Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie...

77
Augustus 2015 Aquafin NV Dijkstraat 8 2630 Aartselaar Tel: 03/450 45 11 Fax: 03/450 44 45 Bemaling ikv Renovatie RWZI Retie (22.326) Retie ONTHEFFINGSNOTA MER

Transcript of Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie...

Page 1: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Augustus 2015 Aquafin NV Dijkstraat 8 2630 Aartselaar Tel: 03/450 45 11 Fax: 03/450 44 45

Bemaling ikv Renovatie RWZI Retie (22.326)

Retie

ONTHEFFINGSNOTA MER

Page 2: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 1

1. ALGEMENE INLICHTINGEN ........................................................................................................................... 3

1.1 SITUERING VAN HET PROJECT ......................................................................................................................... 3 1.2 TOETSING AAN DE MER-PLICHT...................................................................................................................... 3 1.3 DOELSTELLING ONTHEFFING ........................................................................................................................... 3 1.4 INITIATIEFNEMER .............................................................................................................................................. 3 1.5 DESKUNDIGEN ................................................................................................................................................. 3

2. VERANTWOORDING PROJECT ..................................................................................................................... 5

2.1 DOELSTELLING ................................................................................................................................................. 5 2.2 VLAREM ............................................................................................................................................................ 5 2.3 ADMINISTRATIEVE VOORGESCHIEDENIS .......................................................................................................... 5 2.4 JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN ................................................................................... 7 2.6 TECHNISCHE ASPECTEN VAN DE INRICHTING ................................................................................................ 10 2.7 BESCHRIJVING VAN DE ALTERNATIEVEN ........................................................................................................ 11

2.7.1 Doelstellingsalternatieven .................................................................................................................. 11 2.7.2 Uitvoeringsalternatieven ..................................................................................................................... 11

2.8 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN .......................................................................................................... 11

3. BESCHRIJVING VAN DE INGREEP-EFFECTRELATIES ......................................................................... 13

4. BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN EN INVLOED OP HET STUDIEGEBIED ....................................... 15

4.1 BODEM EN GRONDWATER ............................................................................................................................... 15 4.2 OPPERVLAKTEWATER .................................................................................................................................... 21 4.3 FAUNA EN FLORA ........................................................................................................................................... 23 4.4 ANTROPOGEEN MILIEU & LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE .................................... 27

5. ALGEMEEN BESLUIT ...................................................................................................................................... 29

6. BIJLAGEN ........................................................................................................................................................... 31

6.1 VERKLARENDE WOORDENLIJST ...................................................................................................................... 31 6.2 FOTOREPORTAGE BEMALING RWZI RETIE ..................................................................................................... 35 6.3 ZETTINGSBEREKENING TIJDENS EERSTE BEMALINGSFASE RENOVATIE RWZI RETIE ...................................... 37 6.4 GRONDWATERANALYSE DD. 28/01/2015 RWZI RETIE ................................................................................... 39 6.5 OVERZICHT CHEMISCHE KWALITEIT ZWARTE NEET NABIJ RWZI RETIE ........................................................ 41 6.6 AANGEMELDE HABITATS EN SOORTEN BINNEN HET SBZ-H BE2100026 ........................................................ 43 6.7 SITUERING ZOEKZONES SBZ-H BE2100026 BINNEN DE INVLOEDSTRAAL VAN DE BEMALING ....................... 45 6.8 KWETSBAARHEID VAN DE AANWEZIGE VEGETATIE IN HET PROJECTGEBIED ................................................... 47

7. FIGUREN ............................................................................................................................................................. 49

0. INHOUDSTAFEL

Page 3: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 2

Page 4: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 3

1.1 SITUERING VAN HET PROJECT

Voorliggend verzoek tot ontheffing van de MER-plicht behandelt de impact van de bemalings-

werken i.f.v. de renovatie van de RWZI Retie. De installatie ligt aan de Meierend 13a te 2470

Retie, kadastraal bekend sectie F perceelnr. 635A (Figuur 1).

1.2 TOETSING AAN DE MER-PLICHT

Volgens de bepalingen van art.4.3.2 §3 van het decreet van 18 december 2002 tot aanvulling van

het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel

betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage (B.S. 13/02/2003), wijst de Vlaamse

Regering aan de hand van de criteria die worden omschreven in de bij dit decreet gevoegde

bijlage II, de categorieën van projecten aan, die worden onderworpen aan milieueffectrapportage.

In de bijlage II van het Besluit (B.S. 17/02/2005) bij het Decreet staat onder rubrieknummer 10 o)

onttrekken van grondwater als het debiet meer dan 1.000 m³/dag bedraagt en de activiteit een

betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan

veroorzaken. Aangezien voor de geplande bemaling een opgepompt debiet verwacht wordt van

3.000 – 4.000 m³/dag en de invloedstraal van de bemaling tot in het habitatrichtlijngebied

BE2100026 “Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden” reikt, zijn

de vergunningsplichtige bemalingswerken i.f.v. de renovatie van de RWZI Retie

milieubeoordelingsplichtig (Figuur 2). Een MER is noodzakelijk tenzij een ontheffingsnota

ingediend wordt bij het departement Leefmilieu, Natuur en Energie, de dienst

Milieueffectrapportage en een ontheffing van milieubeoordelingsplicht wordt verkregen.

1.3 DOELSTELLING ONTHEFFING

De nota bevat een gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de rapportageverplichting bij de

administratie. Een ontheffing wordt mogelijk wanneer voldaan wordt aan de bepalingen van

art.4.3.3 §3 van het decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene

bepalingen inzake milieubeleid met een titel betreffende de milieueffect- en veiligheidsrapportage

(B.S. 13/02/2003).

1.4 INITIATIEFNEMER

Aquafin NV

Dijkstraat 8

2630 Aartselaar

1.5 DESKUNDIGEN

De opmaak van de ontheffingsnota gebeurt door de afdeling Milieu van Aquafin NV, Dhr. Yves

Verheyden ([email protected]).

1. ALGEMENE INLICHTINGEN

Page 5: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 4

Page 6: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 5

2.1 DOELSTELLING

Het doel van de bemaling is om de werken van de vierde bouwfase van de renovatie van de

RWZI Retie aan te kunnen vatten. In deze fase zal het bestaande bergbezinkingsbekken (BBB)

deels afgebroken worden en een nieuw BBB, enkele parkeerplaatsen en een biofilter aangelegd

(Figuur 3). Het bestaande retentiebekken bevindt zich op een diepte van 3,55m-mv, werd

gebouwd op een paalfundering en heeft een oppervlakte van circa 700m². De vloer van het open

bekken vertoont scheuren t.g.v. het opstuwende grondwater. Door uitvoering van de geplande

werken, wordt opnieuw belet dat afvalwater in contact kan komen met het grondwater en de

bodem. Door het bouwen van een gesloten bergbezinkingsbekken met biofilter zal de geur van

het afvalwater naar omwonenden eveneens gereduceerd worden. De grondwatertafel bevindt

zich reeds op circa 0,8m-mv, waardoor de geplande werken enkel kunnen uitgevoerd worden

mits er aanzienlijk bemaald wordt.

2.2 VLAREM

Rubriek 53.11.2° van de indelingslijst van Vlarem I omvat de werken voor het onttrekken van

grondwater met een debiet van meer dan 1.000 m³ per dag als de activiteit een betekenisvolle

aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken.

Bijgevolg dient een klasse 1 vergunning bij de bestendige deputatie aangevraagd te worden.

Bijlagen 5.53.1. t.e.m. 5.53.5 bij Vlarem II bepalen de randvoorwaarden waaraan de bemaling

dient te voldoen. Zo dient het opgepompte debiet continu geregistreerd te worden, minimaal één

peilput geboord te worden in samenwerking met een m.e.r.-deskundige water en tijdig

ingemeten, bemonstering van het grondwater, e.d.

2.3 ADMINISTRATIEVE VOORGESCHIEDENIS

De RWZI Retie werd in 1975 gebouwd voor een ontwerpcapaciteit van 13.950 IE. Sinds

stikstofverwijdering wettelijk verplicht werd voor deze RWZI reduceerde de capaciteit tot 7.290 IE.

Momenteel wordt er slechts 3,7Q14 biologisch behandeld. De huidige nabezinktank is

ontoereikend, de elektromechanica verouderd en een goede sturing van het zuiveringsproces

ontbreekt. Daarom drong de renovatie van deze RWZI zich op, en werd dit project door de

minister op het Optimalisatieprogramma (OP) 2010 opgenomen. Een uitbreiding van de

hydraulische capaciteit tot 6Q14, vervanging van de elektromechanica, installatie van PLC en

optimalisatie van het bestaande bergbezinkingsbekken vormen onderdeel van dit

renovatieproject. De stedenbouwkundige vergunning voor het uitvoeren van deze werken

(8.00/13036/437553.3) werd op 19/12/2013 bekomen, de milieuvergunning (MLVER-2013-

0117/VCSA/mben) respectievelijk op 03/01/2014. Om de uitgegraven gronden tijdelijk te

stapelen, diende extra werkzone ingenomen te worden. Door de gemeente Retie werd op

23/03/2014 de milieuvergunning uitgereikt om 3.500m³ gronden tijdelijk op de kadastrale

percelen te Retie, Meierend z/n, afdeling I, sectie F nrs. 650a en 653 te stapelen. Gezien de

ligging van deze percelen binnen de afbakening van het habitatrichtlijngebied BE2100026, werd

2. VERANTWOORDING PROJECT

Page 7: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6

ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014 verleend werd

(ref. ANB PB/14-01076).

Met de publicatie van de Vlaremtrein 2013 op 24/09/2014, werden de rubrieken van bijlage I bij

Vlarem I gewijzigd. Vergunningsplichtige bemalingen dienen bij hun aanvraag getoetst te worden

aan de m.e.r.-plicht, waardoor minimaal een project-m.e.r.-screeningsnota aan de aanvraag dient

toegevoegd te worden. Vermits de milieuvergunning voor het renovatieproject reeds verkregen

was, en de werken reeds voor inwerkingtreding van deze nieuwe wetgeving gestart werden, werd

beslist om voor de verschillende fases van bemaling 2 separate milieuvergunningsaanvragen in

te dienen. Zo dienen de lopende werken niet geschorst te worden en blijft de vigerende

wetgeving gerespecteerd. Voor de huidige fase van het bemalen werd een milieuvergunning

(rubriek 53.2.2°b) bij de gemeente Retie aangevraagd op 3/04/2015, waarbij een project-m.e.r.-

screening werd toegevoegd. In deze fase worden technische maatregelen getroffen om de

bemalingsinvloed te verminderen: zo worden er rond de nieuwe nabezinktank secanspalen

voorzien, waarbij onderaan de uitgraving onderwaterbeton gestort wordt. Om de opstuwende

druk van het grondwater te milderen, wordt buiten de secanspalen de grondwatertafel tot 1,5m-

mv verlaagd. De pompdebieten worden gereduceerd tot 838m³/dag, waardoor deze bemaling

een klasse 2-inrichting blijft. De milieuvergunning voor de exploitatie van deze bemaling werd op

17/06/2015 verkregen (ref. TS/975.22/2015.03.2).

Voorliggend verzoek tot ontheffing kadert in de vierde bouwfase van het renovatieproject

(Figuur 3). Zoals verder beschreven, is het technisch niet mogelijk om de pompdebieten voor

deze fase te beperken tot minder dan 1.000m³/dag. Gezien de ligging van Natura 2000-gebied

binnen de invloedstraal van de bemaling, is de bemaling in deze fase opgenomen onder

rubriek 53.11.2° (klasse 1) van Bijlage I bij Vlarem I.

Page 8: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 7

2.4 JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN

TABEL 1: MATRIX MET JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN

Juridische

randvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking relevantie Hoofdstuk

Gewestplan/BPA/RUP Geeft de bestemming van de gronden in Vlaanderen weer.

Ja De RWZI bevindt zich in gebied bestemd voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut volgens het gewestplan (Figuur 2).

Geluid (4.3) Antropogeen milieu (4.5) Fauna en flora (4.6) Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie (4.7)

Wet op de onbevaarbare Waterlopen

Regelt onder meer de bepalingen betreffende de ‘buitengewone werken van verbetering of wijziging’ aan waterlopen.

Ja Het effluent wordt geloosd in de Zwarte Neet, waterloop van tweede categorie met VHA-code 7.756 (Figuur 1).

Oppervlaktewater (4.1) Fauna en flora (4.6)

Functietoekenning oppervlaktewaterkwaliteit

Legt de kwaliteitsdoelstellingen vast voor alle oppervlaktewateren.

Ja De Zwarte Neet is per definitie ingedeeld als type kleine beek conform de Kaderrichtlijn Water, met als kwaliteitsdoelstelling basiskwaliteit waardoor de richtwaarden opgenomen onder bijlage 2.3.1.2.1° bij Vlarem II van toepassing zijn.

Oppervlaktewater (4.1) Fauna en flora (4.6)

Bosdecreet Regelt het behoud, bescherming, aanleg en beheer van bossen. Regelt in dit verband ook de kappingen, vergunningsvoorwaarden en eventuele compensaties (art.50).

Nee Het terrein van de RWZI ligt niet in bosgebied volgens het gewestplan of binnen de afbakening van boskarteringsgebied.

Beschermde monumenten, landschappen en/of stads- of dorpsgezichten

Ter bescherming van monumenten en stads- en/of dorpsgezichten en landschappen; instandhouding, herstel en beheer van beschermde landschappen.

Nee De site ligt niet in of nabij beschermde monumenten, landschappen, stads- en/of dorpsgezichten volgens de landschapsatlas (Figuur 4).

Decreet op het archeologisch patrimonium

Regelt de bescherming, het behoud en de instandhouding, het herstel en het beheer van het archeologisch patrimonium.

Ja Het terrein is in het verleden reeds vergraven voor de aanleg van de huidige constructies van de RWZI Retie (Figuur 1).

Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie (4.7)

Page 9: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 8

TABEL 1: MATRIX MET JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN

Natuurbeheersrecht - Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu - Vlaamse en/of erkende Natuurreservaten - Vogelrichtlijngebieden - Habitatrichtlijngebieden - Ramsargebied

Centraal staan een planmatige aanpak (natuurbeleidsplan), een horizontaal beleid (‘standstil’ principe) en een gebiedsgericht beleid. Terreinen, van belang voor behoud en ontwikkeling van natuur(lijk milieu), die aangewezen of erkend zijn door Vlaamse Regering. Heeft als doel de instandhouding van alle natuurlijke in het wild levende vogelsoorten en hun leefgebieden. Heeft als doel de bescherming van de natuurlijke leefgebieden die van belang zijn voor de instandhouding van wilde fauna (uitgezonderd vogelsoorten) en flora. Internationale overeenkomst inzake watergebieden die van internationale betekenis zijn, in het bijzonder als woongebied voor de watervogels.

Nee Nee Nee Ja Nee

De inrichting ligt niet in natuurgebied volgens het gewestplan of in Vlaams Ecologisch Netwerk. De inrichting ligt niet in of nabij een natuurreservaat. De inrichting ligt niet in of nabij vogelrichtlijngebied. De inrichting grenst aan het habitatrichtlijngebied BE2100026 “Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden” (Figuur 2). De installatie ligt niet in of nabij ramsargebied.

Fauna en flora (4.6)

Grondwaterdecreet Bescherming, reglementering en aansprakelijkheid inzake grondwater.

Ja Binnen een contour van 500m rondom de bemaling bevinden zich 3 vergunde grondwaterwinningen.

Bodem en grondwater (4.2)

Vlarem Vlaams reglement voor milieuaangelegenheden bevat de regels waaraan de verschillende installaties moeten voldoen.

Ja In de milieuvergunning wordt o.a. opgelegd aan welke lozings- en geluidsvoorwaarden moet voldaan zijn. Tevens wordt bepaald welke sectorale voorwaarden van toepassing zijn voor grondwaterwinningen.

Oppervlaktewater (4.1) Bodem en grondwater (4.2) Geluid (4.3)

Vlarebo Uitvoeringsbesluit van het bodemsaneringsdecreet Vlaams reglement voor bodemver-ontreiniging, de regelgeving m.b.t. bodem- en grondwatervervuiling.

Ja In het verleden werd er 1 bodemonderzoek uitgevoerd, conform de regelgeving in het Vlarebo i.f.v. de exploitatie van de RWZI. De percelen van de installatie werden opgenomen in het voormalige register voor verontreinigde gronden o.w.v. een historische verontreiniging met arseen in het grondwater en een lichte overschrijding met PAK’s in het vaste deel van de bodem.

Bodem en grondwater (4.2)

Page 10: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 9

TABEL 1: MATRIX MET JURIDISCHE EN BELEIDSMATIGE RANDVOORWAARDEN

Decreet integraal waterbeheer

Gecoördineerd en geïntegreerd ontwikkelen, beheren en herstellen van watersystemen. Eén van de algemene instrumenten van het beleid is de Watertoets. De vergunning verlenende overheid toetst de eventuele effecten van het project op de infiltratie van hemelwater of de ruimte voor het watersysteem en neemt indien nodig juiste maatregelen.

Ja De inrichting ligt deels in mogelijk overstromingsgevoelig gebied (Figuur 5). Ten noorden van de Molsebaan (N2) is een deel langs de Zwarte Nete effectief overstromingsgevoelig (Figuur 5).

Oppervlaktewater (4.1) Fauna en flora (4.6)

Beleidsmatige randvoorwaarden

Inhoudelijk Relevant Bespreking relevantie Hoofdstuk

Landschapsatlas Geeft aan waar historisch gegroeide landschapsstructuur tot op vandaag herkenbaar gebleven is en duidt deze aan als relicten en/of ankerplaatsen.

Ja Het terrein van de RWZI grenst aan het lijnrelict L10056 ‘Zwarte Nete’ (Figuur 4). Ten noorden van de site bevindt zich de relictzone R10115 ‘Vallei van de Zwarte, Witte en Desselse Nete’ (Figuur 4).

Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie (4.7)

Landinrichting Het bevorderen, voorbereiden, integreren en begeleiden van maatregelen, handelingen en werken die gericht zijn op het vrijwaren, herwaarderen en het meer geschikt maken van oa landelijke gebieden.

Nee Er zijn geen landinrichtingsprojecten uitgevoerd of gepland nabij het projectgebied.

Ruilverkaveling Ruilen van versnipperde gronden met als doel een betere economische uitbating.

Nee Er zijn geen gebieden geselecteerd als ruilverkavelingsgebieden op het grondgebied van de gemeente Retie.

Natuurinrichting Het doel is een gebied optimaal inrichten in functie van behoud van bestaande natuur, maar ook herstel en ontwikkeling van natuur en het beheer nadien (zie natuurdecreet).

Nee Er zijn geen gebieden geselecteerd als natuurinrichtingsgebied op het grondgebied van de gemeente Retie.

Page 11: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 10

2.6 TECHNISCHE ASPECTEN VAN DE INRICHTING

De bemaling bestaat normaliter uit een klassieke verticale filterbemaling. Rondom het

bergbezinkingsbekken worden op regelmatige afstand vacuümfilters in de grond gespoten. Dit

zijn verticale kunststofbuizen met een geperforeerd deel onderaan en een lengte tussen 3 – 7m.

De vacuümfilters worden aangesloten op een (ring)leiding, waarop een onderdruk wordt

aangelegd (Bijlage 6.2). Zo wordt grondwater onttrokken en verlaagt het grondwaterpeil. De

diameters van de filters zijn meestal 50mm, maar kunnen groter voorzien worden. De leiding

wordt aangesloten op een vacuümpomp, aangedreven door electro- of dieselmotoren, waarbij het

opgepompte water middels een afvoerleiding wordt geloosd op de Zwarte Neet. Omwille van het

ijzerrijke grondwater, zal het opgepompte grondwater eerst over een container gevoerd worden

waar het ijzer kan neerslaan, alvorens in de Zwarte Neet te stromen.

Mogelijk volstaat de filterbemaling niet om de grondwatertafel voldoende te dalen en dient

bijkomstig een dieptebron voorzien te worden. Hierbij wordt een boorgat geboord tot circa 10

meter onder het maaiveld. In dit boorgat wordt een PVC-filter ingebouwd die omstort wordt met

filtergrind. In de bron wordt een onderwaterpomp ingebouwd. Via deze techniek kan een groter

debiet onttrokken worden, mogelijk noodzakelijk om de bouwput droog te houden.

Page 12: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 11

2.7 BESCHRIJVING VAN DE ALTERNATIEVEN

2.7.1 Doelstellingsalternatieven

Voorliggende inrichting heeft tot doel de grondwatertafel te verlagen zodat de werken voor de 4de

bouwfase van de renovatie van de RWZI Retie in den droge kunnen plaatsvinden. Het bestaande

retentiebekken wordt grotendeels behouden en zal als beschoeiing van de bouwput fungeren

voor de aanleg van de nieuwe constructies. Niettegenstaande dient er bemaald te worden om de

nieuwe constructies aan te leggen.

Het nulalternatief, waarbij niet bemaald wordt en er dus niet in den droge kan gewerkt worden,

resulteert in een schorsing van de geplande werken. Bouwfase 4 van het renovatieproject van de

RWZI Retie waarbij het bestaande bekken wordt verwijderd en een nieuw bergbezinkingsbekken,

biofilter voor geurbehandeling en parking wordt gebouwd, zal hierdoor niet kunnen uitgevoerd

worden.

2.7.2 Uitvoeringsalternatieven

Uitvoeringsalternatieven zijn bijvoorbeeld wijzigingen aan de manier waarop de werken worden

uitgevoerd, de keuze van het gebruikte materiaal, e.d. De noodzaak om af te wijken van de

standaard uitvoeringswijze, zal in hoofdstuk 4 onderzocht worden.

2.8 GRENSOVERSCHRIJDENDE EFFECTEN

Het verdrag van Espoo, door Vlaanderen goedgekeurd op 15/07/1997, vraagt rekening te houden

met de bepaling inzake grensoverschrijdende emissies of effecten. De RWZI Retie bevindt zich in

het oosten van de provincie Antwerpen, op circa 7km ten zuiden van de Nederlandse grens. De

Zwarte Neet stroomt zuidwaarts, weg van de landsgrens. Grensoverschrijdende effecten worden

bijgevolg niet verwacht, dit aspect wordt dan ook niet verder behandeld.

Page 13: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 12

Page 14: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 13

De ingreep-effectrelaties worden weergegeven in onderstaande tabel:

TABEL 2: INGREEP-EFFECTMATRIX

Verschillende

fasen

Deelingrepen Bodem Grondwater Oppervlaktewater Fauna/flora Landschap, onroerend

erfgoed en archeologie

Antropogeen milieu

Voorbereidende

fase

Aanleg werkzone Profielverstoring Biotoopverlies Landschapsbeleving Geluidshinder

Verdichting Rustverstoring Landschapsstructuur

Verlies van

erfgoedwaarde incl.

archeologisch erfgoed

Plaatsen filters,

pompen en motor

Profielverstoring Biotoopverlies Landschapsbeleving Geluidshinder

Exploitatiefase Bemalen Invloed op fysische

of chemische

eigenschappen en

inklinking

Verlaging

grondwaterpeil

Verhoging debiet

Wijziging kwaliteit

Biotoopwijziging

door verdroging

Wijziging fauna & flora Zettingen

Afwerkingsfase Verwijderen filters,

pompen en motor

Profielverstoring Grondwaterpeil Biotoopverlies Landschapsbeleving Geluidshinder

3. BESCHRIJVING VAN DE INGREEP-EFFECTRELATIES

Page 15: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 14

Page 16: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 15

In dit hoofdstuk zal de referentiesituatie een beschrijving geven van de huidige toestand van het

studiegebied per relevante discipline door gebruik te maken van bestaande documenten,

veldwaarnemingen, kaartmateriaal, e.d. Vervolgens wordt de impact van de renovatie als de

exploitatie op de omgeving beschreven.

4.1 BODEM EN GRONDWATER

Bronnen:

Bodemkaart van België;

Geologische kaart van België;

Databank Ondergrond Vlaanderen;

Kaartmateriaal watertoets;

Oriënterend bodemonderzoek RWZI Retie (Tauw, 1999);

Grondmechanisch bodemonderzoek ORGMA1304000/2 (GMA, 2013);

Grondmechanisch bodemonderzoek ORGMA1401691/1 (GMA, 2014).

Referentiesituatie:

Geologie en hydro(geo)logie

Ter hoogte van het studiegebied is de Kwartaire deklaag volgens de geologische kaart circa 4m

dik. Ze is overwegend samengesteld uit licht leemhoudend zeer fijn tot fijn zand. Bij boringen

i.k.v. het grondmechanische bodemonderzoek werd een veenhoudend horizont t.h.v. 2 boringen

aangetroffen. Het Tertiair, met name de Formatie van Brasschaat, werd bij enkele boringen

aangesneden op 3,75 tot 4,5m-mv. Deze formatie bestaat uit middelmatig fijne zanden, goed

gesorteerd en soms glauconiethoudend. De gemiddelde dikte bedraagt ongeveer 10m. Onder

de Formatie van Brasschaat komt de formatie van Mol voor en bestaat uit wit half grof

kwartszand, goed gesorteerd. Ze bevat geen klei en bestaat praktisch uitsluitend uit kwarts. Het

zand is 10 tot 15m dik. De Formatie van Kasterlee bestaat uit bleekgroene tot bruine

kleihoudende fijne zanden, micahoudend en licht glauconiethoudend met enkele kleihorizonten.

Een basisgrind kan voorkomen, de maximale dikte bedraagt 20m.

De Formatie van Diest, onder de Formatie van Kasterlee, wordt in dit gebied gevormd door de

Zanden van Deurne. De Zanden van Deurne zijn opgebouwd uit fijne groengrijze heel

glauconietrijke zanden met veel fossielen. Deze Formatie wordt onderaan begrensd door de

Formatie van Berchem. Het is een mariene eenheid bestaande uit 3 leden: de zanden van

Antwerpen, de Zanden van Kiel en de Zanden van Edegem. Het lid van Edegem is een

opwaarts vergrovende sequentie waarvan de basis bestaat uit een grindlaagje. De Zanden van

Kiel zijn een volledig ontkalkt glauconietrijk zand van 10m dik. De Zanden van Antwerpen zijn

donkergroen tot zwarte, zeer glauconietrijke zanden van middelmatige korrelgrootte die

verschillende schelpenbanken bevatten. De Formatie van Berchem is geen continue afzetting,

de drie leden zijn van elkaar gescheiden door korte sedimentatie-onderbrekingen.

4. BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN EN INVLOED OP HET STUDIEGEBIED

Page 17: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 16

De Formatie van Berchem wordt onderaan afgesloten door de Formatie van Boom. De Klei van

Boom is een grijze, siltige klei of kleiige silt, die wordt gevormd door het Lid van Belsele-Waas,

het Lid van Terhagen en het Lid van Putte. Het Lid van Belsele-Waas omvat het onderste meer

siltige deel van de kleilaag en is ongeveer 10m dik. Hierop bevindt zich het Lid van Terhagen,

20m dikke bleekgrijze klei, die met het minst siltige pakket in de Klei van Boom overeenstemt.

Het Lid van Putte aan de top onderscheidt zich van het Lid van Terhagen door de aanwezigheid

van banden rijk aan organisch materiaal en siltige horizonten.

Samengevat zijn de (hydro)geologische gegevens ter hoogte van de RWZI Retie (Tauw, 1999):

TABEL 3: GEGEVENS ONDERGROND RWZI RETIE

Stratigrafie Formatie Leden Hydrogeologie

Kwartair Goed doorlatend

Tertiair Plioceen

Brasschaat Schorvoort Goed doorlatend

Mol Donk Goed doorlatend

Kasterlee - (Matig) doorlatend

Tertiair Mioceen

Diest Zanden van Deurne Doorlatend

Berchem

Zanden van Antwerpen Doorlatend

Zanden van Kiel Doorlatend

Zanden van Edegem Doorlatend

Tertiair Oligoceen

Boom

Lid van Putte Zeer slecht doorlatend

Lid van Terhagen Zeer slecht doorlatend

Lid van Belsele-Waas Zeer slecht doorlatend

De boringen i.k.v. het grondmechanisch onderzoek op het terrein van de RWZI bevestigen fijne

zandgronden tot 5m-mv. Tijdens het veldwerk van het oriënterende bodemonderzoek in februari

1999 bedroeg de grondwaterstand tussen de 0,05 – 0,25m-mv. Tijdens het grondmechanisch

onderzoek ter voorbereiding van voorliggend renovatieproject in april 2014 werd t.h.v. 3

boringen een grondwaterstand op 2m-mv aangetroffen. In kader van de eerste en huidige fase

van de bemalingswerken werd de grondwatertafel opnieuw periodiek ingemeten, waarbij het

grondwater bij aanvang van de bemaling tussen 0,41 (januari 2015) en 0,93m-mv (mei 2015)

bevond.

De aanwezige bodemtypes t.h.v. de installatie en de nabije omgeving volgens de bodemkaart

van België zijn (Figuur 5):

vSem Natte lemig zandbodem met dikke antropogene humus A horizont

Sep3z Natte lemig zandbodem zonder profiel

OB Bebouwde zones

Zbm Droge zandbodem met dikke antropogene humus A horizont

Kwaliteit ondergrond en grondwater

In kader van de periodieke onderzoeksplicht van de ondergrond bij ingedeelde inrichtingen,

werd in 1999 een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd op het terrein van de RWZI Retie.

Hierbij werd in het vaste deel van de bodem de bodemsaneringsnorm voor bestemmingstype II

voor PAK’s overschreden t.h.v. 1 boring. In het grondwater werd de bodemsaneringsnorm

overschreden voor arseen (48µg/l) t.h.v. 1 peilbuis, dewelke historisch van aard is. OVAM

oordeelde echter dat op dit perceel niet tot een bodemsanering diende overgegaan te worden

Page 18: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 17

ksR 3000

rR

hHkQ

lnln

²²

(ref. OA-59045/3). Enkele mengmonsters van het vaste deel van de bodem i.k.v. het technisch

verslag (grondverzet) bevatten eveneens hoge arseenconcentraties (33 – 52 – 130 mg/kg DS).

Grondwaterwinningen

De percelen van de RWZI bevinden zich niet binnen de afbakening van waterwingebied of in

een beschermingszone hiervan. Binnen een straal van 500m van het terrein van de RWZI zijn 3

vergunde grondwaterwinningen te Retie (Tabel 4):

TABEL 4: GRONDWATERWINNINGEN NABIJ RWZI RETIE (DOV, 2015)

Adres Vlarem Diepte

(m-mv) Aquifer

Debiet Einddatum

vergunning m³/dag m³/jaar

Meierend 41 53.8.2 182 Zand van Berchem 8 2.276 15/07/2031

Molsebaan 54 53.6.1 118 Zand van Diest 45,5 16.600 19/03/2033

Lage Weg 8 53.6.1 118 Zand van Diest 45,5 16.600 09/03/2033

Aanleg en exploitatie:

De invloed van de grondwaterwinning op de watervoerende laag kan worden ingeschat m.b.v.

volgende formules:

1. Reikwijdte bemaling (formule van Sichardt)

Met R = reikwijdte bemaling (m) s = beoogde grondwaterstandverlaging (m) k = doorlaatbaarheid (m/s)

2. Oppompdebiet (formule van Dupuit)

Met Q = oppompdebiet (m³/dag per put) k = doorlaatbaarheid (m/s) H = dikte van het ongestoorde watervoerend pakket (m) h = dikte van het watervoerende pakket bij winning (m) R = reikwijdte bemaling (m) r = de gemiddelde straal van de puttenring rondom de bouwput (m)

Om het bestaande bergbezinkingsbekken te verwijderen en het nieuwe bekken aan te leggen,

zal er tot een diepte van 4,52m-mv ontgraven worden. Op basis van de meest recente

gegevens wordt uitgegaan van een grondwaterstand op 0,80m-mv. Er werd reeds bemaald i.f.v.

de werken aan de toevoercollector en in functie van de droogzuiging voor de bouwput van de

nabezinktank. Op basis van de opgepompte debieten wordt een doorlaatbaarheid ingerekend

tussen 7 x 10-4 m/s tot 1 x 10-3 m/s. Dit komt overeen met een zeer doorlatende zandgrond.

Op basis van deze gegevens wordt een invloedstraal (R) van de bemaling tot circa 335m

berekend voor de droogzuiging van de bouwput, te rekenen vanaf de filter. Het totaal

pompdebiet voor de droogzuiging van deze bouwput bedraagt circa 3.629 m³/dag. Bij een

Page 19: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 18

extreme doorlaatbaarheid van 1 x 10-3 m/s wordt een pompdebiet tot 4.900 m³/dag

gemodelleerd. Dergelijke invloedstralen worden in praktijk echter niet verwacht, vermits de

modellering geen rekening houdt met de aanwezige beschoeiingen, de aanwezigheid van de

Zwarte Neet en het feit dat een k-waarde van 1 x 10-3 m/s als zeer extreem te beschouwen is.

Een stabiel bemalingsdebiet tussen 3.000 – 4.000 m³/dag wordt verwacht.

In de derde fase van het renovatieproject werden technische maatregelen getroffen om de

impact van de bemaling te milderen (ref. milieuvergunning TS/975.22/2015.03.2). Zo worden er

rond de nieuwe nabezinktank secanspalen voorzien (Bijlage 6.2), waarbij intern onderaan de

uitgraving onderwaterbeton gestort wordt. Om de opstuwende druk van het grondwater te

milderen, wordt buiten de secanspalen de grondwatertafel tot 1,5m-mv verlaagd (Bijlage 6.2).

De pompdebieten worden hierdoor gereduceerd tot 838m³/dag. De milieuvergunning voor de

exploitatie van deze bemaling werd op 17/06/2015 verkregen (ref. TS/975.22/2015.03.2). Voor

de gedeeltelijke afbraak van het bestaande bergbezinkingsbekken zijn binnen de beschikbare

werkzone geen technische maatregelen toepasbaar om een volledig gesloten bouwput te

creëren waarin alle werken in den droge kunnen uitgevoerd worden. Het bestaande

retentiebekken treedt weliswaar deels op als beschoeiing en waterremmend scherm, maar

buiten dit bekken dienen eveneens werken uitgevoerd te worden waardoor de grondwatertafel

verlaagd dient te worden.

Zettingen en inklinking

In kader van de bemaling i.f.v. de aanpassingen aan de influentcollector in het eerste kwartaal

van 2015, werden periodiek zettingsmetingen uitgevoerd t.h.v. 9 referentiepunten (Bijlage 6.3).

Hierbij werden geen zettingen vastgesteld t.h.v. deze referentiepunten. Ook tijdens de geplande

bemalingswerken voor bouwfase 4, zullen periodiek eventuele zettingen opgemeten worden

t.h.v. referentiepunten, met name woningen en gebouwen. Aanzienlijke zettingen worden niet

verwacht, maar indien niet-toelaatbare zettingen worden vastgesteld, zullen onmiddellijk de

gepaste maatregelen m.b.t. de bemaling getroffen worden (eventueel retourneren van

bemalingswater t.h.v. het gebouw in kwestie).

Er is werd een veenlaag aangetroffen tijdens het grondmechanisch onderzoek op het terrein

van de RWZI. Deze ligt in een zone die reeds meermaals werd bemaald. Verdere inklinking van

deze laag wordt bijgevolg niet verwacht. Bij de uitgevoerde bodemonderzoeken werd geen

humus in de ondergrond teruggevonden waardoor mineralisatie van dergelijke lagen niet aan

de orde is.

Grondverzet: kwaliteit vaste deel van de bodem

In kader van het totale renovatieproject werd een technisch verslag i.k.v. het grondverzet

opgemaakt. Voor het totale project zal tot 3.658m³ grond uitgegraven worden. De grond kreeg

als code 211, wat wil zeggen dat deze binnen de kadastrale werkzone vrij gebruikt kan worden.

Voor de vierde bouwfase zullen gronden aangevoerd worden, die in kader van de uitgraving

voor de bouwput van de nabezinktank tijdelijk aan de andere zijde van de Zwarte Neet

gestockeerd werden. De bemaling op zich genereert geen grondverzet.

Page 20: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 19

Grondwaterstroming

De grondwaterstroming is matig gevoelig tot zeer gevoelig voor wijziging (Figuur 7). Tijdens het

bemalen zal de grondwaterstroming inherent beïnvloed worden. Deze is tijdelijk van aard

(maximaal 150 dagen). Na aanleg van de bouwkundige werken voor het nieuwe

bergbezinkingsbekken zal de bemaling stilgelegd worden en worden de filters verwijderd en de

boorgaten opgevuld met zand, met eenzelfde doorlaatbaarheid als de omliggende gronden. De

grondwaterstroming zal zich nadien op korte tijd herstellen.

Grondwaterkwaliteit

In 1999 werd het grondwater kwalitatief beproefd i.k.v. het periodiek wettelijk verplichte,

oriënterende bodemonderzoek. Hierbij werd een verhoogde waarde voor arseen (48µg/l)

teruggevonden t.h.v. één peilbuis. Recent werd het terrein meermaals bemaald i.f.v. de eerste

werken voor de renovatie van de RWZI. Er zijn geen indicaties van verontreiniging van het

grondwater binnen de invloedstraal van de bemaling. Ten gevolge van de geplande bemaling

wordt er bijgevolg geen verontreiniging van het grondwater verwacht door verplaatsing van een

verontreinigingspluim in de ondergrond.

Op 28/01/2015 werd t.h.v. van één van de peilbuizen het grondwater kwalitatief beproefd

waarbij geen indicaties zijn van verontreiniging van het grondwater voor deze parameters

(Bijlage 6.4). De bemalingspompen, stroomvoorziening en filters worden zodanig opgesteld en

bedreven dat er geen verontreiniging van de ondergrond of het grondwater kan optreden.

Inbreng bodemvreemde materialen

Door de plaatsing van de filters en/of PVC-buis met filtergrind worden er bodemvreemde

materialen in de bodem ingebracht. Na de bemalingswerken worden deze verwijderd, en daar

waar nodig zullen de (ingevallen) boorputten met reeds uitgegraven gronden (i.k.v. een vorige

fase) opnieuw opgevuld worden. De impact op de samenstelling van de bodem is bijgevolg

verwaarloosbaar. De werken vinden plaats in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en

openbare nutsvoorzieningen.

Verdichting

De site is één bouwwerf, i.k.v. de renovatie van de RWZI (AQF-project 22.326). Het beperkte

transport nodig om de stroomvoorziening, de pomp, filters en leidingwerk aan te leveren en

nadien te verwijderen van de site, is verwaarloosbaar t.o.v. het vrachtverkeer, kranen en

graafmachines i.k.v. het renovatieproject. Verdichting van de ondergrond t.w.a. transport i.f.v.

de bemalingswerken is bijgevolg niet aan de orde.

De bemaling i.f.v. de vierde bouwfase van de renovatie van de RWZI Retie heeft tot doel tijdelijk

de grondwatertafel te verlagen, zodat de werken in den droge kunnen uitgevoerd worden. Na

uitvoering van de werken zal de grondwatertafel en -stroming zich op één tot enkele weken

opnieuw herstellen.

Page 21: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 20

Page 22: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 21

4.2 OPPERVLAKTEWATER

Bronnen:

Jaarverslag meetnet oppervlaktewater;

Vlaamse Hydrologische Atlas;

Kaartmateriaal watertoets;

Onderzoek naar de verspreiding en de typologie van ecologisch waardevolle waterlopen in

het Vlaamse gewest: Netebekken (Bervoets, L. et al.; 1993);

Richtlijnenboek voor discipline water (Sertius, 2011);

Exploitatiegegevens Aquafin NV.

Referentiesituatie:

De bemaling wordt opgestart vlak aan de Zwarte Neet (Figuren 1 en 5). Het betreft een waterloop

van tweede categorie met als doelstelling basiskwaliteit. De Zwarte Neet is een kleine beek

conform de Kaderrichtlijn Water en is aangeduid als ecologisch uiterst kwetsbare waterloop op de

kwetsbaarheidskaart voor overstorten (Code van Goede Praktijk voor het ontwerp, de aanleg en

het onderhoud van rioleringssystemen, 2012).

De beoordeling van de structuurkenmerken van de waterloop gebeurt a.d.h.v. drie parameters: de

meandering, het stroom-kuilen patroon en de aanwezigheid van holle oevers. Meandering is

biologisch gezien uiterst belangrijk omdat het verschillende stroomsnelheden creëert met een

diversificatie van het milieu tot gevolg. Bij het stroom-kuilen patroon treft men een afwisseling

tussen grof en modderig bodemmateriaal aan, hetgeen van groot belang is voor diverse

waterorganismen. Holle oevers zijn noodzakelijk voor het al dan niet voorkomen van bepaalde

soorten. Op basis van veldwaarnemingen, orthofoto’s en literatuurgegevens krijgt de Zwarte Neet

nabij de RWZI Retie overwegend een goede structuurkwaliteit toebedeeld.

Het debiet van de Zwarte Neet nabij de RWZI Retie is niet gekend. Momenteel behandelt deze

installatie maximaal 78 l/s biologisch, en kan er bij extreme regenval tot 903 l/s via de

stormweerafvoer (SWA) in de Zwarte Neet geloosd worden. Na renovatie van de installatie via

project 22.326 zal de RWZI tot 177 l/s biologisch kunnen behandelen (uitbreiding van 3,7Q14 naar

6Q14). Het influent dat niet op de installatie behandeld wordt, zal nadien eerst naar het

bergbezinkingsbekken afgeleid worden, alvorens er effectief naar de Zwarte Neet wordt

overgestort. In praktijk vermindert de overstortwerking aan de RWZI bij een bui f7 (d.i. een bui die

statistisch 7 keer per jaar voorvalt) van 2.298m³ naar slechts 29m³.

Een inschatting van de waterkwaliteit kan gebeuren a.d.h.v. de beschikbare meetgegevens i.k.v.

het Meetnet Oppervlaktewaterkwaliteit van VMM. Circa 200m stroomopwaarts van de RWZI Retie,

respectievelijk 250m stroomafwaarts op de Zwarte Neet bevinden zich 2 meetpunten die periodiek

door VMM bemonsterd en geanalyseerd worden. Zowel opwaarts als afwaarts de effluentlozing

voldoet de Zwarte Neet niet aan de norm voor het totaal fosforgehalte (zomerhalfjaargemiddelde

0,14 mgP/l) en CZV (90-percentiel 30 mgO2/l; Bijlage 6.5).

Page 23: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 22

De RWZI Retie ligt deels in mogelijk overstromingsgevoelig gebied volgens het kaartmateriaal i.f.v.

de watertoets (Figuur 5). Ten noorden van de Molsebaan is het terrein langs de Zwarte Neet

effectief overstromingsgevoelig (Figuur 5).

Aanleg en exploitatie:

Op basis van het oriënterende bodemonderzoek dd. 1999 werd een verhoogde concentratie van

arseen t.h.v. slechts 1 peilbuis aangetroffen. Sindsdien werd het terrein meermaals bemaald. Ter

hoogte van de overige peilbuizen werd een arseenconcentratie van 5,5 en 7,5 µg/l aangetroffen.

De aanwezigheid van arseen in het grondwater is echter historisch van aard. Vanaf de lozing van

5 µg As/l wordt het geloosde bemalingswater ingedeeld als niet-huishoudelijk afvalwater. Gezien

de historische aard van deze concentraties, zal in de milieuvergunningsaanvraag toelating

gevraagd worden om tot 10 keer de jaargemiddelde milieukwaliteitsnorm voor arseen (10 x 3µg/l;

opgelost) te mogen lozen in de Zwarte Neet. Er zijn geen indicaties dat de lozing van het

bemalingswater kan resulteren in het overschrijden van de opgelegde richtwaarden voor kleine

beek, conform bijlagen 2.3.1.2.1° en 2.3.1.3 bij Vlarem II.

Er wordt een aanzienlijk debiet (3.000 – 4.000m³/dag) op de Zwarte Neet geloosd, afkomstig van

de bemaling. De Zwarte Neet kan dit in normale omstandigheden kwantitatief verwerken. De RWZI

kan maximaal tot 84.739 m³/dag lozen, waardoor het opgepompte debiet minder dan 5% van het

vergunde effluentdebiet bedraagt. In zeer uitzonderlijke omstandigheden, bij extreme en

langdurige regenval kan het dat de Zwarte Neet gezwollen is en stroomafwaarts (circa 1km) uit

haar oevers treedt. In dergelijke omstandigheden kan het alsnog noodzakelijk geacht worden om

de bemaling tijdelijk stil te leggen.

De structuurkwaliteit van de Zwarte Neet wordt niet beïnvloed door de geplande bemalingswerken.

Binnen de 5m-erfdienstbaarheidszone op de oever van de Zwarte Neet i.f.v. kunnen mogelijk filters

geplaatst dienen te worden. Ook de opvangbak i.f.v. het neerslaan van het ijzer kan in deze zone

voorzien worden. De oevers op zich worden echter niet gewijzigd door de geplande bemaling.

Door de geplande bemalingswerken zal een debiet tot 4.000m³/dag op de Zwarte Neet geloosd

worden. Er wordt echter noch kwantitatief noch kwalitatief een ontoelaatbare impact verwacht t.g.v.

de geplande werken.

Page 24: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 23

4.3 FAUNA EN FLORA

Bronnen:

Europees beschermde natuur in Vlaanderen en het Belgisch deel van de Noordzee.

Habitattypen I Dier- en plantensoorten (Decleer et al., 2007);

Aanwijzingsbesluit Kleine Nete (BVR 23/04/2014);

Managementplan Natura 2000 1.0 Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden,

moerassen en hei (ANB Natura2000_0000334, 2014);

Kwetsbaarheidsgetallen voor BWK-ecotopen, VLM (De Baere, 1990);

Jaarverslag meetnet oppervlaktewater (VMM; www.vmm.be);

Vlaamse Hydrologische Atlas (http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/vha/);

Geactualiseerde BWK (http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/bwk/);

Ecosysteemkwetsbaarheidskaarten (http://geovlaanderen.agiv.be/geo-

vlaanderen/kwetsbaarheidskaarten/);

Kaartmateriaal watertoets (http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/watertoets/);

Inventarisatiegegevens Aquafin NV.

Referentiesituatie:

De RWZI Retie grenst aan het habitatrichtlijngebied BE2100026 ‘Valleigebieden van de Kleine

Nete met brongebieden, moerassen en heiden’ (Figuren 2 en 8). Dit ecologisch waardevolle

gebied ligt in de Kempen nabij de Kleine Nete (met haar bovenlopen) en omvat circa 4.884ha

verspreid over 11 deelgebieden in 16 verschillende gemeenten. Niet minder dan 22 habitats en 11

soorten zijn onder dit gebied aangemeld (Bijlage 6.6). De Kleine Nete is een van de meest

natuurlijke rivieren in Vlaanderen met een goede waterkwaliteit en met een prachtige natuurmix

van o.a. veenrelicten, ruigtes, graslanden, bossen en heide. Het projectgebied sluit aan bij

deelgebied 6 van dit habitatrichtlijngebied: bovenlopen van de Kleine Nete, Desselse en Zwarte

Nete met De Maat en Koemook.

De voornaamste prioritaire inspanningen voor het deelgebied 6 van de SBZ-H BE2100026

vormen:

A. Herstel van de natuurlijke hydrologie

B. Verdere verbetering van de waterkwaliteit, herstel natuurlijke beekstructuur en connectiviteit

C. Reddingsmaatregelen voor veenhabitats voor de gevlekte witsnuitlibel en groenknolorchis

D. Creatie van voldoende groene kernen droge heide- en graslandhabitats

E. Creëren van voldoende leefgebied voor gladde slang, rugstreeppad en heikikker

F. Omvormen van niet-habitatwaardig bos naar boshabitats en effectieve bosuitbreiding

G. Afstemmen van recreatie op de ecologische waarden

Op dergelijke wijze wordt een verdere ontwikkeling van het habitat 3260 Submontane en laagland

rivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitans en het Callitricho-Batrachion

nagestreefd langs de Zwarte Neet.

Voor elke vergunningsplichtige activiteit die een betekenisvolle aantasting kan veroorzaken van de

natuurlijke kenmerken of instandhoudingsdoelstellingen van een speciale beschermingszone, dient

Page 25: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 24

een passende beoordeling opgemaakt te worden. Conform art. 36ter, §3, 6de lid van het Decreet

Natuurbehoud, kan de passende beoordeling geïntegreerd worden in de milieueffectrapportage.

Voorliggend hoofdstuk wordt beschouwd als passende beoordeling voor het bemalen i.f.v.

bouwfase 4 van het project 22.326 Renovatie RWZI Retie.

In kader van de voortoets passende beoordeling werd ingeschat welke effecten de bemaling op de

potenties van het habitatrichtlijngebied kan hebben. Het landbouwterrein ten oosten van de RWZI

Retie, aan de andere zijde van de Zwarte Neet, werd aangeduid als zoekzone voor habitat 6430

‘Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland en van de montane en alpiene zones’

(Bijlage 6.7). De Zwarte Neet wordt aangeduid als zoekzone voor habitattype 3260 Submontane

en laaglandrivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitans en het Callitricho-

Batrachion (Bijlage 6.7). Er zijn geen aangemelde habitats aanwezig in het habitatrichtlijngebied

binnen de invloedstraal van de bemaling.

Het perceel van de RWZI is, t.h.v. de inplanting van de verschillende onderdelen, biologisch weinig

waardevol volgens de kartering van de biologische waarderingskaart: het werd gekarteerd als ui,

industriële bebouwing (Figuur 9). Binnen de invloedzone van de bemaling bevinden zich

onderstaande karteringen i.k.v. de geactualiseerde biologische waarderingskaart (Figuur 9):

ui m industriële bebouwing, fabriek

ua m halfopen of open bebouwing met beplanting

ur m bebouwing in agrarische omgeving, losstaande hoeve

bs m akker op zandige bodem

hx m zeer soortenarme, ingezaaide graslanden vaak tijdelijk

pa w naaldhoutaanplant zonder ondergroei

kbb- m bomenrij met dominantie van berk

kbq- m bomenrij met dominantie van zomereik

lhi w populierenaanplant op vochtige ondergrond met ruderale ondergroei

Waarbij m= biologisch minder waardevol en w= biologisch waardevol

Het terrein langs de Zwarte Neet is opgenomen als faunistisch voornaam gebied volgens de

biologische waarderingskaart (Figuur 9).

De flora op het perceel waarop de verschillende onderdelen van de installatie zich bevinden, zijn

volgens de ecosysteemkwetsbaarheidskaarten niet gevoelig voor ecotoopverlies of verdroging

(Figuren 13 en 14). Ook binnen de invloedstraal van de bemaling in het habitatrichtlijngebied is de

vegetatie overwegend niet tot weinig gevoelig voor ecotoopverlies en verdroging (Figuren 13 en

14).

De Zwarte Neet kent een goed visbestand. Tijdens periodieke inventarisaties door het INBO

werden de voorbije jaren (2003 – 2007 – 2010) 13 verschillende soorten aangetroffen. Ook

kwetsbare soorten als rivierdonderpad en beekprik, en de kleine modderkruiper die als “bijna in

gevaar” opgenomen staat op de IUCN rode lijst van zoetwatervissen in Vlaanderen, komen vlak

aan de RWZI voor.

Page 26: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 25

Op 7/06/2011 werd door Aquafin de vraag gesteld of een passende beoordeling voor de geplande

werken en verdere exploitatie diende opgemaakt te worden, rekening houdende met de beperkte

impact. Het Agentschap Natuur en Bos was van mening dat een passende beoordeling niet

noodzakelijk was, mits het ijzerrijke grondwater niet rechtstreeks in de Zwarte Neet geloosd werd

tijdens de bemaling, maar via een opvangbak zou geloosd worden (Ref. ANB PB/2470/11-03252

dd. 25/7/2011). Op dergelijke wijze kan het ijzer neerslaan alvorens in de Zwarte Neet terecht te

komen.

Voor de tijdelijke grondstockage van circa 3.500m³ gronden, zal een terrein aan de andere zijde

van de Zwarte Neet aangesproken worden. Deze bevindt zich binnen de afbakening van het

habitatrichtlijngebied, volgens de biologische waarderingskaart aangeduid als hx en kbq-. In

praktijk zijn er geen zomereiken aanwezig op het terrein voor grondstockage, en betreft het een

ingezaaid, soortenarm grasland. Er zijn geen aangemelde habitats aanwezig op dit perceel.

Volgende maatregelen worden getroffen teneinde de impact op het SBZ-H minimaal te houden:

- Een tijdelijke, voldoende draagkrachtige brug wordt tussen de RWZI en het terrein voor

grondstockage voorzien over de Zwarte Neet, waarbij het maximale waterpeil van de

Zwarte Neet niet gehypothekeerd mag worden;

- Teelaarde op terrein van grondstockage wordt afgegraven en apart gestapeld;

- Voor stapeling van de uitgegraven gronden worden boringen uitgevoerd i.k.v. een

milieuhygiënisch onderzoek;

- Folie wordt aangebracht waar de teelaarde is uitgegraven (en de uitgegraven nadien

tijdelijk gestockeerd worden);

- Stockage van de gronden dient op enige afstand van de Zwarte Neet + afscherming

voorzien zodat er geen gronden in de Zwarte Neet kunnen terecht komen;

- Na uitvoering van de werken worden de tijdelijk gestapelde gronden aangewend als

aanvulgrond rond de nieuwe constructies en sleuven op het terrein van de RWZI;

- De folie wordt verwijderd waar de gronden gestapeld werden, en vervolgens worden de

nodige boringen uitgevoerd teneinde eventuele verontreiniging van de ondergrond door

uitloging van de tijdelijke grondstockage te detecteren;

- Gestapelde teelaarde wordt teruggeplaatst en het terrein hersteld;

- Tijdelijke brug over de Zwarte Neet wordt verwijderd en oevers hersteld.

De tijdelijke grondstockage op een gedeelte van de percelen 650A en 653 binnen het

habitatrichtlijngebied, werd door het ANB toegestaan (ref. ANB PB/14-01076 dd. 7/03/2014). Een

nieuwe brug over de Zwarte Neer was echter niet noodzakelijk tijdens uitvoering. Er werd in

samenspraak met de eigenaar van de betrokken percelen beslist de bestaande brug te vervangen

door een nieuwe, voldoende draagkrachtige brug zodat het transport i.f.v het grondverzet via deze

bestaande route kon verlopen.

Aanleg en exploitatie: impact op het habitatrichtlijngebied BE2100026

Ecotoopverlies

Zowel de filters, pompen, container voor het neerslaan van het vrije ijzer in het grondwater worden

op het terrein van de RWZI voorzien. Direct ecotoopverlies van waardevolle flora binnen het

Page 27: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 26

habitatrichtlijngebied BE2100026 t.g.v. de aanleg van de bemaling is bijgevolg niet aan de orde

(Figuren 10 en 11).

Indirect ecotoopverlies kan optreden door verdroging van waardevolle vegetatie door een

verlaagde grondwatertafel tijdens het bemalen. De vierde bouwfase duurt circa 150 dagen en is

onder voorbehoud van een goede voortzetting van de huidige werken en het verwerven van de

noodzakelijke vergunningen voor het bemalen, voorzien tussen oktober 2016 – maart 2017. De

terreinen binnen de afbakening van het SBZ-H BE2100026 zijn overwegend in gebruik als

agrarische terreinen: overwegend als graslanden en in minder mate voor de teelt van korrelmaïs

en aardappelen. Zoals in hoofdstuk 4.1 Bodem en grondwater weergegeven, bedraagt de

invloedstraal van de bemaling circa 335m. Binnen deze perimeter in het habitatrichtlijngebied

bevindt zich geen waardevolle flora die gevoelig is voor verdroging (Figuren 9, 10 en 11;

Bijlage 6.8). Bijgevolg is het voor de instandhouding of verdere ontwikkeling van waardevolle

vegetatie binnen het projectgebied (en het habitatrichtlijngebied) niet noodzakelijk om extra

maatregelen te treffen om verdroging te milderen.

Langsheen de Zwarte Neet is geen flora aangetroffen die typerend zijn voor kwelvegetaties. De

tijdelijke, lokale onderbreking van de grondwaterstroming richting de Zwarte Neet, resulteert

bijgevolg niet in een aantasting van afwaarts gelegen kwelgevoelige vegetatie.

Voorliggende tijdelijke grondwaterwinning i.k.v. bouwkundige werken hypothekeert de

doelstellingen, die opgenomen zijn in het managementplan 1.0 voor het habitatrichtlijngebied

BE2100026 ‘Valleigebieden van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden’, niet.

Rustverstoring

De geplande bemalingswerken kaderen in het totale renovatieproject van de RWZI Retie (22.326).

Gedurende circa 2,5 jaar vinden er werken plaats op het terrein van de installatie. Voorliggende

bemalingswerken kaderen in de 4de bouwfase van het project en zullen maximaal 150 dagen

duren. De bemalingspompen dienen inherent ook ’s nachts te werken, buiten de gebruikelijke

werkuren. Er is echter geen indicatie van fauna in de omgeving van de RWZI die door de

verhoogde geluidsproductie zou verstoord kunnen worden.

Impact op de Zwarte Neet

Het opgepompte grondwater zal in de Zwarte Neet geloosd worden. Zowel kwantitatief als

kwalitatief wordt er geen significant negatieve impact op deze waterloop verwacht. Op basis van

de gemeten concentraties aan stoffen in het grondwater i.k.v. het periodieke bodemonderzoek en

Vlarem-verplichtingen i.k.v. de bemalingswerken zijn er geen concentraties van die aard vast

gesteld, die een bedreiging kunnen betekenen voor het aanwezige visbestand.

De geplande bemalingswerken hebben geen negatieve impact op de fauna en flora in het

projectgebied of het nabijgelegen habitatrichtlijngebied BE2100026 ‘Valleigebieden van de Kleine

Nete met brongebieden, moerassen en heiden”.

Page 28: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 27

4.4 ANTROPOGEEN MILIEU & LANDSCHAP, BOUWKUNDIG ERFGOED EN ARCHEOLOGIE

Bronnen:

Gewestplan;

Inventaris bouwkundig Erfgoed;

Centrale Archeologische Inventaris.

Referentiesituatie:

De inrichting bevindt zich aan de Meierend 13a, op het terrein van de RWZI Retie (Figuren 1 en 3).

Het betreft gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut, grenzend aan woongebied

(met landelijk karakter) en landbouwgebied volgens het gewestplan (Figuur 2). De Molsebaan N18

verbindt de kernen van Retie en Dessel en situeert zich ten noorden van de RWZI Retie (Figuur 4).

De meest nabijgelegen woningen grenzen ten westen aan het perceel van de RWZI (Figuur 1).

De landbouwterreinen ten oosten van de Zwarte Neet zijn de voorbije jaren overwegend in gebruik

als graslanden. Een gedeelte van de percelen 650A en 653 worden momenteel gebruikt als

tijdelijke stockage van de uitgegraven gronden i.k.v. de renovatie van de RWZI Retie (Figuur 12).

Foto’s van de tijdelijke grondstockage ikv AQF-project 22.326 op percelen 650A en 653 (dd. 29/06/2015)

Er zijn geen beschermde landschappen, monumenten, stads- of dorpsgezichten opgenomen in de

landschapsatlas in de nabijheid van het projectgebied (Figuur 4). Ten noorden van het

Page 29: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 28

projectgebied bevindt zich de relictzone R10115 ‘Vallei van de Zwart, Witte en Desselse Nete’

(Figuur 4). De Zwarte Neet op zich werd afgebakend als lijnrelict L10056 (Figuur 4).

Binnen de invloedstraal van de bemaling bevindt zich 1 gebouw dat opgenomen is in de inventaris

van het bouwkundig erfgoed: landhuis De Santhoef (ID 75835). Deze ligt aan de Molsebaan 20 en

werd in 1926 gebouwd in cottagestijl.

Er zijn geen archeologische vondsten of sites opgenomen in de Centrale Archeologische

Inventaris nabij het projectgebied.

Aanleg en exploitatie:

Zoals in hoofdstuk 4.1 Bodem en grondwater reeds aangegeven, worden er geen ontoelaatbare

(differentiële) zettingen verwacht door de geplande bemaling. Schade aan omliggende woningen

en het beschermde bouwkundig relict (landhuis De Santhoef) wordt bijgevolg niet verwacht.

Preventief worden tijdens het bemalen eventuele zettingen aan de meest nabijgelegen gebouwen

periodiek ingemeten. Indien ontoelaatbare zettingen alsnog vastgesteld worden, zullen de gepaste

maatregelen getroffen worden (cfr. hoofdstuk 4.1 Bodem en grondwater).

De pompen dienen continu te draaien om de bouwput aan het retentiebekken droog te houden.

Bijgevolg zullen deze ook ’s nachts werken en geluid produceren. Om de hinder naar

omwonenden te milderen, dienen de pompen weg van de woningen aan het Meierend opgesteld te

worden.

De bemalingswerken zijn ingepland tussen oktober 2016 – maart 2017. Voor een gedeelte van de

percelen 350A en 353 werd een overeenkomst en compensatie overeengekomen met de

gebruiker en de eigenaar van deze percelen i.f.v. de tijdelijke stapeling van de uitgegraven

gronden. Voor de overige agrarische terreinen (overwegend graslanden), wordt geen aanzienlijke

impact verwacht door de verlaging van de grondwatertafel in deze winterperiode.

Het projectgebied werd reeds tijdens de aanleg van de RWZI bemaald, en recent ook i.k.v. de

eerste bouwfasen van het renovatieproject. Een aantasting van de landschappelijke kenmerken

door inklinking of de grondwaterverlaging zijn in het verleden niet opgetreden en worden ook in

deze fase van de bemaling niet verwacht. Een degradatie van het potentieel aanwezige

archeologisch erfgoed binnen de invloedstraal van de bemaling is bijgevolg ook niet aan de orde.

De geplande bemalingswerken hebben geen significant negatieve impact op het antropogeen

milieu, agrarische activiteiten of erfgoed in de nabije omgeving.

Page 30: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 29

Om de vierde bouwfase van de renovatie van de RWZI Retie uit te kunnen voeren, dient de

grondwatertafel verlaagd worden. Aangezien een opgepompt debiet verwacht wordt van 3.000 –

4.000 m³/dag en de invloedstraal van de bemaling tot in het habitatrichtlijngebied BE2100026

“Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden” reikt, zijn deze

vergunningsplichtige bemalingswerken milieubeoordelingsplichtig. Een MER is noodzakelijk tenzij

een ontheffingsnota ingediend wordt bij Dienst Mer, departement LNE en een ontheffing van

milieubeoordelingsplicht verkregen wordt. Conform artikel 36ter §3, 5de en 6de lid van het

Natuurdecreet en de Omzendbrief LNE/2015/1 is de passende beoordeling geïntegreerd in

voorliggend verzoek tot ontheffing van de MER-plicht.

Zoals uit voorliggende impactbespreking blijkt, resulteert de tijdelijke bemaling voor het uitvoeren

van bouwkundige werken niet in een aanzienlijke aantasting van het habitatrichtlijngebied of

hypothekeert de doelstellingen (opgenomen in het gelijknamige managementplan 1.0) niet. Ook

het omliggende milieu in de ruime zin zal geen ontoelaatbare negatieve impact van de bemaling

ondervinden. Een project-MER zal geen nieuwe of bijkomende inzichten over bepaalde effecten

opleveren.

5. ALGEMEEN BESLUIT

Page 31: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 30

Page 32: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 31

6.1 VERKLARENDE WOORDENLIJST

6Q14 In Vlaanderen het standaarddebiet dat uit een stroomopwaarts stelsel

moet doorgevoerd worden naar een RWZI. De “Q14” refereert naar het gemiddeld afvalwaterdebiet van een bepaald gebied, waarbij rekening gehouden wordt met een dagelijkse productie van 150 liter afvalwater per inwoner per dag. Er wordt vanuit gegaan dat het totale afvalwaterdebiet wordt geloosd in 14 uur per dag. De zes refereert naar het aantal keer dat men dit theoretische debiet moet kunnen verpompen. Een capaciteit van 6Q14 betekent dus dat men zes keer het normale droogweerdebiet (150 liter x aantal aangesloten inwoners) kan verpompen.

Actief slib Zuiverende biomassa in vlokvorm. Dit is het slib, waarin bacteriën en

beestjes voorkomen, die de (opgeloste) verontreinigingen in het rioolwater als voedsel gebruiken, waardoor deze uit het rioolwater worden verwijderd.

Aeroob Aeroob betekent dat een organisme onder aanwezigheid van zuurstof

kan gedijen, in tegenstelling tot anaerobe organismen, die geen zuurstof nodig hebben.

Aërosolen Hele kleine vloeistof- of vaste deeltjes die in de lucht verspreid

worden. Afkoppelen Veel regenwater en oppervlaktewater zijn nog aangesloten op de

riolering. Hier vermengt het zich met het afvalwater, waardoor dit sterk verdund toekomt op een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Deze verdunning bemoeilijkt het zuiveringsproces. Regenwater en oppervlaktewater worden dus best afgekoppeld van de riool en naar de natuur geleid. Door het water maximaal te laten insijpelen in de bodem voorkomt men wateroverlast. Ook waterschaarste door verdroging van de grondwatertafel wordt hierdoor voorkomen.

Bekkenbeheerplan In Vlaanderen zijn er elf bekkens. Van west naar oost zijn dat het

bekken van de IJzer, de Leie, de Brugse Polders, de Bovenschelde, de Gentse Kanalen, de Dender, de Benedenschelde, de Dijle en de Zenne, de Nete, de Demer en de Maas. Voor elk bekken wordt een bekkenbeheerplan opgemaakt. Hierin komen zowel waterkwaliteit, waterkwantiteit, het natuurlijke milieu als het duurzaam gebruik en beheer van het water aan bod. Het bekkenbeheerplan bundelt alle aspecten en kenmerken van het bekken en beschrijft welke knelpunten en kansen er zich voordoen. Het centrale hoofdstuk van het plan is een wel overwogen visie op het waterbeheer in het bekken. Doelstellingen, maatregelen en acties vertalen deze visie naar de praktijk. Het bekkenbeheerplan focust zich hierbij op de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden van de waterbeheerders van het Vlaamse Gewest.

6. BIJLAGEN

Page 33: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 32

Belgisch biotische index BBI. Deze schaal wordt gebruikt om de kwaliteit van het oppervlaktewater te meten, door het aantal én de soorten van in het water voorkomende levende organismen te tellen.

Bellenbeluchting Bij bellenbeluchting wordt een gordijn van hele fijne belletjes gecreëerd. Dit gebeurt door met een luchtcompressor lucht in beluchtingselementen te persen die op de bodem van de zuiveringsinstallatie zijn gemonteerd. De beluchtingelementen bestaan uit een plaat waarover een membraan is gespannen waar een heleboel kleine gaatjes in zitten. Door de gaatjes ontsnappen kleine belletjes die opstijgen naar het wateroppervlak. Tijdens het opstijgen wordt zuurstof overgedragen aan het omringende afvalwater.

Bemalen Bemalen is het kunstmatig verlagen van de grondwatertafel of het

overpompen van een teveel aan water. Deze ingreep is vaak nodig om de riolering in droge omstandigheden aan te leggen.

Biologische zuurstofvraag BZV is de maat voor de organische vervuiling van het water die

biologisch afbreekbaar is. Hoe meer het water belast is, hoe meer zuurstof de micro-organismen nodig hebben voor de afbraak.

Chemische zuurstofvraag CZV is één van de parameters om de vervuiling van het water te

meten. Het geeft aan hoeveel zuurstof er nodig is om al het organisch (oxideerbaar) materiaal in het water af te breken tot CO2. Deze term betekent hetzelfde als COD (Chemical Oxygen Demand).

Collector Collectoren zijn verzamelbuizen die het ongezuiverde afvalwater van

gemeentelijke rioleringen opvangen en naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie transporteren.

Denitrificatie Omzetting van nitraatstikstof naar lachgas (N2O) en stikstofgas (N2)

door micro-organismen. First flush Bij droog weer loopt er enkel afvalwater door de riolen en collectoren.

Door de trage stroomsnelheid kunnen de vaste bestanddelen in het rioolwater bezinken, waardoor er op de bodem van de buizen een sliblaag ontstaat. Bij hevige regenval kan er plots een bijzonder grote hoeveelheid water door de riolen stromen. Het bezonken slib wordt door deze “flush” mee opgenomen. Eens de maximumcapaciteit van het rioolstelsel bereikt is zal het teveel aan water rechtstreeks in de waterlopen geloosd worden via een overstort. Na een droge periode is het risico groter dat er op deze manier (geconcentreerd) afvalwater in de waterlopen terecht komt.

Gemengde riolering Een riolering die afvalwater en hemelwater (regen, sneeuw, dooi)

samen afvoert. De meeste riolen in Vlaanderen behoren momenteel nog tot dit type.

Gescheiden riolering Een rioleringsstelsel dat regenwater en afvalwater gescheiden

afvoert. Hierbij wordt het regenwater afgevoerd via grachten, een infiltratievoorziening of een regenweerafvoerleiding (RWA-leiding). Een droogweerafvoerleiding (DWA-leiding) transporteert het afvalwater naar een zuiveringsinstallatie.

Page 34: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 33

Indikker In de slibindikker wordt het teveel aan zuiveringsslib dat overblijft na de waterzuivering ingedikt of ontwaterd. Het indikken van slib en het scheiden van water vindt plaats onder invloed van de zwaartekracht.

Inwonerequivalent Eén inwonersequivalent (IE) is de gemiddelde hoeveelheid afvalwater

die één persoon per dag produceert. Hiervoor wordt een waarde van 150 liter per inwoner per dag aangenomen. Die waarde ligt hoger dan het gemiddelde van 120 liter water die elke inwoner in Vlaanderen dagelijks verbruikt, omdat er ook rekening wordt gehouden met het sanitaire afvalwater van scholen, ziekenhuizen, KMO’s … De capaciteit van een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt uitgedrukt in IE. Voor 1 IE rekent men met een debiet van 150 l/dag en een belasting van:

90 g ZS/dag (Zwevend Stof) 135 g CZV/dag (Chemisch Zuurstof Verbruik) 60 g BZV/dag (Biologisch Zuurstof Verbruik) 10 g N/dag (Stikstof) 2 g P/dag (Fosfor)

Influent Ongezuiverd water dat op een afvalwaterzuiveringsinstallatie

binnenkomt. KWZI Kleinschalige waterzuiveringinstallaties behandelen het huishoudelijk

afvalwater van kleinere woonkernen, campings, … op een economisch en ecologisch aanvaardbare manier. Men spreekt van een KWZI als er op de installatie niet meer dan 2.000 IE wordt gezuiverd.

Lozingspunt Een lozingspunt is de plaats waar afvalwater rechtstreeks

(ongezuiverd vanuit de riool) of onrechtstreeks (na doorlopen van het zuiveringsproces) in een waterloop stroomt.

Noodoverlaat/overstort Een noodoverlaat (noodoverstort) treedt enkel in werking bij het

uitvallen van een installatie-onderdeel, zoals bijvoorbeeld de pomp van een pompstation.

Overstort Een overstort is een opening in een collector waarlangs het teveel

aan water kan ontsnappen bij hevige of langdurige regen. Overstorten zijn dus enkel noodzakelijk bij gemengde stelsels, waar het regenwater ook aangesloten is op de riolering. In het geval een overstort in werking treedt wordt er met regenwater verdund afvalwater rechtreeks of onrechtstreeks (via een bufferbekken) geloosd in de waterloop.

Persleiding Een persleiding voert het afvalwater onder druk van een lager naar

een hoger gelegen punt. De nodige druk wordt hierbij geleverd door een pompstation. Huis- of rioolaansluitingen op een persleiding zijn niet mogelijk.

Pompstation Een pompstation wordt gebouwd om de nodige druk te leveren op

plaatsen waar het afvalwater door een persleiding van een lager naar een hoger gelegen punt moet opgepompt worden.

Page 35: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 34

Roostergoed Op zuiveringsinstallaties loopt het aangevoerde rioolwater door een rooster, dat het meegespoelde grof afval (takjes, stenen, plastic, vochtige doekjes, …) tegenhoudt.

RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie Septisch materiaal Vast- en vloeibaar materiaal afkomstig van de ruiming van septische

putten van gebouwen. Slibretour Het bezonken slib wordt na een rustperiode in de nabezinktank

grotendeels teruggevoerd naar de selectortank. In deze tank gebeurt de menging van dit retourslib met “vers” afvalwater. Dit mengsel komt dan in het beluchtingsbekken terecht, waar het retourslib dan weer dienst doet als actief slib.

Spuislib Het teveel aan slib dat uit een actiefslibproces wordt verwijderd. Technisch Plan Een Technisch plan is een voorontwerp van een project dat zowel

technische gegevens, timing als budgettering bevat en dat door de overheid moet worden goedgekeurd, waarna Aquafin het project dient uit te voeren. Het Technisch Plan vormt als het ware het contract van Aquafin met de overheid over de uitvoering van het project. Het TP van een bepaald jaar is de bundeling van de technische plannen die in dat jaar worden ingediend.

Verdunning Tot voor enkele jaren werden in Vlaanderen vooral ‘gemengde

rioleringsstelsels’ aangelegd. Deze verzamelen zowel het afvalwater als het regenwater in één buis. Vaak werden bij wegenwerken ook nog eens vervuilde beken ingebuisd. Regen- en oppervlaktewater verdunnen echter het echte afvalwater. Daardoor daalt het rendement van de zuiveringsinstallaties. Om het afvalwater zo efficiënt mogelijk te zuiveren, moet het goed geconcentreerd zijn zodat de vervuiling optimaal wordt afgebroken.

VMM De Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) treedt op als de

economische en ecologische regulator voor Aquafin. VMM is met deze taak belast door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE).

Vlarem I Vlarem I is het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991

in verband met het Vlaamse Reglement betreffende de milieuvergunning. Vlarem I bevat een lijst van hinderlijke inrichtingen, verdeeld in momenteel 60 rubrieken. Die zijn op hun beurt onderverdeeld in subrubrieken met aanduiding van de klasse (1, 2, 3) en aanduidingen betreffende adviserende overheidsorganen, de milieucoördinator, milieu-audit en milieujaarverslag.

Vlarem II Vlarem II is het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 in

verband met algemene en sectorale bepalingen betreffende milieuhygiëne. Vlarem II bepaalt de milieukwaliteitsnormen (o.a. geluid, lozing oppervlaktewater), middelenvoorschriften (productie, voorkoming, BBT), verbodsbepalingen (zones, afstanden), overgangsbepalingen, controle- en zelfcontrolebepalingen (inspectie, keuring, meting, monitoring), milieujaarverslag, algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen.

Page 36: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 35

6.2 FOTOREPORTAGE BEMALING RWZI RETIE

Foto 1 Bemalingspomp Foto 2 Verticale filters met zuigleiding op pomp

Foto 3 Vergaarbak voor neerslaan ijzer Foto 4 Lozing bemalingswater in Zwarte Neet

Page 37: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 36

Page 38: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 37

6.3 ZETTINGSBEREKENING TIJDENS EERSTE BEMALINGSFASE RENOVATIE RWZI RETIE

Page 39: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 38

Page 40: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Basismeting

meting d.d. 21/01/2015 om 

14.00hmeting d.d. 23/01/2015

meting d.d. 29/01/2015

meting d.d. 04/02/2015

meting d.d. 12/02/2015

meting d.d. 19/02/2015

meting d.d. 05/03/2015

meting d.d. 11/03/2015

meting d.d. 20/03/2015

meting d.d. 25/03/2015

Meierend 21 10554 10555 10558 10555 10554 10556 10554 10553 10555 10555 10553Meierend 19A 9922 9924 9927 9924 9924 9923 9921 9922 9923 9921 9922Meierend 17 10000 10001 10003 10001 9999 10001 9999 9998 10000 10001 9999Meierend 15A 9946 9947 9949 9947 9945 9944 9945 9943 9945 9948 9944Meierend 15 9935 9935 9938 9936 9934 9935 9934 9933 9935 9936 9933Meierend 13 9744 9746 9748 9744 9744 9745 9744 9742 9744 9744 9743Ingang Frituur "De burcht" 9903 9903 9903 9903 9903 9903 9903 9903 9903 9903 9903Molsebaan (N19) 13 10029 10029 10030 10030 10028 10028 10029 10028 10029 10029 10030Molsebaan (N19) 9 10262 10262 10264 10262 10261 10262 10261 10263 10263 10263 10262

opm: 27/01 bijkomend filters

Opgemaakt: 21/01/2014

Deckx AO N.V.Goormansdijk 15B‐2480 Desseltel: 014/387 600fax: 014/387 607info@deckx‐ao.be

Vergelijkings tabel Zettingsmetingen Retie

Page 41: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 39

6.4 GRONDWATERANALYSE DD. 28/01/2015 RWZI RETIE

Page 42: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 40

Page 43: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

A B E u n t S t u d i a I n M o r e s

ABESIM - briefhoofd - 12-2012 28/12/2012

E x p e r t i n b o d e m ( r i s i c o ) b e h e e rE x p e r t i n s o i l ( r i s k ) m a n a g e m e n t

B o d e n ( R i s i k o ) v e r w a l t u n g s e x p e r t eE x p e r t e n g e s t i o n d u s o l ( e t d e s e s r i s q u e s )

Abesim sprl/bvba - [email protected] - www.abesim.com - B.T.W./T.V.A. BE 0467 209 111 - RPR Nivelles 90.279 - Argenta 979-9947676-40 - IBAN: BE02 9799 9476 7640 - BIC: ARSPBE22Siège Social: Rue Provinciale 62, 1301 Wavre - tel: 010/23 54 67, fax: 010/23 54 69 - Europalaan 26, 9800 Deinze, tel: 09/248 03 75, fax: 09/248 03 76

Brusselstraat 51, 2018 Antwerpen, tel: 03/270 16 02 - Bremstraat 12, 3970 Leopoldsburg, tel: 0497/42 26 45

Untitled-2 1 02/05/2013 21:06

Verb

onde

n on

dern

emin

gen

in F

rank

rijk

(W

ambr

échi

es/L

ille

-Str

asbo

urg)

en

Pole

n (P

ozna

ń)

Soc

iété

s so

eurs

en

Fran

ce (

Wam

brec

hies

/Lil

le –

Str

asbo

urg)

et

en P

olog

ne (

Pozn

ań)

Deinze, 13 februari, 2015

Geachte,

Betreft: terreinwerk milieuhygiënisch onderzoek

Uw referentie: CA/OA/BV/2011_146 – perceel 3

Retie: Renovatie RWZI Retie

Onze referentie: E15/3054

Gelieve in bijlage het verslag van de wateranalyse voor het project in hoofding terug te vinden.

Mochten er nog vragen hieromtrent zijn kunt u ons steeds contacteren. Wij danken u voor degoede samenwerking en het vertrouwen dat u in ons gesteld heeft.

Met vriendelijke groeten,

Voor ABESIM bvba

Naam Handtekening

Ann Waeytens Projectverantwoordelijke

Joeri Barbier Projectverantwoordelijke

Stijn Vandeburie RegioverantwoordelijkeVlaanderen

Johan L’Ecluse Algemene projectsupervisie –zaakvoerder Abesim bvba

Aquafin nv

Dijkstraat 8

2630 Aartselaar

Page 44: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

ABEunt Studia In Mores

ABESIM - vervolgbrief - 10-2007.indd 1 22-10-2007 17:59:09

E15/3054 – uitvoeren milieuhygiënisch onderzoek

Retie: Renovatie RWZI Retie – KP: 22326

13-2-2015 – p. 2/11

ADMINISTRATIEVE GEGEVENSDe opdracht tot het opstellen van dit rapport werd aan ABESIM bvba verleend bij wijze vanmiddelverbintenis in het kader van hiernavolgend project.

Onderzoekslocatie:

Retie: Renovatie RWZI Retie

KP: 22326

Opdrachtgever:

Aquafin nv, Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar

contactpersoon: Wouter Maenhout

(tel.: 0479/97 50 14; e-mail: [email protected])

Uitgevoerde proeven:

1 wateranalyse

Datum staalname

28/01/2015

Page 45: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

ABEunt Studia In Mores

ABESIM - vervolgbrief - 10-2007.indd 1 22-10-2007 17:59:09

E15/3054 – uitvoeren milieuhygiënisch onderzoek

Retie: Renovatie RWZI Retie – KP: 22326

13-2-2015 – p. 3/11

1. TERREIN- EN LABORATORIUMONDERZOEK

De coördinatie van het onderzoek gebeurt door Abesim BVBA. Abesim BVBA beschikt over de erkenning van

type 2 als bodemsaneringsdeskundige.

De boringen gebeuren in eigen beheer door Abesim BVBA. Tijdens de veldwerkzaamheden worden de

zintuiglijke waarnemingen ter plaatse genoteerd en geïnterpreteerd.

De bemonstering van bodem, de monsterconservering en de in acht genomen veiligheidsmaatregelen

gebeuren volgens de voorschriften in het VLAREBO en het Afvalstoffenanalyse Compendium.

Het onderzoek is uitgevoerd op basis van een aantal proeven, genomen op een beperkt aantal plaatsen

gekozen door de opdrachtgever.

1.1 KARAKTERISTIEKEN EN MOTIVATIE VAN DE PLAATS VAN DE GRONDBORINGEN

Boringen

Uitvoerder boringen: Abesim bvba

Naam staalnemer: Joeri Barbier

Aard conservering: Gekoeld

De boringen werden geplaatst zoals voorzien in de bestelbon.

1.2 STALEN GESELECTEERD VOOR ANALYSE

In onderstaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de monsters waarvoor opdrachtgegeven werd voor analyse alsook de parameters waarop geanalyseerd werd.

De analyses werden uitgevoerd zoals voorzien in de bestelbon.

monsterAnalyses

Bemaling 1 Anionen Cl, SO4, NO3, NO2, P, F

Kationen Na, Mg, Ca, K, NH4

Basispakket pH, Ec

Mangaan

Alkaliteit (TAM-TAP)

Totale hardheid

Zuurstof

Fe 3+

Fe 2+

Page 46: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

ABEunt Studia In Mores

ABESIM - vervolgbrief - 10-2007.indd 1 22-10-2007 17:59:09

E15/3054 – uitvoeren milieuhygiënisch onderzoek

Retie: Renovatie RWZI Retie – KP: 22326

13-2-2015 – p. 4/11

2. EVALUATIE RESULTATEN

De analysecertificaten zijn ondergebracht in bijlage 3.1.

Page 47: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

ABEunt Studia In Mores

ABESIM - vervolgbrief - 10-2007.indd 1 22-10-2007 17:59:09

E15/3054 – uitvoeren milieuhygiënisch onderzoek

Retie: Renovatie RWZI Retie – KP: 22326

13-2-2015 – p. 6/11

3. BIJLAGEN

3.1 ANALYSECERTIFICATEN

Page 48: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Europalaan 26

België9800

E143522rapportnummer

E15/3054Project

Abesim BVBA

datum opdracht

Geachte,

Hierbij zenden wij u de analyse resultaten van het door Envirocontrol uitgevoerde laboratoriumonderzoek.

De gerapporteerde analyseresultaten hebben enkel betrekking op de door u aangeleverde monsters en voorzien

van uw referenties.

Het analyserapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd tenzij met uitdrukkelijke schriftelijke

toestemming van Envirocontrol.

De analyses zijn uitgevoerd conform de methode zoals omschreven op het analyserapport waarbij geldt:

Q behorende tot de IEC-ISO 17025 accreditatie

Verificatieprocedure bevoegd gezag

Ter verficatie van de authenciteit van het door Envirocontrol afgeleverde analyserapport is er de mogelijkheid voor

het bevoegd gezag om via www.envirocontrol.be en envirocontrol@nalyse toegang te krijgen tot een

verificatiemodule. Hiertoe kunt u de algemene accountgegevens aanvragen via +32 51 656297.

De te gebruiken verificatiecode voor dit rapport is:01E143522E15/305401

Op aanvraag zenden wij u een overzicht van de analysemethodieken met een beschrijving van de

meetonzekerheid De resultaten worden gerapporteerd op 2 significante cijfers behalve voor de parameters

Indamprest, droge stof, Electrisch geledingsvermogen en Chloride CFA welke op 3 significante cijfers worden

gerapporteerd. Indien er minder dan 2 significante cijfers zijn gerapporteerd betekent dit dat het laatste cijfer "0" is.

Voor eventuele vragen en/of opmerkingen omtrent het uitgevoerde onderzoek, kunt u ons altijd contacteren.

In vertrouwen u hiermede te hebben geïnformeerd, verblijven wij

hoogachtend,

namens Envirocontrol

J.J.J.H. van Kammen P. Ghyssaert

directeur hoofd laboratorium

29/01/2015

Deinze

datum rapportage

1 4pagina van

Retie RWZI

datum reprint

04/02/2015

Joeri Barbier

RAPPORTAGE Algemeen

Envirocontrol NV Venecoweg 5 B-9810 Nazareth België

telefoon +32 51 656297 telefax +32 51 656298 [email protected]

geaccrediteerd conform EN-ISO 17025:2005 voor gebieden zoals nader beschreven in de scope 439-TEST

Page 49: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Abesim BVBA pagina

datum rapportage

29/01/2015datum opdracht

Rapportnummer

Project E15/3054

E143522 04/02/2015

datum reprint

Joeri Barbier

2 4van

Retie RWZI

L15011903 grondwater Bemaling 128/01/2015 Bemaling-1-1 (-)

Bemaling 1

L15011903

Geleidbaarheid (25°C) Q CMA/2/I/A.2 µS/cm 384

Zuurtegraad Q CMA/2/I/A.1 - 6.9

IJzer [Fe2+] - intern mg/l 2.7

IJzer [Fe3+] - intern mg/l 0.25

Meettemperatuur geleidbaarheid Q CMA/2/I/A.2 °C 19

meettemperatuur pH Q CMA/2/I/A.1 °C 19

zuurstof - intern mg/l 9.2

Fosfor [P] - NEN 6966 µg/l <0.05

Calcium [Ca] - CMA/2/I/B.1 µg/l 53000

Kalium [K] - CMA/2/I/B.1 µg/l 9900

Magnesium [Mg] - CMA/2/I/B.1 µg/l 2700

Mangaan [Mn] - CMA/2/I/B.1 µg/l 11

Natrium [Na] - CMA/2/I/B.1 µg/l 16000

Alkaliniteit TAM (pH=4.3) - intern mmol/l 0.35

Alkaliniteit TAP (pH=8.35) - intern mmol/l 0.27

Ammonium Q eigen methode mgN/l <0.5

Bromide Q CMA/2/I/C.3 mg/l <0.25

Chloride Q CMA/2/I/C.3 mg/l 30

Fluoride Q CMA/2/I/C.3 mg/l <0.25

Fosfaat (als PO4) Q CMA/2/I/C.3 mg/l <0.5

Hardheid (als Duitse graden) - intern ° Dh 8

Nitraat (als NO3) Q CMA/2/I/C.3 mg/l <0.5

Nitriet (als NO2) Q CMA/2/I/C.3 mg/l <0.25

Sulfaat Q CMA/2/I/C.3 mg/l 100

Envirocontrol NV Venecoweg 5 B-9810 Nazareth België

telefoon +32 51 656297 telefax +32 51 656298 [email protected]

geaccrediteerd conform EN-ISO 17025:2005 voor gebieden zoals nader beschreven in de scope 439-TEST

Page 50: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Abesim BVBA pagina

datum rapportage

29/01/2015datum opdracht

Rapportnummer

Project E15/3054

E143522 04/02/2015

datum reprint

Joeri Barbier

3 4van

Retie RWZI

Informatie overzicht houdbaarheid & borgstellingsdata

In onderstaand overzicht worden de diverse borgstellingsmomenten getoetst aan de wettelijke normen voor de houdbaarheid van de stalen

voor een specifieke analyse. Indien het borgstellingsmoment later is uitgevoerd dan wettelijk is toegestaan dan zal deze gemarkeerd

worden met een . Door de overschrijding van de maximale houdbaarheid kunnen er eventuele negatieve invloeden zijn welke de

betrouwbaarheid van het analyseresultaat beïnvloeden. Indien de disclaimer de bepaling van het droge stof gehalte betreft dan heeft dit

geen invloed op de overige gerapporteerde waarden tenzij hiervoor expliciet een disclaimer aanwezig is. Het gehalte aan droge stof wordt

enkel gebruikt om te komen tot een vergelijkbare waarde onafhankelijk van het gehalte vocht.

L15011903

Bemaling 1

28/01/2015

geleidingsvermogen 29/01/2015 00:00:0029/01/2015 ok

IJzer 2+ 04/02/2015 00:00:0029/01/2015 ok

Ijzer 3+ 04/02/2015 00:00:0029/01/2015 ok

Zuurstof 28/01/2015 00:00:0029/01/2015 ok

zuurtegraad 29/01/2015 00:00:0029/01/2015 ok

calcium 27/02/2015 00:00:0002/02/2015 ok

kalium 27/02/2015 00:00:0002/02/2015 ok

magnesium 27/02/2015 00:00:0002/02/2015 ok

mangaan 27/02/2015 00:00:0002/02/2015 ok

natrium 27/02/2015 00:00:0002/02/2015 ok

totaal fosfor 27/02/2015 00:00:0002/02/2015 ok

ammonium 18/02/2015 00:00:0004/02/2015 ok

Hardheid 27/02/2015 00:00:0002/02/2015 ok

nitraat / nitriet 29/01/2015 00:00:0029/01/2015 ok

'**''*'

datum monstername

houdbaarheid borgstelling

Envirocontrol NV Venecoweg 5 B-9810 Nazareth België

telefoon +32 51 656297 telefax +32 51 656298 [email protected]

geaccrediteerd conform EN-ISO 17025:2005 voor gebieden zoals nader beschreven in de scope 439-TEST

Page 51: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Abesim BVBA pagina

datum rapportage

29/01/2015datum opdracht

Rapportnummer

Project E15/3054

E143522 04/02/2015

datum reprint

Joeri Barbier

4 4van

Retie RWZI

Envirocontrol NV Venecoweg 5 B-9810 Nazareth België

telefoon +32 51 656297 telefax +32 51 656298 [email protected]

geaccrediteerd conform EN-ISO 17025:2005 voor gebieden zoals nader beschreven in de scope 439-TEST

Page 52: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

ABEunt Studia In Mores

ABESIM - vervolgbrief - 10-2007.indd 1 22-10-2007 17:59:09

E15/3054 – uitvoeren milieuhygiënisch onderzoek

Retie: Renovatie RWZI Retie – KP: 22326

13-2-2015 – p. 7/11

3.2 OMREKENING VAN DE RICHTWAARDEN, STREEFWAARDEN EN DE

BODEMSANERINGSNORMEN VOLGENS DE KENMERKEN VAN DE BODEM, INCLUSIEF

UITWERKING TOETSINGSWAARDEN EN PRODUCTFICHES VAN NIET-GENORMEERDE

PARAMETERS1

De richtwaarden beantwoorden aan het gehalte aan verontreinigende stoffen of organismen op of in debodem, dat toelaat dat de bodem al zijn functies kan vervullen zonder dat enige beperking moet wordenopgelegd. De richtwaarden zijn vastgelegd in bijlage II van het VLAREBO2.

De analyseresultaten worden eveneens vergeleken met de streefwaarden voor de bodemkwaliteit. Destreefwaarde is het gehalte aan verontreinigde stoffen of organismen op of in de bodem, dat als normaleachtergrond in niet-verontreinigde bodems met vergelijkbare bodemkenmerken teruggevonden wordt. Destreefwaarden zijn vastgelegd in bijlage III van het VLAREBO.

De bodemsaneringsnormen beantwoorden aan een niveau van bodemverontreiniging dat een aanmerkelijkrisico inhoudt van negatieve effecten voor de mens of het milieu, gelet op de kenmerken van de bodem en defuncties die deze vervult. De bodemsaneringsnormen zijn vastgelegd in bijlage IV van het VLAREBO.

Opmerking:

Bij parameters waarvoor binnen de Vlaamse regelgeving nog geen bodemsaneringsnormen werden opgesteld,zal bij het evalueren van het analyseresultaat uitgegaan worden van eigen opgestelde toetsingswaarden(richtwaarde, streefwaarde en bodemsaneringsnorm). Hierbij wordt gebruikt gemaakt van het document‘Basisinformatie voor risico-evaluatie’ en kan men zich baseren op bestaande normen van vergelijkbareverbindingen, van internationale normen …,

Om bij het toetsen van de concentraties van arseen, cadmium, koper en zink in het vaste deel van de aardeaan de richtwaarden voor de bodemkwaliteit met de kenmerken van de bodem rekening te kunnen houden,worden de richtwaarden omgerekend naar de gemeten gehaltes klei (lutum), organisch materiaal en pH-KCl inhet te toetsen monster. Dit gebeurt op basis van onderstaande formule.

Voor arseenBSN (x) = 11,96 + 23,04 * log (x)

Voor cadmium

BSN(z) = 1,2 * 10[-0,17 * (5-z)]

Voor koperBSN (x,y,z) = 0,52696 * [(38,8 + 3,5 * z) * x + (22,1 + 23,5 *z) * y]0,73

Voor zinkBSN (x,y,z) = 0,098924 * [(38,8 + 3,5 * z) * x + (22,1 + 23,5 *z) * y]1,13

Waarbij RW(x): richtwaarde bij een gehalte aan klei van x %, uitgedrukt in mg/kg ds;RW(z): richtwaarde met een pH-KCl van z, uitgedrukt in mg/kg dsBSN(x,y,z): richtwaarde bij een gehalte aan klei van x %, een gehalte aan organisch materiaal van y% en met pH-KCl van z, uitgedrukt in mg/kg ds;x: gehalte aan klei in het monster in %;y: gehalte aan organisch materiaal in het monster in %;z: pH-KCl van het monster.

1De formules mogen alleen worden gehanteerd onder de volgende voorwaarden:

1° het gemeten gehalte aan klei ligt tussen 2 % en 50 %;2° het gemeten gehalte aan organisch materiaal ligt tussen 1 % en 10 %.3° de pH-KCl ligt tussen 4 en 7

2VLAREBO: Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaamse

Reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming.

Page 53: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

ABEunt Studia In Mores

ABESIM - vervolgbrief - 10-2007.indd 1 22-10-2007 17:59:09

E15/3054 – uitvoeren milieuhygiënisch onderzoek

Retie: Renovatie RWZI Retie – KP: 22326

13-2-2015 – p. 8/11

Om bij het toetsen van de concentraties van zware metalen en metalloïden in het vaste deel van de aarde aande streefwaarden voor de bodemkwaliteit met de kenmerken van de bodem rekening te kunnen houden,worden, behalve voor cadmium en kwik, de streefwaarden omgerekend naar de gemeten gehaltes klei (lutum),organisch materiaal en pH-KCl in het te toetsen monster. Dit gebeurt op basis van onderstaande formule.

Voor arseen:SW (x) = 10 0,764 + 0,44 * log x

Voor chroom:SW (x,y) = 6,911 + 60,67 * log x – 18,54 * log y

Voor koper:SW (x,y) = 10 0,98 + 0,27 * log x + 0,169 * log y

Voor lood:SW (x,y) = 10 1,231 + 0,11 * log x + 0,5 * log y

Voor nikkel:SW (x) =10 0,504 + 0,7 * log x

Voor zink:SW (x,y) = 6,454 + 64,27 * log x + 20,85 * log y

Waarbij SW(x): streefwaarde voor de bodemkwaliteit bij een gehalte aan klei van x% uitgedrukt in mg/kg ds;SW(x,y): streefwaarde voor de bodemkwaliteit bij een gehalte aan klei van x % en een gehalte aanorganisch materiaal van y % uitgedrukt in mg/kg ds;x: gehalte aan klei in het monster in %;y: gehalte aan organisch materiaal in het monster in %.

Om bij het toetsen van de concentraties van zware metalen en metalloïden in het vaste deel van de aarde aande bodemsaneringsnormen rekening te kunnen houden met de kenmerken van de bodem, worden debodemsaneringsnormen voor bestemmingstype I en II voor arseen, cadmium, koper en zink en voorbestemmingstype III voor koper en zink omgerekend naar de gehaltes aan klei, organisch materiaal en pH-KClvan het te toetsten monster. Dit gebeurt op basis van onderstaande formule.

Voor arseen voor bestemmingstype I en IIBSN (x) = 19,82 + 38,18 * log (x)

Voor cadmium voor bestemmingstype I en II:

BSN(z) = 2 * 10[-0,17 * (5-z)]

Voor koper voor bestemmingstype I en IIBSN (x,y,z) = 0,67082 * [(38,8 + 3,5 * z) * x + (22,1 + 23,5 *z) * y]0,77

Voor koper voor bestemmingstype IIIBSN (x,y,z) = 0,84115 * [(38,8 + 3,5 * z) * x + (22,1 + 23,5 *z) * y]0,81

Voor zink voor bestemmingstype I, II en IIIBSN (x,y,z) = 0,164714 * [(38,8 + 3,5 * z) * x + (22,1 + 23,5 *z) * y]1,13

Waarbij BSN(x): bodemsaneringsnorm bij een gehalte aan klei van x %, uitgedrukt in mg/kg ds;BSN(x,y,z): bodemsaneringsnorm met een pH-KCl van z, uitgedrukt in mg/kg dsBSN(x,y,z): bodemsaneringsorm bij een gehalte aan klei van x %, een gehalte aan organischmateriaal van y % en met pH-KCl van z, uitgedrukt in mg/kg ds;x: gehalte aan klei in het monster in %;y: gehalte aan organisch materiaal in het monster in %;z: pH-KCl van het monster.

Als de bodemsaneringsnorm voor het vaste deel van de aarde voor bestemmingstype I, II of III na omrekeningnaar het gehalte aan klei, organisch materiaal en pH-KCl in het te toetsen monster hoger is dan debodemsaneringsnorm voor het vaste deel van de aarde voor bestemmingstype IV wordt deomgerekendebodemsaneringsnorm gelijkgesteld met de bodemsaneringsnorm voor het vaste deel van deaarde voor bestemmingstype IV.

Page 54: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

ABEunt Studia In Mores

ABESIM - vervolgbrief - 10-2007.indd 1 22-10-2007 17:59:09

E15/3054 – uitvoeren milieuhygiënisch onderzoek

Retie: Renovatie RWZI Retie – KP: 22326

13-2-2015 – p. 9/11

Om bij het toetsen van de gemeten concentraties van monocyclische aromatische koolwaterstoffen,gechloreerde koolwaterstoffen, trimethylbenzenen, en de overige organische verbindingen in het vaste deelvan de aarde aan de bodemsaneringsnormen met de kenmerken van de bodem rekening te kunnen houden,worden de bodemsaneringsnormen omgerekend naar het gehalte aan organisch materiaal in het te toetsenmonster. Met uitzondering van benzeen in bestemmingstype I, II, III en IV gebeurt dat op basis van deformule:

BSN(y) = BSN(t) * y/2

met: BSN(y): bodemsaneringsnorm bij een gehalte aan organisch materiaal van y %;BSN(t): bodemsaneringsnorm vermeld in de tabel;y: gehalte aan organisch materiaal in het monster in %;

Om bij het toetsen van de concentraties van carcinogene gechloreerde koolwaterstoffen in het vaste deel vande aarde aan de bodemsaneringsnormen met de kenmerken van de bodem rekening te kunnen houden,worden de bodemsaneringsnormen omgerekend naar het gemeten gehalte aan organisch materiaal in het tetoetsen monster. Dat gebeurt op basis van de formule:

BSN(y) = BSN(t) * (A+B*y)

met: BSN(y): bodemsaneringsnorm bij een gehalte aan organisch materiaal van y %;BSN(t): bodemsaneringsnorm vermeld in de tabel;y: gehalte aan organisch materiaal in het monster in %;

Bestemmingstype I II III IV V

A B A B A B A B A B

1,2-dichloorethaan 1 0 1 0 1 0 0,36 0,32 0,36 0,32

vinylchloride 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0

Trichloormethaan 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0

Hexachloorbenzeen 1 0 1 0 1 0 0,54 0,23 1 0

Page 55: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

ABEunt Studia In Mores

ABESIM - vervolgbrief - 10-2007.indd 1 22-10-2007 17:59:09

E15/3054 – uitvoeren milieuhygiënisch onderzoek

Retie: Renovatie RWZI Retie – KP: 22326

13-2-2015 – p. 10/11

Om bij het toetsen van de concentraties polyaromatische koolwaterstoffen in het vaste deel van de aarde aande bodemsaneringsnorm rekening te kunnen houden met de kenmerken van de bodem worden debodemsaneringsnormen omgerekend naar het gemeten gehalte aan organisch materiaal in het te toetsenmonster.

Dit gebeurt op basis van de onderstaande formule:

BSN(y) = BSN(t) * (A+B * y)

met: BSN(y): bodemsaneringsnorm bij een gehalte aan organisch materiaal van y %,BSN(t): bodemsaneringsnorm, vermeld in de tabely: gehalte aan organisch materiaal in het monster in %

De coëfficiënten A en B zijn afhankelijk van het bestemmingstype (zie onderstaand tabel):

Bestemmingstype I II III IV V

A B A B A B A B A B

Naftaleen 0,64 0,18 0,64 0,18 0,79 0,1 0,074 0,46 0,02 0,49

Benzo(a)pyreen 1 0 1 0 0,92 0,041 1 0 1 0

Fenantreen 0,26 0,37 0,26 0,37 0,15 0,42 1 0 1 0

Fluoranteen 0,68 0,16 0,68 0,16 0,49 0,25 0,98 0,012 0,98 0,012

Benzo(a)antraceen 0,94 0,029 0,94 0,029 0,86 0,069 1 0 1 0

Chryseen 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0

Benzo(b)fluoranteen 0,96 0,021 0,96 0,021 0,74 0,13 1 0 1 0

Benzo(k)fluoranteen 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0

Benzo(ghi)peryleen 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0

Vinylchlorideindeno(1,2,3-cd)pyreen

1 0 1 0 1 0 1 0 1 0

Antraceen 1 0 1 0 1 0 1 0 1 0

Fluoreen 0,082 0,46 0,082 0,46 1 0 1 0 1 0

Dibenz(a,h)antraceen 1 0 1 0 0,91 0,044 1 0 1 0

Acenafteen 1 0 1 0 0,72 0,14 0,27 0,37 0,27 0,37

Acenaftyleen 0,74 0,13 0,74 0,13 0,63 0,19 0,2 0,4 0,59 0,21

Pyreen 0,44 0,28 0,44 0,28 1 0 1 0 1 0

Om bij het toetsen van de concentraties van methyltertiairbutylether in het vaste deel van de aarde aan debodemsaneringsnormen met de kenmerken van de bodem rekening te kunnen houden, worden debodemsaneringsnormen omgerekend naar het gemeten gehalte aan organisch materiaal in het te toetsenmonster. Dat gebeurt op basis van de formule:

BSN(y) = BSN(t) * (0,6+0,2*y)

met: BSN(y): bodemsaneringsnorm bij een gehalte aan organisch materiaal van y %;BSN(t): bodemsaneringsnorm vermeld in de tabel;y: gehalte aan organisch materiaal in het monster in %;

Page 56: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

ABEunt Studia In Mores

ABESIM - vervolgbrief - 10-2007.indd 1 22-10-2007 17:59:09

E15/3054 – uitvoeren milieuhygiënisch onderzoek

Retie: Renovatie RWZI Retie – KP: 22326

13-2-2015 – p. 11/11

3.3 BEOORDELINGSMETHODE VOOR DE UITGEGRAVEN BODEM

Gebruik als bodem binnen de kadastrale werkzone:

Kwaliteit plaats herkomst Toepassing (plaats van bestemming) Notatie3

x ≤ 80% Bodemsaneringsnorm (BSN)4 Vrij gebruik als bodem Vrij

X > 80% BSN Gebruik als bodem mits toepassing vancode goede praktijk van OVAM (CGP).

CGP

Gebruik als bodem buiten de kadastrale werkzone:

Kwaliteit Toepassing (plaats van bestemming) Notatie

x ≤ waarde vrij gebruik 5

Vrij gebruik als bodem in bestemmingstype I – V Vrij

WVG < x ≤ BSN III6

Gebruik als bodem met randvoorwaarden:

De concentraties in de uitgegraven bodem moeten lager zijn dan in deontvangende bodem aangetroffen concentraties.

a) WVG < x ≤ 80% BSN I/II: Gebruik als bodem in type I-V, mits studie.

b) WVG < x ≤ 80% BSN III: Gebruik als bodem in type III-V, mits studie.

c) WVG < x ≤ 80% BSN IV: Gebruik als bodem in type IV-V, mits studie.

d) WVG < x ≤ 80% BSN V: Gebruik als bodem in type V, mits studie.

I – V

III – V

IV – V

V

x > BSN III Wanneer de uitgegraven bodem de BSN type III overschrijdt, moet hijvoor gebruik gereinigd worden.

>BSN

Gebruik als bouwstof:

Kwaliteit plaats herkomst Toepassing Notatie

x ≤ waarde vrij gebruik Vrij gebruik binnen een bouwkundige of vormvaste toepassing

BVT

Onvoldoende parameters geanalyseerd of

WVG < x ≤ bijlage 6 Vlarebo7

Onbekend of gebruik mogelijk binnen eenbouwkundige of vormvaste toepassing mitsuitloogproef8

Onbekend

x > bijlage 6 Vlarebo Gebruik niet mogelijk binnen een bouwkundige ofvormvaste toepassing

NIET

3 Notatie: afgekorte toepassingsmogelijkheid, zie tabel analyseresultaten

4 Bodemsaneringsnormen: Bijlage IV van het Vlarebo

5 WVG: Waarden voor vrij gebruik van uitgegraven bodem. Bijlage V van het Vlarebo.

6 Bodemsaneringsnormen, bijlage IV van het Vlarebo

7 Waarden voor het gebruik van uitgegraven bodem als bouwkundig bodemgebruik of in vormvast product. Bijlage VI van het Vlarebo.

8 Uitloogbaarheidswaarden voor het gebruik van uitgegraven bodem als bouwkundig bodemgebruik of in vormvast product, bijlage VII

Page 57: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 41

6.5 OVERZICHT CHEMISCHE KWALITEIT ZWARTE NEET NABIJ RWZI RETIE

Page 58: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 42

Page 59: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 43

6.6 AANGEMELDE HABITATS EN SOORTEN BINNEN HET SBZ-H BE2100026

Aangemeld habitat

1130 Estuaria

2310 Psammofiele heide met Calluna- en Genista-soorten

2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostissoorten op landduinen

3130 Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot de Littorelletalia uniflorae

en/of de Isoeto-Nanojuncetea

3140 Kalkhoudende oligo-mesotrofe wateren met benthische vegetaties van Chara

3150 Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition

3160 Dystrofe natuurlijke poelen en meren

3260 Submontane en laaglandrivieren met vegetaties behorend tot het Ranunculion fluitans en het

Callitricho-Batrachion

4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix

4030 Droge Europese heide

6230* Soortenrijk heischrale graslanden op arme bodems van berggebieden (en van submontane

gebieden in het binnenland van Europa)

6410 Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (EU-Molinion)

6430 Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland en van de montane en alpiene zones

6510 Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis)

7110*/7120 Actief hoogveen/aangetast hoogveen waar natuurlijke regeneratie mogelijk is

7140 Overgangs- en trilveen

7150 Slenken in veengronden met vegetatie behorend tot het Rhynchosporion

7210* Kalkhoudende moerassen met Cladium mariscus en soorten van het Caricion davallianae

7230 Alkalisch laagveen

9120 Atlantische zuurminnende beukenbossen met Ilex en soms ook Taxus in de ondergroei

9190 Oude zuurminnende eikenbossen met Quercus robur op zandvlakten

91E0* Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior

*prioritair habitat

Aangemelde soorten

1° Groenknolorchis

2° Drijvende waterweegbree

3° Gevlekte witsnuitlibel

4° Spaanse vlag

5° Beekprik

6° Rivierprik

7° Fint

8° Kleine modderkruiper

9° Rivierdonderpad

10° Bittervoorn

11° Ingekorven vleermuis

Page 60: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 44

Page 61: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 45

6.7 SITUERING ZOEKZONES SBZ-H BE2100026 BINNEN DE INVLOEDSTRAAL VAN DE BEMALING

Page 62: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 46

Page 63: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 47

6.8 KWETSBAARHEID VAN DE AANWEZIGE VEGETATIE IN HET PROJECTGEBIED

Page 64: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 48

Page 65: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

Aquafin NV

Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 49

Figuur 1 Kadasterplan

Figuur 2 Gewestplan en situering habitatrichtlijngebied

Figuur 3 Grondplan geplande toestand RWZI Retie

Figuur 4 Landschapsatlas

Figuur 5 Overstromingskaart i.f.v. de watertoets

Figuur 6 Bodemkaart van België

Figuur 7 Kwetsbaarheidskaart voor grondwaterstroming

Figuur 8 Overzicht habitatrichtlijngebied

Figuur 9 Geactualiseerde biologische waarderingskaart

Figuur 10 Kwetsbaarheidskaart voor ecotoopverlies

Figuur 11 Kwetsbaarheidskaart voor verdroging

Figuur 12 Situering werkzone voor tijdelijke stapeling van de gronden i.k.v. 22.326

7. FIGUREN

Page 66: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014
Page 67: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014
Page 68: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014

BB23.0

3 BB22.9

7

BB22.9

7

BB23.0

7

BB21.8

4

BB20.4

4

22.3

1

22.6

4

22.7

7

22.8

4

22.8

3

22.7

4

22.6

6

22.6

4

22.6

2

22.6

6

22.7

0

22.8

1

22.8

3

22.7

5

22.6

4

22.6

2

21.5

0

21.5

0

21.5

1

21.5

5

22.6

8

22.3

7

22.3

8

22.3

2

23.3

7

24.0

7

23.3

3

23.2

723.2

423.3

6

23.2

323.2

6

22.2

3

23.6

923.6

9

23.3

6

23.3

7

23.2

123.1

4

22.9

7

23.0

122.1

422.5

6

23.0

2

22.0

2

22.5

6

23.0

2

22.2

4

22.5

7

22.4

1

22.2

6

22.3

1

22.4

922.3

1

21.6

122.4

1

22.4

2

lp

lp

lp

sk sk

HW

BB21.1

4

berk

22.4

1

22.3

422.4

2

22.3

822.4

221.6

7

23.7

1

23.9

1

22.0

9

23.2

5

23.9

723.9

5

22.2

5

lp

berk

eik

berk

pin

us

pin

us

berk

22.3

5

22.3

1

22.3

4

22.3

9

22.3

9

22.4

4

22.4

5

21.4

8

21.5

1

22.2

8

23.3

523.3

523.6

8

23.3

5

23.3

523.3

6

23.3

6

23.6

5

23.8

5

23.3

6

23.3

6

23.3

6

23.3

7

23.3

7

23.3

5

23.8

6

23.6

6

23.7

4

23.3

5

23.3

6

22.2

0

23.3

6

23.3

4

22.4

5

22.3

3

22.1

5

22.2

2

22.1

8

22.1

2

22.4

6

22.4

6

22.4

722.4

9

28.8

4

28.8

5

28.8

5

22.5

0

22.4

823.2

222.3

023.2

5

op

22.3

1

op

22.3

3

lplp

sk H

W

berk

berk

berk

berk

berk

berk

berk

22.3

1

21.8

9

22.1

0

22.3

8

22.4

2

22.4

5

22.2

8

22.1

0

22.0

4

22.2

3

21.9

6

21.8

0

22.2

7

22.1

5

22.1

6

22.0

3

22.0

6

22.1

0

22.2

4

22.1

4

22.2

2

22.2

3

22.1

4

21.8

6

22.2

3

22.3

7

22.1

2 22.1

8

22.1

9

22.2

0

22.2

7

22.1

2

22.1

8

22.1

7

22.1

7

22.1

4

22.1

3

22.1

5

23.3

9

23.3

9

22.3

5

op

22.3

4

bp20.4

9

wp21.2

1

NO

RD

B

A

C

C

BOVENAANZICHT Schaal: 1/50

1

3

2

4

5

6

Beluchtingsbekken 1

Beluchtingsbekken 2

Zwarte Neet

B10101-X

00-1

200-0

01

B10501-Q

00-1

50-0

02

Meiere

nd

gewestcode 8756 (2-de categorie)

gebouw

Dienst-

1 2

12

12

1 2

1

2

3

1

2

3

3

4

4

5

1

UP

4500

R

4500

R

4500

R

20.22BOK

20.75BOK

ingedikt slib

recirculatieslib

gezuiverd water

afvalwater met slib

afvalwater / RWA

Kleurenlegende

slibwater

hemelwater

chemicaliën

spoelwater,

22.75

Aquafin NV

Dijkstraat 8

2630 Aartselaar

tel. 03 450 45 11

fax 03 458 30 20

Gemeente

Burgermeester

Secretaris

Plannummer

Nr. Datum Historiek

Provincie:

Stad/Gemeente:

Schaal: Plan opp.:

Bestandsnaam:Getekend:

Projectnaam:

Titel:

Projectnummer:

AANBESTEDING

P.00256022.326

Renovatie RWZI Retie

Antwerpen

Retie

dossiernummer Technum:

SMART & SUSTAINABLE INFRASTRUCTURE

ARIANELAAN 7 B-1200 BRUSSEL

TRACTEBEL ENGINEERING N.V. |

MAATSCHAPPELIJKE ZETEL TECHNUM:

Studiebureau

Bouwheer

Projectmanager

www.technum.be

[email protected]

Fax +32 11 28 86 20

Tel. +32 11 28 86 00

Ilgatlaan 23 - 3500 Hasselt

KANTOOR HASSELT

Wouter Maenhout

Building & Industrial Sites

Senior Project Leader

Jean-Paul Lousbergh

Directeur Asset-Management

Erik Poppe A-931

1/200

- JPS13/11/2013

JPS

0.62 m2

Nieuwe toestand

Grondplan met leidingen

K:\BEMI\BA\AQUAFIN\P.002560\cad\F3\A-931.sht

EERSTE UITGAVE

Slibbuffertank

B-20503

B20101-R06-600-003

-3.00

Ø1200

24

m

10.9

0

x: 18.81

a: 18.84

x

a

y: 18.05

x: 18.05

a: 18.79

18.12

x

a

2‰

Ø1200

7m

3.00‰

Ø60016m

koker 12

00x6

00

12m a: 20.75

a: 20.75

Uitmondingbergingsbezinkingsbekken

Uitmondingeffluent

Breuksteen en schanskorven

Breuksteen en schanskorven

Nabezinktank

indikker

Slib-

Pompput

Biofilter

tank

caliën-

Chemi-H

H

H

H

H

B-2

0501

B25103-U

00-2

00-0

08

B10502-V17-180-012

B-20502

B-2

0504

B20502-R06-300-015

B20504-R

06-3

00-0

17

B23107-V17-200-002

P23501-V17-140-023

B22409-R06-700-002

B-25105

B23101-V

17-400-001

P26104-V

17-1

40-0

13

B162

02-X00-15

0-008

Bergingsbezinkingsbekken

37.90

a

x: 20.77

a: 18.20

Drempelpeil: 21.0m T.A.W.

768m³Volume:

zandvang

Uitbreiding

m²)130(

gebouw

en blower-

Slibpomp-

H

H

C22440-R10-200-008

B25101-R

06-6

00-0

04

22.31

±22.30

overstortpeil 21.61

10

R

16

R

3R

- talud heraan te leggen

- bestaande uitmonding effluent af te brekenuitmonding

uitmonding

26.2

terugslagklep op afvoerleiding gracht

loszone chemicaliën

±22.30

- talud heraan te leggen

- bestaande uitmonding retentiebekken af te breken

C-bron

PE-dosering

0.5

04.0

00.5

0

a:18.00

22.30

20.68

UT2

BW-V

17-1

60-0

05

UT2

BW-V

17-0

90-0

06

UT2BW-V17-090-010

UT2

BW-V

17-0

90-0

12

UT2BW-V17-090-014

B20502-V17-160-013

B20504-V17-160-021

P14402-V11-032-001

B20505-U00-090-019

7.0

0

3.50

Biofilter

4R

PPPPP

5.4

03.8

16.7

01.2

06.7

0

2.557.02

-3.00‰

Ø1200

6m

UT2

BW-V

17-0

63-0

11

B-25108

B25104-B

00-6

00-0

03

N27101-V

17-0

90-0

01

B20301-V

17-2

25-0

14

B20502-R06-300-022

B20503-R06-300-016

B-20506

B20

813-

KAN-120

0-00

5

B25103-V11-032-024

B22408-R

06-7

00-0

01

B22207-R06-600-009

B25106-B00-600-025

B25103-U00-160-023

B25103-U00-160-024

B25103-U00-160-025

B12401-V

17-2

25-0

35

B12402-V

17-2

25-0

36

B12401-V

17-2

25-0

37

N27102-V17-090-003

B16201-V

17-2

25-0

13

UT2BW-V17-063-013

BOK 20.75

bok 20.66bok 20.45

bok 2

0.4

7

bok 20.34

van bestaande gracht

aansluiten in bestaande kopmuur

naar gracht + kop

muur

naar gracht + kop

muur

B-20101

B20101-B

00-1

200-0

16

B-20801

B-25109

y: 18.05

x: 18.05

a: 18.79

20.79

BOK 20.85

20.83

bok 20.53

bok 20.53

20.77

P23108-V17-110-005

bok 20.31

B20801-B00-1200-001

635A

653

650A

649A

654A

640F

633B

634B

634C

637C636C636D

633B

639C

te behouden en/of aan te passen

Bestaande constructie,

af te breken

Bestaande constructie,

te verplaatsen

Bestaande constructie,

Nieuwe constructie

Legende constructies:

Bouwfase 4

USER1707
Ovaal
Page 69: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014
Page 70: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014
Page 71: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014
Page 72: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014
Page 73: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014
Page 74: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014
Page 75: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014
Page 76: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014
Page 77: Retie - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie · Ontheffingsnota Bemaling Renovatie RWZI Retie (22.326) 6 ook toelating gevraagd aan het Agentschap Natuur en Bos, dewelke op 7/03/2014