…

En kleur de laatste, welverdiende pootafdruk !

INVULBLAD LEERLING (invullen na de spreekbeurt)

Voorbereiding

0 Ik ben op tijd begonnen. 0 Ik was te laat begonnen.

Tijdsduur

0 Ik heb er veel tijd aan besteed. 0 Ik was zo klaar.

Informatie:

Ik heb gebruik gemaakt van de volgende informatiebronnen:

O boeken O internet O encyclopedie

O iemand die er veel van weet O anders nl:______________________________

De meeste (beste) informatie had ik van: …………………………………………………., omdat:

……………………………………………………………………………………………………………………………….…………………………………………………

Gevoel

0 Ik was zenuwachtig.

0 Ik was een beetje zenuwachtig.

0 Ik was rustig.

Vragen

De vragen van de klas vond ik makkelijk / moeilijk / gaat wel.

De moeilijkste / grappigste / origineelste vraag vond ik: ……………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………………….………………………………………………………………………………………..

Anders

Wat zou ik de volgende keer anders doen?

……………………………………………………………………………………………………………………………….…………………………………………………

……………………………………………………………………………………………………………………………….…………………………………………………

Beoordeling

0 Ik vond het goed gaan.

0 Ik vond het niet goed gaan.