Smart agriculture - NL

20
1 Intelligente landbouw heeft de toekomst... D AN Directly Available Nitrogen* *Direct beschikbare stikstof

description

 

Transcript of Smart agriculture - NL

Page 1: Smart agriculture - NL

1

Intelligente landbouw

heeft de toekomst...

DA NDirectly Available Nitrogen*

*Direct beschikbare stikstof

Page 2: Smart agriculture - NL

2

Minerale meststoffen gaan een cruciale rol spelen bij het oplossen van onze grote uitdaging: de groeiende wereldbevolking voeden en klimaatverandering beteugelen. Zij lopen voorop in de groene revolutie en dragen momenteel naar schatting bij aan meer dan de helft van de wereldwijde

voedselproductie en proteïnevoorziening.

Fertilizers Europe is van mening dat het Europese landbouwbeleid zich moet richten op het verbeteren van de productiviteit en efficiëntie in de landbouwsector. Daardoor kunnen Europese boeren Europa zelfvoorzienender maken en de bijdrage van Europa aan de wereldwijde voedselbehoefte vergroten. Bovendien werkt dit een duurzamere landbouwproductie in de hand. Door duurzame intensivering van de Europese landbouw via het efficiënt gebruik van minerale meststoffen helpt de sector om de belangrijkste beleidsdoelen van de EU in praktijk te brengen.

DAN-meststoffen (Directly Available Nitrogen - direct beschikbare stikstof) bieden boeren en landbouwdeskundigen een nauwkeurige en betrouwbare manier om de voedsel- en energieproductie op een voor het milieu verantwoorde manier te vergroten. DAN-meststoffen, op basis van nitraat en ammonium, combineren de voordelen van de twee eenvoudigste vormen van reactieve stikstof die direct beschikbaar zijn voor planten.

Deze brochure behandelt de voornaamste landbouwkundige gevolgen en milieueffecten van verschillende soorten stikstofmeststoffen die momenteel in Europa worden gebruikt en de voordelen van DAN-meststoffen zoals ammoniumnitraat (AN), kalkammonsalpeter (KAS) en ammoniumnitrosulfaat.

De uitdaging

Intelligente landbouw heeft de toekomst...

Page 3: Smart agriculture - NL

3

“Het is heel belangrijk om de juiste stikstof-meststof te gebruiken omdat verschillende producten verschillende milieueffecten hebben,” Daniella.

“Door goede landbouwmethoden te combineren met DAN-meststoffen wordt stikstof efficiënter ingezet en zijn de gevolgen voor het milieu minimaal,” Danny.

DA NDirectly Available Nitrogen

“DAN-meststoffen zorgen ervoor dat wij voldoende te eten hebben. Ook als ik later groot ben,” Dani.

De DAN-familie

Page 4: Smart agriculture - NL

Intelligente landbouw heeft de toekomst...

4

InhoudStikstof: essentieel voor leven 5 Stikstof in de natuur Minerale voedingsstoffen

De stikstofcyclus 6 Stikstof uit nitraat Stikstof uit ammonium Stikstof uit ureum

De wereld voeden 9 Voorzien in de Europese voedselbehoefte Opbrengst en kwaliteit optimaliseren

Het milieu beschermen 12 Ammoniakemissies naar de lucht beperken Beheersen van uitspoeling Optimale meststofproductie

Klimaatverandering inperken 15 Naar optimale landbouwtechnieken 16 Verbeteren van de meststofefficiëntie Meststofgebruik afstemmen op behoefte van de plant Nauwkeurigere verspreiding Optimale inzet van stikstofmeststoffen Aanpakken van verzuring

Literatuur 18

Page 5: Smart agriculture - NL

5

StIkStof In de natuur

Stikstof (N) is van levensbelang voor planten. Het bevordert de wortelgroei en fotosynthese en stimuleert bovendien

de opname van andere voedingsstoffen zoals fosfor (P) en kalium (K). 99% van alle stikstof op aarde bevindt zich echter in de atmosfeer en slechts 1% is beschikbaar in de aardkorst. De stikstofmoleculen (N2) in de atmosfeer zijn chemisch niet actief en worden door planten moeilijk opgenomen.

Door landbouw wordt bovendien de reactieve stikstof in de grond verder uitgedund. Stikstof wordt door planten opgenomen en vervolgens van het land gehaald, meestal als eiwit, bij het oogsten van de gewassen. Dit moet weer worden aangevuld door organische en minerale bronnen van stikstof. Meststoffen, ongeacht of dit mest of minerale stikstof betreft, zijn daarom van groot belang voor duurzame landbouw.

Een gebrek aan stikstof leidt tot afnemende bodemvruchtbaarheid, lage opbrengsten en slechte gewaskwaliteit. Aan de andere kant kan een overschot aan stikstof in de grond

in het grondwater terechtkomen en leiden tot eutrofiëring van het oppervlaktewater, of ontsnappen naar de lucht, wat mogelijk vervuiling en opwarming van het klimaat veroorzaakt.

MInerale voedIngSStoffen

De belangrijkste minerale meststoffen zijn afkomstig uit natuurlijk aanwezige grondstoffen die door industriële bewerking zijn omgezet in een vorm die planten beter kunnen opnemen:

} Stikstof (N), onttrokken uit de lucht, is essentieel als een belangrijk onderdeel van plantaardige eiwitten.

} Fosfor (P), gewonnen uit gedolven ertsen, is een onderdeel van nucleïnezuren en lipiden, en cruciaal voor de energieoverdracht.

} Kalium (K), gewonnen uit gedolven ertsen, speelt een belangrijke rol in de stofwisseling van planten, zoals fotosynthese, activering van enzymen, osmoregulatie, etc.

Over de jaren heen heeft de meerderheid van de Europese boeren DAN-meststoffen ervaren als een effectieve en efficiënte bron van stikstof voor gewassen. Er worden echter ook andere bronnen van minerale stikstof gebruikt die op een andere manier reageren met de grond. Bij de evaluatie van de landbouwkundige gevolgen en milieueffecten van stikstof dient met deze verschillen rekening te worden gehouden.

Stikstof: essentieel voor levenDA NDirectly Available Nitrogen

De voornaamste minerale bronnen van stikstof die in Europa worden gebruikt zijn:

}Ammoniumnitraat (AN) - bevat stikstof in gelijke hoeveelheden NH4

+ (ammonium) en NO3

- (nitraat).

}Kalkammonsalpeter (KAS) - bevat ook dolomiet of kalksteen.

}Ureum-ammoniumnitraat (UAN) - een oplossing in water van ureum en ammoniumnitraat.

}Ureum bevat stikstof in amidevorm (NH2).

DA NDirectly Available Nitrogen

DA NDirectly Available Nitrogen

Deze stikstof is voor de meeste planten niet direct beschikbaar.

Van alle stikstof op aarde bevindt

99%zich in de atmosfeer.

Page 6: Smart agriculture - NL

NO2

NO3

NO2

CO2

CO (NH2)

2

N2O + NON

2O + NO + N

2

NH3

NO3

– NH4+

NH3

AN

Stikstof ondergaat transformaties in de bodem, afhankelijk van de samenstelling van de toegepaste stikstof. Nitraat wordt direct door planten opgenomen, maar doordat ammonium en ureum eerst moeten worden omgezet in nitraat kunnen er verliezen optreden.

De stikstofcyclus

6

Omzetting van ureum, ammonium en nitraat in de grond. Ureum heeft de hoogste omzettingsverliezen en nitraat de laagste.

Energie in de vorm van aardgas wordt gecombineerd met stikstof uit de lucht tot ammoniak, het basisbestanddeel van stikstofmeststoffen (AN, ureum).

Stikstofmeststoffen kunnen worden toegepast in de vorm van minerale stikstof, ammonium, nitraat, ureum, of een combinatie, of als organische meststof en mest met complexe organische stikstofsamenstellingen en ammonium.

Door de hoge mobiliteit van nitraat wordt dit zeer snel opgenomen. De meeste planten geven de voorkeur aan nitraat boven ammonium.

Ammonium wordt minder snel opgenomen dan nitraat. Ammonium is gebonden aan kleideeltjes in de grond en de wortels moeten deze bereiken. Het merendeel van het ammonium is daarom genitrificeerd voordat het door planten wordt opgenomen.

Door nitrificatie door bodembacteriën wordt ammonium in een periode van enkele dagen tot enkele weken omgezet in nitraat. Tijdens dit proces komt stikstofoxide en stikstofmonoxide vrij in de atmosfeer.

Denitrificatie doet zich voor wanneer micro-organismen geen zuurstof krijgen (onderwaterzetting en grondverdichting). In dit proces zetten bodembacteriën nitraat en nitriet om in gasvormig stikstofoxide, stikstofmonoxide en stikstof. Dit ontsnapt naar de atmosfeer.

Door immobilisatie transformeert minerale stikstof tot organische stof in de bodem. De activiteit van bodemmicroben wordt vooral gestimuleerd door ammonium. Immobiele stikstof is niet direct beschikbaar voor opname door planten, maar moet eerst worden gemineraliseerd. Bij het mineralisen van organische stof (en mest) komt ammonium vrij in de grond.

Via hydrolyse van ureum door bodemenzymen wordt ureum omgezet in ammonium en CO2-gas. Afhankelijk van de temperatuur duurt hydrolyse een dag tot een week. De bodem-pH rond de ureumkorrels neemt tijdens het proces aanzienlijk toe, wat ammoniakvervluchtiging bevordert.

1

2

3

4

6

7

8

5

1 Productie

DA NDirectly Available Nitrogen

2 Gebruik

3 Opname

6 Denitrificatie

Nitraat

ammONium10 uitspoeling

5 Nitrificatie

9 Vervluchtiging

4 Opname

Organische stof

immobilisatie en mineralisatie

8 Hydrolyse

Intelligente landbouw heeft de toekomst...

7

Page 7: Smart agriculture - NL

NO2

NO3

NO2

CO2

CO (NH2)

2

N2O + NON

2O + NO + N

2

NH3

NO3

– NH4+

NH3

AN

Stikstof uit nitraat

Nitraat (NO3-) wordt makkelijk en snel door

planten opgenomen. In tegenstelling tot ureum of ammonium is het direct en volledig beschikbaar als voedingsstof. Nitraat heeft een hoge mobiliteit in de grond en bereikt de plantenwortels snel. Het gebruik van stikstof in de vorm van ammoniumnitraat of Kalkammonsalpeter (KAS) betekent daarom een direct beschikbare bron van voedingsstoffen.

De opname van negatief geladen nitraat houdt verband met de opname van positief geladen voedingsstoffen zoals magnesium, calcium en kalium.

Het is belangrijk te beseffen dat alle stikstof in de grond, ongeacht of dit in de vorm van ureum, ammonium of nitraat is, uiteindelijk als nitraat wordt opgenomen door planten. Door direct nitraat te gebruiken, worden verliezen tijdens de transformatie van ureum naar ammonium en van ammonium naar nitraat voorkomen.

Stikstof uit ammonium

Ammonium (NH4+) wordt langzaam opgenomen

door planten. Bodemmineralen zitten vast aan een positief geladen ion dat minder mobiel is dan nitraat (NO3

-). De plantenwortels moeten daarom naar het ammonium groeien. Het merendeel van het ammonium wordt door bodemmicroben omgezet tot nitraat. Dit nitrificatieproces is afhankelijk van de temperatuur en duurt een week tot enkele weken.

Een ander deel van het ammonium wordt immobiel gemaakt door bodemmicroben en komt pas gedurende een langere periode vrij, waardoor er zich dus organische bodemmassa ophoopt.

Stikstof uit ureum

Plantenwortels nemen ureumstikstof niet rechtstreeks in significante hoeveelheden op. Ureum moet eerst door bodemenzymen worden omgezet in ammonium door middel van hydrolyse, wat afhankelijk van de temperatuur een dag tot een week in beslag neemt. Hydrolyse vereist vocht.

De door ureumhydrolyse verkregen ammonium gedraagt zich echter niet precies als ammonium uit ammoniumnitraat. Hydrolyse van ureum resulteert in kortstondige alkalinisatie in de directe omgeving van de gebruikte ureumkorrels. Hierdoor verschuift het natuurlijke evenwicht tussen ammonium (NH4

+) en ammoniakgas (NH3) richting de tweede, wat leidt tot vervluchtigingsverliezen. Het gebruik van een urease-inhibitor draagt bij aan het beperken hiervan.

Deze verliezen zijn de voornaamste reden voor de lagere waargenomen N-efficiëntie bij ureum. Dit is tevens waarom ureum, indien mogelijk, meteen in de grond moet worden ingewerkt.

7

CO2 kooldioxide (gas)

CO(NH2)2 ureum

NH3 ammoniak (gas)

NH4+ ammonium

NO3- nitraat

NO2- nitriet

NO stikstofmonoxide (gas)

N2O stikstofoxide (gas)

N2 stikstof (gas)

Ammoniakvervluchtiging vindt plaats wanneer ammonium wordt omgezet in ammoniak en dit ontsnapt naar de atmosfeer. Een hoge bodem-pH bevordert dit proces. De verliezen zijn het hoogst als dit proces zich afspeelt aan het grondoppervlak. Aan deze twee voorwaarden wordt voldaan wanneer ureum wordt verspreid en niet direct wordt ingewerkt en opgenomen.

Uitspoeling van nitraat vindt vooral ‘s winters plaats wanneer door neerslag restnitraat en gemineraliseerd nitraat tot onder de wortelzone wegspoelt. Nauwkeurige bemesting vermindert uitspoeling tijdens en na de groeiperiode.

10

9

DA NDirectly Available Nitrogen

1 Productie

50%

100%

50%

50%

25%

50%

50%

25%

Veel minerale stikstofmeststoffen bevatten stikstof als nitraat, ammonium of amide in verschillende verhoudingen. Alleen nitraat wordt makkelijk door planten opgenomen. Amide en ammonium worden omgezet in nitraat door hydrolyse en nitrificatie.

® Y

ara

2 Gebruik

PrOduCt StikStOfgeHalte

ureum-N CO(NH2)2 Hydrolyse Nitrificatieammonium-N (NH4+) Nitraat-N (NO3

-) OpnameAmmoniumnitraat (AN)

Kalkammonsalpeter (KAS)

Ureum-ammoniumnitraat

Ureum

ureum

ureum

Page 8: Smart agriculture - NL

8

De FAO verwacht dat de wereldbevolking in 2050 tot

9,1 miljardzal zijn gestegen, watbetekent dat de voedsel-productie met nog eens

70% zou moeten toenemen.

Intelligente landbouw heeft de toekomst...

Page 9: Smart agriculture - NL

9

voorzIen In de europeSe voedSelbehoefte

De FAO benadrukt dat gedurende de afgelopen vijf decennia de voedselproductie dankzij de ‘groene

revolutie’ is verdrievoudigd, voornamelijk door het gebruik van minerale meststoffen. Tegelijkertijd is de wereldbevolking gestegen van 3 tot 7 miljard mensen.

De bevolking stijgt maar de beschikbare landbouwgrond is beperkt (Fig.1). De FAO verwacht dat de wereldbevolking in 2050 tot 9,1 miljard zal zijn gestegen, wat betekent dat de voedselproductie met nog eens 70% zou moeten toenemen. Bovendien loopt het potentiële landbouwareaal (land dat in landbouwgrond kan worden omgezet) terug, wat optimalisatie van de productie van het huidige areaal noodzakelijk maakt [ref.1].

De Europese landbouw is een van de meest efficiënte en productieve ter wereld. Toch is de Europese Unie nu wereldwijd de grootste importeur van landbouwproducten. Europa importeerde 65 miljoen ton meer dan het exporteerde, en de import is de afgelopen tien jaar met 40% toegenomen. Het gebied buiten de Europese Unie dat nodig is om deze import te produceren is bijna 35 miljoen hectare, een gebied ongeveer net zo groot als heel Duitsland [ref.2].

Om de uitdagingen van de 21e eeuw het hoofd te kunnen bieden is verdere stijging van opbrengst en productiviteit noodzakelijk. Minerale meststoffen zijn essentieel om efficiënt gebruik van landbouwgrond te ondersteunen, bij te dragen aan het waarborgen van de voedselvoorziening op mondiale schaal en bossen en graslanden te beschermen tegen omzetting tot landbouwgrond, en zo verandering van grondgebruik en de daarbij behorende CO2-verliezen te voorkomen.

Zoals hierboven reeds is beschreven, is het gebruik van de juiste vorm van stikstof, zoals in DAN-meststoffen, van doorslaggevend belang.

De wereld voedenDoor de stijging van de wereldbevolking en toenemende zorgen over het milieu wordt er nu op een geheel nieuwe manier naar landbouw gekeken. Hoe kan landbouwbeleid voedselzekerheid rijmen met milieubescherming? Hoe kunnen landbouwkundige prestaties worden afgezet tegen de druk op het milieu? Wat is de rol van minerale meststoffen en welke zijn de beste keuze?

wereldbevolking ten opzichte van beschikbare landbouwgrond 1995 - 2030

Fig. 1

De bevolking stijgt maar de beschikbare landbouwgrond is beperkt [ref. 1].

Arable area(ha per person)

1998 2030

World population(billion)

0,3

0,25

0,2

8,5

7,5

6,5

5,5

4

3

2

1

01950 1970 1990 2010 2030

Gra

in Y

ield

t/h

a

Fertilizers Manure

Soil reserves of nutrients

DA NDirectly Available Nitrogen

Dit kan namelijk bijdragen aan het voeden van de wereld en bescherming van het milieu.

Het gebruik van de juiste vorm van stikstof, zoals die in DAN-meststoffen, is van doorslaggevend belang.

landbouwgrond (ha per persoon)

Wereldbevolking (miljard)

Page 10: Smart agriculture - NL

10

Opbrengst en kwaliteit optimaliseren

Het gebruik van de juiste meststoffenbron is essentieel. Verschillende minerale stikstof-bronnen hebben verschillende effecten op opbrengst en gewaskwaliteit. Europese boeren weten dit al tientallen jaren.

De verschillende prestaties van minerale stikstofbronnen zijn vooral het gevolg van verliesverschillen, met name wat betreft vervluchtiging en in mindere mate uitspoeling. Een aantal van deze verliezen wordt verergerd doordat de aanvoer van stikstof niet aansluit bij de opname door de plant.

Onderzoek in Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk heeft aangetoond dat DAN-meststoffen consistent tot hogere opbrengsten en betere gewaskwaliteit leiden. In de meeste onderzochte gevallen kunnen de achterblijvende prestaties bij het gebruik van UAN en ureum worden opgevangen door een hogere dosering, wat echter wel een grotere last voor het milieu oplevert.

Optimale landbouw-technieken en de inzet van hulpmiddelen voor precisielandbouw dragen bij aan een meer efficiënt gebruik van meststoffen en het minimaliseren van stikstofverliezen.

95%van de Europese boeren vertrouwt op minerale meststoffen.

Intelligente landbouw heeft de toekomst...

Page 11: Smart agriculture - NL

11

Frankrijk (Fig. 2)

Bij een optimale N-hoeveelheid, gemiddeld 182 kg/ha, leverde ammoniumnitraat in vergelijking met UAN 0,26 ton meer opbrengst op en zorgde het voor een eiwitgehalte dat 0,75 punten hoger lag. Om het economisch optimum te bereiken was bij het gebruik van UAN per hectare 27 kg extra stikstof nodig (15%) [ref. 3].

Duitsland (Fig. 3)

In Duitsland werden tussen 2004 en 2010 55 onderzoeken gehouden met wintergraan en verschillende bodemsoorten. Met een optimale N-hoeveelheid van gemiddeld 210 kg/ha, leverde Kalkammonsalpeter (KAS) in vergelijking met ureum 2% meer opbrengst op en zorgde het voor een eiwitgehalte dat 0,23 punten hoger lag. Om het economisch optimum te bereiken was bij het gebruik van ureum per hectare 15 kg extra stikstof nodig (7,1%) [ref. 4].

Verenigd Koninkrijk (Fig. 4, 5 en 6)

Het meest uitgebreide vergelijkende onderzoek naar verschillende vormen van stikstofmeststoffen vond tussen 2003 en 2005 plaats in opdracht van het Britse Department for Environment, Food and Rural Affairs (Defra, ministerie voor milieu, voedsel en plattelandszaken) [ref. 5]. Naast kwalitatieve verschillen benadrukte het onderzoek ook de verschillen in de onderzoeksresultaten met ureum en UAN. De noodzakelijke aanvullende stikstofdosering is daardoor niet goed in te schatten, waardoor ureum en UAN minder betrouwbaar zijn dan DAN-meststoffen.

Frankrijk (Fig. 7)

De resultaten van het ADA-experiment in Frankrijk (AN vs. ureum) tonen aan dat AN op de lange termijn (herhaaldelijk gebruik jaar na jaar) een betere stikstofefficiëntie laat zien dan ureum. Bij elke gebruikte hoeveelheid is de opbrengst met AN 4% tot 6% hoger dan met ureum (tarwe en koolzaad). Een extra dosering van 40 kg stikstof is noodzakelijk bij het gebruik van ureum om dezelfde opbrengst te behalen [ref. 6].

De N-responscurves van de onderzoeken geven aan dat bij urean gemiddeld 27 kg stikstof extra nodig zou zijn geweest om economische optimum te behalen [ref. 3].

Van de 55 optimaal met stikstof bemestte akkers in Duitsland, behaalde 75% een betere opbrengst met KAS en 25% een betere opbrengst met ureum [ref. 4].

4

5

6

7

8

9

300250200150100500

182kg N

209kg N

Response curves for AN and UAN in France

t / h

a

kg N / ha

0,0

0,2

0,4

0,6

0,8

1,0

Yield comparison AN / Urea at 55 locations in Germany

t / h

a

fields

Yield with urea

better yield with CAN

Fig. 2

responscurves opbrengstvergelijking voor an en urean in frankrijk

Fig. 3

opbrengstvergelijking an/ureum op 55 locaties in duitsland

Fig. 4

extra n vereist voor dezelfde opbrengst

Fig. 5

eiwitgehalte bij gelijke n-hoeveelheid

Fig. 6

opbrengst bij gelijke n-hoeveelheid

Fig. 7

stikstofefficiëntie

Om dezelfde opbrengst te behalen was aanzienlijk meer stikstof nodig bij ureum en urean dan bij ammoniumnitraat [ref. 5].

Het eiwitgehalte was lager op akkers die waren bemest met ureum of urean dan op akkers bemest met ammoniumnitraat [ref. 5]

De opbrengst met ureum en urean was ook lager vergeleken met ammoniumnitraat [ref. 5].

90

100

110

120

UreaUANAN

%

+18 %

+14 %

12,0

12,2

12,4

12,6

12,8

%

-0,5 %

-0,3 %

8,0

8,2

8,4

8,6

8,8

t/ha

-0,31 t/ha

-0,39 t/ha

DA NDirectly Available Nitrogen

0 50 100 150 200 250 300

110

100

90

80

70

60

50

40

-40 kg N

Opbrengst: +4%

NAUREUM

N-dosering (kg/ha)

Effect in tijd van verschillende toegediende vormen van N. (Réseau ADA 2008-2011, 30 testresultaten) met koolzaad, tarwe en gerst [ref 6].

%

Opbrengstindex (100 = AN-dosering)

Opbrengst met ureum

Betere opbrengsten met kaS

kg N/haAkkers

AN UAN Ureum AN UAN Ureum

AN UAN Ureum

ANUAN

Page 12: Smart agriculture - NL

Ammoniakemissies naar de lucht beperken

De European Emission Inventory (EMEP) schat dat 94% van alle ammoniakemissies wordt veroorzaakt door de landbouw, waarbij zo’n 80% van deze uitstoot afkomstig is van organische bronnen.

Ammoniakvervluchtiging is een rechtstreeks verlies van stikstof en dus een aanzienlijke last voor het milieu. Vervluchtigde ammoniak gaat over landsgrenzen heen en leidt tot verzuring en eutrofiëring van land en water. Bovendien draagt vervluchtigde ammoniak op aanzienlijke wijze bij aan het ontstaan van microdeeltjes (PM 2,5) die kunnen bijdragen aan ernstige gezondheidsproblemen. Daarom liggen er in het kader van het UN/ECE Gothenburg Protocol en de Europese richtlijn inzake nationale emissieplafonds (NEC) nu voorstellen voor maatregelen en limieten om de uitstoot van ammoniak uit alle bronnen te beheersen.

Men weet al lange tijd dat ureum of urean meer vervluchtigingsverliezen kent dan ammoniumnitraat of KAS. Bij ureum kunnen de ammoniakverliezen worden beperkt door opname in de grond na de verspreiding. Dit is praktisch gezien echter alleen haalbaar voor gewassen die in de lente worden gezaaid.

Verliezen van grasland worden doorgaans geacht hoger te zijn dan van landbouwgrond, doordat meststoffen normaal gesproken over het oppervlak worden verspreid (Fig 8).

Het gebruik van ureummeststoffen zorgt voor maximaal 58% ammoniakstikstofverliezen, afhankelijk van de locale omstandigheden. Mogelijke maatregelen voor het inperken van de ammoniakuitstoot door de landbouw zijn het gebruik van stikstofarm veevoer, stallen met lage uitstoot voor vee, varkens en pluimvee, luchtwassers, overdekte gieropslag, het gebruik van ammoniak arme methoden voor toediening van gier en mest, verbranden van pluimveemest en ureumvervangers (UNECE, 2007).

Het milieu beschermen

De tabel bevat gegevens van de officiële European Emission Inventory (EMEP) en een onderzoek van het Britse Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedsel. In alle gevallen zijn de vervluchtigingsverliezen bij ureum en urean aanzienlijk hoger dan bij DAN-meststoffen [ref. 7, 8 en 9].

Fig. 8

gemiddelde ammoniakuitstoot per kg stikstof van verschillende meststoffen

VerVluCHtigiNgSVerliezeN [% N] laNdBOuWgrONd graSlaNd

eMeP defra eMeP defra

KAS AN 0,6% 3 (-3-10)% 1.6% 2 (-4-13)%

UAN 6% 14 (8-17)% 12% N.v.t.

Ureum 11,5% 22 (2-43)% 23% 27 (10-58)%

12

dan-meststoffen (ammoniumnitraat en kas) lieten duidelijke milieuvoordelen zien in vergelijking met andere stikstofmeststoffen. zo zijn de co2-voetafdruk hiervan over de gehele levenscyclus, inclusief productie en gebruik, en de ammoniakvervluchtiging lager, zelfs als zij niet in de grond worden opgenomen.

Intelligente landbouw heeft de toekomst...

Page 13: Smart agriculture - NL

Gra

in y

ield

(t/h

a)

Resi

dual

Nitr

ogen

(kg

N/h

a)

N application rate (kg N/ha)

4

5 20

0

40

60

80

100

6

7

8

9

10

0 50 100 150 200 250 300 350

Optimum N supply

Reststikstof in de grond na de oogst, en dus het risico op uitspoeling, neemt aanzienlijk af bij optimaal N-gebruik. [ref. 10].

Fig. 9

graanopbrengst en reststikstof vs. n-gebruik

13

Beheersen van uitspoeling

Verhoogde nitraatconcentraties in grond- en oppervlaktewater zijn niet wenselijk. De EU-nitratenrichtlijn van 1991 heeft de toelaatbare limiet vastgesteld op 50 mg/l. Nitraatuitspoeling is fundamenteel niet afhankelijk van de bron van stikstof. Deze kan afkomstig zijn uit organische bodemmassa, organische mest of onjuist gebruikte minerale meststoffen.

Nitraatuitspoeling vindt plaats wanneer de grond wordt doordrenkt met water en het nitraat tot onder de wortelzone spoelt door doorsijpelend regen- of irrigatiewater. Nitraat is niet gebonden aan gronddeeltjes en blijft in de grondoplossing achter, alwaar het vrijelijk meestroomt met het bodemwater. Ammonium is voornamelijk gebonden aan kleideeltjes in de grond en daarom minder vatbaar voor uitspoeling.

Ureum wordt door middel van hydrolyse snel omgezet in ammonium en daarna in nitraat door bacteriologische activiteit. Dit leidt tot uitstoot buiten de groeiperiode. Bovendien is de ureummolecuul zeer mobiel en kan deze na gebruik door zware neerslag rechtstreeks wegspoelen naar de ondergrond.

Tijdens de groeiperiode is er nauwelijks sprake van uitspoeling. De meeste nitraatverliezen als gevolg van water vinden buiten de teeltperiode plaats, in de winter. Het algemene doel is daarom de nitraatconcentraties in de grond aan het einde van de teeltperiode te minimaliseren.

Bij wintergraan zal het gebruik van stikstof tot aan economische optimalisatie de opbrengst maximaliseren en tegelijkertijd de nitraatconcentraties in de grond na de oogst aanzienlijk doen verminderen, met een overeenkomstig lager risico op uitspoeling. Het gebruik van de optimale stikstofhoeveelheid minimaliseert bovendien de hoeveelheid reststikstof (Fig. 9).

Uitspoeling kan worden geminimaliseerd door:

} Vaststellen van het stikstofgehalte in de grond door het op de juiste wijze nemen van monsters en analyse.

} Gedoseerd gebruik van stikstof om snelle opname door planten tijdens de groeiperiode te verzekeren.

} Gebruik van DAN-meststoffen met een snelle, voorspelbare afgifte van stikstof.

} Aanpassen van het stikstofgebruik aan de reële behoefte van gewassen, voor zover mogelijk, door de inzet van hulpmiddelen voor precisielandbouw.

} Voldoende ruimte bieden voor een diep en uitgebreid wortelstelsel om stikstof efficiënter te gebruiken.

} Behoud van een doorlatende bodemstructuur.

} Opname van reststikstof door bodembeschermende tussengewassen.

} Gebruik van evenwichtige voedingsstoffen voor de opname van de beschikbare stikstof.

Door optimale landbouwtechnieken kan uitspoeling tot een minimum worden beperkt.

Nitraatuitspoeling vindt plaats onafhankelijk van de bron van stikstof.

DA NDirectly Available Nitrogen

Res

tsti

ksto

f (k

g N

/ha)

Gra

anop

bren

gst

(t/h

a)

N-gebruik (kg N/ha)

Optimale N-aanvoer

Page 14: Smart agriculture - NL

Het energieverbruik van Europese meststoffabrieken is steeds verder teruggebracht en bevindt zich momenteel bijna op het technologische minimum [ref. 11].

Fig. 10

vooruitgang op het vlak van energiezuinigheid bij ammoniakproductie

Fig. 11

energiezuinigheid van ammoniakfabrieken wereldwijd (regionaal gemiddelde)

De gemiddelde energiezuinigheid van Europese ammoniakfabrieken behoort tot de beste ter wereld [ref. 12].

1930 1950 1960 1975 2000 2010

Haber-Bosch-proces

120

100

80

60

40

20

0

Technologische grens = 27 GJ/t NH3

Stoomreforming van aardgas

14

Optimale meststofproductie

Minerale stikstofmeststoffen worden geproduceerd door het onttrekken van stikstof uit de atmosfeer. Dit proces vereist energie en zorgt voor de uitstoot van CO2, een broeikasgas dat mede verantwoordelijk is voor klimaatverandering. Door voortdurende verbeteringsslagen opereren Europese fabrieken vandaag de dag bijna op het technologische energieminimum en behoren de Europese ammoniakinstallaties momenteel tot de beste van de wereld (Fig. 10 en 11).

Naast CO2 kan bij de productie van meststoffen ook het sterke broeikasgas stikstofoxide vrijkomen. Bij leden van Fertilizers Europe is nieuwe katalysatortechnologie toegepast om de hoeveelheid vrijgekomen stikstofoxide tijdens de productie te minimaliseren.

Het effect op klimaatverandering van een meststof kan worden gemeten door de CO2-voetafdruk ervan, uitgedrukt in kilogram CO2-equivalent per kilogram geproduceerde stikstof. Om echter de ware klimaateffecten van een product te doorgronden, is het noodzakelijk een analyse van de gehele levenscyclus te maken, waarin alle stappen, van productie tot opname door planten, worden meegenomen. Verderop vindt u een uitgebreide vergelijking van de respectievelijke CO2-voetafdrukken van verschillende soorten meststof (Fig. 12).

In de toekomst, met behulp van technologie voor de afvang en opslag van CO2, zal nitraatmeststof nog sterker naar voren komen als de ideale meststof. CO2 uit industriële processen en stroomopwekking vereist een kostbaar zuiverings- of concentratieproces alvorens het beschikbaar is voor afvang en opslag. De CO2 afkomstig van de productie van DAN-meststoffen is reeds gezuiverd en klaar voor afvang en opslag.

DAN-meststoffen hebben in het verleden in Europa bovengemiddeld gepresteerd.

Verschillende meststoffen hebben verschillende gevolgen op de landbouw en milieu. Om de invloed van een stikstofmeststof te beoordelen is het uitvoeren van een analyse van de hele levenscyclus noodzakelijk.

GJ

per t

on a

mm

onia

k

41

40

39

38

37

36

35

34

32

GJ

LHV

per t

on a

mm

onia

k, 2

011

Europa (EU-27)

Saudi-Arabië

Noord-Afrika

OekraïneVS Rusland

Intelligente landbouw heeft de toekomst...

Page 15: Smart agriculture - NL

15

Aan de andere kant verhogen mest- stoffen de agrarische productiviteit en bevorderen zij de CO2-opname van

het gewas en opslag in de grond. Meststoffen zorgen voor hogere opbrengsten en verlagen de noodzaak om nieuw land te cultiveren, waardoor broeikasgasuitstoot als gevolg van gewijzigd grondgebruik wordt voorkomen - de herbestemming van grondgebruik alleen al is verantwoordelijk voor 12% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen [ref 13].

Via een analyse van de levenscyclus van meststoffen wordt de uitstoot en opname van broeikasgassen vastgesteld gedurende de productie, het transport en de opslag van meststoffen, alsmede gedurende het gebruik en de gewasgroei (oftewel in elke fase van het ‘leven’ van een meststof). Hierdoor wordt duidelijker wat er gedaan kan en moet worden om de algehele CO2-balans te verbeteren. Om de verschillende soorten broeikasgassen te vergelijken, zijn ze omgezet in CO2-equivalenten (CO2-eq).

Verschillende soorten meststoffen hebben verschillende CO2-voetafdrukken. Ureum stoot tijdens de productie minder CO2 uit dan ammoniumnitraat. Dit verschil slaat om tijdens de verspreiding, omdat dan de in de moleculen besloten CO2 vrijkomt. Gemiddeld is de verwachting dat na het gebruik van ureum meer N2O door de grond wordt afgegeven dan na het gebruik van een DAN-meststof [ref 14].

De CO2-voetafdruk gedurende de gehele levenscyclus van ureum is daarom hoger dan die van DAN-meststoffen. Bovendien moeten vervluchtigingsverliezen van ureum en lagere N-efficiëntie worden gecompenseerd door een hogere dosering van zo’n 15%, waardoor de CO2-voetafdruk verder toeneemt. Het is dus van cruciaal belang om bij het bepalen van de CO2-voetafdruk van een meststof de gehele levenscyclus van het product mee te nemen (Fig. 12).

De CO2-voetafdruk over de hele levenscyclus van ammoniumnitraat is lager dan die van ureum en urean. En door de lagere efficiëntie van ureum en urean te compenseren met een hogere dosering wordt het verschil zelfs nog duidelijker [ref. 15].

Fig. 12

vergelijking co2-uitstoot van verschillende soorten meststoffen

CO2 door productieCO2 door gebruik

N2O door productieN2O door gebruik

CO2 door transport

Bij dezelfde behaalde totaalopbrengst ligt de CO2-voetafdruk van DAN-meststoffen ongeveer 25% lager.

Door een analyse van de gehele levenscyclus wordt de totale uitstoot en opname van broeikasgassen vastgesteld.

Klimaatverandering inperkenhet produceren, transporteren en gebruiken van minerale meststoffen draagt zowel direct als indirect bij aan de uitstoot van broeikasgassen, met name koolstofdioxide (co2) en stikstofoxide (n2o).

DA NDirectly Available Nitrogen

Kg

CO

2-e

quiv

alen

t/K

g N

14

12

10

8

6

4

2

0 UAN Ureum Ureum

+ 15%NKAS AN

DA NDirectly Available Nitrogen

Page 16: Smart agriculture - NL

Naar optimale landbouwtechnieken

16

verbeteren van de MeStStofeffIcIëntIe

Meststofgebruik afstemmen op behoefte van de plant

Stikstof moet in voldoende hoeveelheid aanwezig zijn om de groei en opbrengst van planten niet te beperken. Het teveel aan stikstof dat de behoeften van planten op de korte termijn overschrijdt, kan in het milieu terechtkomen of onnodige consumptie tot gevolg hebben. Het precies afstemmen van de beschikbaarheid van stikstof op zowel de behoeften van planten als op de voedingsstoffen in de grond zorgt voor maximale opbrengsten, minimale effecten op het milieu en optimale winstcijfers (Fig. 13).

Gedoseerd gebruik wordt in de meeste omstandigheden gezien als best practice op landbouwgebied. Meststoffen met een voorspelbare afgifte van voor planten beschikbare stikstof zijn het beste geschikt voor gedoseerd gebruik.

Dit geldt voor ammoniumnitraat en KAS, maar over het algemeen niet voor ureum. Hydrolyse van ureum en vervluchtigings-verliezen zijn in sterke mate afhankelijk van de weersomstandigheden na de verspreiding, met name neerslag. Het is onmogelijk dit betrouwbaar te voorspellen, waardoor er ofwel te veel ofwel te weinig stikstof wordt gebruikt.

Het onderzoek van het Defra benadrukt de onbetrouwbaarheid van ureum en zag vervluchtigingsverliezen die uiteenliepen van 2% tot 58% van de gebruikte stikstof.

Evenwichtige voedingsstoffen is een andere randvoorwaarde voor het economisch gebruik van meststoffen. Onvoldoende aanvoer van fosfor, kalium of zwavel kan het efficiënt inzetten van stikstof belemmeren. Door periodiek grondmonsters te nemen, worden de werkelijke hoeveelheid voedingsstoffen in de grond en de meststofbehoefte bekend.

Op de markt zijn verscheidene hulpmiddelen verkrijgbaar om de stikstofbehoefte van planten te meten en het gebruik van stikstof via meststoffen overeenkomstig aan te passen.

Nauwkeurigere verspreiding

Gelijkmatige verspreiding zorgt voor optimale aanvoer van stikstof. DAN-meststoffen hebben een hogere dichtheid en lagere stikstofconcentratie dan ureum en zijn daarom gelijkmatiger te verspreiden. De wind kan de gelijkmatige verspreiding van ureum verder verslechteren, waardoor er plaatselijk te veel of te weinig wordt gebruikt.

In Duitsland is vergelijkend onderzoek verricht naar de strooiverliezen van ureum ten opzichte van KAS. Bij een strooibreedte van slechts 21 meter resulteerde een matige wind van 4 m/s al in een variatie van 26% in het gebruik van ureum, tegenover slechts 6% met KAS [ref. 16].

Fig. 13

gedoseerd gebruik van dan-meststoffen bij wintergraan

De werkelijke meststofbehoefte is afhankelijk van zowel de hoeveelheid stikstof in de grond als de behoeften van de plant. Moderne bewakingshulpmiddelen maken gewasbewaking mogelijk en dragen bij aan een nauwkeurige dosering van het gebruik [ref. 4].

De gouden regel voor het gebruik van stikstofmeststoffen blijft eenvoudig: gebruik het juiste product in de juiste hoeveelheid, op de juiste plek en op het juiste moment. Meststoffen met een betrouwbaar afgifteprofiel die met precisie kunnen worden gebruikt verminderen de verliezen en verhogen de opname door planten.

1e bemesting

2e bemesting

3e bemesting

gewasbewaking

gewasbewaking

Stikstofopname door planten

MeStStOfBeHOefte

Hoeveelheid stikstof in grond

Februari Maart April Mei Juni Juli AugustusUiTLOpEN UiTSCHiETEN VAN DE STENGEL iN DE AAR SCHiETEN BLOEiEN

Intelligente landbouw heeft de toekomst...

Page 17: Smart agriculture - NL

Optimale inzet van stikstofmeststoffen

Hulpmiddelen voor precisielandbouw kunnen nog verder bijdragen aan de nauwkeurigheid van de verspreiding. Door middel van sensor-technologie hebben boeren directe controle over het gebruik van meststoffen en beschikken zij over een GPS-overzicht van de hoeveelheid voedingsstoffen. De stikstofbehoefte van planten wordt constant gemeten gedurende de verspreiding waardoor, bij gelijkmatige verspreiding van nitraatmeststoffen, de hoogste opbrengst bij minimale inzet van stikstof wordt gegarandeerd.

Vele vergelijkende onderzoeken naar het gebruik van sensortechnologie ten opzichte van gangbare landbouwpraktijken laten een stijging van het proteïnegehalte van planten met 0,2-1,2%, een opbrengststijging van 7% en een daling van het stikstofgebruik met 12% zien (Fig. 14). Deze technologie wordt ook toegepast in combinatie met satelliettechnologie om verspreidingskaarten te genereren.

Aanpakken van verzuring

Bij bepaalde grondsoorten kunnen stikstof-meststoffen een verzurend effect hebben, wat met behulp van bekalking moet worden gecorrigeerd. Het gebruik van meststoffen met hoge stikstofefficiëntie vermindert de potentiële verzuring en bekalkingsbehoefte. Meststoffen zoals KAS bevatten kalksteen of dolomiet en besparen dus extra kosten en tijd doordat extra bekalking niet nodig is (Fig. 15).

17

Fig. 14

biomassa en stikstofinventarisatie

Stikstofsensoren gebruiken automatisch de optimale stikstofhoeveelheden (blauw) op basis van inventarisatie van actuele biomassa en chlorofyl (groen) en voorkomen zowel over- als onderbemesting. Wintergraan, Duitsland [ref. 17].

Biomass

<5,5 (5,1%)5,5-6,0 (5,8%)6,0-6,5 (7,3%)6,5-7,0 (8,4%)7,0-7,5 (11,3%)7,5-8,0 (13,3%)8,0-8,5 (13,6%)8,5-9,0 (15,2%)9,0-9,5 (12,4%)>9,5 (7,8%)

0m 100m

Kg N/ha

>110 (10,3%)

100-110 (10,2%)

90-100 (12,8%)

80-90 (18,1%)

70-80 (18,3%)

60-70 (19%)

<60 (11,5%)

Fig. 15

kalkbehoefte

De kalkbehoefte van KAS of ammoniumnitraat is aanzienlijk lager dan die van ureum [ref. 18].

0

20

40

60

80

100

120

Lime demand

kg C

aO/1

00kg

N

DAN-meststoffen verbeteren de stikstofefficiëntie en verminderen verliezen.

Stikstofsensoren bieden direct informatie over de werkelijke stikstofbehoefte.

DA NDirectly Available Nitrogen

Sensortechnologie inventarisatie relatieve biomassa Sensortechnologie inventarisatie stikstofaanbeveling

Biomassa

KAS 27%

AN UAN

Ureum

UAN+

10% N

Ureum+

15% N

Page 18: Smart agriculture - NL

18

lIteratuur

[ref. 1] Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (2003): World Agriculture towards 2015/2030.

[ref. 2] Von Witzke H., Noleppa, S. (2010): EU agricultural production and trade: can more efficiency prevent increasing

‘land-grabbing’ outside of Europe? Humboldt Universität zu Berlin.

[ref. 3] Lesouder C., Taureau J. (1997): Fertilisation azotée, formes et modes d’actions. Perspectives Agricoles N° 221.

[ref. 4] Yara International, Research Centre Hanninghof, Duitsland.

[ref. 5] Dampney P., Dyer C., Goodlass G., Chambers B. (2006): Component report for DEFRA project NT2605/ WP1a. Crop Responses.

[ref. 6] UNIFA, Frankrijk : Long term experimental network 2008-2011 for ADA group of members

[ref. 7] Dampney P., Chadwick D., Smith K., Bhogal A. (2004): Report for DEFRA project NT2603. The behaviour of some

different fertiliser-N materials.

[ref. 8] Chadwick D., Misselbrook T., Gilhespy S., Williams J., Bhogal A., Sagoo L., Nicholson F., Webb J., Anthony S.,

Chambers B. (2005): Component report for Defra project NT2605/WP1b. Ammonia Emissions and crop N use efficiency.

[ref. 9] EMEP/CORINAIR Technical Report No. 16/2007.

[ref. 10] Baumgärtel G., Engels T. Kuhlmann H. (1989) : Wie kann man die ordnungsgemaße N-Düngung überprüfer?

DLG-Mitteilungen 9, 472 - 474.

[ref. 11] Naar Anundskas, A. (2000): Technical improvements in mineral nitrogen fertilizer production.

In: Harvesting energy with fertilizers. Fertilizers Europe, Brussel.

[ref. 12] Fertilizers Europe, Brussel.

[ref. 13] Bellarby, J, Foereid, B, Hastings, A, Smith. P (2008): Cool Farming: Climate impacts of agriculture and mitigation potential.

Greenpeace International, Amsterdam.

[ref. 14] Bouwman, A.F., L.J.M. Boumans, N.H. Batjes, 2002: Modeling global annual N20 and NO emmissions from fertilized fields.

Global Biochemical Cycles 16, 4, 1080, 1-9.

[ref. 15] Naar Brentrup, F. (2010). Yara International, Research Centre Hanninghof, Duitsland.

[ref. 16] Stamm, R. (2006). Streufchler bei Seitenwind. DLZ Agrarmagazin 10.2006.

[ref. 17] Agricon: www.agricon.de/en/products/sensors-agronomy.

[ref. 18] Sluijsmans C.M.J. (1970): Influence of fertilizer upon liming status of the soil. J. Plant Nutr. Soil Sci., 126.

Intelligente landbouw heeft de toekomst...

Page 19: Smart agriculture - NL

19

DA NDirectly Available Nitrogen

Maak kennis met de DAN-familie op: www.danfertilizers.com

Page 20: Smart agriculture - NL

Fertilizers Europe vertegenwoordigt de meerderheid van de producenten van stikstofmeststoffen in Europa en staat bekend als speciale brancheorganisatie voor de informatieverstrekking over minerale meststoffen. De vereniging onderhoudt contact met een breed scala aan instituten, wetgevers, belanghebbenden en consumenten die op zoek zijn naar informatie over meststoftechnologie en onderwerpen die verband houden met de huidige uitdagingen op het gebied van landbouw, milieu en economie. De website van Fertilizers Europe biedt informatie over relevante onderwerpen aan iedereen die geïnteresseerd is in de bijdrage van meststoffen aan wereldwijde voedselzekerheid.

Fertilizers EuropeAvenue E. Van Nieuwenhuyse 4/6 B-1160, Brussel, BelgiëTél: +32 2 675 3550Fax: +32 2 675 [email protected]

www.fertilizerseurope.comwww.facebook.com/fertilizerseuropepage

Group Fertilizers Europe

twitter.com/FertilizersEuro

www.youtube.com/fertilizerseurope

DA NDirectly Available Nitrogen

www.danfertilizers.com