Rotterdam, 16 februari 2016. 16bb107ũ

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid J.W. Verhei] (WD) over Maandelijkse rapportage milieuzone.

Aan de Gemeenteraad.

Op 8 januari 2016 stelde J.W. Verheij (WD) ons schriftelijke vragen over de Maandelijkse rapportage milieuzone [16bb119]

Inleidend wordt gesteld: Op 1 januari 2016 is de Rotterdamse milieuzone voor personenauto's en kleine bestelbusjes aan de noordkant van de stad in werking getreden. Op 29 december 2015 verscheen in De Telegraaf het artikel 'Massale autodump door milieuzone' waarin wordt gemeld dat er al tienduizend vervuilende auto's uit het stadshart zijn verdwenen. Volgens de gemeente Rotterdam is de milieuzone daarom nú al een succes. Ook stelt de gemeente dat door vroegtijdig te waarschuwen voor de gevolgen veel mensen actie ondernemen, bijvoorbeeld door een auto in te ruilen of gebruik te maken van de sloopregeling van de gemeente. Om resultaten van collegebeleid objectief te kunnen beoordelen, is een goede nulmeting nodig. De W D heeft hierover 4 vragen gesteld, (vraag 1 t/m 4). De W D Rotterdam wil de effectiviteit van de milieuzone kunnen toetsen en vraagt het College daarom de effecten van de milieuzone secuur te meten en te rapporteren aan de gemeenteraad en de stad. Specifiek wil de WD-fractie maandelijks een rapportage ontvangen over diverse gegevens, voor tenminste een periode van 36 maanden. De vragen 5 t/m 15 hebben hierop betrekking. Tenslotte informeert de W D naar het aantal bezwaarschriften dat wij hebben ontvangen naar aanleiding van het op 19 november 2015 gepubliceerde 'Besluit Verkeersmaatregel' (vraag 16).

Hieronder volgen de vragen en onze beantwoording:

Vraag 1: Hoeveel automobilisten hebben hun auto aangemeld voor de sloopregeling in de periode van 15 maart 2014 tot en met 28 mei 2015 (de datum waarop de Rotterdamse milieuzone officieel door de raad is aangenomen)?

Antwoord:

3732. Dit zijn er gemiddeld in deze periode 257 per maand.

Vraag 2: Wat is in diezelfde periode het daadwerkelijk aantal gesloopte auto's geweest waarvoor mensen een slooppremie hebben ontvangen? Antwoord: 2152. Van de 3732 aanvragen zijn er 1580 aanvragen die niet tot een daadwerkelijke subsidieverstrekking hebben geleid, vanwege niet voldoen aan de voorwaarden, dubbele indiening, of intrekking aanvraag.

raadsvergadering van:

raadsstuk 0000

dd-mm-jjjj

pagina 1

Vraag 3: Wat ís het totaalbedrag dat is uitgekeerd aan slooppremies ín de genoemde periode?

Antwoord: 4.395.840 euro. Dit bedrag is uitgekeerd voor zowel slooppremies als voor terugkooppremies indien men gebruik maakte van de terugkoopregeíing voor een 100o7o elektrische of CNG auto (dat is in ongeveer 10o7o van de gevallen).

Vraag 4: Wat zijn de statistieken zoals gevraagd in vraag 1, 2 en 3 voor de periode vanaf 28 mei 2015 tot en met 31 december 2015?

Antwoord: Er zijn 3120 aanvragen ingediend (dit zijn er in deze periode gemiddeld 445 per maand) en 620 auto's gesloopt. Het totaal uitgekeerde bedrag in deze periode bedraagt 1.391.500 euro (wederom ook in ongeveer 100Zo van de gevallen heeft men een aanvullende terugkooppremie ontvangen). Daarnaast is erop 31 december 2015 een bedrag van 3.2 miljoen gereserveerd voor uit te keren subsidies op basis van de lopende aanvragen. In die gevallen heeft de aanvrager al goedkeuring gekregen voor de subsidie, maar moet de aanvrager de auto nog laten slopen en de demontageverklaring leveren voordat tot betaling kan worden overgegaan.

Vraag 5 t/m 15: De WD-fractie wil maandelijks een rapportage ontvangen, voor tenminste een periode van 36 maanden, over:

- Het aantal unieke auto's dat de afgelopen maand de milieuzone is binnengereden, uitgesplitst naar diesel, benzine en LPG-auto's (vraag 5);

- Het aantal unieke auto's dat de afgelopen maand in overtreding van de regels van de milieuzone toch de milieuzone is binnengereden, uitgesplitst naar diesel, benzine en LPG (vraag 6);

- Het aantal overtredingen van het inrijverbod van de milieuzone, uitgesplitst naar diesel, benzine en LPG, waarbij unieke auto's dus meerdere overtredingen begaan kunnen hebben (vraag 7);

- Tot 1 mei 2016: het aantal waarschuwingen dat is verstuurd vanwege overtreding van de regels van de milieuzone (vraag 8);

- Vanaf 1 mei 2016: het aantal opgelegde boetes vanwege overtreding van de regels van de milieuzone (vraag 9);

- De bij vraag 5, 6 en 7 genoemde aantallen afgezet tegen het totale aantal auto's dat de milieuzone ís binnengereden (vraag 10); De daggemiddelden van elke dag, alsmede het maandgemiddelde in de afgelopen maand voor de gemeten hoeveelheid E C , N02, NO, PM10 en PM2.5 op de luchtmeetnet-meetpunten (in ieder geval Bentinckplein en Schiedamsevest) binnen de milieuzone (vraag 11);

- De gegevens bij vraag 9 afgezet tegen dezelfde kalendermaand een jaar eerder (vraag12);

- Het aantal aangevraagde en verleende ontheffingen en het aantal keren dat een auto de milieuzone met een ontheffing is ingereden (vraag13);

- Het aantal aangevraagde en verleende ontheffingen en het aantal keren dat een auto de milieuzone meteen ontheffing is ingereden (vraag 14);

^ 1 Registratienummer cluster: BS16/00016 Portefeuillehouder:Pex Langenberg Steller: J. Fix, 55372144

raadsvergadering van:

raadsstuk 0000

dd-mm-jjjj

pagina 2

Het aantal resterende auto's in Rotterdam dat niet voldoet aan de vereisten van de milieuzone, uitgesplitst naar het aantal dat binnen en het aantal dat buiten de milieuzone staat geregistreerd (vraag15).

Antwoorden: Zoals blijkt uít de inleidende tekst van de W D heeft de gevraagde maandelijkse rapportage tot doel om de effectiviteit van de milieuzone te kunnen toetsen en monitoren. Daarover het volgende: In de Koersnota Luchtkwaliteit is beargumenteerd en wetenschappelijk gevalideerd dat tot 250Zo van de concentratie stikstofdioxide beïnvloedbaar is via lokale maatregelen (dit varieert per straat). Daarnaast is gemiddeld 50oZo van de concentratie EC (roet) afkomstig van lokaal verkeer en daardoor door ons te beïnvloeden. Dit verschilt iets van straat tot straat. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de omvang en samenstelling van het wagenpark zoals dat in Rotterdam rijdt, hebben wij door TNO een Wagenparkscan laten uitvoeren. Zo kan met tellingen op aantal relevante locaties die vervolgens gekoppeld worden aan de technische voertuiggegevens van de RDW, een representatief beeld worden verkregen van de verkeersstromen. Op basis hiervan is in onafhankelijk onderzoek geconcludeerd dat het instellen van een mìlieuzone leidt tot een vermindering van de uitstoot aan elementair koolstof (EC/roet) door het (lokale) wegverkeer met een percentage tussen de 20 en 300Zo. Tevens zal een milieuzone leiden tot een vermindering van NOx uitstoot tot circa 10oZo van het lokaal beïnvloedbare deel.

Om gefundeerde uitspraken over de gemeten effectiviteit van de milieuzone in Rotterdam te kunnen doen, zijn de volgende onderzoeksresultaten van belang: « Wijzigingen in de uitstoot van zowel roet als NOx » Resultaten ten aanzien van concentratieveranderingen voor roet, PM10 en N02.

Het effect van de milieuzone op de luchtkwaliteit kan het best in beeld worden gebracht aan de hand van wijzigingen in de samenstelling van het wagenpark wat er rijdt. Een luchtmeetstation kan alleen wanneer metingen over een langere periode worden beschouwd, gebruikt worden om het effect van een maatregel zichtbaar te maken. Dit aangezien metingen met een meetstation beïnvloed worden door andere factoren zoals variaties in het verkeer, weersomstandigheden en de autonome verschoning. Metingen met een luchtmeetstation zijn vooral nodig ter ijking van de modelberekeningen.

De recent uitgekomen Wagenparkscan 2015 (verkeerstelling oktober 2015) laat zien dat de uitgangspunten die voor de Koersnota Luchtkwaliteit zijn gehanteerd (ten aanzien van omvang, verdeling over de categorieën en ouderdom van het wagenpark) nog steeds actueel zijn. Zoals afgesproken met uw raad is de Wagenparkscan 2015 input voor DCMR om luchtberekeningen te maken. Deze resultaten komen in maart 2016 beschikbaar.

De Wagenparkscan dient twee doelen. Ten eerste willen we met de scan en de bijbehorende berekeningen over de luchtkwaliteit vastleggen hoe en in welk tempo het wagenpark is verschoond als gevolg van de Sloopregeling en de vaststelling van de Koersnota. Daarbij brengen we dus in beeld wat het effect is van stimulerende maatregelen voor Rotterdamse eigenaren (is er sprake van een versnelling?) ten opzichte van de autonome verschoning van het wagenpark. Let wel: er zal nog nauwelijks een effect te vinden zijn als gevolg van verschoning van voertuigen van buiten Rotterdam. Immers, betreffende eigenaren komen niet in aanmerking voor de Sloopregeling en andere stimulerende maatregelen.

Registratienummer cluster: BS16/00016 Portefeuillehouder:Pex Langenberg Steller. J. Fix, 55372144

raadsvergadering van:

raadsstuk 0000

dd-mm-jjjj

pagina 3

Ten tweede kunnen we na de volgende wagenparkscan constateren in welke mate de verschoning van het wagenpark het gevolg is van de milieuzone. Dan is ook te bepalen wat het effect van de milieuzone is voor iedereen die in Rotterdam wil rijden.

In voorjaar 2017 (telling najaar 2016) en najaar 2017 (telling voorjaar 2017) worden opnieuw luchtberekeningen gemaakt op basis van verkeerstellingen en actuele emissiefactoren. Die analyses geven een betrouwbaar inzicht in het effect van de Milieuzone Rotterdam.

Via de meetstations Bentinckplein, Statenweg en Schiedamsevest wordt de luchtkwaliteit gemonitord (vraag 11). Via de website www.luchtmeetnet.nl kunnen de resultaten per meetstation per parameter (N02, PM10 en PM2,5) worden opgevraagd. De gegevens zijn over een langere periode te raadplegen. De parameter EC (zwarte rook) wordt gemeten op zuid (Pleinweg en Zwartewaalsestraat). Door middel van dit meetkoppel wordt de EC-bijdrage van het wegverkeer gemonitord. Het is niet mogelijk om een daggemiddelde of een maandgemiddelde op te vragen aangezien hiervoor een aanpassing van het systeem noodzakelijk is. De resultaten van de meetstations worden gebruikt ín de rekenmodellen zoals deze door de DCMR worden toegepast.

Een maandelijkse rapportage zoals de W D verzoekt is om voorgenoemde redenen niet opportuun voor een betrouwbare toetsing van de effectiviteit. De wethouder heeft aangegeven in zijn brief van 22 januari 2016 (nummer 16bb390) dat de raad over de voortgang van de Milieuzone Rotterdam wordt geïnformeerd via de cyclus van reguliere 4- en 8-maandsrapportages. Daarbij zal worden ingegaan op de gegevens die bij de vragen 5, 6, 7, 8, 9, 10, 13, 14 en 15 zijn gesteld. De gegevens waarnaar de W D vraagt bij de vragen 11 en 12 worden niet gerapporteerd via de reguliere cyclus, maar worden betrokken bij de analyses van de DCMR.

Vraag 16: Hoeveel bezwaarschriften heeft de gemeente Rotterdam ontvangen als reactie op het Besluit Verkeersmaatregel zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 19 november 2015?

Antwoord: 92.

Burgemeester en Wethouders van Rotterdam

ÎSW: De burgemeester

s

,-

A.-Aböü'taĩeb ets 0-

7

Registratienummer cluster: BS 16/00016 Portefeuillehouder: Pex Langenberg Steller: J. Fix, 55372144

raadsvergadering van:

raadsstuk 0000

dd-mm-jjjj

pagina 4