Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Bekaertsite Moen’ nr. 5.1....te breken gebouwen van Bekaert...

Zwevegem

Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Bekaertsite Moen’ nr. 5.1.

mei 2008, Definitieve aanvaarding

Zwevegem, mei 20082 Leiedal, Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Bekaertsite Moen’ nr. 5.1.,

definitieve aanvaarding

Colofon

Dit document is een publicatie van:Intercommunale LeiedalPresident Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijktel +32 56 24 16 16 - fax +32 56 22 89 [email protected]

Opdrachtgever:Gemeente Zwevegem

Ontwerper – ruimtelijk planner:Bram Tack

mailto:[email protected]

Zwevegem, mei 2008Leiedal, Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Bekaertsite Moen’ nr. 5.1.,

definitieve aanvaarding3

Formele procedure

Plenaire vergadering voorontwerp gemeentelijk ruimtelijkuitvoeringsplan: 09/06/2006

Voorlopige vaststelling van 1e ontwerp gemeentelijk ruimtelijkuitvoeringsplan in de gemeenteraadszitting van: 17/07/2006

Openbaar onderzoek van 1e ontwerp gemeentelijk ruimtelijkuitvoeringsplan: van 21/08/2006 tot en met 20/10/2006





• Advies van de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening(GECORO): 08/05/2008

Definitieve vaststelling van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan inde gemeenteraadszitting van: 26/05/2008

Definitieve goedkeuring van gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan:

Aan dit ruimtelijke uitvoeringsplan wordt een onteigeningsplangekoppeld. Dit onteigeningsplan kan na goedkeuring van hetruimtelijke uitvoeringsplan door de Bestendige Deputatie tergoedkeuring voorgelegd worden aan de Vlaamse Regering.



1 I n h o u d s o p g a v e

1 Inhoudsopgave ..........................................................................4

2 Aanleiding ..................................................................................5

3 Inleiding en situering .................................................................63.1 Inhoudelijk en procedureel..................................................................63.2 Ruimtelijk: begrenzing van het plangebied............................................6

4 De feitelijke en juridische bestaande toestand(cfr. art. 38 § 1.3.) .....................................................................7

4.1 Feitelijke toestand .............................................................................74.2 Juridische toestand .......................................................................... 11

5 Planningscontext......................................................................125.1 Relatie met het Provinciaal Ruimtelijk structuurplan West-Vlaanderen .... 125.2 Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zwevegem (cfr. art.

38 § 1.4.) ....................................................................................... 125.3 Herontwikkelingsproject Zwevegem-Moen........................................... 16

6 Inhoudelijke onderbouwing van het RUP .................................176.1 Problemen oplossen/voorkomen ........................................................ 176.2 Kwaliteiten en kansen benutten ......................................................... 176.3 Ontwikkelingsperspectieven .............................................................. 186.4 Sociale woningen............................................................................. 256.5 Elementen ter voorbereiding van de watertoets ................................... 266.6 Geen inhoudelijke strijdigheden met het gemeentelijk ruimtelijk

structuurplan .................................................................................. 27

7 Verordenend grafisch plan (cfr. art. 38 § 1.1.) .........................27

8 Verordenende stedenbouwkundige voorschriften(cfr. art. 38 § 1.2.) ...................................................................28

8.1 Woonprojectzone ............................................................................ 288.2 KMO-zone ..................................................................................... 348.3 Groene buffer.................................................................................. 35

9 Ruimtebalans ...........................................................................36

10 Op te heffen bepalingen (cfr. art. 38 § 1.5.).............................3610.1 Gewestplan Kortrijk ......................................................................... 3610.2 BPA Moen 3 Oliebergstraat [dd. 13.10.2000]....................................... 36

11 Onteigeningsplan .....................................................................36



2 A a n l e i d i n g

Twee industriële sites In het centrum van Moen en grenzend aan hetkanaal Bossuit-Kortrijk liggen twee aan elkaar palende industriëlesites:

● Site Bekaert Textiles: door een interne herorganisatie enherlokalisatie van de bedrijvigheid kwam de fabriekssite leeg testaan.

● De naburige industriële site: ex Bekaert Staaldraad, nuingenomen door diverse bedrijven

Heroriënteringsproject in GRS In het gemeentelijk ruimtelijkstructuurplan werden deze sites als heroriënteringsproject aangeduid.Dit houdt in dat er rond deze bedrijventerreinen een specifiek projectkan opgestart worden naar de mogelijkheden voor deze terreinen.Deze mogelijkheden kunnen zowel in het verlengde van de huidigebestemming bedrijvigheid liggen als een herbestemming inhouden.

Proces voor herontwikkeling Voor deze sites is op initiatief vanBekaert Textiles een proces opgestart waarbij gezocht wordt naar eenherontwikkeling van haar gronden. Hierbij zijn er voorstellen gedaanvoor een nieuwe ontwikkeling en bestemming van dit gebied

Bestemmingswijziging met RUP Om de nieuwe bestemmingmogelijk te maken is een bestemmingswijziging noodzakelijk. Hiervoorwordt een RUP opgemaakt waarbij het bestaande BPA Moen 3Oliebergstraat gedeeltelijk herzien wordt.



3 I n l e i d i n g e n s i t u e r i n g

3.1 Inhoudelijk en procedureel

Procedureel Het gemeentelijk RUP Bekaertsite Moen wordt gemaaktter uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS)Zwevegem goedgekeurd bij besluit van de Bestendigde Deputatie d.d.1 april 2004. Het GRS duidt deze zone aan als heroriënteringszonewaardoor deze oude industriële site voor herbestemming inaanmerking komt.

Inhoudelijk Via dit ruimtelijk uitvoeringsplan worden volgendeelementen behandeld:

● Bestemmingswijziging van milieubelastende industrie naarwoonprojectzone en KMO-zone.

● Randvoorwaarden voor de nieuwe bestemming (groene bufferen voet- en fietsweg).

3.2 Ruimtelijk: begrenzing van het plangebied

Deze site ligt op een steenworp van het centrum van Moen engrenzend aan het kanaal Bossuit-Kortrijk.

Het plangebied wordt logisch begrensd door een aantal concrete lijnenop perceelsniveau, die op het terrein herkenbaar zijn:

o ten westen: Vaartstraat en de Sluislaano ten oosten: eigendomsgrenzeno ten noorden: eigendomsgrenzeno ten zuiden: ter Moude en de Sluislaan



4 D e f e i t e l i j k e e n j u r i d i s c h eb e s t a a n d e t o e s t a n d( c f r . a r t . 3 8 § 1 . 3 . )

4.1 Feitelijke toestand

4.1.1 Structurerende elementen Moen

Het plangebied is gelegen in Moen. Op onderstaande figuur worden debelangrijkste structurerende elementen aangeduid.

bron: stedenbouwkundig plan herontwikkelingsproject Zwevegem-Moen, BuroII

1. Lineaire kern met centrumfuncties langs Stationstraat – Kerkstraat –Bossuitstraat - Centrale kruispunt met kerkplein, cafés, ....Via Ter Moude sluit het plangebied er op aan.

2. Sociale verkaveling Oliebergwijk (1967-1977; 110 woningen)

3. Groene ruimten - Oliebergpark: de heraanleg van het kanaal heefteen parkzone gecreëerd die nu als groene berm langs het kanaal isingericht. Een gedeelte is ‘uitgehold’ om de zichten van bestaandewoningen op het kanaal te behouden. Momenteel is er geen echterelatie tussen dit park en de kern van Moen.

1.

2.

3.

4a

4b

5.

6.

4c



4. Industrieterreinen - bestaande bedrijventerreinen:a) Trekweg (ca. 21 ha) in realisatieb) Olieberg (ca. 2 ha)c) leegstaande fabrieksgebouwenmogelijke herbestemming van (een deel van) de leegstaandegebouwen in het plangebied voor (sociaal) wonen,gemeenschapsvoorziening, kleinhandel, ambachtelijke bedrijven...

5. stort en afvalverwerkingssite IMOG met nabestemming natuur aande westelijke zijde van het kanaal.

6. kanaal Bossuit-Kortrijk: vormt een belangrijke toeristische ennatuurlijke as. In Moen, aan de oostkant, heeft het kanaal ook eenbelangrijke functie voor het wegverkeer met de reeds uitgevoerdeeerste fase van de omleidingsweg (Sluislaan).

4.1.2 Plangebied

● Figuur 1: Topografisch plan● Figuur 2: Luchtfoto (opnamejaar 2005)● Figuur 3: Bestaande toestand● Figuur 4: Eigendomsstructuur

Industrie Het plangebied betreft grotendeels een industriële site.Deze site is grotendeels ingenomen door oude bedrijfsgebouwen. Inhet zuiden wordt een deel van de bestaande bebouwing opgenomen. Inhet noorden komt er een begroeid talud voor dat dienst doet als buffer.

Oppervlakte De totale oppervlakte van de industriële site bedraagt5,4 ha.

2 delen De site kan ingedeeld worden in 2 delen:● zuidelijk deel

De site omvat een conciërgewoning, de oude villa-omwallingdie dienst doet als parking, burelen en diverse productie enopslaggebouwen.

● noordelijk deelex Bekaert Steelcord: de gebouwen werden opgesplitst voor 4bedrijven (waarvan 1 stopgezet). Grote delen van de oudefabrieksgebouwen zijn op vandaag minder geschikt voornieuwe bedrijvigheid en inmiddels ook verwaarloosd.

Noordelijk deel Door de opsplitsing van de gebouwen vanBekaert Steelcord is een onnatuurlijke situatie gegroeid, waarbijtwee bedrijven enkel via een nauwe doorgang toegang krijgen tot



de openbare weg. De verdere exploitatie van het achtergelegenbedrijf Recupal-West wordt bovendien bemoeilijkt door de beperkteoppervlakte en de configuratie van het perceel. Bepaaldebedrijfsgebouwen zijn bovendien fysisch sterk verbonden met de afte breken gebouwen van Bekaert Textiles, die op korte termijnzullen afgebroken worden. De bedrijfsactiviteiten Degezelle,eveneens slecht toegankelijk en ingesnoerd tussen bestaandebebouwing, waren in strijd met de milieuvergunning en zijnstopgezet.

De bedrijfsgebouwen van Demeestere en Royalu zijn gelegenlangsheen de Vaartstraat en vormen ruimtelijk een geheel met denoordelijk gelegen KMO-zone. Deze gebouwen zijn bouwfysisch betergeschikt voor verdere exploitatie dan de achtergelegenbedrijfsgebouwen.

Eigendomsstructuur Het zuidelijk gedeelte van de site is in eigendomvan één enkele eigenaar. Het noordelijk gedeelte is in eigendom vanvier verschillende eigenaars.

Voetweg Ter hoogte van de zuidoostelijke grens van het plangebiedloopt voetweg 68.

Ingebuisde Oliebergbeek Het plangebied wordt doorsneden door deOliebergbeek. Deze beek is volledig ingebuisd. Op vandaag is er eenAquafin-project dat stroomopwaarts de afkoppeling van deOliebergbeek inhoudt. Hierdoor wordt het gedeelte van deOliebergbeek op het plangebied gedegradeerd tot een riool. Dit stukvan de voormalige Oliebergbeek is niet meer opgenomen als beekcategorie 3.



4.1.3 Relatie met omgeving

Het plangebied gaat volgende relaties aan met zijn omgeving:1. Verbindingsas woonkern – Oliebergpark2. Zichten van en naar kanaal Bossuit-Kortrijk3. Integratie met naastliggende ambachtelijke functies

1

2

3



4.2 Juridische toestand

Type plan referentie

Gewestplan Het gewestplan Kortrijk (K.B. 04/11/1977en latere wijzigingen) deelt het plangebiedgrotendeels in onder:

Zone voor milieubelastendeindustrie

Woongebied

BPA BPA nr.3 Oliebergstraat [dd. 13.10.2000]

RUP geen

Goedgekeurde, nietvervallen verkavelingen

geen

Beschermdemonumenten,beschermde stads- endorpsgezichten,

geen

Voetwegen Voetweg 68

Andere In of aangrenzend aan het plangebied zijner geen beschermde landschappen,vogelrichtlijngebieden ofhabitatrichtlijngebieden.

De juridische toestand wordt op verschillende grafische plannenweergegeven.

o Figuur 5: Gewestplano Figuur 6: BPA’s en RUP’so Figuur 7: Voetwegen



5 P l a n n i n g s c o n t e x t

5.1 Relatie met het Provinciaal Ruimtelijkstructuurplan West-Vlaanderen

Herlokalisatiehoofddorp Het PRS West-Vlaanderen selecteert Moenals herlokalisatiehoofddorp.

Versterking kern Vanuit het PRS West-Vlaanderen wordt gesteld dathet bestaande kernenpatroon moet versterkt worden. Ook hetopwaarderen van het bestaande vergunde woonpatrimonium en dewoonomgeving wordt beoogd.

25% Voor de ontwikkeling van nieuwe woonzones groter dan 1 hawordt er gestreefd naar de realisatie van minstens 25% sociale huur-en koopwoningen.

5.2 Relatie met het gemeentelijk ruimtelijkstructuurplan Zwevegem (cfr. art. 38 §1.4.)

Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zwevegem doet een aantaluitspraken over het plangebied van het RUP.

5.2.1 Gewenste economische structuur:heroriënteringsproject (p. 167)

Het plangebied is opgenomen als heroriënteringsproject

Dit houdt in dat er rond deze bedrijventerreinen een specifiek projectkan opgestart worden naar de mogelijkheden voor deze terreinen.Deze mogelijkheden kunnen zowel in het verlengde van de huidigebestemming bedrijvigheid liggen als een herbestemming inhouden.



bron: GRS Zwevegem

5.2.2 De gewenste ruimtelijke structuur van Moen (p. 203 ev.)

bron: GRS Zwevegem

5.2.2.1 Elementen met betrekking tot het plangebied

Bedrijvigheid (p. 205)● Mogelijke herbestemming leegstaande gebouwen van het

industrieterrein Olieberg. De nieuwe functie moet aansluiten bijde kern en de ontwikkeling ervan verder ondersteunen. Er kangedacht worden aan (sociaal) wonen,gemeenschapsvoorziening, kleinhandel, ambachtelijkebedrijven... . Deze zone wordt aangeduid als inbreidingsproject



en heroriënteringszone.

In dit ruimtelijk uitvoeringsplan wordt zowel de zuidelijke zone(voorheen Bekaert Textiles) als de noordelijke zone (voorheenBekaert Steelcord) opgenomen. Bij de opmaak van het GRSwas deze zone immers ook leegstaand (en ondertusseningenomen door 4 nieuwe kleine bedrijven). In het noordenvan het plangebied wordt de ambachtelijke zone behouden.

Voetweg 68● Het GRS voorziet een afwegingskader (p. 179 ev.) voor behoud

of verleggen van kerk- en voetwegen. Voetweg 68 istoegankelijk. Alle bestaande toegankelijke kerk- en voetwegenworden behouden. Bij de inrichting van deze wegen moet mengebruik maken van waterdoorlatende materialen enverhardingen beperken tot het noodzakelijke minimum.

5.2.2.2 Elementen met betrekking tot de context (p. 203 ev.)

Moen als as● Historische langgerekte structuur langs de Stationstraat –

Kerkstraat – Bossuitstraat behouden.● Centrumfuncties langs deze as.● Beperking ontwikkeling in Oostelijke richting.

Centrumversterking● Centrumzone (Stationsstraat-Kerkstraat-Bossuitstraat vanaf de

Sportstraat tot aan de Verzetslaan met inbegrip van TerMoude) als verkeersveilige en aantrekkelijke plaats waargemeenschapsvoorzieningen, kleinhandel en horeca gemengdvoorkomen.

● Oliebergpark als groene rand van Moen met sociale enrecreatieve functie. Belang van verbeterde toegankelijkheidvan het park vanuit de kern.

Oostelijke zijde van het kanaal voor lokaal doorgaand verkeeren gedeeltelijk voor recreatieDe kern van Moen heeft te lijden onder het vele zware verkeerdoorheen haar centrum. De gemeente wenst de verkeersoverlast(verkeersonveiligheid, verkeersonleefbaarheid) in Moen op te lossenomwille van het dwingend openbaar belang. Hiervoor wenst degemeente twee acties te nemen.1. Om op deze problemen een antwoord te geven, moet in de eersteplaats de doortocht van Moen heringericht worden.2. Tevens wil de gemeente onderzoeken op welke manier het (zwaar)verkeer om Moen kan geleid worden via een lokale weg.

Hiervoor worden 4 alternatieve conceptuele oplossingen voorgesteld. Concept 1: de heringerichte doortocht: langs de Stationsstraat

– Moenstraat - Bossuitstraat Concept 2: omleidingsweg langs het kanaal: langs de oostzijde

van het kanaal (de Sluislaan) en aantakken op de N8 Concept 3: omleidingsweg rond de kern: langs de Sluislaan en

ten noorden van de kern van Moen aantakken op deStationsstraat

Concept 4: omleidingsweg tussen de kern en het kanaal: langsde Sluislaan en doorheen de Klijte aantakken op de N8

Een eerste deel in functie van 2, 3 en 4 is reeds gerealiseerd (zie kaarttracé A-B)

A

B



Compacte ontwikkeling● De woongebieden in de kern worden verder ingevuld.● Schrapping van woonuitbreidingsgebieden in het zuiden en

oosten van Moen ten voordele van compacte ontwikkeling enopen ruimte verbindingen.

Inpassen in het systeem Kanaal Bossuit-Kortrijk● De kern Moen vormt een toeristische pool van het

kanaalsysteem.● De kern vormt een uitvalsbasis om langs het kanaal aan

recreatie te doen. Ook hier moeten de bestaande voorzieningeningeschakeld worden in het recreatief netwerk langs het kanaalen dienen ook de nieuwe voorzieningen terecht te komen.

● Aangezien de kernen de uitvalsbasissen worden, moeten dezevoldoende parkeerinfrastructuur hebben om de bezoekers op tevangen.

● Aan de oostkant van het kanaal wordt het Oliebergpark meertoegankelijk gemaakt vanuit de gemeente. Het park krijgt eenrecreatieve en sociale functie.

5.2.3 Maatregelen in het richtinggevend gedeelte (p.205-206)

Volgende maatregel werd in het GRS ingeschreven: de gemeenteonderzoekt de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden vanfunctiewijziging van de leegstaande industriegebouwen ter hoogte vande Moense Beekstraat.



5.3 Herontwikkelingsproject Zwevegem-Moen

Proces voor herontwikkeling Voor deze sites is op initiatief vanBekaert Textiles een proces opgestart waarbij gezocht wordt naar eenherontwikkeling van haar gronden.

Herontwikkelingsproject Er werd in augustus 2005 eenherontwikkelingsproject voor de site opgemaakt met voorstellen vooreen nieuwe ontwikkeling en bestemming van dit gebied. Dezevoorstellen werden afgetoetst met promotoren en met de DRUM.Op vandaag ligt volgende inrichtingsschets voor.

Inrichtingsprincipes verankeren De inrichtingsprincipes in dit planvormen de basis voor het voorliggend gemeentelijk ruimtelijkuitvoeringsplan en worden in de volgende hoofdstukken weergegeven.



6 I n h o u d e l i j k e o n d e r b o u w i n gv a n h e t R U P

6.1 Problemen oplossen/voorkomen

Het RUP moet volgende problemen oplossen:● Verlaten en verwaarloosde industriële site heeft nood aan een

nieuwe invulling wat een bestemmingswijziging vereist.● In het ruimtelijk uitvoeringsplan moeten voldoende

randvoorwaarden opgenomen worden om te vermijden datdoor het inpassen van een nieuwe functie mogelijkhedenontstaan voor sluipverkeer.

● Relatie met kanaal Bossuit-Kortrijk: zorgen voor een kwalitatiefzicht vanaf en naar het kanaal.

6.2 Kwaliteiten en kansen benutten

Verbinden De site kan een belangrijke schakel zijn om de kern vanMoen te verbinden met het Oliebergpark langs het kanaal, ten noordenvan de site.

Kernondersteunend De herontwikkeling zal een meerwaardebetekenen, niet enkel voor de site zelf, maar tevens voor dewoonomgeving van Moen. De toekomstige bestemming streeft deintegratie na van de omringende functies: ambachtelijke functies,wonen en groen.



6.3 Ontwikkelingsperspectieven

Het plangebied krijgt een nieuwe invulling hoofdzakelijk gericht opwonen en behoud van ambachtelijke activiteiten. Volgende krachtlijnenzijn van toepassing:

6.3.1 Gefaseerd ontwikkelen van een residentiële zone

Herbestemming Het plangebied wordt herbestemd voor hoofdzakelijkresidentiële bebouwing omwille van zijn ligging onder de kerktoren.De herbestemming betreft de leegstaande gebouwen van BekaertTextiles in het zuiden van het plangebied en de 2 achteringelegenbedrijven in het noordelijke gedeelte van het plangebied. Door deopsplitsing van de gebouwen van Bekaert Steelcord is eenonnatuurlijke situatie gegroeid, waarbij twee bedrijven enkel via eennauwe doorgang toegang krijgen tot de openbare weg. De verdereexploitatie van het achtergelegen bedrijf Recupal-West wordtbovendien bemoeilijkt door de beperkte oppervlakte en de configuratievan het perceel. Bepaalde bedrijfsgebouwen zijn bovendien fysischsterk verbonden met de af te breken gebouwen van Bekaert Textiles,die op korte termijn zullen afgebroken worden. De bedrijfsactiviteitenDegezelle, eveneens slecht toegankelijk en ingesnoerd tussenbestaande bebouwing, waren in strijd met de milieuvergunning enstopgezet.

GRS als kader Deze herbestemming past binnen het GRS omwille vande aanduiding van dit gebied als heroriënteringszone. Aanpassingen inhet bestaande openbaar domein zijn mogelijk.

De gemeente heeft de duidelijke beleidsintentie om industrie uit hetcentrum te weren. De herontwikkeling van het gebied van industrienaar wonen gebeurt omwille van volgende redenen:

De huidige bestemming is achterhaald. Reeds bij de procedurevan het BPA Oliebergstraat (MB 13/10/2000) heeft degemeente pogingen ondernomen om de industriefunctie telaten verdwijnen. De toenmalige eigenaar heeft zich daarechter tegen verzet waardoor dit niet in het plan behoudenbleef.

Bedrijvigheid brengt een grote verkeersdruk op het gebiedteweeg.

De ligging onder de kerktoren, pal in het centrum is uitermategeschikt voor wonen.

Een opsplitsing van het huidige industriegebied oververschillende bedrijven maakt de situatie veel moeilijkerbeheersbaar.



De huidige gebouwen zijn op vandaag minder geschikt voorverdere exploitatie. Een aantal gebouwen is reeds verkrot enverwaarloosd wat aanleiding geeft tot een negatieve perceptie.

Er is op vandaag voldoende ruimte voor bedrijvigheid in Moen(op de nabijgelegen zones van Moen Trekweg enSpinnerijstraat) en in groot Zwevegem. Ruimte voorherlokalisatie van zonevreemde bedrijven kan voorzien wordenop de bestaande industriezone Moen-Heestertstatie.

Gefaseerde ontwikkeling De woonprojectzone moet gefaseerdontwikkeld worden in functie van de aanwezige bedrijvigheid en debeschikbaarheid van de gronden:

Ten eerste de zuidelijke zone Vervolgens de noordelijke zone. De 2 achteringelegen

bedrijven in de noordelijke zone kunnen behouden blijvenbinnen de bestaande bebouwing. Na stopzetting van de huidigebedrijfsactiviteit kan er geen nieuwe bedrijfsactiviteit meerontwikkeld worden. De gemeente ondersteunt deze bedrijvenbij een eventuele herlokalisatie.

Gedifferentieerd aanbod Het woningaanbod dat gecreëerd wordtmoet gedifferentieerd zijn om een gedifferentieerd doelpubliek aan tetrekken zodat er een sociale mix kan ontstaan. Deze differentiatie moettot uiting komen door het verplicht realiseren van woningen:

Van verschillende types Van verschillende volumes en verschillende vloeroppervlaktes Met verschillende kavelgroottes

Bij het verlenen van de verkavelingsvergunning kunnen dezeelementen bekrachtigd worden en kunnen bijkomende elementenzoals: maximumwaarde van de woning, bouwverplichting, ... opgelegdworden.

6.3.2 KMO-zone langs de Vaartstraat

In het noordelijke gedeelte zijn de bedrijfsgebouwen van Demeestereen Royalu gelegen langsheen de Vaartstraat en vormen ruimtelijk eengeheel met de noordelijk gelegen KMO-zone. Deze gebouwen zijnbouwfysisch beter geschikt voor verdere exploitatie dan deachtergelegen bedrijfsgebouwen. Deze percelen worden opgenomen ineen KMO-zone, aansluitend bij de noordelijke KMO-zone.



6.3.3 Wonen bufferen ten opzichte van bedrijvigheid

Er wordt een buffer gecreëerd ten opzicht van de noordelijk gelegenbedrijfsactiviteiten. Deze buffer kan ook de relatie tussen de kern enhet Oliebergpark ondersteunen. Deze buffer is reeds voorzien in hethuidige BPA en wordt nu uitgebreid.

Deze buffer moet steeds aanwezig zijn. In het kader van eenkwalitatief beleid en de realisatie van een kwalitatief woonproject moeteen groenbuffer reeds aangelegd worden bij de eerste fase van hetwoningbouwproject. Deze groenbuffer kan dan bij realisatie van detweede fase opgeschoven worden naar het noorden.

Hieronder worden schematisch de verschillende mogelijke situatiesweergegeven:

Enkel fase 1 gerealiseerd Fase 1 & 2 gerealiseerd

plangebied plangebied



6.3.4 Relatie met de kern Moen aangaan

Het woonproject wordt gezien als een uitbreiding van de kern vanMoen. Het plangebied wordt gekoppeld aan de kern van Moen en wordtzo een deel van het centrum van Moen.De verbinding met de kern van Moen gebeurt via een residentiëlestraat, het verlengde van de Moense Beekstraat en via Ter Moude.

6.3.5 Verkeersontsluiting & mobiliteit

Volgende krachtlijnen gelden:● Het woonproject moet aantakken op de Moense Beekstraat

en/of Ter Moude. De ontsluiting moeten functioneren alswijkontsluiting. Integratie langzaam verkeer / auto’s

● De KMO-zone ontsluit via de Vaartstraat● Tegengaan van sluipverkeer door een rechtstreekse verbinding

tussen de Sluislaan en de Moense Beekstraat te vermijden.● Geen nieuwe rechtstreekse aansluiting op de Sluislaan.● Doorheen het gehele gebied kunnen wandel- en

fietsverbindingen gerealiseerd worden.



In het GRS is de mogelijkheid opgenomen om een lokaleomleidingsweg rond Moen ter ontlasting van de kern voorzien.Ter hoogte van het plangebied is een deel van de lokale omleidingswegreeds gerealiseerd met name de Sluislaan.Op vandaag takt het plangebied voor gemotoriseerd verkeer enkel viade Vaartstraat aan op de Sluislaan.

Het plangebied van het voorliggend RUP neemt de Sluislaan echter nietop. Niettemin worden in het RUP nieuwe ontwikkelingen gepland dievoor de ontsluiting gebruik zullen maken van de Sluislaan.Om een vlotte ontsluiting te garanderen wordt in de voorschriftenopgenomen dat er geen bijkomende rechtstreekse aantakkingen op deSluislaan mogen gecreëerd worden.

Het verkavelings- of inrichtingsplan voor de ganse zone moet aangevenop welke wijze het kruispunt Sluislaan-Vaartstraat wordt vormgegevenom te vermijden dat nieuwe bebouwing gerealiseerd wordt tot tegende rooilijn.

6.3.6 Relatie tussen het Oliebergpark en de kern versterken

De nieuwe invulling van het plangebied biedt de gelegenheid om derelatie tussen de kern van Moen en het Oliebergpark te versterken. Ditwordt in het GRS voorzien als één van de mogelijkheden voor decentrumversterking van Moen.De groene verbinding moet vorm krijgen door het voorzien van groeneruimte en wonen in het woonproject en door middel van de buffering.



6.3.7 Potentie voor horeca, diensten en socio-culturelevoorzieningen in relatie met park en kanaal

Langs de toeristische as van het Kanaal Bossuit-Kortrijk en gekoppeldaan groenvoorzieningen wordt de mogelijkheid voorzien voor deinplanting van horeca, diensten en socio-culturele voorzieningen.Deze functie is mogelijk volgens het GRS omwille van de ligging langshet kanaal, ligging ter hoogte van de kern Moen en ligging ter hoogtevan het Oliebergpark.Deze functies moeten ontsluiten via de Vaartstraat om geensluipverkeer te genereren en te verhinderen dat de ruimtelijkedraagkracht van de nieuw te realiseren woonwijk overschreden wordtdoor verkeersoverlast t.g.v. deze nevenfuncties.Deze functies zijn complementair aan het wonen.

6.3.8 Zichtlocatie op de hoek: Het woonproject en het kanaalversterken elkaar wederzijds

Het plangebied is gelegen langs het kanaal Bossuit-Kortrijk.De aanwezigheid van het kanaal betekent voor het wonen eenmeerwaarde. Omgekeerd moet vanuit het kanaal een kwalitatief beeldgecreëerd worden.

De hoek van de Vaartstraat is dus een strategische plaats waarspecifieke voorschriften naar bebouwing zullen gelden.Het is de bedoeling dat op deze hoek een accent gecreëerd wordt doormiddel van bebouwing. Het beeld van een “leegte” tengevolge vanbijvoorbeeld de aantakking van een weg moet vermeden worden. Ditbetekent niet dat er op de volledige hoek overal bebouwing moetaanwezig zijn maar wel dat het visueel een bebouwde zone is.Verschillende afzonderlijke bouwgroepen bijvoorbeeld is toegelaten.Belangrijker is dat er architecturale kwaliteit gerealiseerd wordt.



6.3.9 Buurtweg bevestigen

Ten oosten van de site loopt buurtweg 68 die de verbinding maakttussen Ter Moude en de Moense Beekstraat. Deze buurtweg wordt opvandaag eveneens gebruikt als private toegang tot de garages van deaanpalenden. Deze buurtweg wordt in het ruimtelijk uitvoeringsplanverankerd in uitvoering van het GRS.Deze voetweg kan eventueel ook verlegd worden maar hierbij moetsteeds de verbinding tussen Ter Moude en de eventueel doorgetrokkenMoense Beekstraat gegarandeerd blijven.



6.4 Sociale woningen

Bestaande situatie Moen kent op vandaag reeds een groot aanbodaan sociale woningen:

met name 119 sociale huurwoningen wat het hoogste aantal isvan de deelgemeenten in het buitengebied.

Het aanbod aan sociale woningen omvat een mix van huur- enkoopwoningen

Er is een tekort aan zorgwoningen. De sociale bouwmaatschappij heeft in Moen nog een

grondreserve van 0,72ha.

PRS Het PRS West-Vlaanderen voorziet bij de ontwikkeling van eennieuwe woonzone groter dan 1 ha dat er gestreefd moet worden naarminstens 25% sociale huur- en/of koopwoningen.

Aantal woningen De totale oppervlakte van het plangebied waarbijkomende woningen voorzien worden bedraagt 4,5 ha.Er wordt een dichtheid van 15 à 20 woningen/hectare voorzienwaardoor dus na volledige realisatie 66 à 90 woningen zullengerealiseerd worden. Voor dit woonproject betekent dit dus 17 à 23sociale woningen.

RUP Het ruimtelijk uitvoeringsplan voorziet in de voorschriftenverschillende bepalingen om woningen te ontwikkelen gericht naar eenspecifieke sociale doelgroep. Hierbij wordt wel rekening gehouden methet huidige aanbod:

● In het RUP is ter bevordering van de menging de verplichtingtot woondifferentiatie opgenomen. Vrijstaande woningenworden in het ganse plangebied niet toegelaten

● Voor de woonprojectzone wordt de verplichting opgelegd eensociale mix te realiseren met minstens 25% sociale woningenper fase gericht op specifieke sociale doelgroepen. In de eersteplaats wordt gemikt op zorgwoningen in kader van levenslangwonen.

● Er worden specifieke zones aangeduid voor de realisatie van inhet totaal minstens 23 sociale woningen zodat de 25%-normgehaald wordt.

● Aan deze zones voor sociale woningen wordt eenonteigeningsplan gekoppeld om de realisatie te garanderen.



6.5 Elementen ter voorbereiding van dewatertoets

Figuur 8: watertoets

De watertoets bestaat erin onderzoek te doen naar de effecten van hetproject op de waterhuishouding. Schadelijke effecten moeten zoveelmogelijk worden beperkt en, indien dit niet mogelijk is, wordenhersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie vanhemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem,gecompenseerd.

6.5.1 Terreintoets

Het grootste deel van het plangebied is erosiegevoelig. Oorspronkelijk was hoofdzakelijk het noordelijk gedeelte van

het plangebied een van nature overstroombaar gebied door deaanwezigheid van de Oliebergbeek. Maar door het ingrijpenvan de mens zijn er in het plangebied van het RUP thans geenrisicozones voor overstromingen aanwezig

Ook wat betreft de gevoeligheid van het terrein aangrondwaterstroming, is het grootste gedeelte met uitzonderingvan de hoogste toppen in het zuiden gevoelig.

Verder blijkt dat er op het terrein weinig sterke hellingenaanwezig zijn, behalve ter hoogte van de buffer in het noorden.

Het zuiden van het terrein is infiltratiegevoelig. Het terrein is niet gelegen in een winterbed van een waterloop.

6.5.2 Plantoets

Het RUP voorziet de realisatie van een woonproject op een terrein datop vandaag 100% bebouwd en verhard is. Dit leidt tot een afname vande verharde oppervlakte.

Enkel wordt door de nieuwe bebouwing de infiltratie van hethemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.

Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van een hemelwaterput, overeenkomstig de

normen vastgelegd in de geldendegewestelijke/provinciale/gemeentelijke stedenbouwkundigeverordening.

de opname in de voorschriftenvan de verplichting om hoofdzakelijk waterdoorlatende

materialen te gebruiken voor de private verharding- een beperkte mogelijkheid tot verharding- het voorzien van een bufferzone- het voorzien van een zone voor park met lage

bebouwingscoëfficiënt.

6.5.3 Conclusie

Omwille van deze maatregelen, die in de stedenbouwkundigevoorschriften zijn vervat, kan worden geoordeeld dat de voorzieneprojecten in het plangebied geen schadelijk effect op dewaterhuishouding zullen hebben.



6.6 Geen inhoudelijke strijdigheden met hetgemeentelijk ruimtelijk structuurplan

Het RUP bevat geen inhoudelijke tegenstrijdigheden met hetgoedgekeurde gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

7 V e r o r d e n e n d g r a f i s c h p l a n( c f r . a r t . 3 8 § 1 . 1 . )

o Figuur 9: het verordenend grafisch plan



8 V e r o r d e n e n d e s t e d e n b o u w k u n d i g ev o o r s c h r i f t e n ( c f r . a r t . 3 8 § 1 . 2 . )

8.1 Woonprojectzone

8.1.1 Bestemming

Toelichting (richtinggevend) Verordenende voorschriften

Het woongebied wordt hoofdzakelijk opwonen gericht. In functie van de leefbaarheidis verweving van activiteiten mogelijk,waarbij de aan het wonen verwantevoorzieningen beperkt blijven tot het lokaalniveau. Dit betekent dat kantoren, winkelsvoor dagelijkse aankopen, horeca,praktijkruimten, openbare en privatenutsvoorzieningen en diensten, parkings,socio-culturele inrichtingen en recreatievevoorzieningen een plaats kunnen vindenbinnen het nieuw te ontwikkelenwoongebied.

Bij de beoordeling van de verenigbaarheidwordt minstens aandacht besteed aan:

● De ruimtelijke en functionele relatiemet de omgeving

● De invloed op de omgeving watbetreft het aantal te verwachtengebruikers, bewoners of bezoekers,

● De invloed op de mobiliteit en deverkeersleefbaarheid

Horeca-zaken en socio-culturele inrichtingenmoeten ontsluiten via de Vaartstraat omgeen sluipverkeer te genereren en teverhinderen dat de ruimtelijke draagkrachtvan de nieuw te realiseren woonwijkoverschreden wordt door verkeersoverlastt.g.v. deze nevenfuncties.

Het gebied is bestemd voor wonen, openbaregroene en verharde ruimten en aan hetwonen verwante voorzieningen zoals,kantoren, winkels voor dagelijkse aankopen,horeca, praktijkruimten, openbare en privatenutsvoorzieningen en diensten, parkings,socio-culturele inrichtingen en recreatievevoorzieningen voor zover verenigbaar met deonmiddellijke omgeving.De aan het wonen verwante voorzieningenmoeten beperkt blijven tot het lokaal niveau.

Kantoren, diensten, praktijkruimten enwinkels kunnen enkel toegelaten worden alsnevenfunctie voor zover geïntegreerd in dewoning.

Horeca, recreatieve voorzieningen en socio-culturele inrichtingen zijn enkel mogelijklangs de Vaartstraat. Voor de horeca wordtde vloeroppervlakte van de verbruiksruimtebeperkt tot 200 m².

Windturbines en GSM-infrastructuur zijn niettoegelaten.

Alle werken, handelingen en wijzigingen dienodig of nuttig zijn voor de realisatie van debestemming zijn toegelaten voor zover zewat schaal en ruimtelijke impact betreftverenigbaar zijn met de omgeving en voorzover ze aan de andere verordenendevoorschriften voldoen.

8.1.2 Inrichting en beheer


De inrichtingsstudie omvat een ontwerp vaninrichting van de volledige zone metaanduiding van:

● ontsluitingswegen, interne circulatieen de inrichting van het publiekdomein

A. Modaliteit: Inrichtingsstudie enfaseringDe totale zone moet ontworpen worden alséén samenhangend geheel en gerealiseerdworden in minstens 2 duidelijkonderscheiden fasen. De eerste, zuidelijkefase moet een volwaardig geheel vormen enop zichzelf voldoende kwalitatief zijn. Hetontwerp van een samenhangend geheel



● inplanting en functies van debestaande en nieuwe bebouwing

● het aantal parkings enstallingsplaatsen voor wagens.

● de eventuele fasering in de realisatievan de zone.

● de ruimtelijke en visuele link tussende dorpskern en het Oliebergpark enhet kanaal Bossuit-Kortrijk

● differentiatie van de woningtypologieen sociale mix

De inrichtingsstudie is niet bedoeld voorkleine werken.

Bij elke nieuwe vergunningsaanvraag kan hetdossier hetzij een bestaande inrichtingsstudiebevatten, hetzij een aangepaste of nieuweinrichtingsstudie. Daarbij moet zekerrekening gehouden worden met de reedsgerealiseerde elementen.

moet blijken uit een inrichtingsstudie.De inrichtingsstudie is een informatiefdocument voor de vergunningsverlenendeoverheid met het oog op het beoordelen vande vergunningsaanvraag en geeft aan opwelke wijze het project in overeenstemmingis met de stedenbouwkundige voorschriftenvan het RUP.

Bij elke aanvraag tot het bekomen van eenstedenbouwkundig attest, eenverkavelingsvergunning of eenstedenbouwkundige vergunning voorgroepswoningbouw voor minstens 10woningen dient een inrichtingsstudiegevoegd te worden.

Onder kleine bouwwerken, behorende tot denormale tuinuitrusting, wordt ondermeerverstaan:o Tuinhuisje;o hok voor dieren;o serre;o siervijvers met aanhorigheden;o rotstuintjeso pergola'so tuinmuurtjes, niet zijnde

afsluitingsmuren,o barbecueso speeltoestelleno tuinornamenteno brievenbussen.

Voor het plaatsen van de kleine bouwwerkenbehorend tot de normale tuinuitrusting zijnde algemene voorwaarden en interpretatieszoals opgenomen in de uitvoeringsbesluitenomtrent de vrijstelling van advies van degemachtigde ambtenaar en/of medewerkingvan architect voor kleine werken en omtrentde werken, handelingen en wijzigingenwaarvoor geen stedenbouwkundigevergunning nodig is, richtinggevend.

B. Bebouwingswijze & gabarietNieuwbouwvolumes dienen opgericht teworden met een maximaal gebarit van tweebouwlagen en dak of drie bouwlagen metplat dak. De kroonlijsthoogte bedraagtmaximaal 6,5m.

De private huiskavel kan als tuin ingerichtworden. Nieuwe kleine constructiesbehorende tot de normale tuinuitrusting,afsluitingen en verhardingen zijn vergunbaar.

Deze differentiatie moet tot uiting komen ineen aanbod van verschillende:

o woningtypeso kavelgrootteso vloeroppervlakteso bebouwde volumes

C. WoontypologieEr moet een gedifferentieerd woningaanbodgerealiseerd worden.

Alle woningtypes zijn toegelaten metuitzondering van de vrijstaandeééngezinswoningen.



Bij het verlenen van deverkavelingsvergunning kunnen dezeelementen bekrachtigd worden en kunnenbijkomende elementen zoals:maximumwaarde van de woning,bouwverplichting, ... opgelegd worden.

Daarbij dient de bebouwing te voldoen aaneen gemiddelde woningdichtheid vanminstens 15 à 20 woningen/hectare. Bijgefaseerde ontwikkeling dient elke fase aandeze gemiddelde dichtheid te voldoen.

Contextuele inpassing houdt in dat degevelopbouw (hoogte, materialen, geleding),de dakvorm (hoogte, dakvensters, hoek,materialen), de uitsprongen en hetmateriaalgebruik op een doordachte,samenhangende en kwaliteitsvolle wijzeopgebouwd moeten worden. Dit contextueelinpassen duidt niet op het kopiëren van debestaande typologie.

D. Voorkomen van bebouwingElke nieuwbouw of verbouwing moet op eenkwalitatieve en contextuele wijze ingepastworden in het straatbeeld.In het zicht blijvende delen van zijgevelsmoeten op dezelfde kwalitatieve wijzevormgegeven worden als de voorgevels.

Bij het gebruik van materialen moet naareenvoud en naar een beperkteverscheidenheid worden gestreefd.Een harmonische samenhang in hetmateriaalgebruik van de gebouwen in dezone is verplicht.

Stallingsplaats: hetzij een gesloten garage,hetzij een carport, hetzij een standplaats ineen gesloten ruimte of in open lucht, daartoespeciaal aangelegd en met een minimaleoppervlakte van 2,75 m x 5,00 m perstallingsplaats

De verhardingsmaterialen voor privateverharde oppervlakte zijn hoofdzakelijkwaterdoorlatend.

E. StallingsplaatsenBij nieuwbouw moeten er minimum 1,5stallingsplaatsen op privaat terrein voorzienworden.

Indien voor de nevenfunctie parkeerplaatsennodig zijn dan moeten er voldoendeparkeerplaatsen aangelegd worden op eigenterrein om te voldoen aan de eigenparkeerbehoeften.

Dit voorschrift laat toe dat het actieve bedrijfnv Recupal-West zijn bedrijfsactiviteiten kanverderzetten binnen de bestaandebedrijfsgebouwen. Er kan een aanpassing ofverlenging kunnen krijgen aan hunmilieuvergunning, voor zover debedrijfsactiviteiten dezelfde blijven en ergeen nieuwe rechtspersoon nieuweactiviteiten ontwikkelt.

Dit voorschrift laat ook toe dat de bestaandegebouwen kunnen ingeschakeld worden ineen woonproject en waar bijvoorbeeld loftskunnen worden ingericht.

F. Bestaande bebouwingBestaande vergunde of vergund geachtewoningen en woningbijgebouwen, dieafwijken van de voorschriften van dit RUPkunnen onderhouden, instandgehouden enverbouwd worden binnen het bestaandvolume.

De bestaande bedrijfsgebouwen kunnenbehouden blijven en intern verbouwd wordenin functie van de gevestigde bedrijvigheid enin functie van de bestemmingen van dewoonprojectzone. Uitbreiding van debebouwing is niet toegelaten.

In deze bedrijfsgebouwen kunnen nastopzetting van de huidige bedrijfsactiviteitgeen nieuwe bedrijfsactiviteiten meerontwikkeld worden.

Bij nieuwbouw moeten de zonevoorschriftengevolgd worden. Het gaat om nieuwbouw alsminstens ¼ van de structurerendeelementen (wanden en funderingen) opnieuwgebouwd worden.



Het is de bedoeling om te vermijden dat ereen rechtstreekse vlotte ontsluiting ontstaattussen de Moense Beekstraat en deSluislaan.

G. Verkeersontsluiting en internewegenisNieuwe ontsluitingswegen voorgemotoriseerd verkeer worden tot eenminimum beperkt.

De aanleg gebeurt in functie van deverkeersafwikkeling, met aandacht voor hetgroene karakter van de omgeving en heterfkarakter van de aanpalende ruimten.

De ontsluiting van het woonproject voorgemotoriseerd verkeer dient te gebeuren viade Moense Beekstraat en Ter Moude.De ligging ervan wordt indicatief weergeven

met een pijlsymbool in overdruk.

Er kan naast de Vaartstraat geen bijkomendeontsluiting voor gemotoriseerd verkeergebeuren rechtstreeks op de Sluislaan.

H. Fiets- en wandelverbindingIn het ganse gebied kunnen voetgangers- enfietsverbindingen voorzien worden.

Tussen de eventueel doorgetrokken MoenseBeekstraat en Ter Moude wordt een fiets- enwandelverbinding voorzien. Hierbij kan debestaande voetweg verplaatst worden.

De ligging wordt indicatief met een

pijlsymbool in overdrukaangegeven.

Als fase 2 van de woonprojectzonegerealiseerd wordt, kan een gedeelte vandeze groenbuffer verder opschuiven naar hetnoorden en komt zo overeen met de zone‘groene buffer’ artikel 8.3. Cfr. Onderstaandefiguur.

Enkel fase 1 gerealiseerd Fase 1 & 2 gerealiseerd

plangebied plangebied

I. GroenbufferEr moet bij de realisatie van iedere fase eengroenbuffer op de woonprojectzoneaangelegd worden tussen de nieuwgerealiseerde woningen en de bestaandebedrijfsgebouwen.

De ligging van de groenbuffer wordt op hetplan aangegeven met volgende overdruk.

De minimumbreedte van de buffer bedraagt10 m.

De buffering gebeurt via het behoud, deaanleg en het beheer van hoog- en laagstreekeigen bomen en struikgewas en moetzo gekozen worden dat deafschermingsfunctie ook tijdens dewinterperiode voldoende verzekerd wordt.

Deze groene buffer moet ten laatsteaangelegd worden bij de wegen- enrioleringswerken ter realisatie van de 1e fasevan de woonprojectzone.



In het gebied zijn geen stedenbouwkundigehandelingen als bedoeld in artikel 99, §1 vanhet decreet van 18 mei 1999 houdende deorganisatie van de ruimtelijke ordeningtoegelaten, ongeacht of er eenstedenbouwkundige vergunning vereist is.Dit verbod is niet van toepassing op:

● De eventuele aanleg en inrichtingvan groene taluds;

● De aanleg, het inrichten of uitrustenvan een voetgangers en/offietsersdoorgang in de groene buffer

● De bestaande gebouwen kunnenbehouden blijven. Aanpassing eninterne verbouwingen aan dezegebouwen kunnen enkel in functievan en binnen de voorwaarden vande bestemming woonprojectzone.

Aan het ruimtelijk uitvoeringsplan is voordeze zone een onteigeningsplan gekoppeld.

In functie van de specifieke socialedoelgroepen wordt in de eerste plaats gemiktop zorgwoningen in functie van hetlevenslang wonen. Zorgwoningen zijnwoningen specifiek gericht op een bepaaldedoelgroep: ouderen, lichamelijk enverstandelijk gehandicapten, (ex-)psychiatrische patiënten,... en is dusdanigaangepast dat het de bewoner in staat steltzelfstandig te blijven wonen terwijl hij anderszou moeten worden opgenomen in eenspecifieke instelling.

J. Zone voor sociale woningenBinnen de woonprojectzone dient een socialemix gerealiseerd te worden met minstens25% sociale woningen en dit per fase bijgefaseerde ontwikkeling.

De zones voor sociale woningen worden ophet grafisch verordenend plan aangegevenmet volgende overdruk:

Binnen deze zones moeten minstens 9 en 14,conform de aanduiding op het verordenendgrafisch plan, sociale woningen voorspecifieke sociale doelgroepen gerealiseerdworden.

De nieuwe invulling van het plangebied biedtde gelegenheid om de relatie tussen de kernvan Moen en het Oliebergpark te versterken.Binnen deze zone dient een duidelijkeruimtelijke en visuele link tussen dedorpskern en het Oliebergpark en het kanaalgerealiseerd te worden. Dit moet in deinrichtingsstudie tot uiting komen.

In functie van de realisatie van aanpalendewoningen kunnen de grenzen van deze zoneverkleind worden.

K. Park met bebouwingBinnen de woonprojectzone wordt een zonemet lage bebouwingscoëfficiënt voorzien, diehet park verbindt met de dorpskern.

De zone voor park met bebouwing wordt ophet grafisch verordenend plan afgebakendmet volgende overdruk:

Deze zone heeft flexibele grenzen in functievan de realisatie van de aanpalendewoningen. De zonegrens is verschuifbaar inde richting die aangegeven wordt door de pijlover een afstand van maximum 30 meter.



De maximale grondoppervlakte wordtberekend op basis van de maximale zonezoals aangegeven op het grafischverordenend plan en niet op een eventueelverkleinde zone.

De nabijheid van het kanaal Bossuit-Kortrijkbetekent een meerwaarde voor het wonen.Omgekeerd moet vanuit het kanaal eenkwalitatief beeld gecreëerd worden. Terhoogte van de strategische hoek Vaartstraat-Sluislaan is een groter gabariet toegelaten.Het is de bedoeling dat op deze hoek eenaccent gecreëerd wordt door middel vanbebouwing. Het beeld van een “leegte”tengevolge van bijvoorbeeld de aantakkingvan een weg moet vermeden worden. Ditbetekent niet dat er op de volledige hoekoveral bebouwing moet aanwezig zijn maarwel dat het visueel een bebouwde zone is.Verschillende afzonderlijke bouwgroepenbijvoorbeeld is toegelaten. Belangrijker is dater architecturale kwaliteit gerealiseerd wordt.

De maximale bebouwde grondoppervlaktebinnen deze zone bedraagt 20%. Deonbebouwde ruimte krijgt verplicht eenpubliek of semi-publiek karakter met groeneafwerking.

Nieuwbouwvolumes dienen opgericht teworden met een maximaal gebarit van driebouwlagen en dak of vier bouwlagen metplat dak. De kroonlijsthoogte bedraagtmaximaal 9,5m.

Ter hoogte van het kruispunt Vaartstraat-Sluislaan dient een project gerealiseerd teworden met eenvormige architectuur, diezorgt voor een kwalitatieve hoekafwerking.Bijkomende openbare wegen, die aantakkenop het kruispunt, zijn niet toegelaten.



8.2 KMO-zone

8.2.1 Bestemming


Het gebied is bestemd voor ambachtelijkebedrijven, KMO’s, stapelplaatsen enkantoren, private en openbare groene enverharde ruimten voor zover verenigbaarmet de woon- en leefomgeving en beperkttot het lokaal niveau.

Milieubelastende industrie, transport enlogistiek, detailhandel en directe verkoop terplaatse wordt uitgesloten.



De bestaande bedrijfsgebouwen kunnenbehouden blijven en intern verbouwdworden. Uitbreiding van de bebouwing is niettoegelaten.Na afbraak kunnen nieuwe bedrijfsgebouwengerealiseerd worden binnen volgenderandvoorwaarden.

Er geldt een achteruitbouwstrook van 10meter ten opzichte van de Vaartstraat.

De hoogte van de nieuwe gebouwen moetbeperkt blijven tot 6 meter kroonlijsthoogteen 9 m nokhoogte. Om bedrijfseconomischeen milieutechnische redenen kunnenplaatselijk afwijkingen van het gabariettoegestaan worden.

De gebruikte materialen moeten constructiefen esthetisch verantwoord zijn. Gladdebetonpanelen worden niet toegelaten

Er moet voldoende ruimte voorzien wordenop het eigen terrein voor het parkeren,stationneren en circuleren van allevoertuigen (bedrijfswagens, personeel &bezoekers). Eventuele laadkaaien moetenderwijze aangelegd worden dat debijhorende vrachtwagencombinatie op eigenterrein kan staan.

Per bedrijf mag één woongelegenheidgebouwd worden. Deze woongelegenheidmoet qua ligging en uiterlijk voorkomen eengeïntegreerd geheel vormen met het bedrijf.De vloeroppervlakte van de woongelegenheidbedraagt maximaal 200 m².



8.3 Groene buffer

8.3.1 Bestemming


Het gebied is bestemd voor de bufferzonetussen de woonprojectzone en deaanpalende KMO-zones ten noorden en tenwesten.



De minimumbreedte van de buffer bedraagt10 m.

De buffering gebeurt via het behoud, deaanleg en het beheer van hoog- en laagstreekeigen bomen en struikgewas en moetzo gekozen worden dat deafschermingsfunctie ook tijdens dewinterperiode voldoende verzekerd wordt.

Deze groene buffer moet ten laatsteaangelegd worden bij de wegen- enrioleringswerken ter realisatie van de 2e fasevan de woonprojectzone.

In het gebied zijn geen stedenbouwkundigehandelingen als bedoeld in artikel 99, §1 vanhet decreet van 18 mei 1999 houdende deorganisatie van de ruimtelijke ordeningtoegelaten, ongeacht of er eenstedenbouwkundige vergunning vereist is.Dit verbod is niet van toepassing op:

● De eventuele aanleg en inrichtingvan groene taluds; er wordtuitgegaan van een maximaal behoudvan de bestaande bermen en taluds.Indien zich een aanpassing ofverplaatsing opdringt, moetmaximaal rekening gehouden wordenmet het continue verloop van taluden beplanting.

● De aanleg, het inrichten of uitrustenvan een voetgangers en/offietsersdoorgang in de groene buffer



9 R u i m t e b a l a n s

Het RUP houdt bestemmingswijzigingen in. Deze worden hierondergedetailleerd:

Bestemming conform BPA Bestemming voorzien in RUP

Woonprojectzone 4,5 haZone voor nijverheid

KMO zone 0,80 ha

Groene buffer 0,13 ha

1 0 O p t e h e f f e n b e p a l i n g e n( c f r . a r t . 3 8 § 1 . 5 . )

10.1 Gewestplan Kortrijk

Met de inwerkingtreding van voorliggend gemeentelijk ruimtelijkuitvoeringsplan worden de voorschriften van het gewestplan Kortrijk(KB 4/11/1977 en later wijzigingen) binnen het plangebied opgeheven.

Met name volgende voorschriften worden afgeschaft: Zone voor milieubelastende industrie Woongebied

10.2 BPA Moen 3 Oliebergstraat

Het ruimtelijk uitvoeringsplan is een gedeeltelijke wijziging van het BPAMoen 3 Oliebergstraat [dd. 13.10.2000]. Met name volgendevoorschriften worden binnen het plangebied van het RUP afgeschaft:

● Zone 2 - Zone voor wonen in ruime zin, aanééngeslotenbebouwing en/of koppelbouw

● Zone 6 - Zone voor nijverheid● Zone 12 - Zone voor wegenis – aslijn● Zone 13 - Zone voor wegenis● Zone 15 - Zone voor voetgangers- en fietsersdoorgang● Zone 18 - Zone voor buffer● De algemene voorschriften die op deze zones betrekking

hebben

1 1 O n t e i g e n i n g s p l a n

o Figuur 10: onteigeningsplan

Aan dit ruimtelijke uitvoeringsplan wordt een onteigeningsplangekoppeld. Dit onteigeningsplan kan na goedkeuring van hetruimtelijke uitvoeringsplan door de Bestendige Deputatie tergoedkeuring voorgelegd worden aan de Vlaamse Regering.

Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Bekaertsite Moen’ nr. 5.1....te breken gebouwen van Bekaert...

Documents

Transcript of Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Bekaertsite Moen’ nr. 5.1....te breken gebouwen van Bekaert...