Sachs, B. (2012). - Web view . Interakt, (2011). Hollandse Meesters: Jan Dibbets. Geraadpleegd op...

7
Herman van den boom (Essen, 1950) volgde een studie aan de Designacademie in Eindhoven (Toen nog Academie voor Industriële Vormgeving). Na 2 jaar kwam hij er echter achter dat design niet in zijn straatje paste. Hij stopte met zijn studie om in Enschede een studie grafische vormgeving aan de AKI te volgen. Dit gaf hem echter nog steeds niet de voldoening waar hij naar zocht en hij bleef op zoek naar zijn ware passie. Tijdens zijn academietijd op de AKI bezocht Van Den Boom een expositie van het fotografisch duo Bernd en Hilla Becher. Zij fotografeerde van 1959 tot 2007 industriële gebieden over de hele wereld. 1 In deze gebieden staan gebouwen die voor veel mensen niet aantrekkelijk waren, maar het duo vond deze gebouwen, haast anonieme sculpturen 2 , interessant en legden deze vast. Kenmerkend voor hun fotografie was de afstandelijkheid en zakelijkheid waarmee ze deze gebouwen in beeld brachten. Altijd in zwart wit, frontaal en vanaf een verhoogd standpunt. Op deze manier krijg je als toeschouwer meer informatie over de ligging van het gebouw en de omgeving waar het zich in bevindt. Er werd zelfs rekening gehouden met de weersomstandigheden tijdens het fotograferen. De foto’s werden gemaakt bij een egaal bewolkte lucht zodat de weersgesteldheid geen dramatische effecten teweeg bracht. Vaak werden deze foto’s van gelijkwaardige gebouwen in series gepresenteerd. De fotografie werd hier gebruikt als registratie middel. Als middel waarmee onder andere plaatsen en objecten uit het dagelijks leven geïnventariseerd en gedocumenteerd kunnen worden. Maar ondanks de zakelijke weergave en hun streven naar neutraliteit staan de foto’s van het Becher duo bekend om het zeer eigen gezicht dat ze hebben. Ze worden doorgaans dan ook in musea voor beeldende kunst geëxposeerd. Na deze expositie was Van den Boom gewonnen voor de fotografie. Toen hij daarna een les fotografie kreeg van een gastdocent op de AKI maakte hij de omslag. Zijn medium was voortaan de fotografie. Van den Boom is er van overtuigd dat je als fotograaf uren op de straat moet doorbrengen, want daar zijn immers beelden te vinden. Dit zorgde er voor dat hij weinig op de academie te vinden was en vooral onderweg om ervaring op te doen. Hij heeft verschillende reizen gemaakt naar o.a. België, Duitsland, Engeland, Mexico, Spanje en de Verenigde Staten. Reizen is dan ook het centrale uitgangspunt voor Van den Boom. Al zijn beelden ontstaan door het zoeken naar situaties uit de werkelijkheid die hem opvallen. Door het zorgvuldig

Transcript of Sachs, B. (2012). - Web view . Interakt, (2011). Hollandse Meesters: Jan Dibbets. Geraadpleegd op...

Page 1: Sachs, B. (2012). -    Web view . Interakt, (2011). Hollandse Meesters: Jan Dibbets. Geraadpleegd op 10 januari 2015,

Herman van den boom (Essen, 1950) volgde een studie aan de Designacademie in Eindhoven (Toen nog Academie voor Industriële Vormgeving). Na 2 jaar kwam hij er echter achter dat design niet in zijn straatje paste. Hij stopte met zijn studie om in Enschede een studie grafische vormgeving aan de AKI te volgen. Dit gaf hem echter nog steeds niet de voldoening waar hij naar zocht en hij bleef op zoek naar zijn ware passie. Tijdens zijn academietijd op de AKI bezocht Van Den Boom een expositie van het fotografisch duo Bernd en Hilla Becher. Zij fotografeerde van 1959 tot 2007 industriële gebieden over de hele wereld.1 In deze gebieden staan gebouwen die voor veel mensen niet aantrekkelijk waren, maar het duo vond deze gebouwen, haast anonieme sculpturen2, interessant en legden deze vast. Kenmerkend voor hun fotografie was de afstandelijkheid en zakelijkheid waarmee ze deze gebouwen in beeld brachten. Altijd in zwart wit, frontaal en vanaf een verhoogd standpunt. Op deze manier krijg je als toeschouwer meer informatie over de ligging van het gebouw en de omgeving waar het zich in bevindt. Er werd zelfs rekening gehouden met de weersomstandigheden tijdens het fotograferen. De foto’s werden gemaakt bij een egaal bewolkte lucht zodat de weersgesteldheid geen dramatische effecten teweeg bracht. Vaak werden deze foto’s van gelijkwaardige gebouwen in series gepresenteerd. De fotografie werd hier gebruikt als registratie middel. Als middel waarmee onder andere plaatsen en objecten uit het dagelijks leven geïnventariseerd en gedocumenteerd kunnen worden. Maar ondanks de zakelijke weergave en hun streven naar neutraliteit staan de foto’s van het Becher duo bekend om het zeer eigen gezicht dat ze hebben. Ze worden doorgaans dan ook in musea voor beeldende kunst geëxposeerd. Na deze expositie was Van den Boom gewonnen voor de fotografie. Toen hij daarna een les fotografie kreeg van een gastdocent op de AKI maakte hij de omslag. Zijn medium was voortaan de fotografie.

Van den Boom is er van overtuigd dat je als fotograaf uren op de straat moet doorbrengen, want daar zijn immers beelden te vinden. Dit zorgde er voor dat hij weinig op de academie te vinden was en vooral onderweg om ervaring op te doen. Hij heeft verschillende reizen gemaakt naar o.a. België, Duitsland, Engeland, Mexico, Spanje en de Verenigde Staten. Reizen is dan ook het centrale uitgangspunt voor Van den Boom. Al zijn beelden ontstaan door het zoeken naar situaties uit de werkelijkheid die hem opvallen. Door het zorgvuldig kiezen van een perspectief, standpunt en lichteffecten voor het maken van een foto weet hij op bijzondere wijze deze werkelijkheid weer te geven. Van den Boom ensceneert niets aan deze werkelijkheid. Voor zijn serie Drive-Inn movies uit 1976 heeft hij bijvoorbeeld fotomateriaal van diverse reizen naar de Verenigde staten samengevoegd. Deze serie bevat foto’s van drive-in bioscoopschermen die gemaakt zijn terwijl er geen film draaide. Er zijn dus weinig mensen aanwezig en doordat het overdag is tonen foto’s een eenzame stilte. Een belangrijk uitgangspunt voor deze serie is het gefotografeerde object loskoppelen van zijn functie. De beeldtaal van deze foto’s is duidelijk te herleiden naar de zakelijkheid waarmee Bernd en Hilla Becher hun gebouwen portretteerden.

Deze zakelijke weergave zien wij ook terug in andere series die Van den Boom maakt. Bij de serie ‘Seascapes’ is dit echter niet in zwart wit zoals in zijn vorige serie en het werk van het Becher dui, maar in kleur. Hier wilde Van den Boom de bestaande vormen in de realiteit loskoppelen van hun context en een compositie en lijnenspel in het beeld creëren. Dit doet hij door het beeld onder te verdelen in verschillende vlakken. De horizon is hierbij een belangrijke lijn. Deze deelt het beeldvlak in tweeën. Deze vlakken worden onderbroken door het vlak- en lijnenspel van de architectuur die aan de kust te vinden is. Het valt hierdoor haast als abstract te beschouwen. Van den Boom ensceneert niets voor deze foto maar kiest zeer bewust en zorgvuldig zijn standpunt waarbij hij

Page 2: Sachs, B. (2012). -    Web view . Interakt, (2011). Hollandse Meesters: Jan Dibbets. Geraadpleegd op 10 januari 2015,

rekening houdt met de lichtinval.3 Door licht of de afwezigheid daarvan verandert namelijk onze perceptie van vorm en kleur. Ook wordt deze perceptie gebaseerd op de eigenschappen van de omgeving. De titel ‘Seascapes’ suggereert ook dat het om locaties bij de zee gaat. De kleur blauw zal dan al snel geïnterpreteerd worden als de zee. De combinaties aan kleuren in deze beelden zijn zeer divers. Omdat Van den Boom de werkelijkheid vast legt in beeld, werkt hij met kleuren die gebonden zijn aan die specifieke plaats. Dit is een belangrijk onderdeel van ieder beeld en zodra ze achterwege worden gelaten verliest het beeld een belangrijke laag. Ook helpen kleuren bij aan de spanning tussen de ruimtelijkheid en platheid van het beeld. Een foto laat ons altijd een ‘plat beeld’ van de werkelijkheid zien, maar door gebruik te maken van technieken die dieptewerking stimuleren zoals kleurcontrasten of repoussoirs wordt ons gevoel van diepte en ruimte aangetast. 4 Een gevoel wat versterkt wordt door het felle zonlicht wat schaduw op het beeld werpt. Licht speelt ook een belangrijke rol bij het identificeren van kleur en deze te koppelen aan vorm. Door het felle zonlicht wat Van den Boom veelvuldig gebruikt in deze serie ontstaat er een duidelijk onderscheid tussen de verschillende vormen en de schaduwen die op de objecten geworpen worden. Het is soms lastig om de oorspronkelijke vorm te herkennen. Dit gevoel wordt versterkt door de sterke abstrahering en dat is precies waar Van den Boom naar op zoek is.

Vanaf 1971 maakt Van den Boom al collages en installaties waar waarbij fotografie als uitgangspunt dient. Hierbij probeert hij de sculpturale waarde van de fotografie te gebruiken. Door losse beelden of beeldelementen samen te voegen tot een beeld wil hij het vierkante vlak doorbreken. Het werk ‘Hastings – Huelva’ wat zich in de tentoonstelling bevindt is ook in deze periode gemaakt en een goed voorbeeld van deze denkwijze. Dit werk is een combinatie van twee foto’s die gemaakt zijn op twee verschillende locaties. De titel geeft hierbij prijs waar de foto’s gemaakt zijn. Beide zijn gefotografeerd tijdens reizen langs de kust van Europa die Van den Boom eind jaren 70 maakte. De foto’s gaan om het samenspel tussen de vormen die in de realiteit te vinden zijn en wat de toeschouwer in het samenspel van beide foto’s ziet. Ondanks dat de titel twee plaatsen suggereert, lijkt het net alsof beide foto’s op dezelfde plaats gemaakt zijn. Beide foto’s hebben een verticale opening midden in beeld. Bij de linker foto schijnt de zon door de opening naar binnen, en bij de rechterfoto is het onduidelijk waar het licht vandaan komt. Er zijn namelijk twee slagschaduwen op de vloer te vinden. Het is onduidelijk waar beide schaduwen vandaan komen. Maar door het overeenkomende lijnenspel en belichting wordt de suggestie gewekt dat het om dezelfde locatie gaat. Alsof Van den Boom één foto heeft gemaakt en daarna 180 graden gedraaid is voor de ander. Dit zet de kijker aan het denken. Gaat het werkelijk om dezelfde locatie? Of zijn deze locaties, ondanks dat ze op verschillende plaatsen zijn hetzelfde? Door de overeenkomende kleuren van beide foto’s wordt deze twijfel alleen maar groter.Het laat ons achter met vragen over de manier waarop wij beelden waarnemen. Een onderzoek wat wij onder andere bij Jan Dibbets terug zien. Dibbets is jarenlang schilder geweest tot hij de camera van zijn zus oppakte. Toen hij er door keek wist hij niet wat hij zag. “Je ziet voor je ogen iets gebeuren wat niet strookt met wat jij denkt dat het had moeten zijn.”5 Deze verbazing zorgde er voor dat hij een extensief onderzoek heeft verricht naar wat een camera eigenlijk doet met onze perceptie, het gesprek tussen de kunstenaar en de camera. In zijn ‘perspective corrections’ serie laat hij dit zien door op diverse locaties met gebruik van bijvoorbeeld lint een trapezium op de vloer of gras te maken. Door de camera vervolgens vanuit een specifieke hoek dit trapezium vast te laten leggen, ziet het er op de foto uit als een vierkant. “Je ziet iets wat niet waar is, maar wat je wel voor waar waarneemt.”6

Page 3: Sachs, B. (2012). -    Web view . Interakt, (2011). Hollandse Meesters: Jan Dibbets. Geraadpleegd op 10 januari 2015,

Rond 1975 heeft dit geleid naar een manier waarop hij het beste de materialiteit van de foto kon uitdrukken. Voor hem kwam het glinsterende en weerkaatsende oppervlak van autocarosserieën het dichtste in de buurt. De materialiteit is een dermate belangrijke rol gaan spelen in het werk van Dibbets dat hij later in zijn carriére foto’s van ramen combineerde met een geschilderde ondergrond. Hij wilde hier het idee rondom voorgrond/achtergrond onderzoeken en bekijken wanneer een foto de achtergrond afstoot en wanneer hij hem accepteert. De werken bevatten meerdere lagen verf zodat het licht een invloed heeft op het beeld.

Ook Herman van den Boomexperimenteert met fotografie en andere media. Voor de serie ‘zee landschappen’, waarij de titel van ieder werk de naam van de gefotografeerde locatie draagt, heeft hij gebruik gemaakt van collagetechnieken. Door het scheuren of knippen van foto’s uit diverse tijdschriften wilde hij de beperkte rechthoekige en vierkante canvasvormen doorbreken. Op deze manier komen de abstracte kwaliteiten binnen bestaande vormen naar boven. Pas als je dichter bij de werken komt, herken je bestaande vormen. De gebruikte vormen betekenen net zo weinig als dat het zee landschap betekent. Ze worden volledig uit hun bestaande context gehaald en van hun functie ontdaan. Echter ontstaat er door het samenvoegen van de elementen een beeld dat als compleet aanvoelt, als een geheel.

Voor een recente fotoserie genaamed ‘Arcadia Redesigned’ fotografeerde Van den Boom diverse huizen en het omringende landschap. De foto’s laten een bepaalde absurditeit zien van mensen die het landschap rondom hun huis ‘renoveren’.7 Bomen die al honderden jaren gegroeid hebben worden omgekapt, alleen maar om een gazonnetje aan te leggen waarop een stoel ezet kan worden om de tuin te bekijken. Waarom zouden mensen een tuin willen aanleggen in een gebied waar eigenlijk al een prachtig landschap te vinden is? De beelden laten zien hoe de eigenaren van deze huizen het landschap cultiveren. De titel ‘Arcadia Redesigned’ laat zien dat mensen op zoek zijn naar hun persoonlijk stukje Arcadië. Hun eigen utopisch landschap. Van den Boom weet op treffende wijze de hypocrisie van deze situatie in beeld te brengen. De persoonlijke stukjes landschap, omringd met hekwerk om het einde van het persoonlijk terrein aan te geven. Rijen met struiken waar niet doorgekeken kan worden. Strak aangelegde paden en perfect gesnoeide struiken. Stukken gazon waarbij het lijkt alsof ze speciaal voor de foto gemaaid zijn.

“Toen ik naar deze (voor)tuinen keek viel het bij mij binnen dat de situaties die ik fotografeerde ervaren konden worden als een hedendaags Arcadië. De eigenaren zelf beleven ongetwijfeld veel plezier aan hun eigen creaties maar als je al deze stukjes ‘Arcadië’ bij elkaar voegt op een globale schaal, krijg je een enorm gecultiveerd en surreëel landschap.”.8

Door het afbeelden van deze persoonlijke stukjes landschap zonder direct de context prijs te geven ontstaat er surreële en steriele beelden. Beelden waarbij door het zorgvuldig gebruik van licht en standpunten een onbehaaglijk gevoel ontstaat. Dit is tegenstrijdig omdat deze plekken de bewoners juist een gevoel van thuis geven. Van den Boom plaatst hierdoor met een scherpe blik een kritische noot bij de individualisering van de maatschappij. Een afstandelijkheid tot dit onderwerp is te voelen. Eenzelfde afstandelijkheid als die wij zien bij de beelden van Bernd & Hilla Becher. Pure registratie van de werkelijkheid waarbij de interpretatie van de toeschouwer het beeld compleet maakt.

Page 4: Sachs, B. (2012). -    Web view . Interakt, (2011). Hollandse Meesters: Jan Dibbets. Geraadpleegd op 10 januari 2015,

Noten1 cultuur > magazine > architectuur en kunst – Goethe institute. http://www.goethe.de/ins/nl/ams/kul/mag/arc/nl9909834.htm Geraadpleegd op 29 december 2014.2 http://www.goethe.de/ins/in/en/lp/kul/mag/kuf/20366019.html Geraadpleegd op 29 december 2014.3 Verber, M. (19 november 2013). Interview Herman van den Boom, Maastricht4 Jordan, W., (N.D.), In the Eye of the Beholder: The Nature of Light and Color. Weil am Rhein, Vitra Design Museum, p 88.5 Interakt, (2011). Hollandse Meesters: Jan Dibbets. http://web.avrotros.nl/kunstuur/player/20140202_4Art/6 ibid7 Interview radio KUHF Houston over "Arcadia Redesigned" Maart 20068 http://hermanvandenboom.net/index.php?page=_arcadiaredesign

Page 5: Sachs, B. (2012). -    Web view . Interakt, (2011). Hollandse Meesters: Jan Dibbets. Geraadpleegd op 10 januari 2015,

Literatuurlijst

InterviewVerber, M., (19 november 2013). Interview Herman van den Boom, Maastricht.Interview radio KUHF Houston over "Arcadia Redesigned" Maart 2006.

BoekenKries, M. E.A., (2013), Lightopia : on the occasion of the Exhibition "Lightopia" ; exhibition of the Vitra Design Museum, Weil am Rhein, in cooperation with Fundação EDP, Lisbon ; Vitra Design Museum: 28 September 2013 - 16 March 2014. Weil am Rhein, Vitra Design Museum.

Visser de, A., (2010), De Tweede helft: Beeldende kunst na 1945. Nijmegen/Amsterdam, Uitgeverij Sun.

Artikelenschrijver N.B., (1974, 16 maart), Beeldhouwkunst als ”grafiek”, in: Eindhovens dagblad.

WebsitesBoom van den, H., (2005). Arcadia Redesigned 2004-2005. Geraadpleegd op 5 januari 2015, http://hermanvandenboom.net/index.php?page=_arcadiaredesign

Interakt, (2011). Hollandse Meesters: Jan Dibbets. Geraadpleegd op 10 januari 2015,https://eu1.tv/nl/hollandse-meesters/titles/hollandse-meesters-jan-dibbets?playlist_id=23

Sachs, B. (2012). De integere blik – het fotografenpaar Bernd en Hilla Becher. Geraadpleegd op 28 december 2014,http://www.goethe.de/ins/nl/ams/kul/mag/arc/nl9909834.htm

Schrijver N.B., (2014). 4 ART – Jan Dibbets. Geraadpleegd op 10 januari 2015, http://web.avrotros.nl/kunstuur/player/20140202_4Art/

Schrijver N.B., (N.D.) Kühltürme Beton-Fertigteile: Bernd & Hilla Becher. Geraadpleegd op 5 januari 2015, http://vanabbemuseum.nl/collectie-en-context/details/collectie/?tx_dresolr_pi%5Bsend%5D=repeat&tx_dresolr_pi%5BuidField%5D=CCIDENTIFIER&tx_dresolr_pi%5BuidValue%5D=C1356&tx_dresolr_pi%5Bfield%5D%5Bsearch%5D=Bernd%20&%20Hilla%20Becher

Schrijver N.B. (2013). The Incorruptible gaze – the photographer couple Bernd and Hilla Becher. Geraadpleegd op 28 december 2014, http://www.goethe.de/ins/in/en/lp/kul/mag/kuf/20366019.html