res sen teerde - Krisis

3
Redaktioneel Enkele jaren geleden werden de f~losofiese debatten nog gedo- mineerd door theoretic~ van het 'neol-type: neo-marxisten, neo-strukturalisten, neo-hermeneutici en neo-freudianen. Nu deze stromingen hun 'nieuwheid' zo langzamerhand hebben ver- loren. 11jkt de balans te zijn doorgeslagen ten gunste van de 'post'-filosofen. In deze jaargang res sen teerde Kr~sis u reeds een themanumer en diverse artikelen over postmodernisme. Die trend zetten ve In dit nummer onverdroten voort, en wel door het opdienen van twee nieuwe gerechten uit het inmiddels rijk gevulde 'postq-menu. Ten eexste zijn dat een drietal bijdra- gen die hier worden sapengevat onder de noemer 'postfeminis- me'. In ieder van deze bijdragen wordt het werk van een be- langrijke schr~jfsterover 'her vrouwelijke' tegen het licht gehouden: respektievelijk dat I~an de francaise Irzgaray, dat van haar taalgenote Clxous, en dat van de anglosaksiese French. Ten tweede is er in dit nummer een uitgebreid inter- view te vinden set een auteur, die zichzelf etiketteert al3 'post-marxist': de politiek-filosoof Laclau, Wat er na 'post' komt? Wij weten het nipt. In ieder geval zijn er ook nog auteurs, die spotten met filosofiese modes en ver afdalen in de geschiedenis van het denken om hun inspira- tie te putten uit het werk en vooral het leven van filosofen, bij wie niet de theorie vooropstond, maar de levenspraktijk zelf. Nog nooit g~@g Kr1si.S zover terug in de tijd als in dit nummer met het artlkel over de cyniese griek Menippus. Een lof de? tegendraadsheid. Cegendraads is zeker ook het artikel, waarmee het themadeel over 'postfeminismei opent: Zonder de rat10 het postfem1nz3- tles tljdperk In7 van Hanna Lantlnga. Zij polemiseert tegen het 'differenriedenken' van Luce IrÃ-garay en tegelijkertijd tegen de manier, waarop Nel van den Haak in Kris15 23 de ra- tionaliteit~~roblematiek bij Irigaray konironteerde met die bij O'Brien. Lantinga stelt in haar artikel, dat Irigaray's spel met begrippen uiteindelijk uitloopt op een strikt dua- lisme op filosofies nivo: aan de ene kant de gevestigde ra- tionaliteit en de 'mechanika van het vaste' gedefinieerd als mannelijk, en aan de andere'kant de 'buitengesloten' irratio- naliteit, de 'mechanika van het vloeiende' gedefinieerd als vrouwelijk. Zij ziet het denken van Irigaray en haar pleidooi voor 'vrouwspreken' niet alleen als onvruchtbaar, maar ook

Transcript of res sen teerde - Krisis

Page 1: res sen teerde - Krisis

Redaktioneel

Enkele jaren geleden werden de f~losofiese debatten nog gedo- mineerd door theoretic~ van het 'neol-type: neo-marxisten, neo-strukturalisten, neo-hermeneutici en neo-freudianen. Nu deze stromingen hun 'nieuwheid' zo langzamerhand hebben ver- loren. 11jkt de balans te zijn doorgeslagen ten gunste van de 'post'-filosofen. In deze jaargang res sen teerde K r~sis u reeds een themanumer en diverse artikelen over postmodernisme. Die trend zetten ve In dit nummer onverdroten voort, en wel door het opdienen van twee nieuwe gerechten uit het inmiddels rijk gevulde 'postq-menu. Ten eexste zijn dat een drietal bijdra- gen die hier worden sapengevat onder de noemer 'postfeminis- me'. In ieder van deze bijdragen wordt het werk van een be- langrijke schr~jfster over 'her vrouwelijke' tegen het licht gehouden: respektievelijk dat I~an de francaise Irzgaray, dat van haar taalgenote Clxous, en dat van de anglosaksiese French. Ten tweede is er in dit nummer een uitgebreid inter- view te vinden set een auteur, die zichzelf etiketteert al3 'post-marxist': de politiek-filosoof Laclau, Wat er na 'post' komt? Wij weten het nipt. In ieder geval zijn er ook nog auteurs, die spotten met filosofiese modes en ver afdalen in de geschiedenis van het denken om hun inspira- tie te putten uit het werk en vooral het leven van filosofen, bij wie niet de theorie vooropstond, maar de levenspraktijk zelf. Nog nooit g ~ @ g Kr1si.S zover terug in de tijd als in dit nummer met het artlkel over de cyniese griek Menippus. Een lof de? tegendraadsheid. Cegendraads is zeker ook het artikel, waarmee het themadeel over 'postfeminismei opent: Zonder de rat10 het postfem1nz3- tles tljdperk In7 van Hanna Lantlnga. Zij polemiseert tegen het 'differenriedenken' van Luce Irígaray en tegelijkertijd tegen de manier, waarop Nel van den Haak in Kris15 23 de ra- tionaliteit~~roblematiek bij Irigaray konironteerde met die bij O'Brien. Lantinga stelt in haar artikel, dat Irigaray's spel met begrippen uiteindelijk uitloopt op een strikt dua- lisme op filosofies nivo: aan de ene kant de gevestigde ra- tionaliteit en de 'mechanika van het vaste' gedefinieerd als mannelijk, en aan de andere'kant de 'buitengesloten' irratio- naliteit, de 'mechanika van het vloeiende' gedefinieerd als vrouwelijk. Zij ziet het denken van Irigaray en haar pleidooi voor 'vrouwspreken' niet alleen als onvruchtbaar, maar ook

Page 2: res sen teerde - Krisis

al? volstrekt misplaarst: van het zw:jgen van vrouwen is na l8 jaar fem~nisme van de tweede golf allanz geen sprake meer. Het lijkt Lantinga beter OW maar te erkennen, dat we in een 'postfeministies' tijdperk leven, met andere problemen en strategieè dan l8 jaar geleden, dan om rond te blijven draalen in een kring 77an vrouwsprekende heilige teksten. In hun Vlucht weg van de vrouw gaan Marianne Beelderts en Laurens ten Kate na welke zijn aan te wijzen in het theore- tiese en literaire werk van Hélè Cixous. Zij signaleren daarbij een duidelijke spanningsrelatie tussen een represen- terend en een figuratief schrljven: het eerste, skept~es, claimt de werkelijkheid (van de vrouw, het vrouwelijke), ter- wijl het tweede een spel speelt met diezelfde vrouw, haar af- schildert als een metaforiese figurarie van het schrijven zelf. Beelaerts en Ten Kate vragen zich daarbij af, of Cixous niet verscrikt is geraakt in haar vele getuigenissen en aan- kondigingen van een ware vrouwelijkheid, een vrouwelijk para- dijs. Ontwerpt Cixous niet eigenlijk zoiets als een nieuw 10- gocentrisme van de 'ontwaakte vrouw'? Opvallend 1s in ieder geval, volgens de auteurs, dat Cixous, wanneer zij 'de andert en 'het andere' thematiseert, wanneer zij met andere voorden 'hec buiten' van het spreken aan de orde stelt, voorbijgaat aan de negatieve dimensies daarvan: In de thema's 'dood' en 'lichamelijkheid' gaat ze voorbij aan de gewelddadige, stuur- loze en pijnlijke dimensies en lijkt z e 'de ander' en 'het andere' te smoren In de permanente aanwezigheid van de moe- der. Deze themat~ek van 'het buiten' wordt aan het eind van het artikel toegelicht aan de hand van Cixous' interpretatie van Kafka's tekst 'Voor de wet' - en Cixous' vrouw hlijkt voortvluchtig te blijve Q.... Eet Chemadeel, dat ons loslaat in een mogelijk postieminis- ties universum, sluit ai met een uitgebreide bespreking van Marilyn French' zwaarlijvige opus Beyond Power (vertaald als Macht en onmacht) door Karen Vzntges en Hannle van W l l k . In dit als 'filosoiies' geafficheerde werk verwerkt French miljoenen jaren menselijke geschiedenis, van het tijdperk toen alles nog goed was [d.i. vatricentries) tot aan het ka- tastrofale heden. Daar, waar Tr~garay volgens Lantinga het vrouwelijke als het vloeiende inzet tegen de mannelijke me- chanika van het vaste, en Beelaerts en Ten Kare io Cixous' oeuvre sporen aantreffen van een tendens om heL vrouwelijke te fixeren in een gelukzalige lichamelijkheid, maakt French het ons volgens de beide auteurs helemaal eenvoudig: de vrou- welijke moraal is genot en geluk in de breedste en diepste zin, in het openbare en persoonlijke leven. (Mannelijke) macht staat hier lijnrecht tegenover (vrouwelijke) integriteit. Jammer genoeg voor French Laten Vintges en Van Wijk weinig heel van de grootste pretenties van haar boekwerk. Met zijn artikelen over Roland Barches (Krisis 6) en over Luilekkerland (Krisis 21) gaf Bert van der Schaaf al te ken- nen enige belangstelling te hebben voor de marges of rafelran- den van het Õilosofie discours. ln Wacht u voor d- hond over

3

Page 3: res sen teerde - Krisis

de spotter-filosoof Menippus en de cyniese filosofen wordt die belangstelling min of meer histories verantwoord. Sinds Plato en Aristoteles is volgens de auteur een tegenstelling gegroeid tussen 'theoretiese fllosofie' en een i~losof~ese praktijk, die direkter aansloot bij het dagelijks leven: het was vooral de cyniese traditie, die protest bleef aantekenen tegen de reduktie van de filosofiese praktijk tot een louter theoretlese praktijk, een louter theoreties streven naar waar- heid. Tegenover die theoretiese filosofie werd door de cynici met name het wapen van de spot ingezet. Van der Schaaf gaat na hoe de cynici, en onder hen in de eerste plaats de aarts- spotter Menippus, hun praktijk opvatten, in welke zin die prakt~jk een filosofiese genoemd kon worden - maar vooral ook hoe de traditie van de sportende filosoof allengs buiten de grenzen van het filosofiese domein raakte en als literair genre (gevaarloos?) voortbestond. In dit nummer tevens een Interview, dat overigens eerder het karakter van een debat heeft, met een 'oude bekende' uit Krisis: Ernesto Laclau. We publiceerden in Krdsls 15 zijn ar- tikel 'Discours, hegemonie en politiek'. Dat artikel liep vooruit op het in 1985 verschenen boek Heyemony and Socialdst Strateqy, Towards a Rad~cal Democratlc P o l ~ t ~ c s , dat hij sa- men met Chantal Mouffe schreef. Laclau eo Mouffe pogen hier- in 'het linkse gedachtengoed' te dekonstrueren, en het ver- voLgens op theoreties nivo te Integreren in een discourstheo- rie en op politiek nivo in p l u r a l i s t i e s - d e m o k r a t i e s e opvattin- gen. Over dit zelibenoe71ng 'postmarxisme' wordt Laclau in Het langzame afscheld aan de tand gevoeld door leden van de Krisis-werkgroep politieke filosof~e. Dit jaar verscheen een boek van Gilles Deleuze over Michel Foucault. Is dat niet zoiecs als Vroom, te boek gesteld door Dreesman? Dat het in ieder geval meer is geworden dan een 'liber amicorum' (het onbescheiden meervoud is voor de desi- roloog DeIeuze wel op zijn plaats), wordt door R u d ~ Laermans aangetoond in zijn besprekingsartikel De konceptual~st wordt kartoqraaf. Verder in dit nummer een tweetal recensies: Ts~alliny Swzer- stra bespreekt hec nieuwe boek van Peter Sloterdijk over Nietz- sche, en Guus Meershoek de recent verschenen bundel essays van de franse pollriek-filosoof Claude Lefort. Tot slot: na ruim zes jaar verlaat een van de oprichters van Krisis, Hans Radder, de redaktte. Het is bepaald niet teveel gezegd als we stellen, dat de werklust, de inhoudelijke ini- tiatieven en de inzet van Hans op uiteenlopende terreinen een stevige pijler onder het beleid van Krisis vormden. Ten dele blijft Krisis daarvan nog profiteren, omdat Hans aktief blijft in de werkgroep 'Alternatieven in de wetenschap'. Een thema- nummer over technolog~e is a1 in de maak.