Rioleringstechniek 5

4
Zorgvuldige aanleg en goede werking Het eerste aspect is de zorgvuldige aanleg. Het riool wordt in Nederland bijna altijd vervangen omdat het riool is verzakt en niet omdat het materiaal is aangetast. De ma- teriaalkeuze speelt wél een rol op cruciale plekken in het systeem, zoals bij bedrijven- terreinen, zinkers, etcetera.” Het tweede aspect dat Hartemink wil benadrukken is de werking van het systeem. “Ontwerpers moeten goed na blijven denken over de wer- king van het systeem. Hoe ga ik bijvoorbeeld om met hemelwater en afkoppeling? Maar ook de capaciteit van het systeem moet aan- dacht krijgen. We weten de ontwikkelingen in de toekomst niet. Heeft bijvoorbeeld een toekomstige herinrichting invloed op het sy- steem?” Hartemink vindt het creëren van overcapaciteit in systemen een verstan- dige keuze voor de toekomst. “Toen we nog met de rekenschuif werkten, hadden we een veiligheidsfactor van 1,7. Op die manier kwam je niet meteen in de problemen.” DUBOkeur Producenten van betonnen riolering inves- teren in de duurzaamheid van het mate- riaal. Dat de VPB-leden beschikken over het DUBOkeur vindt Hartemink dan ook een zeer goede zaak. “Het is goed dat de producenten bezig zijn met zaken als ener- gie- en grondstofverbruik. Als de energie voor de productie volledig afkomstig zou zijn van windmolens dan zou dat prachtig zijn, maar het maakt de rioolbuis nog niet duur- zaam! Daarvoor zijn de eerder genoemde punten echt een orde belangrijker.” Beheer Hartemink geeft aan dat de branche mo- menteel teveel is ‘gefocust’ op een aantal populaire onderwerpen. “Maar als het gaat om duurzaamheid moeten we veel meer kijken naar het totaalplaatje. Zijn de zaken die we nu bedenken over 50 jaar nog wel te beheren? Anno 2010 hebben de beheer- ders het al moeilijk. Laten we de zaken niet te complex maken, anders schieten we ons doel voorbij.” Als het gaat om beheer kun- nen de producenten meedenken over de vraag: “wanneer moet een riool worden vervangen?”, aldus Hartemink. “Momen- teel beoordelen we dit nog op basis van een lijst van 35 aspecten. Nu gaan we riolering vervangen, terwijl die wellicht nog 10 jaar mee zou kunnen. De restlevensduur is wat betreft nog teveel een onbekend terrein. Slijtage is geen lineair proces, maar veel meer afhankelijk van de samenstelling van het afvalwater. De inspectietechnieken rich- ten zich teveel op de kwaliteit van de leiding. Kwaliteit zou veel meer gerelateerd moeten worden aan de omgeving, grondwater en af- stroming. Misschien kan beton dus nog wel veel langer mee” Intermediair Het is goed dat de VPB-leden nadenken over duurzaamheid in de productiefase. Maar dat moet wat Hartemink betreft veel meer worden gekoppeld aan de gebruiksfase. Misschien moet NL Ingenieurs als inter- mediair harder optreden. “Als het gaat om ‘asset management’ moeten we materiaal- gebruik en beheer van de materialen meer de agenda van de opdrachtgevers krijgen.” Rioleringstechniek Nieuwsbrief November 2010 Inhoudsopgave Voorzijde: ‘Ontwerp en aanleg meest bepalend in totale duurzaamheid van riolering’ We moeten duurzaamheid niet te complex maken, aldus Jan Hartemink. Ontwerp en aanleg zijn de bepalende factoren! Pagina 2: Duurzame Riolering? We doen graag een boekje open voor u! De VPB heeft de LCA-studie geactu- aliseerd. Uit de resultaten blijkt eens temeer dat de milieubelasting van betonnen riolering steeds verder af- neemt. Pagina 3: Duurzaamheid en bezuinigingen bieden kansen Interview met Hugo Gastkemper, voorzitter van Stichting Rioned. Achterzijde: In de onderbuik van Parijs Een duik in de riolering van de Franse hoofdstad. ‘Ontwerp en aanleg meest bepalend in totale duurzaamheid van riolering’ “De discussie over de duurzaamheid van materialen voor rioleringen is minder zinvol dan veelal wordt aangenomen.” Aldus Jan Hartemink, Witteveen+Bos en voorzitter van het Expernetwerk Riolering van NL Ingenieurs. “Als het gaat om ‘duurzame riolering’ zijn er twee zeer belangrijkere aandachtspunten.

description

‘Ontwerp en aanleg meest bepalend in totale duurzaamheid van riolering’. Duurzame Riolering? Duurzaamheid en bezuinigingen bieden kansen. In de onderbuik van Parijs.

Transcript of Rioleringstechniek 5

Zorgvuldige aanleg en goede werkingHet eerste aspect is de zorgvuldige aanleg. Het riool wordt in Nederland bijna altijd vervangen omdat het riool is verzakt en niet omdat het materiaal is aangetast. De ma-teriaalkeuze speelt wél een rol op cruciale plekken in het systeem, zoals bij bedrijven-terreinen, zinkers, etcetera.” Het tweede aspect dat Hartemink wil benadrukken is de werking van het systeem. “Ontwerpers moeten goed na blijven denken over de wer-king van het systeem. Hoe ga ik bijvoorbeeld om met hemelwater en afkoppeling? Maar ook de capaciteit van het systeem moet aan-dacht krijgen. We weten de ontwikkelingen in de toekomst niet. Heeft bijvoorbeeld een toekomstige herinrichting invloed op het sy-steem?” Hartemink vindt het creëren van overcapaciteit in systemen een verstan-dige keuze voor de toekomst. “Toen we nog met de rekenschuif werkten, hadden we een veiligheidsfactor van 1,7. Op die manier kwam je niet meteen in de problemen.”

DUBOkeurProducenten van betonnen riolering inves-teren in de duurzaamheid van het mate-riaal. Dat de VPB-leden beschikken over het DUBOkeur vindt Hartemink dan ook een zeer goede zaak. “Het is goed dat de producenten bezig zijn met zaken als ener-gie- en grondstofverbruik. Als de energie voor de productie volledig afkomstig zou zijn van windmolens dan zou dat prachtig zijn, maar het maakt de rioolbuis nog niet duur-zaam! Daarvoor zijn de eerder genoemde punten echt een orde belangrijker.”

BeheerHartemink geeft aan dat de branche mo-menteel teveel is ‘gefocust’ op een aantal populaire onderwerpen. “Maar als het gaat om duurzaamheid moeten we veel meer

kijken naar het totaalplaatje. Zijn de zaken die we nu bedenken over 50 jaar nog wel te beheren? Anno 2010 hebben de beheer-ders het al moeilijk. Laten we de zaken niet te complex maken, anders schieten we ons doel voorbij.” Als het gaat om beheer kun-nen de producenten meedenken over de vraag: “wanneer moet een riool worden vervangen?”, aldus Hartemink. “Momen-teel beoordelen we dit nog op basis van een lijst van 35 aspecten. Nu gaan we riolering vervangen, terwijl die wellicht nog 10 jaar mee zou kunnen. De restlevensduur is wat betreft nog teveel een onbekend terrein. Slijtage is geen lineair proces, maar veel meer afhankelijk van de samenstelling van het afvalwater. De inspectietechnieken rich-ten zich teveel op de kwaliteit van de leiding. Kwaliteit zou veel meer gerelateerd moeten worden aan de omgeving, grondwater en af-stroming. Misschien kan beton dus nog wel veel langer mee”

IntermediairHet is goed dat de VPB-leden nadenken over duurzaamheid in de productiefase. Maar dat moet wat Hartemink betreft veel meer worden gekoppeld aan de gebruiksfase. Misschien moet NL Ingenieurs als inter-mediair harder optreden. “Als het gaat om ‘asset management’ moeten we materiaal-gebruik en beheer van de materialen meer de agenda van de opdrachtgevers krijgen.”

Rioleringstechniek

Met gepaste trots maken we melding van de volgende mijlpaal: Evenals de betonbuis met een diameter van 300 mm, voldoen nu ook de 400 en 500 mm buizen van de VPB- leden aan de criteria voor het dragen van het DUBOkeur®. Meer informatie? Neem contact op met de VPB, of kijk op de website (www.verenigingvpb.nl).

Nieuwsbrief November 2010

Inhoudsopgave • Voorzijde: ‘Ontwerp en aanleg meest

bepalend in totale duurzaamheid van riolering’ We moeten duurzaamheid niet te

complex maken, aldus Jan Hartemink. Ontwerp en aanleg zijn de bepalende factoren!

• Pagina 2: Duurzame Riolering? We doen graag een boekje open voor u!

De VPB heeft de LCA-studie geactu-aliseerd. Uit de resultaten blijkt eens temeer dat de milieubelasting van betonnen riolering steeds verder af-neemt.

• Pagina 3: Duurzaamheid en bezuinigingen bieden kansen Interview met Hugo Gastkemper, voorzitter van Stichting Rioned.

• Achterzijde: In de onderbuik van Parijs Een duik in de riolering van de Franse

hoofdstad.

‘Ontwerp en aanleg meest bepalend in totale duurzaamheid van riolering’“De discussie over de duurzaamheid van materialen voor rioleringen is minder zinvol dan veelal wordt aangenomen.” Aldus Jan Hartemink, Witteveen+Bos en voorzitter van het Expernetwerk Riolering van NL Ingenieurs. “Als het gaat om ‘duurzame riolering’ zijn er twee zeer belangrijkere aandachtspunten.

Nationale DatabaseMet de introductie van de Nationale Data-base in april van dit jaar was het voor de VPB ook weer tijd om het milieuprofiel van de producten up-to-date te maken. De gegevens uit de Nationale Database worden gebruikt in verschillende re-kenprogramma’s zoals GPR-Gebouw, GreenCalc en DuboCalc en zijn daarmee onderdeel van de criteria voor Duurzaam Inkopen.

LCA-methodeDe VPB heeft in 1995 en in 2001 al eer-der een LCA-studie uitgevoerd om een MRPI-certificaat te behalen. MRPI staat voor Milieu Relevante Product Informatie en dit is de basis voor opname in de Na-tionale Database. In samenwerking met het Cement&BetonCentrum is gezamen-lijk besloten een nieuwe studie uit te voe-ren geheel volgens de richtlijnen van de NEN8006:2004. De studie is uitgevoerd door INTRON.

In een LCA-studie worden alle relevante aspecten meegenomen tijdens de levens-fase van het product, dat wil zeggen van de winning van de grondstoffen, het trans-port, de productie, aanleg, onderhoud en sloop. De basis voor elke LCA-studie is een functionele eenheid. Voor deze studie is dit: 1 km buitenriolering van een gemengd rioolstelsel, vrij-verval systeem, gesitueerd in een woonwijk in een niet-zettingsgevoe-lig gebied. De ronde buizen van de riolering hebben een binnenmiddellijn van 300 mm; de riolering heeft een ontwerplevensduur van 80 jaar.

De technieken zijn de afgelopen jaren sterk verbeterd. Voorafgaand aan de studie is dan ook gedacht dat het profiel voor een betonnen riolering nog gunstiger is gewor-den. Die verwachting is terecht gebleken! We doen graag een boekje open voor u!

In figuur 1.1 is een aantal milieueffecten uit het milieuprofiel opgenomen.

Op zich zijn de uitkomsten niet eenvoudig om te interpreteren. Het betreft name-lijk slechts een deel van het milieuprofiel en daarnaast zijn de cijfers zeer klein. Daarom is in figuur 1.2 het complete mi-lieuprofiel van 2001 vergeleken met het profiel van 2010.

Uit de grafiek is duidelijk te zien dat alle milieueffecten zijn afgenomen en dus de milieubelasting van de betonnen riole-ring verder is afgenomen. Dit wordt ver-oorzaakt door de verdere optimalisatie van de productieprocessen in de fabrieken, de zuinigere transportmiddelen en kranen die tegenwoordig beschikbaar zijn en zeker ook door de verbetering in het productieproces van het cement. Het milieuprofiel van cement heeft zoals ver-wacht nog altijd een dominante rol in het profiel van de buizen. Uiteraard zijn er veel verschillende dia-

meters betonnen riolering te verkrijgen. De VPB heeft naast de studie dan ook een gevalideerde tool laten ontwikkelen om het milieuprofiel van de andere diameters te kunnen bepalen. Ook deze gegevens worden in de Nationale Database inge-bracht.

Beton is altijd al een milieuvriendelijk ma-teriaal geweest. De laatste jaren heeft de

industrie hard gewerkt om de producten nog verder te verduurzamen. De VPB- leden zijn blij dat dit nu ook tot uiting komt in het nieuw opgestelde milieuprofiel. De gegevens worden opgenomen in de Natio-nale Database. De verwachting is dat, als u gaat rekenen met de verschillende pro-gramma’s, u automatisch terecht komt bij een riolering van beton.Omdat op dit moment de achtergrond- gegevens van de Nationale Database nog niet zijn vrijgegeven zijn de hieronder weergegeven resultaten nog voorlopig. Wij verwachten echter geen grote afwijkingen.

Duurzame Riolering?We doen graag een boekje open voor u.

Figuur 1.2

Milieueffecten Eenheid Productie Levering Aanleg Onderhoud Sloop Afdanking Totaal

Broeikaseffect kg CO2 1.9E+04 1.5E+03 5.6E+03 7.4E+03 5.6E+03 1.7E+03 4.1E+04

Grondstoffen jr-1 4.9E-09 5.6E-10 2.1E-09 2.8E-09 2.1E-09 6.8E-10 1.3E-08

Energie MJ 2.2E+05 2.2E+04 8.1E+04 1.1E+05 8.1E+04 2.7E+04 5.4E+05

Emissies jr-1 2.8E-07 4.2E-08 1.6E-07 2.1E-07 1.6E-07 4.3E-08 8.9E-07

Figuur 1.1

0%  

10%  

20%  

30%  

40%  

50%  

60%  

70%  

80%  

90%  

100%  

Abiotis

che uitp

uttin

g

Broe

ikas

effect

Aant

astin

g oz

onlaag

Human

e toxicit

eit

Ecot

oxici

teit

water

Ecot

oxici

teit

bode

m

Foto

chem

ische

oxida

ntvo

rming

Verzur

ing

Verm

estin

g

gron

dsto

ffen

ener

gie

emiss

ies

afva

l – niet g

evaa

rlijk

afva

l - gev

aarlijk

MRPI  2010  

MRPI  2001  

Interview Hugo Gastkemper, directeur Stichting Rioned

Duurzaamheid en bezuinigingen bieden kansenWe treffen elkaar in het kantoor van Hugo Gastkemper, directeur van Stich-ting Rioned in Ede. Het interview vindt plaats midden tussen de oude land-kaarten, die vroeger op school zijn gebruikt. “Dat is een hobby van me”, aldus Gastkemper. Hij vertelt eerst iets over Rioned, voordat we over thema’s als duurzaamheid en water op straat gaan hebben. ”Stichting Rioned is er voor iedereen die professioneel ac-tief is in de rioleringszorg. Voorkeuren voor bijvoorbeeld materialen heeft de stichting niet. Productontwikkeling en kwaliteit van de materialen is meer iets van de markt. Wij richten ons vooral op het systeem als geheel.

Duurzaamheid is een spel tussen twee partijenAls het gaat om ‘duurzame riolering’ kijkt de Stichting vooral naar de impact op de samenleving. “Denk bijvoorbeeld aan de milieubelasting van overstorten, het inzamelen van afvalwater en afkoppeling”, aldus Gastkemper. “Duurzame materialen ontstaan door eisen van ‘bovenaf’ en de markt. Samen bepalen ze het tempo. Dat geldt ook voor ontwikkelingen als duur-zaam inkopen.” Enerzijds mogen er niet teveel regels komen, maar de markt moet wel worden geprikkeld, vindt Gastkemper. “Het blijft een spel tussen deze twee par-tijen. De ene keer daagt de markt met een duurzame innovatie de opdrachtgever uit. De andere keer daagt de overheid dezelfde markt uit tot duurzame oplossingen.”

Meer voor minderHet thema voor de komende jaren is vol-gens Gastkemper: meer doen met minder geld. “Er is eigenlijk 600 miljoen extra nodig voor de verbetering van de kwaliteit van riolering, drinkwater en ‘asset-manage-ment’, maar tegelijkertijd gaan we bezui-nigen. De milieuverbeteringen moeten worden gerealiseerd door slimme investe-ringen en doelmatig werken. Elke beslis-sing moet meer dan ooit gebaseerd zijn op: nut, noodzaak en kosteneffectiviteit.” Dat betekent bijvoorbeeld kritisch nadenken over wanneer en hoe vervangen. Een an-dere vraag is wanneer je door schaalver-groting efficiënter kunt werken. Dat is niet alleen een verhaal over geld, maar gaat

naar zijn overtuiging ook kwaliteitswinst opleveren.” Gastkemper heeft daarbij wel de kanttekening dat er meer gegevens no-dig zijn. “Als de riolering 80 jaar moet kun-nen blijven liggen, moeten we weten hoe het werkt.”

Kwaliteitsdenken moet overheersen Bovenstaande maakt duidelijk dat de bran-che meer dan ooit het ‘kwaliteitsdenken’ hoog in het vaandal moet hebben staan. Dat past ook in het beleid van Stichting Rioned. Als het aan Gastkemper ligt, worden be-slissingen niet meer genomen op basis van dogma, verleden of vuistregels. “We moe-ten meer gegevens en meer kennis verza-melen voor het nemen van beslissingen. We moeten het ontwerpen meer baseren op kennis en bijvoorbeeld ook meer reke-ning houden met de toekomstige ontwik-kelingen in het gebied. Welke zaken kan ik verwachten? Op die manier nemen we doordachte maatregelen.”

Water op straat: wen er maar aan!Deze titel heeft recentelijk de media be-reikt en heeft nogal wat commotie ver-oorzaakt. Gastkemper geeft aan dat het is gebaseerd op de klimaatvisie van Stichting Rioned (2007). De hevigheid van de buien neemt toe en daarvoor kunnen een aantal maatregelen worden genomen. Stichting Rioned maakt onderscheid tussen ‘water-overlast’ en ‘waterschade’. De discussie

richt zich nu op het eerste aspect en wel het ‘water op straat’. “Als we de helft van ons stelsel willen afkoppelen kost dat al gauw 18 miljard. En dan kijk ik niet op een miljard meer of minder. De overheid moet verantwoording af kunnen leggen over de genomen maatregelen. Grotere diameters is een prima oplossing mits daar een visie aan ten grondslag ligt.” We vergelijken het vergroten van het stelsel met de ver-breding van de A12. Dat gaat in ‘mootjes’, maar zal uiteindelijk een positieve bij-drage leveren aan het oplossen filepro-bleem. “Dat is prima te verantwoorden. En dat geldt ook voor de rioolstelsels. Maar je moet als gemeente een visie hebben. An-ders is het weggegooid geld!”

Afbrokkelende kennis biedt kansenDat beleid brengt ons bij de afbrokkelende kennis in de branche. Natuurlijk maakt ook Gastkemper zich daar zorgen om. “Het vak wordt uitdagender en vraagt steeds meer om hoogwaardige kennis. Eerst denken en dan doen. Als naar het verloop van kennis wordt gekeken als statisch probleem dan is het in-derdaad een grote zorg voor de toekomst. Maar ik bekijk het als dynamisch probleem en dan leiden bezuinigingen en afbrokkelende kennis tot nieuwe uitdagingen, waardoor goede mensen worden aangetrokken – ook uit andere vakgebieden. Het zal leiden tot meer specialisatie. Uiteindelijk worden we daar be-ter van. Het wordt alleen maar leuker!”

Hugo Gastkemper geeft een toelichting van de Klimaatvisie van Stichting Rioned aan de VPB (Erik van der Garde).

www.verenigingvpb.nl

De Vereniging van Producenten van Betonleidingsystemen (VPB) is een zogenaamde sectorver-eniging van de BFBN (Bond van Fabrikanten van Betonproducten in Nederland). De VPB is opge-richt met als doel een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de betonindustrie. De leden houden zich bezig met de productie van betonnen rioleringssystemen. Hierbij valt te denken aan de productie van buizen, putten, bassins, gemalen en tal van andere voorzieningen.

De VPB richt zich specifiek op twee kernactiviteiten: onderzoek en kennisoverdracht. Onderzoek vindt onder andere plaats op het gebied van fysica, techniek en milieu. Daarnaast vormt markt- en motiefonderzoek een belangrijk researchgebied. Kennisoverdracht vindt plaats via handboeken, publicaties, onderwijsmodules en publieke media.

De volgende bedrijven zijn lid van de Vereniging VPB:Nijmeegse Betonindustrie De Hamer B.V. te Nijmegen - www.dehamer.nlKijlstra B.V. te Drachten - www.kijlstra.euMartens Beton B.V. te Oosterhout - www.martensgroep.nlStreek Beton B.V. te Lochem - www.streekbeton.nlStruyk Verwo Aqua B.V. te Nederweert - www.struykverwo.nl

Deze nieuwsbrief verschijnt in een oplage van 4.500 ex. bij o.a. gemeenten, Rijkswaterstaat en provincies, water-schappen, hoogheemraadschappen, Staatsbosbeheer en ingenieursbureaus.U kunt uzelf of andere geïnteresseerden aanmelden via de VPB website.

R

Met betonkijk je verder

Bezoek de VPB website voor meer informatie:

www.verenigingvpb.nl

Deze nieuw

sbrief is gedrukt op duurzaam FSC

gecertificeerd papier

In de onderbuik van ParijsDe redactie van Rioleringstechniek bezocht afgelopen zomer de riolering van Parijs, een verrassend populaire attractie in de lichtstad. Het effectieve rioleringssysteem in de kalkbodem beslaat een lengte van zo’n 2.500 kilometer wat gelijk staat aan de afstand tussen Parijs en Istanbul. Het rioolstelsel levert een totale stroom van afval- en hemelwater op van 15 kubieke meter per seconde. Ruim 900 mensen zijn dagelijks voor het onderhoud werkzaam. Een duik in de onderbuik van Parijs.

Niet ver van de Eiffeltoren, aan de oevers van de Seine, ligt het rioolmuseum ‘Museé des Egouts’. Overigens zijn de Parijse riolen al vanaf de wereldtentoonstelling van 1867 voor het publiek te bezichtigen. Die excur-sies in luxe reinigingskarren en boten blijken een groot succes. Wit geklede rioolbeambten trekken de deftig uitgedoste gasten in deze vaar- en voertuigen door de riolen. De on-berispelijk schone, moderne riolen - na de revolutie van 1838 moderniseert Haussmann Parijs ingrijpend - zijn niet langer een bron van angst en walging, maar het visitekaartje van de overheid. Alle huizen moeten op het openbare rioolsysteem worden aangesloten.

Ingenieur Eugène Bertrand zorgt ervoor dat de rioolpijpen met een helling van 3 procent naar het noordwesten aflopen. Bij die hel-ling zorgt de zwaartekracht voor het trans-port zonder dat de onderhoudsploegen erin uitglijden. Het is in die dagen overigens de bedoeling dat het rioolstelsel alleen het wa-ter van de straten en van de huishoudens transporteert en zeker niet urine en uitwerp-selen. Pas kort na de wereldtentoonstelling,

rond 1870, wordt het in het openbaar legen van de beerputten met menselijke urine en ontlasting maatschappelijk niet langer ge-tolereerd, zodat de inhoud ervan ook in het riool terechtkomt. Londen, Berlijn en Brus-sel zijn hier dan al eerder toe overgegaan. ‘Rioolarchitect’ Haussmann beseft dat deze beslissing onvermijdelijk is, maar blijft zich toch lang verzetten tegen deze vervuiling van zijn rioolproject door urine en ontlasting. Pas in 1892, na de laatste grote cholera-uit- barsting, breekt de maatschappelijke over-

tuiging definitief door dat het nodig is alles via het riool af te voeren.

Vandaag de dag is er een tourplan om het ondergrondse Parijs te leren kennen. Stap voor stap wordt uitgelegd wat water in de wereld en Parijs in het bijzonder betekent. Via verschillende galeries, genoemd naar belangrijke grondleggers van het riool, ein-digt de rondleiding in een heuse shop waar de meeste bezoekers vooral één wens heb-ben: frisse buitenlucht.