Welkom Ouderavond mei 2010. ambitieuze club - ambitieuze werking Ouderavond mei 2010.
Schoolgids basisschool Al Ihsaan...Ihsaan betekent dus letterlijk “het beste” doen. Een prachtig...
Transcript of Schoolgids basisschool Al Ihsaan...Ihsaan betekent dus letterlijk “het beste” doen. Een prachtig...
1
Schoolgids 2015-‐2016
2
Inhoudsopgave
WELKOM OP ONZE SCHOOL 7
HOOFDSTUK 1: NAAM VAN ONZE SCHOOL 8
BETEKENIS AL IHSAAN 8 DRIE REDENEN WAAROM BASISSCHOOL AL IHSAAN STREEFT NAAR ‘AL IHSAAN’ 8 AL IHSAAN IN ALLE HANDELINGEN 8 AL IHSAAN: IDENTITEIT EN KWALITEIT 9
HOOFDSTUK 2: DE BELANGRIJKSTE UITGANGSPUNTEN VAN ONZE SCHOOL 10
ONZE SCHOOLVISIE 10 ONZE PEDAGOGISCHE VISIE 10 ONZE VISIE OP LESGEVEN EN LEREN 11 ONZE MISSIE 12 HOE DOEN WE DAT? 12 DE SFEER OP SCHOOL 13 HOE DOEN WE DIT? 13 DE IDENTITEIT VAN DE SCHOOL 14 DE KWALITEIT VAN ONS ONDERWIJS 15 ONDERSTEUNING VOOR ALLE LEERLINGEN 15 DE CONTACTEN MET DE OUDERS 16 GESCHEIDEN OUDERS 16
HOOFDSTUK 3: DE ORGANISATIE VAN ONS ONDERWIJS 17
VERDELING EN GROEPERING VAN DE LEERLINGEN 17 AANBOD VAN HET ONDERWIJS 17 KERNDOELENDEKKENDE METHODEN 18 ADAPTIEF ONDERWIJS 19 KLASSENMANAGEMENT EN COÖPERATIEF LEREN 19 AANDACHT VOOR ALLE LEERLINGEN 20 INTERNE BEGELEIDING 20 ACTIEF BURGERSCHAP 21 DOMEINEN 21 VISIE AL IHSAAN 22 WELKE (21E EEUWSE) VAARDIGHEDEN LEREN DE LEERLINGEN? 22 DE INHOUD VAN ONS ONDERWIJS 23 GROEP 1 EN 2 23 OUDERS EN PIRAMIDE 24 INLOOPMOMENT VOOR DE OUDERS VAN DE GROEPEN 1 EN 2 25 UITSLAG VVE-‐INSPECTIEBEZOEK 25 GROEP 3 T/M 8 27 METHODEGEBRUIK 27 LEZEN 27 VRIJ LEZEN 28 SCHRIJVEN 28 TAAL 28 REKENEN EN WISKUNDE 28
3
WERELDORIËNTATIE 28 VERKEER 29 SOCIAAL-‐EMOTIONELE EN MORELE ONTWIKKELING 29 BEWEGINGSONDERWIJS 29 ENGELS 30 GODSDIENSTONDERWIJS 30 COMPUTERONDERWIJS 30 KUNSTZINNIGE ORIËNTATIE 31 METHODEN IN EEN SCHEMA 31
HOOFDSTUK 4: DE ONDERSTEUNING AAN ONZE LEERLINGEN 32
DE OPVANG VAN NIEUWE LEERLINGEN OP SCHOOL 32 VIERJARIGEN 32 NAJAARSLEERLINGEN 33 NEVENINSTROMERS 33 ZIJ-‐ INSTROMER UIT HET SBO 34 TOELATING EN ONDERSTEUNING VOOR KINDEREN MET EEN HANDICAP 34 CRITERIA VOOR PLAATSING 35 WIJZIGINGEN GEGEVENS 36 HOE WORDT DE ONTWIKKELING VAN DE LEERLINGEN GEVOLGD? 36 METHODEGEBONDEN TOETSEN 37 LEERLINGENDOSSIERS 37 REGELGEVING BETREFFENDE DE PERSOONSGEGEVENS 38 HOE GAAN WE OM MET LEERLINGEN DIE EXTRA HULP NODIG HEBBEN? 38 BASISONDERSTEUNING 39 EXTRA ONDERSTEUNING 41 LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN 42 LEERWEGONDERSTEUNING 42 INDIVIDUELE LEERLIJN 42 ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF 42 MEERBEGAAFDE LEERLINGEN 43 DOUBLEREN 43 SNELLER VERLOOP 45 LOGOPEDIE OP SCHOOL 45 HOE WORDT DE OVERGANG NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS BEGELEID? 46 VAN BASISONDERWIJS NAAR VOORTGEZET ONDERWIJS 46 SPECIAAL VOORTGEZET ONDERWIJS (SVO) 46 LEERLINGEN DIE (TUSSENTIJDS) DE SCHOOL VERLATEN 46 ONDERWIJSKUNDIG RAPPORT (OKR) 47 HOE WORDT GEZORGD VOOR DE GEZONDHEID EN DE VEILIGHEID VAN DE LEERLINGEN? 47 GGD FLEVOLAND 47 PREVENTIEF GEZONDHEIDSONDERZOEK (PGO) 47 INTERVENTIE GGD 47 SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK (SMW) 48 HOOFDLUIS 49 SOCIALE VEILIGHEID EN VERTROUWENSPERSOON 49 VEILIGHEID IN EN RONDOM DE SCHOOL 49 VEILIGHEIDSBELEID AL IHSAAN 49 SPECIALE AANDACHTSGEBIEDEN 50 ANTI-‐PESTEN 50 HERHAALD PESTGEDRAG 51
4
DE ANTI-‐PESTCOÖRDINATOR 51 HET ANTI-‐PESTPROTOCOL 51 MONITORING: PESTMETER 52 MONITORING: LESBEZOEKEN 52 RACISME/DISCRIMINATIE 52 DE AANPAK VAN CALAMITEITEN 52
HOOFDSTUK 5: DE SAMENSTELLING VAN ONS TEAM 54
HET TEAM DOET ERTOE! 54 LESBEVOEGDHEID EN SCHOLING VAN HET TEAM 54 HIGHSCHOOL AL-‐IHSAAN 54 HET TEAM VAN BASISSCHOOL AL IHSAAN 55 BELEID VERVANGINGEN 55 STAGIAIRES 56
HOOFDSTUK 6: ONS SCHOOLBESTUUR 57 SAMENSTELLING BESTUUR 57 FUNCTIE BESTUUR 57 ONDERSTEUNING BESTUUR 57 CORRESPONDENTIEADRES BESTUUR(SONDERSTEUNER) 57
HOOFDSTUK 7: ONS SCHOOLGEBOUW 58
ATOLPLAZA 58 LEERLINGAANTAL 58 CONTACTGEGEVENS AL IHSAAN 58
HOOFDSTUK 8: SCHOOLTIJDEN, SCHOOLVAKANTIES EN LEERPLICHT 59
DE SCHOOLTIJDEN 59 CONTINUROOSTER 59 ONDERWIJSTIJD 59 DE SCHOOLVAKANTIES 60 LEERPLICHT 60 OP WELKE LEEFTIJD IS EEN KIND LEERPLICHTIG? 60 GRONDEN VOOR VRIJSTELLING VAN HET ONDERWIJS EN DE VERVANGENDE ONDERWIJSACTIVITEITEN 61 REGELS VOOR SCHORSING EN VERWIJDERING 61 VERLOFREGELING 61 HOE GAAN WE OM MET ONGEOORLOOFD SCHOOLVERZUIM? 62 ZIEKMELDING EN BEZOEK AAN DE DOKTER 62
HOOFDSTUK 9: SPECIALE ACTIVITEITEN OP ONZE SCHOOL 64
WAT VIEREN WIJ ZOAL OP SCHOOL EN WELKE SPECIALE ACTIVITEITEN WORDEN GEORGANISEERD? 64 VERSCHEIDENE ACTIVITEITEN 64 ACTIVITEITEN BREDE SCHOOL 64 ATLETIEKDAG 64 AVONDVIERDAAGSE 64 CREATIEVE VRIJDAGMIDDAG 65 CULTURELE ACTIVITEITEN 65 DOHR-‐GEBED 65 KINDERBOEKENWEEK EN VOORLEESWEDSTRIJD 65 RAMADAN & HADJ 65
5
SCHOOLREIS 66 UITJE SCHOOLVERLATERS 66 VIERINGEN 66
HOOFDSTUK 10: HET CONTACT MET ONZE OUDERS 67
EEN GEZAMENLIJK BELANG 67 ALGEMENE INFORMATIE OVER DE SCHOOL 67 DE ACTIVITEITENKALENDER 67 DE NIEUWSBRIEF 67 DE SCHOOLGIDS 68 DE WEBSITE 68 DE INFORMATIEAVONDEN 68 ALGEMENE OUDERAVOND 68 SCHOOLKRANT 68 OUDERPORTAAL 68 INFORMATIE OVER DE LEERVORDERINGEN VAN DE LEERLINGEN 69 OP WELKE MANIER KUNNEN OUDERS ACTIEF ZIJN OP SCHOOL? 69 DE OUDERRAAD (OR) 69 OUDERHULP 70 DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (MR) 70 DE GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (GMR) 71 INFORMATIE VAN DE OUDERS NAAR DE SCHOOL TOE 71 HOE GAAN WE MET KLACHTEN OM? 72 KLACHTENREGELING 72 LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS 72 HUISWERK 73 SPONSORING 73
HOOFDSTUK 11: DE RESULTATEN VAN ONS ONDERWIJS 73
LUKT HET ONS OOK TE DOEN WAT WE ZEGGEN? 73 INFORMATIE OVER DE RESULTATEN 74 CITO-‐EINDTOETS 74 OVERZICHT RESULTATEN CENTRALE EINDTOETS 75 OVERZICHT RESULTATEN TUSSENTIJDSE TOETSEN BASISVAKKEN 75 OVERZICHT RESULTATEN SOCIALE COMPETENTIES 76 UITSTROOMGEGEVENS 77 TOELICHTING RESULTATEN EN TERUGKOPPELING VRAGENLIJSTEN 78 OPBRENGSTEN 78 OPBRENGSTGERICHT EN HANDELINGSGERICHT WERKEN OP AL IHSAAN 78 WAT BETEKENT DAT VOOR DE KLAS? 78 SCHOOLPLAN 79 INTERNE EN EXTERNE KWALITEITSMETING 79
HOOFDSTUK 12: OVERIGE ZAKEN 80
BEELDOPNAMEN 80 DYADE 80 INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS 80 MOBIELE TELEFOONS 80 DE NIET-‐ISLAMITISCHE FEESTEN 80 SCHOOLFOTOGRAAF 80 VERVOER NAAR SCHOOL 80
6
VERZEKERINGEN EN AANSPRAKELIJKHEID 81 VOERTAAL 81
HOOFDSTUK 13: AFSLUITEND… 82
WE DOEN ONS BEST, MAAR HET KAN ALTIJD BETER 82 TOT SLOT 82
7
Welkom op onze school De basisschool is een stukje van je leven. Voor de leerlingen en voor u. Jarenlang is er diezelfde weg van huis naar school en weer terug. Wist u dat u in de loop van de jaren uw kind in totaal zo’n 8000 uur toevertrouwt aan de zorg van de groepsleraren van de basisschool? Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Een school kies je dan ook met zorg. Scholen verschillen in identiteit, manier van werken, in sfeer en resultaten. Ze verschillen ook in kwaliteit. Dat maakt het kiezen niet eenvoudig. Daarom heeft de overheid scholen gevraagd een schoolgids te maken. Onze school heeft voor u deze gids samengesteld om u te helpen bij het kiezen van een school voor uw kind. In de schoolgids beschrijven wij waarvoor wij staan, welke uitgangspunten wij hanteren en hoe wij proberen de kwaliteit te verbeteren. De school maakt u deelgenoot van haar opvatting over onderwijs en opvoeding en over de wijze waarop ze alles in het werk stelt om het beste uit uw kind te halen. Deze schoolgids wordt eenmalig verstrekt aan nieuwe ouders/verzorgers en is altijd actueel en beschikbaar op school en op de website. Hij geldt voor het schooljaar 2015-‐2016. Wat in deze gids staat mag u van ons verwachten en daar kunt u ons altijd op aanspreken. Wilt u nader kennis maken, of hebt u nog vragen? U bent altijd welkom voor een persoonlijk gesprek of om een kijkje te nemen in de school. Wij wensen u met uw kind(eren) een fijne jaren op Al Ihsaan. Khalid Mouhmouh (directeur basisschool Al Ihsaan)
8
Hoofdstuk 1: Naam van onze school Betekenis Al Ihsaan Al Ihsaan komt van het Arabische woord “Ahsana”, wat betekent: “de dingen beter doen”. Al Ihsaan betekent dus letterlijk “het beste” doen. Een prachtig woord en een ambitieuze instelling. Al Ihsaan is het hoogste niveau waarmee je het dichtste bij Allah staat. Het is Allah eren alsof je Hem echt ziet. Al Ihsaan staat tevens voor perfectie, het uitvoeren van dat wat Allah wil. Het staat ook voor elke nobele handeling, elke nobele spirituele intentie, elke goede daad, élke daad doordrongen van zuivere intentie en naastenliefde. Al Ihsaan is het mooiste wat je in de islam kunt volbrengen. Het staat voor het uiterst authentieke, het meest belangrijke in het leven. Drie redenen waarom basisschool Al Ihsaan streeft naar ‘Al Ihsaan’ Ten eerste is het een gebod van Allah: “Voorwaar, Allah beveelt rechtvaardigheid en wel te doen (aan anderen) en te geven aan de verwanten; en Hij verbiedt zedeloosheid, kwaad en opstand. Hij onderricht jullie, hopelijk zullen jullie je laten vermanen.” (koran) Ten tweede; Allah houdt van ‘Al-‐moehsinien’, dat zijn de mensen die al Ihsaan in al hun handelingen toepassen, de weldoeners dus. Al Ihsaan is het hoogste niveau van geloof dat bereikt kan worden. Allah heeft daarover gezegd: “….. en doet goed. Voorwaar, Allah heeft de weldoeners lief.” (koran) “En wie is beter in geloof dan hij, die zich aan Allah onderwerpt en die het goede doet en de godsdienst volgt van Ibrahim de oprechte? Allah nam Ibrahim tot vriend.” (koran) Ten derde; Allah beloont de weldoeners en laat de beloning van dezen niet verloren gaan: “Wat betreft degenen die geloven en goede werken doen, voorwaar, wij doen de beloning der goeden niet verloren gaan.” (koran) “De beloning van goedheid kan niet anders dan goedheid zijn.” (koran) Al Ihsaan in alle handelingen Al Ihsaan is dat je leeft als ‘al-‐moehsin’, een weldoener, en kan toegepast worden op alle handelingen, zowel op onze handelingen van aanbidding als onze dagelijkse handelingen (op school en daarbuiten). Aanbidding
9
Toen de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) werd gevraagd: “Wat is Al Ihsaan?”, zei hij: “Al Ihsaan is dat je Allah aanbidt alsof je Hem kunt zien, en al kun je Hem niet zien, je niet vergeet dat Hij jou ziet. Dagelijkse handelingen Al Ihsaan heeft ook betrekking op het gedrag tegenover mensen en dieren. Dus bijvoorbeeld hoe je met je ouders, familie, vrienden, klasgenoten, collega’s, buren en landgenoten omgaat. Je gedrag in het algemeen, zoals het spreken, het groeten, discussiëren, aanspreken, corrigeren etc. Dit alles en nog meer heeft Allah verordend. We hebben al eerder gezegd dat Allah de weldoeners lief heeft. Ter ondersteuning van het voorgaande nog een citaat uit de koran: “En zeg tot Mijn dienaren dat zij spreken wat het beste is.” Verder: een samenleving bereikt geen opleving zolang men niet zijn best doet om de beste resultaten te bereiken in alles wat hij doet. Iedereen in zijn eigen situatie, of je nu leerling bent, leraar of directeur, het maakt niet uit. Een ieder dient te streven naar het beste resultaat, naar kwaliteit, en dus naar Al Ihsaan. Al Ihsaan: identiteit en kwaliteit In het verlengde van het voorgaande heeft het team eind vorig schooljaar een slogan gezocht t die het best bij de school past. Gekozen is voor: Al Ihsaan: identiteit en kwaliteit. Grootse resultaten komen voor uit uit grootse ambities. Basisschool Al Ihsaan staat voor islamitisch onderwijs en dat is niet alleen onze meerwaarde maar ook ons bestaansrecht. Met een ambitieus team doen wij telkens weer ons best om, vanuit gedeeld eigenaarschap, het beste onderwijs te verzorgen aan onze ambitieuze leerlingen die gesteund en ondersteund worden door hun ambitieuze ouders. Het gevolg? Grootse resultaten (op het gebied van de identiteit en kwaliteit)!
Hoofdstuk 2: De belangrijkste uitgangspunten van onze school Onze schoolvisie De Nederlandse samenleving biedt moslims de mogelijkheid om hun islamitische identiteit tot uiting te brengen. Dit betekent dat wij ons leven kunnen inrichten volgens de waarden en normen van de Islam. De wet-‐ en regelgeving bieden ons de mogelijkheid om voorzieningen te stichten op islamitische grondslag. De twee bronnen van de moslims, de heilige Koran en de overleveringen van de profeet (Soennah), vormen de basis van onze participatie in de samenleving. Daarbij is het belangrijk dat moslims gebruik kunnen maken van alle mogelijkheden in Nederland zodat zij optimaal participeren. Moslims in Nederland hebben evenveel verantwoordelijkheid als de overige maatschappelijke groepen ten aanzien van maatschappelijke processen. Onderwijs dient de leerlingen voor te bereiden op en in staat te stellen tot volwaardig functioneren en participeren in de Nederlandse samenleving, met de nadruk dit te doen vanuit de eigen levensbeschouwelijke achtergrond. De pedagogische filosofie van onze school is dus gebaseerd op het idee dat er een positief verband bestaat tussen het vergroten van de onderwijskansen van de leerlingen en het positief benaderen van hun eigen identiteit. Er wordt gestreefd naar een sociaal-‐cultureel en pedagogisch veilige sfeer op school, waarin de kloof tussen school en thuis wordt verkleind. Gelijkwaardigheid tussen mensen is een belangrijk uitgangspunt. Onze leerlingen moeten respect op kunnen brengen voor waarden en normen van anderen. We zijn alert op discriminatie en pesten en werken vooral aan het voorkomen ervan. En als het toch gebeurt, corrigeren we direct! Meer informatie hierover vindt u in ons anti-‐pestprotocol. Er is ons alles aan gelegen dat ieder kind bij ons zo goed mogelijk tot zijn recht komt en t en daarbij de aandacht krijgt die het verdient. In dit proces vormt intensieve betrokkenheid van de ouders een essentieel onderdeel van het hele onderwijsproces. Onze school wil leerlingen de kans geven hun eigen mogelijkheden te ontplooien. Ze leren zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch te kunnen leven in deze samenleving. Al Ihsaan is steeds in ontwikkeling, past nieuwe onderwijskundige ideeën toe en heeft grote zorg voor alle leerlingen. We vertellen de leerlingen dat er regels gelden op school en we leren hen die te hanteren. Gewenst gedrag wordt beloond en ongewenst gedrag wordt gecorrigeerd. Onze pedagogische visie De houding en de vaardigheden van de leerkracht spelen een belangrijke rol in het creëren van een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen zich veilig en gewaardeerd voelen. De opvoeding wordt gedragen door een goed voorbeeld van de leerkracht, een positieve mentaliteit en een prettige werksfeer binnen de school. We streven een goede verhouding tussen de leerkrachten na, zowel onderling als in hun
relatie met de leerlingen en de ouders. Er wordt getracht de leerlingen een eigen mening te laten vormen en naar elkaar te leren luisteren. Dit kenmerkt zich door de sfeer in de school en door: Met plezier naar school gaan. Zich veilig en geaccepteerd voelen. Belangstelling voor elkaar hebben. Elkaar accepteren zoals ze zijn. Elkaar niet pesten.
En waarin de leerkracht: Er is als deskundige pedagoog. Oog en oor heeft voor de leerlingen. Zich bewust is van de verschillende typen leerlingen en hierop inspeelt. Zorg draagt voor wederzijds respect (zonder autoritair te zijn). Zorg draagt voor een ontspannen sfeer die bevorderend is voor het samenwerken en
ondersteunend is voor het zelfvertrouwen. Leerlingen aanspreekt op hun verantwoordelijkheden en hoge verwachtingen van hen
heeft. Voor een goed pedagogisch klimaat zijn een aantal zaken van belang: De inrichting van de school en het lokaal: de school en het lokaal dienen een prettige en
motiverende sfeer uit te stralen. Duidelijke regels en grenzen en handhaving hiervan. Leerlingen leren verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen activiteiten. De school moet midden in de samenleving staan. De leerlingen moeten hoop kunnen koesteren en succes kunnen ervaren.
Onze visie op lesgeven en leren Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. Belangrijke pedagogische noties zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking. Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang:
Ø Interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs. Ø Onderwijs op maat geven: differentiëren. Ø Gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend). Ø Een kwaliteitsvolle (directe) instructie verzorgen. Ø Leerlingen zelfstandig (samen) laten werken.
Leerlingen leren doordat ze nieuwsgierig zijn. Onze school biedt leerlingen de mogelijkheid om kennis op diverse manieren te verwerven. De leraren geven instructie en leerlingen mogen zich dat op verschillende manieren eigen maken. Dat kan zijn door lessen alleen te maken of met anderen samen. Leerlingen die een korte instructie nodig hebben, kunnen zelfstandig aan het werk. Voor de leerlingen die meer instructie nodig hebben, wordt gebruik gemaakt van de
verlengde instructie aan de instructietafel. Het leren kan bemoeilijkt worden door extra ondersteuningsbehoeften. Voor deze leerlingen is een ondersteuningsstructuur opgezet (waar later in onze schoolgids meer over). Onze missie De school wil de leerlingen helpen hun identiteit als moslim te ontdekken en te vormen, zodat zij ook in deze niet-‐islamitische samenleving ervoor durven uit te komen dat zij moslim zijn en zich als moslim kunnen handhaven. Op school leren wij de leerlingen de Soennah van de profeet Mohammed (vrede zij met hem) te volgen. Wij zijn een school waar leerlingen hun natuurlijke aanleg als moslim versterken, een plek waar ze liefde voor Allah, Zijn Profeten (vrede zij met hen) en Zijn schepping leren. Wij willen de leerlingen bewust maken van hun rechten, plichten en verantwoordelijkheden ten aanzien van Allah, zichzelf en de medemens. Dit willen wij doen volgens de islamitische bronnen, zodat de leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot evenwichtige, harmonische en mondige moslims. Wij stellen ons ten doel de sociale, emotionele en cognitieve mogelijkheden zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Hoe doen we dat? Op de eerste plaats willen we ervoor zorgen dat leerlingen zich thuis voelen bij ons op school, dat ze mogen zijn wie ze zijn, dat ze merken dat ze erbij horen en dat ze gewaardeerd worden. We kiezen voor een positieve benadering met daaraan gekoppeld duidelijke afspraken, regels en routines. Pas als die veiligheid er is, kan een kind ten volle profiteren van de mogelijkheden tot ontplooiing. We werken hard aan kwalitatief goed onderwijs, dat afgestemd is op alle leerlingen die de school bezoeken. Ieder kind heeft er recht op dat onderwijsaanbod te krijgen wat het nodig heeft. We willen leerlingen begeleiden in hun zoektocht naar de wereld om hen heen. We zijn met elkaar “de wereld”. We willen die wereld ontdekken, de wereld in de school halen en met de leerlingen de wereld intrekken. Leren houdt voor ons meer in dan het opdoen van kennis alleen. We willen leerlingen meer waardevolle zaken meegeven die hen in het leven van pas komen. Daarbij denken we bijvoorbeeld aan: zelfvertrouwen en zelfkennis, goed leren omgaan met anderen, goed leren omgaan met emoties en gebruik maken van creatieve mogelijkheden. Kortom: we willen met ons onderwijs een zodanige bijdrage aan de ontwikkeling van de leerlingen leveren, dat leerlingen straks in staat zijn eigen keuzes te maken. Keuzes waar ze zelf verantwoordelijkheid voor kunnen dragen en die bijdragen aan een gelukkig leven voor zichzelf en voor de mensen om hen heen. Dat we deze idealen waar willen maken komt vooral tot uitdrukking in onze ideeën over en de manier waarop we werken aan de volgende zaken: De sfeer op school
De identiteit van de school De kwaliteit van ons onderwijs Ondersteuning voor alle leerlingen De contacten met de ouders We willen in dit hoofdstuk aangeven wat wij op deze gebieden nastreven, zodat u weet waar ons werk in de school op gebaseerd is, welke ideeën ten grondslag liggen aan het onderwijs dat we geven. De sfeer op school Op onze school heerst een prettige, rustige werksfeer, waarin leerlingen, ouders en leerkrachten zich thuis voelen. Ons uitgangspunt in dezen is dan ook: “Op Al Ihsaan gaan we zo met elkaar om, dat iedereen zich daar fijn kan voelen. Iedereen hoort erbij, iedereen mag altijd meedoen. Pesten, schelden, leerlingen links laten liggen of uitsluiten zijn zaken die niet geaccepteerd worden”. Leerkrachten gaan met respect en waardering om met de leerlingen en vragen dit ook van hen in de omgang met elkaar. We hebben veel aandacht voor het wel en wee van elkaar, en leven echt mee met zowel de fijne als de verdrietige zaken die leerlingen kunnen meemaken. We hechten belang aan orde en regelmaat, want dat schept veiligheid voor de leerlingen. Die goede sfeer, die prettige omgang met elkaar ontstaat uiteraard niet vanzelf. Daar moet aan gewerkt worden, elke dag. Zoals alles in het leven geleerd moet worden, moet goed met elkaar omgaan ook geleerd worden. Leerlingen mogen daar fouten in maken, ze mogen niet worden afgerekend op hun gedrag. Leerlingen moeten zich veilig voelen op school en moeten weten dat ze fouten mogen maken. Maar ze moeten zich wel bewust worden van deze fouten en uiteindelijk met iedereen een fijne omgang hanteren. Hoe doen we dit? Door leerlingen een spiegel voor te houden, hen op hun verantwoordelijkheid te wijzen en hun gedrag bespreekbaar te maken, leren we leerlingen hun plaats te vinden in de groep en in de school. We zijn van mening dat de beste sfeer op school wordt gecreëerd door leerlingen te accepteren zoals ze zijn, te zorgen dat iedereen er bij hoort en dat iedereen er mag zijn. In persoonlijke gesprekken met leerlingen of groepjes leerlingen, proberen we steeds te zoeken naar oplossingen waar we allemaal achter kunnen staan en die worden gedragen door de leerlingen. Het is belangrijk dat leerlingen leren om problemen, ruzies of irritaties met elkaar uit te praten. Daar hebben ze hun hele leven profijt van. Als we merken dat er problemen zijn tussen de leerlingen onderling, doen we niet net of er niets aan de hand is, maar nemen we de tijd om hier aandacht aan te schenken. We helpen de leerlingen naar elkaar toe te verwoorden, waarom ze zo boos of verdrietig waren.
We proberen samen duidelijk te krijgen, waardoor het conflict ontstaan is en helpen hen begrip op te brengen voor elkaars mening. We maken hen duidelijk wat wel en wat niet kan en ten slotte geven we hen tips en laten hen zelf zoeken naar mogelijkheden om in het vervolg beter met een dergelijke situatie om te gaan. Natuurlijk is rekenen, taal en lezen heel belangrijk in onze maatschappij. Maar het opgroeien tot een fijn mens vinden we ook heel belangrijk. Graag willen we dat samen met u als ouder tot onze verantwoordelijkheid rekenen. De identiteit van de school Wij zijn van mening dat het islamitische karakter van onze school herkenbaar moet zijn in de praktijk van alledag. Iedere dag beginnen en eindigen we met het reciteren van de koran. Alle leerlingen doen daaraan mee. We proberen zo met elkaar te werken en met elkaar om te gaan dat dit past binnen de idealen van een wenselijke samenleving, gebaseerd op de voorbeelden uit de Koran en Soennah. We kunnen dit het beste duidelijk maken met een paar voorbeelden: Over normen en waarden, die we willen overbrengen, wordt niet alleen gepraat. Leerlingen,
ouders en collega's moeten die ook in de dagelijkse praktijk ondervinden. We gaan ervan uit dat ieder mens, ieder kind, uniek is. Dus een ieder mag anders zijn, maar is
tevens gelijk en gelijkwaardig aan de ander. We respecteren en waarderen de verschillen die er zijn tussen de leerlingen. We proberen leerlingen de ruimte te geven om te kunnen zijn wie ze zijn en hen te leren ook
op deze manier met elkaar om te gaan. We zijn ervan overtuigd dat ieder mens er het beste van wil maken. Daarom zoeken we in de
eerste plaats naar de goede bedoelingen in leerlingen, in collega's en ouders, en hebben we vertrouwen in ieders goede wil. We hechten veel waarde aan samenwerken, elkaar helpen en samen delen. We willen de leerlingen verantwoordelijkheidsgevoel voor elkaar en voor de wereld om
hen heen bijbrengen. Waar mogelijk wordt in de lessen aandacht besteed aan het maken van keuzes vóór
rechtvaardigheid, medemenselijkheid, vrede, vrijheid, tolerantie, en tegen geweld, extremisme, discriminatie en vooroordelen. Wij willen leerlingen leren goed om te gaan met het milieu. Dat vinden wij ook een
islamitische opdracht. Daarom leren ze ook ordelijk om te gaan met hun spullen, geen rommel te maken op het plein, maar ook een aandeel te hebben in de klas en niet bruikbaar papier te gebruiken als kladpapier. Ieder schooljaar doen we mee aan een of meer acties waarin leerlingen hun solidariteit met
mensen in moeilijker omstandigheden kunnen tonen. Zo hebben we onder meer een sponsorloop gehouden voor de Stichting Kankerbestrijding, geld ingezameld voor een weeskind, een bazaar georganiseerd ten behoeve van de financiering van een waterputproject en een boekenverkoop gehouden voor een goed doel. Daarnaast blijkt het islamitische karakter van onze school uit zaken die direct verband houden met de Islam, zoals: De lessen godsdienst zijn sinds het schooljaar 2015-‐2016 gelijk getrokken voor alle groepen:
wekelijks 2 x 40 minuten.
De viering van de twee islamitische feesten: ied al fitr (Suikerfeest) en ied al adha (Offerfeest). Het schenken van aandacht aan de ramadan (Vastenmaand) en hadj (Bedevaart). Het gebed wordt vanaf halverwege groep 4 gezamenlijk verricht. Een jaarlijks terugkerende activiteit: (groots opgezette) koranwedstrijd. Kledingsvoorschriften voor zowel de leerlingen als het personeel.
In de godsdienstlessen maken de leerlingen ook kennis met andere godsdiensten zoals het Jodendom en het Christendom. Behalve het geven van informatie trachten we in deze lessen de leerlingen ook te leren respect te hebben voor mensen met een andere levensovertuiging. Niet zelden nodigen we andersgelovigen uit om zelf over hun geloof te komen vertellen. Onze school wordt door het islamitische karakter bezocht door moslimleerlingen. Maar natuurlijk is een ieder welkom op onze school. De kwaliteit van ons onderwijs Zoals de meeste startende scholen moesten wij in de eerste paar jaar verbeteringen doorvoeren op kwalitatief gebied. De school heeft eind schooljaar 2010-‐2011 het basisarrangement toebedeeld gekregen. Directie en teamleden zien het werken aan de verbetering van hun onderwijs als een continu proces dat op alle fronten altijd beter kan. Net als de leerlingen zijn de beroepskrachten op school steeds aan het leren. We zijn steeds op zoek naar mogelijkheden om leerlingen beter en makkelijker te laten leren. De maatschappij verandert snel. De leerlingen van vandaag zijn de volwassenen van morgen. Wanneer zij volwassen zijn, ziet de wereld er weer heel anders uit. Wij moeten en willen proberen met dat gegeven de leerlingen optimaal te begeleiden en te ondersteunen in hun ontwikkeling. We doen dit door nascholingscursussen te volgen, te praten over onderwijs en ons te richten op de wensen van het kind. We gaan ook bij elkaar in de groep kijken en geven elkaar advies over punten die beter en/of anders zouden kunnen. Door samen te werken en samen nieuwe ideeën uit te werken en in te voeren, werken we aan ontwikkeling van het onderwijs. Dit gebeurt in een collegiale sfeer, waarin mensen open staan om van en met elkaar te leren. En net als bij de leerlingen zien we fouten niet als een probleem, maar als een uitdaging om naar verbetering te zoeken. Ondersteuning voor alle leerlingen De leerlingen die op onze school binnenkomen verschillen in aanleg en ontwikkeling, in mogelijkheden en behoeften. We proberen daar zoveel mogelijk rekening mee te houden en ons onderwijs aan te passen aan datgene wat leerlingen nodig hebben en van ons vragen. We bieden waar mogelijk veel aandacht en extra begeleiding aan de leerlingen die dat nodig hebben. Leerlingen die meer instructie nodig hebben worden door de leerkracht uitgenodigd aan de instructietafel of binnen een groepje. We streven ernaar dat leerlingen zo weinig mogelijk mislukkingen hoeven te ervaren en zoveel mogelijk succeservaringen op kunnen doen.
De contacten met de ouders De school stelt een goed en zorgvuldig contact met de ouders erg op prijs. We zijn van mening dat een goede samenwerking tussen ouders en school het kind ten goede komt. We staan er samen voor het kind zo goed mogelijk te begeleiden. Daarom wordt er veel aan gedaan de ouders bij de school te betrekken en hen goed op de hoogte te houden van wat op school speelt. Er wordt op diverse manieren informatie gegeven over de leervorderingen van de leerlingen, zodat de ouders in staat zijn het leerproces goed te volgen. We zien het contact met de ouders niet als eenrichtingsverkeer van de school naar de ouders. We waarderen het ook informatie van de ouders te ontvangen en vinden het fijn als ouders regelmatig de school binnenlopen om een praatje over hun kind(eren) te maken. Dit jaar en in ieder geval de komende twee schooljaren laten we ons begeleiden door CPS om ouderbetrokkenheid 3.0 schoolbreed te realiseren. We zijn dit schooljaar gestart met een onderzoek naar de mate van ouderbetrokkenheid en een vruchtbare samenwerkingsdag met ouders. Met een regiegroep bestaande uit personeelsleden en ouders hopen we alle ouders en hun leerlingen zo goed als mogelijk te bedienen. Gescheiden ouders Beide ouders hebben recht op informatie over hun kind. De school zal deze informatie op verzoek aan de ouders geven, ook als zij gescheiden zijn en ook als een ouder niet het ouderlijk gezag heeft over het kind. Een ouder zonder ouderlijk gezag heeft dus in principe recht op dezelfde informatie. De ouder moet daar wel zelf om vragen. Vanwege onze neutrale positie heeft het onze voorkeur om beide ouders op hetzelfde moment te informeren. Beide ouders kunnen zich aanmelden voor Ouderportaal. Zo ontvangen beide ouders dezelfde informatie en kunnen ze beiden opmerkingen toevoegen aan het leerlingdossier.
Hoofdstuk 3: De organisatie van ons onderwijs In dit hoofdstuk willen we u een beeld geven van de manier waarop we het geven van onderwijs op onze school georganiseerd hebben. Ter inleiding het volgende. De directeur geeft, vanuit gedeeld eigenaarschap, leiding aan de school. Hij wordt bijgestaan door in ieder geval de kwaliteitscoach en de IB-‐er. Verder telt de school vier stuurgroepen die voorgezeten worden door een coördinator met wie de directeur periodiek overleggen voert. Hetzelfde geldt voor de bouwen die tijdens de bouwvergaderingen worden aangestuurd door roulerende bouwcoördinatoren. Verdeling en groepering van de leerlingen Op Al Ihsaan hanteren we de volgende verdeling: Onderbouw: groep 1 en 2 Middenbouw: groep 3, 4 en 5 Bovenbouw: groep 6, 7 en 8
Door verschillende overleggen, zoals bouwvergaderingen, proberen we de doorgaande lijn op school te bewaken en vorm en inhoud hieraan te geven. Om deze reden -‐ en vanuit het gedeeld eigenaarschap -‐ is ook per bouw een roulerende bouwcoördinator aangesteld. De bouwcoördinator heeft in een specifieke periode een leidinggevende en een signalerende functie. Hij houdt zich onder andere bezig met de algehele gang van zaken binnen de betreffende bouw op onderwijskundig gebied en de activiteiten. De bouwcoördinator is intermediair tussen de directie en het personeel van de betreffende bouw. De bouwcoördinator heeft periodiek overleg met de directie. Aanbod van het onderwijs Onderwijs op Al Ihsaan wordt gegeven vanuit onze slogan ‘Grootse resultaten komen voort uit grootse ambities’. Hierbij hebben we rekening te houden met de volgende belangrijkste kenmerken: Kerndoelen en referentieniveaus. Kerndoelendekkende methoden. Adaptief onderwijs. Klassenmanagement en coöperatief leren. Zelfstandig werken. Aandacht voor alle leerlingen. Interne begeleiding. Actief burgerschap.
Kerndoelen en referentieniveaus Om meer eenheid te brengen in wat leerlingen op de basisschool moeten leren, zijn er voor de diverse vakken landelijk kerndoelen afgesproken. Wat in die kerndoelen staat omschreven, geeft de richting aan waarin basisscholen dienen te werken. Kerndoelen zijn streefdoelen die aangeven waarop basisscholen zich moeten richten bij de ontwikkeling van hun leerlingen. Wat een leerling aan het eind van de basisschool moet kennen en kunnen staat beschreven in deze
doelen. Een voorbeeld van een kerndoel voor taal is dat leerlingen hoofdzaken uit een informatieve tekst moeten kunnen weergeven. Klimmen en klauteren is een voorbeeld van een kerndoel voor bewegingsonderwijs. De moderne methoden streven de kerndoelen allemaal na. In iedere methode staat in ieder geval de verplichte leerstof. Het schooljaar is zo ingedeeld dat alle leerstof door de leerkracht behandeld wordt en aan het einde van de basisschool hebben de leerlingen de verplichte leerstof gehad. Deze stof kan vanuit de leermethoden maar ook via speciale projecten worden aangeboden. Voor sommige leerlingen geldt dit niet. Voor een uitgebreide beschrijving van de kerndoelen zie: http://www.slo.nl/primair/kerndoelen/. In de afgelopen jaren zijn er door de overheid naast de kerndoelen referentieniveaus ontwikkeld. Referentieniveaus geven het niveau aan waarop de meeste leerlingen de lesstof moeten beheersen. Er zijn referentieniveaus voor 4-‐jarigen, 12-‐jarigen en voor het eind van de middelbare schoolopleidingen. Op Al Ihsaan streven we ernaar zoveel mogelijk leerlingen op of boven het referentieniveau voor 12-‐jarigen af te leveren. Voor leerlingen, die niet in staat zijn een dergelijk niveau te behalen wordt gedurende hun schoolloopbaan, op basis van toetsing en onderzoek een uitstroomperspectief gemaakt. Vervolgens krijgen deze leerlingen een aangepast programma binnen het groepsplan. Ouders worden hierin gekend. Kerndoelendekkende methoden Wat de inhoud van ons onderwijs betreft, kiezen we ervoor gebruik te maken van goede, eigentijdse methoden, die aansluiten bij onze populatie. Regelmatig worden methoden vervangen of aangevuld naar gelang de onderwijsbehoefte van onze populatie. Methoden willen we voortaan gebruiken als leidraad bij het werken, die duidelijke aanwijzingen geven voor de leerkrachten en zinvolle en aantrekkelijke oefeningen aanbieden voor de leerlingen. Maar niet alleen de methode bepaalt de kwaliteit van onderwijs. Belangrijker nog is hoe de leerkracht werkt. We proberen steeds meer de methoden los te laten en te gebruiken als bronnenboek. Een goede leerkracht weet wat de lesdoelen zijn en zal de doelen zien te behalen door een korte, effectieve instructie te geven en de leerlingen daarna te laten oefenen. Zo is het niet nodig om elk lesje uit elk boek te moeten maken, maar streven we er naar de leerlingen in hun eigen tempo de voor hen mogelijke doelen te behalen. Ons leerstofaanbod in de basisvakken (Nederlandse taal, lezen, schrijven en rekenen) is dekkend voor de (wettelijke) kerndoelen (en referentieniveaus). Hiervoor gebruiken we moderne lesmethoden, die op hun actualiteit en kwaliteit worden beoordeeld. In alle klassen wordt gewerkt met een taal-‐ en rekenmethode waarin realistische en functionele activiteiten aan bod komen. Zo ontstaan er betekenisvolle activiteiten met onderwerpen en oefeningen die aansluiten bij de belevingswereld van leerlingen. Deze methoden bieden mogelijkheden voor differentiatie in instructie en verwerking. Alle leerlingen doen in principe de basisstof en de herhalingsopdrachten. Een aantal leerlingen doet daarnaast de verrijking-‐ of verbredingsopdrachten. In deze werkwijze is voor het opdoen van kennis een grote plaats ingeruimd.
Adaptief onderwijs Op Al Ihsaan wordt er zoveel mogelijk adaptief onderwijs gegeven. Adaptief onderwijs is het zo optimaal mogelijk afstemmen van het onderwijs op de leer-‐ en ontwikkelingsbehoeften van alle leerlingen. Het gaat dus om onderwijs op maat. Dit betekent dat het onderwijs gericht is op de specifieke mogelijkheden van het individuele kind. Binnen het groepsverband wordt individualiserend gewerkt. Om dit goed te organiseren werken we in de hele school met het GIP-‐model. GIP staat voor het Groeps-‐ en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht. Op school wordt gewerkt aan het vergroten van zelfstandigheid van de leerlingen door momenten van zelfstandig werken in te voeren en het geven van een verlengde instructie. Klassenmanagement en coöperatief leren Waar we ook in hebben geïnvesteerd is het klassenmanagement. Dit aspect bevordert de zelfstandigheid van leerlingen en gaat bewust om met de verschillen van leerlingen. Op deze manier kan elk kind die aandacht en uitleg krijgen, die het nodig heeft en vervolgens werken in het tempo en de moeilijkheidsgraad die past bij het individuele kind. Leerlingen kunnen (net als volwassenen) van en met elkaar veel leren. Samen iets uitzoeken, elkaar iets uitleggen, samen iets tot stand brengen. Dat zijn manieren van leren waar leerlingen veel aan kunnen hebben. We zoeken dan ook bewust naar mogelijkheden om deze manier van werken geregeld in te bouwen in ons onderwijsprogramma. Zelfstandig werken Op onze school organiseren alle leerkrachten hun lessen volgens de principes van onze schoollijn voor zelfstandig werken. Dat betekent dat de leerlingen in alle groepen geregeld zelfstandig werken, binnen een van tevoren afgesproken tijd. Deze vorm van zelfstandig werken geeft de leerkracht tijd om verlengde instructie te geven aan leerlingen die een langere uitleg nodig hebben, maar geeft hen ook tijd om leerlingen te begeleiden die extra uitdaging nodig hebben. De duur van het zelfstandig werken wordt vooraf door de leerkracht aangegeven en wordt tevens visueel gemaakt door een speciale klok (time-‐timer) die in iedere klas aanwezig is. De leerlingen kunnen aan het terug tikken van de tijd zien hoeveel tijd ze nog hebben om hun werk te maken. In alle groepen wordt tevens gewerkt met het stoplicht. De kleuren van het stoplicht hebben allemaal een eigen betekenis: ● Rood: de leerkracht is niet beschikbaar voor hulp. Leerlingen lossen hun problemen zelf op. ● Oranje: de leerkracht is nog niet beschikbaar voor hulp, maar aan de time-‐timer is te zien hoelang het duurt voor een hulpronde komt. ● Groen: de leerkracht is beschikbaar voor vragen. Omdat we medio november 2015 zijn gestart met de nieuwe regels omtrent de bovengenoemde symbolen van uitgestelde aandacht, is afgesproken vanaf maart 2016 vanaf groep 3 te starten met het gebruik van het blokje. Met het blokje op hun tafel kunnen leerlingen aangeven of ze een vraag hebben (een vraagteken) of dat ze gestoord kunnen worden (een groene cirkel) of juist niet gestoord (rode cirkel) mogen worden. Wanneer de leerlingen even
niet verder kunnen, zetten zij hun blokje op het vraagteken. Zo kan de leerkracht tijdens het rondlopen gemakkelijk zien dat het kind een vraagt heeft. Het kind hoeft dus niet met de vinger in de lucht te wachten tot de leerkracht hem of haar kan helpen. Wij leren de leerlingen op deze manier om te gaan met uitgestelde aandacht. Het is aan het kind om te bedenken wat het op dat moment wel kan doen. Misschien kan hij of zij de som overslaan en alvast verder gaan met de volgende. Of misschien is er nog werk dat afgemaakt moet worden. Aandacht voor alle leerlingen We streven ernaar dat ieder kind dat op onze school begint, deze ook op een verantwoorde manier af kan maken. Dit houdt in dat we de ontwikkeling van de leerlingen goed volgen om zo precies mogelijk te weten wat een kind nodig heeft aan begeleiding. Dit gebeurt door gerichte observatie, door het afnemen van toetsen (methodegebonden en niet-‐methodegebonden toetsen), door consultatie van collega’s of ouders en door gesprekken met leerlingen. De informatie die voortkomt uit de signalering wordt in de eerste plaats door de leerkracht zelf geanalyseerd. De analyse wordt voorgelegd aan de intern begeleider tijdens een zogeheten groepsbespreking. De intern begeleider bespreekt in de groepsbesprekingen met de leerkracht de vorderingen van de leerlingen en maakt afspraken met betrekking tot adequate aanpak in de groep. De begeleiding is vooral gericht op het handelen van de leerkracht, om zo goed mogelijk om te gaan met de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen. Met ondersteuning, maar vooral feedback van de intern begeleider, wordt een groepsplan opgesteld. Preventief en proactief (vooruitkijkend) worden in het groepsplan, geclusterd, maatregelen beschreven voor leerlingen die extra instructie, begeleiding of uitdaging nodig hebben. Wij hebben op onze school de beschikking over één intern begeleider. De intern begeleider organiseert, coördineert en bewaakt de leerlingenondersteuning binnen de school. Zij ondersteunt collega’s bij het uitvoeren van ondersteuningsactiviteiten en zorgt voor een afstemming van deze activiteiten op schoolniveau. Interne begeleiding Op onze school is een intern begeleider werkzaam. Zij is verantwoordelijk voor het coördineren en initiëren van de leerlingondersteuning. Zij coördineert alle maatregelen rondom zorg voor de leerlingen. De intern begeleider heeft als taak om leerkrachten te coachen in, en te helpen bij het bieden van ondersteuning. Hiertoe voert zij een aantal maal per jaar groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen met de leerkracht. Tijdens de groeps-‐ en leerlingbesprekingen worden de observaties van de leerkracht en de toetsresultaten van de leerlingen doorgesproken. De intern begeleider ondersteunt en begeleidt de leerkracht bij het toepassen van toets-‐ en observatie-‐instrumenten en bij het analyseren van verkregen gegevens. Er is ook aandacht voor de geëvalueerde handelingsplannen en groepsplannen. De intern begeleider adviseert en helpt de leerkracht bij het maken van de nieuwe groepsplannen en
handelingsplannen. Zij maakt leerkrachten wegwijs en adviseert welke materialen de leerkracht zou kunnen gebruiken bij de extra te bieden ondersteuning aan de verschillende (groepjes) leerlingen. Vervolgens coacht en adviseert zij de leerkracht bij het uitvoeren van de diverse plannen. De intern begeleider begeleidt ook diverse trajecten rondom de leerlingondersteuning. Denk bijvoorbeeld aan de beslissing rondom een doublure of versnelling, een aanvraag voor een uit te voeren onderzoek of een doorverwijzing naar logopedie of fysiotherapie. Actief Burgerschap De samenleving wordt geconfronteerd met problemen in het publieke en private domein die niet alleen door de overheid te keren zijn. Men voelt zich vaak niet gedwongen rekening te houden met anderen en het ziet ernaar uit dat er normvervaging optreedt. De overheid en allerlei andere instanties zetten zich heden ten dage in om de sociale binding te versterken. De sociale binding heeft betrekking op de mate waarin mensen in gedrag en beleving uitdrukking geven aan de betrokkenheid bij maatschappelijke verbanden in hun persoonlijke leven, als burger in de maatschappij en als lid van de samenleving. Men beoogt dat burgers hun verantwoordelijkheid nemen voor gemeenschapsbelangen en de bereidheid tonen een actieve bijdrage te leveren aan de gemeenschap. Door de ontwikkeling van burgerschap een plaats te geven in het onderwijs tracht de overheid de allochtone en autochtone leerlingen een gemeenschappelijk en gedeeld perspectief te geven op de bijdrage die zij als burgers aan de samenleving kunnen leveren. De overheid draagt, aan de hand van richtlijnen, alle scholen op burgerschapsvorming te bewerkstelligen. Het schooltoezicht is een aantal jaar geleden aangepast aan deze wetgeving. Burgerschapvorming wordt op Al Ihsaan gezien als een fundamenteel onderdeel van het onderwijsaanbod. Het maakt deel uit van elk vak en in het bijzonder van de sociaal-‐ emotionele en morele ontwikkeling van de leerlingen. In de literatuur bestaan tal van beschrijvingen en definities van burgerschapsonderwijs. In dit stuk zal een beschrijving gegeven worden van de definitie die het meest aansluit op de visie van Al Ihsaan. De inrichting van het burgerschaponderwijs is wettelijk bepaald in wetsartikelen en uitgewerkt in kerndoelen. De eisen van de inspectie sluiten hierbij aan. Domeinen Burgerschapsvorming gaat over de basiskennis, vaardigheden en houdingen die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de samenleving. Leerlingen maken kennis met begrippen als democratie, sociale verantwoordelijkheid en diversiteit. Burgerschap kan niet gezien worden als een losstaand vak. Het moet verweven worden in allerlei schoolvakken, in de visie en in de uitstraling van de school. Hierin heeft de leerkracht een belangrijke rol als voorbeeldfunctie. De volgende drie domeinen staan centraal bij burgerschap: Democratie: in dit domein gaat het om kennis over kenmerken van de democratische rechtstaat en politieke besluitvorminge n e n v a ardigheden e n h o u d i n g e n d i e h o r e n b i j democratische omgangsvormen.
Participatie: in dit domein gaat het om kennis over mogelijkheden voor inspraak en medezeggenschap in de samenleving, vaardigheden en houdingen die leerlingen in staat stellen en motiveren om actief mee te doen in de samenleving. Identiteit: in dit domein gaat het om het verkennen van je eigen identiteit, kennismaking m e t de diversiteit aan culturen en religieuze en levensbeschouwelijke opvattingen in onze multiculturele s a m e n l e v i n g e n om te leren handelen vanuit respect voor diversiteit. Visie Al Ihsaan Al Ihsaan vervult een onmiskenbare rol in het opvoeden van de leerlingen tot volwaardige burgers. In samenwerking met ouders dragen wij zorg voor het overbrengen van normen en waarden en het versterken van sociale cohesie. De samenwerking met ouders wordt aangegaan door middel van een regiegroep die tot doel heeft open communicatie te bewerkstelligen waarin de leerling centraal staat. Eveneens zien wij het als onze taak de leerlingen kennis over verschillende culturen en achtergronden bij te brengen en kennis over de beginselen van de Nederlandse rechtstaat te vermeerderen. Respect voor allen is een aspect dat in het onderwijsaanbod verweven is. Daarnaast menen wij dat wij leerlingen de ruimte moeten geven om actief burgerschap concreet ten uitvoer te kunnen brengen. Dit wordt onder meer gedaan door de installatie van een leerlingenraad en thematische projectweken. Al Ihsaan is een oefenplaats waarin de leerlingen zich kunnen ontwikkelen tot actieve burgers met behoud van eigen identiteit waarbij de leerlingen de normen en waarden van Nederland in acht nemen. Gelijkwaardigheid is op al Ihsaan een basisprincipe dat wij de leerlingen vanaf dag één meegeven. Pestgedrag is onacceptabel, hier wordt preventief op ingespeeld door middel van lessen en activiteiten die jaarlijks terugkomen. Tevens hanteren wij een anti-‐pestprotocol dat opgesteld is door de stuurgroep Actief Burgerschap en Sociale Veiligheid. Deze stuurgroep heeft de taak actief burgerschap en sociale veiligheid te bevorderen en te monitoren. Op het gebied van sociale, sociaal-‐emotionele en morele ontwikkeling maken wij gebruik van de methodes ‘Leerlingen en hun sociale talenten’ en ‘Leerlingen en hun morele talenten’. In het verlengde hiervan wordt ook gebruik gemaakt van SCOL, voor zowel de leerkrachten als de leerlingen. Al met al benadrukken wij, vooral gelet op bovenstaande, burgerschap en sociale veiligheid niet alleen te kunnen ontwikkelen. Wij gaan hierin de samenwerking aan met de leerlingen, ouders, de directe omgeving van de school en externen. “Samen vormen wij de maatschappij!” Bovenstaande visie hebben we dit schooljaar aangescherpt. Wilt u hier meer over weten, dan kunt u met een lid van de stuurgroep ‘Actief Burgerschap en Sociale Veiligheid of de directie een afspraak maken. Welke (21e eeuwse) vaardigheden leren de leerlingen?
Naast de traditionele leervakken leren de leerlingen op Al Ihsaan tal van andere vaardigheden die belangrijk zijn in het dagelijks leven. Leerlingen moeten leren voor zichzelf op te komen. We zijn ons ervan bewust dat leerlingen in de toekomst kennis nodig hebben die nu nog niet beschikbaar is en we dus ook niet kunnen leren. Om dit leren toch goed uit te rusten voor de nieuwe, veranderende wereld, trachten we ze de 21e eeuwse vaardigheden aan te leren. Onze visie in dezen is: Wij willen leerlingen een samenhangend geheel van vaardigheden meegeven waardoor ze optimaal kunnen functioneren in de 21ste eeuw. We onderschrijven in de eerste plaats het belang van een kennissamenleving en gaan ervan uit, dat kennis altijd en overal voorhanden is. Daarnaast beseffen we dat het in de kennissamenleving ook gaat om kenniscreatie en kennisconstructie, om innovatie. In de derde plaats is het een feit dat de ontwikkeling van digitale middelen en media globale grenzen vervagen en het delen van kennis en het met elkaar (daarover) communiceren een steeds centralere speelt in onze (toekomstige) samenleving. Op onze school willen we daarom gericht aandacht besteden aan de 21st century skills:
-‐ Samenwerking en communicatie -‐ Kennisconstructie -‐ ICT-‐gebruik -‐ Probleemoplossend denken en creativiteit -‐ Planmatig werken
Het voert te ver om op de inhoud van al deze vakken in deze schoolgids uitgebreid in te gaan. We beperken ons ertoe u daarover in het kort te informeren. Dat neemt niet weg dat we het heel belangrijk vinden dat de ouders goed op de hoogte zijn van zaken waar de leerlingen op school mee bezig zijn. Daarom wordt in iedere groep in het begin van het schooljaar een zogenaamde informatieavond gehouden. Op deze avond wordt uitleg gegeven over de vakken, waarin de leerlingen in dat jaar les krijgen en wat die vakken dat schooljaar inhouden. Ook het wederzijds contact tussen ouders en de nieuwe leerkracht is een belangrijk doel van de avond. De inhoud van ons onderwijs Groep 1 en 2
In de onderbouw hebben we in januari 2015 de nieuwe versie van Piramide ingevoerd. Piramide is een methode voor (peuters en) kleuters. Met een combinatie van spelen, werken en leren worden onze kleuters gestimuleerd in hun ontwikkeling. Het programma richt zich op acht gebieden die een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van een kind, uiteenlopend van denk-‐ en taalontwikkeling tot creatieve en persoonlijkheidsontwikkeling. De methode heeft een sterke pedagogische basis, een krachtige leeromgeving en geeft een stevige stimulering aan de ontwikkeling van de leerlingen. Piramide biedt een afwisseling van vrije en gerichte activiteiten. Wij hebben gekozen voor deze methode omdat Piramide goed aansluit bij de kenmerken van onze populatie, bij onze werkwijze en doelstellingen.
Om de taakgerichtheid te bevorderen krijgen de kleuters elke week een aantal opdrachten van de leerkracht. De opdrachten horen bij de thema’s van Piramide. Zij voeren deze
opdrachten uit op hun eigen niveau en met hun eigen mogelijkheden. Dagelijkse bezigheden kunnen zijn: tekenen, vouwen, verven, kleuren, plakken, kleien, lotto's en puzzels maken, timmeren, werken met constructiemateriaal, werken met de computer, schrijven, lezen en vertellen.
Voorlezen en woordenschat zijn twee van de belangrijkste activiteiten voor het ontwikkelen van kennis die nodig is om uiteindelijk succesvol te kunnen lezen met begrip. Het voorlezen vindt plaats op een interactieve wijze. Interactief voorlezen wil zeggen dat het voorlezen van het prentenboek wordt onderbroken door open vragen over het verhaal of over de plaatjes. De leerlingen worden zo gestimuleerd om eigen ideeën naar voren te brengen, mee te denken en oplossingen te zoeken. Per thema staat steeds één prentenboek centraal. Daarnaast worden ook andere prentenboeken voorgelezen. Kleuters die beginnen met lezen, vinden veel passend materiaal in de klas. Woordenschat wordt conform de didactiek van de viertakt aangeboden middels de nieuwe methode LOGO3000 die inspeelt op alle woorden die kleuters moeten kennen en kunnen in groep 1-‐2. De school beschikt over een bibliotheek, met goede prenten-‐ en voorleesboeken, plaatmateriaal, schooltelevisie-‐ en computerprogramma's. Naast de methodes Piramide en LOGO3000, worden ook de (werk)mappen Fonemisch en Gecijferd bewustzijn en Begrijpend Luisteren en woordenschat aangeboden.
Elke morgen en/of middag gaan de kleuters naar het speellokaal of naar het buiten waar ze spellessen, kleutergymnastiek en/of -‐ritmiek krijgen. Halverwege de morgen is er gelegenheid om iets te eten of te drinken.
Alle leerlingen worden enkele keren per jaar getoetst. Leerlingen die achterstanden vertonen of dreigen vast te lopen krijgen tutoring. Tutoring is individuele hulp die gegeven wordt door de speciaal opgeleide leerkrachten en onderwijsassistente. De tutor bereidt het kind voor op een thema. Het kind heeft dan meer kans mee te kunnen doen met andere leerlingen, zodat het zelfvertrouwen wordt vergroot. Door individuele hulp tijdens en aan het eind van een thema wordt de leertijd vergroot en kan de achterstand worden weggewerkt. Piramide speelt ook in op leerlingen die boven het gemiddelde niveau uitsteken waardoor ze op hun eigen niveau uitgedaagd worden. Ook in de kleutergroepen kunnen namelijk leerlingen hoogbegaafd zijn of voorlopen in hun ontwikkeling, maar dat hoeft niet. Piramide is dus geschikt voor alle leerlingen uit de kleuterklas die wat sneller of minder snel leren dan de rest.
De onderbouwleerkrachten, VVE-‐coördinator en directie hebben allen module 1 en 2 afgesloten en hebben daarmee hun Piramide-‐certificaat behaald. De ambities rijken echter verder: de onderbouwleerkrachten volgen de verdiepingsmodule waarbij de uitdaging is dit schooljaar nog een eigen projectboek ‘Offerfeest’ te ontwikkelen. De VVE-‐coördinator en directie hebben eind kalenderjaar 2015 de training ‘Train de trainer’ afgerond en hebben de bevoegdheid cursisten te certificeren voor een Piramide-‐certificaat.
Ouders en Piramide Wij vinden het belangrijk dat ouders betrokken worden bij wat er in de groep van hun kind gebeurt. Hoe meer ouders weten over en geïnteresseerd zijn in de activiteiten op school en hierover thuis met hun kind praten, des te meer zal het kind op school gemotiveerd zijn goed mee te doen.
We geven als er een nieuw thema begint een Piramidebulletin uit. Hierin vindt u het onderwerp van het thema met de bijbehorende liedjes, versjes en woordpakket. Ouders kunnen helpen de leertijd van hun kind te vergroten door thuis in te gaan op wat hun kind in de groep heeft geleerd. Bijvoorbeeld door samen een tekening of een werkje te bekijken, door een spelletje te doen, door versjes of liedjes te herhalen of door een verhaaltje voor te lezen. In het Piramide-‐bulletin dat ouders bij elk project krijgen, staan suggesties voor activiteiten thuis. Bovendien organiseren we – in samenwerking met de Schakelklas voor Kleuters -‐ sinds vorig schooljaar de training ‘Leren gaat thuis door’ voor ouders. In deze training krijgen ouders handvatten om het leren letterlijk thuis door te laten gaan. Uitgangspunt hierbij zijn de projecten die op school worden aangeboden. Inloopmoment voor de ouders van de groepen 1 en 2 Tijdens het inloopmoment mogen de ouders een half uur meespelen met de leerlingen in de klas. Ook opa’s, oma’s en kleinere broertjes/ zusjes etc. zijn van harte welkom. Het inloopmoment vindt elke woensdagochtend van 8.45 uur tot 9.15 uur plaats. Uitslag VVE-‐Inspectiebezoek Op 13 februari 2014 heeft de inspectie onze school bezocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht op de kwaliteit van de voor-‐ en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor-‐ en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij kan beoordelen of onze school op belangrijke onderdelen voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren en de beoordeling hiervan treft u in onderstaand overzicht. Hieruit valt op te maken dat de kwaliteit grotendeels op orde is. Onze school is op een aantal indicatoren een voorbeeld voor anderen. Er zijn ook verbeterpunten; met betrekking tot het educatief handelen en de doorgaande lijn met de peuterspeelzaal de Piraat. Dit rapport is een groot compliment voor het onderbouwteam. Het is een rapport waar we trots op kunnen zijn. En dat zijn we ook! Een dergelijk rapport schept ook een verplichting. Want in 2016 verwachten we wederom de VVE-‐inspecteur en willen we dit rapport ten aanzien van de meeste indicatoren verbeteren. Immers, grootste resultaten komen voort uit grootse ambities!
1 2 3 4 Condities
A3 Pedagogisch medewerker -‐ kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-‐geschoold
Ouders B1 Gericht VVE-‐ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geinformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelsingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-‐activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind
Kwaliteit van de uitvoering in VVE C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en
geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogische medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de leerlingen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de leerlingen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel-‐ en taaluitlokkend Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen leerlingen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de leerlingen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpak
C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten met de leerlingen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele leerlingen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding en zorg
Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de brede zorgketen D2.1 De pedagogische medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de
leerlingen die zorg nodig hebben die de voor-‐ resp. vroegschool niet kan leveren en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogische medewerkers/leerkrachten zorgen dat leerlingen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor-‐ resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren
D2.3 De pedagogische medewerkers/leerkrachten blijven bij de ontwikkeling van leerlingen met zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor-‐ en de vroegschool E1 Er is VVE-‐coordinatie op de voor-‐ resp. vroegschool E2 De voor-‐ resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor-‐ resp. vroegschool evalueren de resultaten van VVE E4 De voor-‐ resp. vroegschool werkt planmatig aan VVEverbetermaatregelen E5 De voor-‐ resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar VVE-‐educatie E6 In de kwaliteitszorg van de vroegschool word took specifiek naar VVE gekeken
Doorgaande lijn F1 Er is VVE-‐coordinatie tussen de voor-‐ en vroegschool F3 De voor-‐ en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor-‐ en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor-‐ en vroegschool is
op elkaar afgestemd
F6 De manier om met de ouders om te gaan op de voor-‐ en de vroegschool is op elkaar afgestemd
F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor-‐ en vroegschool op elkaar afgestemd
Opbrengsten van vve G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke afspraken G3 Verlengde kleuterperiode
Groep 3 t/m 8 Vanaf groep 3 wordt een begin gemaakt met het methodischgericht onderwijs. De leerlingen leren lezen, rekenen en schrijven. Hierbij wordt een vrij strak programma gevolgd. Leerlingen leren in een verschillend tempo. De methodes die wij gebruiken spelen hier goed op in. Zo krijgen de leerlingen voldoende ruimte en mogelijkheden om de leerstof op eigen niveau te verwerken. Sinds eind 2009 werken wij met Veilig Leren Lezen. Deze methode zullen we komend schooljaar vernieuwen met de nieuwe versie. In groep 4 wordt de leeslijn voortgezet met Estafette. Rekenen, lezen, taal, spelling en schrijven zijn vaste onderdelen op het lesrooster. Daarnaast wordt vanaf groep 4 aandacht besteed aan de vakken Aardrijkskunde, Geschiedenis en Natuuronderwijs. In de groepen 3 wordt bij deze laatste vakken gebruik gemaakt van de bij de methode Veilig Leren Lezen behorende methode Veilig de Wereld in. In de bovenbouw wordt de werkwijze van de onderbouw grotendeels voortgezet. Er worden meer eisen gesteld aan het zelfstandig werken en er vindt een verdieping plaats van de vakken Aardrijkskunde, Geschiedenis en Natuuronderwijs. In de groepen 5, 6 en 7 krijgen de leerlingen het vak Verkeer dat eind groep 7 met een verkeersexamen wordt afgesloten. Langzamerhand wordt toegewerkt naar het Voortgezet Onderwijs. Hiervoor wordt eind groep 7 de Entree-‐toets gemaakt. In april volgt dan in groep 8 de uiteindelijke centrale eindtoets waarna de definitieve schoolkeuze bekend zal worden. Vanaf groep 7 wordt bovendien Engels aangeboden in de groepen. Methodegebruik Lezen In groep 3 werken we met Veilig Leren Lezen. In de groepen 4 t/m 8 wordt de methode Estafette gebruikt. Met behulp van deze methode wordt gewerkt aan onder meer de techniek van het lezen. Voor begrijpend lezen gebruiken wij de methode Nieuwsbegrip (XL), de zaakvakken en vanaf groep 6 voor studievaardigheden Blits. Daarnaast stimuleren we de leerlingen om leesboeken op hun eigen (AVI)-‐niveau mee te nemen en te lezen. Leerlingen houden een boekenkring en maken een boekverslag. In de groepen 5, 6, 7 en 8 komt hier de nieuwskring bij. Het is belangrijk dat leerlingen thuis gestimuleerd worden om te lezen, en naar het nieuws kijken. Ten slotte willen we u aansporen uw kind te abonneren op een aantal educatieve jeugdbladen: Bobo is bestemd voor kleuters. De Leesleeuw is voor leerlingen uit groep 3. Okki is voor de leerlingen uit groep 3-‐4.
Taptoe is voor leerlingen van de groepen 5-‐8. Hello You is Engelstalig en geschikt voor leerlingen uit groep 7-‐8.
Vrij lezen De leerlingen krijgen op vaste momenten de gelegenheid rustig voor zichzelf een boek te lezen en daarvan te leren genieten. Om goed te leren lezen is het belangrijk dat leerlingen veel lezen en dat gaat makkelijker wanneer het kind lezen ook leuk vindt! Een uitgebreid assortiment is daarbij onontbeerlijk. Mede door de samenwerking met basisschool de Optimist en de bibliotheek beschikken we over een uitgebreide schoolbibliotheek waar de leerlingen de boeken van hun keuze kunnen vinden. Voor leerlingen is het erg belangrijk dat zij naast het lezen op school ook thuis lezen. Plezier in het lezen is belangrijk voor de leesvaardigheid. Brengt u dus veelvuldig een bezoek met uw kind aan de gemeentelijke bibliotheek om een leuk boek uit te zoeken. Zo helpt u uw kind in zijn/haar ontwikkeling. Schrijven Voor het schrijfonderwijs gebruiken we de methode Schrijfsleutel. Geleidelijk wordt deze methode vervangen door Pennenstreken die we nu al gebruiken in de groepen 3 en 4. In groep 2 beginnen we met voorbereidende schrijfoefeningen en in groep 3 wordt er geleerd om 'aan elkaar' te schrijven. Belangrijk als u thuis met uw kind wilt schrijven is dat u dezelfde letters gebruikt als die in de methode worden aangeboden. U kunt een voorbeeld op school krijgen bij de leerkracht van groep 3. Taal In de taallessen besteden we aandacht aan de mondelinge taalvaardigheid: het kunnen spreken in goede zinnen, het uitbreiden van de woordenschat, het opbouwen van een duidelijk en begrijpelijk verhaal, het houden van een goed gesprek. Ook het luisteren hoort hierbij, het begrijpen wat een ander zegt, het kunnen volgen van een verhaal. Hiermee wordt al in groep 1 op eenvoudig niveau begonnen. De schriftelijke taalvaardigheid bestaat uit het leren je gedachten en ideeën te uiten in de vorm van het schrijven van allerhande teksten (brieven, verhalen, zinnen). Ook het leren om dit foutloos te doen (spelling) hoort hierbij. Ook hiervoor gebruiken we de meest recente versie van de methode Taal actief. Rekenen en wiskunde In groep 1 en 2 leren de leerlingen spelenderwijs tellen, meten, wegen, vergelijken van hoeveelheden, sorteren etc., zaken die thuis horen in het rekenonderwijs. We werken in groep 1 en 2 met de eigentijdse methode Piramide. In de overige groepen wordt dit schooljaar voor het laatst gebruik gemaakt van de methode Alles Telt. Wereldoriëntatie Dit zijn de vakken waarin de leerlingen leren over de wereld waarin ze leven. Ze ontdekken de wereld om hen heen, hoe die eruit ziet, hoe die is ontstaan, wat er in het verleden gebeurd
is, hoe je je daarin kunt bewegen, welke spelregels er gelden in onze samenleving en hoe je daar als mens in dient te staan. Wij geven op school de vakken: Geschiedenis, Aardrijkskunde en Natuur. Deze vakken hebben elk hun methode: Wijzer door de tijd, Wijzer door de wereld, Wijzer door de natuur en Wijzer in het verkeer. Bij de thema’s ligt de nadruk op het zelf verwerven en verwerken van informatie. Uiteraard geven we daar waar nodig steeds informatie middels instructie en soms worden externe sprekers uitgenodigd. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van dvd’s, praktische oefeningen en excursies zoals bijvoorbeeld het bezoek aan het onderwijsmuseum. Verkeer De methode Wijzer door het verkeer leert de leerlingen zich veilig in het verkeer te bewegen. In groep 7 wordt een praktisch en theoretisch verkeersexamen afgelegd. Sociaal-‐emotionele en morele ontwikkeling Voor de sociale vaardigheden en de emotionele ontwikkeling van de leerlingen werken we met de methode Leerlingen en hun sociale talenten. Dit is een methode die de leerlingen onder andere leert hoe te reageren in bepaalde situaties, hoe conflicten op te lossen en hoe met elkaar om te gaan. Leerlingen en hun morele talenten hanteren we voor de morele vorming van onze leerlingen. Bewegingsonderwijs De gemeente Lelystad intensiveerde een aantal jaar geleden de sportactiviteiten op en na school, middels onder meer het BOS-‐project. BOS staat voor Buurt, Onderwijs en Sport. Onze school heeft hier toentertijd ook aan deelgenomen. Dit heeft tot gevolg dat de samenwerking met sportverenigingen is versterkt en de school een vakleerkracht bewegingsonderwijs tot haar beschikking heeft. Om deze reden heeft onze school de kwalificatie van sportieve (Brede) school gekregen wat we tot op heden trachten te borgen. De lessen bewegingsonderwijs, opgezet volgens de methode Bewegingsonderwijs in De Basisschool worden bij ons dus verzorgd door een vakleerkracht. Waar voorheen de leerlingen van groep 1 tot en met 3 een keer in de week gymles kregen van de vakleerkracht bewegingsonderwijs is dit vanaf 2013 – net als in de overige groepen – omgezet naar 2 x 45 minuten per week. Vanuit hygiëne en identiteit gelden voor de gymlessen de volgende kledingvoorschriften: Gymkleding voor de jongens: lange (jogging)broek met shirt. Gymkleding voor de meisjes: lange (jogging)broek met shirt (groep 1 t/m 3), lange
(jogging)broek met shirt/blouse met lange mouwen (vanaf groep 4). Eenvoudige gymschoenen of balletschoenen zijn verplicht. Ook worden de leerlingen aangespoord een handdoek en washandje mee te nemen en te gebruiken. Onze school vindt het sporten in het algemeen heel belangrijk voor de leerlingen. Het is gezond en ze leren zich aan spelregels te houden. Verder is sport en spel erg goed voor het ontwikkelen
van sociale contacten. Bij de kleuters vormen deze sociaal-‐emotionele doelen een belangrijk onderdeel bij het buitenspelen. Engels Dit vak wordt gegeven in de groepen 7 en 8. De voornaamste doelstelling is de spreekvaardigheid van de leerlingen in deze taal te stimuleren. We gebruiken daarvoor de methode Hello World, die veel gebruik maakt van dialogen. De leerlingen leren gesproken tekst te begrijpen en uiteraard ook zelf toe te passen Godsdienstonderwijs Islam maakt een essentieel deel uit van de identiteit van onze leerlingen. Het is belangrijk dat de leerlingen hier bewust mee omgaan. Om een bijdrage te leveren aan dit bewustwordingsproces geven wij godsdienstonderwijs. Wij hebben sinds dit schooljaar de godsdienstmethode Al Amana in gebruik. In deze godsdienstmethode zijn hoofddoelen opgenomen: ´Aqiedah (geloofsleer): waaronder de Arkaan-‐oel-‐Imaan (pijlers van het geloof) en Arkaan-‐oel-‐Islaam (de verplichte onderdelen van de ´Ibadah (aanbidding)). ´Ilm (kennis): waaronder kennis omtrent de Qor´aan, de Soenna, het leven van de Profeet, de geschiedenis van de Islaam en de huidige situatie van de Moslims. Adaab (de islamitische gewoonten m.b.t. dagelijkse handelingen). Achlaaq (manieren en omgangsvormen). Alle groepen krijgen twee keer per week godsdienstles van 40 minuten. Naast de dienlessen proberen we de Islam op verschillende manieren op de leerlingen over te brengen. De Islam is een leefwijze die alle aspecten van het leven bestrijkt; het is dus niet meer dan logisch dat er ook buiten de dienlessen aandacht voor de Islam is. Computeronderwijs In alle groepen wordt lesgegeven met behulp van digitale schoolborden. Dit maakt het onderwijs voor leerlingen heel boeiend en levendig. De buitenwereld kan op deze wijze heel gemakkelijk binnen gehaald worden. Beeld en geluid kunnen de lessen ondersteunen en zo de leerstof inzichtelijker maken en met meer herkenningspunten in het geheugen verankeren. Dit schooljaar zijn we in groep 8 voor het eerst gestart met Snappetonderwijs. We wachten deze ontwikkelingen af en hebben de verwachting dit uit te breiden naar de lagere groepen. ICT neemt een steeds belangrijker plaats in ons onderwijs in. Alle groepen van onze school beschikken over een aantal computers. Deze computers zijn aangesloten op een netwerk, waardoor alle groepen beschikking hebben over internet en educatieve programma’s. Daarnaast krijgen de leerlingen in de bovenbouw de mogelijkheid om te werken met veel gebruikte computerprogramma’s zoals Word, Powerpoint, enz. Computers zijn ook zeer geschikt om het onderwijs op maat vorm te geven. Onze software geeft ons de mogelijkheid om de leerlingen via de computer op eigen niveau te laten oefenen. Bij het gebruik van het internet gelden een aantal regels die voorkomen dat leerlingen met
ongewenste informatie in aanraking komen. Veilig computer gebruik vinden we belangrijk. Kunstzinnige oriëntatie Voor deze vakgebieden (handvaardigheid, tekenen, muziek) gebruiken we geen specifieke methode. Regelmatig houden wij op de vrijdagmiddagen een ‘creatieve middag’ waarbij alle leerlingen in homogene groepen met de creatieve vakken aan de gang gaan. Methoden in een schema
VAK:
METHODE:
IN GROEP: 1 2 3 4 5 6 7 8
Kleuteronderwijs Piramide en Map fonemisch bewustzijn
Woordenschat Logo 3000, Logo Middenbouw en Taal actief
Lezen Veilig leren lezen en Estafette
Begrijpend Lezen Nieuwsbegrip (XL) en zaakvakken
Begrijpend Luisteren Map Begrijpend Luisteren
Schrijven Pennenstreken of Schrijfsleutel
Rekenen en Wiskunde Alles Telt
Nederlandse Taal Taal actief
Spelling Taal actief
Aardrijkskunde Wijzer door de Wereld
Geschiedenis Wijzer door de Tijd
Natuur Wijzer door de Natuur
Engels Hello World
Verkeer Wijzer door het Verkeer
Godsdienst Al Amana
Morele en sociale vaardigheden Leerlingen en hun Sociale en Morele talenten
Studievaardigheden Blits
Bewegingsonderwijs Bewegingsonderwijs op de basisschool
Hoofdstuk 4: De ondersteuning aan onze leerlingen In dit hoofdstuk willen we u de volgende informatie geven: De opvang van nieuwe leerlingen op school Hoe wordt de ontwikkeling van de leerlingen gevolgd? Hoe gaan we om met leerlingen die extra hulp nodig hebben? Wat doen we als blijkt dat een kind niet voldoende heeft aan de extra hulp, die we op school kunnen bieden? Hoe wordt de overgang naar het voortgezet onderwijs begeleid? Leerlingen die tussentijds de school verlaten. Hoe wordt gezorgd voor de gezondheid en de veiligheid van de leerlingen? De opvang van nieuwe leerlingen op school Vierjarigen Iedereen die zich thuis voelt bij onze manier van werken is welkom op onze school. Het is altijd mogelijk om leerlingen bij ons aan te melden. We vinden het wel fijn als daarvoor een afspraak gemaakt wordt, zodat de intern begeleider tijd vrij kan maken om de ouders en hun kind(eren) te woord te staan, de nodige informatie te geven en de school te laten zien. Leerlingen, die leerplichtig zijn, kunnen op ieder gewenst moment binnen de school instromen. Vierjarigen, die starten op de basisschool, plaatsen we op de eerste dag na hun vierde verjaardag. Voordat het kind op school geplaatst wordt, mag het een maand voorafgaand aan de vierde verjaardag vijf dagdelen wennen. Als een kind een tijdje bij ons op school zit, zal de leerkracht de ouders uitnodigen voor een gesprek over de ervaringen op school. Dit moment kan samenvallen met de rapportbespreking. Als de ondersteuning die de leerling nodig heeft door ons kan worden geboden en binnen ons ondersteuningsprofiel valt kan besloten worden tot plaatsing. De beslissing hierover wordt genomen door de intern begeleider na overleg met de directie. Ouders en leerling krijgen thuis bericht dat de leerling geplaatst wordt en dat de leerling tien dagdelen mag komen wennen in de maand voorafgaand aan de plaatsing indien het op een peuterspeelzaal of voorschool zit. Maakt de leerling hier geen gebruik van dan mag het een volle maand voorafgaand aan de plaatsing wennen. De directeur bepaalt in overleg met groepsleerkrachten 1 en 2 in welke groep de leerling geplaatst wordt. De ouders maken een afspraak met de leerkracht voor de wenochtenden en/of -‐middagen. Voordat de leerling komt wordt de leerkracht geïnformeerd over de nieuwe leerling. Met de leidsters van de peuterspeelzaal wordt een warme overdracht gedaan, waarin de ontwikkeling van de kleuter wordt besproken. Als er twijfel bestaat met betrekking tot plaatsing dan legt de intern begeleider dit voor aan de directie. Deze beslist over de plaatsing van de leerling. Indien besloten wordt de leerling niet te plaatsen wordt dit schriftelijk, met redenen, aan de ouders medegedeeld. Bij inschrijving van uw zoon/dochter is de volgende informatie van belang:
Voor uw kind: het persoonsgebondennummer (burgerservicenummer), familienaam, voornamen, roepnaam, geboortedatum, geboorteplaats, geboorteland, nationaliteit, adres, woonplaats, telefoonnummer waarop u te bereiken bent, naam en telefoonnummer van uw huisarts. Wij vragen u het paspoort van u en uw kind mee te nemen. Indien uw kind al eerder op een andere basisschool zat, dan willen wij ook de naam en het telefoonnummer van die school weten. Wij nemen namelijk altijd even contact op met de vorige school. De informatie van deze school hebben we nodig om uw kind zo goed mogelijk bij ons op school te kunnen begeleiden. Als blijkt dat uw kind op de vorige school van een onderzoeksinstantie een verwijzing heeft gekregen naar een school voor speciaal onderwijs, kan het niet zonder meer op onze school worden ingeschreven. Voor de ouders/verzorgers: familienaam, voornaam, geboortedatum, geboorteland,
nationaliteit, adres (indien dit niet gelijk is aan dat waarop uw kind staat ingeschreven) en het telefoonnummer van uw werk of waar u overdag te bereiken bent. Ook vragen wij naar het opleidingsniveau en de namen van de scholen van beide ouders. Deze informatie wordt gevraagd in een zogenoemde ouderverklaring. Met nadruk wijzen wij u er op dat voor het inschrijven van uw kind(eren) de handtekening van beide ouders/verzorgers nodig is. De inschrijving is definitief als bovenstaande in orde is en goed bevonden is door de school. U wordt hiervan telefonisch of schriftelijk op de hoogte gesteld. Najaarsleerlingen Najaarsleerlingen zijn leerlingen die geboren zijn in de maanden oktober, november en december. Voorheen was het zo dat alle leerlingen die na 1 oktober instroomden, standaard na het instroomjaar nog twee jaar naar de kleutergroep gingen. Deze “1-‐oktoberregeling” geldt in de wet niet meer. De wet doet geen uitspraak over de groep, waarin een kind komt en hoe lang het daar moet blijven. Bij ons wordt in groep 2 vanaf november bekeken welke leerlingen zullen doorstromen naar groep 3. Met name ligt de aandacht dan op de leerlingen, die jarig zijn in de maanden augustus t/m december. De afwegingen, voor wel of niet doorstromen naar groep 3, worden zorgvuldig genomen aan de hand van een vastgesteld protocol. Daarbij maken we gebruik van de scores van onze toetsen, maar we kijken ook naar het welbevinden, de motivatie, de zelfstandigheid, de taakgerichtheid, het zelfvertrouwen, de concentratie, de sociale vaardigheden en de motoriek. De communicatie met en naar de ouders speelt hierbij een grote rol. Uiteindelijk neemt de school het besluit. Omdat het team over alle relevante gegevens en het totaalbeeld van een kind op school beschikt, neemt de school de eindverantwoording voor een weloverwogen beslissing. Vinden we het als school belangrijk dat een kind een kleuterverlenging krijgt, zodat we daardoor beter aansluiten op de ontwikkeling van het kind, dan geven we dit advies aan ouders. Het gehanteerde protocol ligt op school ter inzage. Neveninstromers Indien een leerling door verhuizing of andere omstandigheden van school wisselt, wordt de leerling door de ouders/verzorgers aangemeld. De ouders worden door de intern begeleider uitgenodigd voor een gesprek, waarin de volgende punten aan de orde komen:
• reden van aanmelding; • de schoolloopbaan van de leerling; • de schoolresultaten; • eventuele bijzonderheden.
Indien ouders overwegen hun kind aan te melden krijgen de ouders het aanmeldingsformulier om in te vullen, met de mededeling dat pas tot plaatsing zal worden overgaan, als de leerling binnen het ondersteuningsprofiel van de school past, de groepsgrootte (maximaal 27 leerlingen) en de samenstelling van de ontvangende groep (aantal leerlingen met ondersteuningsbehoefte) dit toelaat. De ouders zijn vervolgens verantwoordelijk voor de uitschrijving van de leerling. Toelating gebeurt dan ook op grond van het Onderwijskundig Rapport (OKR) van de leerling, dat afgegeven wordt door de school van herkomst (wettelijk verplicht). De intern begeleider kan een periode van 6 weken, eventueel verlengd met vier weken, onderzoeken in hoeverre de school tegemoet kan komen in de onderwijsbehoeften van de aangemelde leerling(en). De intern begeleider bekijkt de gegevens van de leerling:
• verloop geschiedenis van de leerling; • het groepsverloop; • de CITO toetsgegevens; • eventueel gemaakte handelingsplannen; • externe verslagen van logopedist, fysiotherapie, bureau Jeugdzorg en schoolarts.
Als blijkt dat de intern begeleider zich nog onvoldoende een beeld heeft kunnen vormen van de leerling, wordt de onderzoeksperiode verlengd met vier weken. In dat geval kan de intern begeleider:
• de leerling uitnodigen voor een pedagogisch-‐didactisch onderzoek; • bij de schoolarts informatie opvragen.
Als alles positief is wordt de ouders schriftelijk meegedeeld dat de leerling geplaatst wordt. Ook wordt de leerkracht hiervan op de hoogte gesteld en ingelicht over de nieuwe leerling. De ouders maken voor de feitelijke plaatsing een afspraak met de betreffende leerkracht (bijlage: aannamebeleid, neven-‐instromende leerlingen). Zij-‐ instromer uit het SBO Het kan voorkomen dat een leerling in het Speciaal BasisOnderwijs (SBO) zich zo goed heeft ontwikkeld, dat terugplaatsing wenselijk is. Voor deze leerling geldt dezelfde procedure als voor de neven-‐instromer met dien verstande dat: • de intern begeleider de leerling op het SBO gaat observeren; • de intern begeleider tot de conclusie komt dat de leerling gebaat is bij de overplaatsing
naar BAO; • de leerling een proeftijd krijgt van drie maanden en tot die tijd op het SBO
ingeschreven blijft; • na de proeftijd wordt door de intern begeleider en ouders geëvalueerd. Het advies van
de school is bindend voor de leerling. Toelating en ondersteuning voor kinderen met een handicap
Over de toelating van een kind met een handicap wordt in overleg met de ouders en betrokken instanties een verantwoord besluit genomen. Kernvraag daarbij zal steeds zijn of wij als basisschool het kind die hulp kunnen bieden die het nodig heeft. Is het antwoord daarop positief dan zal een duidelijk handelingsplan de basis moeten vormen voor de juiste zorg op maat voor dit kind. De directeur beslist over de toelating. Criteria voor plaatsing In principe worden alle leerlingen die aangemeld worden bij ons toegelaten, mits:
-‐ zij niet meer dan een jaar leerachterstand hebben op alle gebieden van de cognitieve ontwikkeling;
-‐ zij niet meer dan een jaar in leeftijd verschillen van de leerlingen in de ontvangende groep;
-‐ de groep waar zij kunnen worden geplaatst het maximum aantal leerlingen niet heeft bereikt (groepsgrootte 27 leerlingen);
-‐ het niet betekent dat het de mogelijkheden van de school en de desbetreffende leerkracht te boven gaat (zie ook ondersteuningsprofiel);
-‐ de identiteit van de school wordt gerespecteerd; -‐ de leerling geen SBO verwijzing heeft.
Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs ingevoerd. Hierdoor hebben scholen een zorgplicht gekregen. Dit houdt in dat scholen de verantwoordelijkheid hebben om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplek te bieden. Al Ihsaan is een Islamitische bredeschool voor leerlingen van 4 t/m 12 jaar. Wij hanteren het leerstofjaarklassensysteem, met veel aandacht voor het individuele kind en we gaan daarbij uit van het concept adaptief onderwijs volgens het GIP-‐model. Onze school staat open voor alle leerlingen die aangemeld worden ongeacht hun geloofsovertuiging. We willen een school zijn waar leerlingen zich thuis voelen, waar ze samen onder leiding van een goede leerkracht veel (zelfstandig) samen leren. Het is ons doel om leerlingen cognitief en sociaal te laten ontwikkelen, zodat ze kunnen doorstromen naar een passende vorm van vervolgonderwijs en actief kunnen deelnemen aan de maatschappij. We besteden veel aandacht aan het (mede) opvoeden van de leerlingen tot volwaardige en respectvolle burgers. Op grond van de WPO dienen ouders hun kind aan te melden bij de school van hun keuze. Als zij de verwachting hebben dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, dienen zij dit meteen aan te geven, ook indien het kind is aangemeld bij meerdere scholen. De school van de eerste voorkeur heeft dan de zorgplicht. De school draagt zorg voor de extra ondersteuning in de klas, op een andere school of een plaats in het speciaal onderwijs. Met de invoering van de zorgplicht is de landelijke indicatiestelling komen te vervallen. Ouders hoeven geen indicatie meer te vragen voor hun kind bij de commissie voor indicatiestelling (CvI). Scholen hebben meer ruimte gekregen om te bepalen welke ondersteuning leerlingen nodig hebben om onderwijs te kunnen volgen. Op onze scholen gaan we uit van het idee dat alle leerlingen willen en kunnen leren. Leerlingen komen immers niet op school om te mislukken, maar om te lukken. Bij ons onderwijsaanbod
gaan wij uit van de uitgangspunten van adaptief onderwijs, dat betekent dat wij zoveel mogelijk ‘op maat’ werken en dus inspelen op de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen. Wij werken daarbij echter niet geheel individueel. Voor de meeste leerlingen hanteren wij het basisstof-‐herhalingsstof -‐verrijkingsstofmodel, waarbij leerlingen die andere onderwijsbehoeften hebben (de snelle en meerbegaafde leerlingen en de zwakke leerlingen) ook onze aandacht hebben. Voor leerlingen waarvoor dat nodig is stellen we eventueel aangepaste programma’s op. In ons ondersteuningsprofiel hebben wij de leerlingen waarvoor wij een passend onderwijsaanbod kunnen verzorgen beschreven. Vanaf het moment van binnenkomst volgen we onze leerlingen systematisch, verzamelen we gegevens over hun ontwikkeling en proberen we zoveel mogelijk aan de leer-‐ en de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen tegemoet te komen. Verder moeten scholen in hun ondersteuningsprofiel opnemen welke onderwijsondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. Het ondersteuningsprofiel van Al Ihsaan is op te vragen bij de intern begeleider. Met de invoering van de zorgplicht is dus de onderwijsbehoefte van het kind centraal komen te staan. Om zo goed mogelijk te voorzien in de onderwijsbehoefte van elk kind, zijn er regionale samenwerkingsverbanden opgericht. Met de invoering van de Wet Passend Onderwijs is ook de leerlinggebonden financiering, ook wel bekend als ‘het rugzakje’, komen te vervallen. Het geld gaat naar het samenwerkingsverband waar de school mee samenwerkt. In deze samenwerkingsverbanden werken het reguliere en speciaal onderwijs samen. Er worden afspraken gemaakt over de ondersteuning van leerlingen in de regio. Ook worden er afspraken gemaakt met de gemeente in de regio over de inzet en afstemming met (jeugd)zorg. Al Ihsaan, oftewel stichting Noor, neemt deel aan het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Lelystad/Dronten. Met het samenwerkingsverband is onderwijsondersteuning afgesproken, genaamd de basisondersteuning, die elke school moet kunnen bieden. We onderscheiden in onze school vier niveaus van basisondersteuning en twee niveaus van extra ondersteuning. Een uitgebreide omschrijving van deze niveaus is te vinden in het ondersteuningsplan van Al Ihsaan. Contactgegevens samenwerkingsverband/onderwijsloket Samenwerkingsverband Passend onderwijs Lelystad-‐Dronden Kempenaar 03-‐23 8242 BD Lelystad t: 0320-‐215214 e: [email protected] Wijzigingen gegevens Het is van groot belang dat u onder schooltijd bereikbaar bent. Het telefoonnummer van thuis, werk of opvangadres moet bij wijziging daarom direct worden doorgegeven aan de groepsleerkracht. Dit geldt ook voor adreswijzigingen. Dit is niet alleen in het belang van een correcte leerlingenadministratie, maar bovenal in het belang van uw kind. Hoe wordt de ontwikkeling van de leerlingen gevolgd? Wat wij op school willen is dat de leerlingen met plezier naar school gaan en veel leren. De
leerkrachten zetten zich in voor een fijne sfeer in hun groep en doen er alles aan uit het kind te halen wat erin zit. Om dat waar te maken moet er goed les gegeven worden en moet goed in de gaten gehouden worden hoe de ontwikkeling van de leerlingen verloopt. Om bij te houden of de leerlingen voldoende vooruitgang boeken, hebben we een leerlingvolgsysteem. Dit leerlingvolgsysteem bestaat uit een aantal toetsen en soms ook een aantal observaties, die we regelmatig inzetten. Daarmee volgen we de ontwikkeling van de leerlingen en krijgen we tijdig signalen als er iets mis dreigt te gaan. De leerkracht kijkt ook hoe het gedrag van het kind is; kan het al zelfstandig iets doen? Kan hij goed samenwerken en -‐spelen met andere leerlingen, etc. Vanaf groep 3 wordt steeds twee keer per jaar getoetst hoe het staat met de basisvaardigheden: technisch en begrijpend lezen, spelling, woordenschat en rekenen. In groep 2 wordt nagegaan hoe het zit met de vaardigheden, die leerlingen nodig hebben om met lezen, schrijven en rekenen te beginnen in groep 3. Alle toetsen die we gebruiken zijn toetsen, die door Cito speciaal ontworpen zijn voor een dergelijk leerlingvolgsysteem. Maar we vinden het ook belangrijk goed in de gaten te houden hoe het staat met het welbevinden van het kind op school. Dat een kind lekker in zijn vel zit is de eerste voorwaarde waaraan voldaan moet zijn, wil een kind iets kunnen leren. Ook daarom vullen de leerlingen van de groepen 5 t/m 8 ieder jaar de schoolvragenlijst in. Op die lijst kunnen de leerlingen zelf aangeven of ze het naar hun zin hebben in de klas, of ze voldoende uitleg krijgen, of de lessen interessant zijn etc. Alle toetsen en observaties van ons leerlingvolgsysteem staan op een toetskalender, die elk jaar nauwkeurig gevolgd wordt. De uitslagen van de toetsen en de gegevens van de observaties worden door de groepsleerkracht samen met onder meer de intern begeleider bekeken en doorgesproken. Als blijkt dat er leerlingen zijn, die niet voldoende vooruitgaan, wordt nagegaan waar dit aan kan liggen en worden zo nodig extra maatregelen genomen. Op deze manier houden we constant de vinger aan de pols, kunnen we niet ineens voor de verrassing komen te staan dat een kind achterop geraakt is en kan meteen ingegrepen worden als dat nodig is. Methodegebonden toetsen Hiervoor is met name gesproken over Cito-‐toetsen en observaties. Methodegebonden toetsresultaten dienen ook als ‘volgsysteem’. Methodegebonden toetsen zijn toetsen, die meten of de leerlingen de leerstof -‐ die in de methode in een aantal lessen is aangeboden -‐ voldoende beheersen. Leerlingendossiers De gegevens van de leerling worden opgeslagen in het leerlingendossier dat uitsluitend toegankelijk is voor de leerkrachten en de directie van de school. Ouders hebben te allen tijde recht op inzage in het dossier van hun kind. In dit dossier worden onder andere de toetsresultaten opgenomen, de verslagen van oudergesprekken, de handelingsplannen ter begeleiding van het kind en eventuele onderzoeksrapporten. Bij wisseling van basisschool
wordt het dossier overgedragen aan de nieuwe school, zodat continuïteit in het leerlingvolgsysteem gewaarborgd blijft. Voor alle informatie buiten de toetsresultaten om wordt toestemming van de ouders gevraagd. Bij uitstroom naar het voortgezet onderwijs wordt het volledige dossier nog een jaar bewaard, daarna worden per leerling stamkaart, schooladviezen en eventuele onderzoeksrapporten opgeborgen in het archief, waar het nog vijf jaar bewaard wordt en daarna vernietigd. Regelgeving betreffende de persoonsgegevens Elke ouder heeft recht op inzage in en correctie van gegevens in het deel van de leerlingenadministratie dat betrekking heeft op het eigen kind. Het is zonder toestemming van de ouders/ verzorgers niet toegestaan dat het bevoegd gezag (schoolbestuur, of namens het schoolbestuur de directeur) gegevens uit de administratie ter kennis brengt aan anderen dan degenen die ingevolge van de wet bevoegd zijn inlichtingen omtrent de school en het onderwijs te ontvangen. Hoe gaan we om met leerlingen die extra hulp nodig hebben? De leerkracht is primair verantwoordelijk voor de ondersteuning aan haar leerlingen. Op school is een structuur afgesproken die de leerkracht ondersteunt ter optimalisering van haar onderwijs. Tijdens ingeplande leerlingbesprekingen en groepsbesprekingen bespreekt de leerkracht de voortgang en de gewenste aanpassingen op didactisch en pedagogisch niveau samen met de intern begeleider en, waar gewenst, met de orthopedagoog. De ontwikkeling van een leerling wordt systematisch gevolgd en vastgelegd in een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem. Hieronder wordt door middel van een schematische weergave inzichtelijk gemaakt wat de ondersteuningsniveaus zijn die binnen onze school en binnen het samenwerkingsverband gelden. Daarna volgt per niveau een beschrijving van de route die de leerkracht samen met betrokkenen volgt om te komen tot passend onderwijs. De stappen van de 1-‐zorgroute zijn hierbij leidend. Niveaus Omschrijving
Ondersteuning in de groep/school
BASISONDERSTEUNING
Niveau 1
Leerkracht observeert, signaleert, voert uit, evalueert, werkt handelingsgericht en opbrengstgericht.
Niveau 2
De leerkracht overlegt met collega’s, voert groepsbespreking/ collegiale consultaties. Afwegen wie of wat verder nodig is binnen of buiten de school. Er worden interventies binnen de school gedaan met zo nodig hulp van het CJG.
Niveau 3 De leerkracht overlegt met de Ib’er (leerlingbespreking) om onderwijsbehoeften te verhelderen, te reflecteren op eigen gedrag, ervaringen uit te wisselen en aanpak af te
stemmen, interventies en ondersteuning in de school te organiseren. De ondersteuning wordt door de school zelf georganiseerd.
Niveau 4
Het ondersteuningsteam wordt geraadpleegd en/of het Onderwijsloket wordt geraadpleegd. Het kind heeft extra ondersteuning nodig die verder gaat dan de school zelf kan bieden. Het ondersteuningsteam beschrijft in een groeidocument wat het kind nodig heeft om zich optimaal te kunnen ontwikkelen, volgens de vijf velden. Het voorbereiden van een aanvraag van toelaatbaarheidsverklaring SBO of SO waarbij instemming van het SWV noodzakelijk is. Er wordt een integraal plan van aanpak gemaakt.
EXTRA ONDERSTEUNING
Niveau 5
Onderwijsloket: handelingsgericht arrangeren (op basis van de vijf velden) van (tijdelijke) arrangementen. Expertise uit SWV S(B)O wordt ingezet met bovenschoolse arrangementen. Hiervoor is een ontwikkelingsperspectief geschreven (binnen 6 weken).
Cluster 1 en 2 ondersteuning: een verwijzing via Onderwijsloket
TLV
Toelaatsbaarheidsverklaring voor speciale onderwijsvoorzieningen door het SWV (kort-‐ en langdurend)
1. SBO (TLV) en 2. SO (TLV):
• Categorie 1: SO-‐school voor ZMLK, LZ of Gedrag
• Categorie 2: SO-‐school voor LG.
• Categorie 3: SO-‐school voor MG (ZMLK-‐LG).
Met het samenwerkingsverband is onderwijszorg afgesproken, genaamd de basisondersteuning, die elke school moet kunnen bieden. Dit is het geheel van preventieve en licht curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, worden uitgevoerd. We onderscheiden in de basisondersteuning vier niveaus van ondersteuning: Basisondersteuning Niveau 1 De leerkracht is verantwoordelijk voor de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen in haar groep. Zij volgt die ontwikkeling dagelijks door haar leerlingen instructies te geven, te observeren tijdens het werk en het werk te beoordelen. Zij volgt daarbij de methoden en neemt regelmatig de methodegebonden toetsen af. De leerkracht stelt per vakgebied vier keer per jaar voor haar groep een groepsplan op. Leerkrachten evalueren na elke cyclus de groepsplannen. Deze evaluatie wordt besproken in de groepsbespreking. Uit deze evaluatie
kan naar voren komen dat de extra inzet niet het gewenste resultaat heeft gehad of dat een leerling meer speciale hulp nodig heeft. Dan treedt het tweede niveau van ondersteuning in. De begeleiding van de intern begeleider op het eerste niveau is gericht op het coachen van de leerkracht bij het opstellen van het groepsplan, om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen. (bijlage: groepsplan, format evaluatie groepsplan). Twee maal per jaar nemen de leerkrachten ook methode-‐onafhankelijke toetsen af: de Cito-‐toetsen. Voor het afnemen van de Cito-‐toetsen is een toetskalender en toetsprotocol (bijlage) opgesteld. De resultaten van de toetsen worden door de leerkracht ingevoerd in het leerlingvolgsysteem, zodat zij meteen zicht heeft op de aard van de gemaakte fouten of welke leerlingen zwak of bovenmatig goed scoren. De informatie die voortkomt uit de signalering wordt in de eerste plaats door de leerkracht geanalyseerd. Er wordt hierbij op individueel-‐ en op groepsniveau geanalyseerd. De analyse wordt voorgelegd aan de intern begeleider tijdens de groepsbespreking. De leerkracht noteert alle stappen ten aanzien van de groepsplannen in de evaluatie van haar weekplanning. Ouders worden van alle stappen op de hoogte gebracht en gehouden. Dit gebeurt in ieder geval door middel van oudergesprekken, die drie maal per jaar met elk ouderpaar plaatsvinden (bijlage: oudergesprekformulier). Ouders worden bij de start van het schooljaar en tussendoor betrokken bij de ontwikkeling van hun kind (wanneer er gewerkt gaat worden met een individueel handelingsplan is het wettelijk verplicht dat dit in overleg met de ouders gebeurt). Bij het eerste niveau van ondersteuning hoort ook dat de leerkracht alle leerlingen van de groep aan het einde van het schooljaar overdraagt aan de collega die de groep zal overnemen. Dit zijn de zogenaamde overdrachtsgesprekken (bijlage: de overdrachtformulieren, overgangsprotocol). De leerkrachten leggen alle gesprekken schriftelijk vast. Onder administratie en rapportage hier meer over. Niveau 2 Tijdens een groepsbespreking kunnen complexere vragen van de leerkracht betreffende een individuele leerling naar voren komen. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om leerlingen die geen profijt hebben gehad van het reguliere, eventueel aangepaste, aanbod van de leerkracht, die past bij het eerste niveau van ondersteuning. Hetzij voor een leerling met hoge resultaten, met weinig tot geen groei of een voor een leerling met achterblijvende resultaten waarbij de geboden ondersteuning niet (direct) effect heeft gehad. Niveau 3 Wanneer collegiaal consulteren niet heeft geholpen, kan de leerkracht haar leerling aanmelden voor een leerlingbespreking. Elk schooljaar plant de intern begeleider drie vaste momenten voor leerlingbesprekingen, waarvan twee met het hele team. Daarnaast is het mogelijk voor leerkrachten om gedurende het schooljaar wanneer nodig, een leerlingbespreking aan te vragen. Dit gebeurt middels een aanmeldformulier (zie bijlage Aanmelding leerlingbespreking) welke de leerkracht volledig invult. Het ingevulde formulier biedt inzicht in de hulpvraag van de leerkracht alsook in de visie van de leerling en zijn/haar ouders. Vóór de aanvraag gaat de leerkracht namelijk eerst in gesprek met de leerling en zijn/haar ouders. Centraal in de leerlingbespreking staat het beantwoorden van de begeleidingsvraag van de leerkracht.
Niveau 4 Mocht zorg te specialistisch worden dan kan de leerling besproken worden in het OndersteuningsTeam (OT). Het OT bestaat uit vaste leden en leden die op afroep “deelnemen”. Vaste leden zijn: een jeugdverpleegkundige (vanuit het Centrum Jeugd en Gezin), een maatschappelijk werker van de Maatschappelijk Dienstverlening Flevoland, de intern begeleider. Op afroep en indien mogelijk de orthopedagoge van Zien in de klas, de ouders, de leerling, een logopedist en een ambulant begeleider. Deze bijeenkomsten vinden eens in de zes weken plaats.
Een orthopedagoge van Zien in de Klas fungeert als schoolondersteuner en werkt nauw samen met de intern begeleider. Samen stellen ze jaarlijks een projectplan op die ze halfjaarlijks evalueren. De ondersteuning die de orthopedagoge kan bieden:
-‐ Een begeleidingsgesprek met de intern begeleider. Hierin kan de intern begeleider vragen stellen aan de orthopedagoge omtrent zorg en ondersteuning.
-‐ Consultatieve leerlingbegeleiding: Dit is een gesprek tussen leerkracht, intern begeleider en de orthopedagoge. Hierin wordt een leerling besproken. Dit gesprek is gericht op verkrijgen van handelingsadviezen voor de leerkracht. De school behoeft ook hiervoor van ouders geen toestemming.
-‐ Onderzoek: indien wenselijk kan de school in overleg en met toestemming van ouders een onderzoek aanvragen bij het onderwijsloket of Zien in de Klas. Voorafgaand aan een onderzoek vindt altijd een intake met ouders en school plaats, waarin bekeken wordt of en zo ja welk onderzoek zinvol is. Deze stap volgt altijd pas in niveau 4 van de niveaus van ondersteuning.
Wanneer een leerling in het OT wordt besproken maakt de intern begeleider een groeidocument aan. (zie bijlage “Format groeidocument met OPP”) Dit document heeft op de eerst plaats als doel de onderwijsbehoeften van een leerling beter in beeld te krijgen om tot een passende ondersteuning te komen. Voor leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, het fundamentele niveau (1F), op onderdelen, niet halen wordt in overleg met ouders een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Dit is onderdeel van het groeidocument. Nadat de intern begeleider de algemene gegevens van de leerling in het document heeft verwerkt, is het de taak van de leerkracht om, al dan niet met begeleiding van de intern begeleider, het document verder in te vullen en te beheren.
Het kan voorkomen dat een leerling, ondanks de hiervoor beschreven inspanningen, onvoldoende kan profiteren van de basisondersteuning. Deze leerling zal dan extra ondersteuning nodig hebben. Deze extra ondersteuning wordt aangevraagd bij het onderwijsloket. Hiermee gaan we van niveau 4, wat binnen de basisondersteuning valt, naar niveau 5, de eerste stap binnen de extra ondersteuning. Extra ondersteuning Niveau 5 De intern begeleider meldt in samenspraak met ouders, de leerling aan bij het onderwijsloket (zie bijlage Groeidocument met OPP). Samen met de leerkracht proberen zij een passend onderwijsaanbod voor de leerling op te stellen. Dit worden (tijdelijke) arrangementen genoemd die, op basis van de vijf velden (zie bijlage ondersteuningsprofiel) worden vormgegeven. In de praktijk betekent dit dat expertise uit het S(B)O kan worden ingezet. Voor leerlingen die extra ondersteuning krijgen is een OPP verplicht. Extra ondersteuning uit cluster 1 en 2 wordt niet via het onderwijsloket gearrangeerd, maar direct met de instelling.
Niveau 6 Wanneer de ondersteuning aan een leerling ver buiten het schoolondersteuningsprofiel valt en de school geen passend onderwijs kan bieden, vraagt de school een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aan bij het onderwijsloket. Met een TLV kan de school een leerling verwijzen naar een andere school die de ondersteuning wel kan bieden, een speciale school voor basisonderwijs of een REC-‐school (zie verder voor de procedures). Aan ouders hoeft de school geen toestemming te vragen voor het aanvragen van een TLV. Het doel is om de verwijzing in goed overleg te laten verlopen. Hiervoor is het betrekken van ouders en leerling vanaf niveau 1 van groot belang. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Alle leerlingen worden door ons nauwkeurig gevolgd door middel van methode-‐gebonden en methode-‐onafhankelijke toetsen. Met SCOL volgen we de sociaal-‐emotionele ontwikkeling van de leerlingen twee keer per jaar. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zijn voor ons bijvoorbeeld leerlingen met:
-‐ een indicatie voor speciaal (basis)onderwijs; -‐ een eigen leerlijn voor een of meerdere vakgebieden; -‐ een verwachte uitstroom naar praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs; -‐ cognitieve of sociaal-‐emotionele belemmeringen (indicatie voor
leerwegondersteuning). Leerwegondersteuning Leerlingen die op twee leergebieden een achterstand hebben van 25% of meer kunnen in groep 8 verwezen worden naar leerwegondersteunend onderwijs (lwoo). Een school moet kunnen aantonen dat een leerling niet kan meedoen aan het reguliere curriculum. Dit kan bijvoorbeeld met een psychologisch en/of didactisch onderzoek. Deze leerlingen doen wel mee aan de Eindtoets en krijgen daarnaast op de school voor voortgezet onderwijs een capaciteitenonderzoek. Individuele leerlijn Tot en met groep 5 proberen wij onze leerlingen zoveel mogelijk mee te laten doen aan het basisprogramma. Blijkt dat moeizaam te gaan, zelfs met een minimumprogramma, dan passen wij vanaf groep 6 het programma aan voor deze leerlingen. Deze leerlingen volgen dan een individuele leerlijn. De inspectie beoordeelt of deze leerlingen voldoende leervorderingen boeken. Dit is alleen mogelijk als de school:
-‐ een (voldoende ambitieus) ontwikkelingsperspectief (eindniveau) heeft vastgesteld; -‐ dit heeft uitgewerkt met tussendoelen; -‐ de ontwikkeling van de leerlingen volgt aan de hand van deze tussendoelen; -‐ ten minste twee tussentijdse evaluaties heeft uitgevoerd.
Ontwikkelingsperspectief Voor leerlingen die extra ondersteuning ontvangen stellen we een ontwikkelingsperspectief op, op basis van zorgvuldig overleg met de ouders. Het ontwikkelingsperspectief beschrijft hoe
dicht de leerling de gestelde doelen kan benaderen en welke extra ondersteuning daar voor nodig is. Het ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld voor leerlingen die, ondanks de inspanningen van de school, het fundamentele niveau 1F (op onderdelen) niet halen. De groep leerlingen die het fundamentele niveau (1F) niet haalt op 12-‐jarige leeftijd is divers. Doelgroepen Om te komen tot een afbakening, zijn de volgende groepen leerlingen onderscheiden: § Leerlingen met een achterstand die 1F (op onderdelen) niet halen, maar in staat worden
geacht om met extra (didactische) inspanningen/ aanpassingen/ hulpmiddelen/ dispensatie 1F alsnog te halen. Dit zijn leerlingen die in principe doorstromen naar vmbo-‐tl, havo en vwo, maar vanwege beperkende leerling-‐ interne factoren de referentieniveaus niet halen.
§ Leerlingen met minder cognitieve capaciteiten die doorstromen naar vmbo-‐bb/kb met eventueel leerwegondersteuning, naar praktijkonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs-‐arbeidsmarktgericht, die de referentieniveaus waarschijnlijk niet zullen halen, maar wel verder kunnen komen dan nu het geval is.
Reguliere basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs hoeven geen ontwikkelingsperspectief op te stellen voor leerlingen die ondersteuning krijgen die in het reguliere (basis)ondersteuningsaanbod zit, zoals begeleiding bij dyslexie of kortdurende remedial teaching. Wat staat er in het ontwikkelingsperspectief? In elk geval de te verwachten uitstroombestemming en de onderbouwing daarvan. De onderbouwing bevat in elk geval de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijsproces. Extra informatie ten opzichte van het (v)so: de afwijkingen van het reguliere onderwijsprogramma en de te bieden begeleiding en ondersteuning. De Inspectie van het Onderwijs ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs, en daarmee ook op het ontwikkelingsperspectief. Vast-‐ en bijstelling Het bevoegd gezag stelt het ontwikkelingsperspectief vast, nadat het hierover op overeenstemming gericht overleg met de ouders heeft gevoerd. De leerkracht, Ib’er en andere betrokkenen evalueren het ontwikkelingsperspectief halfjaarlijks met de ouders en eventueel de leerling (vanaf groep 6) en de school stelt het zo nodig bij. Meerbegaafde leerlingen Ook leerlingen die bovengemiddeld presteren willen we zorgvuldig ondersteunen. Dit zijn de leerlingen die begaafd of hoogbegaafd zijn (zij hebben een hoog IQ en presteren ook bovenmatig goed). Sinds 2012 maken we gebruik van het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafden (DHH). Op grond van de toetsresultaten en eventueel het gedrag passen we het leerprogramma aan, zodanig dat zij ook voldoende uitgedaagd worden. Voor deze leerlingen wordt ook een ontwikkelingsperspectief opgesteld, omdat het fundamentele niveau (1F) vaak al behaald wordt voordat de leerling in groep 8 zit. Hierdoor is het bepalen van de te verwachten uitstroombestemming en eventueel een vervroegde uitstroom van belang. Doubleren
De wet op het Primair onderwijs schrijft voor dat ieder kind recht heeft op een ononderbroken ontwikkeling. In beginsel doorlopen leerlingen de basisschool in 8 jaar. Binnen de leerstof van een methode differentiëren we naar tempo, naar niveau, naar leertijd en naar instructiebehoefte. We proberen leerlingen met tegenvallende resultaten de gestelde minimumdoelen te laten behalen. Tegen het einde van het schooljaar wordt de definitieve balans opgemaakt. Dat betekent voor bijna alle leerlingen overgang naar de opvolgende groep en voor een enkeling een doublure. Omdat een doublure een ingrijpende gebeurtenis is voor een leerling, moet de keuze zorgvuldig gemaakt worden. Voor-‐ en nadelen moeten goed overwogen worden, aan de hand van duidelijke criteria, die in een vroeg stadium met de ouders moeten worden besproken. Dit overgangsprotocol geeft duidelijkheid over de procedure, die gevolgd wordt op Al Ihsaan bij de besluitvorming. Het is als bijlage opgenomen in ons ondersteuningsplan en het is terug te vinden op de website van de school. In principe kunnen leerlingen, die jarig zijn voor 1 januari, doorstromen naar de volgende groep, maar het is niet de datum van 1 januari die bepalend is, maar de persoonlijke ontwikkeling van de kleuter. In een belangrijk aantal gevallen heeft een extra periode van 6 of 7 maanden effect op leerlingen, met name als de leerlingen gericht gestimuleerd worden op de gebieden waarop de ontwikkeling onvoldoende tot stand is gekomen. Voor die leerlingen is het goed, want vervolgens kunnen ze zonder problemen de basisschool vervolgen. Tegelijkertijd moeten we constateren dat kleuterbouwverlenging niet altijd het beoogde effect heeft. Een belangrijk aantal leerlingen met kleuterbouwverlenging blijkt het vervolgens op het einde van groep 3 opnieuw moeilijk te hebben. Uitgangspunten met betrekking tot doubleren Op Al Ihsaan hebben we de volgende uitgangspunten geformuleerd:
-‐ Leerlingen kunnen hoogstens eenmaal doubleren op onze school. -‐ Doubleren kan voorkomen in groep 1 t/m 4. Incidenteel in andere groepen (bijv. bij
neveninstromers) -‐ Doubleren is met name bedoeld voor leerlingen, die wat betreft de resultaten op hun
tenen lopen, terwijl er wel voldoende capaciteiten aanwezig (b)lijken te zijn. -‐ Voor leerlingen, die regelmatig ziek zijn (geweest) of zich door problemen thuis en/of
op school minder hebben ontwikkeld dan op grond van hun capaciteiten verwacht mag worden, kan een doublure een goede oplossing zijn,
-‐ Bij leerlingen met een gediagnosticeerde handicap (met een arrangement) zijn we terughoudend wat betreft doubleren. Bij deze leerlingen zal, samen met de ambulant begeleider vanuit de betreffende cluster, bekeken moeten worden, of de achterliggende prestaties verband houden met deze handicap.
-‐ Om de wenselijkheid van een doublure vast te stellen, spelen de omvang van de tot nu toe aangeboden extra hulp en de resultaten hiervan een rol.
-‐ Om te komen tot een besluit van doubleren maken we gebruik van de resultaten vanuit: Ø leerlingvolgsysteem (LVS) van Parnassys Ø observaties en resultaten vanuit SCOL, wat betreft de sociaal-‐emotionele
ontwikkeling en de werkhouding. Voor de groepen 1 en 2 hanteren we hierbij ook de observaties uit BOSOS.
Ø resultaten op methodegebonden toetsen (hoofd)rekenen, begrijpend lezen, taal, spelling en technisch lezen
Ø kleutertoetsen op het gebied van voorbereidende leesontwikkeling (auditieve analyse, synthese, letterkennis en fonemisch bewustzijn)
Ø eventueel rapportage van externen vanuit het samenwerkingsverband. Met betrekking tot de besluitvorming ten aanzien van doubleren wordt altijd zorgvuldig overlegd met ouders. In februari wordt met ouders over de gedachte aan een doublure gesproken, tijdens de reguliere rapportgesprekken. Daarbij worden de redenen genoemd en wordt de procedure uitgelegd. In mei wordt definitief besloten en wordt het ingevulde formulier “verantwoording doublure” met de ouders besproken. Onderdeel van dit formulier is een globaal plan van aanpak, dat wordt opgesteld voor het volgende schooljaar. Na drie maanden in de nieuwe groep worden de ouders uitgenodigd voor een tussenevaluatie. Van alle gesprekken wordt door de leerkracht een verslag gemaakt en dit wordt door de ouders ondertekend. De leerkracht kan ervoor kiezen om de intern begeleider aan te laten schuiven bij de gesprekken. Bij het aantal doublures wordt rekening gehouden met het percentage doublures dat de inspectie als norm stelt (3 % over twee jaar). In bijzondere gevallen wordt er beredeneerd afgeweken van dit overgangsprotocol. Het besluit hiertoe wordt genomen door de directeur. Sneller verloop Leerlingen die minder tijd nodig hebben om zich de basisstof eigen te maken, worden extra uitgedaagd met verdiepingstof. Ten behoeve van de sociale ontwikkeling blijven deze leerlingen zoveel mogelijk in hun eigen leeftijdsgroep, tenzij ze daar duidelijk bovenuit gegroeid zijn en geen aansluiting meer vinden. Dan wordt bekeken of vervroegd uitstromen in het belang van de ontwikkeling van het kind is. Logopedie op school Op iedere basisschool in Lelystad komt een logopedist. Bij ons is dat Karen Middelkoop. Zij komt op afspraak op onze school. De logopedist houdt zich bezig met de mondelinge communicatie: taal, spraak, stem, mondgedrag, vloeiendheid, auditieve vaardigheden en gehoor. In het dagelijks leven is communiceren onmisbaar. Een goede spraak-‐ en taalontwikkeling is een belangrijke basis voor het leerproces. Soms verloopt de spraak-‐ en/of taalontwikkeling niet vanzelf. Het opsporen van leerlingen met logopedische problemen gebeurt door middel van de logopedische screening. Deze is erop gericht leerlingen te selecteren die risico lopen in de verdere spraak-‐ en/of taalontwikkeling. Alle leerlingen worden rond hun vijfde verjaardag door de logopedist op school gescreend. De ouders en leerkracht krijgen vooraf bericht over deze screening. Over de uitslag worden zij ook
geïnformeerd, per brief of in een persoonlijk gesprek. Als ouders, leerkrachten of anderen twijfelen over het spreken van een leerling, dan kunnen zij de logopedist raadplegen. Als blijkt dat er iets aan de hand is zijn er de volgende mogelijkheden. Controle op korte of langere termijn. Adviezen voor ouders en leerkrachten. Eventueel kortdurende begeleiding door de logopedist op school. Verwijzing naar logopedist in de vrije vestiging.
Als u contact wilt opnemen met de logopedist dan kunt u dat via de leerkracht van uw kind doen. Meer informatie is te vinden op www.logopedieopscholenlelystad.nl Hoe wordt de overgang naar het voortgezet onderwijs begeleid? Van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs Deze procedure start in groep 7. Daar bepalen wij, mede op grond van de resultaten van de entreetoets welke leerlingen kunnen doorstromen naar het regulier voortgezet onderwijs en welke leerlingen een ander traject in gaan (bijlage: bespreekformulier Entreetoets). Aan de ouders van de leerlingen die de Cito-‐Eindtoets doen zal in november, onder andere aan de hand van de Entreetoets het voorlopige advies voor een niveau voor voortgezet onderwijs (VO) gegeven worden. Na de CITO-‐uitslag van de middentoets in februari zal het definitieve advies volgen. De CITO-‐uitslag samen met het advies van de school is richtinggevend voor het te volgen voortgezet onderwijs (bijlage: adviesformulier VO). Speciaal Voortgezet onderwijs (SVO) Leerlingen die op meer dan twee gebieden een leerachterstand hebben van 25 % en meer, komen in aanmerking voor het Speciaal Voortgezet Onderwijs: het praktijkonderwijs. Ook zij krijgen een capaciteitenonderzoek. De procedure voor de overgang naar het voortgezet onderwijs ziet er als volgt uit. Groep 7:
In mei vindt in groep 7 de entreetoets plaats. Eind juni vindt voor alle leerlingen van groep 7 het voorlopige advies plaats;
Groep 8 In november/december bezoeken ouders en leerlingen open dagen van scholen voor
voortgezet onderwijs; Vóór 1 maart vindt het definitieve advies plaats; In maart/april kunnen de ouders hun kind inschrijven bij de diverse voortgezet
onderwijs scholen; In mei/juni ontvangen ouders bericht of de leerling is aangenomen.
Leerlingen die (tussentijds) de school verlaten Als leerlingen tussentijds de school verlaten, bijvoorbeeld door verhuizing, werken we eraan
mee ervoor te zorgen dat het kind op de nieuwe school zo goed mogelijk vooruit kan. Voor iedere leerling die onze school verlaat, wordt door de groepsleerkracht van de betreffende leerling een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit rapport geeft aan wat het onderwijsaanbod van onze school geweest is en welke resultaten de leerling daarbij behaald heeft. Het onderwijskundig rapport wordt naar de nieuwe school van de leerling gestuurd. Indien ouders besluiten hun kind van school af te halen, vindt te allen tijde een gesprek met de directie plaats. In dit gesprek moet achterhaald worden wat de reden is van het willen uitschrijven van de leerling. De inspanningen dienen in eerste instantie erop gericht te zijn dat leerlingen op Al Ihsaan blijven. Besluiten ouders toch hun kind van de school af te halen, dan moet duidelijk zijn naar welke school het kind toegaat. Formeel wordt het kind uitgeschreven als de ontvangende school een bewijs van inschrijving heeft gestuurd. Leerlingen die naar het buitenland vertrekken worden alleen uitgeschreven na hierover de leerplichtambtenaar geraadpleegd te hebben. Onderwijskundig Rapport (OKR) Wanneer een leerling onze school verlaat (tijdens de schoolloopbaan of aan het eind van groep 8) vult de leerkracht een onderwijskundig rapport (OKR) in voor de vervolgschool. De volgende school is op die manier goed geïnformeerd over de schoolvorderingen en eventuele bijzonderheden van de leerling. De overstap kan dan zo goed mogelijk plaatsvinden. Wij sturen het OKR op naar de school waar onze vertrekkende leerling naar toe gaat. Ouders ontvangen een kopie van het OKR. Hoe wordt gezorgd voor de gezondheid en de veiligheid van de leerlingen? GGD Flevoland Om de gezondheid en de veiligheid van onze leerlingen te waarborgen werken we met diverse instanties samen. De Jeugdgezondheidszorg van de GGD Flevoland is nauw betrokken bij de gezondheid, groei en ontwikkeling van leerlingen van 0 tot 12 jaar. Vanuit de GGD is een team van de afdeling Jeugdgezondheidszorg beschikbaar, bestaande uit de jeugdarts en de jeugdverpleegkundige. Preventief Gezondheidsonderzoek (PGO) Jaarlijks worden de leerlingen van groep 2 en 7 uitgenodigd voor een Preventief Gezondheidsonderzoek. Door middel van het Preventief Gezondheidsonderzoek probeert de jeugdverpleegkundige een algemeen beeld te krijgen van het functioneren van uw kind. Ook wordt in het onderzoek de lengte en het gewicht van uw kind bepaald. Interventie GGD De afdeling Technische Hygiënezorg (voorkoming van infectieziekten) start met het geven van
een voorlichting aan groep 1/ 2 van onze school. De meeste leerlingen wassen hun handen te weinig. En als leerlingen hun handen wassen, gebeurt dit vaak op de verkeerde momenten. Op de juiste manier handen wassen helpt infectieziekten te voorkomen en zorgt er bovendien voor dat leerlingen minder vuile en ongezonde stoffen uit ons leefmilieu opnemen. Handen die niet goed gewassen zijn, kunnen ziekten verspreiden zoals verkoudheden, griep, maag-‐ en darminfecties (diarree), maar ook ernstigere infecties zoals geelzucht (hepatitis A). Besmetting van deze ziekten vindt vaak plaats op scholen. Vooral jonge leerlingen lopen meer risico. Zij steken vaker hun vingers in de mond en eten graag met hun handen. In deze voorlichting zal op een speelse wijze het belang en de juiste wijze van handen wassen verteld worden. Contactpersoon Op basisschool Al Ihsaan is Elke van Huffelen uw contactpersoon. Zij werkt als jeugdverpleegkundige van GGD Flevoland bij het Kanspunt Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in Lelystad. U kunt met al uw vragen over het opgroeien en opvoeden van uw kind kosteloos bij haar terecht. U kunt een afspraak maken via de leerkracht van uw kind of via het CJG-‐telefoonnummer: 0320-‐231111. Bezoek ook eens de website www.cjglelystad.nl. Deze staat boordevol informatie en leuke weetjes! Daarnaast is er elke week een vast inloopspreekuur voor iedereen op het consultatiebureau in de Atol Plaza (woensdag 11:00 uur). Bezoekadres: Atol Plaza Schor 1 8224 CM Lelystad. Schoolmaatschappelijk werk (SMW) Wanneer ouders problemen of moeilijkheden ervaren op het gebied van opvoeding, financiën of verzorging, verwijzen wij ouders door naar schoolmaatschappelijk werk. De doelgroep van het SMW is het kind, de ouder en de leerkrachten. De schoolmaatschappelijk werker vervult een brugfunctie tussen de 3 genoemde betrokkenen. Doelstelling van het School Maatschappelijk Werk (SMW) is verbeteren van de opvoedingssituatie van het kind door de belemmerende factoren in het gezin te verhelpen en de zelfredzaamheid van het kind te vergroten. De begeleiding vanuit SMW vindt plaats op de school en bestaat uit: gesprekken met het kind, observatie op school of thuis, gesprekken met de ouders. Schoolmaatschappelijk werk kan ouders doorverwijzen voor specifieke hulpverlening, bijvoorbeeld van Centrum Jeugd en Gezin (CJG). SMW wordt bekostigd vanuit een door de gemeente Den Haag verstrekte subsidie. Onze schoolmaatschappelijk werkster is Annelies Leendertse. Zij is werkzaam bij Maatschappelijk Dienstverlening Flevoland. Contactgegevens Annelies Leendertse:
T 0320-‐211700 F 0320-‐211799 E [email protected] Hoofdluis Ook op onze school komt hoofdluis soms voor. Om een grote uitbraak te voorkomen worden de leerlingen na elke schoolvakantie gecontroleerd door leden van de ouderraad. Dit zijn ouders die vrijwillig alle leerlingen controleren op hoofdluis. Sociale veiligheid en vertrouwenspersoon Ook de sociale veiligheid staat bij ons hoog in het vaandel. Daarvoor hanteren wij op school groeps-‐ en samenlevingsregels, een a n t i -‐ pestprotocol en houden we elk schooljaar verschillende enquêtes onder de leerlingen met betrekking tot de sociale veiligheid. Verder hebben we op school twee vertrouwenspersonen. De vertrouwenspersonen op onze school zijn juf Chadia Achahbouni. Zij is te bereiken op het volgende e-‐mailadres: chadia-‐[email protected]. De tweede vertrouwenspersoon is onze intern begeleider juf Samira Chellah, te bereiken via het e-‐mailadres [email protected]. Veiligheid in en rondom de school De school is geïntegreerd in een gebouwencomplex welke beschikt over een ontruimingsplan en minimaal twee keer per schooljaar een onverwachte ontruimingsoefening houdt. Op locatie hebben we vorig schooljaar het hele team opgeleid tot BHV’er. Dit schooljaar vindt wederom een herhaling van de cursus plaats. Als ouders verbeteringsvoorstellen hebben voor de school of rondom de school of voor de weg van hun leerlingen naar school, dan kunnen zij contact opnemen met de directie. Deze zal de instanties benaderen die hier verandering in kunnen brengen. In de verkeerslessen op school wordt vooral aandacht besteed aan de veiligheid in de verkeerssituatie, waar de leerlingen ook concreet mee in aanraking komen. Veiligheidsbeleid Al Ihsaan In dit beleidsstuk dat op de website te vinden is treft u alle afspraken en regels die wij gemaakt hebben om Al Ihsaan tot een veilige school te maken. Wij vinden dat iedereen zich op school veilig en prettig moet kunnen voelen. Als je je op school veilig voelt kun je ook beter leren en werken. Dat geldt voor leerlingen, leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, stagiaires en ouders. In een veilige school vertrouw je elkaar, respecteer je elkaar, heb je positieve verwachtingen van elkaar en werk je samen. Zo’n schoolklimaat willen we met elkaar maken en onderhouden op Al Ihsaan. Om het veilige schoolklimaat te scheppen dat we hierboven bedoelen is het van belang dat we de omgangsvormen tussen leerlingen en leerkrachten onderling bespreekbaar maken en vastleggen. De afspraken daarover staan in dit hoofdstuk, het is de
gedragscode die we met elkaar afgesproken hebben. Speciale aandachtsgebieden Anti-‐Pesten Wij spreken van pesten als er sprake is van:
- Een negatieve intentie, bedoeld om een andere leerling leed te berokkenen; - Herhaaldelijk en langdurige blootstelling aan negatief gedrag/agressie van één of meer
leerlingen; - Verschil in macht tussen pester en gepeste.
Onze school wil pesten voorkomen en actief bestrijden door vroegtijdig in te grijpen bij plagen tot uiteindelijk (als alle andere middelen zijn uitgeput) schorsen of verwijderen van leerlingen. Wij nemen duidelijk stelling tegen pesten. Het bespreken van pestgedrag met de pester(s), de ouders van de pester(s), het slachtoffer en de ouders van het slachtoffer en de andere leerlingen in de groep, moet leiden tot verbetering van het gedrag. Wij zien pesten als een probleem waarin iedereen zijn verantwoordelijkheid heeft. Op de eerste plaats speelt de leerkracht een essentiële rol bij het groepsvormingsproces, om vanaf dag één pestgedrag tegen te gaan. Binnen het team is het boek ‘De Gouden Weken (2011)’ geïntroduceerd, waarin de verwijzing wordt gemaakt naar de piramide van Maslow. De piramide bestaat uit 5 fases, die elke leerkracht met de leerlingen gedurende het schooljaar doorloopt.
De piramide van Maslow
Wij zijn ervan overtuigd dat de leerkracht in de eerste periode de mogelijkheid om samen met de leerlingen van de groep een positieve groep te maken. Bij verloop van deze eerste fase zal anticiperen – in geval van pestsituaties – gemakkelijk om te buigen zijn. Zo heeft de leerkracht de rollen, normen en waarden grotendeels bepaald voor de rest van het schooljaar. Daarbij is de leerkracht verantwoordelijk om de leerlingen van een positief pedagogisch
klimaat te voorzien, waarin de aspecten ‘veiligheid en orde’, ‘acceptatie en respect’ centraal staan. Zo krijgen de leerlingen de ruimte om gedurende het schooljaar tot maximale ontplooiing te komen, de piramidetop. Hiernaast speelt de godsdienstleerkracht in op pestgedrag tijdens de godsdienstlessen en in -‐ en rondom de school. Tijdens de lessen staat de identiteit centraal en wordt vanuit hier de leerlingen bijgeleerd om elkaar te accepteren en te respecteren. Het woord ‘pesten’ is niet letterlijk terug te vinden in de Islam, maar dat neemt niet weg dat er geen informatie over te vinden is. Zo leert de Islam ons goed te zijn voor elkaar, elkaar niet te haten, niet jaloers te zijn op elkaar, en elkaar niet in de steek te laten. De leerlingen leren er voor elkaar te zijn. In geval van pestsituaties treedt de godsdienstleerkracht in door hier tijdens de lessen extra aandacht te besteden. Wij proberen pesten ook te voorkomen door het programma Kinderen en hun Sociale/Morele talenten optimaal in te zetten, bewustwording in de omgang met elkaar, de uitwerking van de omgangsregels en door handhavend op te treden bij aanhoudend negatief gedrag. Als pesten desondanks toch optreedt, moeten ouders en leerkrachten dit kunnen signaleren en gezamenlijk bespreken. Wij zien het als groot belang om in samenwerking met de leerkrachten, intern begeleider, anti-‐pestcoördinator, directie, leerlingen (pesters, gepesten en de (zwijgende) middengroep) en ouders een zo veilig mogelijke omgeving te creëren. Herhaald pestgedrag Mocht het pesten toch weer de kop opsteken tegen hetzelfde of een andere leerling dan treedt de school hier tegen op. In het anti-‐pestprotocol staan onder het kopje ‘6.3 Handelingsfase’ de handelingen omschreven die wij als school gebruiken. Mocht een leerling zich om welke reden dan ook niet gehoord voelen, dan kan deze leerling terecht bij een van onze vertrouwenspersonen (tevens anti-‐pestcoördinator). De vertrouwenspersoon helpt de leerling verder en kan bemiddelen tussen de betrokkenen. De anti-‐pestcoördinator Om te voorkomen dat ouders van gepeste leerlingen van het kastje naar de muur worden gestuurd, heeft onze school twee soorten contactpersonen: de vertrouwenspersoon, die tevens de anti-‐pestcoördinator is. Verder is ook onze veiligheidscoördinator een contactpersoon. Laatstgenoemde heeft de cursus ‘Pesten Positief Aanpakken’ gevolgd en bezit de kennis die nodig is bij het coördineren van het anti-‐pestprotocol. Omdat wij het belangrijk vinden dat onze personeelsleden over (bijna) dezelfde kennis direct kunnen overdragen aan de leerlingen in de groepen, verzorgt onze anti-‐pestcoördinator elk jaar een presentatie hieromtrent.
Het anti-‐pestprotocol Het anti-‐pestprotocol maakt een onderdeel uit van ons veiligheidsbeleid. Hierin staat doorgaans vermeld hoe wij pestgedrag signaleren en aanpakken. Door het protocol te volgen ontstaat een samenwerking tussen leerkracht, pester, gepeste, overige klasgenoten en
ouders. De gebeurtenissen die te maken hebben met de pestsituatie worden vastgelegd. Wij gebruiken hiervoor observatie – en analyseformulieren. Monitoring: Pestmeter Onze school gaat structureel na of de doelen op het gebied van sociale veiligheid wel gehaald worden met behulp van verschillende meetinstrumenten. We maken gebruik van een pestmeter die twee keer per jaar wordt afgenomen door onze veiligheidscoördinator. De pestmeter is een van de vragenlijsten over ‘veiligheid en pesten’ die onze school als meetinstrument gebruik om inzicht te krijgen in de mate van het pestgedrag in de bovenbouw. Hiernaast maken wij ook gebruik van de vragenlijsten Actief Burgerschap en Sociale integratie vanuit het WMK. Het spreekt voor ons voor zich -‐naast de genoemde meetinstrumenten-‐ gebruik te maken van het sociaal-‐emotioneel leerlingvolgsysteem, de (Leerling)SCOL. De verwerking van de resultaten komen in het pedagogisch groepsplan. In de paragraaf ‘ondersteuningsteam’ zoomen wij in op dit systeem en wordt een verhelderend beeld over het gebruik hiervan geschetst. Monitoring: Lesbezoeken Naast monitoring door middel van een meetinstrument kiezen wij er ook voor om onze leerkrachten en leerlingen te volgen -‐middels lesbezoeken-‐ in de ontwikkelingen rondom een veilig klimaat in de groepen. Dit doen wij door middel van lesbezoeken die worden uitgevoerd door de directie, intern begeleider, externen en collega’s onderling. Na elke lesbezoek volgt een nagesprek waarin de leerkracht ook feedback krijgt op het pedagogisch klimaat in de groep. Racisme/discriminatie In onze multiculturele samenleving leven verschillende groepen met hun eigen volkscultuur. Dat betekent dat deze groepen hun eigen aard hebben met eigen gewoonten, eigen opvattingen en hun eigen taal. Daarom wordt op Al Ihsaan van de leerkrachten het volgende verwacht : De leerkrachten behandelen alle leerlingen en hun ouders gelijkwaardig. De leerkrachten gebruiken geen racistische of discriminerende taal. De leerkrachten dragen er zorg voor dat in hun lokaal geen racistische of
discriminerende teksten en/of afbeeldingen voorkomen. De leerkrachten zien erop toe dat leerlingen en hun ouders binnen de school geen
racistische of discriminerende houding aannemen in taal en gedrag. Leerlingen die op de speelplaats racistische of discriminerende opmerkingen maken
worden daarop aangesproken. De leerkrachten nemen duidelijk afstand van racistisch of discriminerend gedrag van
collega’s, ouders en andere volwassenen binnen de school. Zij maken dit ook kenbaar. De aanpak van calamiteiten Voor de aanpak van calamiteiten hebben we een veiligheidsbeleid voor de volgende zaken: Rampen
Dit betreft gebeurtenissen, die je niet of moeilijk kunt beïnvloeden en die overlast, chaos, paniek en schade kunnen veroorzaken. Ongelukken
Iemand veroorzaakt, zonder opzet lichamelijke of materiële schade of wordt daar zelf het slachtoffer van. Ziekte
De toestand van een of meer personen of de algemene gezondheidssituatie vragen om medische hulp of advies. Geweld
Er is sprake van opzettelijk hinderen, aanraken, dreigen, mishandelen van anderen of van stelen en beschadigen van eigendommen van anderen. Seksueel geweld Dood
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling In de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is vastgelegd dat elke organisatie die werkt met kinderen en volwassenen moet werken met een meldcode. In zo’n meldcode staat wie wanneer welke stappen zet bij een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld. De wet is in 2013 ingevoerd en geldt voor de sectoren gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie. Een meldcode bestaat uit vijf verplichte stappen:
§ Signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling in kaart brengen; § Overleggen met collega's en zo nodig ook overleggen met Veilig Thuis, het advies-‐ en
meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling of met een letseldeskundige. § Gesprek voeren met de cliënt of met de ouders. § Aard en ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling wegen. Bij twijfel
overleggen met Veilig Thuis. § Beslissen: hulp organiseren of melden.
Contactgegevens:
Veilig Thuis Flevoland www.veiligthuisflevoland.nl Maerlant 16 [email protected] 8442 AC Lelystad voor professionals: 088-‐2220500
Hoofdstuk 5: De samenstelling van ons team Het team doet ertoe! Een belangrijk uitgangspunt is dat de leerlingen met plezier naar school komen. Maar dat geldt natuurlijk ook voor de leerkrachten. Wij zijn ons er terdege van bewust dat de kwaliteit van een school vooral afhangt van de mensen die er werken. Zij moeten gemotiveerd en bekwaam zijn. Aan hen vertrouwen de ouders hun kind(eren) toe, zij zorgen ervoor dat de materialen waarover de school beschikt zinvol gebruikt worden. Binnen onze school is veel aandacht voor goed personeelsbeleid. De teamleden werken niet op eigen houtje, maar besteden veel tijd aan samenwerking en overleg. Leerkrachten ondersteunen elkaar om het begeleiden van de leerlingen te optimaliseren. Ons devies daarbij is: 'Hoe goed het ook is, het kan altijd beter'. Jaarlijks wordt veel aandacht besteed aan scholing. Alle leerkrachten volgen cursussen, individueel of in teamverband, om steeds op de hoogte te blijven en zich verder te kunnen bekwamen in hun vak. Lesbevoegdheid en scholing van het team Elke groepsleerkracht is in het bezit van een volledige lesbevoegdheid voor het basisonderwijs (PABO-‐diploma). De onderwijsassistente in de groepen 1 en 2 zijn in het bezit van het MBO diploma ‘onderwijsassistent’. Het team van Al Ihsaan bestaat uit ambitieuze leerkrachten die de ontwikkelingen in het onderwijs op de voet volgen. Jaarlijks krijgen de leerkrachten van Al Ihsaan de mogelijkheid om cursussen te volgen. Door deel te nemen aan cursussen en scholingsbijeenkomsten werken wij aan onze professionaliteit. Scholing kan zowel intern verzorgd worden als extern door verschillende opleidingsinstituten als CPS en Cadenza. Deze scholing vindt grotendeels plaats tijdens studiedagen en/of thuis. Highschool Al-‐Ihsaan Wij vinden het belangrijk dat de leerkrachten op onze school vakbekwaam zijn en zich blijven ontwikkelen in hun vak. In 2015 zijn we daarom gestart met Highschool Al-‐Ihsaan. Al onze medewerkers kunnen gebruik maken van deze online academie waarin cursussen staan voor leerkrachten, intern begeleiders en schooldirecteuren. Er zijn cursussen over bijvoorbeeld passend onderwijs, werkvormen, mediawijsheid, leerlingenzorg en planmatig verbeteren. In de cursussen wordt veel gebruik gemaakt van video’s waarin lessen van collega's op andere scholen worden geobserveerd en door een onderwijsadviseur worden geanalyseerd. Met de praktische handvatten die in elke cursus te vinden zijn kunnen onze medewerkers direct aan de slag. Elke cursus wordt afgesloten met een eindtoets en een certificaat. De cursussen zijn ontwikkeld door Cadenza Onderwijsconsult en gevalideerd door Registerleraar.nl. In 2015 waren er al meer dan 60 van deze e-‐learningcursussen beschikbaar en jaarlijks wordt het cursusaanbod vernieuwd en verder uitgebreid. Met Highschool Al-‐Ihsaan maken we een belangrijke stap in de ontwikkeling naar een professionele leergemeenschap waarin we kennis met elkaar delen en onszelf blijven verbeteren in ons vak.
Het team van basisschool Al Ihsaan
Beleid vervangingen De afgelopen jaren was het ziekteverzuim op Al Ihsaan zeer laag. Desalniettemin leek het ons goed om afspraken te maken omtrent de vervanging. Het is altijd onze eerste stap om een invalleerkracht te regelen. Mocht dit niet lukken, dan nemen wij achtereenvolgens de volgende maatregelen bij afwezigheid van een van de leerkrachten:
-‐ We proberen een vervanger te vinden uit ons netwerk of bij de zusterscholen. -‐ Er wordt nagegaan of er een parttime leerkracht vrij is die wil vervangen. -‐ Andere interne oplossingen. Als we moeten zoeken naar andere interne oplossingen,
dan betreft dat steeds een oplossing voor een dag. We zullen dan van dag tot dag moeten zoeken naar de best werkbare en minst belastende oplossing voor die dag.
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Directie (0.5)
Khalid Mouhmouh Khalid Mouhnmouh (Khalid Mouhmouh)
Interne begeleiding (0.8)
Samira Chellah Samira Chellah Samira Chellah Samira Chellah
Administratie (1.0)
Meryem Achlaouchi Meryem Achlaouchi Meryem Achlaouchi Meryem Achlaouchi Meryem Achlaouchi
Taal-‐coördinatie (0.2)
Khadija Loukili
VVE-‐coördinatie (0.4)
Judith Zant Judith Zant & Dekra Moumi
Conciërge (0.4)
Othman Chaara Othman Chaara
Godsdienst (0.5)
Mohamed Kaaouass
Mohamed Kaaouass Mohamed Kaaouass
Bewegingsonderwijs (0.5)
Wouter Gaillard Wouter Gaillard Ralf Dikkerboom
Wouter Gaillard Ralf Dikkerboom
Onderwijsassistentie (inval door directie)
Samira Sbaa Samira Sbaa Samira Sbaa Samira Sbaa Samira Sbaa
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Groep 1 a Lisette de Wit
Lisette de Wit Lisette de Wit Lisette de Wit Lisette de Wit
Groep 1 -‐2 Janet Kleene Janet Kleene Janet Kleene Janet Kleene Janet Kleene
Groep 2 Miranda van Oene
Miranda van Oene Miranda van Oene Miranda van Oene Miranda van Oene
Groep 3 a Chaima Boukhima
Chaima Boukhima Chaima Boukhima Chaima Boukhima Chaima Boukhima
Groep 3 b Mariam Sbaa
Mariam Sbaa Mariam Sbaa Mariam Sbaa Mariam Sbaa
Groep 4 Hanan Stitou
Hanan Stitou Femke Abalain Femke Abalain Femke Abalain
Groep 5 Nabila Benkaddour
Nabila Benkaddour Tim Koman Nabila Benkaddour Nabila Benkaddour
Groep 6 Dekra Moumi
Dekra Moumi Jamila Badouri Jamila Badouri Jamila Badouri
Groep 7
Chadia Achahbouni Chadia Achahbouni Hanan Stitou Chadia Achahbouni Chadia Achahbouni
Groep 8 Somicha el Ammari
Khadija Loukili Khadija Loukili Khadija Loukili Somicha el Ammari
-‐ Als er een LIO-‐leerkracht( LIO staat voor “Leerkracht in opleiding”) aanwezig is: de vrij geroosterde leerkracht inzetten (niet de LIO).
-‐ Samenvoegen: sommige groepen zijn klein. Het kan zijn dat we groepen samenvoegen om zo een leerkracht vrij te krijgen die een andere groep kan begeleiden.
-‐ Verdelen: de leerlingen van een groep verdelen over de andere groepen. Soms vragen we u uw niet leerplichtige leerlingen thuis te houden. De leerlingen van groep 3 tot en met 8 worden verdeeld volgens een vast verdeelschema. Zij worden in principe niet bij de kleuters geplaatst. Wij willen namelijk de leertijd voor die leerlingen zoveel mogelijk voortgang laten vinden.
-‐ De godsdienstleerkracht, de intern begeleider of andere ambulante collega’s in de school kunnen een groep opvangen onder verantwoordelijkheid van de directeur.
-‐ Als alle mogelijkheden overwogen zijn en we niet tot een goede oplossing gekomen zijn, zullen we moeten besluiten om een groep een dag thuis te laten blijven. De ouders krijgen daar de dag van tevoren schriftelijk bericht over, met toelichting waarom tot deze maatregel besloten is. De betreffende leerlingen krijgen een taak mee voor die dag.
Stagiaires Ieder jaar ontvangen wij aankomende leerkrachten van de PABO (Pedagogische Academie Basis Onderwijs) om hen de kans te geven te oefenen in het lesgeven. Zo kan het gebeuren, dat de groep waarin uw kind zit, op bepaalde tijden wordt overgenomen door een stagiair(e). Dit geschiedt te allen tijde onder toezicht van de vaste groepsleerkracht. Dit geldt ook voor aankomende onderwijsassistenten van de SPW (Sociaal Pedagogisch Werk). Verder biedt de school ook stageplaatsen aan voor studenten die een administratieve of secretariële opleiding volgen. De stagiaires stellen zichzelf voor in de nieuwsbrief.
Hoofdstuk 6: Ons schoolbestuur Samenstelling bestuur Onze school valt onder het bestuur van Stichting Noor. Onder dit bestuur ressorteren nog drie andere basisscholen: Ayoub te Hilversum. Al Iman te Almere. Al Hambra te Utrecht.
Functie bestuur Het bestuur heeft de eindverantwoording over de kwaliteit van het onderwijs, het beheer van het gebouw, de financiën en het personeel. Het bestuur houdt zich vooral bezig met het beleid. Dat wil zeggen: ze houdt zich bezig met de vraag hoe alles (wettelijk) geregeld kan of moet worden binnen de mogelijkheden van de beschikbare middelen. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met leerkrachten, ouders en leerlingen. De praktische uitvoering wordt gedaan door de directeur en het team. Het bestuur heeft de volgende doelen op zich genomen: Kwalitatief goed onderwijs bieden, zodat onze leerlingen net zoveel kansen krijgen als elk
ander kind in deze samenleving. Een islamitische opvoeding aan onze leerlingen geven, zodat zij stevig in de samenleving
staan. Een evenwicht tussen een ‘eigenheid’ op grond van islamitische levensovertuiging en
succesvol in de maatschappij zijn. Hiervoor een vertrouwde en veilige omgeving bieden, waarin leerlingen dit evenwicht optimaal kunnen ontwikkelen. Een goede aansluiting realiseren in de opvoeding thuis en op school. Een bijdrage leveren aan de totstandkoming van een multiculturele en multireligieuze
samenleving. Onze leerlingen hiervan bewust maken en hen leren hoe zij daarin kunnen functioneren. Ondersteuning bestuur Het bestuur bestaat uit drie personen die de functie van voorzitter, penningmeester en secretaris vervullen. Het bestuur wordt ondersteund door een functioneel bestuurder die de belangen van de stichting en de scholen behartigt. Verder is op het bestuurskantoor ook een beleidsmedewerker en personeelsfunctionaris werkzaam. Correspondentieadres bestuur(sondersteuner) Het bestuursadres is: Stichting NOOR Johan Huizingalaan 112 1065 JE Amsterdam E-‐mail: [email protected]
Hoofdstuk 7: Ons schoolgebouw Atolplaza Onze school ligt op een rustige plek in de wijk Atol. Rondom de school is er veel groen en nu ook speelgelegenheid. De school maakt onderdeel uit van een groot gebouwencomplex, Atolplaza genaamd, bestaande uit onder meer twee basisscholen, een peuterspeelzaal, een buitenschoolse opvang, een consultatiebureau, een Centrum Jeugd en Gezin en een wijkpost. De school heeft een aparte ingang en telt tien groepslokalen. De school deelt met de andere basisschool een speelzaal, een gymzaal, een technieklokaal, een lokaal voor beeldende vorming en een bibliotheek. Ons gebouw voldoet aan alle moderne voorwaarden, waardoor we ons onderwijs nog beter tot zijn recht kunnen laten komen. Meer informatie over Atolplaza (en de gebruikers) treft u op de website: http://www.atolplaza.nl Leerlingaantal Al Ihsaan is een middelgrote school. Er waren 123 leerlingen op de teldatum 1 oktober 2008, 127 op teldatum 1 oktober 2009. De verwachting dat we op teldatum 1 oktober 2010 de 130 leerlingen passeren is behaald. Anno 2015 telt de school 213 leerlingen op 1 oktober. Contactgegevens Al Ihsaan Basisschool Al Ihsaan Schor 7 8224 CM Lelystad Tel: 0320-‐ 21 38 49 E-‐mailadres: [email protected]
Hoofdstuk 8: Schooltijden, schoolvakanties en leerplicht De schooltijden Het is belangrijk dat alle leerlingen om 8.45 uur in de klas aanwezig zijn. Dit lukt uitsluitend met volledige medewerking van de ouders. De deur gaat open rond 8.35 uur. De school verzoekt ouders ook om medewerking wanneer het gaat om het tijdig weer ophalen van leerlingen (bij het podium). Elke dag om 15.00 uur en op woensdag om 13.00 uur. Het gebeurt wel eens dat leerlingen door anderen worden opgehaald dan de eigen ouder. In voorkomende gevallen is het wenselijk wanneer u vooraf de leerkracht van uw kind daarover informeert. Wij verwachten eveneens dat ouders die hun kind(eren) zelfstandig naar school sturen, er op toezien dat hun leerlingen tijdig van huis vertrekken. Begintijd Eindtijd Maandag 8.45 uur 15.00 uur Dinsdag 8.45 uur 15.00 uur Woensdag 8.45 uur 13.00 uur Donderdag 8.45 uur 15.00 uur Vrijdag 8.45 uur 15.00 uur
Het kan weleens voorkomen dat uw kind later naar school komt. In dit geval meldt u of uw kind zich met opgaaf van reden aan bij de leerkracht. Ouders van leerlingen die vaak te laat komen worden uitgenodigd voor een gesprek. Als dit niet verbeterd wordt hier melding van gemaakt bij de leerplichtambtenaar. Het protocol ‘te laat komen’ wordt in de nieuwsbrief vermeld en kunt u bij de directie opvragen. Continurooster Elke school is wettelijk verplicht om gelegenheid tot overblijven te bieden. Omdat onze school werkt met een continurooster, blijven alle leerlingen tussen de middag op school. Een continurooster houdt in dat de middagpauze kort is en er niet genoeg tijd is om naar huis te gaan om te eten. Het eten vindt plaats op school. Geef uw kind(eren) dus eten en drinken mee. Voor in de ‘kleine pauze’ kunt u het beste een stuk fruit meegeven en voor de grote pauze brood. Denk hierbij aan het feit dat gezond voedsel heel belangrijk is voor de leerlingen; Chips, snoep en frisdrank zijn om deze reden niet toegestaan. Voor speciale gelegenheden wordt hier echter wel een uitzondering op gemaakt. Vanwege het milieu geniet het de voorkeur drinken te geven in een beker en brood in een broodtrommel. Er zijn geen kosten verbonden aan het ‘overblijven’. Onderwijstijd Onze school biedt de leerlingen veel meer onderwijstijd dan de norm voorschrijft. We trachten hiermee in te spelen op de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Gemiddeld krijgen de leerlingen 26,25 uur per week les en hebben ze in totaal 2 uur pauze.
Lesuur Pauzeduur Maandag 5,75 uur 00.30 uur Dinsdag 5,75 uur 00.30 uur Woensdag 3,25 uur Donderdag 5,75 uur 00.30 uur Vrijdag 5,75 uur 00.30 uur Totaal 26.25 uur 02.00 uur
De schoolvakanties
Leerplicht Op welke leeftijd is een kind leerplichtig? Bijna alle leerlingen beleven hun eerste schooldag op vierjarige leeftijd. Hun moeder of vader laat ze bij de juf van groep één achter. Dit is een spannende en belangrijke dag voor de ouders en het kind. De kleuter is op die leeftijd nog niet leerplichtig, maar het is goed voor zijn ontwikkeling om samen met leeftijdgenootjes al naar school te gaan. De echte leerplicht begint op de eerste dag van de maand, die volgt op de maand dat een kind vijf jaar is geworden. Een kind dat bijvoorbeeld op 10 oktober vijf wordt, wordt op de eerste schooldag van de maand november leerplichtig. Soms is een volledige schoolweek te lang voor jonge leerlingen. Daarom biedt de
Eerste dag Laatste dag Duur
Studiedag 31 augustus 2015 31 augustus 2015 1 schooldag
Aid al Adha (Offerfeest) 21 september 2015 25 september 2015 5 schooldagen Herfstvakantie 19 oktober 2015 23 oktober 2015 5 schooldagen Studiedag groep 1-‐8 23 november 2015 23 november 2015 1 schooldag
Studiedag groep 1-‐2 24 november 2015 24 november 2015 1 schooldag
Wintervakantie 21 december 2015 4 januari 2016 11 schooldagen Voorjaarsvakantie 29 februari 2016 4 maart 2016 5 schooldagen Studiedag groep 1-‐2 24 maart 2016 24 maart 2016 1 schooldag Goede Vrijdag 25 maart 2016 25 maart 2016 1 schooldag Tweede Paasdag 28 maart 2016 28 maart 2016 1 schooldag Meivakantie 25 april 2016 9 mei 2016 11 schooldagen Tweede Pinksterdag 16 april 2016 16 april 2016 1 schooldag Studiedag 8 juni 2016 8 juni 2016 1 schooldag Aid al Fitr (Suikerfeest) 6 juli 2016 8 juli 2016 3 schooldagen Zomervakantie
18 juli 2016
23 augustus 2016
30 schooldagen
leerplichtwet een mogelijkheid tot vrijstelling. Ouders van een vijfjarige leerling mogen, in goed overleg met de directeur en de groepsleerkracht, hun kind maximaal vijf uur per week thuishouden. Mocht dit niet genoeg blijken te zijn, dan mag een directeur daar nog vijf extra uren vrijstelling per week bovenop doen. De mogelijkheid voor vrijstelling is uitsluitend bedoeld om overbelasting van de leerling te voorkomen. Zodra een kind zes jaar is, geldt de overgangsmogelijkheid niet meer. Zesjarige leerlingen moeten allemaal het volledige onderwijsprogramma volgen. Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten De leerlingen van onze school zijn wettelijk verplicht om deel te nemen aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Indien niet-‐islamitische leerlingen zich aanmelden kan de directeur op verzoek van de ouders de niet-‐islamitische leerling vrijstelling verlenen voor het volgen van het vak godsdienst. Een dergelijk verzoek dient schriftelijk ingediend te worden bij de directeur van de school. Als de directeur deze vrijstelling verleent, geeft hij tevens aan welke onderwijsactiviteit voor de leerling in plaats komt van die waarvoor vrijstelling verleend wordt. Regels voor schorsing en verwijdering Schorsing vindt plaats als gevolg van storend gedrag waardoor de normale gang van onderwijs wordt doorbroken. Over schorsing hebben we op school de volgende afspraken gemaakt: 1. De directeur kan een leerling voor een periode van ten hoogste een week schorsen. 2. De directeur stelt het schoolbestuur vooraf van een dergelijke schorsing op de hoogte. 3. Het besluit tot schorsing wordt door de schoolleiding met opgave van redenen mondeling
en schriftelijk aan de ouders meegedeeld. 4. De directeur stelt de inspectie en de leerplichtambtenaar van een schorsing voor een
periode langer dan een dag schriftelijk en met opgave van redenen op de hoogte. 5. In het geval van schorsing geeft de groepsleerkracht de leerling passend huiswerk mee. Indien wordt overgegaan tot verwijdering, zijn de volgende stappen van toepassing: 1. Het schoolbestuur is verplicht om 8 weken lang inspanning te verrichten om een andere
school te zoeken voor de leerling. 2. Als dat niet lukt mag de school na die termijn de leerling de toegang weigeren. 3. Ouders kunnen schriftelijk bezwaar aantekenen. Binnen 4 weken moet er door het bestuur
gereageerd zijn op dit bezwaar. 4. Als laatste stap kunnen ouders in beroep gaan bij de rechter. Verlofregeling Als de ouders extra verlof wensen voor hun kind dient dit altijd aan de directeur gevraagd te worden. Het verlof moet schriftelijk en bijtijds aangevraagd worden. Hiervoor zijn op school speciale formulieren bij de directie verkrijgbaar. Deze kan in de volgende gevallen extra verlof toekennen:
Eén keer per schooljaar kan ten hoogste tien dagen extra verlof gegeven worden, als de
ouders aantoonbaar vanwege hun beroep (bv. in de agrarische sector of in de horeca), niet in de reguliere vakantie weg kunnen. Deze dagen mogen echter niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar. Als het extra verlof meer dan twee weken betreft, mag de directeur dit niet geven. Dit moet dan gevraagd worden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. Bij verhuizing binnen de gemeente een dag verlof, buiten de gemeente twee dagen. Voor het bijwonen van een huwelijk in de familie. Richtlijn: een dag verlof. Bij een sterfgeval in de familie. Richtlijn: afhankelijk van wat noodzakelijk is. Bij een huwelijks-‐ of ambtsjubileum. Richtlijn: verlof op de dag van het feest.
Dit betekent dat geen verlof gegeven kan worden voor: Een tweede vakantie. Het bezoeken van een pretpark buiten schoolverband. Een dag eerder dan de schoolvakantie naar het vakantieadres vertrekken. Een lang weekend, waarbij de vrijdag of de maandag vrij gevraagd wordt.
Aan het begin van het nieuwe schooljaar is het niet toegestaan om later terug te komen van vakantie. Hoe gaan we om met ongeoorloofd schoolverzuim? Verlof zonder vooraf toestemming te hebben verkregen wordt aangemerkt als ongeoorloofd verzuim en gemeld bij de leerplichtambtenaar. Wanneer de directeur van de school twijfelt aan de rechtmatigheid van het verzoek om verlof zal zij contact opnemen met de leerplichtambtenaar. Wanneer de ouders het niet eens zijn met de afwijzing van aangevraagd verlof kunnen ook zij contact opnemen met de leerplichtambtenaar Wij hopen dat ouders begrijpen dat extra verlof geven niet zomaar kan. We hebben ons aan de regels te houden en dat willen we ook. Daarom is ons dringend verzoek aan de ouders: geen zaken aan ons vragen die we toch niet toe mogen staan. Ziekmelding en bezoek aan de dokter De afspraak is dat als een kind vanwege ziekte of bezoek aan de dokter niet naar school kan komen, de ouders dit vóór schooltijd aan ons doorgeven. We missen anders het kind en maken ons zorgen als we niet weten of hij/zij wel of niet naar school komt. Het beste is als ouders proberen afspraken bij een dokter buiten schooltijd te plannen. Lukt dit niet, dan kan dit doorgegeven worden aan de groepsleerkracht en vragen we de ouders zelf het kind even op te komen halen. We laten leerlingen onder schooltijd niet alleen naar huis gaan Dit geldt ook als een kind ziek wordt onder schooltijd. Als het nodig is bellen we de ouders om te vragen het kind op te halen, of als dat niet uitkomt, brengen we het kind naar huis. We sturen leerlingen nooit alleen naar huis. Als een kind niet op school is en we hebben daar geen melding van ontvangen, controleren we
altijd waar het kind is. We gaan er nooit van uit dat het 'wel ziek zal zijn'. Als leerlingen wat langer op school moeten blijven, bv. om iets af te maken, om mee te helpen het lokaal op te ruimen, of omdat ze na moeten blijven, gebeurt dit nooit zonder dat de ouders hiervan op de hoogte zijn. Óf de leerlingen hebben het tevoren met de ouders af kunnen spreken, óf ze bellen even vanuit school. In geval van kinderziekten en/of besmettelijke ziekten wordt u verzocht de groepsleerkracht hiervan in kennis te stellen.
Hoofdstuk 9: Speciale activiteiten op onze school Wat vieren wij zoal op school en welke speciale activiteiten worden georganiseerd?
Op onze school wordt hard gewerkt, maar als er iets te vieren valt, doen we dat ook en met veel plezier. Wij denken dat het de sfeer ten goede komt, door op momenten die zich daarvoor lenen, met elkaar feest te vieren. Van samen blij zijn, samen op stap gaan, samen genieten van sport en spel of van samen creatief bezig zijn kun je veel leren en het verstevigt de band met elkaar. Verscheidene activiteiten Bij het afscheid van groep 8 spelen de leerlingen een musical voor de ouders en de medeleerlingen. De laatste donderdag van de maand houden we een maandsluiting. Elke maand is er minstens een groep die onder leiding van de godsdienstleerkracht of groepsleerkracht een presentatie houdt. De maandopening vindt plaats op het podium (van de school). Activiteiten Brede School De doelstelling van de Brede School is: leerlingen van de vier wijkscholen Atol via een aanvullend aanbod beter voorbereiden op de samenleving. Om deze doelstelling te realiseren worden de leerlingen in de gelegenheid gesteld om na schooltijd deel te nemen aan diverse activiteiten. Deze activiteiten beslaan de volgende terreinen: kunstzinnige vorming, educatie natuur en milieu, techniek, muziek, drama, koken en sport. Leerlingen kunnen zich voor de activiteiten van hun jaargroep inschrijven. Bij overinschrijving wordt er eerst gekeken welke leerlingen al eerder hebben meegedaan, daarna wordt door de coördinator een keuze gemaakt. Atletiekdag Een keer per jaar wordt een atletiekdag gehouden. Voor de laagste groepen hebben we een ander programma dan voor de hogere groepen. De activiteiten op deze dag worden voorbereid door ouders en leerkrachten, onder begeleiding van de vakleerkracht bewegingsonderwijs. Avondvierdaagse Wij doen ook mee met andere sportactiviteiten in de regio en lopen in schoolverband mee met de avondvierdaagse. De Avondvierdaagse is elk jaar in juni. Vier avonden lang kunnen de leerlingen die zich hebben opgegeven meelopen met de wandelmars. Er zijn verschillende afstanden: 5 of 10 kilometer. Leerlingen die de 5 kilometer lopen worden verplicht door een ouder/verzorger vergezeld. Na het volbrengen van de wandeltocht op alle vier de avonden krijgen de leerlingen een medaille uitgereikt. De organisatie is in handen van ouderraad. Het team ondersteunt de ouderraad in dezen.
Creatieve vrijdagmiddag Ouders worden verzocht hun leerlingen slippers en een handdoek mee te geven ten behoeve van de woedoe. Op de vrijdag waren we gewoon met de leerlingen van de groepen 7 & 8 om de twee weken de moskee te bezoeken ten behoeve van het vrijdagsgebed. De leerlingen bezochten onder toezicht van de groepsleerkracht, de directeur en de conciërge zowel de Marokkaanse als de Turkse moskee. De laatste schooljaren blijkt het bezoeken van de moskee op de vrijdagmiddag praktisch en logistiek onhaalbaar te zijn. Op vrijdag proberen we – vanwege de speciale betekenis hiervan binnen de Islam – de dag anders te laten lijken dan de andere schooldagen. Zo doen de leerlingen van (bijna) alle groepen eens in de drie weken iets creatiefs op het gebied van bijvoorbeeld tekenen, koken, beeldend vorming en techniek (en bij voorkeur in combinatie met een geloofsaspect). Culturele activiteiten We doen mee aan culturele projecten van onder meer de Kubus, wat inhoudt dat de leerling in aanraking gebracht wordt met een culturele activiteit zoals drama of toneel. Aan deze activiteiten worden altijd een aantal lessen gekoppeld, zodat de leerlingen er veel van opsteken. Door deze activiteiten leren leerlingen zich te uiten en zich te presenteren voor een groep. Daarnaast vinden we het belangrijk dat leerlingen leren genieten van elkaars creativiteit en daarvoor aan elkaar waardering laten blijken. Dohr-‐gebed Verder behoort het tot de Islamitische opvoeding om leerlingen vanaf zeven jaar te stimuleren het gebed te verrichten. Daarom bidden we vanaf groep 5 gezamenlijk het Dohr-‐gebed. Halverwege groep 4 leren leerlingen het gebed door hieraan deel te nemen. De oproep tot het gebed geschiedt op de gang en is daarom door de hele school hoorbaar. Kinderboekenweek en Voorleeswedstrijd Ieder jaar krijgt bij ons op school de Kinderboekenweek de nodige aandacht, omdat deze week ons bij uitstek geschikt lijkt om bij de leerlingen het boek als ‘genotmiddel’ en als ‘bron van wetenschap’ aan te prijzen. Hierbij worden we gesteund door de aandacht van het boek in de kranten en op televisie op dat moment. Naast een tentoonstelling van bekroonde boeken en boeken rond het thema vindt ook tijdens of net na de Kinderboekenweek de zogenaamde Voorleeswedstrijd plaats. Ramadan & Hadj Naast de maandopening hebben we in de maand Ramadan elke week een weekopening. In de Ramadan worden tijdens de gezamenlijke weekopening verschillende aspecten van het vasten belicht. We proberen dat te doen op een wijze die steeds weer leuk en verrassend is voor de leerlingen. De leerlingen worden gestimuleerd om (naar vermogen) ook mee te vasten en er wordt extra aandacht gevestigd op goede prestaties van leerlingen me
betrekking tot vasten of goed gedrag. De leerlingen van groep 1 t/m 8 verbreken tijdens deze maand eenmaal -‐ gezamenlijk met de leerkrachten -‐ het vasten op school. Ook tijdens de Hadj-‐periode worden de aspecten van de Hadj belicht. Ook wordt gevolgd wat de pelgrims doen. Op die manier voelen de leerlingen zich bij hen betrokken en gaan de Hadj-‐rituelen voor hen leven. Leerlingen die op Hadj of Umrah (de kleine bedevaart) zijn geweest vertellen over hun ervaringen. Schoolreis Iedere groep onderneemt zeker een keer per jaar een excursie. Het doel van de excursie sluit aan bij het leerprogramma in de betreffende groep. We gaan ook elk jaar met de bus op schoolreis. Met de kleinsten gaan we niet te ver uit de buurt, met de groten gaat de reis wat verder weg. Uitje schoolverlaters Aan het einde van groep 8 gaan de leerlingen twee a drie dagen met een aantal leerkrachten op stap. Dat is altijd één groot feest en een plezierige afsluiting van acht jaar basisschool. Naast het leuke hiervan streven we hiermee om ook sociale vaardigheden bij leerlingen te ontwikkelen. Omgaan met elkaar in islamitisch perspectief staat hierbij centraal. Over de invulling hiervan zult u te zijner tijd, middels een nieuwsbrief, nader bericht krijgen. Vieringen De Ied al Fitr (het feest ter afsluiting van de Ramadan) en de Ied al Adha (het offerfeest) worden op school uitgebreid gevierd. De school wordt ruim van tevoren feestelijk ingericht. De feestdagen beginnen met een gezamenlijk opening met o.a Koranrecitaties, lofliederen en toneelstukjes. Daarna vinden er tal van activiteiten plaats; ook wordt er samen gegeten en krijgen de leerlingen cadeautjes.
Hoofdstuk 10: Het contact met onze ouders Een gezamenlijk belang School en ouders hebben een gezamenlijk belang: de optimale ontwikkeling van het kind. In een samenwerkende relatie kunnen leerkracht en ouder elkaar versterken. Een leuke school, waar goed en aantrekkelijk onderwijs wordt gegeven, kan alleen bestaan als alle bij de school betrokken mensen meedenken, meepraten over en/ of meewerken aan het op peil houden en verbeteren van het onderwijs aan het kind. Uw betrokkenheid als ouders vinden wij dan ook van groot belang. De school hecht daarom grote waarde aan een goed en zorgvuldig contact met de ouders. Wij stellen ons zo open mogelijk op en geven veel informatie over alle belangrijke gebeurtenissen op school, over het wel en wee van de leerlingen en alle mogelijke schoolzaken. Omgekeerd vinden we het ook fijn als ouders contact zoeken met de school. We stellen het op prijs als we op de hoogte gehouden worden van belangrijke gebeurtenissen thuis. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van de leerlingen. In dit hoofdstuk van onze schoolgids beschrijven we op welke manieren de contacten tussen ouders en school geregeld zijn en wat de mogelijkheden zijn voor ouders om zich op een of andere manier voor de school en daarmee voor de leerlingen in te zetten. Algemene informatie over de school Informatie over de leervorderingen van het eigen kind. Op welke manier kunnen ouders actief zijn op school? Informatie van de ouders naar de school toe. Hoe gaan we om met klachten? Huiswerk. Sponsoring. Algemene informatie over de school De activiteitenkalender In de eerste week van een nieuw schooljaar brengen de leerlingen de activiteitenkalender mee naar huis. De activiteitenkalender geeft een handig overzicht van alle activiteiten, die in de loop van een schooljaar plaatsvinden, aangevuld met andere belangrijke informatie. Deze kalender kan thuis op een z i ch tbare plaats opgehangen worden, waardoor de ouders de belangrijkste schoolwetenswaardigheden steeds bij de hand hebben. De nieuwsbrief Op de vrijdag verschijnt periodiek de nieuwsbrief, waarin de meest actuele zaken, die op dat moment op school spelen, aan de orde komen. Omdat de brief frequent uitkomt zijn de ouders steeds goed geïnformeerd over alle gebeurtenissen op school. Als er op onverwachte momenten briefjes mee naar huis gaan, kunnen leerlingen die weleens vergeten of kwijtraken, waardoor informatie niet bij de ouders komt, zonder dat dit opgemerkt wordt. Met deze nieuwsbrief is die kans erg klein. De ouders weten dat de leerlingen deze op de
vrijdagmiddag meebrengen. Losse briefjes worden in de regel niet meegegeven, tenzij zich een uitzonderlijke situatie voordoet, waarbij niet de nieuwsbrief afgewacht kan worden dan wel om iets belangrijks te benadrukken. In de regel wordt de nieuwsbrief alleen aan de gezinsoudste gegeven. De schoolgids De schoolgids vertelt het verhaal van de school. De schoolgids wordt elk jaar geactualiseerd. De website De website van de school is in aanmaak. De website zal het mogelijk maken onder meer informatie, planningen en foto’s aan te bieden. Op de website zult u ook verschillende protocollen aantreffen. De tekst van deze schoolgids treft u in zijn geheel aan op de site. De informatieavonden In het begin van het schooljaar vindt in alle groepen een 'informatieavond' plaats. Tijdens zo'n informatieavond kunnen de ouders (voor zover dat nodig is) kennis maken met de leerkracht van hun kind. De leerkracht geeft informatie over het programma, de leermiddelen en de activiteiten van de groep voor dat schooljaar. Ook worden er met de ouders samen afspraken gemaakt over zaken die in de groep gaan spelen. Getracht wordt ouders die hun leerlingen op de wachtlijst hebben staan ook uit te nodigen, zodat ze deze informatie niet hoeven te missen. Algemene ouderavond Jaarlijks kunnen er ook nog enkele algemene ouderavonden plaatsvinden rond een bepaald thema. Soms voor alle ouders, soms voor de ouders van een bepaalde groep. Twee keer per jaar is er voor de ouders en/of verzorgers van de leerlingen van groep 1 t/m 8 op onze school een oudermiddag/avond. Hier worden de schoolvorderingen van uw kind besproken. De groepen 7 hebben naast, de gebruikelijke oudermiddag/avonden, een gesprek waarin het voorlopig schooladvies wordt toegelicht. De groepen 8 hebben een oudermiddag/avond en een vooradviesgesprek in januari. De oudermiddag/avonden worden van tevoren aangekondigd. Ouders ontvangen een aantal dagen voor de oudermiddag/avond een uitnodiging voor het gesprek over hun kind(eren). Schoolkrant Onze schoolkrant verschijnt tweemaal per jaar. In deze schoolkrant worden meestal alleen bijdragen van leerlingen opgenomen, maar in uitzonderlijke gevallen kunnen ook wetenswaardigheden van de zijde van directie, leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad en diverse werkgroepen vermeld worden. De schoolkrant is dus niet alleen bedoeld voor uw kind(eren), maar zeker ook voor u. Ouderportaal
De meeste informatie wordt vanaf medio december 2015 op onze school via Ouderportaal verspreid. Ouderportaal is een digitale communicatiedienst voor scholen. Via e-‐mails, berichten, via de gratis app, of (in noodgevallen) een sms blijft u op de hoogte van alles wat voor u relevant is. Via de administratie van school ontvangt u een aanmeldingsbrief met activatiecode. Wij vragen u zich zo snel mogelijk aan te melden bij Ouderportaal. Informatie over de leervorderingen van de leerlingen Wij vinden het belangrijk dat ouders zo precies mogelijk op de hoogte zijn van de leervorderingen van hun kind(eren). We doen er dan ook alles aan hierover zo duidelijk mogelijk te zijn. Op de eerste plaats kunnen ouders altijd terecht bij de leerkracht om te praten over de
vorderingen van hun kind. Het spreekt voor zich, dat dit niet onder schooltijd kan, maar vóór of na de les. Als u er zeker van wil zijn, dat de leerkracht voldoende tijd voor u hebt, is het aan te bevelen een afspraak te maken. De huiswerkmap: regelmatig nemen de leerlingen op vrijdag hun huiswerkmap mee
naar huis. Zij kunnen hun ouders dan laten zien waar ze in de laatste periode mee bezig zijn geweest. Na het weekend gaat het werk weer mee terug naar school. Als dit werk bij de ouders vragen of opmerkingen oproept zijn ze daarmee altijd welkom op school. Rapporten: drie keer per schooljaar, ontvangt u van ons een rapport over de
vorderingen. Het rapport geeft een duidelijk beeld van de inzet, de werkhouding en de schoolvorderingen van de leerlingen. De kleuters krijgen in de vorm van drie soorten pictogrammen een beoordeling, vanaf groep 3 gebruiken wij een woordwaardering (uitstekend, zeer goed, goed, ruim voldoende, voldoende, twijfelachtig, onvoldoende, zwak zeer zwak). Rapportbesprekingen: het rapport wordt meegegeven tijdens de rapportbesprekingen.
Voor ieder kind wordt er een gesprek van tien minuten gepland. We geven het rapport niet eerder mee, zodat de ouders op het gesprek komen. Van de rapportbesprekingen wordt een summier gespreksverslag gemaakt die door de ouders ondertekend dient te worden. Ook wordt u in de gelegenheid gesteld een tien-‐minuten-‐gesprek te voeren met de godsdienstleerkracht. Op welke manier kunnen ouders actief zijn op school? Ouders kunnen zich op allerlei manieren inzetten op school. Ze kunnen helpen bij de organisatie van een feest, als begeleider bij een excursie, uitstapje of schoolreis. Dit is erg belangrijk voor de school, want zonder de hulp van ouders zouden een heleboel leuke en leerzame activiteiten niet plaats kunnen vinden. Ook voor de leerlingen is het fijn als hun ouders op een of andere manier bij de school betrokken zijn, vaak maakt dat voor hen de school nog vertrouwder. De Ouderraad (OR) Daarnaast zijn er ouders werkzaam in de ouderraad. De ouderraad bestaat uit ouders die leerlingen bij ons op school hebben. De ouderraad stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan een prettige tijd voor de leerlingen op Al Ihsaan. Zij doet dit middels het verlenen van
medewerking aan, of het organiseren van diverse activiteiten, in nauwe samenwerking met het team. De ouderraad vraagt voor het bekostigen van alle activiteiten een jaarlijkse bijdrage. Het betreft een vrijwillige bijdrage per kind. Dit houdt in dat u nergens toe verplicht bent! Deze bijdrage bedraagt momenteel €45,-‐ per kind, per schooljaar. Uit de ouderbijdrage worden o.a. de volgende zaken betaald: Een bijdrage aan de organisatie van feesten. Cadeautjes en traktaties met de feestdagen. Organisatie van schoolreisjes.
De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage. Als u deze niet betaalt, betekent dat helaas dat uw kind niet aan alle, met de ouderbijdrage bekostigde, activiteiten kan deelnemen en/of dat uw kind geen cadeautje kan krijgen. Als de ouderbijdrage door de school is ontvangen, ontvangt u een reçu. De ouderbijdrage wordt geïnd door de groepsleerkracht en beheerd door de ouderraad. Met opmerkingen en ideeën om het verblijf van uw kind(eren) op school nog prettiger te laten verlopen, bent u altijd welkom bij de leden van de ouderraad. De ouderraad heeft ook een algemeen e-‐mailadres: or@al-‐ihsaan.nl. Ouderhulp Veel activiteiten kunnen wij alleen maar uitvoeren wanneer wij daarbij hulp van ouders ontvangen. Wij zijn dan ook blij dat veel ouders actief bij de school betrokken zijn. Naast de moederraad helpen ouders (hulpouders) ons bij veel activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn: Helpen bij het bibliotheekuitleensysteem. Begeleiden bij excursies/ schoolreis. Helpen bij sportdag en feestdagen.
Wij gaan er bij deze vrijwillige hulp van uit dat de ouders de kennis, die zij verkrijgen uit hoofde van hun taken, vertrouwelijk behandelen en niet openbaren aan anderen en zich houden aan de voorschriften die binnen het onderwijs gelden. De Medezeggenschapsraad (MR) Veel beslissingen die door het bestuur en door de schoolleiding genomen worden, zijn van belang voor het personeel en de leerlingen van onze school. Het is de taak van de medezeggenschapsraad (MR) om met het bestuur en de directie van de school mee te denken, adviezen te geven en mee te beslissen over alles wat de school aangaat. De ouders in de MR vertegenwoordigen de ouders van de leerlingen. Daarom horen wij zo graag wat er bij u leeft! MR heeft instemmingsrecht over bijvoorbeeld: -‐ Wijziging onderwijskundige doelstellingen; -‐ Schoolplan, schoolgids, zorgplan; -‐ Tussenschoolse opvang;
-‐ Organisatie van de naschoolse opvang; -‐ Jaarlijkse ouderbijdrage; -‐ Beleid voorzieningen voor leerlingen zoals ICT-‐beleid; -‐ Anti-‐Pestbeleid (schoolafspraken, gedragsregels); -‐ Vakantierooster, jaarplanning en schooltijden. MR heeft adviesrecht over bijvoorbeeld: -‐ Wijziging grondslag van de school; -‐ Wijziging organisatie, samenwerking; -‐ Aanstellings-‐ en ontslagbeleid; -‐ Nieuwbouw-‐ of verbouw; -‐ Bestemming middelen. In de medezeggenschapsraad zitten: Namens de oudergeleding: -‐ Dhr. Kilic -‐ Dhr. Loukili Namens de personeelsgeleding: -‐ Mevr. KLeene -‐ Mevr. de Wit -‐ Mevr. Achlaouchi De MR vergadert gemiddeld één keer per twee maanden. De vergaderingen zijn openbaar. Laat het aan de voorzitter weten als u wilt komen. De vergaderingen worden van tevoren aangekondigd. De Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Naast de medezeggenschapsraad is er ook nog een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Dit is een overkoepelende MR voor alle medezeggenschapsraden van de 4 basisscholen die aangesloten zijn bij het bestuur van Stichting Noor. De leden van de GMR geven adviezen over de besluiten die het bestuur wil nemen. Ook deze raad bestaat weer uit ouders en leerkrachten. Informatie van de ouders naar de school toe Al eerder in deze schoolgids hebben we aangegeven dat we het belangrijk vinden om goed op de hoogte te zijn van zaken, die van belang kunnen zijn voor het functioneren van het kind. Ouders zijn altijd welkom voor een gesprek met de leerkracht of de directeur. Daarnaast staan we altijd open voor kritische opmerkingen ten aanzien van ons werk op school. Het werkt prettig als mensen daarmee naar school komen en ons daarover spreken. Alleen als we weten wat niet goed gegaan is, kunnen we er iets aan doen. Minstens een keer in de vier jaar houden we dus een enquête onder de ouders. De ouders kunnen dan hun mening kwijt over het onderwijs, de sfeer en de veiligheid in en rondom de
school. De ideeën van de ouders hierover zijn voor ons heel belangrijk. Wij werken er voortdurend aan de kwaliteit van het onderwijs op deze school nog verder te verbeteren. Via de enquête willen we de ouders mee laten denken en willen we erachter komen wat ouders zien als sterke en zwakke kanten van de school. De uitslag van de enquête geeft voor ons aan, waar ouders verbeteringen noodzakelijk achten en daar willen we ook echt rekening mee houden. Hoe gaan we met klachten om? Klachtenregeling Voor iedereen die ontevreden is over de handelswijze van een ander (binnen school) geldt als uitgangspunt: bespreek de ontevredenheid op de juiste plaats. In de regel betekent dit met de persoon/ personen die de ontevredenheid veroorzaakt heeft. Bespreek de ontevredenheid ook zo spoedig mogelijk nadat deze ontstaan is. Onze school biedt ouders, personeelsleden en leerlingen de mogelijkheid om vragen, problemen of klachten over het onderwijs, de aanpak van de leerlingen of andere zaken, te allen tijde met de directie te bespreken. Deze zal proberen vragen te beantwoorden en problemen of klachten – eventueel in overleg met de leerkracht en/of andere betrokkenen -‐ zo snel mogelijk op te lossen. Het gesprek wordt vertrouwelijk behandeld en er worden geen stappen gezet zonder gegeven toestemming. De directeur gaat in overleg met de betreffende ouder, leerling of personeelslid na wat er moet worden gedaan of wie er moet worden ingeschakeld om tot een goede oplossing te komen. Mochten ouders, leerlingen of personeelsleden hier ook niet tevreden over dan kunnen ouders een klacht voorleggen aan de interne of externe vertrouwenspersoon. Deze kan reflecteren op de situatie, adviseren over vervolgstappen en eventueel de weg wijzen in officiële procedures bij de landelijke klachtencommissie. Als de klacht dermate ernstig is, dan kan de klacht ter behandeling voorgelegd worden aan de Landelijke Klachtencommissie. Het secretariaat van de Commissie wordt gevoerd door het bureau van Stichting Geschillencommissies Onderwijs (SGO). De Commissie neemt kennis van uw klacht die op grond van de klachtenregeling van de school bij de Commissie kan worden ingediend. Het gaat dan om klachten over een beslissing of gedraging van iemand die bij onze school betrokken is. De Commissie onderzoekt uw klacht en brengt advies uit aan het bestuur met betrekking tot de ontvankelijkheid of niet-‐ontvankelijkheid en de gegrondheid of ongegrondheid van uw klacht. De Commissie kan daarbij een aanbeveling aan het bestuur doen over te nemen maatregelen. Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs De landelijke Klachtencommissie is te bereiken via onderstaande gegeven: Contactgegevens: Contacpersonen: t.a.v. het ambtelijk secretariaat mw mr A.C. Melis-‐Grollers Postbus 82324 mw mr H.M. Vos-‐ van der Velden 2508 EH Den Haag mw J.L. Rijsdijk-‐Koornaar
t 070 386 16 97 e [email protected] Samengevat 1. Altijd eerst bij voorkeur overleg met de juiste persoon; 2. Bij onvoldoende resultaatoverleg (of in eerste aanleg) met de directie; 3. Bij onvoldoende resultaatoverleg met directie (of in eerste aanleg) één van onze interne vertrouwenspersonen of externe vertrouwenspersoon; 4. In alle gevallen is het mogelijk een klacht voor te leggen aan de landelijke klachtencommissie. Huiswerk Vanaf groep 4 krijgen leerlingen huiswerk. Het huiswerk kan variëren van het leren voor toetsen tot het maken van werkstukjes en voorbereiden van spreekbeurten. De toetsen worden minimaal een week van tevoren opgegeven. De leerlingen wordt stapsgewijs geleerd hoe ze opdrachten kunnen verwerken en hoe ze moeten leren voor overhoringen. Doelstelling hierbij is dat de leerlingen bij het verlaten van de basisschool in staat zijn zo zelfstandig mogelijk huiswerkopdrachten te verwerken. Het is zeer aan te bevelen het leren en maken van het huiswerk thuis te begeleiden. Mocht u hier vragen over hebben, dan kunt u terecht bij de leerkracht. Aan leerlingen, die extra zorg krijgen, wordt soms ook wat extra huiswerk meegegeven. Het effect is het grootst wanneer dit werk thuis goed wordt uitgevoerd. Boeken en werkboeken mogen alleen worden meegenomen als de groepsleerkracht hier toestemming voor heeft gegeven. Met klem verzoeken wij u erop toe te zien, dat eventueel meegebrachte boeken en werkboeken netjes en met zorg worden behandeld en weer naar school worden meegenomen! Sponsoring Op dit moment is het zo, dat er nog geen sprake is geweest van sponsoring van zaken op school. Hoofdstuk 11: De resultaten van ons onderwijs Lukt het ons ook te doen wat we zeggen? We hebben in deze schoolgids uitgebreid beschreven wat we op onze school met de leerlingen willen bereiken en hoe we dat proberen voor elkaar te krijgen. Uiteraard willen ouders dan ook wel weten wat de resultaten zijn van ons werk. Slagen we erin onze doelstelling 'Leerlingen in een veilige en plezierige omgeving veel te laten leren' waar te maken? Lukt het ons ook te doen wat we zeggen?
Dat zijn voor de ouders, maar ook voor ons belangrijke vragen. We proberen daar dan ook een zo duidelijk mogelijk antwoord op te krijgen. Het zoeken naar het antwoord op deze vragen noemen we de kwaliteitszorg. Wat we willen weten is: Hoe zit het met het veilige en prettige schoolklimaat dat we willen bewerkstelligen? Wat vinden de leerlingen, de ouders en de leerkrachten daarvan? Hoe zit het met de leervorderingen van de leerlingen? Is er sprake van goede resultaten? Op de eerste vraag proberen we het antwoord te vinden door het gewoon te vragen aan de leerlingen, de ouders en de leerkrachten. Bij de leerlingen van de lagere groepen gebeurt dat mondeling. De leerkrachten maken regelmatig een praatje met de leerlingen over hoe ze het vinden op school en of ze geen problemen ondervinden. De leerlingen vanaf groep 5 vullen een keer per jaar de 'Schoolvragenlijst' in, een lijst met vragen over het contact met de leerkracht en de andere leerlingen, het plezier in school etc. Ook vullen leerlingen vanaf groep 6 twee keer per jaar op de computer de 'LeerlingScol' in. De ouders vragen we er natuurlijk naar bij de rapportgesprekken en andere gesprekken, want dat moet gewoon in orde zijn, dat is de basis die er moet zijn wil een kind nieuwe dingen kunnen leren. Ook houden we (zoals al eerder opgemerkt) een ouderavond of een enquête onder de ouders, waar zij aan kunnen geven wat ze goed vinden op school en wat niet of minder goed gaat. Ook de leerkrachten krijgen in functioneringsgesprekken en werkoverleggen alle kans hun mening te geven over het werkklimaat en de sfeer op school. Dat vinden we erg belangrijk. We willen dat de leerkrachten graag naar school komen en daar met plezier hun werk doen. Een gemotiveerde leerkracht met goede zin is immers het beste wat de leerlingen in de school kan overkomen. Informatie over de resultaten Cito-‐eindtoets De leerlingen van groep 8 nemen ieder jaar deel aan de Cito-‐eindtoets. De ouders ontvangen hiervan de individuele uitslag van hun kind. Naast deze individuele uitslagen ontvangt de school ook een schooluitslag. De eindtoets was vanaf de eerste afname onder het landelijk gemiddelde. Vanaf het schooljaar 2010-‐2011 scoren we boven het landelijk gemiddelde!
Overzicht resultaten Centrale eindtoets Onze school gebruikte tot vorig schooljaar de Cito-‐eindtoets om vast te stellen of haar resultaten voldoende waren. Vorig schooljaar is de keuze gemaakt (voorlopig) de centrale Eindtoets af te nemen. In de brochure van de Inspectie worden normen gegeven voor de onder-‐ en bovengrenzen en het landelijk gemiddelde. De normen zijn gerelateerd aan het percentage gewogen leerlingen op de hele school op de teldatum 1 oktober behorend bij het schooljaar dat beoordeeld wordt. Op onze school heeft altijd te maken gehad met een percentage gewichtleerlingen van meer dan 30 %: 1 oktober 2013: 34 % en behaalde score is 538,4 1 oktober 2014: 32 % en behaalde score is 537,9 1 oktober 2015: 33 % en behaalde score is 536,3 Daarvoor gelden de geldende normen:
Schooljaar % gewichtenleerlingen
Ondergrens Landelijk gemiddelde
Bovengrens
2013-‐2014 34 530,0 532,0 534,0
2014-‐2015 32 530,3 532,2 534,3
2015-‐2016 33 530,1 532,1 534,1
Alhoewel we ons kunnen blijven richten op de ondergrenzen hebben we na het schooljaar het landelijk gemiddelde genomen als streven en vanaf het schooljaar 2013-‐2014 zelfs de bovengrens genomen als streefnorm. Ten aanzien van de beoordeling van de inspectie hebben we altijd gestreefd naar de kwalificatie goed. Daartoe moeten we drie keer boven de bovengrens scoren. In de afgelopen jaren hebben we ook deze ambitie weten te behalen. Vanaf het schooljaar 2015-‐2016 nemen we vanaf dit school de Centrale eindtoets, vakgebied Wereldoriëntatie. Overzicht resultaten Tussentijdse toetsen basisvakken Voor het waarderen van de tussenresultaten maken we gebruik van Cito-‐toetsen. Daarbij moet gedacht worden aan: -‐ Technisch lezen in groep 3 en groep 4; -‐ Rekenen en wiskunde in groep 4 en groep 6; -‐ Begrijpend lezen in groep 6. Deze toetsen vormen samen de vijf kerntoetsen. De resultaten tijdens de schoolperiode zijn onvoldoende als de school op drie of meer van de vijf toetsen achterblijft bij het verwachte niveau in termen van het groepsgemiddelde op vaardigheidsscores. De inspectie vergelijkt bij haar beoordeling de gemiddelde vaardigheidsscore van de groep met de norm voor de desbetreffende schoolgroep. Is de gemiddelde score lager dan de norm, dan is het oordeel bij
die toets onvoldoende. Ligt de gemiddelde score op of boven de norm, dan is het oordeel voldoende.
DMT
Groep
Gemiddelde vaardigheidsscore Gemiddelde vaardigheidsscore basisschool Al Ihsaan Norm Midden Norm Eind Resultaten Midden Resultaten Eind
Groep 3* 21 33 28.2 41.4 Groep 4* 48 56 58.0 65.8 Groep 5 66 71 59.8 69.0 Groep 6 78 83 85.3 86.0 Groep 7 85 90 94.7 104.1 Groep 8 93 108.7
Rekene
n & wisku
nde
Groep % gewogen leerlingen Gemiddelde vaardigheidsscore Gemiddelde vaardigheidsscore basisschool Al Ihsaan Norm Midden Norm Eind Resultaten Midden Resultaten Eind
Groep 4* <15% >15% 158.7 162.0
Groep 5 <15% 71 78 >15% 65 73 70.0 81.7
Groep 6* <15% 84 89 >15% 79 84 81.6 88.1
Groep 7 <15% 98 102 >15% 94 99 97.8 102.2
Groep 8 <15% 110 >15% 106 114.3
Overzicht resultaten sociale competenties Van scholen wordt verwacht dat ze de sociale competenties van leerlingen intentioneel moeten ontwikkelen en volgen. Onder de sociale competenties vallen in ieder geval de sociaal-‐emotionele ontwikkeling, sociale vaardigheden en houdingen/vaardigheden om in uiteenlopende situaties succesvol te functioneren. Voor de ontwikkeling van de sociale competenties gebruiken we in ieder geval de methodes Kinderen en hun sociale/morele talenten en de godsdienstlessen. Voor het volgen van de competenties gebruiken we het gevalideerde en door inspectie goedgekeurde leerlingvolgsysteem de (leerling)SCOL. Het oordeel van de inspectie wordt in beginsel gebaseerd op drie achtereenvolgende leerjaren. Minimaal zijn twee leerjaren vereist van de groepen 7 en/of 8. De beoordeling is dus minimaal gebaseerd op deze twee groepen. Hoewel er volgens de inspectie dus nauwelijks of geen geschikte evaluatie-‐instrumenten en/of landelijk genormeerde toetsen zijn voor het vaststellen van de bijdrage van de school, wordt van een school wel verwacht dat het eindniveau in beeld wordt gebracht. Het gaat daarbij feitelijk om de vraag: zijn de leerlingen voldoende sociaalvaardig om adequaat te kunnen functioneren in het voortgezet onderwijs?
Groep
2013 – 2014 2014 – 2015 2015 -‐ 2016
Najaar Voorjaar Najaar Voorjaar Najaar Voorjaar A B A B A B A B A B A
Begrijp
end lezen
Groep Schoolgroep % gewogen leerlingen
Gemiddelde vaardigheidsscore
Gemiddelde vaardigheidsscore basisschool Al Ihsaan
Norm midden Resultaten Midden Groep 5 <15% 25
>15% 20 17.9 Groep 6* <15% 32
>15% 26 25.9 Groep 7 <15% 45
>15% 38 38.7 Groep 8 <15% 55
>15% 47 49.5
2 75% 92,6 % 95% 96,6 % 75% 85,7% 90% 78,4% 75% 92,3% 95%
3 95 % 95% 95 % 95,8 % 95 % 84,6% 85 % 95,8% 80 % 94,1% 95 %
4 85 % 85,7% 95 % 85,7% 95 % 91,7% 85 % 80,0% 95 % 91,3 % 95 % 5 95 % 100% 95 % 100% 90 % 93,1% 95 % 79,3% 85 % 84,6 % 90 %
6 85 % 85,7% 90 % 90,5% 95 % 91,7% 95 % 95,7% 80 % 93,1 % 95 %
L 72,7 % 75 % 90 % 79,3 % 80 %
7 95 % 84,2% 90 % 100% 95 % 100% 95 % 85,0% 95 % 83,3 % 90 %
L 80 % 84,2 % 85 % 71,4 % 90 % 91,7 % 90 %
8 95 % 100% 95 % 100% 95 % 63,2% 75 % 93,3% 90 % 90,0 % 95 % L 90 % 93,3 % 90 % 80 % 78,9 % 80 % 81,3% 90 % 80 % 90 %
A= vooraf gestelde ambitie in percentage ‘voldoende’ B= behaald resultaat in percentage ‘voldoende’ Uitstroomgegevens Adviezen afgelopen schooljaren
2014-‐2015 Advies Aantal leerlingen Percentage VWO 5 26,3 HAVO t/m VWO 0 0 HAVO 4 21,1 VMBO GL -‐ TL 4 21,1 VMBO KL 4 21,1 VMBO KL – TL 0 5,3 VMBO BL +LWOO 1 5,3 Herzien advies 1
2013-‐2014 Advies Aantal leerlingen Percentage VWO 2 13,3 HAVO -‐ VWO 3 20 HAVO 6 40 VMBO GL -‐ TL 0 0 VMBO TL 2 13,3 VMBO KL 2 13,3 VMBO BL +LWOO 0 0 Herzien advies 0
2012-‐2013 Advies Aantal leerlingen Percentage VWO 2 18,2 HAVO 4 36,7
VMBO GL 1 10 VMBO GL -‐ TL 3 27,3 VMBO KL 1 10 VMBO KL – TL 0 0 VMBO BL +LWOO 0 0 Herzien advies 0
Toelichting resultaten en terugkoppeling vragenlijsten Overige resultaten, zoals die van afgenomen vragenlijsten trachten wij middels een brief dan wel via de mail of website kenbaar te maken. Uiteraard wordt u hier vooraf over bericht. Heeft u vragen over methodegebonden toetsen of is u iets niet duidelijk? U kunt te allen tijde een afspraak maken met de groepsleerkracht van uw kind, de intern begeleider of directeur. Opbrengsten Opbrengstgericht en handelingsgericht werken op Al Ihsaan Vanuit de overheid wordt er steeds meer naar de resultaten van de scholen gekeken. Dit vinden wij een goede zaak, omdat je op deze manier de kwaliteit van de het onderwijs kan controleren. Hierdoor is de manier van werken op de scholen ook veranderd. Op Al Ihsaan wordt er daarom ook opbrengstgericht en handelingsgericht gewerkt. Wat betekent dat voor de leerkrachten? Alle resultaten van de groepen 1 tot en met 8 worden bijgehouden door de leerkrachten in onder meer een groepsplan. Deze plannen worden gecontroleerd door de intern begeleider. Er worden doelen gesteld die de leerkrachten met de groep, maar ook met de individuele leerlingen willen behalen. Over de manier waarop ze die doelen willen gaan behalen wordt goed nagedacht. Hierdoor worden de leerkrachten zich bewust van hun eigen handelen. Wat betekent dat voor de klas? Wij willen ieder kind het beste uit zichzelf laten halen. Daarom werken leerlingen voor elk vak op hun eigen niveau aan het behalen van de lesdoelen. Aan het begin van iedere les vertelt de leerkracht wat de leerlingen in de les gaan leren (lesdoel). Daarna wordt uitgelegd hoe de leerlingen dat kunnen aanpakken (strategie). Leerlingen die de opdracht al begrijpen gaan direct aan de slag. Deze leerlingen krijgen ook extra werk, op een hoger niveau. De leerkracht geeft de rest van de groep een duidelijke uitleg. Daarna gaan de meeste leerlingen zelfstandig aan het werk. Terwijl de klas aan het werk is, krijgt een klein groepje leerlingen extra hulp van de leerkracht. Tijdens het werken mogen leerlingen elkaar helpen. Hierdoor leren leerlingen samenwerken en om hulp vragen. Aan het eind van de les kijkt de leerkracht met de leerlingen terug op wat de leerlingen hebben geleerd en wat een volgende keer beter kan. Zo zorgen we ervoor dat ieder kind elke dag de juiste, nieuwe dingen leert. Daarmee halen wij het maximale uit alle leerlingen, het beste voor ieder kind. In principe verandert er in de klas dus niet zo veel. De leerlingen krijgen nog gewoon onderwijs zoals ze dat gewend waren, maar kwalitatief is het beter onderwijs. De leerkrachten hebben zich verdiept in de stof die ze aan gaan bieden aan de leerlingen, waardoor de leerlingen het nog
beter snappen. Schoolplan In ons schoolplan omschrijven wij precies wat wij met ons onderwijs willen bereiken. Ook de wijze waarop en met welke middelen wij dat willen gaan doen. We maken vooraf een analyse van wat ons te doen staat en wat er vanuit de maatschappij op ons af komt. Hiermee zorgen wij ervoor dat wij planmatig en doordacht blijven handelen. Vanuit dit schoolplan en alle gegevens die wij betrekken uit onze andere kwaliteitsinstrumenten bepalen wij wat er de komende jaren op ons programma zal staan. Interne en externe kwaliteitsmeting Net als elke school worden wij regelmatig bezocht door de inspectie op het onderwijs. Omdat onze school nu acht jaar geleden als zeer zwak te boek stond bij de inspectie was er sprake van een zeer intensief toezicht door de inspectie. Sinds eind schooljaar 2010-‐2011 hebben we het basisarrangement en willen wij het inspectiebezoek niet afwachten om te weten of onze kwaliteit nog voldoet. Wij zullen ons onderwijs beschrijven in kwaliteitskaarten die elk jaar naast de praktijk van alledag gelegd wordt om te zien of wij nog steeds voldoen aan onze kwaliteitscriteria. Hierdoor ontstaat een voortdurende bewaking van de kwaliteit.
Hoofdstuk 12: Overige zaken Beeldopnamen De school kan gebruik willen maken van beeldopnamen om het functioneren van leerkrachten in beeld te brengen of om inzicht te verkrijgen in het gedrag van een groep. Indien u bezwaren heeft dat uw kind op de film komt dan kunt u dit binnen een maand na het verschijnen van deze gids kenbaar maken bij de groepsleerkracht van uw kind of bij de directie. Dit geldt ook indien u bezwaar maakt tegen het plaatsen van (groeps)foto’s in bijvoorbeeld een nieuwsbrief. Dyade Dyade ondersteunt het bestuur bij de financiële en personeelszaken. Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-‐8051 (gratis) Klachtmelding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900-‐ 111 030 111 (lokaal tarief) Mobiele telefoons De praktijk leert dat veel ouders graag willen dat hun kind een mobiele telefoon bij zich draagt. Op school, tijdens de lesuren, pauzes en andere schoolse activiteiten dient de telefoon uit te zijn. Bij gebruik door de leerlingen op deze momenten zullen wij de telefoon tijdelijk in beslag nemen. We adviseren daarom om uw zoon of dochter geen telefoon mee te laten nemen. De niet-‐islamitische feesten Niet-‐islamitische feesten zoals sinterklaas en kerstmis worden wel benoemd, maar niet gevierd. Verjaardagen worden niet gevierd op school. Bij de geboorte van een broertje/ zusje mag er wel getrakteerd worden, bij voorkeur een gezonde traktatie. Schoolfotograaf Elk jaar komt de schoolfotograaf. Deze maakt van de leerlingen een portret en een klassenfoto. De portretfoto wordt in verschillende formaten afgedrukt. Ouders beslissen zelf of zij wel, niet, of gedeeltelijk de foto’s afnemen. Vervoer naar school Leerlingen die binnen een loopafstand van tien minuten van school wonen worden verzocht om lopend naar school te komen. Voor de leerlingen die met de fiets komen gelden de volgende afspraken: je fiets zet je in de fietsenrekken en de school aanvaardt geen enkele
verantwoordelijkheid voor eventuele schade aan de fiets. Samen met u willen wij proberen de verkeerssituatie rond de school zo veilig mogelijk te houden met zo min mogelijk overlast voor omwonenden en de school. Wilt u daarom uw auto altijd op de daarvoor bestemde plaatsen parkeren? Verzekeringen en aansprakelijkheid Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel en vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (personeel en vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school c.q. het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld wanneer tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril komt. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. Voertaal Op onze school is de voertaal Nederlands. Voor de taalontwikkeling is het belangrijk dat de leerlingen in het Nederlands communiceren. Wij zien erop toe dat dit ook daadwerkelijk gebeurt!
Hoofdstuk 13: Afsluitend… We doen ons best, maar het kan altijd beter De afgelopen jaren hebben we veel aanloopproblemen gekend maar wij zijn er vanaf het schooljaar 2009 – 2010 in geslaagd het onderwijs op Al Ihsaan te verbeteren. Het jaar daarop hebben we dat bevestigd gekregen door een positieve beoordeling van de Onderwijsinspectie. We doen op alle fronten ons best, maar het kan altijd beter en er zijn nog diverse zaken waar we hard aan moeten werken en ook willen werken om de kwaliteit voor elkaar te krijgen die we graag willen bereiken. Natuurlijk kun je niet alles tegelijk veranderen of verbeteren, dat zou zelfs niet goed zijn. Wel maken we ieder jaar een planning van de zaken die we in het komende schooljaar gaan aanpakken of bijzondere aandacht willen geven. Die planning noemen we ons schoolontwikkelingsplan. Dit schoolontwikkelingsplan ligt bij de directie ter inzage. Tot slot We hebben geprobeerd om een zo volledig mogelijk beeld te geven van onze school en onze manier van werken. Of we daarin geslaagd zijn, kunnen vooral de ouders ons vertellen. We vinden het dan ook fijn om opmerkingen of suggesties te krijgen over deze gids. Daar kunnen we volgend jaar weer gebruik van maken.