Rugbyer Marijn Huis ‘Lekker beuken en vies worden’€¦ · bijzonder geestig. Maar vooral knap...

32
onaankelijk universiteitsblad NR.5 9 JANUARI 2017 Rugbyer Marijn Huis ‘Lekker beuken en vies worden’ Lustrum TU Delft Wandelen door de geschiedenis Autonome auto’s Slim maar irritant braaf Cum laude DE ENE IS DE ANDERE NIET

Transcript of Rugbyer Marijn Huis ‘Lekker beuken en vies worden’€¦ · bijzonder geestig. Maar vooral knap...

onafhankelijk universiteitsblad

NR.59 JANUARI2017

Rugbyer Marijn Huis‘Lekker beuken

en vies worden’

Lustrum TU DelftWandelen door de geschiedenis

Autonome auto’sSlim maar

irritant braaf

Cum laude

DE ENE IS DE ANDERE NIET

22BIOTECHNOLOGIE De basisbeginselen van Delfts eerste microbioloog professor Beijerinck staan na 120 jaar nog steeds recht overeind. Een terugblik.

20REPORTAGE

ZELFRIJDENDE AUTO'S Een krantje lezen, terwijl je autonome auto je door het drukke verkeer van de stad heen loodst? Zo makkelijk gaat dat niet. VERDER

ColumnNieuwsMasterSportLifestyleStarter DesgevraagdScience

0406151819232531

9 JA

NUAR

I 201

7 08COVER

TE VEEL CUM LAUDE? Bij de najaarsuitreiking kreeg ruim 18 procent van de bachelors bij 3mE een cum laude. Hoe bijzonder is dit predicaat nog?

12INTERVIEW

MARIJN HUIS Marijn Huis wil professioneel rugbyer worden. Hij onderbreekt zijn studie om in Nieuw-Zeeland zijn sportieve ambities te realiseren.

Delta TU Delft

COVER

Het coververhaal over cum laude afstuderen gaat vooral over cijfers. Hierbij leek het ons aardig om een jongleur

cijfers in de lucht te laten houden. De cijfers waren

echter niet te vinden, dus ze zijn in de ringen gemonteerd. Deze professionele jongleur, Niels Duinker, kan de ringen op allerlei manieren gooien, bijvoorbeeld zo dat ze niet elkaar te veel overlappen.

(Fotograaf Sam Rentmeester)

COLOFON REDACTIE

Saskia Bonger (hoofdredacteur), Tomas van Dijk,

Dorine van Gorp, Connie van Uffelen, Jos Wassink, Katja Wijnands

MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jorinde Benner, Maurice van Bussel, Dap

Hartmann, Auke Herrema, Christian Jongeneel, Thom Mandos, Heather

Montague, Damini Purkayastha, Molly Quell, Boudewijn de Roode, Abel

Streefland, Jimmy Tigges, Roos van Tongeren, Marco Villares, Robert Visscher

FOTO’S Marcel Krijger, Sam Rentmeester

BLADCONCEPT EN VORMGEVING Maters & Hermsen, Leiden

LAY-OUT Liesbeth van Dam, Saskia de Been

REDACTIE-ADRES Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848, [email protected]

ADVERTENTIES H&J Uitgevers, 010 451 5510,

[email protected]

DRUK Quantes Grafimedia B.V.

Oplage 4.500

Jaargang 49ISSN 2213 8838

Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website.

MEER INFORMATIE OP

www.delta.tudelft.nl/colofon.

REAGEER!

Pop-up restaurantStudent technische natuurkunde Jan Willem van Galen nam vorig jaar het initiatief voor een pop-up restaurant waarin vluchtelingen en Nederlanders vrijwillig samenwerken en elkaar kun-nen ontmoeten. Samen met andere studenten begon hij een crowdfun-ding-actie op hartigesamaritaan.nl. Pal voor de jaarwisseling was er vol-doende geld binnen om restaurant de Hartige Samaritaan op 25 februari een maand te kunnen openen. Een locatie is nog niet bekend, maar even-tuele winst gaat naar Stichting Timon die zich richt op hulp aan vluchtelin-genjongeren.

Dienstauto’sHet college van bestuur heeft zijn twee dienstauto’s verkocht. In plaats daar-van komt er een proef met een com-binatie van verschillende soorten vervoer als taxi, trein, OV-fiets en zoge-heten 'executive' vervoer. delta.tudelft.nl/32597

WetenschapsquizHoogleraar cybersecurity Michel van Eeten en filosofe en schrijfster Simone van Saarloos hielden tot de laatste vraag stand in de Nationale Wetenschapsquiz op Eerste Kerstdag, maar uiteindelijk won het duo Reinoud Lavrijsen(fysicus) en muzikante Frédérique Spigt. Van Eeten: “Ik werk graag mee aan wetenschapspropaganda.”delta.tudelft.nl/32612

VeloX fietsersVoormalig Nederlands kampioene Iris Slappendel en topamateurwielrenster Aniek Rooderkerken zullen namens het Delfts/Amsterdamse Human Power Team in september 2017 een aanval doen op het wereldsnelheidsrecord op de fiets.delta.tudeflt.nl/32578

Afmelden tentamensUtrechtse studenten melden zich bij bosjes ziek voor tentamens omdat ze niet mogen herkansen bij een score lager dan een vier. De TU heeft deze regel niet, maar ziet wel andere problemen met tentamens. Gevolg: te veel surveillanten en lege zalen. “Niet afmelden voor tentamens is lullig.”delta.tudelft.nl/32576

TU in het roodDe TU begroot voor dit jaar 640 miljoen euro aan inkomsten, maar gaat 8 miljoen euro méér uitgeven door eenmalige kosten in het vastgoedprogramma zoals verhuizingen en sloop van oude complexen.Delta.tudelft.nl/32557

3

Op 8 januari 1842 richt Koning Willem II aan dit gebouw aan de Oude Delft 95 de voorganger van de technische universiteit op. Dit jaar viert de TU Delft haar 175ste

verjaardag. Pagina 16: Speurtocht langs het verleden

(Fot

o: S

am R

entm

eest

er)

NevenactiviteitenIeder jaar wordt mij, als onderdeel van de R&O-cyclus, gevraagd naar mijn nevenactiviteiten. Op het formulier vul ik dan braaf in dat ik een column schrijf voor Delta. Men wil ook weten wat het belang daarvan voor de TU Delft is en of de reputatie van de TU Delft erdoor kan worden aangetast. ‘Enorm’ en ‘integendeel’, antwoord ik daarop, in die volgorde.Ik heb veel bewondering voor TU-medewerkers die naast hun reguliere werkzaamheden artistieke, culturele of intellectuele prestaties leveren. Zo zijn er diverse collega’s die een boek hebben geschreven. Soms ligt dat in het verlengde van hun dagelijkse TU-besognes, zoals ‘Framing’ van Hans de Bruijn, ‘Graaiers of redders?’ van Willemijn Dicke, Bauke Steenhuisen en Wijnand Veeneman, en ‘Innovatie uit de polder’ van Patrick van der Duin. Nog meer bewondering heb ik voor collega’s die een roman schrijven, zoals ‘Tegennatuur’ van Michel van Eeten en ‘Mea’ van Willemijn Dicke. Want met een roman creëer je echt iets uit het niets, en dat is verdomd hard werken. Ook het kinderboek dat Cees Dekker schreef met Corien Oranje is het vermelden waard, al is het maar omdat ‘Het geheime logboek van topnerd Tycho’ in christelijke kring niet overal even goed is ontvangen. En zelfs ‘Spaghetti Spoetnik’ van Tonie Mudde heb ik gelezen, hoewel hij al lang niet meer bij de TU werkt. Tonie was verslaggever en columnist voor Delta.Ook andere creatieve uitingen van (ex-)collega’s volg ik met belangstelling. Zo was ik bij de try-out van Onder de streep, de nieuwe cabaretvoorstelling van Jasper van Kuijk. Ik hou van try-outs omdat ze doorgaans in een klein theater worden gespeeld, in dit geval Pepijn in Den Haag. Dat maakt het veel intiemer dan een grote zaal, en bovendien stelt de cabaretier zich kwetsbaar op omdat er natuurlijk iets mis kan gaan. De Volkskrant gaf hem drie sterren en een sneer: ‘Van Kuijk vertelt leuk, maar vervalt in woordgrapjes.’ Ik vond het erg onderhoudend en bij vlagen bijzonder geestig. Maar vooral knap gedaan en dapper. Op 7 mei speelt hij in Delft. Gaat dat zien!En vorige week was ik bij een try-out van Dingen die ik dacht, de nieuwe voorstelling van Pieter Jouke. De Volkskrant gaf zijn vorige voorstelling twee sterren en een sneer: ‘Vijf kwartier Pieter Jouke is een hele zit.’ Pieter werkte lang geleden bij TBM en ik wist dat hij daarna een van de mensen achter Buro Renkema was. Hoewel de laatste aflevering van Buro Den Haag alweer vijf jaar oud is, blijft het hilarisch: tinyurl.com/BuroDenHaag. Verder was ik hem uit het oog verloren en omdat ik vrijwel geen tv kijk (en al helemaal niet naar programma’s van BNN) wist ik niet dat hij ‘bekend van tv’ was, zoals zijn website vermeldt. Via uitzending gemist keek ik een paar afleveringen terug van Padoem Patsss waarin hij excelleert in oneliners. Zijn voorstelling vult anderhalf uur met zulke oneliners die met enig kunst- en vliegwerk tot samenhangende

anekdotes zijn gesmeed. Desondanks vond ik het spitsvondig en snedig. Op 8 maart speelt hij in

Delft. Gaat dat zien!

4

Op welke stelling wilt u terugkomen? “Op stelling 2. De jongerejaars blijven inderdaad wat meer thuis wonen,

maar wij merken daar niet veel van. We zien dat twintigplussers wel uit huis willen en op kamers gaan wonen. Daarnaast is er in Delft een grote

instroom van buitenlandse studenten, die allemaal een kamer zoeken. Zo komen we uiteindelijk nooit met lege kamers te zitten. We hebben onze

visie dus eigenlijk ook niet hoeven aanpassen op deze veranderingen. Er is nog steeds een tekort aan studentenwoningen en we blijven gewoon door-

bouwen. De wachttijden voor de kamers kunnen misschien iets korter worden, maar veel zal het niet uitmaken.” (RvT)

Steeds minder jonge studenten (17-22 jaar) gaan op kamers, blijkt uit cijfers van het CBS. In 2014 is de

basisbeurs afgeschaft waardoor veel studenten moeten lenen om op zichzelf te kunnen wonen. Toch is Frans

van der Zon, manager strategie en beleid bij studentenhuisvesting Duwo, niet bang voor

leegstand in studentenhuizen.

4. Duwo gaat kamer-prijzen verlagen om op kamers wonen te stimuleren.

NEE

1. De bouw van nieuwe studentenwoningen

wordt nu gestopt.

NEE

2. Duwo merkt veel van de nestvaste studenten.

NEE

3. De wachttijden voor kamers worden veel

korter.

NEE

ColumnDap Hartmann

Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek,

Bestuur en Management.

5

Wie je moet kennen... Cijfer

150Als je je verlopen OV-studentenkaart niet op

tijd stopzet, hoef je vanaf 2018 geen boete

meer te betalen als je er niet mee reist.

Reis je er wel mee dan krijg je voortaan een

hogere boete. Nu is die boete nog 97 euro

per halve maand, maar vanaf 2018 gaat de

boete na twee maanden omhoog naar 150

euro per halve maand. Dat heeft de Tweede

Kamer besloten om misbruik te bestrijden. In

de eerste twee maanden is de boete echter

lager: 75 euro per halve maand.

delta.tudelft.nl/32602

Hij viel dubbel in de prijzen; dr.ir. Jacob Hoogenboom (Technische Natuurwetenschappen) kreeg van wetenschapsfinancier NWO een ECHO-grant én een Building Blocks of Life-grant. In totaal krijgt hij samen met collega’s van het UMC Groningen en de Universiteit Utrecht ruim acht ton. De TU-onderzoeker werkt aan elektronenmicroscopie. Hij onderzoekt de

wisselwerking tussen elektronen en fluorescente moleculen. Uiteindelijk wil hij moleculen oplichten onder de microscoop in de hoop beter inzicht te

krijgen in de werking van ons immuunsysteem. (Foto: Sam Rentmeester)

Dr. Arjan Houtepen (TNW) wordt een van de nieuwe leden van De Jonge Akademie, een groep van vijftig jonge wetenschappers die zich inzet voor wetenschapspopularisering. Houtepen (1979) onderzoekt hoe lampen, beeldschermen en zonnecellen efficiënter gemaakt kunnen worden met nanotechnologie. Hij richt zich op colloïdale nanomaterialen, materialen die andere eigenschappen krijgen als de vorm van de moleculen verandert. De Jonge Akademie maakt deel uit van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. (Foto: Sam Rentmeester)

Studenten prijzen haar de hemel in, onder meer vanwege haar feedback op toetsen. Ir. Judith Bosboom is tijdens de Onderwijsdag op 14 december

uitgeroepen tot Best Lecturer van de TU. Bosboom doceert bij Civiele Techniek en Geowetenschappen het vak coastal dynamics 1. Volgens de jury is dit een zeer complex vak, waarvan ze het lesmateriaal continu innoveert en verbetert. Ze maakt gebruik van vrijwillige, tussentijdse

toetsen. Studenten met een goede score kunnen een bonus krijgen voor het tentamen. (Foto: TU Delft)

Delta TU Delft

Uit Delftse bronnenDE EERSTE STUDENTEN

Op 8 januari 1842 was het zover. De Koninklijke Akademie, voorloper van de TU Delft, werd opgericht als eerste niet-militaire ingenieurs-school van Nederland. Om enigszins uit de kosten te komen werd naast de ingenieursopleidingen een populaire opleiding tot Oost-

Indisch ambtenaar én een voor landmeetkundig ijker of belastingambtenaar ingericht. Technische studenten konden uit vier studierichtingen kiezen: civie-le techniek, mijnbouw, scheepsbouw en schei- en werktuigkunde. De opleiding duurde vier jaar. In de 22 jaar dat de school bestond, studeerden er 207 inge-nieurs af. De opleiding tot civiel ingenieur was met 183 afgestudeerden veruit

het populairst. Bij mijnbouw studeerden zeventien mensen af, bij scheepsbouw vijf en werktuigbouw had slechts twee afge-studeerden. De school had in de eerste ja-ren een streng karakter. Er moest de hele dag worden gestudeerd en elke afwezigheid werd door de leraren minutieus bijgehouden.Studeren aan de Koninklijke Akademie was niet goedkoop. Studenten moesten 200 gulden schoolgeld meebrengen, dat was ongeveer twee maandsalarissen van een ingenieur in die tijd. Studiebeurzen waren er nog niet. Dit zorgde ervoor dat vooral kinderen uit de hogere burgerij en de elite naar de Akademie konden gaan – over het alge-meen natuurlijk geholpen door hun ouders. De opleidingen waren er vooral op gericht om studenten op te leiden tot ingenieurs voor de overheid en veel min-der voor handel, nijverheid of scheepvaart.Toen de industrialisatie in de laatste jaren van de negentiende eeuw in Neder-land een vlucht begon te nemen, veranderde ook de populariteit van de studie-richtingen. Er ontstond een hype rond werktuigbouw. Pas in de eerste decennia van de twintigste eeuw, toen de Koninklijke Akademie de vorm van Technische Hogeschool had aangenomen, veranderde de sociale achtergrond van de stu-denten. Vanaf 1916 werden de schoolgelden geschaald naar het inkomen van de ouders. Studeren in Delft was toen niet alleen meer weggelegd voor de rijkere milieus.

Lees het interview met Abel Streefland op delta.tudelft.nl/32609

Omdat de TU Delft dit jaar 175

jaar bestaat, reflecteert universiteitshistoricus Abel Streefland op het verleden. Deze maand: wie waren de

eerste studenten van de TU Delft?

Vroege studenten van de Technische Hogeschool bij een college van professor Snijders, ca. 1907. (Foto: Corpsfotograaf J.G.G. Witten/Trésor)

6 Nieuws

‘Help offshore te verduurzamen’

SANDER BOKSEBELD Student werktuigbouwkunde“Ik wil dit jaar aan mijn afstu-deren beginnen en er hard aan werken om dit in janu-ari 2018 af te ronden. Ik twij-fel of ik dit op de TU ga doen of extern. Het heeft allebei voordelen: op de TU zal het wat meer lijken op de rest van de studie. Bij een extern bedrijf ga je meer praktisch aan de slag. Extern lijkt mij interessanter, maar het na-deel is dat er minder focus op het academische onderzoek ligt. En dat is nu juist belang-rijk bij het afstuderen.”

EEFJE BENSCHOPBestuurslid Gezelschap Prac-tische Studie, civiele techniek “Mijn goede voornemen is om de kerstboom niet te lang te laten staan, die staat er soms nog tot de lente. Verder wil ik minder vaak te laat ko-men. Bij de studievereniging beginnen we elke ochtend om half negen op kantoor. Als ik de dag ervoor veel heb gedronken, kom ik nog wel eens te laat. Oja, ik wil ook minder lang vergaderen over kleine dingen. We kunnen zo een kwartier vergaderen over iemand die iets wil lenen.”

SANDRA VAN ADRICHEMServicepuntmedewerker civiele techniek en TNW“Goede voornemens houd ik niet vol. Ik wil altijd meer sporten, maar uiteindelijk doe ik dat niet. Ik vind dat ik lekker bezig ben, ik heb een leuke baan en hobby’s. Zo zing ik in een rockband, Horse. Dit jaar komen er veel dingen op mijn pad. We gaan bijvoorbeeld met twintig vriendinnen op 'Wilde Wijven Weekend', dat doen we al twintig jaar. Al is het nu meer het ‘Wandelende Wijven Weekend’ geworden.”

MAX BUIRMAMaritieme techniek “Ik wil nooit meer zoveel drin-ken als met Oud en Nieuw. De volgende dag was ik hele delen van de avond kwijt. Als ik mijn vrienden mag geloven heb ik gelukkig geen gekke dingen gedaan. Dit jaar wil ik veel punten voor mijn ba-chelor halen. Studeren er wat bij ingeschoten omdat ik veel heb gewerkt als barista bij de Coffeestar. Ik heb geld nodig deze zomer een maand naar Amerika te gaan. Daar gaat een vriend van mij trouwen en ik wil er zeker bij zijn.”

MARE SANTEMABouwkunde “Voornemens vind ik een beetje stom, je kunt toch altijd beginnen met iets ver-beteren? Ik heb dit jaar wel wat om naar uit te kijken, ik ga vier keer op vakantie. Eerst naar Praag met mijn studie, later naar de westkust van Amerika en Curaçao met mijn familie en ook nog naar Zuid-Frankrijk met mijn club. Ja, daar heb ik wel zin in. Vorig jaar was ook een goed jaar, want toen heb ik in één keer mijn P gehaald.” (RvT)

Gelukkig nieuw voornemen! Minder roken, snacken, drinken, meer sporten en gezonder eten. Januari is de maand van de goede voornemens en grote plannen. Of juist niet?

De offshore-industrie heeft een vies imago, merkt offshore professor Mirek Kaminski tijdens colleges. In plaats van klagen kunnen studenten nu ideeën aanleveren ter verbetering.

De offshore industrie is dringend toe aan vernieuwing, stelt het platform Our Oceans Challenge (OOC). Professor dr.ir. Mirek Kaminski (3mE) is een van de bestuursleden van het platform dat drie jaar geleden op initiatief van twee TU-alumni bij Heerema is begonnen. Kaminski heeft nu een oproep aan TU-studenten en medewerkers.

U stelt dat de offshore-industrie zware tijden doormaakt. Waaruit blijkt dat?“Dat is een gevolg van de lage olieprijs waardoor veel projecten zijn gestopt die in ontwikkeling. Bedrijven zijn daardoor opdrachten verloren. Nederlandse offshorebedrijven deden veel installatie en vervoer voor grote oliemaatschappijen. Daar is overcapaciteit in ontstaan zodat bedrijven mensen hebben moeten ontslaan.”

De industrie moet zijn verantwoordelijkheid nemen om duurzaam te werken, stelt u. Is daar

draagvlak voor in deze moeilijke tijden?“Ik denk het wel. Wanneer het aantal opdrachten terugloopt, moet je het beter doen dan de anderen. Veel opdrachten worden tegenwoordig verstrekt door overheden, en die stellen eisen ten aanzien van milieu en werkomstandigheden. Dat dwingt de industrie tot verbeteringen en dat versterkt hun concurrentiepositie.”

Een van de duurzaamheidsaspecten is afvalmanagement. Hoe gaat dat nu dan? Kiepen ze alles over reling?“Ik heb daar niet veel zicht op omdat wij ons bezighouden met de bouw van installaties, niet het operationele beheer. Vroeger ging bij schepen op internationale wateren het afval vaak overboord.

Dat mag nu niet meer. Voor offshore-installaties zijn er ondersteuningsvaartuigen die voorraden brengen en afval mee terugnemen. De offshore-industrie ziet nu juist een rol voor zichzelf in het opruimen van plastic dat via rivieren in de oceanen terechtkomt. Offshorebedrijven ondersteunen ook Boyan Slat met zijn Ocean Cleanup initiatief.”

U hebt een oproep aan studenten en medewerkers. Hoe luidt die?“Kom in actie. Studenten zeggen tegen mij ‘offshore is vies’. Dat is helaas de perceptie. Maar nu ligt er een kans om dat beter te maken. Probeer de offshore-industrie meer duurzaam te maken.”

In 2014 was er ook zo’n oproep. Wat heeft dat opgeleverd?“Er waren toen ruim 450 inzendingen waarvan na een traject van selectie en begeleiding zestien concepten overbleven. Die konden hun idee presenteren aan investeerders. Daar zijn toen vijf startup bedrijven uit ontstaan. Our Oceans Challenge beschikt over veel expertise. Dus als het OOC een initiatief ondersteunt, biedt dat investeerders vertrouwen. De vorige keer hield de bemoeienis van het OOC op bij de prijsuitreiking. Dat willen we nu beter doen. Het bestuur werkt aan maatregelen om de nazorg te verbeteren.” (JW)ouroceanschallenge.org

Professor Mirek Kaminski. (Foto: Sam Rentmeester)

(Fot

o's:

Roo

s va

n To

nger

en)

7Delta TU Delft

Nalatenschap Duwo energyrace‘Geld terugkrijgen is mooi meegenomen’

Voor het derde jaar op rij doen studentenhuizen in Delft mee met de energyrace van studen-tenhuisvester Duwo. De Delft-se huizen doen het goed, vorig jaar won een huis uit de stad de titel van best besparende studentenhuis. Delta bezocht een aantal oud-deelnemende huizen om te kijken hoe het nu gaat met het energieverbruik. Heeft een wedstrijd als deze zin?

De bewoners zijn zich nog al-tijd bewust van de besparin-gen die het zuinig omgaan met energie kunnen ople-

veren. De 22-jarige Erik Donkersloot heeft nog maar net de verwarming in de keuken aangezet. “We koken en eten straks met zijn allen hier, daar mag de verwarming wel even voor aan.” In de keuken van het huis aan de Oude Delft staat een koelkast waar de stekker los op ligt. “We kwamen erachter dat met een beetje moeite, alles ook wel in één koelkast kan”, zegt hij.

EEN LEUKE BIJDRAGEHet meedoen aan de competitie was geen lastig vraagstuk voor de bewo-ners. “Eigenlijk kun je alleen winnen. Misschien niet de hoofdprijs, maar besparen is altijd goed voor studen-ten. Afgelopen zomer kregen we alle-maal zo’n 300 euro terug, zo net voor de vakantie is dat een mooie bijdrage

voor een reis.” De bewoners vonden het erg handig om de app te gebrui-ken om te zien wat er verbruikt werd op welk moment. “Ook dit heeft onze ogen geopend.”De regels van de race zijn stiekem in de huisregels geslopen. “We spreken elkaar aan op bijvoorbeeld het laten branden van het licht, als die persoon niet thuis is. Als iemand vaak lang on-der de douche staat, kan het zijn dat iemand er iets van zegt.” Ook nieuwe bewoners worden attent gemaakt op de manieren om te besparen voor het hele huis. “Wanneer we een tijd niet op de kamer zijn, hoeft de verwar-ming niet voor niks te draaien”, be-sluit hij.

EXTREME MAATREGELENIets verderop aan de Oude Delft wo-nen de winnaars van de vorige editie. In het grote studentenhuis wonen veertien vrouwen. Als ik bin-nenkom maken vijf bewoonsters zich net gereed om te gaan eten. Ze zitten gezellig in de warme keuken. “Ach-ter de verwarmingen zit een speci-aal soort folie dat ervoor zorgt dat de warmte niet in de muur trekt”, zegt Noor Boreel. Het is één van de prak-tische oplossingen die zijn overgeble-ven van de wedstrijd. Het zorgt ervoor dat er minder gestookt hoeft te wor-den. De meiden hebben het nu sowie-so een stuk sneller warm dan voor de deelname. Tijdens één van de ontmoetingen met de andere deelnemende studenten-huizen werden de ervaringen over de wedstrijd uitgewisseld. “Een be-paald studentenhuis hoefde niet zo-veel te doen om veel te besparen, de

stekker van hun jacuzzi uit het stop-contact zorgde al voor een enorme besparing”, zegt een van de meiden laconiek. De dames hebben iede-re stekkerdoos vervangen voor een exemplaar met een uitschakelaar. “Lekstroom is een grote bron van ver-spilling dus dat wilden we tegen kun-nen gaan”, zegt Boreel.

AFZIENDe wedstrijd was geen pretje voor de bewoners. Gelukkig wonnen ze met de eerste maandprijs dekens en mokken. “Telkens wanneer we gas-ten of vrienden over de vloer kregen, moesten we ze een dekentje aanbie-den. Met een gang van 81 meter lang kun je wel nagaan hoe koud het hier wordt”, zegt Joia Tieleman. Zelfs in bed kregen de meiden het niet warm. “Ik lag op een gegeven moment met drie lagen kleding in bed en had het nog koud, het was afzien.” Uiteindelijk moest er dus veel gelaten worden om de wedstrijd te winnen. “We gebruikten de kraan de laatste maand amper, gebruikten geen bor-den en bestek, want dan moest de kraan open om af te wassen. Afwas-sen deden we, als het dan echt moest, net als op de camping in een teiltje”, zegt Geraldine van der Storm. “Aan de ene kant hebben we veel met elkaar gelachen, aan de andere kant zaten we allemaal zo veel mogelijk op onze kamer.” Veel meiden brachten ook aanzienlijk meer tijd buiten de deur door. Dat was weer niet goed voor de band tussen de bewoners, die altijd erg hecht is geweest.

LUDIEKE REPERCUSSIES Het laatste huis dat ik bezoek aan de Voorstraat, is een typisch mannen-huis. Ze deden de eerste keer dat de wedstrijd in Delft gehouden werd mee en werden op een haar na twee-de. Sindsdien geldt in het huis de re-gel dat voor december de verwarmin-gen niet aan mogen. “Voor die tijd zitten we hier soms in onze jas”, zegt Bruun de Jong. “Een huisgenoot had zijn licht aan laten staan toen hij weg was. We hebben toen al zijn lampen eruit gedraaid en er bananen voor in de plaats gestopt. Daarnaast hadden we zijn raam opengezet en koelele-menten in zijn bed gelegd, want ook de verwarming stond nog aan”, zegt hij lachend.Duwo hielp ze wel te besparen. “Met speciale hulpstukken verbruiken de kranen minder, deze waren er echt heel snel tussenuit aangezien er nog amper water uit de kranen kwam.” Net als bij de andere huizen werd ook hier een maandprijs gewonnen. “We kregen een gourmetset, ik geloof dat we hem één keer hebben gebruikt”, zegt Jonas Hamann. Het bijbehorende certificaat is onvindbaar en prijkt niet net als bij de andere huizen aan de muur. “We hebben wel wat bespaard geloof ik, maar niet zoveel dat we nu meteen een gat in de lucht springen. Het competitieve aspect van de wed-strijd dat is waar we het vooral om de-den.” (TM)

Duwo Student Energy Race 2016-2017, elf studentenhuizen uit vier studen-tensteden strijden om wie het meeste energie kan besparen. Volg de race op facebook.com/DUWOStudentEnergy-Race

De bewoonsters zitten er nu warm bij, dat was een jaar geleden heel anders. (Foto's: Thom Mandos)

Tot december is het jassen aan, verwarming uit in dit mannenhuis aan de Voorstraat.

(Fot

o's:

Roo

s va

n To

nger

en)

Cum

laud

e

Delta TU Delft 9Tekst: Connie van Uffelen

De ene cum laude is de andere niet. Dat concludeert Delta na een onderzoek naar percentages cum laude en criteria daarvoor bij de acht

faculteiten. Het college van bestuur gaat naar aanleiding hiervan in gesprek met examencommissies.

50 keer cum laude!’ luidde eind oktober de kop in een nieuwsbrief van de faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek &

Technische Materiaalwetenschappen (3mE). Bij de najaarsuitreiking van de bachelor- diploma’s ontvingen 50 van de 271 studenten een cum laude. Omgerekend is dat ruim 18 procent, bijna 1 op 5. Hoe bijzonder is een predicaat dat bedoeld is voor studenten met uit-zonderlijk goede studieprestaties? Hoeveel in-druk wekt deze cum laude bij vervolgopleidin-gen of werkgevers?Delta onderzocht de percentages bij alle facul-teiten in voorgaande jaren en de criteria bij grote afwijkingen. De bevindingen zijn opmer-kelijk. Zo lag het percentage cum laudes bij 3mE in 2005 op nog geen 3 procent. Waar Industrieel Ontwerpen (IO) en Techniek, Bestuur en Management (TBM) op 3 procent bleven, liep dat percentage bij 3mE op tot 14 procent in 2015. In dit cijfer zijn de najaarsuitreiking en die in het voorjaar opgeteld. Die nuance komt naar voren uit cijfers die de TU in december op intra-net zette. (Zie grafieken).

VERSCHILLENDE EISENDe eisen voor het verkrijgen van een cum laude verschillen per faculteit. Zo moesten bachelor-studenten bij 3mE jarenlang minstens gemid-deld een 7,5 hebben voor hun vakken, waar an-dere faculteiten een 8 vroegen. 3mE gaat daar pas toe over vanaf 2015-2016. Daarnaast moes-ten studenten voor hun bachelor eindproject al-tijd minimaal een 8 hebben. Tot aan het huidi-ge collegejaar, waarin het gemiddelde van hun vakken inclusief het eindproject minstens een 8 moet bedragen.Waarom koos de examencommissie van 3mE jarenlang voor een gemiddelde van 7,5 en niet voor een 8? Directeur onderwijs Hans Hellendoorn verbaasde zich er ook over. “De vorige examencommissie stond er niet voor open”, zegt hij. De nieuwe examencommissie paste de normering in 2015-2016 aan naar een

8 ‘om meer aansluiting te vinden bij het cijfer-gemiddelde van andere examencommissies’, meldt secretaris Francisca Coladarci.De aantallen cum laudes werden namelijk te gortig, zegt Hellendoorn . Volgens hem heeft tweederde van de cum laude studenten een cij-fer tussen 7,5 en 8. Eenderde zit daarboven. Hij verwacht daarom dat de percentages snel afne-men zodra de eerste studenten afstuderen die onder de nieuwe eis van 2015-2016 vallen.Tegelijkertijd werd in datzelfde jaar de maxi-male studieduur voor een cum laude verhoogd van 3,5 jaar naar 4 jaar, terwijl bij de meeste andere faculteiten 3,5 jaar geldt. De examen-commissie vindt dat een excellente student tijd moet krijgen voor persoonlijke ontwikkeling. Daarom staat de commissie cum laude stu-denten toe om een jaar langer te doen over hun driejarige bachelor, aldus secretaris Coladarci. Andere faculteiten geven met hetzelfde argu-ment slechts een half jaar extra.

STUDIETERMIJN AANGEPASTBouwkunde is de enige andere opleiding waar studenten vier jaar over hun bacheloropleiding mogen doen. Na vragen daarover van Delta on-derzocht de examencommissie van deze fa-culteit wat de werkelijke studieduur was van cum laude studenten in collegejaar 2015-2016. Volgens secretaris Erik Ootes waren er elf stu-denten met een cum laude, 5,1 procent van de afgestudeerden. Tien daarvan hadden het pro-gramma nominaal doorlopen, de elfde had vijf maanden meer nodig.Ootes concludeert dat Bouwkunde dus geen extra cum laude studenten had door de toege-stane langere studieduur. Daarom gaat de exa-mencommissie het voorstel indienen om vol-gend studiejaar de termijn officieel naar 3,5 jaar aan te passen, zodat die aansluit bij de meeste andere faculteiten. “De vier jaar stond bij ons al langer in de re-geling en voor 2013-2014 haalde nog geen 2 procent een cum laude”, zegt Ootes. “De ver-nieuwing van de bachelor heeft er bij ons voor gezorgd dat studenten de studie gemiddeld

sneller weten af te ronden en dat iets meer stu-denten dat cum laude weten te doen.”Bij de faculteit Technische Natuurwetenschap-pen geldt als extra eis dat studenten geen cij-fers onder de 7 mogen hebben. Volgens Corrie Zeeuw, secretaris van de examencommissie, is het streven aan de TU dat het aantal cum lau-des tussen de 5 en 10 procent mag liggen en pro-beert de commissie de regelgeving daar op af te stemmen. "Een paar jaar terug hadden we in één van onze opleidingen 20 procent cum lau-de en toen werd er gezegd: hoe kan dat? Maar ze waren echt allemaal goed.”Zeeuw vindt daarom dat 18 procent aan cum laudes bij 3mE ‘echt’ kan vóórkomen. “Het kan best zijn dat er in één jaar veel goede mensen zitten. Bij buitenlandse studenten heb je een voorselectie en dat zou een reden kunnen zijn. Je moet dan niet meteen de regels veranderen. We stemmen de regels achteraf af.”

REGELS AFSTEMMENDe regels afstemmen op de percentages, is dat niet een beetje vreemd? Moeten studenten zich niet aanpassen aan de eisen in plaats van an-dersom? Collegelid Anka Mulder: “We hadden een regeling kunnen maken waarbij de 10 pro-cent studenten met de hoogste cijfers een di-ploma cum laude krijgen, maar daar hebben we niet voor gekozen. We hebben voor inhoude-lijke redenen gekozen. Als studenten daaraan voldoen, moeten zij gewoon hun diploma cum laude kunnen krijgen.”Dat verklaart volgens Mulder voor een deel de fluctuaties. “De informatie over werktuigbouw-kunde is een beetje vertekend”, zegt ze, doelend op de 18 procent. “Er vindt twee keer per jaar een diploma-uitreiking plaats, in het voorjaar en in het najaar. Tijdens de uitreiking in het na-jaar zijn er veel meer cum laudes omdat dan de nominaal studerende studenten hun diploma krijgen.” Desondanks noemt Mulder het ‘ver-standig’ om - zoals Zeeuw doet - naar de regels te kijken als het percentage cum laudes hoog wordt. Lees verder op pagina 11

0

5

10

15

20

25

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Grafiektitel

Bachelor Master

3mE Bouwkunde

CiTG

IO

TBM TNW

LR

EWI

18

16

14

12

10

8

6

4

2

0

20

18

16

14

12

10

8

6

4

2

0

25

20

15

10

5

0

25

20

15

10

5

0

18

16

14

12

10

8

6

4

2

0

18

16

14

12

10

8

6

4

2

0

16

14

12

10

8

6

4

2

0

12

10

8

6

4

2

0

Bachelor Master

Bachelor Master

Bachelor Master

Bachelor Master

Bachelor Master

Bachelor Master

Bachelor Master

Bachelor Master

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Grafiektitel

bachelor master

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Grafiektitel

Bachelor Master

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Grafiektitel

Bachelor Master

0

2

4

6

8

10

12

14

16

18

20

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Grafiektitel

Bachelor Master

0

2

4

6

8

10

12

14

16

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Grafiektitel

Bachelor Master0

5

10

15

20

25

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Grafiektitel

Bachelor Master

0

2

4

6

8

10

12

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Grafiektitel

Bachelor Master

Delta TU Delft 11

De faculteit Industrieel Ontwerpen (IO) evalu-eert om de zoveel jaar en stelt de eisen indien noodzakelijk bij ‘om weer in de buurt van het streefcijfer 5 procent uit te komen’, legt hoofd onderwijs en studentenzaken Ellen Bos uit. “Met altijd een overgangsregeling, want voor sommige studenten is cum laude behalen een doel. De nieuwe regeling gaat in per nieuw cohort. Studenten anticiperen op een regel: na een dip zien we het aantal cum laudes vaak weer toenemen.”

GEEN FRAUDEWaar een faculteit als Civiele Techniek en Geowetenschappen (CiTG) expliciet eist dat er voor een cum laude geen sprake mag zijn van fraude, kent IO die eis nu niet. “Wellicht heeft dit te maken met het feit dat het aantal fraude-gevallen bij onze faculteit niet groot is”, zegt Bos. “Fraude betekent dat een vak niet kan wor-den afgerond en dat er dus sprake is van vertra-ging. De kans op cum laude wordt daarmee al kleiner. Ik sluit echter niet uit dat invoeren van een dergelijke regel binnenkort op de agenda van de examencommissie zal staan.”Een eis waarin faculteiten ook van elkaar ver-schillen, is die van het cijfer voor het bachelor eindproject. Bij TBM en CiTG moeten studen-ten hiervoor minimaal een 8,5 hebben, waar andere faculteiten een 8 hanteren of het eind-project meetellen bij het gewogen gemiddel-de van alle vakken. De examencommissie van TBM hanteert een 8,5 vanwege het grote aan-deel van het eindproject (15 studiepunten) in

het hele examenprogramma, zegt secretaris Robbert Krui-

niger. Door alle verschillen

tussen faculteiten valt te concluderen dat de ene cum laude de an-

dere niet is. “Dat klopt”, zegt Hans Hellendoorn van 3mE. “Daar moeten we wat aan doen.” Wel zegt hij over de toegestane vier-jarige studieduur dat veel stu-denten een project doen in de Dream Hall. “En een bovenge-middeld aantal studenten doet bestuurswerk. Dat speelt bij ons nu mee in de discussie.”

Zou het niet goed zijn als alle faculteiten de-zelfde criteria hanteren? Hellendoorn vindt dat ingewikkeld. “Je kunt faculteiten slecht verge-lijken. Bij Bouwkunde bijvoorbeeld heb je veel meer projecten waarvoor het moeilijk is om een tien te halen. Wij kregen klachten van studen-ten die fantastische cijfers hadden en die voor het bachelor eindproject een acht moesten ha-len in groepjes van vier studenten. Soms kwa-men studenten in een verkeerd groepje en kre-gen ze een 7,5. Daarom tellen wij het bachelor eindproject nu als een normaal vak. Bij natuur-kunde is het meer individueel.”

IN GESPREKCollegelid Anka Mulder noemt de verschillen tussen faculteiten ‘groot’ en gaat naar aanlei-ding van het onderzoek van Delta met de directeuren onderwijs in gesprek. Conrector Peter Wieringa spreekt tweemaal per jaar met de examencommissies. “Verschillen tussen op-leidingen moeten er kunnen zijn, maar ze mo-gen niet te groot zijn” , vindt Mulder. Onderwijsdirecteuren en examencommissies hebben echter hun eigen bevoegdheden. Elke opleiding aan de TU heeft een examencommis-sie die onafhankelijk en zelfstandig de regels en richtlijnen van de Examencommissie (RRvE) vaststelt, waarvan cum laude regelingen onder-

deel uitmaken. Juist vanwege die zelfstandige rol is het collegelid voorzichtig geweest om exa-mencommissies centraal bijeen te roepen. “Ik vind het van belang dat zij een zelfstandige po-sitie hebben, maar het is ook belangrijk om met hen in overleg te gaan. Het is voor examencom-missies prettig om te weten hoe het eraan toe-gaat bij andere faculteiten.”Zou Anka Mulder tot slot voor alle faculteiten een gewogen gemiddelde willen hanteren van bijvoorbeeld een 8 en eventueel een 8 voor het bachelor eindproject? “Ik weet het niet. Ik vind het charmant om niet te grote afwijkingen te hebben. Je moet ook naar de belangen van stu-denten kijken. Als je de regels in één klap har-moniseert, kan het zijn dat je studen-ten er geen dienst mee bewijst. Als bij een bepaalde opleiding zou blijken dat bijvoorbeeld nul procent van de studen-ten in aanmerking komt voor een cum laude, zou ik dat ingewikkeld vin-den.” <<

De eisen voor het verkrijgen van

een cum laude verschillen per faculteit

TU (percentages)

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

16

14

12

10

8

6

4

2

0

Bachelor Master

0

2

4

6

8

10

12

14

16

2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Grafiektitel

bachelor master

Landskampioen worden met zijn rugbyclub en een WK-kwalificatie binnenhalen met het grote Oranje zijn twee grote wensen van Marijn Huis. Bovenal wil hij graag professioneel rugbyer worden. Hij onderbreekt zijn TU-studie om vanaf 8 januari in Nieuw-Zeeland een deels betaalde opleiding te volgen.

‘LEKKER BEUKEN,RONDRENNEN IN

DE MODDER’

Tekst: Jimmy TiggesFoto's: Marcel Krijger

Rugby is een kleine sport in Nederland, toch ben je er al vroeg mee in aanraking gekomen. Hoe ging dat? “Ik was zes jaar. Op de basisschool in Hoek van Holland kregen we een boekje waarin verschillende sporten wer-den gepresenteerd die je kon uitproberen. De eerste vier keer sporten was gratis. Voetbal vond ik niks, dus ben ik gaan rugbyen. Het was ook een beetje de keuze van mijn moeder. Ik was nogal een wild kind. Ik had veel energie, stuiterde door het huis, daar werd ze een beetje gek van.”

Je had geen ouders die zelf rugby speelden?“Nee, ik vond het gewoon leuk. Mijn vader is pas later gaan rugbyen, op zijn 37ste, via mij en mijn broertje. Hij speelt nog steeds. Mijn ouders waren wel heel belangrijk voor me. Toen ik nog geen rijbewijs of ov-kaart had, reden ze mij overal naartoe.”

Was rugby de enige sport die je beoefende?“Ik heb een tijdje getennist, ook vanaf mijn zesde. Compe-titiewedstrijden vond ik niet zo leuk, omdat ik vaak verloor. Een beetje voor de lol met vrienden tennissen ging wel, daarom ben ik er nog tot mijn twaalfde mee doorgegaan. Ik heb ook een jaar of drie gejudood, maar daar was ik niet zo goed in. En gezwommen, mijn A-, B- en C-diploma en zwemvaardigheid I gehaald. Rugby vond ik verreweg het leukst. Lekker beuken, tackelen, rondrennen in de modder, vies worden. Dat vind ik nog steeds gewel-dig, al is het technische aspect belangrijker geworden.”

Wanneer bleek dat je echt talent had?“Bij mijn eerste wedstrijd bij de junioren, in Den Haag. Er kwam iemand naar mij en een ander jongetje uit mijn team toe. Hij vroeg of we het leuk vonden om te gaan trainen op het RTC, het regionaal talentencentrum. Dat waren vijf trainingen per jaar, ik was toen vijftien. Aan het eind van het seizoen, in april, kreeg ik een brief thuisge-stuurd dat ik geselecteerd was voor het Nederlands team onder zestien jaar. We hadden een trainingskamp van een week, speelden tegen België en Roemenië. Het ging heel goed en het was ook erg gezellig. In Jong Oranje onder achttien werd ik captain. Met die ploeg werden we zevende van de een-na-hoogste poule op het EK in Tou-louse. In die tijd was ik twee keer per week aan het fitnes-sen en twee keer per week aan het trainen met mijn club, The Hookers. In het weekend speelde ik een of twee wed-strijden, op zaterdag trainden we vaak met Jong Oranje.”

Hoe veranderde je toch al drukke leven toen je in Delft ging studeren? “Ik ben tegelijk met die studie begonnen aan een topsport-opleiding in Amsterdam. Van maandag tot en met vrijdag

was ik op de universiteit. Op maandag, woensdag en vrij-dag moest ik om drie uur weg uit Delft om om vijf uur in Amsterdam te trainen. Op donderdagavond trainde ik in Hoek van Holland. Daarnaast had ik een bijbaantje, offici-eel als technisch adviseur bij Safe Beveiliging. In de prak-tijk was ik een beetje het knechtje en werkte ik in de ver-koop en in de winkel. Zo'n zes tot acht uur per week.”

Heb je nog tijd voor een sociaal leven?“Zeker, daar maak ik tijd voor. Ik ben geen zombie. Bij rugby en in Delft heb ik genoeg contacten met vrienden.”

Op welke positie speel je?“Ik sta in de tweede rij. Dat zijn de lange gasten, die ook in de line-out meespringen. Het zijn in het algemeen goede ‘baldragers’. Ze maken deel uit van de voorwaartsen die ruimte maken voor de wingers (vleugelspelers –red.) om een try te kunnen scoren. Ik sta ook regelmatig op num-mer 8, dat is een soort spelverdeler.”

In een filmpje op internet omschreef een medespeler jou als ‘sociaal en fanatiek’. Is dat een goede typering? “Fanatiek ben ik zeker, sociaal probeer ik te zijn. Binnen de lijnen komt dat niet altijd naar boven. In het gewone leven ben ik wel een sociaal persoon.”

Je speelt al je ‘hele leven’ bij The Hookers. Wat betekent die club voor jou?“Dat is echt mijn club, al mijn vrienden lopen er rond. Met de colts (jeugd onder negentien jaar –red.) zijn we vorig jaar tweede geworden. In de verloren finale heb ik mijn enkel gebroken, dat was een bitter einde van een mooi seizoen. Ik zou nog wel eens een keer met heren 1 lands-kampioen willen worden. Als het mij lukt om voor een buitenlandse club te gaan spelen, kom ik daarvoor later misschien terug naar Hoek van Holland.”

Is een landstitel wel reëel voor The Hookers? Jullie horen niet tot de erkende topteams.“Clubs als Hilversum en het Gooi steken boven de rest uit, ze hebben sterke selecties. Op papier hebben wij een goed team, maar we hebben nu erg veel blessures. We hebben ook moeite om het goede naar boven te krijgen, vooral op mentaal vlak.”

En nu ga je dus naar Nieuw-Zeeland. Hoe kwam je daar terecht? “Op Facebook volgde ik een recrutement agency. Ik zag een leuke advertentie van de Running Inside Academy in Nieuw-Zeeland. Ze zochten een tweederijer, iemand van achttien jaar. Ik baalde, omdat ik negentien was, maar heb een vriend getipt. Ik denk dat ze via hem mijn profiel heb-ben opgezocht op internet, want ik kreeg een persoonlijke mail met de vraag of ik wat kon vertellen over mijn rugby-leven. Ik heb ze een filmpje en mijn CV opgestuurd. Een paar dagen later ontving ik een mail, ze hadden overlegd en boden mij een halve scholarship aan. Als ik achttien was geweest had ik een volledig scholarship aangeboden gekregen. Normaal kost het een vermogen aan levens- onderhoud, de club, huisvesting et cetera.”

‘Dit is een kans die niet iedereen zomaar krijgt, Nieuw-Zeeland is hét rugbyland’ Lees verder op pagina 14

13Delta TU Delft

Wat staat je daar te wachten? “Ik ga elke dag trainen op de academie. ’s Ochtends fitnessen, ’s mid-dags conditie- en skills-training: passen, springen, tackelen. En ik ga bij een club spelen waar ze een tweederijer nodig hebben. Met die club train ik twee avonden per week. We spelen in een lokale competitie waarvan het niveau hoger moet liggen dan het hoogste niveau in Nederland. Ik zie dat als een investering, je wordt er een betere rugbyer van. Ik wil graag professioneel rugbyer worden. Dit is een kans die niet iedereen zomaar krijgt, Nieuw-Zeeland is hét rugbyland. Ik woon daar in een huis met al die andere jongens, in een twee- of vierpersoons-kamer. Het ligt in de Bay of Plenty, op het Noordereiland, bij Mount Maunganui. Mijn contract gaat in op 8 januari en loopt tot eind mei, met de optie tot contractverlenging en de mogelijkheid dat ik in het buitenland ga spelen. Misschien in Engeland.”

Enig idee of het gaat lukken?“Ik durf mij daar niet over uit te spreken, maar deze opleiding verhoogt mijn kansen wel.”

Wat betekent dit voor je plaats in de nationale selectie?“Voor het grote Oranje zijn er op dit moment betere en meer erva-ren spelers dan ik. Daar ben ik nog niet aan toe. Ik ga wel het EK onder twintig met Jong Oranje missen, eind maart in Polen.”

Wat zijn de gevolgen voor je studie?“Ik ben technische bestuurskunde gaan doen omdat ik op school goed was in bètavakken en interesse heb in economie en ondernemerschap. Vorig jaar heb ik mijn propedeuse gehaald. Als tweedejaars loop ik nog steeds nominaal. Voor nu is het even klaar. Een fulltime programma op die academie betekent ook echt een fulltime programma. Als het

Marijn Huis werd op 16 augustus 1997 geboren in Delft, woont

in Rotterdam en groeide op in Hoek van Holland. Daar

doorliep hij vanaf zijn zesde de jeugdafdeling van de plaatselijke

rugbyvereniging RC The Hookers. De hem toegedichte

leiderskwaliteiten resulteerden in het aanvoerderschap van Oranje

onder achttien jaar, nu speelt hij voor Oranje onder twintig.

In juni 2015 was hij een van de drie genomineerden voor de titel

‘jeugdspeler van het jaar’. Tegelijk met de aanvang

van zijn studie technische bestuurskunde in Delft, in augustus 2015, begon hij aan een topsportopleiding op het Nationaal Trainings Centrum (NTC) in Amsterdam. Vorig jaar mocht hij een paar keer opdraven in het eerste team van The Hookers, bij aanvang van het lopend seizoen werd hij daarin een vaste waarde. Uit Nieuw-Zeeland, rugbyland bij uitstek, kreeg hij een halve scholarship aangeboden voor het volgen van een opleiding aan een rugbyacademie.

CV

‘Voetbal vond ik niks, dus ben ik gaan rugbyen’

eind mei voor mij ophoudt daar, kom ik terug naar Delft. Maar als ik bijvoorbeeld een kans krijg om in Engeland te gaan rug-byen, dan kies ik daarvoor. Het bevalt mij overigens goed op de TU, ook wat gezelligheid betreft. Het is hartstikke fijn dat ik op de TU kan sporten, zoals fitnessen als ik verder vrij ben. Dank-zij mijn topsportstatus kan ik makkelijker uitstel vragen, al pro-beer ik alles wel nominaal te doen.”

Je hebt tweetalig vwo-onderwijs gehad in Rotterdam. Was dat al met het oog op een internationale carrière?“Ik zat daar al toen ik nog niet zo heel serieus rugbyde. Maar toen ontstonden wel de plannen om mij op het buitenland te richten.”

Wil je je niet liever richten op sevens-rugby, omdat dat nu een Olympische sport is? “Dat is niet voor mij weggelegd, daar ben ik niet snel en explosief genoeg voor. Als ik ooit een blessure krijg, ga ik misschien wel roeien of schaatsen.” <<

14

de MasterRuben Zoutewelle

Mensen, wat een kou. Lag je maar op het dek van een luxe jacht; dobberend onder de tropische zon. Ingenieur Ruben Zoutewelle kwam voor zijn afstuderen bij 3mE afgelopen

maanden dichterbij dan de meesten.

Wie droomt er niet van, wanneer hij weer eens op zijn fiets door de regen ploetert. Een luxe superjacht, van alle

gemakken voorzien en niets anders dan je druk om te maken dan wie je volgende glas wijn inschenkt.

Hoe geweldig zou het zijn om, met eenmaal je ingenieursdiploma op zak, ten minste eigenhandig aan die

jachten te ontwerpen, bouwen, of rekenen?Dat laatste is nog niet zo simpel. Superjachten bestaan voor

een groot deel uit maatwerk, dat gedurende het bouwproces - drie tot vier jaar – regelmatig wordt aangepast. Bereken

daar maar eens de prijs van. Ruben Zoutewelle (26) ontwierp een tool die aan het begin van de ontwerpfase een snelle én

nauwkeurige kostenberekening kan maken.Werven zitten erom te springen, denkt hij, want het meest on-sexy deel van hun werk, het berekenen van de kosten voor de bouw van een luxe jacht, neemt als snel zo’n twee

tot drie weken in beslag. En dan nog komt het voor een groot deel aan op een schatting. Zoutewelle: “Tegen de tijd dat je als werf met een aangepaste offerte kunt komen vanwege meerwerk, soms pas maanden later, is de klant misschien

al weg.” Iets wat overigens steeds makkelijker wordt in een groeiende superjachtenmarkt, waarin Nederland nog steeds marktleider is. Logisch, vindt de ingenieur: “Tot het

koopcontract betaalt die klant vaak al een paar ton aan. Dan verwacht je wel een beetje service.”

Niet iets om als werf op in te leveren dus, als je moet rondkomen van misschien maar één jacht per jaar.

Zoutewelles instrument maakt een kostenopgave op basis van de belangrijkste pijlers aan het begin van het

ontwerpproject: benodigde motorvermogen, lengte, breedte en snelheid van het schip. “Daarna delen we de verschillende ontwerponderdelen op in zestien groepen, waarin de stalen romp, de motorkamer en het interieur het meest bepalend zijn. Die variabelen berekent mijn tool door, gedurende het

bouwproces.” Resultaat: een wéken snellere, gespecificeerde kostenopgave, waarmee een werf zich concurrerend kan opstellen. “Zie het als de keukenboer”, zegt Zoutewelle.

“Daar teken je bij een luxe keuken vaak ook de grove offerte. Gedurende het ontwerp pas je het oventype aan,

of je aanrechtblad.”Heel makkelijk was het niet om de tool te bouwen. “Werven

geven hun kosten niet graag prijs. Uiteindelijk kreeg ik mijn gegevens van een onderaannemer.” Niet dat dat

hem afschrikt: Zoutewelle voorziet in die immer groeiende jachtenmarkt een prima toekomst voor zichzelf. (JB)

ONDERWERP:

‘A superyacht cost estimation tool - Connecting yacht design & yacht building cost’

EINDCIJFER:

8 Foto

: Sam

Ren

tmee

ster

‘De vraag naar superjachten stijgt’

Speurtocht langs het verledenDe TU bestaat 175 jaar. De sporen van haar geschiedenis vind je overal in de binnenstad.

Bronnen: • nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_

rijksmonumenten_in_Delft• nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_

gebouwen_van_de_Technische_Universiteit_Delft

• architectuurgidsdelft.nl• achterdegevelsvandelft.nl• delft.nl/monumentenzoek.jsp• wikidelft.nl• 150jaarwerktuigbouwkunde.nl• tudelft.nl

OOSTPLANTSOEN 25Dit pand werd begin jaren twin-

tig gebouwd voor de toenma-lige afdeling weg- en water-bouwkunde. Op de trappen van dit gebouw kwamen op 23 november 1940 honder-den studenten bijeen om te

protesteren tegen de schorsing van Joodse docenten door de

nazi’s. Na een toespraak van student Frans van Hasselt gingen ze spontaan staken. Toen in 1975 Civiele Techniek een nieuw gebouw op de campus kreeg, deed het een tijd dienst als uitbreiding van de TH-bibliotheek.

Op 8 januari 1842 richt Koning Willem II aan de Oude Delft 95 de voorganger van de technische universiteit op: de ‘Koninklijke Akademie ter opleiding van burgerlijke ingenieurs zoo voor ‘s lands dienst als voor de nijverheid en van kweekelingen voor den handel’. Nog geen 22 jaar later wordt dat de Polytechnische Hogeschool, die de opleidingen weg- en waterbouw, scheepsbouw, werktuigbouw en mijnbouw aanbiedt. Pas in 1905 krijgen die een academisch niveau als koningin Wilhelmina op 10 juli de Technische Hogeschool officieel opent. Als halverwege de jaren tachtig de benaming ‘hogeschool’ wettelijk alleen nog maar geldt voor hoger beroepsonderwijs, ontstaat op 1 september 1985 de Technische Universiteit.

Oostplantsoen

Sch

uttersveld

Oude Delft

17Tekst: Connie van UffelenPlattegrond: Karl Baedeker, Paul Ollendorff Foto's: Sam Rentmeester

SCHUTTERSVELD 2, BIBLIOTHEEK De bibliotheek van de TU was

van 1915 tot 1997 gevestigd in dit neorenaissance ge-bouw op een voormalig exercitieterrein. Toen de huidige bibliotheek in 1997

werd opgeleverd, verhuisde de laatste functie van de uni-

versiteit uit de binnenstad naar de huidige campus.

OUDE DELFT 39De Verenigde Oost-Indische

Compagnie kocht tussen 1620 en 1631 verschillende panden aan de Oude Delft en voegde die samen tot Oude Delft 39. Zo ontstond haar Delftse Kamer voor

specerijen- en porseleinhan-del. Rond 1930 trok de afde-

ling Bouwkunde erin. Nu wonen er studenten en zit er een ingenieursbureau.

OUDE DELFT 81Toen een promovendus van

Martinus Willem Beije-rinck, Gerrit van Iterson, in 1907 hoogleraar werd van het nieuwe en zeer populaire vak microsco-pische anatomie, werd de

Nieuwelaan 1 te klein voor beiden. Van Iterson kreeg

daarom vanaf 1908 een eigen ruimte aan de Oude Delft 81, het Oude Kan-tongerecht. De tuin werd geschikt gemaakt voor het kweken van planten nodig voor onderwijs en onderzoek. Zo ontstond hier de studie die hij later technische botanie zou noemen. Het is al 93 jaar een studen-tenhuis.

OUDE DELFT 95Ooit stond hier brouwerij De

Cimbel, totdat toenmalig burgemeester Willem Hooft haar driehonderd jaar geleden kocht, sloopte en er zijn droom-huis in Lodewijk XIV-stijl

liet bouwen. Het pand werd vanaf 1799 gebruikt als

‘provinciekantoor’ van de Ba-taafse Republiek en later als weeshuis en militaire academie. In 1842 richtte Koning Willem II er de Koninklijke Academie op voor opleiding van burgerlijke ingenieurs. Het diende 110 jaar als hoofdgebouw.

OUDE DELFT 87-91Om de Koninklijke Academie

aan de Oude Delft 95 te kunnen uitbreiden, kocht de gemeente vanaf 1842 de rij aaneengeschakelde buurpanden aan Oude Delft 87-91. In het lange,

witte pand met 22 ramen op rij kwamen vanaf 1864 de

afdeling handtekenen en orna-mentleer van de faculteiten Bouwkun-

de en Civiele Techniek van de Polytechnische School. In 1945 werd het studentenhuis De Engelenbak, nu 87-89. Nummer 91 bestaat uit appartementen.

OUDE DELFT 71 Het gebouw met de vijf

vensters werd rond 1800 gebouwd en bood vanaf 1898 plaats aan het Laboratorium voor Mi-crochemie. Nu is het een rijksmonument en zijn er

appartementen.

WESTVEST 7 EN 9Dit neoclassicistische ge-

bouw werd rond 1865 gebouwd als uitbreiding van het vroegere hoofd-gebouw aan de Oude Delft 95. Het huisvestte scheikunde en werktuig-

bouwkunde. Tien jaar later werd een kopie op nummer

7 (nu nummer 5) gebouwd. Hier werden natuurkundelaboratoria en een grote collegezaal ingericht.

NIEUWELAAN 1In het voormalig Labo-

ratorium voor Micro-biologie (1897-1957) werkten onder anderen Martinus Willem

Beijerinck en Albert Jan Kluyver, de grond-

leggers van de Delft School of Microbiology. Het

pand is gebouwd in neo-renaissancestijl en er zat onder meer een bibliotheek, een zaal voor microscopie, een chemisch lab, werk- en teken-kamers, een professorenwoning en woningen voor de conciërge en de amanuensis.

NIEUWELAAN 76Het gebouw werd tussen

1905 en 1911 gebouwd voor de afdelingen werktuig- en scheepsbouwkunde. Het had een laboratorium met drie hallen voor proeven aan stoom-, gas-, en petro-

leumwerktuigen. Naast het ketelhuis (waarin de stoom

werd geproduceerd) lag een ko-lenhuis dat was verbonden aan de schoorsteen die nu nog is te zien aan de Ezelsveldlaan 61. In 1921 kwam er een hulpgebouw voor aero- en hy-drodynamica. In 1955 verhuisden de afdelingen naar de Mekelweg.

Nieu

welaan

Oude Delft

Westvest

Oude Delft

TEAMGEEST

Foto

: Sam

Ren

tmee

ster

18

SPORTZAKENGebroken ketting en lekke banden

Crossen in de regen achter de Ikea, wat zijn de beste Delftse studentensportverenigingen, welke faculteit levert de meeste topsporters, wie ligt er op kampioenskoers en voor welke clubs dreigt degradatie?

December is lijstjestijd. Kristel van blog.studeersnel.nl zette ‘de beste studentensportverenigingen’ van het land op een rijtje, gerangschikt naar stad. In Delft zijn dat Laga (roeien), Proteus (idem), Obvius (tennis), Punch (volleybal) en DSHC (hockey). ‘Sport wordt bij deze verenigingen gecombineerd met gezelligheid en leuke activiteiten. Je leert veel nieuwe mensen kennen en maakt er vaak vrienden voor het leven’, lichtte zij de criteria toe. Zal ongetwijfeld kloppen, maar geldt dat niet voor alle studentensportverenigingen? Op een ander lijstje prijken 48 namen van studenten die aan de TU officieel staan geregistreerd als topspor-ter. Een status die ondersteuning vanuit de universiteit waarborgt op zowel financieel- als studievlak. IO scoort met acht topsporters het hoogst, gevolgd door civiele techniek, werktuigbouwkunde (beide 7) en L&R (6). Allemaal goed en wel, maar de belangrijkste lijstjes in de sport blijven toch de competitieranglijstjes. De stand van zaken bij ingang van de winterstop zou een graadmeter kunnen zijn voor het aantal zorgeloos te verorberen oliebollen tijdens de feestdagen en/of het organiseren van een paar extra trainingen. Dat laatste zou kunnen gelden voor de hockeyers van DSHC 1 dat voorlaatste staat en door degradatiegevaar wordt bedreigd. Net als de hockeydames van Scoop. En de eens zo roemruchte damesrugbyploeg van SRC THOR is in de degradatiepoule van de eerste klasse terecht-gekomen. Daarin begon de veelvoudige landskam-pioen vlak voor de winterstop met een nederlaag van 37-0 bij de Lady Wasps in Nijmegen. Linke soep. De mannen van DSR-C konden daarentegen buitenge-woon welgemutst de winterstop ingaan. Voor de glorieuze koploper lonkt terugkeer naar het hoogste landelijke rugbyniveau. Er waren in december ook nog enkele bijzondere eve-nementen. Op het NSK zaalkorfbal in Utrecht begon-nen de korfballers en -sters van de twee teams van Paal Centraal goedgeluimd aan de derde helft, na het veroveren van zowel de tweede als derde plek. Delftse vrolijkheid heerste ook in de Jaap Edenhal in Amsterdam, waar de schaatsafvaardiging van ELS op een Interuniversitair Toernooi (IUT) zes medailles in ontvangst nam. Wielervereniging WTOS organiseerde een regiocross in het kader van de Zuid-Hollandse veldritcompetitie. De omstandigheden op het grillige parkoers achter de Ikea waren ideaal. Aanhoudende miezerregen, bemodderde gezichten, lekke banden en een gebro-ken ketting bepaalden hier de sfeer. Crossen zoals cros-sen bedoeld is. Pim van der Marel won met overmacht in de 50 man sterke A-groep. In de met slechts 9 deel-nemers bezette vrouwenwedstrijd was Juul Hubert de beste. (JT)

Tips? [email protected]

TEAMKARAKTERISTIEK“Wij doen het voor de lol, lekker klooien met vrienden op het ijs. Sommige nieuwe leden heb-ben veldhockey gespeeld, maar nog nooit op ijs-hockeyschaatsen gestaan. Die moeten eerst leren schaatsen. Je krijgt pas een ijs- hockeypak als je laat zien dat je er echt voor wilt gaan. Er is geen hoge prestatiedruk. Brak zijn voor een wedstrijd is geen probleem, maar als we een-maal spelen komt er een mind focus en gaan we ervoor. Het gaat trouwens best goed.”

MINPUNTJES“De uitwedstrijd tegen Groningen begint meest-al zondagavond om 9 uur. Dan ben je pas om 2, 3 uur ‘s nachts thuis. En om de een of andere reden verliezen we er altijd.”

YELL‘If you can’t beat them, burn the mother- fuckers’.

BIJZONDER TEAMLID“Onze Zweedse keeper Kiko Guimaraes is by far onze beste en meest ervaren ijshockeyer. Hij ver-telt ons wat wij beter moeten doen. Hij vindt het studentenleven hier prachtig, begrijpt niet hoe wij dat volhouden. We slepen hem altijd mee naar borrels, dan is hij de hele volgende dag brak.”

LEUKE SPORT WANT…“Het is intens. IJshockeyen is fysiek zwaar, na een uur trainen ben je helemaal kapot.” (JT)

TEAM: Phoenix Firebirds, ondervereniging van DSC SPORT: ijshockey TRAINING: eenmaal per week WOORDVOERDERS: Niels Oggel, Nicolaas Brouwer NIVEAU: landelijke studentendivisie THUISHAVEN: Uithof, Den Haag

19Delta TU Delft

De eerste brakke dag van het jaar

Festival in snowboots

Kerst en Oudjaar overleefd: dan kan het feest nu echt beginnen. Het Winterdorp aan de Schoemaker Plantage – pal naast de campus, ja – sluit af met een groot festival in wintersfeer.

Maurice van Bussel (23) is vierdejaars student Industrieel Ontwerpen en werkt bij sterrenrestaurant Niven in Rijswijk.

Eigenlijk is het vreemd. Op 31 december heeft iedereen goede voornemens voor het nieuwe jaar. Minder drinken, meer studeren, stoppen met roken en gezond eten. Toch voelen bijna alle studenten zich op 1 januari brak. Te veel gedronken en te weinig geslapen. Om nieuwjaarsdag te overleven en zo snel

mogelijk te beginnen met je goede voornemens, een paar tips voor een gezond ontbijt.

Granola met gember en koriander voor door de kwark

250 g havervlokken; 250 g noten en pitten (ik gebruikte cashewnoten, walnoten, amandelen,

hazelnoten en zonnebloempitten); 1 el gember-poeder; 1 el korianderpoeder; 100 g honing; 100 g

gembersiroop; 120 g kokosolie; 4 el espresso of 4 el sterke koffie; 1 tl zout.

Verwarm de oven voor op 160 gra-den Celsius. Meng de droge ingre-diënten, behalve het zout, in een

grote mengkom. Doe in een klein steelpan-netje koffie, honing, gembersiroop, zout en kokosolie. Warm het, op laag vuur, op zodat de kokosolie smelt en het geheel gemengd is. Zorg dat het niet gaat koken. Giet het vocht bij de droge ingrediënten in de meng-kom en meng goed. Spreidt de ongebakken granola uit op een bakplaat met bakpapier of een antiaanbaklaag. Doe de granola in de voorverwarmde oven. Meng om het kwartier de granola met een vork zodat al-les dezelfde kleur en garing krijgt. Haal na 50 minuten de granola uit de oven. Doe de granola niet meteen in een pot of zak maar laat het eerst volledig af-koelen, anders bestaat de kans dat de granola weer zacht wordt. Zodra het afgekoeld is, kun je er eventueel nog gedroogd fruit doorheen doen. Het is heerlijk met een beetje sinaasappelsap en sinaasappelpartjes gemengd door de kwark.

Begin 2017 met een gezond ontbijt, dat is nog eens een goed voornemen.

WAT: Winterdorp Festival

WAAR: Schoemaker Plantage, Delft

WANNEER: Zaterdag 14 januari,

16.00 - 23.00 uur PRIJS:

Maximaal € 28,50

PARTYPROGNOSE

9Nou ja, groot: de organisatie noemt het Winterdorp Festival liever gigantisch. Winters Delft, het ijsdorp dat sinds 16 december aan de Schoemaker Plantage ligt, vraagt om een knallend eindspektakel. Bijna anderhalve vierkante kilometer ijs, een ijsglijbaan… Stel je voor dat je je daar met een biertje op be-geeft. Op gehuurde schaatsen. Of barbecueënd op het ijs, dat als het nog niet op je bucket list stond, er dus nu meteen op moet. En dat je dan van podium naar podium hobbelt, en zodra je onderkoeld dreigt te raken, de sauna in kunt duiken (echt!). Een soort Lowlands in de sneeuw.Evenementenbureau De Burgemeesters, ook de naam achter het Oranjekoorts Festival, Feemuz en Delft Serveert, pakt de organisatie van het festival vernieuwend aan. De bezoekers bepalen namelijk zelf hoe groot het festival wordt: hoe meer verkoch-te entreekaarten, hoe meer podia De Burgemees-ters erbij bouwen, en hoe meer acts ze boeken. De bedoeling is een compleet winterdorp op te trekken rondom de schaatsbaan, met verschillende ‘wijken’.

Eind december was de duizendste kaart verkocht en ging bouwfase 3 in. Er zijn diverse podia, waaronder een après-ski-stage met dj, een podium van muziek-bar Steck met onder andere livebands Playground Zer0, Project Bongo en een silent disco. Op de main-stage staan Snollebollekes, D-Block & S-te-Fan en Girls Love DJs en de winnaar van de Winters Delft junior DJ contest. Ook komt er een Hollandse kroeg, compleet met hitjesbingo. Niet missen dus.Uiteindelijk kunnen maximaal 3500 bezoekers op het terrein terecht. De slimmeriken hebben hun kaartje al in december gekocht, omdat met de groei van het festival, ook de prijs van de kaartjes stijgt. Hoeveel het kaartje aan de deur kost, hangt dus af van het uiteindelijke aantal podia. Heeft verder weinig invloed op de festivalsfeer: op je snowboots dansen op Barry Badpak is per definitie een feestje. (JB)

winterdorpfestival.nl

20 Delta TU Delft

Ze rijden al rond in Silicon Valley; de zelfrijdende wagentjes van Google, Uber, Ford en Nissan. Een stuur zit er nog in, maar niemand hoeft er aan te zitten. Behalve in noodgevallen. Tesla-

directeur Elon Musk meent dat auto’s binnen vijf jaar volledig autonoom rijden, zelfs in hecti-sche steden. En Ford liet onlangs weten in 2022 auto’s te verkopen zonder stuur.Zo’n auto zal je Maarten Sierhuis niet snel zien kopen. Hij is expert kunstmatige intelligentie en chef van een laboratorium van Nissan voor zelfrijdende auto’s in Silicon Valley. Hij sprak harde woorden over de rollende robots tijdens het symposium ‘The Future of Driving’, geor-ganiseerd door studenten van de Electrotech-nische Vereeniging (faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica) afgelopen november in Delft .

“Iedereen die zegt dat je binnen enkele jaren niet meer achter het stuur hoeft te zitten, liegt. Wij maken een autonome auto die in 2020 in de stad kan rijden. Maar dat is een eyes-on auto.” (een wagen waarin een mens continu een oogje in het zeil houdt, red.) Denk maar niet dat volle-dig autonome auto’s binnen vijf à tien jaar in de stad rijden.”Steden, met al hun voetgangers, fietsers en ver-keerd geparkeerde auto’s, zijn een nachtmer-rie volgens de Nissanmedewerker. “Autonome auto’s zijn amper in staat om een voetganger te herkennen als deze vlakbij een boom staat. De sensortechnologie is nog lang niet genoeg ont-wikkeld.”

VERKEERSREGELSDe grootste uitdaging ligt op het gebied van de artificiële intelligentie. Niemand houdt zich strikt aan verkeersregels. Mensen onderhande-len zich een weg door de stad met lichaamstaal en gebaren. “De software moet de mensen leren begrijpen.”Wat is sociaal geaccepteerd, wat communice-ren andere weggebruikers met hun lichaams-taal en hoe maak je je eigen intenties duidelijk? Autonome auto’s moeten op al die terreinen snel schakelen, binnen een fractie van een seconde. “Dat vergt enorme rekencapaciteit en elektriciteit.”En dan heb je het probleem van de sociale ac-

ceptatie. “Autonome auto’s zijn irritant. Laatst reed ik midden in de nacht naar huis. Drie au-tootjes van Google reden voor me met 25 mijl per uur, een slakkengangetje. “Get out of my way”, dacht ik. Maar ja, ze moeten zich aan de verkeersregels houden.”Niet alleen is die braafheid irritant. Het kan zelfs gevaarlijk zijn. Wat gebeurt er als op een gelijkwaardig kruispunt – waar iedereen van rechts voorrang heeft – vier autonome auto’s te-genover elkaar komen te staan. Er ontstaat een impasse, geen enkele auto beweegt meer. Men-sen daarachter worden ongeduldig en gaan ge-vaarlijke inhaalmanoeuvres uithalen.Sierhuis liet op het symposium een aantal kruispunten zien waar autonome auto’s zich geen raad mee zouden weten. “Een ervan is vlakbij ons instituut. ‘The monster’ luidt zijn bij-naam. Niemand snapt dit kruispunt.”

GEVAARLIJKE SITUATIESOp de vraag of autonome auto’s überhaupt ooit de stad zullen veroveren gaf Sierhuis geen ant-woord. “Laten we eerst zorgen dat auto’s met een mindere mate van autonomie sociaal geac-cepteerd raken.”Autonome auto’s moeten soepel met verkeers-regels omgaan. Dat was ook de boodschap van Serge Lambermont, chef autonoom rijden bij auto-onderdelenfabrikant Delphi. Hij werkt mee aan een proef in Singapore. Die stadstaat

Lekker je krantje lezen, terwijl je autonome auto je door het drukke verkeer van de stad heen loodst?

Dat is nog toekomstmuziek.

Autonoom crashen

‘Met een ledlampje kan een autonome auto aangeven dat hij jou gezien heeft’

21Delta TU DelftTekst: Tomas van DijkIllustratie: Auke Herrema

streeft naar een volledig autonoom voertuig-systeem op afroep, een soort gerobotiseerde car2go.Lambermont liet een filmpje zien: een autono-me auto maakt een ritje vlakbij het bedrijf van Delphi in Singapore met de ceo aan boord. Alles gaat goed. Van baan wisselen ook maar er is dan ook nauwelijks ander verkeer. Lambermont: “Bij drukte, had de auto niet kun-nen invoegen. In Singapore rijden mensen agressief. Zodra je je knipperlicht aanzet, geven ze extra gas om het gat dicht te rijden. We moe-ten de wagen tweaken waardoor hij agressiever rijdt.”Maar tweaken betekent misschien dat de wa-gen niet altijd de wettelijk vereiste afstand aan-houdt tot een voorligger. Als we wagens van de verkeersregels laten afwijken, creëren we dan geen gevaarlijke situaties? Wagens die auto-noom crashen?Lambermont vindt het lastige vragen. “Ik weet niet of het mogelijk is om een auto autonoom te laten rijden volgens de verkeersregels.”

CREATIEF MET REGELSHoogleraar autonome auto’s en artificiële in-telligentie, prof.dr.ir. Pieter Jonker, denkt dat auto’s kunnen leren om creatief met regels om te gaan en zich ook op een sociale manier kun-nen gaan gedragen, inclusief het maken van oogcontact. “Ik denk dat we een situatie krijgen

waarbij de verkeersregels de default-instelling zijn en dat de wagen daar binnen beperkte mar-ges van kan afwijken. Middels deep learning gaan auto’s leren om adequaat te reageren bij tal van verkeersscenario’s. En ze zullen oogcon-tact moeten kunnen simuleren met menselijke weggebruikers. Met een ledlampje, dat groen gaat branden, kan een autonome auto aange-ven dat hij jou gezien heeft. De ontwikkelingen gaan ontegenzeggelijk die kant op.”

WEPODSDat menselijke interactie een crime is, weet Jonker maar al te goed. Hij is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de WEpod, een semi-autonoom busje dat dit jaar mensen vervoerde tussen Ede en Wageningen. “De WEpod rijdt via een vaste route, over een soort virtuele tram-baan, en heeft iemand aan boord die kan in-grijpen. We hebben hem afgelopen september getest in Amsterdam op een parcours met veel taxi’s, voetgangers en fietsers. Dat was bijzon-der lastig. We moesten vaak bijsturen met de joystick.”Autonoom rijden in de stad zal als eerste ge-beuren met voertuigen als de WEpods, denkt Jonker. “Die vervoeren toeristen over virtuele trambanen door de stad. Ze rijden heel voor-zichtig. Als er een tegenligger is stoppen ze. Ze rijden tegen niemand aan, er kan alleen tegen-aan gereden worden.

GRIEZELVALLEIPromovendus Jork Stapel, van de sectie Intelli-gent Vehicles & Cognitive Robotics, doet onder-zoek naar menselijk gedrag in autonome auto’s. Hij denkt dat we met autonome auto’s terecht komen in de uncanny valley, een griezelvallei. Deze term komt uit de robotica en geeft aan dat mensen bang zijn voor robots die ontzettend veel lijken op echte mensen.In de uncanny valley zijn autonome auto’s net niet helemaal autonoom. Dat levert gevaarlijke situaties op. Denk aan de Tesla die afgelopen najaar is gecrasht in Nederland. Een vracht-wagen stak de snelweg over. De Tesla was daar niet op berekend. Stapel: “Deze auto kan nog niet helemaal autonoom op de snelweg rijden. Je wordt geacht als bestuurder op elk moment in te kunnen grijpen. Maar Tesla heeft vooral klanten die houden van coole gadgets. Die wil-len dat dan natuurlijk testen of hij autonoom is. En dan kan het misgaan.” <<

Niet alleen is die braafheid iritant. Het kan ook gevaarlijk zijn

22

Hoe het begon: in 1895 liet Jacques van Marken, direc-teur van de Koninklijke Nederlandse Gist en Spiri-tusfabriek, een laboratorium inrichten in de Polytechni-

sche School voor de getalenteerde, maar sociaal onhandige microbioloog Martinus Beijerinck. Hierdoor ontstond een typische Delftse inge- nieursbenadering van biotechnologie: prak-tisch inzicht in de fysiologie en ecologie van bacteriën, gisten, schimmels en algen, dat bij voorkeur in getallen wordt uitgedrukt.Meer nog dan de ontdekker van het virus wordt Beijerinck in Delft gezien als stamvader van de ‘selectieve ophopingsculturen’. Dit is een moei-zame term voor een simpel en effectief idee: als je een micro-organisme zoekt voor een zekere omzetting, onderwerp dan een monster uit afvalwater of een modderpoel aan een streng regime en de succesvolle stam treedt als van-zelf naar voren. Ben je op zoek naar een bacte-

rie die stikstof uit de lucht kan binden? Begin dan een kweek zonder stikstof in de voedings-bodem zodat alleen organismen die stikstof uit de lucht opnemen kunnen groeien.Beijerincks groei onder selectieve druk wordt nog altijd toegepast. Een van de recente succes-volle uitkomsten is de Anammox-bacterie die zonder zuurstof nitriet en ammonium (NH4+) uit afvalwater verwijdert. Er zijn bacteriën ge-kweekt die in korrels groeien en daardoor snel-ler bezinken. In de waterzuivering bespaart dat onder de handelsnaam Nereda energie en op-pervlakte. Ook vraatzuchtige en zwaarlijvige bacteriën die bioplastics uit afvalstromen vor-men, zijn onder selectiedruk boven komen drij-ven.

EENHEID IN DE BIOCHEMIEBiologen mogen zich graag verwonderen over de diversiteit in de natuur. Microbioloog Albert Jan Kluyver, de opvolger van Beijerinck, keek door de soortenrijkdom heen en zag juist een

grote eenheid in de stofwisseling. In 1926 publi-ceerde hij het artikel ‘Die Einheit in der Bioche-mie’. Hij zag een overeenkomst tussen een bac-terie die de melk zuur maakt en een sporter die zichzelf zwaar belast. De biochemische proces-sen zijn gelijk: de omzetting van suiker in melk-zuur. Inmiddels gaan biotechnologen er vanuit dat voor vrijwel iedere chemische omzetting waar energie mee te winnen is, een micro- organisme bestaat met juist dat metabolisme. ‘Microbiologie is thermodynamica’, vatte emeritus hoogleraar Gijs Kuenen ooit samen.

PROCESTECHNOLOGIEDe ontwikkeling van penicilline tijdens de Tweede Wereldoorlog was vergelijkbaar met het Manhattan-project voor de ontwikkeling van de atoombom. In de Eerste Wereldoorlog waren meer soldaten omgekomen door infecties dan door oorlogsgeweld. Dat moest anders. Daarom werd een industriële productie van penicilline opgezet door kweek van de schimmel op onge-kende schaal.In Delft hoorde medewerkers van ‘De Gist’ hier-over via de clandestien beluisterde BBC. Met hulp van Kluyver begon men onder de schuil-naam Bacinol aan een uiterst geheime schim-melkweek. Dat leidde in 1945 tot de eerste gele korrels zuivere penicilline.Na de oorlog groeide Gist Brocades uit tot een van de grootste penicillinefabrikanten ter wereld. De productiviteit werd in 35 jaar met

Bouwstenen van de

biotechnologieInformatica, databases en robots zijn de toekomst van de biotechnologie. Toch staan de basisbegin-

selen van Delfts eerste microbioloog professor Beijerinck na 120 jaar nog steeds recht overeind.

Kluyver zag de overeenkomst tussen een bacterie die de melk zuur maakt en een sporter die zichzelf zwaar belast

een factor vijfduizend vergroot. Dat was het resultaat van selectie van stammen, toevoegen van voedingsstoffen en hogere concentraties in de reactoren. DSM, de opvolger van de Gist-fabriek, bracht de penicillineproductie in 2005 over naar China en India.

RECOMBINANTE DNA-TECHNIEKKluyvers eenheid in de biochemie werd zo’n zestig jaar later een nieuwe toepassing. Het bleek mogelijk om een stuk DNA uit een mi-cro-organisme te halen en het functioneel bij een andere cel in te brengen. Onderzoeker Jack Pronk maakte een gistcel met een schimmelgen uit olifantenpoep. Het gen waarmee de schim-mel houtsuikers in suikers kon omzetten, werk-te ook in gist. De gemodificeerde gist, in nauwe samenwerking met DSM voorzien van tal van andere genetische veranderingen, kan mais- afval omzetten in alcohol, lees: biobrandstof.Twee jaar geleden opende koning Willem-Alexander een fabriek in Emmetsburg in Iowa (Verenigde Staten), waar Delftse gistcellen van DSM honderden tonnen maisloof per dag om-zetten in ethanol. De beoogde productie be-draagt honderd miljoen liter ethanol per jaar (op een totaal van zestig miljard liter uit mais).

MICROBIËLE GENETICAVoor gistonderzoekers was 1996 een mijlpaal. Laboratoria van over de hele wereld hadden deelgenomen aan een gigantisch, miljoenen-

project om het gistgenoom in kaart te bren-gen. Alle stukjes kwamen in 1996 bijeen in een totaaloverzicht van 12,5 miljoen nucleotiden in 5.770 genen verspreid over zestien chromo-somen van bakkersgist. De eenheid in de bio-chemie die Kluyver veronderstelde, kon nu let-terlijk worden aangetoond in databases van verschillende organismen. De ontwikkeling van de genetica kwam hierna in een stroomversnelling. Het lezen van DNA-volgorden (sequencen), dertig jaar geleden nog een megaproject, gebeurt nu met een appa-raatje zo groot als een smartphone aan een usb-poort. Met een beetje geluk lees je in een keer een heel gistchromosoom uit. Online databases met alle denkbare organismen zijn te raadple-gen. DNA hoeft niet uit een soortvreemd orga-nisme gewonnen te worden. Robots synthetise-ren het en kweken gemodificeerde cellen. Het ontwerpen en construeren van micro-orga-nismen voor tal van toepassingen is in de over-drive geraakt. Beijerinks woorden, vereeuwigd in keramiek, waren nog nooit zo actueel: “Ge-lukkig zij die nú beginnen.” <<

NRC over Bacinol-project:vorige.nrc.nl/wetenschap/article1678362.ece

Tekst: Jos WassinkFoto: Sam Rentmeester 23Delta TU Delft

DICHTERBIJ BEIJERINCKDe deur gaat open en je stapt een eeuw te-rug in de tijd. Geen computer, geen camera en geen kopieermachine. Wel boeken, micro-scopen en een bureau met tientallen portret-ten erboven. “Je had daar portretten hangen van mensen met wie je veel correspondeerde”, vertelt microbiologe dr. Lesley Robertson. Zij richtte op de tweede verdieping van het Science Centre de werkkamer in van Marti-nus Beijerink en zijn opvolger Albert Jan Kluy-ver naar voorbeeld van de kamer aan de Nieu-welaan. Opvallend is de hoge eiken ladenkast waarin de professor artikelen en brieven be-waarde. Zo’n beetje de harddrive uit die tijd. Met daar bovenop prachtige plant- en bloem-modellen zo groot als een literfles. Die werden gebruikt tijdens college, net als de handge-schilderde platen door Beijerincks zuster. Delen van de academische nalatenschap zijn teruggehaald uit Leiden en Groningen en staan nu hier uitgestald. Vanaf 16 maart, Beijerincks geboortedatum in 1851, is de werkkamer op afspraak te bezichtigen. Robertson heeft het draaiboek geschreven voor de rondleidingen.

Bezichtiging werkkamer Maurice Beijerink, vanaf 16 maart, aanmelden via sciencecentre.tudelft.nl

SUDOKU VARIATION

BOEK

Solution Delta Sudoku 4

In a regular Sudoku, every row, column and block of 3 x 3 cells must contain the nine digits exactly once.In this MagicSquareDoku there are four more items to solve. These are the three groups of nine cells, marked A through C. Each group also

has to contain these digits exactlyonce. The fourth item is the magic square of the nine digits in the middle block.In a magic square the sum of the digits in each row, each column and each diagonal is exactly the same.

If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudoku-variations.com.

© 2016 www.sudoku-variations.com

Voor advertenties bel met:

H & J UitgeversBosscheweg 76

5151 BE Drunen

T (010) 451 55 10F (010) 451 53 80

E [email protected]

Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere

informatie.

24

Maritiem pionier in een mannenwereld

In de eerste honderd jaar van de moderne maritieme technologie kreeg welgeteld één vrouw een patent toegewezen. Janet Taylor (1804-1870) heeft bijna anderhalve eeuw na haar dood eindelijk een biografie gekregen.

Dat Janet Ionn een begaafd kind was, bleek al op jonge leeftijd. Haar vader, een bemiddelde predikant,

stuurde haar daarom op negenjarige leeftijd naar een kostschool vlak bui-ten Londen. De gedachte was niet zozeer dat Ionn haar eigen bedrijf zou beginnen, als wel dat ze dankzij het goede onderwijs een aantrekkelijke huwelijkspartij zou vormen.Dat laatste dreigde niet helemaal goed te gaan, maar gelukkig liet ze op 25-jarige leeftijd tijdens een regenbui in Antwerpen een stapel boeken uit haar handen glippen, waarop de toe-vallig passerende weduwnaar George Taylor te hulp schoot. Het tweetal trouwde in Rotterdam en settelde zich vervolgens in Londen.De internationale scheepvaart was rond 1830 booming business en Ionn nam het risico om haar hele erfenis

te steken in een scheepvaartschool. Het studiemateriaal besloot ze zelf te schrijven. Het in 1833 verschenen ‘Luni-Solar and Honorary Tables’ was een boek met dik tweehonderd pagi-na’s tabellen over de standen van zon en maan op verschillende lengte- en breedtegraden – essentieel voor iede-re fatsoenlijke zeeman om zijn positie op zee te kunnen bepalen. De reken-methode had ze zelf bedacht. Ongeveer tegelijkertijd bedacht ze, op basis van dezelfde rekenmethode, een instrument waarmee de stand van zon en maan beter viel vast te stellen. Zo ontstond een volgens haar-zelf superieure manier van plaatsbe-paling op zee. De ontwikkeling kostte een groot deel van haar vermogen, maar het patent werd toegekend. Ze bood haar instrument aan aan de Royal Navy. Het oordeel was vernieti-gend. Knap bedacht, maar veel te fijn-

zinnig om praktisch bruikbaar te zijn in eeltige zeemanshanden op volle zee. Het voornaamste nautische tijd-schrift kraakte haar boek af. De rest van haar leven werd een gevecht te-gen critici. Natuurlijk, er waren licht-puntjes, zoals de gouden medaille die koning Willem I haar stuurde voor haar tweede tabellenboek, dat in de Nederlandse vertaling wél succesvol was. Maar werkelijke erkenning bleef uit. Ze stierf berooid en zo goed als vergeten.Die erkenning komt nu in de vorm van een biografie ‘Mistress of Science’ door haar verre nazaten John en Rosalind Croucher, die beslag hebben weten te leggen op correspondentie, die vooral veel vertelt over haar privé-leven. Het resultaat is een weinig kri-tisch boek, waaruit je niettemin moet concluderen dat de bijdragen van Janet Taylor aan de nautische weten-

schap beperkt is geweest. Dat maakt haar uiteraard niet een minder bijzon-dere vrouw.Het boek geeft vooral een gedetail-leerd, levendig tijdsbeeld van de scheepvaart aan het begin van een grote bloeiperiode. Meer dan in al-gemene overzichtswerken zit je op de huid van de mensen die het mee-maakten, juist omdat Janet Taylor zich niet in een uitzonderingspositie be-vond. (CJ)

Tekst: Christian Jongeneel

John & Rosalind Croucher, ‘Mistress of Science’, Amberley Books, 2016.ISBN 978-1-4456-5985-5

Delta TU Delft

DE STARTER In de serie De starter vertellen starters over hun leermomenten, verkeerde inschattingen en fouten.

Koopje, die nieuwe printer. Beetje jammer van de inktcartridges of toners die hij slurpt, en waar je als consument alsnog op leegloopt. Inkless, een bedrijf van Delftse star-ters, belooft hier verandering in bren-gen met inktloze printtechnologie.

“Mijn compagnon en oud-student industrieel ont-werpen Venkatesh Chandrasekar bedacht het con-cept drie jaar geleden al, voor zijn afstuderen”, zegt medeoprichter en oud-student civiele techniek Arnaud van der Veen (29). “We hebben sinds onze oprichting in 2013 grotendeels onder de radar ge-opereerd; de technische ontwikkeling lag nogal gevoelig. Maar, de techniek is steady nu: we printen net zo snel en met dezelfde kwaliteit in zwart-wit als inktprinters.”Met hun wereldwijd gepatenteerde uitvinding ma-ken de Delftenaren in één klap de zwarte-cartridge-markt van 12,8 miljard euro overbodig. Daarnaast helpen ze het milieu een handje, want slechts der-tig procent van de cartridges wordt gerecycled, zegt Van der Veen. Wat vinden huidige printerfabrikan-ten, die verdienen op hun cartridges, hier van? “Die zijn – hoe onverwacht misschien ook - geïnteres-seerd in onze technologie, en positief. Ze hebben geleerd van voorbeelden uit het verleden, denk ik. Grote partijen in de foto-industrie wilden de ont-wikkeling van de digitale camera aanvankelijk óók tegenhouden om te kunnen blijven verdienen aan

fotorolletjes. Zij staan nu buitenspel in de foto- wereld. Uit zulke voorbeelden blijkt dat je innovatie niet kunt tegenhouden; als printerfabrikant kun je dus beter aanhaken.” Hét moment om met de gro-te printbedrijven in gesprek te gaan, vindt Van der Veen. “Als zij onze techniek inbouwen, wint iedereen.”De techniek: Inkless gebruikt geen inkt, maar brandt de print in het papier. Het bedrijf ontwikkel-de daar een eigen carbonisatietechniek voor, die zo gevoelig is dat hij niet door het papier heen brandt. Een tweede, nieuwe techniek zorgt ervoor dat de print inktzwart is. De printmethode is ook bruikbaar voor bijvoorbeeld het aanbrengen van houdbaar-heidsdata op verpakkingen. De printer zal in aan-schaf wat duurder zijn dan de gemiddelde inktprin-ter, maar wat je bespaart aan inktcassettes weegt daar ruimschoots tegenop, aldus het bedrijf.Inmiddels heeft Inkless zijn kantoor bij YesDelft aan-gevuld met een locatie in Waddinxveen. De zeven werknemers eten lekker van hun nieuwe technolo-gie. “Dat is te danken aan het feit dat we al tijdens onze studententijd zijn begonnen”, zegt Van der Veen. “Doordat er al een prototype stond toen we afstudeerden, konden we vier maanden na onze studie al verdienen aan ons bedrijf. Bescheiden, want als je elke euro voor jezelf houdt, gaat dat ten koste van je ontwikkeling.” Bovendien: de toekomst lacht. “Over vijf jaar printen alle zwartoplossin-gen zonder cartridges, en zijn we ingebouwd in een groot deel van de kleurenprinters.” (JB)

inkless.ink

Foto

: Mar

cel K

rijg

er

Printen zonder inkt

Internet als zwart gatEigenlijk is de term ‘browser’ lachwek-kend onschuldig. In principe is het inter-net een medium om vanaf de ene com-puter bij data op een andere computer te kunnen, of ‘browsen’. Maar daar waar vandaag de dag hele levens wor-den vastgelegd in code en het internet meer weg heeft van een digitaal univer-sum lijkt de term ‘wormhole’ een betere naam.Het internet kan letterlijk tijd verorbe-ren. De astronomie noemt het zwarte gaten, de rest van de wereld noemt het YouTube, of Netflix, of Facebook…Ik verlies gemiddeld een dag per week aan het internet. Neem dinsdag. Ik heb dan pas om 13.30 uur college. Er is al-tijd genoeg achterstallig werk, dus zet ik elke maandagavond de wekker om acht uur. ’s Ochtends gaat het eigenlijk al mis. Zodra na vijf keer snoozen mijn ogen eindelijk open blijven, richten ze zich al naar mijn telefoon. Even dat kat-tenfilmpje kijken dat mijn zus gisteren stuurde en nu.nl checken of er al een derde wereldoorlog is uitgebroken. Tegen de tijd dat ik in het lichtje van de koelkast sta te turen is het tien uur. Tij-dens het ontbijt pak ik er een serie bij. Ah, nog één aflevering dan. Terwijl de overgebleven havermoutvlokjes tegen de kom aan het uitdrogen zijn, valt mijn blik op vier kleine cijfertjes: 12:04?! Uit-eindelijk kom ik te laat bij het college en zit ik het tweede uur te kijken hoe Britt Dekker de voorpluk van haar paard aan het vlechten is… Over het toilet hoef ik denk ik niet meer te beginnen. Binnen vijf minuten poepen kan alleen als mijn telefoon aan de lader ligt. Het ergst zijn de dagen waarop je éigen-lijk keihard moet leren. Als ik actief ben op Facebook kun je de klok er op gelijk zetten dat ik binnenkort tentamens heb. Ik heb mezelf laatst met veel moeite gedwongen het internet alleen nuttig te gebruiken, ik heb nog nooit zo’n nut-tige dag gehad. Het concentreren wordt er niet makkelijker of leuker op, maar je krijgt meer gedaan in minder tijd. Bovendien kun je na een goede dag écht ontspannen en gek genoeg is 9gag dan ineens niet zo boeiend meer.

Boudewijn de Roode is bachelorstudent werktuigbouwkunde.

COLU

MN

BOU

DEW

IJND

EROO

DE

25

26 Delta TU Delft

BOEKENNieuwe technologie maakt ons juist verstandiger

Lijvige monografie over Hertzberger

Social media, apps en gadgets maken ons steeds slimmer, stelt journalist Clive Thompson. Zijn boek ‘We worden steeds slimmer’ biedt een verfrissende kijk op het gebruik van nieuwe technologie.

Docenten van een school in Nieuw-Zeeland bedachten een nieuwe opdracht voor hun leerlingen. Hun teksten

hoefden ze niet bij de leraren in te le-veren, maar moesten ze als blog pu-bliceren op internet. ‘Wie dat wilde kon de blogpost becommentariëren’, schrijft Thompson. Er kwamen reacties van over de hele wereld. Op een boekbespreking van een van de leerlingen reageerde zelfs de auteur van het boek.Leerlingen gingen daardoor beter op hun spelling en woordkeuze letten en leverden veel betere stukjes af dan normaal. Ook op een Canadese school leidde een soortgelijk initiatief tot veel bete-re schoolprestaties. Dat komt door de zogeheten publieks- factor. Scholieren doen beter hun best als ze een publiek hebben.Het is een van de vele voorbeelden van hoe nieuwe technologie ons slim-mer maakt. Thompson gaat met die boodschap recht in tegen doemden-kers, die zeuren dat nieuwe technolo-gie ons juist dommer maakt. Neem de Amerikaanse journalist Ni-cholas Carr. In zijn bestseller ‘Het On-diepe’ waarschuwt hij dat het gebruik van internet en mobiele telefoons ons brein negatief verandert. Het is een onheilspellende, maar weinig over-tuigende boodschap. Uiteraard ver-andert ons brein, dat doet het voort-durend. Ook het lezen van deze tekst past jouw hersenen aan. Maar weten-schappers zijn er nog lang niet uit op wat voor manier het brein verandert en of dit negatief of positief is.Thompson richt zich vooral op hoe je gadgets, apps en social media slim gebruikt. Hij is journalist en schrijft

onder meer voor Wired. Het boek staat vol met goede voorbeelden. Nieuwe technologie zorgt er bijvoor-beeld voor dat jongeren beter gaan schrijven en dat sommige mensen zich beter uiten in video’s dan in het geschreven woord.

Het grote nadeel van apps, gadgets en sociale media benoemt Thompson ook: afleiding. Hij haalt een onder-zoek aan van hoogleraar informatica Gloria Mark. Ze observeerde drie uur lang kantoormedewerkers. En ont-dekte dat ze niet langer dan elf mi-nuten geconcentreerd een taak uit-voerden voor ze werden afgeleid. Het duurde daarna maar liefst 25 minu-ten voordat ze de oude taak weer op-pakten.Ook tijdens het schrijven van dit stukje werd ik afgeleid: een keer ging de te-lefoon en twee app’jes stoorden me. We moeten, kortom, beter leren om-gaan met de mobiele telefoon. Het gebruik ervan bepaalt of we er wat goeds mee doen of niet. Opmerkelijk genoeg helpen apps daarbij weer, zo-dat je niet wordt afgeleid door andere apps. Zoals Freedom waarmee je in-ternet voor een door jouzelf bepaalde tijd uit kan schakelen. (RV)

Architect en voormalig hoogleraar Herman Hertzberger gaf met zijn gebouwen vorm aan Nederland. Van een montessorischool in Delft tot het kantoor van Centraal Beheer in Apeldoorn.

Herman Hertzberger (1932) kon zich geen betere leer-school wensen, dan op-groeien in een omgeving die

was bedacht door H.P. Berlage. Als kind speelde hij op straat in Amsterdam-Zuid tussen de gebou-wen, die waren neergezet volgens ‘Plan Zuid’ van Berlage. Het maakte een diepe indruk en beïnvloedde hem naar eigen zeggen als architect. Hij doelde daarmee onder meer op de dimensies, de breedte en lengte van de straten, die Berlage gebruikte. Daardoor werden de straat een ont-moetingsplaats voor buurtbewoners.Het is geen toeval dat Hertzberger dit voorbeeld noemt in de lijvige mono-grafie die over hem is verschenen. De architect ontwierp graag panden waar mensen samen komen, zoals school- en kantoorgebouwen. Met name van-wege de scholen verwierf hij, terecht, grote bekendheid. Weinig andere ar-chitecten waren zo invloedrijk op dit gebied als de emeritus hoogleraar van de faculteit Bouwkunde.Een van de meest in het oog springen-de schoolgebouwen van Hertzberger staat in Delft. Hij ontwierp daar het gebouw van een montessorischool. Hertzberger is vergroeid met deze ma-nier van onderwijs. Al op zijn derde zat hij op een montessorischool en zijn vrouw gaf er jarenlang les.De school in Delft is een levenswerk van Hertzberger geworden. Zijn werk-zaamheden begonnen in 1960 en de school breidde daarna meerdere keren (1966, 1968, 1970, 1981 en 2009) flink uit, waar Hertzberger ook weer de ontwerpen voor maakte. Hertzberger bedacht L-vormige klas-lokalen rond een grote gemeenschap-pelijke ruimte. Binnenin de lokalen zit-ten veel hoekjes en hoogteverschillen,

waar kinderen zich kunnen afzonde-ren met hun werk.De verschillende verbouwingen komen goed tot hun recht in dit dik-ke boek dat prachtig is geïllustreerd. Bovendien is het zeer uitgebreid. Zo wordt bijvoorbeeld een ontwerp van een studentenhuis in Amsterdam uit-gebreid behandeld. Uiteraard is er ook aandacht voor de samenwerking van Hertzberger met Aldo van Eyck en Jaap Bakema bij het roemruchte tijdschrift Forum, waar-mee ze de naoorlogse architectuur

opschudden. En worden de bekende ontwerpen van Hertzberger behan-deld, zoals kantoorpand van Centraal Beheer in Apeldoorn. Dat is samen, met de scholen en het Chassé Theater in Breda, misschien wel zijn meest iconische ontwerp. De begeleidende teksten zijn prima geschreven, staan boordevol informa-tie en vervelen nooit. Dit boek is een terecht eerbetoon aan Hertzberger. Wie het leest twijfelt er niet meer aan dat Hertzberger een van de grootste architecten is van ons land. (RV)

Clive Thompson, ‘We worden steeds slimmer’, Maven, 383 pagina’s, 20 euro.

Robert McCarter, Herman Hertzberger, Nai010 publishers, 524 p., 69,50 euro.

Scholieren doen beter hun best als ze een publiek hebben

De architect ontwierp graag panden waar mensen samenkomen, zoals school- en kantoorgebouwen

27

De laatste kolenmijn in Limburg sloot in 1974 de poorten. Sinds gestopt is met het wegpompen van

water om de mijnbouw in Limburg mogelijk te maken, sijpelt het vocht langzaam terug. Chemicaliën die tijdens de mijnbouwactiviteiten werden gebruikt, kunnen in grondlagen terecht komen waaruit drinkwater geput wordt, vreest de provincie Limburg. Om deze angst weg te nemen, liet minister Henk Kamp van Economische Zaken onderzoek doen naar de gevolgen van het rijzende water. Dat onderzoek was half december afgerond. En wat is de conclusie? De oude kolenmijnen in Limburg zijn geen direct risico voor de veiligheid.Uit het onderzoek blijkt ook dat de bodem verder omhoog zou kunnen komen door stijgend mijnwater. Kamp wil de veranderingen in de bodemgesteldheid de komende jaren daarom laten monitoren.Dat is geen gek idee, vindt dr. Jack Voncken (faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen). Hij is gespecialiseerd in de chemie van de ondergrond. “De grond zuigt zich vol als een spons en zet uit”, zegt Voncken

desgevraagd. “Dat gebeurt niet overal even snel doordat er breuken in de aarde zitten. Dat leidt tot hoogteverschillen en scheuren in de muren van huizen.”Vroeger ontstond regelmatig schade aan huizen wanneer in onbruik geraakte mijngangen instortten. Een paar jaar geleden gebeurde dat nog bij winkelcentrum Het Loon in

Heerlen. “Nu zien we dat de stukken grond die in principe stabiel waren geworden toch weer bewegen door het rijzende water”, zegt Voncken. “Ik denk dat de schade aan huizen hierdoor zal toenemen.”Expert grondmechanica, dr.ir. Leon van Paassen (ook van CiTG), deelt die mening. “Wat schade aan huizen betreft, lijkt het me

niet onwaarschijnlijk dat we iets van dezelfde orde grootte als in Groningen te zien zullen krijgen.”Om eerdere alarmistische berichtgeving van de NOS moeten de heren lachen. Op 30 november meldde de nieuwszender dat Limburg bedreigd wordt door ‘gif dat onstuitbaar omhoog kruipt’. Het water voor drinkwatervoorziening zou in het geding zijn. “Dat kan best kloppen”, zegt Voncken. “Het zal geld kosten om het water te zuiveren. Maar een drama zal dat niet zijn.”Om wat voor chemicaliën gaat het? “Je kunt denken aan smeermiddelen voor boorhamers en andere machines. Daar zal nog wel wat van rondslingeren in de mijngangen. Dat kan omhoogkomen.”Maar veel belangrijker is de vervuiling door natuurlijke mineralen. “In steenkoollagen zit veel pyriet (FeS

2).

Als dat met het mijnwater in contact komt reageert het, en ontstaat zwavelzuur. Dat corrodeert alles. Het zorgt ervoor dat zware metalen loskomen uit het gesteente. Het vreet ook alles aan wat in de mijngangen is achtergelaten.”Wie de rekening moet betalen is nog onduidelijk. Kamp vindt dat alle schade door de mijnbouw inmiddels is verjaard. Limburg denkt daar anders over en wil met een proefproces die verjaring van tafel halen. (TvD)

DESGEVRAAGDDe provincie Limburg heeft last van ‘na-ijleffecten’ van de mijnbouw, meldde de NOS.

Stelling‘Op langere termijn zorgen stappentellers er voor dat

mensen minder actief worden’

CORINE HORSCHingenieur mens-technologie-

interactie

Uit proefschrift: ‘A virtual sleep coach for people suffering from

insomnia’

“Ik heb deze stelling gekozen omdat hij gaat over langdurige

gedragsverandering, net zoals mijn thesis. De stelling geeft het schouwspel tussen

intrinsieke en extrinsieke motivatie mooi weer, en je kunt er verschillende

theorieën aan koppelen die de stelling ondersteunen of

juist tegenspreken. Zelf denk ik dat een stappenteller voor

bepaalde mensen wel zal werken, maar voor anderen

niet. Een stappenteller verhoogt extrinsieke motivatie.

Als mensen stoppen met het gebruik van de stappenteller zullen ze minder actief zijn,

omdat de extrinsieke motivatie is verdwenen. Aan de andere kant kan een stappenteller het zelfvertrouwen van de

gebruiker verhogen, en daarmee de hoeveelheid

beweging van iemand op de lange termijn.”

Verdediging 23 november 2016

‘Niet onwaarschijnlijk dat de schade aan huizen hierdoor zal toenemen’

Engl

ish

page

s

Happy New Year! We hope you enjoyed some time off for

the holidays. Looking for some things to do in the new year?

Check out the Survival Guide, which highlights a lot of cool events coming up in Delft in

2017. And if that’s not enough to do, check out the Museum

Paul Tetar van Elven featured on the back cover.

Educating ethical engineers

News Text: Heather MontaguePhoto: Mint Museum of Toys

28

A new course called Professional ethics for engineers was recently launched by TU Delft Online Learning. The first in a series being offered, it is aimed at professional or chartered engineers.

In the Netherlands, engineering graduates with at least five years of experience can apply for profes-sional designation through the Ro-

yal Institute of Engineers (KIVI). In or-der to maintain the Chartered Engineer (CEng) or Incorporated Engineer (IEng) titles, continuing education courses like this one are required. Although this new online offering from TU Delft was designed to include the KIVI code of ethics, instructor for the course Dr. Ibo van de Poel (Antoni van Leeuwenhoek professor in Ethics and Technology at the Faculty of Technology, Policy and Management TBM) said it is relevant for engineers around the world. The course itself will address standards of professional behaviour, principles of ethical conduct and the obligations that engineers have to society, their clients and to the profession. There will also be case studies and a chance for participants to analyse their own cases or experiences, thus promoting reflec-tion and practical application rather than just theory.

ETHICAL SENSITIVITYVan de Poel, who has worked at TU Delft for some twenty years, said he has seen changes in the approach to ethics during that time. “I know at TU Delft and on a broader level there is an urgency to address ethical issues,” he said. “Companies want their engineers to have ethical sensitivity, too, so from all sides there is an increased feeling of importance.” He noted that the Executive Board has asked for more teaching on ethics to make it more

systematic, adding that he thinks TU Delft is an example in the field of ethics teaching.

BIG ISSUESNot only is there more importance being given to ethics, but the ethical is-sues in engineering themselves have changed as technology has evolved. “As I see it, you have to differentiate between ethics issues in engineering and ethics issues of technology,” said Van de Poel. He explained that in en-gineering there are things that every engineer might encounter like con-flicts of interest or confidentiality is-sues, but ethical issues of technology are more specific for different techno-logies. For example, he said that the field of robotics raises different issues than synthetic biology. In addition, he said that with ethics of technology the-re are more stakeholders and actors involved.

As Van de Poel sees it, there are a num-ber of big questions when it comes to science and ethics. And there are some technologies that have the potential to transform society. For example, arti-ficial agents might change our idea of what it means to be human. And issues like the ability to generate new forms of life or genetically modify human beings raise deep ethical questions. But Van de Poel said we should be careful not to focus solely on the big is-sues, because there are some smaller issues that may be even more impor-tant. He noted the example of large numbers of people in the US that have lost their jobs. Although it is often bla-med on globalisation, it is more like-ly due to technological development. “Robotics has a huge impact on job se-curity, the political climate and things that are already happening in the world,” he said. “At the moment, job loss may be one of the most important ethical issues.”

'At the moment, job loss may be one of the most important ethical issues'

Robotics is one area where issues of ethics arise.

The end of an academic career is not always a clear-cut end point. Han Meyer gave what he called his fake farewell speech on December 9, since he moves to a next career stage at the Faculty of Architecture and the Built Environment (BK).

Meyer will stay on part-time to set up a new chair of Delta Urbanism at BK. He retires as an expert in the highly rele-vant field studying urbanisation in rich

but vulnerable river deltas, where prosperous hu-man settlements are the engines of national eco-nomies.“Climate change is making these delta cities more vulnerable,” he said, “but more important is how they have been developed and used.” Too often,

short-sighted urbanisation is undermining natural conditions of prosperity, so the challenge is to ba-lance both man-made and natural systems at these sites to enhance one another.Reflecting his own approach rooted in historical awareness, Meyer surveyed his more than 25 years

as professor of Urban Compositions. He considered it a transition period in a changing context. At the start, modernist functional urban planning was mis-trusted and challenged in times of de-industrialisa-tion, the prevalence of neoliberalism and changes in political culture. He assisted the reinvention of urbanism with the aim of creating diverse, flexible urbane environ-ments with attractive public spaces, paying atten-

tion to long term elements better related to the surrounding territory. These would allow cities to maintain a degree of permanence, absorbing chan-ging societal dynamics and avoid the old pitfalls of functional planning and zoning.Then climate change impacts, explosive urban growth and increasing social inequality upped the ante requiring cities to be even more shock re-sistant. Meyer said future cities should be more so-cietally inclusive and in balance with their territory and tools are needed to handle the larger mega city, itself the scene for the new economy. Since urban designers cannot know and solve every-thing, he proposes future urbanism should enhance design capacity as an exploratory tool and binder between disciplines to do this in a communicative and collaborative setting. The experiences so far in delta projects in the Netherlands, New Orleans, New York, Houston, and San Francisco show the va-lue of this inclusive, multifaceted design approach as the motor of the whole process. (MV)

Imagine you’re at a con-cert on a majestic island. Suddenly, an earthquake shakes the ground be-neath your feet. What would you do?

The behaviour of people facing this same decision was ana-lysed by PhD graduate Mignon van den Berg (Faculty of Civil

Engineering and Geosciences). Rather than focus solely on real-life evacu-ations, she turned her attention to a mock disaster created within an ex-perimental video game environment

dubbed Everscape. It was created as part of a collaboration between re-searchers at TU Delft and Tokyo’s National Institute of Informatics.Everscape and slightly different sce-narios were used during a series of experiments conducted in late 2013 and early 2014. In each one, a group of participants were led into a compu-ter lab and given a series of instructi-ons before they dived into Everscape to begin their virtual journey to a con-cert on a small island. During the per-formance, an earthquake occurred and they were warned that a tsunami would likely soon engulf the venue and the surrounding area. There were different ways for them to reach high ground: by car, train or

helicopter. During some of the experi-ments, all of the participants were al-lowed to choose whichever method of escape they deemed best. In others, a few of them were selected to play as ‘spooks’ and either quickly flee the venue or stubbornly remain and get washed out to sea. Van den Berg was interested in monitoring the effect of herding behaviour during emer-gencies like this one and whether or not people panicked or kept their cool. “On average, 10 - 15% of peo-ple remained calm and rational,” she said. “75% reacted semi-automatic. Another 10 - 15% responded in a way that was uncontrolled and inappro-priate.” Van den Berg concluded that herding

behaviour definitely played a major role in whether people decided to stay or leave the venue. The more concert-goers a participant saw leaving, the more inclined they were to join them. “From research, it is known that people tend to follow other people through herding behaviour,” she said. “They use each other as a source of in-formation.”Once they left, most participants tried to leave by car because it gave them a greater sense of control. In total, 11% of them didn’t survive for reasons ran-ging from not taking the threat of the tsunami seriously and delaying their departure to getting stuck on the train platform after each carriage was filled to capacity. (BH)

29Delta TU Delft

Run for your life!

Goodbye leads to hello

Too often, short-sighted urbanisation is undermining natural conditions of prosperity

Life may seem rough after the excitement of Christmas and New Year’s Eve, but do not des-pair. Despite the awful weather, Delft has a ton of excitement lined up for the first two months of 2017. Here are some events you can circle into your agenda.

WINTER WARMTHHaven’t been ice skating yet? Winters Delft, the ice rink and winter festival, is on until January 17, so get in on the action quickly. Tank up on hot choco-late and mulled wine to make the fes-tive season last a bit longer. Esther Riphagen, who looks after sponsorships for Winters Delft, assu-res us that they have an exciting line-up in the New Year. “On January 7, we have a special Glow In the Dark- themed event and on the 10th we have disco skating on ice. One of our bigger events, Ladies Night, will be held on the 12th of January,” she said.wintersdelft.nl

MUSIC IN THE SNOWThe organisers of Winters Delft are also hosting the second edition of the Winterdorp Festival on January 14. With six stages of music and a host of live acts, besides the snow and ska-ting, it might be a great way to kick off an exciting year. winterdorpfestival.nl

BEST DUTCH BEERWarm up with a crowd of beer enthu-siasts at the winter edition of the Nederlandse Bieren Festival. Orga-nised by Biercafe Doerak, this year the beer festival will be held at Lijm en Cultuur, closer to campus. “We needed a bigger location this time. Last year, we had 2,000 visitors for the one day event. This year, the event will be on for two days and we plan to sell 1,500 tickets per day,” said Marijke Vuik, the organiser. Sixteen breweries will be present and Vuik considers them “some of the best brewers in the Netherlands”. A ticket costs €15 and includes a fes-tival glass, a book and pen and four tokens. facebook.com/events/200967453664518/

DELFT BLUES FESTIVAL What’s a new year with the annual Delft Blues Festival? From February 17 to 19 over 30 pubs across the city will host live performances by a num-ber of Blues artists. The range of per-formances include Blues styles such as West Coast Blues, Chicago Blues and Boogie Woogie. On February 18, there will also be a harmonica work-shop (€20) and the cost includes a harmonica. delftblues.nl

INTERNATIONAL COMEDY NIGHTSLooking for some live comedy where you can actually understand the punchline? Theatre De Veste’s Comedy Club Delft finally has stand-up nights in English. The theatre now hosts international comedy nights and invites famous foreign comedi-ans to perform. In 2016, they hosted

three acts from the UK (Brexit not-withstanding). Their next internatio-nal night is on February 15 and the li-ne-up will be announced closer to the date. Student tickets are €12.50. theaterdeveste.nl

FLATSTYLE 2017 Believe it or not, on February 18-19, Delft will host a high adrenalin snow sporting event. Flatstyle 2017, the an-nual snowboarding competition, re-turns to the Markt for its second editi-on. 15 truckloads of snow and a cable system will be used to recreate the traditional mountainous terrain nee-ded for professional snowboarding. There will be also side events, in case

you can take your eyes off the action! flatstyle.nl

STUKAFEST There’s still more fun to be had in Fe-bruary. While the Stukafest kicks off on February 1 in Nijmegen, it will be held in Delft on February 22. For the uninitiated, Stukafest (studentenka-merfestival) is an arts festival that is literally held in student rooms. Events include band performances, theatre and even poetry! Tickets will be on sale at the Bouwpub, Faculty of Archi-tecture on February 11. stukafest.nl

30 Text: Damini Purkayastha Photo: Holland Media Bank

DELFT SURVIVAL GUIDE

Surviving the New Year

Warm up with a crowd of beer enthusiasts at the Nederlandse Bieren Festival

Ice skating is a national pastime in the Netherlands.

Surviving the New Year

SHORT

SCIENCE31Delta TU Delft

More news on delta.tudelft.nl/science

Edisons 1901 iron and nickel battery produced hydrogen when it was full. Profes-sor Fokko Mulder saw this shortcoming as a benefit and reintroduced the NiFe battery as the ‘battolyser’.

With an increasing amount of energy from sun and wind, power storage has

become a major issue in the elec-tricity supply. Batteries are under development, as are installations for producing hydrogen from ex-cess power. Up to now, however, no one thought of combining the two.The Ni-Fe battery was a variation on the nickel-cadmium battery, made by the Swedish inventor Wal-demar Jungner around 1900. He found that the Ni-Fe type charged slower than Ni-Cd battery and that it ‘gassed’; it produced hydrogen when fully charged. Thomas Edi-son patented the finding in the US in 1901 and claimed the iron-nickel battery to be ‘far superior to bat-teries using lead plates and acid.’ Except for the gassing, that was. Mulder commented: “It’s a very robust battery. Original examples are still working. Also, the raw ma-terials are cheap and obtainable everywhere.”When the battery charges, NiOOH forms at the positive plate (from Ni(OH)

2) and iron (Fe) at the nega-

tive plate (from ferrous hydroxide Fe(OH)

2. Mulder noticed that both

of these materials (NiOOH and Fe) are known catalysts for the for-ming of oxygen and hydrogen gas respectively.“The fact that nickel-iron batteries also produce hydrogen gas while charging was always regarded as a drawback,” explained Mulder. “No-one has ever tried to combine power storage and hydrogen pro-duction to see whether it could be

worthwhile.” He blames the lack of communication between the bat-tery world and the hydrogen world for not having explored the com-bination.The brick-sized prototype that Mul-der’s student Bernhard Weninger constructed worked right away.

Mulder said: “As soon as the bat-tery approached full charge, it pro-duced hydrogen.”Experiments showed that the com-bination of storage and hydrogen production resulted in 80-90% energy efficiency, which is higher than Ni-Fe battery (60-70%) or hy-drolysis (up to 70%) apart. Mulder, Weninger and others published their result in the magazine Energy & Environmental Science by the Royal Society of Chemistry on De-cember 14, 2016.

The Technology Foundation STW has awarded funding for further research at Mulder’s group Mate-rials for Energy Storage and Con-version, supported by various com-panies including Nuon and Proton Ventures.The current prototype stores up to 18 Watthour of energy and han-dles charging currents up to 20 Amperes. The next step is the de-velopment of a larger demo the size of a shipping container. That should be able to handle mega-watts and store megawatt-hours (the power of one megawatt over one hour). A consortium is lining up for its development in the next 18 months.The technology is promising be-cause the materials are cheap, non-toxic and abundantly availa-ble. The metals are kept in a cheap water-based electrolyte. Besides the technology has proven to be long-lived and it requires no rare metals (like platinum) as catalysts. (JW)

Double dangerEarthquakes in Groningen due to gas ex-traction may compromise levees and lead to floodings. Civil engineer Paul Korswa-gen studied the combined effects of earth-quake and flooding in the lowlands. Low-lying houses next to an elevated waterway are in double danger. An earthquake could damage the houses, and also make a levee break and cause a flooding. The water flow would result in slightly higher damages, but it would be a big killer after the earth-quake because the water would hinder rescue operations.delta.tudelft.nl/32552

Cosmic cannonballDeception at TU’s Astrodynamics & Space Missions section. In 2022 NASA will for the first time test a technique to slightly change an asteroid’s or comet’s trajectory by smacking a satellite against it. The in-sights that this cannonball method produ-ce should help us get prepared for the real thing: an earthbound asteroid the size of the dino-killer (65 million years ago). The mission is called the Asteroid Impact and Deflection Assessment (AIDA). But ESA withdrew its support. And with that, TU Delft’s part in what could possibly become a planet-saving technology shrinks to ne-arly null.delta.tudelft.nl/32603

In from the coldDr. Jing Rong Gao (Applied Sciences) is back from Antarctica. His terahertz sensors were the eyes of the STO2 mission (Stra-tospheric Terahertz Observatory) that was launched under a large helium balloon on December 8, 2016. Driven by the po-lar wind, it circled around the South pole while scanning the Statue of Liberty Nebu-la for star-forming processes. Gao’s tera-hertz sensors appeared to be working fine and were 100 times more sensitive than previous measurements from 1997.delta.tudelft.nl/32605

Edison’s battery reinvented as hydrolyser

Bernhard Weninger (left) with visiting Nobel laureate Stephen Chu and bat-tolyser (right). (Photo: Bernard Dam)

'The next step is a demo the size of a container'

WHAT'S HIDING IN DELFTMuseum Paul Tetar van Elven

Contents International

30 SURVIVING the new year

31 SCIENCE Edison's battery

28 MAIN Educating ethical engineers

Text: Damini PurkayasthaPhoto: Marcel Krijger

Called the ‘gem of the canal’, Museum Paul Tetar van Elven is a small but grand cultural site. Nestled along the canal, the museum was built as a home in the 16th century.

The interior, renovated in the 18th century and few times since, offer a peak into the life of the bourgeoisie of Delft. Besides the architecture and furniture, the museum also has an interesting permanent collection. Named after artist and art collector Paul Tetar van Elven (1823-1896), the collection includes paintings, artefacts, weapons, oriental porcelain, Delft Blue and paintings by

contemporaries of Van Elven. Besides these, the museum also has imitations of paintings by old masters such as Titian and Rembrandt painted by Van Elven. The permanent collection is fascinating enough, but if you visit before March, you can catch an exhibition of an art form rarely seen. Starting just after Christmas is an exhibition called Lumos! which features a collection of optic prints of Delft and Den Haag. “Optic illuminations and prints were an art form that was popular in the 18th and 19th century,” explained Alexandra Oostdijk, the curator of the museum. The prints were designed to create

an illusion of perspective when viewed through an optical device called a zograscope. Back then, people would pay a few cents to look through these machines and get a photograph-like glimpse of places painted by artists. TU Delft visitors won’t even have to pay a few cents. “We believe our collection will be very interesting for the students of the university and have decided that the entry to the museum will be free for all TU Delft students with valid student cards,” said Oostdijk.

tetar.nl