SchoorlI. Inleiding De gemeente Schoort ligt in het midden westen van de provincie Noord-Holland,...

56
PROVINCIE ê Monumenten Inventarisatie Project Noord-Holland HoorduYolland Schoorl Gemeentebeschrijving, juni 1990.

Transcript of SchoorlI. Inleiding De gemeente Schoort ligt in het midden westen van de provincie Noord-Holland,...

P R O V I N C I E

ê

Monumenten Inventarisatie Project Noord-Holland HoorduYolland

Schoorl

Gemeentebeschrijving, juni 1990.

Inhoud

Verantwoording 5

1. Inleiding 7

2. Bodemgesteldheid 92.1 Bodem 92.2 Afwatering 9

3. Grondgebruik 773.1 Agrarisch 113.2 Niet-agrarisch 773.3 Landschapsbeeld 12

4. Infrastructuur 734.1 Landwegen 134.2 Wateren 134.3 Dijken en kaden 144.4 Spoorwegen 744.5 Militaire infrastructuur 15

5. Nederzettingsstructuur 175.1 Algemeen 775.1.1 Bevolkingsontwikkeling 775.2 Het dorp Schoorl 775.3 Het dorp Groet 185.4 Het buurtschap Aagtdorp 185.5 Het buurtschap Bregtdorp 795.6 Het buurtschap Catrijp 795.7 Het buurtschap Hargen 215.8 Het buurtschap Camperduin 215.9 Het buurtschap Schoorldam 22

5.10 Het buitengebied 22

6. Bebouwingskarakteristiek 23

7. Stedebouwkundige typologie 27

Verantwoording inventarisatie 29

Geraadpleegde werken 31

Tabellen 33

Herkomst afbeeldingen 35

Afbeeldingen 37

Register 53

Colofon 57

Verantwoording

Het Monumenten Inventarisatie Project (MIP) is ontwikkeld op initiatiefvan de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur om geheelNederland te inventariseren op het gebied van architectuur enstedebouw uit de periode 1850-1940. Het project wordt, in samenwerkingmet de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, uitgevoerd door deprovincies en de vier grote steden.

De doelstellingen van het MIP zijn:• het verkrijgen van een landelijk overzicht van jongere bouwkunst en

stedebouw uit de periode midden 19de eeuw-Tweede Wereldoorlog;• het bevorderen van kennis en waardering voor historische stads- en

dorpsgezichten en monumenten van geschiedenis en kunst uit deperiode midden 19de eeuw-Tweede Wereldoorlog;

• basisgegevens aan te leveren voor wetenschappelijk onderzoek oparchitectuurhistorisch, bouwhistorisch, stedebouwkundig, historisch-geografisch en/of industrieel-archeologisch terrein;

• bouwstenen aandragen voor te ontwikkelen beleid van de driebestuurslagen ten aanzien van ruimtelijk ordening, stadsontwikkelingen monumentenzorg en als basis voor planologische enstedebouwkundige afwegingen;

• selectie- en registratie-activiteiten van de drie bestuurslagen tenaanzien van objecten, ensembles, structuren en gezichten mogelijk temaken.

Voor de uitvoering van de werkzaamheden zijn de provincies in regio'sonderverdeeld. Binnen deze inventarisatie-gebieden wordt het werk pergemeente verricht.Van elk inventarisatiegebied en van elke gemeente wordt eenbeschrijving gemaakt waarin geografische, sociaal-economische enstedebouwkundige ontwikkelingen binnen het betreffende gebied c.q.gemeente worden geschetst, toegespitst op de periode 1850-1940. Voortsworden waardevolle gebouwen en ruimtelijke structuren uit debetreffende periode in beeld gebracht.

De nu volgende gemeentebeschrijving richt zich op de gemeenteSchoorl. Voor geografische, sociaal-economische en cultuurhistorischeontwikkelingen in groter verband kan de MlP-regiobeschrijvingNoord-Kennemerland worden geraadpleegd.De gemeentebeschrijving is tot stand gekomen op basis van vergelijkingvan kaartbeelden uit circa 1850,1900 en 1940, literatuuronderzoek eninventarisatie in het veld.

De gemeentebeschrijving volgt in de eerste vijf hoofdstukken het modelvoor een regiobeschrijving van drs. L Prins, Rijksdienst voor deMonumentenzorg 1988. Hieraan zijn een bebouwingskarakteristiek, eenstedebouwkundige typologie en een verantwoording van de inventarisatietoegevoegd.De MlP-werkzaamheden betreffende de gemeente Schoorl zijnuitgevoerd door drs. E. van der Kleij, als inventarisator jongere bouwkunstverbonden aan de provincie Noord-Holland.

I. Inleiding

De gemeente Schoort ligt in het midden westen van de provincie Noord-Holland, direct ten noorden van de gemeente Bergen. De gemeenteSchoorl bevat de dorpen Schoorl en Groet, alsmede de buurtschappenAagtdorp, Bregtdorp, Camperduin, Catrijp, Hargen en Schoorldam. Dehuidige omvang is 3326 ha en het aantal inwoners bedraagt 6670personen. Met ingang van 1 januari 1990 zal de gemeente aan de noord-zijde worden uitgebreid met grondgebied dat thans behoort tot degemeente Zijpe. Het buurtschap Schoorldam behoort ten dele tot degemeente Warmenhuizen. Dit betreft het deel ten oosten van hetNoordhollands Kanaal.

De gemeente Schoorl wordt begrensd door de gemeenten Zijpe (noord),Warmenhuizen (oost) en Bergen (zuid). Aan de westzijde vormt deNoordzee de begrenzing.

In de periode 1850-1940 werd alleen de grens met de gemeenteWarmenhuizen gewijzigd. De aan de oostzijde van het NoordhollandsKanaal gelegen Hempolder, die oorspronkelijk behoorde tot de gemeenteSchoorl, werd in 1960 bij de gemeente Warmenhuizen gevoegd.

De gemeente Schoorl behoort tot het MlP-inventarisatiegebied(MlP-regio) Noord-Kennemerland. Dit inventarisatiegebied omvat voortsde gemeenten: Alkmaar, Bergen, Castricum, Egmond, Heemskerk, Heilooen Limmen.

Ten behoeve van een overzichtelijke inventarisatie is de gemeenteSchoorl opgedeeld in negen MlP-deelgebieden: Schoorl/Schoorl,Schoorl/Groet, Schoorl/Aagtdorp, Schoorl/Bregtdorp, Schoorl/Catrijp,Schoorl/Hargen, Schoorl/Camperduin, Schoorl/Schoorldam enSchoorl/Buitengebied (naam deelgebied wordt voorafgegaan doorgemeentenaam).De MlP-deelgebieden vallen respectievelijk samen met de bebouwdekommen van de twee dorpen en de zes buurtschappen en met hetresterende buitengebied van de gemeente Schoorl. Tot dit buitengebiedwordt ook het duingebied gerekend, dat ten dele wordt beheerd doorStaatsbosbeheer (Boswachterij Schoorl).De grenzen van de MlP-deelgebieden vallen zoveel mogelijk samen metde, niet officiële, grenzen tussen de diverse kernen. Deze grenzenworden langs de doorgaande wegen met lage houten naambordenaangegeven.(Zie afbeeldingen 1, 7.)

2. Bodemgesteldheid

2.1 Bodem

De bodem van de gemeente Schoorl bestaat aan de oppervlakte globaaluit twee soorten gronden: zandgronden en veen- en wadafzettingen. Dezandgronden vormen het oude duin-of strandwalgebied en het huidigeduingebied, de zogenaamde jonge duinen. De veen- en wadafzettingenvormen het oppervlak van de onder NAP gelegen strandvlakte, die in hetnoorden en het oosten op de strandwal aansluit en zich als eenuitgestrekt poldergebied manifesteert.

De strandwal en de ten oosten hiervan gelegen strandvlakte van Schoorlwaren omstreeks 300 voor Christus gevormd. De strandwal werd na 1000grotendeels door de jonge duinen overstoven. Tot omstreeks 1600zouden zandverstuivingen in oostelijke richting, een probleem voor debevolking vormen. De zandverstuivingen, ten dele veroorzaakt doormiddeleeuwse ontbossing van de oude duinen, zouden de Schoorlseduinen tot een breedte van vier tot vijf kilometer en aan de oostzijde tothoogten van circa 54 meter + NAP brengen. Na 1600 slaagden debewoners in hun pogingen om de zandverstuivingen door middel vanduinbeplanting tegen te gaan.

Het poldergebied ontstond als gevolg van bedijkingen die na 1500 vanafde strandwal werden uitgevoerd. Het oppervlak van de bodem bestaathier grotendeels uit zogenaamde pikklei, een wadafzetting die tussen de4de en de 9de eeuw over een al dan niet geërodeerd veenpakket kwamte liggen.

De hoogten van de zandgronden zijn volgens de topografische kaartvariërend van de meergenoemde 54 meter +NAP in de jonge duinen tot0.0 meter NAP op grens van strandwal en strandvlakte. Het poldergebiedvarieert in hoogte van 0.0 meter NAP tot 1 meter - NAP.(Zie afbeeldingen 8, 9.)

2.2 Afwatering

Het grondgebied van de gemeente Schoorl met de Vereenigde Harger enPettemerpolder (noord-west), de Croeterpolder, de Grootdammerpolderen de Aagtdorperpolder, ressorteert onder het waterschap Het LangeRond. Het gebied loost op de Schermerboezem, waar het NoordhollandsKanaal deel van uit maakt. Het overtollige grondwater van de jongeduinen wordt op natuurlijke wijze naar de lagere zandgronden geleid. Dezandgronden lozen eveneens natuurlijk op het polderland. De poldersworden bemalen met een tweetal grote windmolens, een aantal kleinemetalen windmolens en een elektrisch gemaal. De grote windmolensstaan in de Verenigde Harger- en Pettemerpolder (Hargermolen 1803/1804)en in de Groeterpolder (Groetermolen 1890). De kleine metalen wind-molens bevinden zich verspreid door het gehele poldergebied. Hetelektrische gemaal staat in de Grootdammerpolder nabij hetNoordhollands Kanaal.(Zie afbeelding 10.)

10

3. Grondgebruik

3.1 Agrarisch

In 1850 werd meer dan de helft van het gemeentelijk grondgebied inbeslag genomen door de woeste gronden van de jonge duinen. Tenoosten en noorden hiervan liep de evenwijdige strook deels bebostecultuurgrond van de strandwal. Het resterende gemeentegebied werd inbeslag genomen door polderland in de vorm van weidegebied.

De jonge duinen toonden in 1850 een door zandverstuivingen gevormdpatroon van zogenaamde parabool- en kamduinen. Dit patroon ontstondmerendeels vóór 1600. Het gebied had naast de functie van natuurlijkezeewering betekenis voor de zandwinning, de jacht, het weiden van veeen het leveren van water. Omstreeks 1863 kreeg de geoloogDr. C.W. Staring opdracht van de Nederlandse regering tot hetexperimenteren met duinbebossing. Experimenten met de Grove Denbleken weinig succesvol. Omstreeks 1893 werden nieuwe pogingen totduinbebossing ondernomen, ditmaal met de Corsicaanse en OostenrijkseDen. Vanaf de eeuwwisseling was een groot deel van de duinen, metname het oostelijk duingebied, voornamelijk met naaldhout beplant. VanStaring's Grove Dennen zijn thans nog enkele kleine concentraties tevinden, de zogenaamde Staringbosjes. Het hoogopgaande loofhout datde oosthellingen van de jonge duinen met name bij Aagtdorp en Schoortop markante wijze bedekt, werd van 1900 af ter vervanging van laaghakhout ingeplant.

De strandwal, waar zich de bewoning concentreerde, toonde naastbeboste en onverkavelde gronden, een fijnmazige regelmatigopstrekkende verkaveling. Deze verkaveling viel merendeels samen metde geesten, reeds ver vóór 1850 ontgonnen gronden in dit oudeduingebied. Een dergelijke verkaveling, maar dan haaks op dehoofdrichting van de doorgaande wegen, kwam sterk voor op de dalendeovergang naar de strandvlakte bij Catrijp, Groet, Hargen en Camp(Camperduin). De fijnmazig verkavelde gebieden waren merendeels ingebruik als akker- en tuinbouwgronden, de onverkavelde grondenwaarschijnlijk voor het weiden van vee. De tuinbouwfunctie wasbescheiden. In dit verband kan de tussen 1890 en 1930 florerendeboomkwekerij 'Duinbosch' worden genoemd. Daarnaast werd bollenteeltbedreven. Na 1900 zou een deel van de cultuurgronden de agrarischefunctie ten behoeve van een zich uitbreidende bebouwing gaanverliezen. Het poldergebied (strandvlakte) was in gebruik als wei- enhooiland in een onregelmatig blokachtige verkaveling.

Het poldergebied is tot op heden voornamelijk in gebruik gebleven alswei-en hooiland.(Zie afbeeldingen 2, 8.)

3.2 Niet-agrarisch

De zandwinning uit het duingebied, de zogenaamde zandmennerij, vondal vanaf de late 16de eeuw plaats. Na 1850 trad hierin schaalvergrotingop. Zo werd de binnenduinrand bij de Oorsprongweg na 1870afgegraven. Dit zou onder andere zijn gebeurd in verband met debehoefte aan zand bij de bouw van forten ter verdediging van de stadAmsterdam. Ook bij het noordelijker gelegen buurtschap Hargen waseen zandmennerij. Van de beide grote zandmennerijen zijn de sporen

11

duidelijk zichtbaar gebleven. Voor het vervoer van het zand werden tweesmalspoorlijnen aangelegd (zie 4.4).Na 1945 zou de zandmennerij steeds meer gaan afnemen. De bosbouwbleef een marginale rol spelen. De recreatie nam daarentegen sterk toe.Op de strandwal breidde de bebouwing zich verder uit. De haaks op deHeereweg staande fijnmazige verkaveling van de geesten bij Catrijp,Hargen en Camperduin (Camp) was in 1946 merendeels verdwenen.Alleen te Groet was deze nog herkenbaar en dit is tot op heden, zij hetin mindere mate, zo gebleven.Na 1900 is het duingebied een rol gaan spelen voor de bosbouw en derecreatie.

3.3 Undschapsbeeld

Het landschapsbeeld van de hogere gronden wordt bepaald doorbeslotenheid. De ruimten worden begrensd door beplanting enbebouwing of, zoals langs de binnenduinrand, door grote hoogte-verschillen. Waar de begrenzing ontbreekt kan de dalende overgang vande strandwal naar het poldergebied ruimtelijk worden ervaren.Het poldergebied, dat de hogere gronden aan de noord-, oost, enzuidzijde begrenst, kenmerkt zich door een merendeels onregelmatigpatroon van kavels, (dijk)wegen en sloten. Enkele wegen in het polder-land worden geflankeerd door boombeplanting (Aagtdorperpolder).Opvallende elementen in het noorden zijn de Hondsbossche Zeewering,de Schoorlse Zeedijk, de Slaperdijk, de beide oude Schoorlse wind-molens en de moderne windmolens langs het Noordhollands Kanaal(gemeente Zijpe).Het beeld aan de oost- en zuidzijde kent, afgezien van de kerktorens vanWarmenhuizen, geen opvallende elementen. De westzijde wordtdaarentegen visueel sterk begrensd door de jonge duinen. Opvallend isde abrupte overgang van het grillige duinlandschap naar het lagere,strakke silhouet van de Hondsbossche Zeewering.

12

4. Infrastructuur

4.1 Landwegen

Afgezien van de langs het Noordhollands Kanaal gelegen Rijksweg, eenverbinding met een nationale functie, heeft het Schoorlse wegennetvoornamelijk lokale en interlokale betekenis. Van interlokale betekeniszijn de van zuid naar noordwest lopende Duinweg, de in het verlengdedaarvan gelegen Heereweg en de hieraan min of meer parallel lopendeVoorweg. Duinweg en Heereweg vallen ten dele samen met de oudedoorgaande, onder beheer van de Heerlijkheid ressorterende, 'Heerweg',die al ver vóór 1850 de verbinding vormde met de Heerlijkheid Bergen.Voorts is de haaks op deze noord-zuidverbinding staande Laanweg en dein het verlengde hiervan gelegen Damweg, van interlokaal belang. Debeide wegen vormen als enige grote oost-westverbinding een belangrijkeschakel tussen de Rijksweg en de bebouwde kom van de gemeenteSchoorl.

De hoofdrichting van het wegennet valt grotendeels samen met de vanzuid naar noordwest lopende structuur van de strand wal. Naast debelangrijke Laanweg staat een aantal ondergeschikte wegen hier haaksop. Deze wegen vormen zowel oost-west verbindingen op de strandwalzelf, als tussen de strandwal en het aangrenzende poldergebied.

Afgezien van de Rijksweg, kende de gemeente Schoorl in 1866 (Kuyper)geen verharde wegen. Na 1870 werd begonnen met de verharding van deHeereweg van Camperduin tot Bergen (de naam Duinweg bestond nogniet) en een deel van de Voorweg. De Damweg werd begrind. In dedecennia tot 1940 werd het wegennet grotendeels verhard en verbreed.Nieuwe verbindingen ontstonden op kleine schaal. In 1901 realiseerde degemeente Schoorl, in samenwerking met de gemeente Bergen, een wegtussen de Aagtdorper en de Bergense Oudburger polder. In 1925 werdde Slotlaan aangelegd, een woonstraat in het gebied ten zuiden van deLaanweg tussen Gortersweg en toenmalig tramstation.

De ruimtelijke ontwikkeling van Schoorl tussen 1850 en 1940 werd inhoofdzaak werd bepaald door de aanwezige structuur van het wegennet.Ook na 1945 ontwikkelde de gemeente weinig nieuwe tracés. Welontstonden nieuwe stratenplannen in samenhang met de opzet van denieuwbouwwijken.(Zie afbeelding 10.)

4.2 Wateren

De weinige waterwegen binnen de gemeente Schoorl hebben vanoudsher een belangrijke rol gespeeld voor de afwatering en de scheep-vaart. De Hargervaart en de Hondsbossche Vaart zijn hierbij in relatie tothet Noordhollands Kanaal van primaire betekenis.De scheepvaart betrof tussen 1850 en 1940 veelal het zandvervoer vanuitSchoorl. In de decennia na 1945 zou de recreatievaart een steedsbelangrijker plaats gaan innemen. Het Noordhollands Kanaal (1825), deoostelijke begrenzing van de gemeente Schoorl, volgt de bedding van dereeds lang verdwenen getijdegeul de Rekere en loopt min of meerparallel met de strandwal. De Hondsbossche Vaart, die ten dele denoordelijke begrenzing van de gemeente vormt, ligt onder deOude Schoorlse Zeedijk en volgt daarmee een noord-westelijkehoofdrichting.

13

De vaart loopt hierdoor eveneens min of meer parallel aan dehoofdrichting van de strandwal. De beide overige waterwegen, deHargervaart en het bescheiden Catrijpermoor, liggen haaks op dezerichting. Getuige de kaart van Kuyper liepen er evenwijdig aan hetCatrijper Moor een tweetal andere waterwegen. Deze zijn thansverdwenen. In het zuidoosten van de Aagtdorper polder, op de grensmet de gemeente Bergen liep al vóór 1850 de Banscheidingsloot. Dezethans nog bestaande sloot loopt eveneens haaks op de strandwal.Omstreeks 1900 ontstond ten noorden van Camperduin, achter deHondsbossche Zeewering, een klein plassengebied. Dit was het gevolgvan grondwinning om de Hondsbossche Zeewering te verhogen. Deplassen vormen thans het natuurmonument en vogelreservaat'De Putten'.

4.3 Dijken en kaden

Tussen circa 1050 en circa 1150 werden de eerste bedijkingen in hetgebied van de huidige gemeente Schoorl opgeworpen. Deze dijkenwaren gericht op het beschermen van de strandwal en volgdenmerendeels de buitenste lijn van deze zandrug. Tussen circa 1150 encirca 1500 werden de lagere delen van de strandvlakten middelsdijkaanleg tegen wateroverlast beveiligd. Hierdoor ontstond hetpoldergebied.Restanten van de oudste bedijkingen Aagtdorp te vinden in de Omloopen de kade langs de Banscheidingssloot. De overige dijken werdenafgegraven en zijn nog vaak in het verkavelingspatroon en de benamingvan een weg herkenbaar. Een voorbeeld hiervan is de Nesse- enHoutendijk, gelegen tussen Hondsbossche Zeewering en Slaperdijk.

Van de jongere bedijkingen zijn er nu nog de markante voorbeelden vanSchoorlse Zeedijk (13de eeuw), Hondsbossche Zeewering (in aanleg15de eeuw) en Slaperdijk (16de eeuw). De primair waterkerendeHondsbossche Zeewering werd rond 1800 vernieuwd en rond 1870verbeterd. Tussen 1977 en 1981 werd de dijk op deltahoogte gebracht.

Een voorbeeld van een jongere dijk die thans nog in het verkavelings-patroon en de benaming van de weg is terug te vinden vormt deongeveer evenwijdig met het Noord hol lands Kanaal lopende Evendijk inde Aagtdorper polder.Langs het Noordhollands Kanaal loopt aan Schoorlse zijde de huidigeRijksweg. Deze weg loopt over een hoge strook grond evenwijdig aanhet Noordhollands Kanaal. De grond werd hier opgeworpen na te zijnvrijgekomen bij het graven van het Noordhollands Kanaal in de jaren1820-1825.

4.4 Spoorwegen

In 1913 werd de enkelsporige stoomtramlijn Alkmaar-Koedijk-Schoorl-Warmenhuizen-Schagen geopend. In 1934 werd het baanvak tussenWarmenhuizen en Schagen weer opgeheven, de verbinding tussenWarmenhuizen en Alkmaar, waarvan het baanvak tussen Koedijk enWarmenhuizen vanaf 1938 eigendom van de Nederlandse Spoorwegenwas, bleef tot 1968 bestaan. Reizigerstrams reden tot 1948, daarna alleennog goederentrams.Aan het verdwenen tramstation, gebouwd in dezelfde stijl als de tram-stations te Warmenhuizen en Schagen (De Loet), herinnert nog de naamStationsweg. Aan de oostzijde van het voormalige emplacement, dat invorm nog goed herkenbaar is, staat nog het woonhuis 'Spoorzicht'.

14

Het tracé van de spoorlijn kan nog ten dele in de polderverkavelingworden teruggevonden. Ten noorden van de Damweg is de bocht van delijn richting Schoorldam in de na 1945 gerealiseerde structuur herkenbaargebleven. Ten noorden van Schoorldam lag nog tot in het begin van dejaren 1980 een spoordijk, de voormalige aanloop tot de in de jaren 1970gesloopte draaibrug over het Noordhollands Kanaal.Het station stond aan de oostelijke rand van de Schoorlse strandwal.Tussen 1913 en 1940 ontwikkelde een belangrijk deel van het dorpSchoorl zich op deze strandwal tussen de dorpskern en het tramstation(zie 5.2).Naast de tramlijn waren er te Schoorl nog het werkspoor op deHondsbossche Zeewering (ca. 1875-ca. 1959), alsmede twee zogenaamdezandsporen (smalspoorlijnen) tussen de zandmennerijen in de duinen ende waterverbindingen. Het werkspoor diende het onderhoud van dezeewering, de zandsporen tot vervoer van zand uit de duinen. De zand-sporen liepen tussen de zandmennerij aan de Oorsprongweg en hetNoordhollands Kanaal bij Schoorldam, alsmede tussen de zandafgravingbij Hargen en de Hargervaart. Vanaf Hargen liep nog in 1946 eenwerkspoor in de richting van strandpaal 30. De tracés van de voormaligelorrie-achtige verbindingen zijn soms in de vorm van wegen of fietspadenbewaard gebleven.

4.5 Militaire infrastructuur

De Genie onderhield tussen 1892 en 1894 een smalspoorlijn in deduinen. De lijn diende tot manschap- en materiaalvervoer ten behoevevan een tijdelijk oefenterrein ter hoogte van strandpaal 30. Hier deedmen schietproeven om de inwerking van projectielen op speciaal voor ditdoel gebouwde forten te bestuderen. Van het tracé, dat liep tussenboerderij 'De Franschman' te Bergen en het oefenterrein, zijn geensporen bewaard gebleven.

Tijdens de Duitse bezetting maakte de gemeente Schoorl deel uit van dezogenaamde 'Atlantikwall'. Naast de bouw van bunkers langs de kustwerd evenwijdig met de binnenduinrand een tankval in het polderlandgegraven.

15

16

5. Nederzettingsstructuur

5.1 Algemeen

De gemeente Schoort bevat anno 1989 een achttal kernen, te onder-scheiden in twee dorpen en zes buurtschappen. In het onderstaandecitaat, waarin men de dorpen en buurtschappen overigens nietonderscheidt, wordt op treffende wijze een algemene karakterisering vanhet bebouwde gebied gegeven: 'Als kralen aan een snoer liggenachtereenvolgens (de oude kernen van) Aagtdorp, Schoort, Bregtdorp,Catrijp, Groet, Hargen en Camperduin aan de over de strandwal lopendewegen. Bij Croet en met name bij Schoorl zijn inmiddels op grote schaaluitbreidingen in de richting van de strandvlakte gerealiseerd. Debebouwing van de dorpen op de strandwal is, met name in Schoorl,Aagtdorp en Bregtdorp niet aaneengesloten. Binnen de dorpen zijn alshet ware stukken het [natuurlijke] landschap aanwezig. Deze ruimtenbinnen de dorpen liggen tegen de duinrand en variëren van klein(Bregtdorp) tot tamelijk groot (De Nollen in Schoorl)'.1' De achtste kernwordt gevormd door het buurtschap Schoorldam, gelegen ten oosten vanhet dorp Schoorl, nabij het Noordhollands Kanaal.Buiten de kernen ligt verspreide bebouwing in de jonge duinen en in hetpoldergebied.In 1866 (Kuyper) waren de twee dorpen en zes buurtschappen nogduidelijk van elkaar te onderscheiden. Na 1900 zou het onderscheid doorhet naar elkaar toe groeien van de kernen steeds minder duidelijkworden.Tussen 1850 en 1900 beperkte de ontwikkeling zich tot vervanging enstichting van agrarische bebouwing. Tussen 1900 en 1940 trad verdichtingen uitgroei met voornamelijk woonbebouwing op. Na 1945 zou dezeverdichting doorgaan, terwijl de uitgroei vooral wijksgewijs zougeschieden. Thans wordt een groot deel van de Schoorlse bebouwingbepaald door objecten die na 1945 tot stand kwamen.(Zie afbeeldingen 6, 8.)

5.1.1 BevolkingsontwikkelingTot ongeveer 1900 was de gemeente Schoorl voornamelijk agrarisch meteen autochtone bevolkingssamenstelling. De levensomstandighedenwaren sober. Tussen 1900 en 1940 kwam in deze situatie veranderingdoor de vestiging van immigranten. Rentenierende agrariërs, kunstenaarsen forensen gingen zich in deze rustige en met veel natuurschoonbegiftigde gemeente vestigen. Een sleutelfunctie bij deze, voor een grootdeel op de mobiliteit gebaseerde ontwikkeling, vervulde de sinds 1913 ingebruik genomen tramlijn.De vestiging van immigranten betekende voor het relatief arme Schoorleen stijging van de welvaart. Het na 1900 opkomende vreemdelingen-verkeer zou voor de toename van deze welvaart echter van primairbelang worden.(Zie tabellen 1, 2.)

5.2 Het dorp Schoorl

In 868 wordt Schoorl voor het eerst als nederzettingsnaam vermeld. In devroege 15de eeuw maakte het dorp Schoorl met de buurtschappenAagtdorp, Stroet, Buitenduin, Brechtdorp, Katrijp, Hargen en Kamp deel

11 De strandwal van Schoorl en Croet, landschapsonderzoek Noord-Holland, E13411.

17

uit van de Heerlijkheid Schoort, een rechtsgebied dat in 1834 met hetdorp Groet werd uitgebreid en dat vanaf 1848 de gemeente Schoort heet.(Zie afbeeldingen 2 t/m 7, 12, 13.)

De ontwikkelingen na 1900 veroorzaakten in het dorp Schoort eenwijziging in het agrarische karakter.Ten noorden van de Hervormde kerk, langs de Heereweg, ging decentrumfunctie zich met de bouw van een nieuw raadhuis en een relatiefgroot café-restaurant versterken. Aan weerszijden van de Heereweg tradverdichting van de bebouwing op, na ongeveer 1920 ook met winkel-panden. Verdichting en uitbreiding met voornamelijk woonhuizen tradop langs de Heereweg (thans Duinweg) in de richting van Aagtdorp en innoordelijke richting naar Bregtdorp.Ten oosten van de Heereweg, ontwikkelde de bebouwing zich in derichting van het tramstation. Dit gebeurde ten zuiden van de in west-oostelijke richting lopende Laanweg, de verbindingsweg tussen dedorpskern en het tramstation. De geconcentreerde bebouwing sloot nietdirect aan op de dorpskern maar begon na enige fragmentarischebebouwing pas op enige honderden meters oostwaarts, om precies tezijn vanaf de Gortersweg. De ontwikkeling, die bestond uit verdichtingen uitgroei, vond hoofdzakelijk plaats langs bestaande wegen op ditrelatief diep in het oostelijk polderland stekende - deels doormiddeleeuwse zandverstuivingen geprononceerde - gedeelte van destrandwal.Naast Heereweg en Laanweg speelde de Voorweg een structuur-bepalende rol bij de ontwikkeling van het dorp Schoort. Langs dezemeest landinwaarts gelegen, evenwijdig aan de binnenduinrand lopende,verbindingsweg trad verdichting van de bebouwing op. In hetdriehoekige gebied tussen Heereweg, Laanweg en Voorweg, waarvan degenese eveneens op middeleeuwse zandverstuivingen teruggaat (in 1916wordt het gebied nog Buitenduin genoemd) werd incidenteel gebouwd.Dit gebeurde langs bestaande wegen ten noorden van de rond 1830gestichte Algemene Begraafplaats en ten zuiden hiervan langs deMolenweg. Het grootste deel van dit centrale gebied bleef echteronbebouwd.Na 1945 traden forse wijksgewijze uitbreidingen op tussen de oude kernen Gortersweg; ten oosten van de Stationsweg (Evendijk) en tennoordoosten van de Voorweg ('t Geestje; Bovenweg). Daarnaast deed zichverdichting en vervanging van bestaande bebouwing voor.

De huidige structuur van het dorp Schoorl wordt bepaald door hetdriehoekig patroon van Heereweg, Laanweg en Voorweg en het hier aande oostzijde op aansluitende tracé van de Damweg. De bebouwingconcentreert zich langs de randen van de merendeels onbebouwdedriehoek, en in het noord-westelijk gedeelte (Bregtdorp). De dorpskern,met de Hervormde kerk (1783) en voormalig raadhuis, ligt aan dezuidwestelijke punt van de driehoek tegen de binnenduinrand. De kernbestaat uit tweezijdige lintbebouwing langs de oude doorgaande noord-zuidverbinding, die ten zuiden van de kern Duinweg heet en tennoorden hiervan de oorspronkelijke naam Heereweg draagt.Verreweg het grootste deel van de bebouwing heeft een woon-bestemming. Winkel-, hotel-, en overige horecafuncties worden hoofd-zakelijk aangetroffen langs de Heereweg en in mindere mate aan deDuinweg en de Laanweg. Het dorp Schoorl kent veel kampeerplaatsendie overwegend na 1945 werden aangelegd. De terreinen liggen in debinnenduinrand, in het groene gebied ten noorden van de AlgemeneBegraafplaats en aan de zuid rand van het dorp.

18

Kenmerkend voor het ruimtelijk karakter van het dorp Schoorl - en ditgeldt afgezien van Camperduin en Schoorldam eigenlijk voor allekernen - is het vele openbare en particuliere groen. Het groenmanifesteert zich in de met loofhout begroeide binnenduinrand, in deonbebouwde en deels beboste gronden binnen de bebouwde kom en inde vaak bosachtige woongebieden uit de MlP-periode. De meeste stratenhebben geen trottoirs. De erfafscheidingen grenzen, al dan niet met eengrasberm ertussen, vrij direct aan de rijweg.

5.3 Het dorp Groet

De langs de binnenduinrand gelegen middeleeuwse geestnederzertingGroet, ging in 1834 deel uitmaken van de Heerlijkheid Schoorl. Tussen1812 en 1834 had het dorp een onafhankelijke Heerlijkheid gevormd.Hieraan kwam een einde toen de eigenaar van de Heerlijkheid Schoorl,de familie Van Foreest, Croet er in 1834 bij kocht. In 1848 kwam aan deHeerlijkheid Schoorl een eind bij de eerder genoemde officiëletotstandkoming van de gemeente Schoorl.(Zie afbeeldingen 2 t/m 7, 12, 13.)

Door de, in vergelijking met het dorp Schoorl, bescheidener vestigingvan renteniers, kunstenaars en forensen, bleef het agrarische karaktervan Groet tussen 1900 en 1940 vrij sterk behouden. De ontwikkelingenveroorzaakten een verdichting tussen de agrarische bebouwing langsbestaande wegen op de strandwal. Een zeer bescheiden winkel- enhoreca-apparaat ontstond na 1900 langs de Heereweg. In 1920 werd hiereen hulppostkantoor geopend.

Na 1945 ontstond een forse wijksgewijze uitbreiding direct ten noordenvan het dorp, op de overgang van strandwal naar strandvlakte.

De ovaalvormige structuur van de tegen de binnenduinrand gelegengeestnederzetting, waarvan de doorgaande Heereweg vanouds de noord-oostelijke begrenzing vormt, is goed herkenbaar gebleven. De blokvormvan de naoorlogse uitbreiding heeft de relatie met de strandvlakteminder herkenbaar gemaakt. De oude kern, met Hervormde kerk envoormalig raadhuis bevindt zich in een komvormige, intieme structuurnabij de binnenduinrand. Het huidige karakter van Groet wordt nog inaanzienlijke mate bepaald door agrarische bebouwing.

5.4 Het buurtschap Aagtdorp

Het agrarische buurtschap Aagtdorp ligt ten zuiden van het dorp Schoorlop de grens met de gemeente Bergen. In dit van oudsher tot hetSchoorlse rechtsgebied behorende buurtschap stond het in de 19de eeuwtot verval gekomen Huis Poelenburg. Het was in de 17de of 18de eeuwgebouwd op fundamenten van een middeleeuwse burcht. In 1893 werdPoelenburg gesloopt.De ontwikkelingen tussen 1900 en 1940 zorgden voor vervanging enverdichting van bebouwing langs de doorgaande Duinweg en van enkelehier haaks op staande, tot aan het polderland lopende wegen. Deontwikkeling langs de Duinweg vond vooral aan de oostzijde plaats. Ookwerd in deze periode gebouwd langs de oostzijde van de Postweg, eenin de binnenduinrand lopende parallelverbinding ten westen van deDuinweg.Het agrarische karakter bleef door de aanwezigheid van boerderijenweilanden en tuinbouwgronden goed bewaard. Dit geldt tot op heden.

19

Te Aagtdorp werd na 1945 geen wijksgewijze nieuwbouw gepleegd.Wel trad verdichting tussen de bestaande bebouwing op.(Zie afbeeldingen 2 t/m 7, 13.)

De huidige structuur van Aagtdorp wordt gevormd door een min of meerrechthoekig patroon van wegen, evenwijdig met en haaks op destructuurbepalende Duinweg, die een zuidoost-noordwestelijkehoofdrichting heeft.Opmerkelijke landschappelijke elementen worden beleefd vanaf dekronkelende Duinweg. Gedacht kan worden aan de hoge, lommerrijkehellingen van de binnenduinrand, aan het hiervoor gelegen ovaalvormigeweidegebied tussen Duin- en Postweg en aan het onbebouwd geblevendeel van de strandwal in de binnenbocht ten zuiden van het dorpSchoorl, waardoor men vanaf de binnenduinvoet tot ver in hetpolderland kan kijken.

5.5 Het buurtschap Bregtdorp

In 5.2 werd Bregtdorp al genoemd in het noordwestelijke deel van hetdriehoekig wegenstelsel dat wordt gevormd door Heereweg, Voorweg enLaanweg. Het op de noordzijde van Schoorl aansluitende buurtschapwordt grofweg begrensd door Huismanweg (zuidoost), Oorsprongweg(west), Schoutsakker (noordwest) en Voorweg (noordoost).(Zie afbeeldingen 2 t/m 7, 12, 13.)

Tussen 1850 en 1900 betroffen de ontwikkelingen vervanging of stichtingvan agrarische bebouwing. Tussen 1900 en 1940 breidde de woon-bebouwing in dit buurtschap zich sterk uit. Het gebeurde steeds langsbestaande wegen op de strandwal. Langs de Voorweg was sprake vanverdichting, langs Heereweg en Huismansweg deden de ontwikkelingenzich voor in dan toe nauwelijks bebouwd gebied. Door de niet sterkaaneengesloten bebouwingslinten bleef de relatie met het centrale enflankerende agrarische gebied goed behouden.

Na 1945 werden de centrale teeltgronden deels bebouwd (Schoutsakker)terwijl op de overgang van strandwal naar strandvlakte een kleinewoonwijk ontstond (Bovenweg). De relatie met het open polderland vande strandvlakte werd hierdoor plaatselijk verstoord.De huidige structuur van Bregtdorp wordt bepaald door de taps naarelkaar toe lopende Heereweg en Duinweg. Deze in de hoofdrichting vande strandwal lopende wegen worden door een tweetal dwarswegen metelkaar verbonden zodat een trapeziumvormige structuur ontstaat,waarlangs het merendeel van de bebouwing zich heeft ontwikkeld. Hetcentrum van de trapezium is nog steeds groen.

5.6 Het buurtschap Catrijp

Catrijp sluit aan op de noordzijde van Bregtdorp en op de zuidzijde vanGroet.(Zie afbeeldingen 2 t/m 7, 13, 14.)

Net als in de overige kernen van Schoorl betroffen de bouwkundigeontwikkelingen tot 1900 vooral de agrarische bebouwing. Na 1900 zouzich de bebouwing langs bestaande wegen op de strandwal gaanverdichten. Met name nabij de kerk deed zich dit verschijnsel voor. Hetagrarische karakter werd niet sterk gewijzigd. Wel verdween defijnmazige verkaveling aan de oostzijde van Catrijp (zie 3).

20 IWIMIHl

Na 1945 werd ter plekke van de verdwenen verkaveling een woonwijkgebouwd, waarmee het tweezijdig lintvormige karakter van dit deel vanCatrijp verdween. Het agrarisch karakter overheerst echter tot op heden.De structuur van het huidige Catrijp wordt bepaald door in noord-westelijke richting, taps naar elkaar toe lopende wegen, waarvan DeHeereweg en een deel van de Voorweg de belangrijkste zijn. Debebouwing concentreert zich één- dan wel tweezijdig langs de in degenoemde windrichting lopende wegen en langs een drietal haaks hieropstaande verbindingen. De na 1945 gerealiseerde woonwijk vormt eenrechthoekige uitstulping in de richting van de strandvlakte.

5.7 Het buurtschap Hargen

Hargen ligt tussen Groet en de Slaperdijk en is evenals Groet inoorsprong een geestnederzetting langs de binnenduinrand. Het buurt-schap is tot na 1945 nauw betrokken geweest bij de zandwinning uit dejonge duinen en het vervoer hiervan vanaf de Hargervaart.(Zie afbeeldingen 2 t/m 7, 14.)

Veel van de huidige agrarische of voormalige agrarische bebouwingdateert uit de tweede helft van de 19de eeuw. De woonbebouwing stamtmerendeels van na 1900 en ontstond tussen de boerderijen enlandarbeiderswoningen, langs de Slaperdijk en aan weerszijden van dehaaks op de Heereweg lopende Hargerzeeweg.

Na 1945 traden er te Hargen geen ingrijpende veranderingen op.

De structuur van de huidige kern wordt bepaald door de Heereweg diehier een scherpe bocht noordwaarts maakt om vervolgens met een aantalminstens even scherpe bochten richting Camperduin te gaan. Door eentweetal haaks op de Heereweg staande wegen is de hoofdvorm van hetwegenpatroon te Hargen min of meer rechthoekig.

Het ruimtelijk beeld wordt te Hargen bepaald door de overgang van debeslotenheid die de binnenduinrand biedt, naar een open polderland,dat door de strakke vorm van Slaperdijk en Hondsbossche Zeeweringwordt beheerst.

5.8 Het buurtschap Camperduin

Camperduin vormt de meest westelijke kern van de Schoorlse keten. Dekern werd tot na 1945 Camp genoemd. Er is hier sprake van een inoorsprong relatief brede geestnederzetting aan de voet van de jongeduinen tussen Slaperdijk en Hondsbossche Zeewering.(Zie afbeeldingen 2 t/m 7, 14.)

In 1850 bevond zich enige bebouwing aan weerszijden van de Heereweg.Tot 1900 lag hier de nadruk op de bouw van boerderijen enlandarbeiderswoningen. Tussen 1900 en 1940 verdichtte de bebouwingzich met enige woonhuizen. Uitgroei vond plaats langs bestaande, haaksop de Heereweg lopende wegen. Na 1945 ging dit proces verder.

De huidige structuur van Camperduin wordt nog bepaald door deoorspronkelijke geest (afb. 9). Dit wordt zichtbaar in de oost-westelijkerichting van de parallel lopende Heereweg en Kleiweg die in oorsprongrespectievelijk een weg centraal over de geest en een begrenzing hiervanaan de polderzijde vormen. Het oorspronkelijke fijnmazige

21 KHIflfHll

verkavelingspatroon, haaks op deze beide wegen, is nog in de vorm vanenige percelen herkenbaar.

In het ruimtelijk karakter van Camperduin is de agrarische functie nog inde silhouetwerking van de stolpboerderijen langs de Heereweg teherkennen. De relatie van de boerderijen met het lagere polderland isechter door de na-oorlogse bebouwing van de dwarswegen verstoord.

5.9 Het buurtschap Schoorldam

Schoorldam is de enige Schoorlse buurtschap die niet is ontstaan inrelatie tot de strandwal, maar tot een waterweg. Het betreft hier demiddeleeuwse getijdestroom de Rekere, respectievelijk vergraven totHondsbosschevaart (17de eeuw)en Noordhollands Kanaal (1820-1825).(Zie afbeeldingen 2 t/m 7, 12.)

In 1866 (Kuyper) kende Schoorldam nauwelijks bebouwing. Dat toenreeds sprake was van een functie aan het begin van de oostelijketoegangsweg naar Schoorl blijkt uit de aangegeven tolheffing. De bijKuyper aangegeven bebouwing is vermoedelijk van agrarisch karakter.Niet bekend is of hier bebouwing in verband met de bescheidenhavenfunctie was. Tot 1900 zou de agrarische bebouwing toenemen. Tot1940 ontstond voornamelijk woonbebouwing langs het NoordhollandsKanaal (Rijksweg) en langs de noordzijde van de Damweg, de toegangs-weg naar Schoorl. Langs de Rijksweg kwam ook enige bedrijfs-bebouwing. De in 1913 geopende tramlijn heeft met de evenwijdig aande Damweg lopende spoordijk wellicht invloed uitgeoefend op deontwikkeling van de bebouwing die tussen spoordijk en Damweg wegeenzijdig lintvormig tot stand kwam.

Na 1945 werd binnen de bestaande structuur bebouwing vervangen entrad verdichting op. Rond 1970 verving de bestaande ophaalbrug de in1913 geopende draaibrug die voor rail- en wegverkeer geschikt wasomdat de rails in het brugdek lagen. De draaibrug verving indertijd eenvlotbrug, waarvan de functie door Kuyper wordt aangegeven.De structuur van de huidige nederzetting Schoorldam kan wordenomschreven als twee haaks op elkaar staande lijnen (Rijksweg, Damweg)die elkaar in een rechte hoek nabij de verkeersbrug ontmoeten.

5.10 Het buitengebied

Verspreide bebouwing wordt aangetroffen in het gebied van de jongeduinen en in het polderland. In het zuidoostelijk deel van hetduingebied staan drie dienstwoningen van Staatsbosbeheer opbetrekkelijk korte afstand van elkaar. In het poldergebied ligt despaarzame, merendeels agrarische bebouwing, over het algemeen langsde wegen die de noord-oostelijke gemeentegrens vormen.0e afbeeldingen 2 t/m 7, 12, 13, 14.)

22

6. Bebouwingskarakteristiek

Tussen 1850 en 1900 werd in hoofdzaak gebouwd door de oorspronkelijkbevolking. De voornamelijk agrarische bebouwing uit deze periodekenmerkt zich door stolpboerderijen en door de combinatie vanlandarbeiderswoning met kleine stal, ook wel keuterboerderij genoemd.De landarbeiderswoning, steeds bescheiden van afmeting en bestaandeuit één bouwlaag onder zadeldak, werd in enkele en dubbele vorm ookzonder stal gebouwd. Voorbeelden van deze streekeigen (stolp) enambachtelijk-traditionele bouwvormen worden nog in alle Schoorlsekernen aangetroffen. Het dorp Schoorl, dat door de veranderingen na1900 het sterkst van karakter wijzigde, telt het minste aantal van dezevoorbeelden.

Tussen 1900 en 1940 werd de stolp nauwelijks meer als boerderijtypegebouwd. De enkele voorbeelden van boerderijbouw uit deze periodetonen een samengesteld karakter waarbij de stal domineert.Een opvallend agrarisch object vormt een grote, gaaf bewaarde bollen-schuur (1937) tegenover het naoorlogse hotel Klein Zwitserland aan deDuinweg.

De vestiging van rentenierende agrariërs leidde te Schoorl nauwelijks tothet, bijvoorbeeld in Alkmaar en Bergen voorkomende, type van dezogenaamde rentenierswoning.

De bebouwing die ontstond ten gevolge van de maatschappelijkeveranderingen na 1900 bestaat merendeels uit kleinere tot middelgrotewoonhuizen. Incidenteel treft men villa's.Deze bebouwing is hoofdzakelijk te vinden in het dorp Schoorl, inAagtdorp en in Hargen. Een deel van de kleinere tot middelgrotewoonhuizen draagt een landelijk karakter, veroorzaakt door detoepassing van zware rieten kappen boven de parterre. Eenkarakteristieke groep binnen deze landelijke woonhuizen vormt hetrelatief kleine woonhuis op vierkant grondplan onder hoog tentdak enmet centrale schoorsteen. Het hoge tentdak kan ook met pannen zijnbelegd. Bij deze groep, maar ook bij de andere woonhuizen is in één ofmeerdere hoeken soms een vierkante ruimte uitgespaard die dienst doetals portiek of klein terras. Deze buitenruimten zijn dan steeds door deveelal met overstek gebouwde kap overdekt. Een deel van de woon-huizen draagt in metselwerk en vensters kenmerken van deAmsterdamse School. Een incidenteel pand draagt deze kenmerken ookin een min of meer plastische hoofdvorm.

Een klein aantal woonhuizen onderscheidt zich door toepassing van deNieuw Zakelijke architectuur. Een opmerkelijk exemplaar is de in de in1933, naar ontwerp van de Amsterdamse architecten B. Merkelbach enCh.J.F. Karsten gebouwde, kleine witte villa aan de Nieuweweg 2 teGroet. Het pand is opvallend gesitueerd nabij de overgang van de hogeregronden in het polderland.

Een ander noemenswaardig object is de witte villa aan deHargerzeeweg 9 te Hargen, die omstreeks 1935 naar ontwerp van dearchitect Hans Elte werd gebouwd.

Het merendeel van de woonhuizen bestaat echter uit enkele of dubbelepanden van één bouwlaag onder hoog zadeldak, waarin een enkele ofdubbele kapverdieping. Deze, vooral tussen 1930 en 1940 gebouwde

23 KWlfWHM

objecten, worden wel gerekend tot de zogenaamde Interbellum-Architectuur. In een symmetrische opzet treft men een vijftal dubbelewoonhuizen in deze bouwtrant aan de Damweg te Schoorldam. In devorm van het enkele woonhuis wordt deze bouwtrant door de gehelegemeente aangetroffen, zowel waar sprake was van verdichting tussenbestaande bebouwing, als bij bebouwing langs korte, haaks op dedoorgaande wegen staande verbindingen.

Van de atelierwoning, althans wat betreft een duidelijk als zodaniggebouwd en nog herkenbare type, is te Aagtdorp (Gerbrandtslaan 8) ente Catrijp (Heereweg 227) een exemplaar te vinden.

De woningbouwvereniging 'Schoor!' bouwde, verspreid over de kernenvan de gemeente, zeven dubbele arbeiderswoningen in twee series:vijf exemplaren op bijna vierkant grondplan onder gebroken tentdak(1919) en twee exemplaren onder doorlopend zadeldak (1921).

Het vreemdelingenverkeer leidde in Schoort voornamelijk tot de bouwvan pensions. Enige kort na 1900 gebouwde (voormalige) pensions dragenhet karakter van middelgrote villa's, de overige pensions onderscheidenzich nauwelijks van de woonbebouwing. Een opvallend object binnendeze ontwikkeling vormt het voormalige café-restaurant 'De Rode Leeuw',dat in 1906 naar ontwerp van de Alkmaarse architect E. Kalverboer werdgebouwd. (Het beelbepalende pand met hoektoren verkeert thans insterk vervallen toestand).

Ook werden er zogenaamde zomerhuizen gebouwd. Deze merendeelskleine, ook wel in hout uitgevoerde huizen, werden alleen in de zomerdoor eigenaar of huurder bewoond. Vooralsnog onbekend is de opkomstvan het grote aantal kampeerplaatsen in de gemeente. Thans staan opveel van deze terreinen concentraties van houten volkstuinachtigeverblijven.

In het buitengebied werd incidenteel gebouwd. Uit de MlP-periode staanhier een aantal stolpboerderijen en een rond 1890 herbouwdewindmolen. Aan de dijk langs het Noordhollands Kanaal verrezen na1850 eveneens enige stolpboerderijen. De bedrijven liggen hier aan deoostzijde van het polderland, in tegenstelling tot de gebruikelijkesituering op de hogere gronden aan de westzijde. Staatsbosbeheerbouwde in 1908 twee dienstwoningen in de boswachterij Schoorl: eenopzichters- en een voerderswoning. De identieke huizen bestaan uitéén bouwlaag met kapverdieping en zijn voorzien van op de neo-Renaissance geïnspireerde decoratie. Een bij de voerderswoningbehorende paardenstal is verdwenen. In 1914 en 1917 werd het bestanduitgebreid met een woning voor een bosarbeider. Eén van de beideeenvoudige panden, bestaande uit één bouwlaag onder zadeldak metaankapping bleef in redelijk gave staat behouden, en is tot op heden.Het laatstgenoemde pand is redelijk gaaf bewaard. De beide ouderepanden ondergingen werden bij een algemene renovatie eenkarakterwijziging.

Uit de periode 1940-45 ligt direct ten noorden Camperduin nog een deelvan een tankversperring. Veel noordelijker, nabij de Schoorlse Zeedijkstaan nog een aantal gemetselde manschappenverblijven en eenbetonnen bunker.Haaks op de Hargervaart, ten oosten van de tankversperring ligt nog eenmet water gevuld restant van een tankval. Een dergelijk restant ligt ookten noordoosten van Bregtdorp.

24 KHlflflHM

Na 1945 werden in de nieuwbouwwijken naast bungalows voornamelijkeengezinswoningen gebouwd. De verdichting tussen bestaandebebouwing geschiedde met woonhuizen. De bestaande bouwhoogte vanéén bouwlaag met kap werd over het algemeen gehandhaafd.

25

26

7. Stedebouwkundige typologie

De gebruikte terminologie is gebaseerd op de publicatie:Stedebouwkundige ontwikkelingen (1850-1940), Zeist 1987, p.72.

De stedebouwkundige typologie richt zich op de groei van de gemeenteSchoorl tusen 1850 en 1940.(Zie afbeelding 11.)

Het merendeel van de ontwikkelingen binnen de gemeente Schoorl kanworden getypeerd als lineair. De verdichting en uitbreiding van dekernen was hoofdzakelijk op de van zuid naar noord-west lopendehoofdwegen gericht. Daarnaast vond enige bouwaktiviteit langs dwars- enparallelwegen plaats.

In wezen ook lineair is de ontwikkeling tussen de dorpskern van Schoorlen het voormalige tramstation. De Laanweg vormt hier het structuur-bepalend element. Ten oosten van de Laanweg, tussen Gortersweg envoormalig tramstation is de ontwikkeling niet meer primair gericht op deLaanweg. Langs een gebogen en deels bebost patroon van veelalpré-stedelijke wegen staat hier woonbebouwing met een ten delevilla-achtig karakter. Het stratenpatroon, een deel van de verkaveling enhet vele groen zou de typering villagebied rechtvaardigen. De relatiefveel voorkomende niet villa-achtige bebouwing zorgt echter voor deaanduiding: niet-stedelijk algemeen.

De 'Groene gebieden' zijn de onbebouwd gebleven gedeelten in hetdorp Schoorl. Deze geaccidenteerde, deels rond 1900 beboste en deelsals weiland gebruikte duinzandgronden, dragen in hoge mate bij tot hetlandelijke karakter van het dorp Schoorl. Het noordelijke gebied draagtthans de naam Noordelijke Nollen (was in 1916 Buitenduin), het zuidelijkgebied de naam Zuidelijke Nollen. De beboste Zuidelijke Nollen vormende zuidrand van het als: 'Niet-stedelijk Algemeen' gearceerde gebied ende noord-westelijke begrenzing van de twee meter lager gelegenAagtdorper polder.

In de Vereenigde Harger en Pettemer polder liggen enige Duitserestanten uit de Tweede Wereldoorlog. Direct ten noorden vanCamperduin betreft het een L-vormige rij betonnen objecten bedoeld alstankversperring ('Höckerhindernisse') en in de noordoostelijke hoek vande polder gaat het om enkele gemetselde manschappenverblijven en eenbetonnen bunker.

27

28

Verantwoording inventarisatie

Binnen de grenzen van de gemeente Schoor! zijn uit de periode1850-1940 geïnventariseerd:• plattelands- en pré-stedelijke architectuur bij gaafheid, zeldzaamheid

en/of bijzondere onderlinge samenhang of relatie met de omgeving.Hierbij kan worden gedacht aan een grote groep stolpboerderijen,enkele keuterboerderijen, diverse landarbeiderswoningen en demeergenoemde bollenschuur aan de Duinweg 21;

• bebouwing met architectonische waarde;• bebouwing met waarde voor de lokale en/of regionale architectuur-

geschiedenis bij gaafheid, zeldzaamheid, of - zoals bij de'Rode Leeuw' te Schoorl - om de markante positie in het dorpsbeeld;

• van de grote hoeveelheid woonhuizen zonder speciale kwaliteiten,maar die wel een beeld geven van de groei na 1900 - gedacht wordtaan de grote hoeveelheid panden van één bouwlaag met zadel- ofmansardekap - enkele representatieve voorbeelden van straatwandenof objecten;

• enkele voorbeelden van de twee typen woningwetbouw;• dienstwoningen van Staatsbosbeheer;• militaire objecten, voor zover nog enigszins in een herkenbare

structuur.

De geïnventariseerde objecten en complexen zijn alfabetisch opstraatnaam gerangschikt per MlP-deelgebied.

29

30

Geraadpleegde werken

Beschrijving van de provincie Noord-Holland, behorende bij deWaterstaatskaart, bijgewerkt tot 1 januari 1950.

De bodem van Noord-Holland, stichting voor bodemkartering,Wageningen 1974.

Cock, J.K. de, Bijdrage tot de historische geografie van Kennemerland inde middeleeuwen op fysisch-geografische grondslag, Groningen 1965.

Don, P., Kunstreisboek Noord-Holland, Zeist 1987.

Goetsch, R.P., Schoort, een mooi en rustig dorp met een rijk verleden,Alkmaar z.j.

Kok, K., Stoomtrams rond Alkmaar, Schoorl 1981.

Landschapsonderzoek Noord-Holland, deel Noord-Kennemerland,Provinciale Planologische Dienst van Noord-Holland, 1986. (met ingangvan 1989: Dienst Ruimte en Groen).

Landzaat, L.F.M.; Janssen W.S., Schoorl in architectuur, Alkmaar 1984.

Pool, Jan, Het oude Schoorl, herinneringen van een geboren Schoorlaar,Schoorl 1981.

Provinciale monumenten Noord-Holland, Concept-register Schoorl,Haarlem, provinciaal bestuur van Noord-Holland 1988.

Roo, H.C. de, De bodemgesteldheid van Noord-Kennemerland,'s-Gravenhage 1953 (proefschrift Wageningen).

Schoorl, H., Het duinlandschap, Het Nederlandse landschap, eenhistorisch geografische benadering, Utrecht 1986, pp.77-88.

31

32 KWBHIWB

Tabellen

De volgende gegevens werden ontleend aan de Databank van deUniversiteit van Amsterdam, vakgroep sociale geografie, 1988.De totaalaantallen vanaf 1890 tot en met 1930 en het aantal vrouwen in1940 zijn door de auteur toegevoegd.

Tabel 1 Aantal inwonen van de gemeente Schoor! tussen 1850 en 1940 per tien jaar

(op 31 december van elk Jaar)

Jaartal

1851

1860

1870

1875

1880

1890

1900

1910

1920

1930

1940

Mannen

680

643

663

837

1026

1300

Vrouwen

673

604

739

874

1061

1289

Totaal

1088

1204

1195

1234

1294

1353

1247

1402

1711

2087

2589

Tabel 2 Uit de voorgaande gegevens kan de toename van de bevolking in de gemeente

Schoorl als volgt worden geschematiseerd.

Jaartal

1851

1860

1870

1875

1880

1890

1900

1910

1920

1930

1940

Aantal

1088

1204

1195

1234

1294

1353

1247

1402

1711

2087

2589

Toename

116

-9

39

60

59

•6155

309

376

502

33

34

Herkomst afbeeldingen

1. MlP-inventarisatiegebieden Noord-Holland: ingetekend op kaart ProvinciaalPlanologische Dienst van Noord-Holland 1984, volgens de gemeentelijkeindeling per 14-03-1988.

2. Gemeente Schoorl 1858: Topografische kaarten 14,19, verkend in 1858,bijgewerkt volgens gegevens der militaire verkenning van 1876-1877;herzien 1886.

3. Gemeente Schoorl 1866: Kuyper J.,Gemeente-atlas van de provincie Noord-Holland 1869.

4a. Gemeente Schoorl 1916, noordelijk deel: Topografische kaart verkend in1877, gedeeltelijk herzien tot 1916.

4b. Gemeente Schoorl 1916, zuidelijk deel, gelijke herkomst als 4a.5a. Gemeente Schoorl 1946, noordelijk deel: Topografische kaart no 19A,

verkend in 1939, gedeeltelijk herzien in 1946.5b. Gemeente Schoorl 1946, zuidelijk deel: Topografische kaart no 14C,

verkend in 1946.6. Gemeente Schoorl 1983: Topografische kaart Noord-Holland 1983,

Provinciale Planologische Dienst van Noord-Holland (met ingang van 1989:Dienst Ruimte en Groen).

7. MlP-deelgebieden, bebouwing na 1945 en gemeentegrenzen: ingetekenddoor auteur op basis afb. 6.

8. Bodem en grondgebruik: ingetekend door auteur op basis afb. 6.9. De jonge duinen, strandwallen en geesten van Kennemerland: Stichting

voor bodemkartering, 1974.10. Infrastructuur: ingetekend door auteur op basis afb. 6.11. Stedebouwkundige typologie: Ingetekend door auteur op basis afb. 6.12. Kom Schoorl 1989: Onderdeel plattegrond in opdracht van gemeentebestuur

vervaardigd.13. Aagtdorp 1989, idem.14. Groet, Hargen, Camperduin 1989, idem.

35

36

1. MlP-inventarisatiegebieden Noord-Holland

37

2. Gemeente Schoorl 1858

7r

38

3. Gemeente Schoorl 1866

pnovrxnp, XOOKD -IIOLLAXD <;KMKKVTK SCIIOOIIL

! •• • -'•'~J •..••;" "'''"•' . '•"'••'Z...S • '• • • '• ^ig&fi*''''

• .-'(' 'Z T9a'7t e» 11 a l' ;... H JE Jt O E X •

Srhail t: Soonn.

jJ üuitdfrs 1ZOO Tiuvonrrx .ITjreavc *iji Hu^u Suntijnr ie Leeuwart len

39

4a. Gemeente Schoort 1916 (noordelijk deel)

40

4b. Gemeente Schoorl 1916 (zuidelijk deel)

41

5a. Gemeente Schoorl 1946 (noordelijk deel)

^fS^;;:''1K»:f :r- ' i i^-;^.? ;-.-'

42

5b. Gemeente Schoorl 1946 (zuidelijk deel)

•potitn

JTT^&I' ,

43

6. Gemeente SchoorI 1983

rr.j Vereénigtie Harper- \*r;2"Wï^X^ \\ = /• //}/ .

.-•JW?» :fkrabbend^f%.

^ T I S ^ K ^

44

7. MlP-deelgebieden

i£~\ia'*?'s---**?;***^?^ • lus--o # \ C"-:

%Mf*^

<tx3mt&w%&

MIP

T

TT

TiT

JchüO'l / JcXoorL

\\ I |l l a . ia>< 5

ruuicLi-ÏQC Qt«

"2Ü_"7T1T

/CaLru.Ci

l I rla.ioe/1

/ Kin t_I

45

8. Bodem en grondgebruik

/ e'

B

46

9. De jonge duinen, strandwallen en geesten van Noord-Kennemerland.

v> U Vrontn

HuomMrd /

Ouddorp

Si. Pincrat

jonge duinen met vormingsfasen (JD Ib, JD II en JD III)volgens Jelgersma el al., 1970)

strandwallen en duinkornmen met oude duinen (plaat-selijk met een dun dek jong duinzand (I a)

geesten

duinzand (Ia) op strandvlakte niet veen

St. Adelbertkapel

klooster Egmond

kerkdorp

grens van de jonge duinen

grenzen bij benadering bekend

47

10. Infrastructuur

* * il

A \—<

/

/

fl

,

w \11

\

V V

•>>>>>>>>»

11. Stedebouwkundige typologie

ï-W-^.t \'*/*VJ?>!jtlE±ï"wvy-!*Xkv\

«m«. liumcUc qtfc liii»» en

Pi

' 7 ?

49

12. Kom Schoorl 1989

SSig f t - ^ * - g^ftY <*-. : A>::::^:

50 K3EBBBÏM

13. Aagtdorp 1989

AAGTDC RPERPOLEER

IEPPWN,ART VEREIST

•JTE BERGEN

51

14. Groet, Hargen, Camperduin 1989

52

Register

Schoorl/SchoorI

105106107108109110111112113114115116117118119120121122123124125126127128129130131132133134135136137138139140141142143144145146147148149150151152153154155156157

Boschmanweg 3Boschmanweg 11Dennenlaantje 3Duinweg 1Duinweg 4Duinweg 6Duinweg 16Duinweg 18Duinweg 19Duinweg 20Duinweg 21Duinweg 32Evendijk 1Gortersweg 3Gortersweg 7Gortersweg 9Gortersweg 29; 31; 33Heereweg 1Heereweg 42-48Heereweg 43; 45; 47Heereweg 58Dokter Heringalaan 10; 12Dokter Heringalaan 14Dokter Heringalaan 15Dokter Heringalaan 18Huismansweg 9Huismansweg 13Laanweg 24Laanweg 26Laanweg 40Laanweg 55Laanweg 58; 62Molenweg 4Molenweg 6Molenweg 11Molenweg 14; 12Molenweg 15Omloop 3; 5Onderweg 12Onderweg 14Onderweg 21Oudendijk 2Burg. Peecklaan 13; 15Burg. Peecklaan 28Burg. Peecklaan 30Slotlaan 1Slotlaan 3Slotlaan 4Slotlaan 5Slotlaan 27Stationsweg 1Voorweg 19; 21Voorweg 100; 102

WoonhuisWoonhuisLandhuisRaadhuisVillaPastorieDienstwoningVillaWoonhuisBoswachterswoni ngBollenschuurWoonhuisWoonhuisWoonhuisWoonhuisWoonhuisWoonhuizenCafé-restaurantWoonhuizenWoonhuizenBoerderijDubbel woonhuisKoloniehuisWoonhuisDokterswoningVillaVillaPensionWoonhuisWoonhuisCafé-restaurantWoonhuizenBegraafplaatsgeb.LandhuisLagere SchoolWoonhuis; boerderijBoerderijDubbel woonhuisLandarbeiderswoni ngBoerderijBoerderijBoerderijDubbel woonhuisTuinderswoningKeuterboerderijWoonhuisWoonhuisWoonhuisWoonhuisWoonhuisWoonhuisWoningenWoningen

25232524252525262527252825292530253125322533253425352536253725382539254025412542254325442545254625472548254925502551255225532554255525562557255825592560256125622563256425652566256725682574256925702571257225732575

53

Schoorl/Groet060061062063064065066067068069070071072073074075076077078079080081082083084085

Achterweg 1Achterweg 9Achterweg 24Heereweg 155Heereweg 167Heereweg 198Heereweg 214Heereweg 237Heereweg 204Heereweg 216Heereweg 220Heereweg 224Heereweg 227Heereweg 239Heereweg 249Heereweg 255Heereweg 261Heereweg 297Heereweg 301Kerkbrink 12; 13Kerkbrink 17Nieuweweg 2Wagenmakersweg 6; 8Wagenmakersweg 14Wagenmakersweg 16Wagenmakersweg 18

Schoorl/Aagtdorp001002003004005006007008009010011012013014015016017018019020021

Duinweg (bij) 13Duinweg 34Duinweg 46Duinweg 48Duinweg 50Duinweg 54Duinweg 60Duinweg 71Duinweg TIDuinweg 83Duinweg 87Duinweg 93Duinweg 123Cerbrandtslaan 8Postweg 2Postweg 3Postweg 4Postweg 5Postweg 6Teugelaan 7; 9Teugelaan 11; 13

Schoorl/Bregtdorp022023024025026027

Heereweg 70Heereweg 84Heereweg 126Heereweg 128Heereweg 133Oorsprongweg 16

BoerderijWoonhuisLandarbeiderswoningWoonhuisBoerderijMelkfabriekPensionBoerderijKeuterboerderijBoerderijBoerderijWoonhuisAtelierwoningKeuterboerderijOnderwijzerswoningCaféBakkerijBoerderijWoonhuis/herbergLandarbeiderswoningWoonhuisVillaWoningenWoonhuisWoonhuisLandarbeiderswoning

BoerderijVillaWoonhuisLandarbeiderswoningWoonhuisBoerderijBoerderijPensionVillaWoonhuisWoonhuisWoonhuisBoerderijAtelierwoningWoonhuisWoonhuisWoonhuisWoonhuisWoonhuisWoningenWoningen

KeuterboerderijKeuterboerderijBoerderijBoerderijBoerderijZomerhuis

24782479248024812482248324842485248624872488248924902491249224932494249524962497249824992500250125022503

241924202421242224232424242524262427242824292430243124322433243424352436243724382439

244024412442244324442445

54

Schoorl/Catrijp045 Bobbeleweg 11046 Heereweg 100047 Heereweg 114048 Heereweg 115049 Heereweg 117050 Heereweg 140051 Heereweg 147052 Heereweg 173053 Heereweg 174054 Heereweg 178055 Heereweg 188056 Heereweg 194057 Heereweg 195058 Heereweg 282059 Smeerlaan 1

Schoorl/Hargen086 Binnenweg 6087 Binnenweg 15088 Hargergat089 Hargergat 1090 Hargergat 3091 Hargergat 4092 Hargergat 1-4b093 Hargergat 2094 Hargergat 4; 4a095 Hargerzeeweg 30% Hargerzeeweg 7097 Hargerzeeweg 9098 Hargerzeeweg 12099 Heereweg 264; 266100 Heereweg 319101 Heereweg 321102 Heereweg 329103 Heereweg 331; 333104 Heereweg 339

Schoorl/Camperduin042 Heereweg 334043 Heereweg 389044 Houtendijk 4

Schoorl/Schoorldam158 Damweg bij 14159 Damweg 19160 Damweg 29-47161 Damweg 69-73

Schoort/Buitengebied028 Evendijk029 Hargerweg 12030 Hargerweg 14031 Heereweg 334032 Jaagkade 5033 Koogenweg 1034 Staatsduinen 1035 Staatsduinen 2

VillaWoonhuisWoonhuisWoonhuisLandarbeiderswoningKeuterboerderijBoerderijPastorieWoonhuisWoonhuisBoerderijBoerderijLandarbeiderswoningBoerderijGymnastieklokaal

BurgemeesterswoningKapschuurBetonnen objectBoerderijLandarbeiderswoningLandarbeiderswoni ngWoningenBoerderijWoonhuisWoonhuisWoonhuisWoonhuisZomerhuisHulppostkantoorLandarbeiderswoningWinkelwoonhuisBoerderijBurgemeesterswoningWoonhuis

BoerderijLandarbeiderswo ni ngWoonhuis

TransformatorstationWoonhuisDubbele woonhuizenBoerderijen

SeinmastWind-watermolenBoerderijTankhindernisWind-watermolenStallenDienstwoningDienstwoning

246324642465246624672468246924702471247224732474247524762477

2504250525062507250825092510251125122513251425152516251725182519252025212522

246024612462

2576257725782579

24462447244824492450245124522453

55

036 Staatsduinen 3 Dienstwoning 2454037 Rijksweg 1 Boerderij 2455038 Rijksweg 2 Boerderij 2456039 Rijksweg 3 Boerderij 2457040 Rijksweg 5 Boerderij , 2458041 Rijksweg bij 5 Gemaal 2459

56

Colofon

UitgaveProvinciaal Bestuur van Noord-HollandDreef 1, 2012 HR Haarlemtelefoon 023 -14 44 00

Samenstellingdrs. E. v.d. KleijBureau CultuurDienst Welzijn, Economie en Bestuur

Vormgeving, zetwerk en drukwerkBureau Grafische ProduktieCentrale Bestuursdienst

Oplage200 exemplaren

Haarlem, juni 1991.

57