Veldschuur Wasven

Ruimtelijke onderbouwing artikel 2.12 lid 1 sub a o nder 3 Wabo Versie: december 2015

VERGUNNING VERLEEND

2

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding ......................................... ..................................................................... 3

1.1 Aanleiding ........................................................................................................ 3

1.2 Ligging en plangrenzen .................................................................................... 3

1.3 Afwijking ten opzichte van het geldende bestemmingsplan .............................. 5

1.4 Leeswijzer ........................................................................................................ 5

Hoofdstuk 2. Gebieds- en projectprofiel ........................ ........................................................ 7

2.1 Beschrijving projectgebied ................................................................................ 7

2.2 Beschrijving projectprofiel ............................................................................... 10

Hoofdstuk 3. Beleidskaders ..................................... ............................................................. 12

3.1 Provinciaal beleid ........................................................................................... 12

3.2 Gemeentelijk beleid ........................................................................................ 13

Hoofdstuk 4. Omgevingsaspecten ................................. ...................................................... 17

4.1 Stedenbouwkundige afweging ........................................................................ 17

4.2 Bodem ............................................................................................................ 17

4.3 Water ............................................................................................................. 17

Hoofdstuk 5. Juridische planbeschrijving ....................... .................................................... 18

5.1 Omgevingsvergunning.................................................................................... 18

Hoofdstuk 6. Overleg ........................................... .................................................................. 19

6.1 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro ............................................................................ 19

6.2 Inspraak en samenspraak .............................................................................. 19

Hoofdstuk 7. Financiële uitvoerbaarheid ........................ ..................................................... 20

VERGUNNING VERLEEND

3

Hoofdstuk 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Initiatiefnemer wil een karakteristieke veldschuur realiseren binnen groendomein Wasven. De gronden van het groendomein Wasven (25 hectare groot) omvat cultuur- en natuurhistorisch groen in het stadsdeel Tongelre te Eindhoven. Midden in het groendomein ligt een langgevelboerderij van Stichting groendomein Wasven (ook wel de ‘Wasvenboerderij’ genoemd). Deze boerderij wordt gebruikt als multifunctionele accommodatie. De stichting heeft tot doel het groendomein Wasven te behouden en te versterken via duurzame ontwikkeling. In het kader van het project ‘natuurakkers’ wordt beoogd het Wasven te transformeren tot een ecologisch akkerlandschap. Voor het agrarisch beheer van de natuurakkers is een veldschuur noodzakelijk. De karakteristieke veldschuur is een bestaande schuur. De veldschuur stond in Bavel waar het moest wijken voor nieuwbouw. Onder begeleiding van Stichting de Brabantse Boerderij is de veldschuur gedemonteerd. Op de vrije akker in het groendomein Wasven, tegenover de boerderij aan de Celebeslaan, zal de karakteristieke veldschuur weer worden opgebouwd. De veldschuur zal als opslag dienen voor materieel en gewassen. Het realiseren van een veldschuur past niet binnen het geldende bestemmingsplan. Het vergunnen van de gevraagde bebouwing en gebruik kan wel geschieden op basis van een projectafwijkingsbesluit (omgevingsvergunning) op grond van de Wabo. De wet schrijft voor dat een dergelijk verzoek vergezeld dient te gaan van een goede ruimtelijke onderbouwing. Dit document voorziet hierin en in dit document zijn de relevante aspecten op een zorgvuldige wijze afgewogen. 1.2 Ligging en plangrenzen Het projectgebied is gelegen in het oosten van Eindhoven en maakt deel uit van het stadsdeel Tongelre. Het projectgebied is gelegen aan de Celebeslaan ong, kadastraal bekend gemeente Tongelre, Sectie D, nummer 712.

VERGUNNING VERLEEND

4

Luchtfoto globale ligging projectgebied (rood omlijnd).

VERGUNNING VERLEEND

5

1.3 Afwijking ten opzichte van het geldende bestemm ingsplan Het projectgebied ligt binnen het geldende bestemmingsplan ‘Tongelre buiten de Ring 2005’, vastgesteld door de raad op 4 december 2007. In het geldende bestemmingsplan is het perceel bestemd tot ‘Bos’.

Uitsnede uit de verbeelding van het geldende bestemmingsplan (projectgebied globaal met blauwe pijl

aangegeven).

Binnen het projectgebied is de locatie nu bestemd voor duurzame instandhouding van het bos met daarop afgestemde bosbouw, groenvoorzieningen en extensieve recreatie. Gebouwen zijn niet toegestaan binnen de bestemming ‘Bos’. Gelet op het vorenstaande past het realiseren van een veldschuur ten behoeve van opslag van machines, materialen en gewassen voor o.a. het onderhoud en beheer van de gronden van het Groendomein Wasven niet binnen deze bestemming. Om de ontwikkeling mogelijk te kunnen maken zal met een omgevingsvergunning afgeweken moeten worden van het geldende bestemmingsplan. 1.4 Leeswijzer Deze ruimtelijke onderbouwing bestaat uit de volgende delen. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2 met de beschrijving van het gebieds- en projectprofiel. In hoofdstuk 3 is het relevante ruimtelijke beleid beschreven. In hoofdstuk 4 zijn de

VERGUNNING VERLEEND

6

omgevingsaspecten opgenomen, waaronder de stedenbouwkundige afweging. De juridische vormgeving van het projectbesluit is neergelegd in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 gaat in op het overleg en de samenspraak. Hoofdstuk 7 gaat tenslotte in op de financiële uitvoerbaarheid.

VERGUNNING VERLEEND

7

Hoofdstuk 2. Gebieds- en projectprofiel In dit hoofdstuk worden zowel het gebied waar de ontwikkeling plaats gaat vinden als het project zelf beschreven. Tevens wordt ingegaan op de stedenbouwkundige en ruimtelijke effecten van het project. 2.1 Beschrijving projectgebied Het projectgebied valt binnen het karakteristieke en historisch groengebied Het Wasven. Het Wasven ligt tussen de Eisenhowerlaan (de 'Helmondweg'), de spoorlijn naar Helmond, de rondweg (bij de 'Berenkuil') en de in elkaars verlengde liggende straten de Tongelresestraat, 't Hofke en de Koudenhovenseweg Zuid. Het Wasven maakt deel uit van het voormalige kasteelpark. Het projectgebied is gelegen in de vrije akker, voorheen (circa 30 jaar) in gebruik als dierenweide. De ‘naam’ vrije akker duidt op het historische gebruik van de gronden. Deze gronden waren namelijk landerijen van een ‘vrije’ boer. Vroeger stond een boerderij op deze gronden. Omdat deze boerderij niet tot de boerderijen van het kasteel ’t Hof behoorde was de betreffende boer een zogenaamde ‘vrije boer’ (zelfstandige boer). Omstreeks 1900 was de boerderij met akkerland en grasland van de familie Van Uitregt. Tot in de jaren zestig heeft er een boerderij gestaan op deze gronden. Deze stond min of meer aan de Koudenhovenseweg Zuid, naast drie nog bestaande woningen. De laatste bewoners was de familie Van de Nobelen. Omstreeks 1970 is de boerderij gesloopt. De gronden zijn sindsdien onbebouwd en worden de gronden aangeduid als de ‘vrije akker’. De indeling van de vrije akker is medio april 2014 ingericht met een inrit, vlechtheggen, bosstruweel en een wandelpad met hoogstamfruitbomen.

Foto van de boerderij (op de achtergrond) op de vrije akker omstreeks 1900.

Van oudsher bestaat het Groendomein Wasven uit twee delen. Enerzijds het kasteelbos aan de zuidkant, waar ook de warande (jachtgebied) is gelegen. Anderzijds de noordkant waar van oudsher de agrarische gronden zijn gelegen. Deze delen zijn in naar elkaar ‘gegroeid’. De karakteristieke veldschuur wordt geplaatst aan de ‘noordkant’ en sluit in die optiek goed aan bij het (historisch) gebruik van de gronden.

VERGUNNING VERLEEND

8

Afb: De originele karakteristieke veldschuur geprojecteerd op de Vrije akker. Gelet op het bovenstaande is het projectgebied waarschijnlijk nooit een bos geweest. Sinds lange tijd is het projectgebied in gebruik als grasland. Dat blijkt ook uit de topografische kaarten. Hieronder wordt een ‘uittreksel’ van verschillende topografische atlassen met betrekking tot dit projectgebied weergegeven:

• Topografische kaart 1912: Agrarisch gebied ; • Grote Topografische Atlas van Nederland; deel 4 Zuid-Nederland; bladzijde 82 van de

jaren 1972-1986: legenda-aanduiding: Grasland ;

• Grote Provincie Atlas 1 : 25.000 van de Topografische Dienst; bladzijde 80 van de jaren 1994/1996: legenda-aanduiding: Grasland ;

• Topografisch Atlas Noord Brabant 1 : 25.000; Topografische Dienst / Kadaster; bladzijde 160 uit het jaar 2013: legenda-aanduiding: Grasland .

VERGUNNING VERLEEND

9

Uitsnede Topografische Kaart 1994-1996 uit Grote Provincie Altlas (projectgebied met rode pijl globaal aangegeven).

VERGUNNING VERLEEND

10

2.2 Beschrijving projectprofiel Initiatiefnemer is van plan om een (bestaande) karakteristieke veldschuur te (her)plaatsen op de vrije akker tegenover de Wasvenboerderij.

Afbeelding Vrije akker (gedeelte van het projectgebied). De beoogde veldschuur betreft een bestaande veldschuur die elders in Brabant (Bavel) stond. De veldschuur is waarschijnlijk van rond 1930 en is deels herbouwd na de tweede wereldoorlog. De veldschuur is gedemonteerd en zal in de vrije akker weer opgebouwd worden. Zo wordt het culturele erfgoed behouden. Dit type veldschuur was vroeger gebruikelijk binnen de omgeving van het Groendomein Wasven. De veldschuur zal demontabel worden opgebouwd waardoor deze verplaatsbaar blijft.

Foto: Bestaande veldschuur gestript op locatie (Bavel).

VERGUNNING VERLEEND

11

De veldschuur bestaat uit een constructie van houten spanten die in zijn geheel wordt verplaatst. De dak- en gevelbekleding zal worden vervangen omdat deze nagenoeg was verdwenen dan wel niet origineel meer was. De fundering wordt ook niet meegenomen. De veldschuur wordt aan de huidige gebruikseisen aangepast. Er wordt een teruggeplaatste voorgevel en een verdieping (voor extra opslagruimte) gerealiseerd.

Bouwtekeningen veldschuur. De veldschuur heeft een hoogte van circa 6,7 meter en een oppervlakte van 120 m². De veldschuur is bereikbaar via de Celebeslaan.

VERGUNNING VERLEEND

12

Hoofdstuk 3. Beleidskaders

Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op dit projectbesluit. Gezien de voorgestelde ontwikkeling is het rijksbeleid niet van belang. Alleen het van toepassing zijnde provinciale en gemeentelijk beleid wordt aangehaald. 3.1 Provinciaal beleid 3.1.1 Verordening Ruimte 2014 Provinciale Staten van Noord-Brabant hebben op 7 februari 2014 de 'Verordening Ruimte 2014' vastgesteld. Op 10 juli 2015 is deze opnieuw en gewijzigd vastgesteld. Hierin staan regels waarmee een gemeente rekening moet houden bij o.a het afwijken van bestemmingsplannen met een projectbesluit. Door deze regels weten de gemeenten al in een vroeg stadium waar ze aan toe zijn. De provincie stelt algemene regels die voor heel Brabant gelden, maar verdeelt het grondgebied ook in vier structuren waarvoor apart beleid geldt. Algemene regels In de verordening zijn algemene regels opgenomen die altijd en voor heel Brabant gelden. Deze regels hebben betrekking op zorgvuldig ruimtegebruik en op het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit van Brabant. In het algemeen houdt dit in dat gebruikers van een gebied rekening houden met het karakter, de grootte en de functie ervan. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen belevingswaarde, toekomstwaarde en gebruikswaarde. Het doel van zorgvuldig ruimtegebruik is om bestaand bebouwd gebied zo goed mogelijk te benutten. Pas als dat niet kan, wordt gezocht naar de beste plek in het buitengebied om nieuwe ruimte te gebruiken. Daarnaast wil de provincie verouderde locaties in stedelijk gebied opnieuw invullen en ongewenste functies in het buitengebied saneren.

Uitsnede uit de Integrale plankaart met structuren en aanduidingen van de Verordening Ruimte 2014

(projectgebied globaal zwart omlijnd)

VERGUNNING VERLEEND

13

Het projectgebied is gelegen binnen de structuur ‘Bestaand stedelijk gebied, stedelijk concentratiegebied’. Het provinciale beleid is er al decennia lang op gericht om stedelijke ontwikkeling in stedelijke concentratiegebieden te bundelen. Het doel daarvan is om voldoende draagvlak voor de steden als economische en culturele motor te creëren en om het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan. Op provinciale schaal betekent dit dat het merendeel van de woningbouw, de bedrijventerreinen, voorzieningen en bijbehorende infrastructuur moet plaatsvinden in of aansluitend op de stedelijke concentratiegebieden. Binnen het bestaand stedelijk gebied is de gemeente in het algemeen vrij om te voorzien in stedelijke ontwikkeling. Er worden hier dan ook geen regels gesteld door de provincie waarmee in dit project rekening zou moeten worden gehouden.

Verder is het belang van zorgvuldig ruimtegebruik in de Verordening Ruimte 2014 aangemerkt als een provinciaal belang. Stedelijke ontwikkelingen dienen te worden gemotiveerd met in achtneming van de 'ladder voor duurzame verstedelijking' zoals opgenomen in artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het (her)plaatsen van een karakteristieke veldschuur, dat dient voor de opslag van machines, materialen en gewassen ten behoeve van landbouw en natuurbeheer, met een oppervlakte van 120 m² is geen nieuwe stedelijke ontwikkeling in de zin van artikel 3.1.6 Bro. Dit aspect is dan ook niet aan de orde. Gelet op het bovenstaande past onderhavig initiatief binnen de regels van de Verordening ruimte 2014. 3.2 Gemeentelijk beleid 3.2.1 Interimstructuurvisie 2009 In december 2009 is de Interimstructuurvisie 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Met de Interimstructuurvisie 2009 geeft de gemeenteraad invulling aan de ambitie om Eindhoven door te ontwikkelen in zijn kwalitatief hoogwaardige combinatie van wonen, werken en groen. De nadruk ligt daarbij ook op leefbaarheid en bereikbaarheid. Als kerngemeente van Brainport Zuidoost Brabant stuurt Eindhoven aan op het bieden van ruimte aan een krachtige ontwikkeling van deze economische kernzone, een hoge kwaliteit van de leefomgeving en aandacht voor sociale betrokkenheid en ondernemend burgerschap tot op buurtniveau. Op deze wijze geeft de raad invulling aan het begrip duurzame ruimtelijke kwaliteit. Het projectgebied ligt buiten een transformatiegebied. Buiten transformatiegebied De Interimstructuurvisie is het resultaat van de integratie van de ruimtelijk relevante raadsprogramma's die tot medio 2009 zijn vastgesteld. Dit is onder andere verbeeld in een kaart die inzicht biedt in de verdeling van het actuele en gewenste grondgebruik.

VERGUNNING VERLEEND

14

Gebruik van de ruimte (Interimstructuurvisie Eindhoven, 2009)

Onderhavig projectgebied is op de op de kaart 'Gebruik van de ruimte' uit de Interimstructuurvisie aangeduid als ‘gebruiksgroen’. Dit zijn groengebieden, veelal behorend tot de groene hoofdstructuur, waarin op voorwaarde van het behoud van natuur- en landschapskwaliteiten uiteenlopende (groen)recreatieve functies zijn ondergebracht, zoals maneges, golfterreinen, uitloopgebieden, parken en volkstuinen. Verder zijn de gronden bedoeld voor landbouw, kleinschalig aan het buitengebied gebonden bedrijven en extensieve sportgebieden. De veldschuur is noodzakelijk voor het opslaan van machines, materialen en gewassen ten behoeve van landbouw en natuurbeheer. In paragraaf 3.2.2 (Groen) wordt hier nader op ingegaan. 3.2.2 Groen Groenbeleidsplan Het Groenbeleidsplan 2001, zoals op 5 november 2001 is vastgesteld door de gemeenteraad, heeft als doel het duurzaam veilig stellen en ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur met de daarin passende functies. Onder de groenstructuur wordt verstaan: het stelsel van terreinen en/of elementen met ecologische, waterhuishoudkundige, recreatieve en/of ruimtelijk structurerende betekenis. Dit projectgebied is in de kaart 'Groen en recreatievoorzieningen' uit het Groenbeleidsplan aangeduid als ‘structureel stadsgroen’. Deze gebieden zijn bedoeld voor groene dooradering van de stad, voor intensieve recreatie en ontspanning (parken), natuur en waterberging. Het beleid is gericht op het versterken van de functionaliteit van deze gebieden en het verbinden tot robuuste structuren. Toevoeging van niet-groene voorzieningen is slechts mogelijk als sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang, als er geen alternatieven voorhanden zijn, als door een 'groen-inclusief ontwerp' de groene kwaliteit tenminste wordt gehandhaafd en als compensatie plaatsvindt van de per saldo verloren deel van de groenstructuur. De noodzakelijkheid van de veldschuur overschrijdt het projectgebied. In het kader van het project ‘natuurakkers’ van Stichting Groendomein Wasven wordt namelijk beoogd het Wasven te transformeren tot een ecologisch akkerlandschap. In dat kader worden o.a inrichtingsmaatregelen

VERGUNNING VERLEEND

15

uitgevoerd om de ecologie en biodiversiteit van het Wasven te versterken. Dit kan door de aanplant van circa 2 hectare heide, aanleg van poelen, sloten en paden en het aanbrengen van nestgelegenheden voor vogels en verbindingsroutes voor amfibieën. Daarnaast wordt 3 hectare natuurakkers ingericht door het verwijderen van opstallen, egaliseren, grondverbetering en de aanplant van struweel en vlechtheggen. Voor het agrarisch beheer van de natuurakkers is een veldschuur noodzakelijk. Gelet op het project ‘natuurakkers’ waarin veel geïnvesteerd wordt in het versterken en investeren in de kwaliteiten van het gebied, kan gesteld worden dat de plaatsing van de noodzakelijke veldschuur meer dan voldoende wordt gecompenseerd. Bomenbeleidsplan 2008: Ruimte voor bomen Het Bomenbeleidsplan 2008 'Ruimte voor bomen' is in april 2008 door de raad vastgesteld . Doel van het bomenbeleidsplan is het ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand dat een duurzame bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit en het groene imago van Eindhoven. Het Bomenbeleidsplan vormt een bindend kader tot 2020. Het is een strategisch beleidskader voor de instandhouding en versterking van de Eindhovense boomstructuur. De bestaande bomen blijven gehandhaafd. De veldschuur zal op voldoende afstand van de bomen geplaatst worden. Verordening Bomen Op 7 april 2015 heeft de gemeenteraad de Verordening bomen 2015 vastgesteld. Deze verordening en (uitwerking daarvan in) 'nadere regels Bomen' samen, vervangen het onderdeel houtopstanden uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV 2012), het Bomenbeleidsplan (2008) en de Nota Niet kappen tenzij (2002). De Verordening bomen 2015 treedt in werking op een door het college te bepalen datum, welke wordt gekoppeld aan het vaststellen van de 'nadere regels Bomen'. Naar verwachting worden de 'nadere regels Bomen' in de loop van 2016 vastgesteld. Vooralsnog is dit dus nog geen geldend beleid. 3.3.3 Cultuurhistorie Op 18 maart 2008 is de cultuurhistorische waardenkaart van Eindhoven vastgesteld. De kaart dient als beleidskader om bij ruimtelijke ontwikkelingen in de stad rekening te kunnen houden met de cultuurhistorie van Eindhoven. De kaart geeft, naast rijks- en gemeentelijke monumenten een overzicht van de historische structuur van wegen en waterlopen, historisch waardevolle stedenbouwkundige en landschappelijke- en groenstructuren, beschermde stads- en dorpsgezichten en monumentale bomen. Bij de samenstelling van de kaart is onder andere gebruik gemaakt van de gegevens van de provinciale cultuurhistorische waardenkaart. Het Wasven, waarin dit projectgebied is gelegen, is aangeduid als ‘historisch landschap’. Het Wasven is een landgoed gelegen ten noordwesten van de dorpskern van Tongelre. De geschiedenis hiervan gaat terug op een ontginningshoeve 't Ven van voor 1600. Deze hoeve werd herhaaldelijk verbouwd en kreeg tegen het einde van de 17e eeuw de naam 't Hof. Sporen hiervan zijn als archeologische waarden nog in de bodem aanwezig. De hoeve werd in 1846 verkocht aan Th. Smits van Eckart die het woonhuis in 1872 liet afbreken en in plaats daarvan een groot landhuis liet bouwen. Omstreeks 1885 werd het zuidelijk gedeelte van het terrein als tuin aangelegd. De huidige Beukenlaan voert naar de plek waar het huis heeft gestaan. Na aankoop van het landgoed in 1920 door Philips werd het huis in 1930 gesloopt. In 1941 werd op de plaats van de oude hoeve een nieuwe boerderij gebouwd. Deze vormt met de overgebleven landerijen, waaronder een bolle akker, bos en lanen een samenhangend geheel. De beplanting bestaat o.a. uit beuk, zomereik en plantaan en dateert overwegend uit de periode 1800-1900.

VERGUNNING VERLEEND

16

Door het realiseren van een veldschuur op de vrije akker, tegen de bosrand aan, wordt geen afbreuk gedaan aan het historisch landschap. Het samenhangend geheel wordt hierdoor niet aangetast. Zoals reeds in paragraaf 2.2 is opgenomen, wordt met dit initiatief cultureel erfgoed behouden door het herplaatsen van de karakteristieke veldschuur. Dit type veldschuur kwam vroeger ook voor in de omgeving van Groendomein Wasven.

VERGUNNING VERLEEND

17

Hoofdstuk 4. Omgevingsaspecten Een plan waarbij sprake is van een strijdigheid met het bestemmingsplan kan alsnog worden vergund indien dit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Om te kunnen bepalen of het project in de omgeving past moeten verschillende aspecten beoordeeld worden. In de voorgaande twee hoofdstukken is gekeken naar het relevante ruimtelijke beleid. In dit hoofdstuk wordt aan de hand van de relevante omgevingsaspecten bekeken of de ontwikkeling op deze locatie mogelijk en wenselijk is. Vanwege de aard en omvang van onderhavig initiatief zullen (milieu)aspecten zoals flora en fauna, geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid niet aan bod komen. 4.1 Stedenbouwkundige afweging Vanuit stedenbouwkundig oogpunt bestaan er geen bezwaren tegen het (her)plaatsen van de karakteristieke veldschuur. Gelet op de positionering van de veldschuur, te weten dicht tegen de bosrand aan, de geringe hoogte en oppervlakte en het karakteristieke ‘uiterlijk’ van de veldschuur past dit bouwwerk goed in de omgeving. Daarnaast worden de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet beperkt door het (her)plaatsen van de veldschuur. Hierbij wordt nog opgemerkt, zoals reeds in paragraaf 2.1 is aangegeven, dat de gronden in dit projectgebied wellicht nooit als bos zijn ingericht. De bestemming ‘Bos’ is voor dit projectgebied waarschijnlijk abusievelijk onjuist in het geldende bestemmingsplan opgenomen. 4.2 Bodem Voor het meewerken aan een afwijking van het bestemmingsplan middels een projectbesluit, is van belang dat de gronden geschikt zijn voor de beoogde functie. Een veldschuur dat dient als opslag is geen gevoelige functie. Gesteld kan worden dat de bodem geschikt is voor de functie. 4.3 Water Dit project ziet op het realiseren van een veldschuur met een oppervlakte van 120 m². Gelet op deze geringe toename van bebouwd oppervlak, is er geen waterbelang. Dit aspect levert dan ook geen belemmeringen op voor dit project.

VERGUNNING VERLEEND

18

Hoofdstuk 5. Juridische planbeschrijving 5.1 Omgevingsvergunning Voor dit initiatief is een omgevingsvergunning nodig op basis van artikel 2.1 lid 1 sub c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Omdat het initiatief (de activiteit) in strijd is met het geldende bestemmingsplan dient de motivering van het besluit (de omgevingsvergunning) een goede ruimtelijke onderbouwing te bevatten. Dit op basis van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wabo. Onderhavig document vormt de ruimtelijke onderbouwing en maakt daarmee onderdeel uit van de 'Omgevingsvergunning voor de veldschuur Wasven. Er is een analoog en digitaal besluitvlak van het projectgebied gemaakt. Er zijn geen gebruiksregels opgesteld voor deze aanvraag om omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning (het besluit) – inclusief deze ruimtelijke onderbouwing – vormen namelijk de directe bouwtitel en het gebruik van de gronden.

VERGUNNING VERLEEND

19

Hoofdstuk 6. Overleg 6.1 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro Op grond van artikel 6.18 Besluit omgevingsrecht juncto artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is overleg nodig met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het project in het geding zijn. Bij dit projectbesluit gaat het om het realiseren van een veldschuur van 120 m² binnen het stedelijk gebied van Eindhoven. Hierbij spelen geen belangen van andere gemeenten, het Waterschap, de provincie Noord-Brabant of het Rijk een rol. Vooroverleg met deze overheden is dan ook niet noodzakelijk. 6.2 Inspraak en samenspraak Gelet op het gegeven dat er sprake is een ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied en het een kleine afwijking van het geldende bestemmingsplan betreft, wordt geen invulling gegeven aan de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008. Er is sprake van een ondergeschikte herziening van een eerder vastgesteld beleid (artikel 4, lid 3, sub a van de Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008).

VERGUNNING VERLEEND

20

Hoofdstuk 7. Financiële uitvoerbaarheid Er is geen sprake van een ‘bouwplan’ als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Daardoor is op grond van artikel 6.12 lid 2 Wet ruimtelijke ordening (Wro) geen exploitatieplan of anterieure overeenkomst vereist.

VERGUNNING VERLEEND