SCHOOLGIDS VRIJESCHOOL ROTTERDAM-WEST 2016-2017 Versie augustus 2016

Pagina 1 van 36

 

INHOUDSOPGAVE

1. VOORWOORD  

3. DE SCHOOL  

4. HET ONDERWIJS  

5. THEMA’S SPECIFIEK VOOR VRIJESCHOOL ROTTERDAM­WEST  

6. ONDERWIJS PER KLAS  

7. ORDENING VAN HET ONDERWIJS  

8. LEERLINGONTWIKKELING EN ZORG  

10. DE LEERKRACHTEN  

11. OUDERS EN OUDERBETROKKENHEID  

12. SCHOOLREGELS, AFSPRAKEN EN PROTOCOLLEN  

13. REGELING SCHOOL­ EN VAKANTIETIJDEN  

14 BUITENSCHOOLSE OPVANG/ PEUTEROPVANG  

15. NAMEN EN ADRESSEN  

 

Pagina 2 van 36

 

1. VOORWOORD Welkom bij Vrijeschool Rotterdam-West. Voor je ligt de eerste schoolgids van onze school waarin je als ouder veel kennis vindt over de start en achtergrond van Vrijeschool Rotterdam-West, en praktische informatie over de dagelijkse gang van zaken op de school. Vrijeschool Rotterdam-West is vorig jaar nieuw gestart en nog niet af; komende jaren werken we samen – ouders, leerkrachten en schoolleiding – aan het vorm en inhoud geven van deze school, jullie school, onze school. Deze schoolgids zal gedurende het jaar daar waar nodig, een update krijgen in de online versie. Ouders worden van belangrijke ontwikkelingen of wijzigingen tijdig en zorgvuldig op de hoogte gesteld. De laatste versie is altijd te vinden op www.vsrotterdamwest.nl Wij wensen ouders en kinderen een prachtig, leerzaam en bijzonder jaar toe! Ernstjan Cooiman, Schoolleider Vrijeschool Rotterdam-West Julia Bosman-Spaans, Adjunct schoolleider Vrijeschool Rotterdam-West

Pagina 3 van 36

 

2. ONTSTAANSGESCHIEDENIS Begin 2013 was er een kleine groep pioniers, werkzaam binnen het vrijeschoolonderwijs, die tegemoet wilden komen aan de toenemende vraag binnen Rotterdam naar meer vrijeschool basisonderwijs. Deze pioniers zijn op zoek gegaan naar ouders om samen een derde vrijeschool op te zetten in Rotterdam. Begin 2014 werd duidelijk dat er vooral in Rotterdam-West veel ouders op zoek waren naar basisonderwijs met een bijzondere visie. Na enkele informatiebijeenkomsten heeft een oudergroep uit Rotterdam-West de wens geformuleerd om een eigentijdse vrijeschool neer te zetten in de eigen buurt. Het ouderinitiatief en de Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland (SVZH) hebben elkaar vervolgens gevonden in deze gezamenlijke ambitie om een vrijeschool in Rotterdam-West te realiseren. De ouders – gesteund door de SVZH – hebben werkgroepen gevormd. De werkgroepen hebben gezorgd voor het betrekken en enthousiasmeren van andere (actieve) ouders en het werven van potentiële leerlingen, het opstellen van een programma van eisen voor de huisvesting, contact met de gemeente en het vastleggen van de wensen van de ouders om een eigentijdse vrijeschool op te zetten in een manifest en vervolgens in een leerplan.

Eind 2014 is de keus gemaakt dat de vrijeschool in Rotterdam-West organisatorisch onderdeel gaat uitmaken van Vrijeschool Vredehof in Kralingen. Vrijeschool Rotterdam-West wordt een dependance (formeel dislocatie) van Vrijeschool Vredehof. Hierdoor kan Vrijeschool Rotterdam-West van onderaf groeien tot een volwaardige school met alle leerjaren. De schoolleider van Vrijeschool Vredehof is tevens schoolleider van Vrijeschool Rotterdam-West, en brengt daarmee kennis en ervaring in als het gaat om aannamebeleid, omgang met zorgleerlingen en inzet van vakleerkrachten. Vrijeschool Rotterdam-West valt hiermee ook onder het bestuur van de Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland. Vrijeschool Rotterdam-West heeft binnen dit verband een eigen identiteit, die tot uiting komt in de naam en huisstijl, de inrichting, het lesprogramma en de sfeer en het karakter van de school. Begin april 2015 werd bekend dat de Gemeente Rotterdam en de Raad van Toezicht van de SVZH definitief hun goedkeuring gaven aan de oprichting van de vrijeschool in Rotterdam-West. Tevens werd toen de locatie voor de school bekend: in een vleugel van de Oranje Nassau School aan de Velsenluststraat 7-9 in de wijk Middelland. Op 24 augustus 2015 heeft de Vrijeschool Rotterdam-West haar deuren geopend voor de eerste drie kleuterklassen en een eerste klas (groep 3).

Pagina 4 van 36

 

3. DE SCHOOL

Missie Op onze vrijescholen leren de kinderen hetzelfde als op iedere andere basisschool maar dan méér. De vrijescholen verzorgen hoogwaardig onderwijs gebaseerd op de antroposofie. Er wordt naar antwoorden gezocht op de ontwikkelingsvragen van elk individueel kind én de klas als groep. Kleuters en schoolkinderen hebben ieder hun eigen wereld waarin wij letterlijk en figuurlijk speelruimte bieden, kennis, vaardigheden en mogelijkheden aanreiken en het zoeken naar oplossingen nadrukkelijk stimuleren. Een breed onderwijspakket dat uitgaat van een evenwicht tussen cognitieve-, sociaal-emotionele- en motorische vaardigheden. Zo kan ieder kind vol vertrouwen met de verworven kennis en de ontwikkelde vaardigheden naar het vervolgonderwijs doorstromen.

Visie De Vrijeschool: kwalitatief hoogwaardig onderwijs met meerwaarde. Naast het behalen van de kwalitatieve reguliere einddoelen gesteld vanuit de overheid, geven wij de leerlingen extra waarden mee die van belang zijn om je blijvend te willen en kunnen ontwikkelen. Elk kind wordt uitgedaagd zijn persoonlijkheid goed te ontplooien binnen een veilige omgeving. De Vrijeschool blijft zich ontwikkelen om aansluiting te houden op de huidige en toekomstige maatschappij, met respect voor de bestaande (antroposofische) waarden. Van belang zijn aspecten als: kennis, kunst, creativiteit, beweging, balans EQ en IQ, zorg voor onze aarde en ontwikkeling van de krachten van het kind om te kunnen worden wie je bent.

Schoolleiding De schoolleiding, bestaande uit een schoolleider en een adjunct-schoolleider, is verantwoordelijk voor de algemene en dagelijkse leiding van de school en is voor ouders het centrale aanspreekpunt. De schoolleider is op maandag op school aanwezig. De adjunct-schoolleider is dagelijks aanwezig op school. Mocht u een afspraak willen maken, dan kunt u dit doen via de administratie.

Bestuur Het bestuur is formeel, vanuit de wet- en regelgeving, verantwoordelijk voor de instandhouding van de scholen en de realisatie van kwalitatief goed onderwijs. De school wordt bestuurd vanuit de Stichting Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland (www.svzh.nl). Deze samenwerking is eind 2011 gevormd vanuit een gezamenlijk gevoelde verantwoordelijkheid om het vrijeschoolonderwijs in de regio verder te ontwikkelen en krachtiger op de kaart te zetten. De Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland bestaat uit acht basisscholen op antroposofische grondslag in Zuid-Holland. Elke school heeft zijn eigen profiel en ontwikkelt dat verder. De dagelijkse leiding van de school ligt bij de schoolleiding. Deze is verantwoordelijk voor de eigen school en hoe leerkrachten en ouders daarin samenwerken. De bestuurder is Jeroen Gommers. Bij hem ligt het bevoegd gezag van de Stichting Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland. De Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland heeft een klein bestuursbureau voor de ondersteuning van personeelsbeleid, communicatie, onderwijs en financiën. Stichting Samenwerkende Vrije Scholen Zuid-Holland Postbus 4292, 3006 AG Rotterdam, 010-4528197 info@svzh.nl www.svzh.nl Het managementteam staat onder leiding van de bestuurder en wordt samen met hem gevormd door

Pagina 5 van 36

 

de schoolleiders en de stafmedewerkers.

Schoolleiders Anita Torenvlied- Leeuwenhartschool in Oud-Beijerland Marja Pelzer (directeur a.i.) - Dordtse Vrijeschool in Dordrecht Nico Groot - Rudolf Steiner School in Rotterdam en Krimpen a/d IJssel Ernstjan Cooiman - Vrijeschool Vredehof en Vrijeschool Rotterdam-West in Rotterdam Nadia Demaret - Vrijeschool Widar in Delft Nynke Verdoner - Basisschool Wonnebald in Den Haag

Stafmedewerkers Wilmahelena Diepstraten - personeel en organisatie Joke Rutgers - onderwijskwaliteit Majorein Gauw – communicatie en propositie Anke Hindriks - financiën en beheer De bestuurder werkt in nauw overleg met de Raad van Toezicht aan expliciet voorwaardenscheppend en professioneel beleid voor de scholen binnen de stichting. De Raad van Toezicht bestaat uit: Robbert Mulder (voorzitter), Sjef Palmen, Albert Vlug, Marja Molenaar en Joost Broumels.

Situering van de school De school is gevestigd aan de Velsenluststaat 7-9, 3021 AW in Rotterdam-West, ongeveer 10 minuten lopen vanaf het centraal station. De school is zowel lopend als per fiets, auto en met het openbaar vervoer goed bereikbaar.

Pagina 6 van 36

 

4. HET ONDERWIJS De vrijeschool heeft als uitgangspunt: onderwijzen is ook opvoeden. Onderwijs gaat verder dan alleen goed leren lezen of rekenen. Onderwijs staat ook in dienst van de persoonlijkheidsvorming, zowel individueel als in relatie tot de sociale gemeenschap. De vrijeschool wil in het leven van een kind van betekenis zijn. Ieder kind heeft van zichzelf bepaalde talenten. De vrijeschool wil dat het kind de ruimte krijgt om deze te ontdekken en te ontwikkelen. Dat vraagt om onderwijs dat verbreedt en de ontwikkeling van een vrije persoonlijkheid aanmoedigt in cognitiviteit, inventiviteit, originaliteit en creativiteit.

Ontwikkelingsfasen Het vrijeschoolonderwijs is gebaseerd op het mensbeeld uit de antroposofie van Rudolf Steiner (1861-1925). Steiners visie richt zich op onderwijs dat hoofd, hart en handen aanspreekt, om zo een volledig mens te worden. Met de handen wordt het lichamelijk-motorische bedoeld. Met het hart wordt het hele gevoelsleven bedoeld; betrokkenheid, inlevingsvermogen, de emotionele intelligentie (EQ), zelfvertrouwen, zelfwaardering en gevoel voor schoonheid. Het hoofd ten slotte geeft het vermogen tot denken en begrijpen; tot concluderen en abstraheren. Het kind heeft volgens Steiner niet alleen kennis nodig, maar ook een warm gevoelsleven en een sterk lichaam. Dit is een gedachte die in het vrijeschoolonderwijs van heden nog steeds breed gedragen wordt. Een andere belangrijke constatering van Steiner was, dat kinderen verschillende ontwikkelingsfases doorlopen. Kinderen ontwikkelen hoofd, hart en handen in de loop van ongeveer 21 jaar; steeds staat de ontwikkeling van één van deze aspecten voorop. In de eerste pakweg 7 jaren leren kinderen voornamelijk hun lichaam te gebruiken. Kleine kinderen kruipen, lopen, rennen, springen, klauteren, hinkelen. Hierdoor wordt het lichaam hun instrument. De vrijeschool wil kinderen de ruimte geven om die ontwikkeling helemaal te voltooien. In de tweede 7 jaar beleven kinderen de dingen die op hen afkomen gevoelsmatig. Het is mooi of lelijk, goed of kwaad, smakelijk of vies, veilig of gevaarlijk, leuk of saai. In deze periode leert het kind door enthousiasme. De vrijeschool werkt met vertelstof die kinderen hierin aanspreekt en die hen in de ontwikkeling begeleidt. Na het 14e jaar kan het kind zelf leren nadenken en oordelen. Het intellect is de kroon op het werk. De vrijeschool wil aan deze natuurlijke ontwikkeling recht doen en houdt daarom rekening met de ontwikkelingsfasen van het kind. Dit is tegelijk de kern van het vrijeschoolonderwijs.

Vrijeschoolonderwijs Het onderwijs richt zich in de vrijeschool dus op hoofd, hart en handen en de gelijkwaardige ontwikkeling van deze aspecten van de persoonlijkheid. Elke les binnen het vrijeschoolonderwijs voor kinderen van 4 tot 18 jaar is een uitwerking van deze ontwikkelingsgedachte. In alle lessen, dus ook bij het taal- en rekenonderwijs is beweging een onmisbaar onderdeel. Het is niet alleen belangrijk dat een kind de lessen begrijpt, maar ook dat het er letterlijk actief mee bezig is. Er wordt lopend gerekend, en om de taallessen eigen te maken, wordt er gedanst en geklapt. Daarnaast volgen kinderen vanaf klas 4 praktische vakken als tuinbouw, houtbewerken en techniek, waar gericht met de handen wordt gewerkt. Het is tegelijk lerend onderzoeken, en onderzoekend leren. Bewegen bevordert de gezondheid en uit recent onderzoek blijkt dat de hersenfunctie baat heeft bij beweging. Daarom zijn motorische oefeningen een belangrijk onderdeel van de les. Verder wil de vrijeschool kinderen niet alleen kennis bijbrengen, maar hun ook leren inzien hóe ze tot een eigen gedachte, een eigen oordeel kunnen komen. De weg naar het trekken van een conclusie is belangrijker dan de conclusie zelf. Kinderen leren bijvoorbeeld wat een standpunt en een mening is. Ze leren ook de feiten nauwgezet en objectief te beschrijven. De focus ligt dus op het nadenken en zelfstandig oordelen en niet alleen op het kunnen reproduceren van kennis. De vrijeschool hecht aan de

Pagina 7 van 36

 

vorming van een sterke eigen persoonlijkheid van het kind juist omdat de maatschappij snel verandert. Wat vandaag nieuw is, is morgen verouderd. Mensen die standvastig zijn en creatief hebben leren denken, zijn op deze ontwikkelingen voorbereid; hebben leren waarnemen, verbeelden, begrijpen en oordelen.

Pagina 8 van 36

 

5. THEMA’S SPECIFIEK VOOR VRIJESCHOOL ROTTERDAM-WEST In het manifest dat het ouderinitiatief Vrijeschool Rotterdam-West i.o. najaar 2014 opstelde, kwamen enkele thema’s naar voren die de initiatiefnemers extra belangrijk vonden bij het oprichten van hun vrijeschool. De thema’s zijn: culturele diversiteit, natuurbeleving, beweging en aandacht voor leerlingen op verschillende niveaus. Deze thema’s zijn door de ouders in samenwerking met de schoolleider verder uitgediept en uitgewerkt. Hieronder volgt een toelichting op de thema’s: Thema 1: Vrijeschool Rotterdam-West is een eigentijdse vrijeschool in een multiculturele stadswijk ‘De eerste kinderen die vrijeschoolonderwijs volgden waren kinderen van medewerkers van de Waldorf-Astoria sigarettenfabriek in het Duitse Stuttgart. Deze eerste Waldorfschool was bijzonder omdat kinderen van verschillende achtergronden en vanuit verschillende sociale klassen samen naar school gingen.’ De locatie van onze school is Rotterdam-West: een bruisende smeltkroes van culturen. Vrijeschool Rotterdam-West wil een open school zijn; de school zoekt daarom actief verbondenheid met de wijk en al haar bewoners. Iedereen die zich aangesproken voelt door het vrijeschoolonderwijs is welkom op de school. Culturele achtergrond of sociale positie mag geen belemmering vormen voor de toegankelijkheid van de school. Vrijeschool Rotterdam-West biedt een veilige omgeving voor alle kinderen om te groeien. Tolerantie en een open houding richting elkaars achtergrond en leefstijl zijn daarbij van fundamenteel belang. Daarvoor worden duidelijke afspraken gemaakt over hoe leerkrachten, leerlingen en ouders met elkaar omgaan.

Het vrijeschoolonderwijs kenmerkt zich, door per leerjaar bepaalde passende vertelstof aan te bieden aan haar leerlingen. De vertelstof biedt de kinderen verhalen die bepaalde waarden met zich meedragen die passen bij de levensfase waarin het kind zich bevindt. Het overbrengen van die betekenisvolle verhalen is wezenlijk voor het vrijeschoolonderwijs. Vrijeschool Rotterdam-West zoekt deze verhalen dichtbij huis én in landen en culturen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de wereldgeschiedenis. Verhalen die in hun voorbeelden en verteltrant herkenbaar zijn voor kinderen met verschillende culturele achtergronden. Daarmee verrijkt Vrijeschool Rotterdam-West haar vertelstof en gaat de leerkracht actief op zoek naar de overeenkomsten in culturele waarden.

Voorbeeld In de eerste drie leerjaren (twee kleuterklassen en de eerste klas) staan sprookjes centraal. Deze verhalen bieden de kinderen van 4 tot en met 7 jaar waarden als goed en kwaad, waarheid en leugen, mooi en lelijk, eerlijkheid en geheimen bewaren. Tegelijkertijd leren de kinderen van het rijke taalgebruik van sprookjes nieuwe woorden en begrippen. Traditioneel gebruikt het vrijeschoolonderwijs hiervoor de sprookjes opgetekend door de Gebroeders Grimm uit Duitsland. Echter ook andere culturen beschikken volop over sprookjesachtige vertellingen die vergelijkbare waarden mee willen geven aan de toehoorder. Op Vrijeschool Rotterdam-West zal de vertelstof daarom verrijkt worden met vertellingen uit andere werelddelen.

Zo zal er voor ieder leerjaar opnieuw gekeken worden hoe de bestaande vertelstof uitgebreid en verdiept kan worden met waardevolle wereldverhalen om de verbinding te leggen met verschillende culturen. Het vieren van de jaarfeesten is door het jaar heen eveneens belangrijk in het vrijeschoolonderwijs. Veel van deze jaarfeesten kennen hun oorsprong in de seizoenen en in Europese en/of christelijke tradities. Vrijeschool Rotterdam-West kiest voor behoud van deze jaarfeesten, maar zal in de invulling en

Pagina 9 van 36

 

inkleuring ook hier op zoek gaan naar raakvlakken met, en gemeenschappelijke waarden in vieringen in belangrijke andere wereldculturen, en staat open om vieringen uit andere culturen binnen het onderwijs te betrekken.

Thema 2: Vrijeschool Rotterdam-West brengt de klas in de natuur en de natuur in de klas Het vrijeschoolonderwijs hecht veel waarde aan de wijsheid van de natuur en de dynamiek van de seizoenen. De seizoensgebonden jaarfeesten zorgen voor een besef van het jaarverloop en verbondenheid met de natuur. Vrijeschool Rotterdam-West maakt kinderen dagelijks bewust van de natuur overal om ons heen. Concreet betekent dit dat kinderen in de pauzes naar buiten gaan onder (bijna) alle weersomstandigheden en kunnen spelen op een natuurlijk schoolplein. Sport en spel vinden wanneer de omstandigheden dat toelaten, buiten plaats. Alle klassen maken geregeld een natuurwandeling. Ook in een stadswijk valt er genoeg natuur te beleven. Tijdens deze wandelingen ervaren de kinderen de seizoenen, weersinvloeden, volgen ze de ontwikkelingen in de natuur en beleven ze wat er in een stad als Rotterdam allemaal aan biodiversiteit te zien, te horen en te proeven is. Leerkrachten gebruiken de natuur van buiten om binnen in het klaslokaal de seizoenen zichtbaar te maken. Tijdens de heemkundeperiodes vanaf klas 1 maakt de stadse natuur nadrukkelijk onderdeel uit van het lesprogramma. Ook wetenschap en techniek spelen daarbij een rol. De natuur biedt verder materialen die binnen de school dienstbaar zijn in allerlei spel- en leermomenten. Er wordt aandacht besteed aan het principe van de natuurlijke kringloop, waardoor leerlingen zich bewust worden van het feit dat we allen onderdeel zijn van een groot geheel. Juist in een grote stad is dit een punt waar je extra aandacht aan moet besteden, omdat dit niet logischerwijze zichtbaar is in een omgeving waar alleen de mens de maat der dingen lijkt. Voorbeeld Het leren rekenen met kastanjes, het verzorgen van plantjes, het natekenen van bloemen en bladeren verzamelen, drogen en benoemen. De wens en het streven is, dat de school voor en met de leerlingen een stukje eigen natuur kan beheren. Hierin kunnen leerlingen zaaien en oogsten, zich verheugen, geduld kweken, verzorgen, beschouwen, samenwerken, wroeten en spitten, ontdekken, teleurgesteld en verrast worden door wat de natuur hen biedt. Thema 3: Vrijeschool Rotterdam-West werkt met De Bewegende Klas Bewegen ondersteunt het leren, is het uitgangspunt. Om de overgang van de kleuterklas, waar vrij bewegen en spelen de norm is, naar de eerste schoolklas waar kinderen ‘ineens’ veel moeten zitten, zachter te maken, gebruiken we de methode van De Bewegende Klas. Dit doen we in navolging van de succesvolle pilot op Vrijeschool Vredehof, en eerdere, positieve ervaringen op vrijescholen in Den Haag en Gouda. Het voornemen is dat in de 1e en de 2e klas gewerkt gaat worden met deze methode. De Bewegende Klas is ontwikkeld vanuit de gedachte dat ontwikkelings- en leerstoornissen ontstaan doordat kinderen te weinig zinvol bewegen. Het ontwikkelen van de lichaamsgebonden zintuigen als een stabiel fundament, vormt een voorwaarde om goed te kunnen leren. In de kleuterklas gebeurt dat volop door het vormgegeven vrije spel. In de onderbouw wordt dit proces hiermee voortgezet. Om veel bewegen in de praktijk mogelijk te maken, is een grote vrije ruimte nodig. Kinderen zitten daarom niet langer op stoeltjes achter tafels, maar krijgen een eigen zitkussen en delen een houten bank. Met deze banken zijn verschillende opstellingen te maken. De dag start met een parcours van

Pagina 10 van 36

 

hindernissen waarin de evenwichtszin en de tastzin worden gestimuleerd. In dit parcours oefenen de kinderen samenwerken en gericht bewegen. Vervolgens bepaalt de vorm en inhoud van de les de opstelling van het klaslokaal, een kring, een rij-opstelling of een groepsopstelling (zonne-opstelling). Bij alle drie de werkvormen blijven de kinderen de leerkracht van top tot teen zien. Meestal komen alle varianten voor in één periodeochtend waardoor de kinderen nooit lang in dezelfde houding zitten. Een bewegende klas maakt een vierkante klas rond; iedereen zit vooraan en kan elkaar zien en ervaren. Dit versterkt het groepsgevoel. De kinderen kijken niet alleen naar de leerkracht, maar ook naar de andere kinderen. De Bewegende Klas stimuleert bovendien de creativiteit van de leerkracht in het gebruik van nieuwe werkvormen. Ervaring leert dat in een bewegende klas meer rust heerst, en dat de resultaten van de kinderen meer vergelijkbaar zijn in een klas met een traditionele inrichting. Thema 4: Vrijeschool Rotterdam-West stimuleert alle kinderen op hun eigen niveau Vrijescholen hebben een duidelijke visie op de ontwikkeling van het kind. Het onderwijs richt zich op cognitieve, sociaal-emotionele, motorische en praktische vaardigheden en volgt daarbij de levensfasen van het kind. In de kleuterfase leren kinderen vooral door vrij spel. Het onderwijs richt zich op het stimuleren van de vaardigheden. Als kinderen leerrijp zijn, begint de schoolse fase, waarin kinderen gericht hun vaardigheden ontwikkelen tot zij overgaan naar het voortgezet onderwijs. Als moderne, stadse school houdt Vrijeschool Rotterdam-West er tegelijkertijd rekening mee dat niet ieder kind gelijk is, en dat niet ieder kind op hetzelfde tijdstip dezelfde ontwikkelingen doormaakt of op hetzelfde niveau handelt. Op Vrijeschool Rotterdam-West wordt daarom gedifferentieerd onderwijs gegeven, door bijvoorbeeld met ‘open’ opdrachten te werken, die ieder kind op zijn eigen niveau kan uitwerken. Lesboeken kennen opdrachten op drie niveaus en instructies worden eveneens op (minimaal) drie niveaus gegeven, zodat de kinderen die klaar zijn om aan het werk te gaan niet hoeven te wachten op kinderen die nog meer uitleg nodig hebben en kinderen die meer instructie behoeven die ook kunnen krijgen. Op deze manier wordt er binnen het klassikale onderwijs ruimte gemaakt voor kinderen die meer aankunnen of die meer tijd en aandacht nodig hebben. Voor kinderen die op bepaalde onderdelen extra ondersteuning nodig hebben, is er een remedial teacher aanwezig. Voor kinderen met een taalachterstand kan Vrijeschool Rotterdam-West extra ondersteuning bieden, al dan niet in samenwerking met scholen in de wijk. Voor kinderen die meer aankunnen dan het hoogste differentiatieniveau is binnen de Samenwerkenden Vrijescholen Zuid-Holland (SVZH) expertise aanwezig voor het opzetten van een verrijkingsklas. Bij voldoende leerlingen met een dergelijke vraag, start een verrijkingsklas. De leerlingen komen daar wekelijks bijeen om de leerstof te bekijken vanuit een breder perspectief. Na afloop vertellen zij aan de hele klas wat ze hebben geleerd. Op deze manier pikt elk kind een graantje mee van dit extra onderwijsaanbod. Vrijeschool Rotterdam-West hanteert een leerlingvolgsysteem en doet mee met de landelijke toetsingsmomenten. Onze leerkrachten volgen daarnaast de ontwikkeling van sociaal-emotionele, motorische en praktische vaardigheden van ieder kind. De ouders worden door middel van gesprekken en getuigschriften op de hoogte gehouden van de vorderingen van hun kind.

Pagina 11 van 36

 

6. ONDERWIJS PER KLAS Kleuterklassen Vrijescholen houden vast aan de term ‘kleuters’, om aan te geven dat kinderen van 4 tot 6 jaar een eigen aanpak nodig hebben. Op de vrijeschool werken leerkrachten in de kleuterklas die specifiek zijn opgeleid om te werken met leerlingen in de kleuterleeftijd. Kleuters krijgen geen ‘denkwerk’, zoals het leren van cijfers en letters, maar ‘doewerk’. Hun voornaamste bezigheid is spelen. Daardoor groeit hun lichaam en worden fantasie en creativiteit aangesproken. De kinderen leren door tijdens het spel op allerlei manieren hun lichaamsfuncties te gebruiken: kijken, luisteren, tasten, proeven. Ook de motoriek komt in het bouwen, fantasiespel, knutselen ruimschoots aan bod. De leerkracht biedt in het geleide spel versjes, rijmpjes, vingerspelletjes, loop- en kringspelletjes aan, waardoor de grove en fijne motoriek zich verder ontwikkelt. De kleuter leert van nadoen. De juf of meester is het grote voorbeeld. In de kleuterklassen zijn hout en andere natuurlijke materialen, zoals wol, leer, zijde, katoen en steen, te vinden. De kwaliteit van natuurlijke materialen geeft een verfijnd aanvoelingsvermogen. Kleine kinderen nemen alle indrukken uit hun omgeving in zich op. De kleuterlokalen zijn daarom sfeervol en huiselijk ingericht.

Aan het einde van de kleutertijd is er een uitgebreid onderzoek naar de leerrijpheid van het kind. In dit onderzoek wordt niet alleen gekeken naar de intelligentie, maar ook naar de motorische en sociale groei. Het kan zijn dat ouders het advies krijgen om hun kind langer de tijd te geven om te kleuteren, en niet te vroeg met het bewuste leren te beginnen, omdat dit de ontwikkeling van een kind ook kan remmen. Vrijeschool Rotterdam-West kiest als peildatum 1 augustus; kinderen die vóór 1 augustus 6 jaar worden, gaan in principe vanaf dat jaar naar de eerste klas. Met de ouders van kinderen die (kort) na deze datum 6 jaar worden, wordt bekeken of hun kind er aan toe is de stap te maken naar het bewuste leren.

Een dag in de kleuterklas De kleuters komen vanaf 8.20 uur in de klas. Als de ouders afscheid hebben genomen, begint het ochtendspel. In spelvorm worden de seizoenen beleefd. In het spel beleven de kinderen de ene keer letterlijk en dan weer figuurlijk basale en ambachtelijke handelingen van volwassenen. De kleuters leren vooral door nabootsing van letterlijke of figuurlijke handelingen: er wordt samen afgewassen, broodgebakken, gewerkt op het veld en het ijzer gesmeed. Na het ochtendspel begint het vrije spel. De kinderen kiezen het spel wat hen op dat moment het meeste boeit en kan bieden: kisten, planken en blokken om te bouwen, poppen om te verzorgen, kralen om te rijgen en verkleedkleren om rollen te spelen. Hier spelen grote en kleine kinderen samen en ieder heeft daarbij een eigen rol. De leerkracht stimuleert de kinderen waar nodig is, stuurt bij en schept voorwaarden voor gezond spel. Er wordt dagelijks aan de kinderen een verhaal verteld. Dit zijn veelal sprookjes (zie thema-hoofdstuk). Iedere dag heeft een eigen speciale activiteit: broodbakken, knutselen, schilderen, kleutergymnastiek en euritmie – een antroposofische bewegingskunst.

Het leven in de kleuterklas is ritmisch opgebouwd met een vast dag- en weekritme. Rond 11 uur eten de kinderen een boterham en drinken samen wat. De leerkracht verzorgt dit samen met een aantal oudere kinderen. De lunch vindt plaats onder de hoede van een leerkracht met zelf meegebrachte boterhammen en drinken. Daarna is er een vast programma dat meer afgestemd is op de verschillende groepen kinderen (4, 5 en 6 jarigen). Voor de oudste kleuters zijn er gerichte opdrachten en oefeningen met taakjes, zoals timmeren, een weefwerkje of borduren.

Pagina 12 van 36

 

Klas 1 De overgang naar de eerste klas wordt feestelijk gevierd. Nu gaat het bewuste leren beginnen. In het periodeonderwijs, waarin gedurende een aantal weken steeds de eerste twee uren van de dag gewijd zijn aan een bepaald vak of thema, wordt de vertelstof ingeweven. In de belevingswereld van de eersteklasser passen de rijke beelden uit de volkssprookjes. De sprookjes sluiten aan bij het innerlijk van de eerste klassers. Deze verhalen hebben veel afwisselende beelden. Het sprookje vertelt vol wijsheid en humor over goed en kwaad, over verleiding en vernedering en over de prins of prinses, het beeld voor de mens die ten slotte zegevierend tevoorschijn komt (zie ook thema-hoofdstuk) 

 Nederlandse taal De periodes Nederlandse taal, rekenen en heemkunde wisselen elkaar af door het jaar heen. Bij het schrijven gaat de leerkracht uit van letterbeelden die voortkomen uit de vertelstof. Zo ontstaat bijvoorbeeld uit de ‘zwanenletter’, de Z, en uit de ‘koningsletter, de K. De motorische vaardigheden, nodig om te kunnen schrijven, worden geoefend in, en gestimuleerd door het vormtekenen. Het bewuste spreken wordt geoefend met beweging, waarbij ritmisch gelopen en gesproken wordt. Spraakoefeningen, kinderversjes en toneelspelletjes ondersteunen dit. Hier wordt gewerkt met de lees- en spellingsmethodiek ‘Zo leren kinderen lezen & spellen’.

Rekenen Ook het rekenen leren de kinderen vanuit het zelf doen. Er wordt geteld met kastanjes, kralen en ballen, met handen en voeten, met klappen en stampen. Vanuit het tellen worden ritmisch lopend de getallenreeksen van de eerste tafels van vermenigvuldiging geoefend. Voordat met het tellen en rekenen wordt begonnen, probeert de leerkracht eerst een verbinding met de getallenwereld te maken. Wat is één? Eén is misschien wel het grootste getal; één is de aarde alleen, één is ook de zon, één ben je zelf. Wat is twee? Twee is als je één verdeelt of als je een tegenstelling maakt. Twee is hemel en aarde, dag en nacht. De kinderen vullen aan; twee is vader en moeder, zon en maan, twee ogen, twee handen. Daarbij worden Romeinse cijfers gebruikt, die goed het beeldkarakter van de hoeveelheid van de getallen uitdrukken. I+II= III sluit goed aan bij het wezen van tellen. Romeinse cijfers vormen in de eerste klas de brug naar de abstracte, maar veel handzamere Arabische cijfers die de norm zijn.

Heemkunde De heemkundeperiodes leggen de basis voor de latere vakken aardrijkskunde, biologie en natuurkunde; het integreert deze vakken tot één geheel. In de eerste klas is heemkunde erop gericht belangstelling te wekken voor de natuur, de seizoenen, planten en dieren. Het gaat hierbij om de directe omgeving waarin de kinderen wonen en leven. Later komt de eigen leefomgeving aan bod, zoals Rotterdam en de wijk Middelland.

Vaklessen Na het periodeonderwijs volgen de afzonderlijke vaklessen. De vreemde talen Engels en een andere vreemde taal beogen het kind spelenderwijs vertrouwd te maken met de klanken en het ritme van de taal. Vanaf nu krijgen de eersteklassers wekelijks handwerken. De leerlingen beleven veel plezier aan het breien en maken van o.a. hun eigen kabouter, een lief schaapje en voor hun fluit een mooie fluitzak. Zo leren de kinderen goed hun handen te gebruiken; om geconcentreerd en volhardend te werken met papier, materialen uit het bos, klei en bijenwas. De handvaardigheid sluit hierop aan. Het vormtekenen doet een beroep op de vormkrachten van het kind, die zich uiten in de beheersing van de fijne motoriek. De leerlingen leren dat vormen een bepaalde wetmatigheid hebben. De eerste klas begint met rechte en kromme lijnen, vaak in combinatie met elkaar en in een ritmische herhaling. Dan gesloten figuren zoals cirkels, driehoeken en vierkanten waardoor binnen- en buitenwereld van elkaar gescheiden worden. Euritmie is een bewegingsleer, bewegingskunst eigenlijk, die in het onderwijs toegepast wordt. Het bewegen op muziek, gedichtjes of teksten ondersteunt de kinderen in

Pagina 13 van 36

 

een gezonde ontwikkeling van lichaam, ziel en geest. In de eerste klas worden ook de klinkers uitgebeeld, aansluitend op de sprookjesbeelden uit de vertelstof. Euritmie voegt daar een bijzondere en speelse dimensie aan toe.

Klas 2 In de tweede klas komt in de vertelstof het menselijke aspect naar voren in fabels en legenden. Het sociale gedrag van mens en dier wordt aan de hand van deze verhalen beleefbaar voor de kinderen. Fabels zijn vaak kort en geconcentreerd. In fabels zien wij menselijke eigenschappen in de gedaante van dieren. De pels en het verenkleed kunnen echter niet verbergen dat het om ons gaat en daar herkennen de kinderen zich ook in. Als contrast van de mens in de gedaante van een dier worden de legenden verteld over heiligen, helden en rolmodellen van over de hele wereld. Die hebben laten zien dat een mens het dier in zich kan overwinnen en daarom ook dieren kan temmen. Nederlandse taal Lettervormen en losse letters gaan een samenhangend handschrift vormen. Opgeschreven in een mooi werkschrift dat elke dag met zorg wordt aangevuld. Alle karakters trekken voorbij in de verhalen die verteld worden, in de woorden die geschreven worden en in de boekjes die het kind zelf al kan lezen. Het is leuk als je deze verhalen ook weer terugziet in de tekeningen en vormen die het kind aan het papier toevertrouwt.

Rekenen Bij het rekenen geven de sommen steeds meer inzicht in de opbouw van de getallen. In de vormtekeningen wordt ruimtelijk inzicht verder geoefend: motieven, spiegelingen, ingewikkelde vormen.

Heemkunde De heemkundeperiodes leggen de basis voor de latere vakken aardrijkskunde, biologie en natuurkunde; het integreert deze vakken tot één geheel. In de tweede klas is heemkunde gericht op de veranderende natuur en de wisselende seizoenen. Het gaat hierbij om de directe omgeving waarin de kinderen wonen en leven. Later komt de eigen leefomgeving aan bod, zoals Rotterdam en de wijk Middelland.

Vaklessen Na het periodeonderwijs volgen de afzonderlijke vaklessen. De vreemde talen Engels en een andere vreemde taal beogen het kind spelenderwijs vertrouwd te maken met de klanken en het ritme van de taal. De tweede klas krijgt wekelijks handwerken en handvaardigheid. Het vormtekenen doet een beroep op de vormkrachten van het kind, die zich uiten in de beheersing van de fijne motoriek. De leerlingen leren dat vormen een bepaalde wetmatigheid hebben. Euritmie is een bewegingsleer, bewegingskunst eigenlijk, die in het onderwijs toegepast wordt. Het bewegen op muziek, gedichtjes of teksten ondersteunt de kinderen in een gezonde ontwikkeling van lichaam, ziel en geest.

Alvast een blik vooruit naar de komende jaren Vrijeschool Rotterdam-West is gestart met drie kleuterklassen en een eerste klas. Inmiddels is er een kleuterklas bijgekomen en een tweede klas. Na de kerstvakantie dit schooljaar zal er een vijfde kleuterklas starten. De gedetailleerde beschrijving van de vertelstof, de leerstof en de inhoud van de vaklessen wordt de komende tijd verder uitgewerkt in samenwerking tussen schoolleiding, leerkrachten en ouders. Daarbij rechtdoend aan de grondbeginselen van het vrijeschoolonderwijs en de vier belangrijke thema’s voor Vrijeschool Rotterdam-West: culturele diversiteit, natuurbeleving, beweging en aandacht voor leerlingen op verschillende niveaus. Vrijeschool Rotterdam-West wil groeien van een dependance naar een zelfstandige vrijeschool met een eigen identiteit.

Pagina 14 van 36

 

De lesinhouden van de volgende leerjaren worden nog verder uitgewerkt. De thema’s van de vertelstof in klas 3 t/m 6 zijn: In klas 3 staan de verhalen uit het Oude Testament centraal en de verwante verhalen uit andere wereldgodsdiensten; In klas 4 komen verhalen uit de Noorse mythologie naar voren; In klas 5 staan oude culturen en beschavingen centraal, waaronder de Griekse; In klas 6 gaat het over de periode van de Romeinse geschiedenis en de middeleeuwen.

7. ORDENING VAN HET ONDERWIJS

Leerlingaantallen De kleuters zitten in klassen met een verticale leeftijdsopbouw (4 - 7 jarigen) en de klassen in de onderbouw (klas 1 t/m 6) zijn groepen van leeftijdsgenoten. De kleuterklassen beginnen het schooljaar klein, ongeveer 20 kinderen. In de loop van het schooljaar stromen nieuwe kinderen in en worden de klassen groter, maximaal 32 kinderen. In de onderbouw streven we naar klassen met maximaal 28 leerlingen.

Leerplan Vrijescholen geven onderwijs op basis van het vrijeschoolleerplan. De vrijescholen binnen de Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland geven onderwijs op basis van het leerplan ‘Ik zie rond in de wereld’ (www.ikzierondindewereld.nl). Het leerplan bestaat uit aanwijzingen voor het werken met kinderen in de kleuterleeftijd en voor het onderwijs van kinderen van 6 tot en met 18 jaar in de klassen 1 tot en met 12.

Schoolplan In ons jaarplan 2016-2017 zijn de streefdoelen voor het schooljaar beschreven.

Lestijden De lestijden zijn voor alle leerlingen van Vrijeschool Rotterdam-West gelijk gedurende hun hele schoolloopbaan. Deze lestijden worden als harmonisch ervaren, door leraren en kinderen. Bovendien komt het tegemoet aan de wensen van werkende ouders en ouders met schoolgaande kinderen in verschillende leerjaren. Onderwijstijd is de tijd die wordt besteed aan leren zoals: bewegen, buiten spelen, taalontwikkeling, sociale ontwikkeling, rekenontwikkeling en fantasiespel.

De lestijden zijn: maandag-dinsdag-donderdag van 8:30 tot 14:45 uur woensdag-vrijdag van 8:30 tot 12:30 uur

Jaarfeesten Het vrijeschoolonderwijs besteedt veel aandacht aan het leven met de seizoenen en de daar bijbehorende jaarfeesten.

● St Michael = begin herfst, thema = moed verzamelen voor periode van duisternis ● St Maarten = lichtjesfeest ● Advent = vier zondagen voor Kerstmis, thema = verwachting ● Sinterklaasfeest = kinderfeest ● Kerstmis = geboorte van Christus en kortste dag, terugkeer van het licht ● Driekoningen = bezoek van drie wijzen uit het Oosten aan Christuskind ● Carnaval = 40 dagen voor Pasen, thema = begin van de vasten

Pagina 15 van 36

 

● Palmpasen = zondag voor Pasen, gevierd op school op vrijdag voor Palmzondag ● Stille week / Pasen = maart/april, thema = lentefeest start van het nieuwe leven ● Pinksteren = mei/juni, thema = feest van gemeenschap ● Sint Jan = start van zomer, langste dag van het jaar

8. LEERLINGONTWIKKELING EN ONDERSTEUNING Leerlingvolgsysteem De school heeft een leerlingvolgsysteem, waarin de ontwikkeling van de leerlingen wordt bijgehouden over de motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling en de cognitieve vaardigheden lezen, spellen en rekenen. Het leerlingvolgsysteem bestaat uit een leerlingdossier, toetsen en andere signaleringsmethoden. Ouders hebben recht op inzage in het leerlingvolg-systeem van hun kind(eren). Leerlingdossier Elke leerkracht volgt voortdurend de ontwikkeling van de kinderen middels waarnemingen en toetsen. De notities en andere relevante informatie worden opgenomen in het leerlingendossier. Ook de aannameprocedure van het betreffende kind, de biografiegegevens, de gesprekken met de ouders of hulpverleners, verslagen, handelingsplannen, getuigschriften, etc. Alle gegevens over de leerling worden bewaard in dit leerlingdossier. Uiteraard hebben de ouders het recht op inzage.

Kinderbespreking Wanneer de ontwikkeling of het gedrag van een leerling zorgen geeft, kan besloten worden om een kinderbespreking aan dit kind te wijden in de pedagogische vergadering. Ouders, leerkracht, schoolarts en eventueel hulpverleners van binnen en buiten de school worden hierbij betrokken. De kinderbespreking moet leiden tot een beeld van het kind waaruit de desbetreffende leerkracht steun kan putten om het kind beter te begeleiden. En indien nodig helderheid geven over eventueel extern in te roepen ondersteuning. De betreffende ouders worden door school benaderd en om toestemming gevraagd.

Toetsen Jaarlijks worden bij alle leerlingen van klas 1 t/m 6 toetsen afgenomen op het gebied van rekenen en taal. De school gebruikt daarvoor de toetsen van BOOM uitgevers. Als eindtoets gebruiken wij de NIO toets en de IEP eindtoets. De toetsen die wij afnemen in de verschillende klassen zijn er op gericht de leerontwikkeling op het gebied van taal en rekenen in beeld te brengen. Daardoor ontstaat een goed beeld van elke leerling en krijgen we ook zicht op de prestaties van een afzonderlijke klas. In de getuigschriften, die uw kind voor de vakantie mee naar huis krijgt, vindt u de uitslagen van de toetsen van BOOM terug. We brengen met deze Cito-toetsen het ontwikkelingsbeeld van de kinderen nog beter in beeld. De uitslagen van de NIO toets en de IEP eindtoets zijn geaccepteerd bij de overgang naar ander (vervolg)onderwijs.

Leerrijpheidsonderzoek kleuters naar klas 1 In de maanden voordat de oudste kleuters naar de eerste klas zullen gaan, onderzoekt de kleuterjuf door middel van het leerrijpheidsonderzoek of de kleuters voldoende ver zijn in hun totale ontwikkeling om naar de eerste klas te gaan. Daarbij wordt vooral gekeken naar de ontwikkeling van de motoriek en wijze van spelen (in verband met de sociaal-emotionele ontwikkeling). Ook moeten voldoende basisvaardigheden aanwezig zijn voor het leren rekenen, schrijven en lezen, de zogenaamde leervoorwaarden. Mede op basis van het leerrijpheidsonderzoek besluit de school dat de kleuter wel of niet naar de eerste klas kan doorstromen. Alle ouders krijgen in een gesprek uitleg en toelichting op de uitslag van het onderzoek en hoe de school daarmee omgaat. Op 15 februari 2016 wordt een

Pagina 16 van 36

 

ouderavond gehouden rondom het thema leerrijpheid.

Getuigschriften Jaarlijks maken klassenleerkrachten ter afsluiting van het schooljaar een getuigschrift voor de kinderen van klas 1 t/m 6. De vakleerkrachten leveren hier een bijdrage aan. In het getuigschrift beschrijven leerkrachten de ontwikkeling van het kind op cognitief, sociaal-emotioneel en motorisch gebied, de verhouding tot de leerstof en de leerresultaten. Dit deel is bestemd voor de ouders. Voor het kind wordt een verhaal of gedicht gemaakt als beeld waarin het kind zich kan herkennen en waaraan het zich kan ontwikkelen.

Gesprek met de leerkracht Bij vragen over de ontwikkeling van een kind kunnen zowel de leerkracht als de ouders het initiatief nemen tot een gesprek. Twee keer per jaar vinden er tien minuten gesprekken plaats, om de ontwikkeling en voortgang van het kind met de leerkracht te bespreken.

Ouderavonden Iedere klas heeft twee tot vier keer per jaar een ouderavond. Er wordt verteld over het werken met de kinderen en de groepsontwikkeling. Het werk van de kinderen is te zien en ervaringen van leerkracht(en) en ouders worden uitgewisseld. Ook kan er worden gewerkt rondom een jaarfeest.

De Zorgstructuur Onze zorgstructuur is gebaseerd op de overtuiging dat we ons onderwijs zo goed mogelijk willen aanpassen aan de behoeften, mogelijkheden en beperkingen van ieder kind. Om dit onderwijs goed te kunnen verzorgen hebben we naast de klassenleerkrachten ook een intern begeleider.

De intern begeleider levert een bijdrage aan de ontwikkeling, coördinatie en uitvoering van het ondersteuningsbeleid in de school. En is mede verantwoordelijk voor de begeleiding en professionalisering van leraren. Zij onderhoudt het contact over de leerling met extra ondersteuningsbehoeften met de leerkrachten, de ouders en de interne/ externe begeleiders. De intern begeleider volgt met de directie de vorderingen en resultaten van het onderwijs op school- en klassenniveau. Zij ondersteunen en begeleiden de leerkrachten op klassen- en leerlingniveau en voeren hierover met de leerkrachten.

Kinderen met een extra ondersteuningsbehoeften Om te kunnen voorzien in de onderwijsbehoeften van kinderen, werken we bij taal, spelling en rekenen in drie niveaugroepen, waarop de instructie, hulp en oefenstof is aangepast. We streven ernaar de extra aandacht die kinderen nodig kunnen hebben zoveel mogelijk in de eigen klas en door de eigen leerkracht te laten geven. Maar soms is het nodig dat er iemand extra in de klas komt om de leerling/ leerkracht te ondersteunen. Dit kan de intern begeleider, schoolcontactpersoon van PPO, een ambulant begeleider met specifieke kennis of remedial teacher zijn. Er wordt een plan gemaakt en uitgevoerd. De ouders worden bij dit proces altijd nauw betrokken en voor advies/ondersteuning van externen vragen we altijd toestemming aan de ouders.

Als een leerling langdurig extra ondersteuning nodig heeft, stellen we een ontwikkelperspectief op. Hiermee wordt heel specifiek de onderwijsbehoeften van het kind in kaart gebracht. We bespreken de ontwikkeling en ondersteuningsbehoeften van deze leerling dan geregeld in een grootoverleg met alle betrokkenen rondom een leerling. Dit kunnen de intern begeleider(voorzitter), leerkracht, ouders, schoolcontactpersoon PPO, schoolmaatschappelijkwerker, schoolverpleegkundige, euritmiste, ambulant begeleider, logopediste en/of fysiotherapeut zijn. Wanneer nodig stellen we het ondersteuningplan bij.

De schoolarts

Pagina 17 van 36

 

De schoolarts onderzoekt op verzoek van het zorgteam en met instemming van de ouders een kind waarover vragen zijn. Hij is eventueel ook aanwezig bij de kinderbespreking. Een aantal keer in de schoolloopbaan wordt uw kind uitgenodigd voor een controle bij de schoolarts of de schoolverpleegkundige. Hiervoor krijgt u thuis een uitnodiging. De afspraak vindt plaatst bij het CJG. De schoolverpleegkundige, de ouders en de school onderhouden contact(tenzij ouders hiervoor geen toestemming verlenen).

Schoolmaatschappelijk werk De gemeente en deelgemeente stellen middelen beschikbaar voor 4 uur school-maatschappelijk werk per week. Wij kopen schoolmaatschappelijk werk in. Ouders en kinderen kunnen hiervan gebruik maken. Meestal wordt deze zorg aangeboden na overleg in het zorgteam of naar aanleiding van oudergesprekken met de leerkracht. Ouders kunnen zich met vragen ook rechtstreeks tot de schoolmaatschappelijk werker wenden (zie pag. 39).

Passend Onderwijs Per 1 augustus 2014 is de zorgplicht ingevoerd. Dit betekent dat scholen ervoor moeten zorgen dat ieder kind, dat op hun school zit of dat zich bij hun school aanmeldt, een passende onderwijsplek krijgt binnen het samenwerkingsverband (dat is een samenwerking tussen schoolbesturen die de wettelijke taak van het Passend Onderwijs, samen met die scholen uitvoert. In Rotterdam is dit PPO Rotterdam (www.pporotterdam.nl) .

Zorgplicht Bij de uitvoering van de zorgplicht moet een schoolbestuur eerst kijken wat de school zelf kan doen. Het uitgangspunt is dat de school (schoolbestuur) waarop het kind zit of is aangemeld, eerst alle mogelijkheden onderzoekt om het kind op deze school passend onderwijs te bieden. Als de school waar het kind op zit of is aangemeld, echt geen passend onderwijsaanbod kan realiseren, dan heeft de school zogenaamde trajectplicht. Dat betekent dat de school dan zelf voor een nieuwe onderwijsplek voor dit kind moet zorgen. Bij het vinden van een goede school voor hun kind zijn ouder(s)/verzorger(s) uiteraard wel heel belangrijk. Ouder(s)/verzorger(s) met kinderen in de peuterleeftijd oriënteren zich op een nieuwe school. Soms gebeurt het ook dat een kind al op een basisschool zit, maar dat het voor het kind beter is als het naar een andere school gaat. Meestal gebeurt dit omdat de huidige school niet aan het kind kan bieden wat het nodig heeft. Het zoeken naar een nieuwe school kan ook het gevolg van een verhuizing zijn.

Informatie voor de school Bij het zoeken naar een nieuwe/andere school is het belangrijk dat ouder(s)/verzorger(s) aan de school informatie geven over hun kind. Het bevoegd gezag van een school (het schoolbestuur) kan hier vanaf 1 augustus 2014 een formeel verzoek voor indienen bij ouder(s)/verzorger(s). Van hen wordt dan verwacht dat zij alle relevante informatie over hun kind aan de school overhandigen. Wil de school eventueel toch nader onderzoek laten doen door bijvoorbeeld een gedragswetenschapper, dan moeten de ouder(s)/verzorger(s) daar toestemming voor geven. Ook moeten ouder(s)/verzorger(s) aangeven op welke andere scholen zij hun kind eventueel hebben aangemeld. De school waar de leerling als eerste is aangemeld, is zorgplichtig.

Het verzoek van het bevoegd gezag van een school aan ouder(s)/verzorger(s) om meer informatie te verstrekken, geldt voor ouder(s)/verzorger(s) met een kind dat extra ondersteuning nodig heeft. Zij kunnen dan samen met de school bepalen wat de extra onderwijsbehoeften van het kind zijn. Het is zeer belangrijk dat ouder(s)/verzorger(s) en school samen optrekken in het vinden van een passende school voor het kind. Zij kennen het kind beiden goed. Er is vaak veel informatie beschikbaar over een kind. Door in openheid informatie met elkaar te delen, is de kans het grootst dat een passende school voor het kind gevonden kan worden die aansluit bij de wensen van de ouder(s)/verzorger(s).

Pagina 18 van 36

 

Schoolondersteuningsprofielen Iedere school is wettelijk verplicht om een schoolondersteuningsprofiel te maken. Dit profiel beschrijft welke onderwijsondersteuning de school wel en niet kan bieden. Als ouder(s)/verzorger(s) vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, kunnen ze via het ondersteuningsprofiel alvast een beeld krijgen van wat een school kan bieden. Het uitgebreide schoolondersteuningsprofiel is in te zien op de website van de school en ligt ter inzage bij de directie van de school.

Wanneer een kind wordt afgewezen op de school die de eerste keus is van de ouder(s)/verzorger(s), worden zij schriftelijk op de hoogte gesteld van deze afwijzing, voorzien van de argumentatie. Wanneer ouder(s)/verzorger(s) het niet eens zijn met de beslissing van de school, zal er overleg plaatsvinden tussen hen en de school. De school kan in zo’n overleg aangeven welke andere school voor het kind is gevonden, die beter aansluit bij de onderwijsbehoeften van het kind. Wanneer ouder(s)/verzorger(s) niet akkoord gaan met de andere school die wordt voorgesteld, kunnen zij de afwijzing voor de school van hun voorkeur laten toetsen door een geschillencommissie. Het laten toetsen door de geschillencommissie kan echter alleen als er overleg is geweest tussen ouder(s)/ verzorger(s) en school én nadat er een andere school is gevonden voor het kind.

Voor scholen voor speciaal (basis)onderwijs verloopt het aanmeldingstraject via het samenwerkingsverband waar de school toe behoort. Het samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Rotterdam (PPO Rotterdam) geeft vanaf 1 augustus 2014 zogenaamde toelaatbaarheidsverklaringen af voor het sbo en so (cluster 3 en 4). Zonder deze verklaring kan een sbo- of so-school een leerling niet aannemen. Basisscholen of zorginstellingen kunnen een kind aanmelden bij de toelatingscommissie van het samenwerkingsverband. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen zelf geen toelaatbaarheidsverklaring aanvragen, maar kunnen voor vragen natuurlijk wel terecht bij het samenwerkingsverband (www.pporotterdam.nl) .

Samenwerkingsverband PPO Rotterdam hoopt met haar brede aanbod aan onderwijs-voorzieningen alle kinderen in Rotterdam passend onderwijs te kunnen bieden. Mochten ouder(s)/verzorger(s) het niet eens zijn met een beslissing van een school, dan kunnen zij bezwaar aantekenen bij het bevoegd gezag van de (eerste) school. Als er samen met school geen passende oplossing gevonden kan worden, kan het samenwerkingsverband ingeschakeld worden of kan aan de landelijke geschillencommissie toelating en verwijdering een oordeel gevraagd worden. Ouder(s)/verzorger(s) zijn natuurlijk altijd vrij om hun kind bij een andere school aan te melden, als ze niet tevreden zijn over de eerste school. Wanneer ouder(s)/verzorger(s) hun kind op een andere school aanmelden, krijgt die school de zorgplicht.

Ongeacht de afspraken die er over de uitvoering van de zorgplicht binnen een samenwerkings-verband worden gemaakt, is voor individuele schoolbesturen in alle sectoren de Wet Gelijke Behandeling op grond van Handicap of Chronische ziekte (WGBH/CZ) van kracht. Artikel 2 van deze wet bepaalt dat individuele schoolbesturen ertoe verplicht zijn doeltreffende aanpassingen te verrichten voor een leerling met een beperking (zoals bedoeld in de WGBH/CZ), tenzij deze een onevenredige belasting vormen voor de school. De WGBH/CZ is volgens het College voor de Rechten van de Mens (voormalige Commissie Gelijke Behandeling) niet van toepassing op de toelating en deelname aan het (v)so.

Wanneer geldt de zorgplicht niet? De zorgplicht en de trajectplicht gelden niet als de school of de groep waar het kind voor wordt aangemeld vol is. Voorwaarde is wel dat een school een duidelijke en consistent aannamebeleid heeft en in haar schoolondersteuningsprofiel aangeeft wanneer de school daadwerkelijk vol is. In deze gevallen verdient het de voorkeur als de school bij haar schoolbestuur en/of bij het samenwerkingsverband meldt dat zij geen onderwijsplek aan een kind kan bieden en dat er - zo nodig - toch ondersteuning aan ouders geboden wordt om een passende onderwijsplek voor hun kind te vinden.

Pagina 19 van 36

 

Ook geldt de zorgplicht niet wanneer ouder(s)/verzorger(s) de grondslag van de school weigeren te onderschrijven. Het gaat hier niet alleen om de religieuze grondslag of levensbeschouwelijke identiteit van de school, maar ook om de onderwijskundige grondslag. Tenslotte is de zorgplicht niet van toepassing bij aanmelding voor cluster 1 (visuele beperkingen) en cluster 2 instellingen (gehoor- en communicatieve beperkingen). Deze instellingen maken geen deel uit van samenwerkingsverbanden passend onderwijs en hebben een eigen toelatingsprocedure.

Onderwijsconsulenten Met de inwerkingtreding van de wetswijziging Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 kan ook een beroep worden gedaan op de onderwijsconsulent ( www.onderwijsconsulenten.nl ) wanneer er sprake is van plaatsingsproblematiek van een (leerplichtige) leerling met extra ondersteuningsbehoefte in primair of voortgezet onderwijs of wanneer ouder(s)/verzorger(s) en/of school problemen ervaren met betrekking tot het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief (OPP).

Contactgegevens PPO Rotterdam Bezoekadres: Hillevliet 126-A, 3074 KD Rotterdam Postadres: Postbus 50529, 3007 JA Rotterdam info@pporotterdam.nl www.pporotterdam.nl

Schoolondersteuningsprofiel Vrijeschool Rotterdam-West De gecomprimeerde versie van het schoolondersteuningsprofiel staat op de website van de school. Het uitgebreide schoolondersteuningsprofiel ligt ter inzage bij de directie van de school.

Pagina 20 van 36

 

9. KWALITEITSZORG  

 De voornaamste activiteit ter verbetering van het onderwijs is de voortdurende studie en scholing van de leerkrachten, zoals op andere plaatsen in deze gids is aangegeven. Op basis van het vrijeschoolleerplan 2015-2019 geeft de leerkracht vorm aan het onderwijs en met iedere leerkracht worden individueel scholingsafspraken gemaakt.  Instrumenten voor kwaliteitszorg Op schoolniveau wordt gewerkt met een leerlingvolgsysteem. Hiervoor is het nodig om per vak concrete doelen te formuleren. Per klas is er aandacht voor het voorkomen en/of bijwerken van leerachterstanden, met name bij de vakken taal, lezen en rekenen. Er gaat veel aandacht naar de individuele leerling om te achterhalen waarom een eventuele stagnatie in het leren optreedt.

Het zoeken naar vormen van differentiatie naar niveau is in het hele basisonderwijs een onderwerp waarover veel onderzocht en geleerd wordt. Beschikbare vormen en instrumenten zijn onder andere: zelfstandig werken, in overleg met de intern begeleider extra hulp door de remedial teacher of via de preventief ambulante begeleiding vanuit PPO Rotterdam en van de Regionale Expertise Centra (REC). Het doel hierbij is om de ontwikkeling van het kind te waarborgen. De schoolbegeleidingsdienst biedt coaching voor leerkrachten en doet pedagogisch onderzoek bij leerlingen als dat nodig is.

Relatie met de omgeving De school onderhoudt contacten met een aantal instellingen in de omgeving. Deels gebeurt dit in de vorm van structureel overleg, deels ad hoc. Het gaat om onder meer:

­ Overleg met de andere vrijescholen in Rotterdam en omgeving. ­ PPO Rotterdam. ­ De Begeleidingsdienst voor Vrije Scholen. ­ Lidmaatschap van de Vereniging van vrijescholen. ­ Begeleiding van stagiaires van de Vrijeschool Pabo, aanvragen van andere Pabo’s en van

verschillende Regionale Onderwijs Centra (ROC) om een stageplaats worden waar mogelijk gehonoreerd.

­ Samenwerking met instellingen waar kinderen in behandeling zijn, zoals de Jeugdgezondheids- dienst van het BAVO-RNO, GGD en de Regionale Expertise Centra (REC)

­ Het Centrum voor jeugd en gezin (CJG). Het CJG bij u in de buurt is dé plek waar ouders/ verzorgers, kinderen, jongeren en professionals terecht kunnen met vragen over gezondheid, opvoeden en opgroeien. Er werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, gezinscoaches, pedagogen en andere deskundigen.

Pagina 21 van 36

 

10. DE LEERKRACHTEN ‘ Opvoeden is geen vat vullen, maar een vuur ontsteken – Heraclitus 540-480 v. Chr.’ Lesgeven is ook opvoeden; vanuit die verantwoordelijkheid zijn de leerkrachten van Vrijeschool Rotterdam-West aan het werk. De leerkracht dient als rolmodel, en bron van kennis en inspiratie voor de leerlingen. De leerkracht bepaalt met het docententeam waar het onderwijs toe moet leiden gebaseerd op gezamenlijke pedagogische waarden. De leerkracht van Vrijeschool Rotterdam-West committeert zich aan de eigen identiteit van de school. De leerkracht blijft bij voorkeur drie leerjaren aan dezelfde klas verbonden: klas 1, 2 en 3; en klas 4, 5 en 6.

Namen van het personeel schoolleider Dhr. Ernstjan Cooiman, directie@vsrotterdamwest.nl

Telefonisch bereikbaar via de administratie. Adjunct-schoolleider Mw. Julia Bosman, j.bosman@vsrotterdamwest.nl

Telefonisch bereikbaar via de administratie. administratie Dhr. Michiel Gommers, administratie@vsrotterdamwest.nl kleuterleidsters K1 Mw. Margo van Schie en Mw. Manon Hebing kleuterleidsters K2 Mw. Nynke Heeringa en Mw. Simone Middeldorp kleuterleidster K3 Mw. Fieke Hoefnagel kleuterleidster K4 Mw. Marleen Koopmans klassenleerkrachten klas 1 Mw. Sabine van de Wiel en Julia Bosman klassenleerkrachten klas 2 Mw. Suzanne Nieborg en Annefloor Vooijs vakleerkracht euritmie Mw. Lisa Dunker intern begeleider Mw. Sanne Harthoorn remedial teacher Mw. Sanne Harthoorn muziekbegeleiding euritmie Mw. Annie Vermeulen Wijze van vervanging Bij ziekte of afwezigheid van leerkrachten gelden de mogelijke maatregelen:

● De lessen worden overgenomen door een vervanger. De school streeft ernaar steeds een aantal vervangers in reserve te hebben (één voor de kleuters en één voor de onderbouw). Omdat vervangers vaak een vaste baan zoeken, is er veel verloop en lukt het niet altijd om deze reserve te realiseren.

● Als er geen vervanging is, dan geldt: o bij de kleuters wordt aan de ouders gevraagd hun kinderen thuis te houden. Als dat niet

kan, worden kinderen in één van de andere kleuterklassen opgevangen. o onderbouwleerlingen worden verdeeld over de andere klassen. In het uiterste geval

vervallen er lessen. Ouders krijgen hier vooraf bericht van en ‘noodopvang’ is altijd mogelijk.

● Bij meerdere zieken hanteren we een ‘voorrangsregel’: bij vervangen gaat de laagste klas voor de hoogste klas; bij lesuitval is dat andersom.

Begeleiding stagiaires De stagecoördinator maakt afspraken met eventuele stagiaires en/of de opleidingsinstituten. In de vergadering van leerkrachten worden aanvragen voor stageplaatsen besproken en verdeeld. Stagiaires worden begeleid door de leerkracht.

Scholing leraren Onderwijs vraagt permanente nascholing en ontwikkeling van pedagogische- en methodische inzichten.

Pagina 22 van 36

 

Sinds de oprichting van vrijescholen is dit een wezenlijk aspect van de bewaking van de kwaliteit van het onderwijs. De begeleidingsdienst voor vrije scholen (bvs schooladvies) speelt hierin een belangrijke rol. De nascholingsmogelijkheden binnen de vrijeschoolpedagogie en daarbuiten zijn groot. Er wordt wekelijks in de teamvergadering een studiegedeelte ingeruimd, leerkrachten kunnen een jaarlijkse zomercursus volgen en met iedere leerkracht worden persoonlijke scholingsafspraken gemaakt. Scholing gaat niet alleen over persoonlijke vaardigheden maar ook over de ontwikkeling van de school als geheel.

Pagina 23 van 36

 

11. OUDERS EN OUDERBETROKKENHEID Ouderavonden In iedere klas worden jaarlijks meerdere ouderavonden gehouden. Op de ouderavond worden ouders gezamenlijk geïnformeerd over hoe het gaat in de klas. Daarnaast wordt de ouderavond vaak ingevuld met een activiteit of oefening. Dit biedt ouders de gelegenheid om zelf te ervaren en beleven wat het kind doet in de klas. Oudergesprekken Elke leerkracht spreekt tenminste twee keer per jaar individueel met de ouders. Bij problemen of vragen, stelt de school het bijzonder op prijs als ouders direct aan de bel trekken. Tijdens de schoolloopbaan bezoekt de leerkracht in principe het kind ook eenmaal thuis.

Ouderbetrokkenheid Actieve deelname en betrokkenheid van ouders is heel belangrijk binnen het vrijeschoolonderwijs. Vrijeschool Rotterdam-West komt voort uit een initiatief van betrokken ouders. De kracht en energie van dit initiatief willen we vasthouden. Rol ouders bij de oprichting van de school Vanaf de eerste informatiebijeenkomst tot de opening van de deuren van de school hebben ouders en professionals op voet van gelijkwaardigheid samengewerkt bij de oprichting van de school. Begin 2015 werd een kleine stuurgroep ingesteld toen de oprichting van de school slagkracht en professionalisering behoefde. In de samenstelling van de stuurgroep waren de ouders duidelijk vertegenwoordigd; drie van de vijf stuurgroepleden en één van de twee kwartiermakers (in dienst van de SVZH) waren ouders. De communicatie over en PR van de school gebeurde voor een groot door de ouders. Door onder andere het opzetten en onderhouden van de website www.vrijeschoolrotterdamwest.nl, interactie op social media, interviews geven en evenementen organiseren. Dat heeft geleid tot werving van ouders en kinderen, en een betere bekendheid in de buurt en de stad. Ouders hebben ook een belangrijke rol gespeeld in het contact onderhouden met de gemeente en andere betrokken instanties. Deze sterke ouderbetrokkenheid creëerde een meerwaarde en was een stimulans voor de gemeente om haar medewerking te verlenen. Ouders hebben mede de accenten bepaald voor de richting van het onderwijs op en sfeer in Vrijeschool Rotterdam-West d.m.v. het schrijven van het manifest. Het opstellen en invullen van het aanvullende leerplan voor de school, meedenken over het ideale lesrooster en de ouderbijdrage, en het ontwikkelen van multiculturele vertelstof passend bij de multiculturele bewoners van Rotterdam-West. Ouders hebben meegewerkt aan het opstellen van een programma van eisen voor de huisvesting van de school, mede bepaald door de accenten in het manifest. Ouders denken en helpen mee aan de inrichting van de school. Ouders zijn betrokken geweest bij de werving en selectie van personeel, door het samenstellen van een teamprofiel, en zitting te nemen in de benoemingsadviescommissie. Rol ouders in de school De ouders blijven actief betrokken bij de verdere vormgeving van Vrijeschool Rotterdam-West. Dat betekent allereerst dat álle ouders zoveel mogelijk betrokken worden bij het reilen en zeilen van de school, en dat van alle ouders wordt verwacht dat ze elk op eigen wijze en naar vermogen een bijdrage leveren aan het groot en sterk maken van de school. Ouders zijn voor leraren een belangrijke bron van kennis over de ontwikkeling van hun kind(eren). Ouders worden nauw betrokken bij de ontwikkeling van hun kinderen binnen de school door

Pagina 24 van 36

 

ouderavonden en oudergesprekken. Op en rond de school worden vaak activiteiten aangeboden voor en door ouders, bijvoorbeeld bij de jaarfeesten of activiteiten zoals een ouderkoor of een pedagogisch café. Verder zijn er twee organen waarin ouders een formelere en meer actieve, inhoudelijke rol kunnen spelen binnen de school, te weten:

Medezeggenschapsraad Vrijeschool Rotterdam-West is formeel een dislocatie van Vrijeschool Vredehof. Vrijeschool Vredehof heeft een eigen Medezeggenschapsraad (MR) bestaande uit twee ouders en twee leerkrachten die iedere zes weken overleggen met de schoolleider op basis van het Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland. Vrijeschool Rotterdam-West heeft een eigen Medezeggenschapsraad (MR), bestaande uit drie ouders en een leerkracht: Wolfgang Sakulin (voorzitter) vader van Filipa uit kleuterklas 1, Naomi Schillevoort (secretaris) moeder van Umi uit kleuterklas 1, Davidson Rodrigues (lid) vader van Danay uit kleuterklas 3, Manon Hebing (lid) leerkracht kleuterklas 1. Vrijeschool Rotterdam-West kan ook een vertegenwoordiger sturen naar de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) waar vertegenwoordigers van alle MR’s van de bij de SVZH aangesloten scholen overleggen met de bestuurder van de SVZH. Het Medezeggenschapsstatuut van de Samenwerkende Vrijescholen Zuid-Holland is op te vragen bij de administratie van de school.

Onderzoekskring, De Denktank Met het openen van haar deuren is Vrijeschool Rotterdam-West nog niet af. Omdat de school ontstaan is vanuit een grote betrokkenheid van ouders, blijft er een behoefte bij ouders om actief deel te nemen aan het verder vormgeven en maken van de school. Vanuit het college wordt deze behoefte ook gedragen, ten behoeve van de inhoudelijke en praktische ondersteuning van de school. Hiervoor is de Onderzoekskring opgericht; een denktank van betrokken ouders. Deze groep ouders zal in nauwe samenwerking met de schoolleider en het leerkrachtenteam meedenken over thema’s zoals bijvoorbeeld de invulling van de algemene ouderavonden, ICT in het onderwijs of het bereiken van (nieuwe) doelgroepen in West. Na het eerste schooljaar wordt gezamenlijk besloten of deze samenwerking verder wordt gecontinueerd. Informatie over de samenstelling en werkwijze van de Onderzoekskring Vrijeschool Rotterdam-West en het vergaderschema volgt. Klassenouders Iedere klas heeft twee of drie klassenouders die de leerkrachten ondersteunen bij het voorbereiden van de ouderavonden, de organisatie van de buitenschoolse activiteiten en schoolfeesten en die regelmatig met de leerkracht overleggen over de gang van zaken in de klas. Zij bevorderen het contact tussen ouders en leerkracht. Drie keer per jaar vindt er een klassenouderoverleg plaats, dit is een overleg tussen klassenouders en adjunct-schoolleider.

Luizencontroleurs Iedere klas heeft ouders als luizencontroleurs. Zie verder bij schoolregels en protocollen.

Schoolkrant Twee keer per jaar wordt een schoolkrant (Seizoener) samengesteld. In schooljaar 2016-2017 verschijnt de Seizoener rond Kerst en Sint Jan.

Oudercafé Elke eerste woensdag van de maand, van 9 tot 10 uur, wordt er in Espresso Dates een Oudercafé georganiseerd voor de ouders van VS Rotterdam-West. Leuk om elkaar te leren kennen en om ervaringen te delen of om over een bepaald onderwerp te discussiëren of filosoferen. En dat alles onder

Pagina 25 van 36

 

het genot van een lekker bakje koffie of thee. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Kim (kgroot@gmail.com) of Naomi (omisabi@gmail.com).

Schoolplein De school aan de Velsenluststraat heeft twee schoolpleinen, een binnenschoolplein voor kleuters en een plein aan de voorkant van de school voor de kleuters en hogere klassen. Weer of geen weer, alle dagen spelen de kinderen in de pauze buiten. Ook gaat de juf of meester regelmatig wandelen met de leerlingen. In de buurt zijn vele speelplekken en parken waar gebruik van gemaakt kan worden. Om beide pleinen uitdagender en groener te maken, is een aantal ouders aan de slag gegaan om een ontwerp te maken voor zowel het grote en het kleine schoolplein. Door tegels te lichten en groene speeleilanden te maken is het gaandeweg het schooljaar 2015-2016 een uitdagende en mooie plek om te spelen gerealiseerd, samen met ouders en groenexperts uit de buurt. Wil jij ook meehelpen dit schoolplein bij te houden en nog groener te maken? Meld je aan door een email te sturen aan roswitha.abraham@gmail.com. Lentemarkt Op zaterdag 20 mei wordt een Lentemarkt georganiseerd. Hierbij worden ouders gevraagd mee te helpen.

Pagina 26 van 36

 

12. SCHOOLREGELS, AFSPRAKEN EN PROTOCOLLEN Aanmelding en toelating Heeft u belangstelling voor de vrijeschool en wilt u uw kind graag op de Vrijeschool Rotterdam-West geplaatst zien, dan kunt u zich aanmelden voor een van de informatieochtenden/avonden.

Op deze ochtenden/avonden vertellen wij wat u van onze school kunt verwachten en wat wij van u als ouder verwachten. Ook worden dan vooraanmeldformulieren verstrekt. Op het moment dat u dit formulier ingevuld bij de administratie inlevert, staat uw kind op de wachtlijst.

De vrijeschool staat open voor alle leerlingen, ongeacht hun culturele of levensbeschouwelijke achtergrond. Er is een aantal voorrangsregels bij plaatsing. Broertjes en zusjes en kinderen van een andere vrijescholen door verhuizing hebben voorrang. Leerlingen worden toegelaten op volgorde van aanmelding bij de administratie.

Toelating kleuters 4 jarigen Na de voorlichtingsbijeenkomst wordt u, in het schooljaar voorafgaand aan het jaar waarin uw kind vier jaar wordt, uitgenodigd voor een individueel aannamegesprek waar ook uw peuter bij aanwezig is. In april/mei hoort u of uw kind geplaatst is of op de wachtlijst blijft staan.

Tussentijdse toelating kinderen onderbouw 6-12 jarigen Uw kind is aangemeld voor een klas in de onderbouw zodra wij het ingevulde aanmeldformulier hebben ontvangen. Daarna worden de volgende stappen genomen voordat een definitief besluit tot toelating kan worden genomen:

­ De aannamecoördinator neemt contact met u op om aan te geven of er plaats is voor uw kind in de betreffende klas. Is er op dat moment geen plaats dan kan uw kind op de wachtlijst geplaatst worden.

­ Indien er plaats is vragen wij u om de Intern Begeleider van de oude school contact met ons op te laten nemen.

­ Na dit contact nemen wij nogmaals contact met u op om met u te overleggen over de uitkomsten van dit overleg.

­ Hierna volgt een periode van onderzoek waarin het doel is te beoordelen of plaatsing in de betreffende klas zinvol is. Het observeren van uw kind is hierbij een onderdeel, ook kunnen wij een eigen onderzoekje door de Remedial Teacher laten doen.

­ Na deze onderzoeksperiode wordt besloten of uw kind toegelaten kan worden. ­ In klas 6 worden alleen kinderen toegelaten van andere vrijescholen.

Luizenprotocol Iedere klas heeft één of meerdere ouders als luizencontroleurs. Deze ouders controleren de kinderen van de klas op de aanwezigheid van hoofdluis. Dit gebeurt elke eerste woensdag na iedere vakantie en nadat een ouder gemeld heeft dat een kind luizen heeft. Ouders van kinderen met luizen wordt verzocht hun kind direct op te halen om thuis te behandelen. Kinderen met neten krijgen een briefje mee naar huis en dienen ook behandeld te worden. Iedere ouder die bij zijn/haar kind luis constateert dient dit zo snel mogelijk aan de leerkracht te melden.

Anti-agressie protocol De school onderschrijft het anti-agressie protocol, zoals dat door de FOKOR is opgesteld en op school ter inzage ligt. De daaruit voortvloeiende gedragscode wordt door alle scholen voor primair onderwijs opgenomen in de schoolgids. Letterlijke tekst:

Pagina 27 van 36

 

Ouders* en medewerkers die de school betreden, onderschrijven de volgende gedragscode:

­ Ouders en medewerkers tonen respect voor elkaar. ­ Ouders en medewerkers hanteren fatsoenlijk taalgebruik. ­ Ouders en medewerkers treden niet agressief op. ­ Wanneer er een conflict is, werken ouders en medewerkers mee aan het zoeken naar en het

vinden van een oplossing.

* Met ouders worden ook verzorgers, familieleden en andere opvoeders bedoeld.

Pestprotocol Er is samen met leerlingen en leerkrachten van de Vrijeschool Vredehof een pestprotocol opgesteld. Dit protocol is goedgekeurd door de MR en wordt ook op de Vrijeschool Rotterdam-West gebruikt .

Verwijderingsprocedure Indien een kind gedrag vertoont dat onacceptabel is en het lesproces in de klas verstoort, zal het protocol (On)gewenst gedrag in gang worden gezet, zodat het voor de leerkracht duidelijk is wanneer een leerling ongewenst gedrag vertoont. En zodat de leerling precies weet welke consequenties zijn gedrag gaat krijgen. Dit protocol is, met bijbehorend stappenplan is terug te vinden op de website.

Mocht er na deze maatregelen nog niet voldoende resultaat zijn, dan volgt er per aangetekende brief een officiële waarschuwing. Bij de tweede waarschuwing volgt een schorsing van drie dagen. De leerling krijgt hierbij huiswerk mee dat bij zijn terugkeer af moet zijn. De school (bevoegd gezag) mag een leerling maximaal 1 week schorsen, dit moet gemeld worden bij de onderwijsinspectie en de leerplichtambtenaar. Wanneer het gedrag van de leerling (of van zijn ouders/verzorgers), ondanks eerdere gedragsafspraken en een laatste waarschuwing, niet verbetert, kan het schoolbestuur, afhankelijk van de overige omstandigheden, tot verwijdering overgaan. Een licht vergrijp kan door herhaling uitgroeien tot ernstig wangedrag. Er kan pas tot daadwerkelijk verwijderen overgegaan worden als er een ontvangende school gevonden is (resultaatverplichting). Ouders/verzorgers hebben de gelegenheid om binnen zes weken bezwaar te maken bij de Geschillencommissie Passend Onderwijs www.onderwijsgeschillen.nl .

Klachtenprocedure en klachtenregeling Klagen mag, maar wel via de juiste weg. Onvrede kan altijd voorkomen en dient altijd eerst besproken te worden met direct betrokkenen. Het is hierbij van belang dat er op een vooraf bepaald moment, op respectvolle wijze met elkaar gecommuniceerd wordt. Het tijdig bespreekbaar maken van onvrede voorkomt escalatie. We vinden het wenselijk dat mensen elkaar kunnen en durven aanspreken. Een belangrijk uitgangspunt is hierbij dat we met elkaar spreken en niet over elkaar. Het kan echter wel eens voorkomen dat de onvrede blijft en u er niet uit komt met de direct betrokkene. U heeft een klacht. Er zijn verschillende soorten klachten:

a. klachten van organisatorische aard b. klachten van onderwijskundige aard c. klachten over veiligheid of intimidatie

Klachten van organisatorische aard horen bij de schoolleider. Klachten van onderwijskundige- of pedagogische aard horen in eerste instantie bij de leerkracht. Indien u er samen niet uitkomt, dan kunt u samen de schoolleider in het vraagstuk betrekken. Klachten over schoolveiligheid of intimidatie kunt u kenbaar maken bij de schoolcontactpersoon of de externe vertrouwenspersoon. De schoolcontactpersoon of de externe vertrouwenspersoon kunnen u begeleiden in de klachtroute. Zij zullen niet bemiddelen, maar naast u staan en volgen of het proces van de klacht goed verloopt. Iedere school heeft een schoolcontactpersoon, ook kinderen kunnen daar terecht.

Pagina 28 van 36

 

Wanneer een klacht in behandeling wordt genomen zal de schoolleider of de bestuurder betrokkenen horen en passende maatregelen nemen. Indien u ontevreden bent over de afhandeling van de klacht kunt u terecht bij de landelijke klachtencommissie. Klachten willen we graag voorkomen. Als er een klacht is, willen we er graag samen sterker uit komen.

Op www.svzh.nl en op www.vsrotterdamwest.nl vindt u de volledige Klachtenregeling SVZH. Schoolcontactpersoon is: Sanne Harthoorn Externe Vertrouwenspersoon CED groep: Dhr. Ed Olijkan, 010-4071599.

Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling Na een lang voortraject is per 1 juli 2013 de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling wettelijk verplicht. De meldcode beschrijft in 5 stappen wat bijvoorbeeld een huisarts, leerkracht, verpleegkundige, begeleider in de kinderopvang, of hulpverlener moet doen bij vermoedens van kindermishandeling.

De meldcode is gebaseerd op 5 stappen:

1. in kaart brengen van signalen. 2. overleggen met een collega en eventueel raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). 3. gesprek met de cliënt. 4. afwegen van het geweld of de kindermishandeling. 5. beslissen: hulp organiseren of melden.

Als Vrijeschool Rotterdam-West werken we met deze meldcode. De aandacht functionaris van de meldcode bij ons op school is Sanne Harthoorn. Vanaf stap 2 zal zij worden betrokken bij eventuele trajecten. Uiteraard altijd in nauw overleg en na afstemming met de school. De uitgebreide meldcode huislijk geweld is in 2014 opnieuw vastgesteld en beschikbaar op www.svzh.nl of in de ouderbibliotheek.

Ongevallenverzekering/aansprakelijkheid De school heeft een verzekeringspakket bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel en vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk mee verzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade zoals een kapotte bril of fiets, valt niet onder de dekking.

De aansprakelijkheidsverzekering biedt de medewerkers van de school en de mensen die voor de school actief zijn, dus bestuursleden, personeel en vrijwilligers, dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school dan wel het schoolbestuur niet zonder meer aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school, of zij die voor de school optreden, moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld omdat er tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril komt. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt dan ook niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor schade door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen - of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders - zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is

Pagina 29 van 36

 

daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. Het verzekeringsbedrag is verrekend in de ouderbijdrage. De polisvoorwaarden zijn bij de administratie in te zien.

Persoonsregistratie Onze school is vanaf 1 februari 2006 wettelijk verplicht het Burgerservicenummer (BSN) van de leerlingen in de administratie op te nemen. Voor alle andere doeleinden (statistische gegevens en bekostiging van de school door de overheid) worden alleen gegevens die niet tot de persoon herleidbaar zijn gebruikt. Verder mag het nummer worden gebruikt in contacten met de leerplichtambtenaar van de gemeente.

Publicaties en foto’s Er worden op school foto’s en filmpjes gemaakt tijdens activiteiten en evenementen. Deze worden onder andere in de Seizoener en op onze website en facebookpagina gepubliceerd. Er worden geen namen vermeld. U kunt middels een toestemmingsformulier (verkrijgbaar bij de administratie) bezwaar maken tegen het plaatsen van een foto of filmpje van uw kind.

Schoolregels Het naleven van de school- en gedragsregels is de verantwoordelijkheid van de gehele schoolgemeenschap.

Algemene omgangsregels ­ We helpen elkaar ­ We zijn te vertrouwen ­ Niemand doet zielig ­ Niemand speelt de baas ­ Niemand lacht uit

Afspraken Op het schoolplein:

● De kleuters worden tot de klas gebracht. De lessen beginnen om 8:30 uur. ● De kinderen van klas 1 en 2 worden om 8:25 uur opgehaald van het plein door hun leerkracht. ● De lessen beginnen om 8:30 uur. ● De kinderen eten tijdens de pauzes niet op het plein. ● Op het plein loop je naast je fiets. ● Tijdens de pauze mogen de kinderen niet zonder toestemming het schoolplein verlaten. ● De kinderen van klas 1 en 2 worden na schooltijd door hun leerkracht naar het plein gebracht. ● De kleuters worden na schooltijd opgehaald uit de klas. ● Op en rond de speelplaats mag niet worden gerookt.

In het schoolgebouw:

● Het gebruik van elektronisch speelgoed is niet toegestaan. ● Kinderen dragen in de klas geen hoofdbedekking. ● We lopen en spreken rustig in het schoolgebouw. ● Het is belangrijk dat de kinderen op tijd op school zijn. Zodat het begin van de dag rustig kan

verlopen in de klas. Structurele laatkomers worden gemeld bij de leerplichtambtenaar.

Vrijwillige Ouderbijdrage

Pagina 30 van 36

 

Elke basisschool in Nederland ontvangt van de overheid een bijdrage. Uit deze bijdrage kunnen we het grootste deel van onze reguliere kosten dekken. Denk daarbij aan: salariskosten voor de leerkrachten, kosten voor de huisvesting en kosten voor leermiddelen. Maar we staan ook voor kosten die voortkomen uit het feit dat we onderwijs volgens de vrijeschoolpedagogiek aanbieden. Daarbij gaat het om onder andere het bekostigen van speciale vakleerkrachten en onderwijsmaterialen, die wat meer kosten dan een gewone basisschool. Daarvoor ontvangen wij elk jaar een vrijwillige ouderbijdrage.

Vrijwillig, maar niet vrijblijvend We gaan ervan uit dat ouders en verzorgers bewust voor onze school kiezen. Bij aanvang van het schooljaar wordt de ouders gevraagd om op een ouderbijdrageformulier aan te geven hoe hoog deze vrijwillige bijdrage voor het komende schooljaar is. Deze bijdrage hangt af van wat ouders/verzorgers kunnen en willen bijdragen. In de loop van het schooljaar ontvangen de ouders/verzorgers periodiek betalingsoverzichten om de bijdrage over te maken. Van kinderen die tijdens een lopend schooljaar instromen, wordt de hoogte van de ouderbijdrage naar rato bijgesteld. Inzage van de bestedingen is openbaar en wordt ieder jaar vermeld in het jaarverslag. De Medezeggenschapsraad stemt jaarlijks in met de bestemming van de ouderbijdragen.

Pagina 31 van 36

 

13. REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN Lestijden maandag-dinsdag-donderdag van 8:30 tot 14:45 uur woensdag-vrijdag van 8:30 tot 12:30 uur

Vakantie De eerste genoemde dag is steeds de eerste vakantiedag, de laatstgenoemde datum is de laatste vakantiedag. In het schooljaar 2016-2017 gelden de volgende vakantie data: Herfstvakantie 15 tot en met 23 oktober 2016 Kerstvakantie 24 december 2016 tot en met 8 januari 2017 Voorjaarsvakantie 25 februari tot en met 5 maart 2017 Meivakantie 22 april tot en met 7 mei 2017 Zomervakantie 8 juli tot en met 20 augustus 2017 Naast de vakanties zijn er de volgende vrije dagen of uren: Eerste schooldag 22 augustus 2016, aangepaste lestijd van 8.30 - 10.30 uur Michaëlsfeest 29 september 2016, les tot 12.30 uur Studiedag 14 oktober 2016, alle kinderen hele dag vrij Studiedag 24 oktober 2016, alle kinderen hele dag vrij Sint Maartensfeest 11 november 2016, 17.00 - 19.00 uur Sinterklaasviering 5 december 2016, les tot 12.30 uur (6 dec. start de schooldag om 9.30 uur) Kerstviering 23 december 2016, onder schooltijd Palmpaasviering7 april 2016, onder schooltijd Goede Vrijdag 14 april 2017, alle kinderen vrij Tweede Paasdag 17 april 2017, alle kinderen vrij Paasviering 18 april 2017, onder schooltijd Studiedag 24 mei 2017, alle kinderen vrij Hemelvaartsweekend 25 mei en 26 mei 2017 Pinksterfeest 2 juni 2017, onder schooltijd Tweede Pinksterdag 5 juni 2017, alle kinderen vrij Sint Jansfeest 23 juni 2017, onder schooltijd Laatste schooldag 7 juli 2017, les tot 10.30 uur

Verlof leerling aanvragen Afwezigheid bij ziekte dient u telefonisch te melden bij de administratie voor 9.00 uur. De school is wettelijk verplicht om bij de afdeling leerplicht van de gemeente te melden als kinderen lessen verzuimen. Indien uw kind om andere redenen gedeeltelijk afwezig moet zijn, bijvoorbeeld doktersbezoek, dient u dat ruim van te voren schriftelijk te melden. Wij vragen u dringend om de afspraken zoveel mogelijk buiten schooltijd te maken. Extra verlof . Het is wettelijk niet toegestaan leerlingen extra vrij te geven voor vakantie uiten de schoolvakanties om, b.v. om op vakantie te gaan, eerder te vertrekken om de grote drukte van de vakantieuittocht voor te zijn of om een bezoek aan het land van herkomst te brengen. De enige uitzondering doet zich voor als één van de ouders wegens zijn of haar beroep niet in de schoolvakanties met het gezin op vakantie kan gaan (volgens een te tonen werkgeversverklaring), uitgezonderd de eerste en laatste twee weken van een schooljaar.

Pagina 32 van 36

 

Gewichtige omstandigheden . Ouders kunnen ook om andere redenen dan vakantie wensen dat hun kinderen extra vrij van school krijgen. De reden heeft dan bijna altijd betrekking op persoonlijke of familieomstandigheden: een trouwerij, een ernstige ziekte of sterfgeval Voor deze ‘andere gewichtige omstandigheden’ mag een leerling per schooljaar maximaal tien dagen vrijaf krijgen. Alle verzoeken om extra verlof moeten minimaal tien dagen van tevoren schriftelijk aan de schoolleiding worden gericht. U kunt daarvoor een formulier aanvragen bij de administratie. Het formulier is ook te vinden op de website. Uiteraard is dit bij sterfgevallen meestal niet mogelijk. N.b. Mocht u deze regels niet in acht nemen, dan zijn wij vanuit de wet Leerplicht verplicht om dit als ongeoorloofd verzuim aan de leerplichtambtenaar te melden. Kinderen die te laat op school komen registreren wij ook. Veelvuldig te laat komen wordt behandeld als ongeoorloofd schoolverzuim.

Pagina 33 van 36

 

14 BUITENSCHOOLSE OPVANG/ PEUTEROPVANG

Peutergroep Rotterdam West Speelwijs en Maupetuus is met een peutergroep gestart in Rotterdam op de locatie Vrijeschool Rotterdam-West. Peuter Speelwijs is geopend tijdens schooluren, op de woensdag en vrijdagochtend van 08.30 tot 12.15 uur. In de schoolvakanties zijn we gesloten. Mocht er veel animo zijn, dan is uitbreiding van het aantal ochtenden mogelijk. U bent van harte welkom om eens te komen kijken op de Velsenlusstraat 9 in Rotterdam Dagindeling: Vanaf 08.15 uur zijn de peuters welkom. De dagindeling verloopt volgens een vast ritme, waarin tijd is om te spelen, binnen of buiten, met elkaar te eten, te zingen, te tekenen en naar een verhaal te luisteren. De seizoenen en jaarfeesten worden aansluitend op de belevingswereld van de peuters gevierd en vallen samen met die van de school. Meer info: Voor meer informatie, stuur een mail naar info@speelwijs.nl of bel met: Abichail Baumgart: 06-132 41 306 Dorine Groenevelt: 06-133 09 024

BSO BSO Speelwijs verzorgt intern de naschoolse en voorschoolse opvang. BSO Speelwijs beschikt in de school over een eigen ruimte waar de kinderen worden opgevangen en buiten maken ze gebruik van de schoolpleinen. De BSO sluit aan op de schooltijden en is open tot 19.00 uur. Op studiedagen van de school en tijdens vakanties van 07.00-19.00 uur. Indien genoeg animo kan ook een voorschoolse opvang gestart worden vanaf 7 uur. TSO BSO Speelwijs verzorgt intern ook de tussenschoolse opvang tussen 11:30 en 13:00 uur. Alle kinderen gaan hiernaar toe. De leerkrachten van de TSO spelen buiten met de kinderen of eten in de klas met hen. Hieraan zijn geen extra kosten verbonden. Telefoonnummer 06-42397609 (tijdens openingsuren BSO) Meer info: Abichail Baumgart: 06-132.41.306 Dorine Groenevelt: 06-133.09.024

Of ga naar: https://www.speelwijs.nl/index.php/bso/rotterdam-west Externe BSO Buitenschoolse opvang Hutspot biedt de mogelijkheid om aan te sluiten op de lestijden van de Vrijeschool Rotterdam-West. Deze BSO bevindt zich twee straten verder in het schoolgebouw van de Montessorischool aan Beukelsdijk 51. Voor meer info en mogelijkheden kunt u contact opnemen met Hutspot. www.nsohutspot.nl

Pagina 34 van 36

 

15. NAMEN EN ADRESSEN Vrijeschool Rotterdam-West Velsenluststraat 7, 3021 AW Rotterdam, 010-3132490 administratie@vsrotterdamwest.nl Vrijeschool Vredehof Vredehofweg 30, 3062 EP Rotterdam, 010-4526519 administratie@vsvredehof.nl Rudolf Steinerschool Rotterdam Michelangelostraat 375, 3066 NL Rotterdam, 010 - 455 76 70 administratie@rudolfsteinerschool.nl Rudolf Steinerschool Krimpen aan den IJssel Memlingstraat 2, 2923 XS Krimpen a/d IJssel, 0180 - 51 97 76 administratie@rudolfsteinerschool.nl Dordtse Vrije School Dubbelmondestraat 1, 3312 NB Dordrecht, 078 - 614 01 06 administratie@dordtsevrijeschool.nl Leeuwenhartschool Jasmijnstraat 6, 3261 BK Oud-Beijerland, 0186 - 61 21 42 administratie@leeuwenhartschool.nl Vrijeschool Widar De Meesterstraat 2, 2613 XB Delft, 015 - 213 03 30 info@vswidar.nl Basisschool Wonnebald Mozartlaan 189, 2555 JK Den Haag, 070 - 325 48 18 admin@wonnebald.nl Samenwerkende Vrije Scholen Zuid-Holland Postbus 4292, 3006 AG Rotterdam, 010-4528197 bestuur@svzh.nl Rudolf Steiner College Vondelweg 87-89, 3031 PT Rotterdam, 010-413 41 58 info@rudolfsteinercollege.nl Vereniging van vrijescholen Diederichslaan 25, 3971 PA Driebergen, 0343 - 53 60 60 vereniging@vrijescholen.nl, www.vrijescholen.nl De vereniging van vrijescholen is een vereniging waarbij alle door de vrijeschoolbeweging erkende scholen zijn aangesloten.

Pagina 35 van 36

 

Begeleidingsdienst voor vrijescholen Vondellaan 50, 3521 GH Utrecht, 030 - 281 96 56 admin@bvs-schooladvies.nl, www.bvs-schooladvies.nl Vrijeschool Pabo Hogeschool Leiden, Zernikedreef 11, 2330 CK Leiden, 071 - 518 88 00 info@hsleiden.nl, www.vrijeschoolpabo.nl Vereniging voor Vrije Opvoedkunst Molenvliet 442, 3076 CM Rotterdam, 010 842 58 05 (voicemail inspreken) info@vrijeopvoedkunst.nl, www.vrijeopvoedkunst.nl Een vereniging waar iedereen persoonlijk lid van kan worden. Doelstelling van de vereniging is: het verwezenlijken van de pedagogische en de sociaalpedagogische impuls van Rudolf Steiner. Activiteiten zijn onder andere: - Uitgave van het blad Vrije Opvoedkunst (VOK). - Het organiseren van landelijke thema dagen, cursussen en conferenties. - Het uitgeven van voordrachten, die tijdens themadagen gehouden worden,in handzame

boekjes. Andere onderwerpen, die in de belangstelling liggen, worden in de VOK cahiers belicht; de vereniging kent 56 plaatselijke afdelingen, die lezingen en cursussen organiseren voor ouders van vrijescholen en andere belangstellenden. Het lidmaatschap kost € 42,- per jaar. U ontvangt dan vier maal per jaar het tijdschrift VOK, u steunt dan de realisatie van de activiteiten van de vereniging, u mag gratis adverteren in het tijdschrift en u heeft gratis toegang tot de landelijke themadagen. VBS Landelijke Klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs Postbus 95572, 2509 CN Den Haag, 070 - 331 52 52 Ambtelijk secretaris Mevr. mr S.M.M. (Sheila) Meijer smeijer@vbs.nl

 

Pagina 36 van 36