SPORT Les 5: Als je wint, heb je vrienden. Balsporten?
-
Upload
agnes-smeets -
Category
Documents
-
view
213 -
download
0
Transcript of SPORT Les 5: Als je wint, heb je vrienden. Balsporten?
SPORTLes 5: Als je wint, heb je vrienden
Balsporten?
De balsport• Basketbal (het)• Biljart (het)• Bowling (het)• Cricket (het)• Golf (het)• Handbal (het)• Hockey (het)• IJshockey (het)• Korfbal (het)• Krachtbal (het)
• Rugby (het)• Snooker (het)• Softbal (het)• Squash (het)• Tafeltennis (het)• Tennis (het)• Voetbal (het) • Volleybal (het)• Beachvolleybal (het)• Waterpolo (het)
Let op:
• De basketbal, de voetbal, de tennisbal,… • De shuttle, de pluimbal • Het racket (het tennisracket, het
badmintonracket)• Het net • De tennisbaan • De opslag, opslaan
Het voetbal
= de voetbal
Voetbal
• Het voetbalstadion + de tribune• Het voetbalveld • Het elftal• De spits, de aanvaller, de middenvelder, de
verdediger, de keeper, de scheidsrechter• De hoekschop (de corner), de strafschop (de
penalty)• Buitenspel (het) • Het doelpunt, de goal (maken, scoren)
Het wielrennen
• De wielerwedstrijd• De tijdrit• De wielrenner (de coureur) • Het peleton • De ploegmaat • De doping• Wielrennen versus veldrijden
Het atletiek
• De atleet, de atlete• De atletiekbaan
Het atletiek
Het atletiek
• de hamer
• de kogel
Sporten
• Aan sport doen• Een sport beoefenen, de sportbeoefenaar• De opwarming, opwarmen• De training, trainen• In topvorm zijn• Het team, de ploeg• De supporter, de fan
De sportwedstrijd
• De wedstrijd, de match • De start versus de aankomst, de finish • Het kampioenschap• De kwartfinale, de halve finale, de finale• De stand, de uitslag • De doping• De blessure
Winnen versus verliezen• Winnen (van iemand) > de winst, de overwinning / de
winnaar• Iemand verslaan • Een (gouden, zilveren, bronzen) medaille behalen• Een titel behalen• Een record breken, verbeteren
• Eindigen in gelijkspel
• Verliezen (van iemand) > het verlies / de verliezer • De nederlaag => een nederlaag lijden
Vocabulaire p. 126-7
Oefening 1
• Eerste (de)• Mentaliteit (de)• Volop• Trainer (de)• Bescheiden • Perfect• Rivaliteit (de)• Underdog (de)
Oefening 2
1. Sportvereniging (de), beoefenen2. Contributie (de), penningmeester (de)3. Trainen, wedstrijd (de)4. Toernooi (het), niveau (het)5. Sportschool (de), fitter6. Bestuur (het), stadion (het)7. Sponsor (de), financieren8. Lid (het, de leden), vergaderen
Oefening 3