Reportage Onderzoek naar ’Geen enkele moeder wil haar kind ... · „Voor mij niet zo heel veel....

1
VRIJDAG 1 MAART 2019 D-ALK 8 8 Algemeen Reportage Agnes is het vijfde kind van een katholiek gezin met acht kinderen. Ze groeit op in Koog aan de Zaan, waar net als overal in de Nederland in de jaren 60 de seksuele revolutie de kop opsteekt. In 1966 leert ze op Texel op 14- jarige leeftijd de 16-jarige John kennen. Een paar maanden later gaat ze opnieuw met hem uit en raakt zwanger, iets waar ze pas drie maanden later definitief achter komt. Ze houdt het maandenlang, zelfs tijdens gymnastiekles op school, verborgen. Alleen haar twee oudere zussen weten ervan. Met de maanden neemt ook de paniek toe. Ze overweegt zelfs een illegale abortus, maar is daar met zeven maanden te laat mee. Kalmeringsmiddelen Haar ouders hebben wel hun ver- moedens, maar stoppen die weg, dan is het er immers niet. Enkele weken voor de bevalling ontdekt haar moeder pas dat Agnes zwan- ger is. Bij de huisarts, waar ze haar zorgen uitspreekt over de gezwol- len enkels van haar dochter. ’Bin- nen een maand bevalt uw dochter van een kind’. Haar moeder raakt zo in paniek dat ze haar kalme- ringsmiddelen toedienen om haar enigszins tot bedaren te brengen. „Toen heb ik overwogen er een eind aan te maken”, vertelt Klitsie. „Toen ik de wanhoop van mijn moeder zag. Ik zadel mijn ouders op met een probleem dat niet op te lossen is. Ik spring in de gracht, dacht ik. Mijn oudste zus heeft het uit mijn hoofd gepraat: ’dan creëer je er een probleem bij’.” Duivels dilemma Haar ouders kampen met een dui- vels dilemma: hoe voorkom je de schande van een ongehuwde doch- ter met een kind? „Ik heb het er nog vaak over met mijn moeder, ze is nu bijna 104. Ze had het kindje willen houden, als nakomertje in haar eigen gezin op willen nemen.” Maar haar vader wil dat niet, hij besluit dat het kind wordt afge- staan voor adoptie. „Of ik daar kwaad om ben geweest? Nee, ik heb het hem nooit kwalijk geno- men. De maatschappelijke druk was zo groot. Ik heb later de ge- sprekken in mogen zien van maat- schappelijk werk met mijn ouders. ’Wat moet zo’n meisje alleen met een kind’, zeiden ze, ze bleven op ze in praten. Het bedrijf van mijn vader stond op instorten, hij had al acht kinderen en was radeloos. Wat levert het mij op om razend op hem te zijn, hij was ook getroffen.” Op 27 augustus 1967 wordt haar dochtertje geboren, in het zieken- huis in Wormerveer. Agnes mag haar heel even zien. „Ik trof een aardige verpleegkundige, er waren ook meisjes die met een zak over hun hoofd moesten bevallen, zodat ze het kindje niet zouden zien.” Haar dochtertje gaat naar Kinder- tehuis St. Anna in Halfweg, waar ze negen maanden verblijft. Daar- na wordt ze geadopteerd door een echtpaar dat geen kinderen kan krijgen. „Ik wilde dat niet, geen enkele moeder wil haar kind af- staan. Maar ik wilde mijn ouders ook niet teleurstellen.” Daarna gaat het leven verder, alsof er niks gebeurd is. „Maar mijn leven was in één klap weg, wat toen is gebeurd, heeft mij ge- vormd. Het schuldgevoel was vre- selijk, maar ik kon het niet terug- draaien. Ik had in een diep gat kunnen duiken, maar ik laat me geen slachtofferrol aanpraten. Veel vrouwen doen dat wel en komen er niet meer uit. Want zoiets valt niet meer te repareren. Er zijn vrouwen die hetzelfde is overkomen, die zelfmoord hebben gepleegd en heel veel afstandsmoeders zijn na dat eerste kind de rest van hun leven kinderloos gebleven.” Schaamte Agnes’ leven liep anders. Ze sloeg zich door de eerste zware tijd heen, werd verliefd en vertelde haar toenmalige vriendje dat ze een kind had gekregen en afgestaan. „Ik ben er vanaf dat moment altijd open over geweest. Dat zijn er maar weinig, heel veel afstands- moeders durven er nog steeds niet over te praten praten. Er is zo veel schaamte, zelfs nu nog.” Twintig jaar na de geboorte van haar dochtertje wordt de eerste van haar twee zoons geboren. Ze heeft nu een gezin, maar de herinnering aan haar eerste kind blijft, ze heeft ook altijd contact gehouden met John, de vader van haar dochter. In 1997, dertig jaar na dato, besluit ze haar te gaan zoeken, naar later blijkt nog geen dag nadat haar dochter besluit haar biologische moeder te gaan zoeken. „De eerste keer dat ik haar zag, was er zo veel herkenning, heel bijzon- der. Haar moeder ben ik nooit geworden, we hebben allebei een eigen leven. Het contact is ook een poos moeizaam geweest. Maar we hebben nu een goede band, zien elkaar met enige regelmaat.” Wat voor waarde het nu aangekon- digde onderzoek voor haar heeft? „Voor mij niet zo heel veel. Destijds had ik gewoon pech: 1968 was het kantelpunt, met de seksuele revo- lutie en de invoering van de bij- stand, waardoor het mogelijk werd een kind alleen op te voeden. Ik was een jaar te vroeg. Terugdraaien kan ik het niet. Maar ik ben altijd open geweest over wat me is over- komen en ik denk dat dat ervoor heeft gezorgd dat ik er zo goed doorheen ben gekomen.” In 2008 verscheen van haar hand het boek ’Tijd van onschuld’. Hier- in schetst zij haar familiegeschie- denis. Ze beschrijft de tijd waarin ze opgroeide; de jaren 50 en 60. Een tijd waarin het ondenkbaar was dat een ongehuwd meisje zwanger raakte en al helemaal dat ze dit onechte kind zou houden. Ze verhaalt in rake bewoordingen over haar wanhoop en die van haar ouders. Over haar verdriet en haar besluit om, na dertig jaar, op zoek te gaan naar haar dochter. Over de eerste ontmoeting en de dilemma’s die het contact met haar dochter met zich meebrengt. Afsluiting ,,Mijn boek was voor mij een soort afsluiting. Daarom heeft een on- derzoek voor mij misschien wat minder lading. Maar voor een grote groep afstandsmoeders, -va- ders en -kinderen is het wel enorm belangrijk. Het is een erkenning van wat er is gebeurd.” En een erkenning van wat nu nog steeds gebeurt, benadrukt ze. „Het is nog steeds actueel. Kinderen zijn altijd handel. En kijk alleen maar naar de moslimwereld, waar het nog steeds een schande is als een meisje ongehuwd zwanger raakt, waar zo’n meisje soms zelfs wordt vermoord.” „Een excuus? Dat was vooral voor mijn ouders heel fijn geweest, denk ik, misschien dat mijn moe- der het nog mee mag maken.” Ze kijkt even peinzend voor zich uit. „Ja, eigenlijk ben ik zelf ook wel heel benieuwd wat er uitkomt.” ’Geen enkele moeder wil haar kind afstaan’ Agnes Klitsie (67) uit Alkmaar is afstandsmoeder. In 1967 beviel zij op 15-jarige leeftijd van een doch- tertje. Ze werd gedwongen het kindje na de geboorte af te staan voor adoptie. Net als zo veel onge- huwde moeders in die tijd. Kerk, maatschappelijk werk, de sociale omgeving; de druk was enorm om de schande te vermijden. Agnes Klitsie: ,,Heel veel afstandsmoeders durven er nog steeds niet over te praten. Er is zo veel schaamte, zelfs nu nog.” FOTO JJFOTO.NL/JAN JONG Het voormalige Xaverius Klooster in Halfweg, waar Kindertehuis St. Anna in gevestigd was. FOTO KRO/NCRV Afstandsmoeder: ’Onderzoek is erkenning van wat er is gebeurd’ Duizenden jonge ongehuwde vrouwen moesten in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw onder maatschappelijke druk hun pasgeboren kind afstaan voor adoptie. Agnes Klitsie is één van hen. Ze vertelt haar verhaal en gaat in op het door de minister aangekondigde onderzoek naar misstanden bij binnenlandse adopties. Boek ’Tijd van onschuld’ ’Tijd van onschuld’ (Uitge- verij Boekerij, ISBN 9789022550052) van Agnes Klitsie verscheen voor het eerst in 2008. Ze schreef het boek op ver- zoek van Federatie van Instellingen voor Onge- huwde Moeders (Fiom). Inmiddels zijn er al zeven drukken uitgebracht. D-ALK 9 VRIJDAG 1 MAART 2019 Algemeen 9 Reportage De laatste jaren wordt de roep om onderzoek sterker naar de gang van zaken bij binnen- landse adopties in met name de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw. De Radboud Universiteit Nij- megen deed in 2017 een ver- kennend onderzoek. Conclu- sie: er was geen sprake van for- mele dwang, maar onder infor- mele dwang hebben in de periode tussen 1956 (het jaar van de invoering van de Adop- tiewet) en 1984 circa 13.000 moeders onvrijwillig hun kind afgestaan voor adoptie. In aansluiting op de bevindin- gen van de Radboud Universi- teit kondigde minister Sander Dekker (Justitie & Veiligheid) onlangs aan dat er een onder- zoek komt naar de misstanden bij binnenlandse adopties tus- sen 1956 en 1984. Hij hoopt zo in kaart te kunnen brengen hoe deze adopties verliepen, welke rol onder andere ouders, hulpverleners en sociale omge- ving speelden en vooral ook wat de impact was op betrok- kenen. Onderzoek naar misstanden Het Wetenschappelijk Onder- zoek- en Documentatiecen- trum (WODC) van het ministe- rie van Justitie & Veiligheid gaat onderzoek doen naar de misstanden bij binnenlandse adopties. Onlangs maakte Federatie van In- stellingen voor Ongehuwde Moe- ders (Fiom) de jongste cijfers be- kend met betrekking tot afstand ter adoptie. Van 2015 tot 2017 overwogen 196 moeders – en in- dien betrokken de biologische va- ders – een kind af te staan. De helft van hen zag er van af en ging toch zelf voor het kind zorgen, in 28 gevallen ging het kind naar een pleeggezin en in 52 gevallen kwam het wel tot adoptie. Hoewel van dwang vaak geen sprake meer is, speelt in sommige van deze gevallen schaamte, schande of gevaar wel mee. Om die reden pleit Fiom al langer voor het wettelijk regelen van be- vallen onder pseudoniem, zodat deze vrouwen veilig en anoniem kunnen bevallen. In Duitsland is zo’n wettelijke regeling er al vijf jaar, in ons land nog niet. De Tweede Kamer heeft het onder- werp inmiddels opgepakt. Gemiddeld twintig kinderen per jaar afgestaan voor adoptie Eind jaren 60, begin jaren 70 werd het vaakst een kind afge- staan voor adoptie; dit gebeurde jaarlijks 1000 tot 1200 keer. Sinds de jaren 90 zijn dit er jaarlijks nog gemiddeld 20. Marjolein Elfring [email protected]

Transcript of Reportage Onderzoek naar ’Geen enkele moeder wil haar kind ... · „Voor mij niet zo heel veel....

Page 1: Reportage Onderzoek naar ’Geen enkele moeder wil haar kind ... · „Voor mij niet zo heel veel. Destijds had ik gewoon pech: 1968 was het kantelpunt, met de seksuele revo-lutie

VRIJDAG 1 MAART 2019 D-ALK 8

8 Algemeen

Reportage

Agnes is het vijfde kind van eenkatholiek gezin met acht kinderen.Ze groeit op in Koog aan de Zaan,waar net als overal in de Nederlandin de jaren 60 de seksuele revolutiede kop opsteekt.In 1966 leert ze op Texel op 14-jarige leeftijd de 16-jarige Johnkennen. Een paar maanden latergaat ze opnieuw met hem uit enraakt zwanger, iets waar ze pas driemaanden later definitief achterkomt. Ze houdt het maandenlang,zelfs tijdens gymnastiekles opschool, verborgen. Alleen haar tweeoudere zussen weten ervan. Met de maanden neemt ook depaniek toe. Ze overweegt zelfs eenillegale abortus, maar is daar metzeven maanden te laat mee.

KalmeringsmiddelenHaar ouders hebben wel hun ver-moedens, maar stoppen die weg,dan is het er immers niet. Enkeleweken voor de bevalling ontdekthaar moeder pas dat Agnes zwan-ger is. Bij de huisarts, waar ze haarzorgen uitspreekt over de gezwol-len enkels van haar dochter. ’Bin-nen een maand bevalt uw dochtervan een kind’. Haar moeder raaktzo in paniek dat ze haar kalme-ringsmiddelen toedienen om haarenigszins tot bedaren te brengen. „Toen heb ik overwogen er eeneind aan te maken”, vertelt Klitsie.„Toen ik de wanhoop van mijnmoeder zag. Ik zadel mijn ouders

op met een probleem dat niet op telossen is. Ik spring in de gracht,dacht ik. Mijn oudste zus heeft hetuit mijn hoofd gepraat: ’dan creëerje er een probleem bij’.”

Duivels dilemmaHaar ouders kampen met een dui-vels dilemma: hoe voorkom je deschande van een ongehuwde doch-ter met een kind? „Ik heb het ernog vaak over met mijn moeder, zeis nu bijna 104. Ze had het kindjewillen houden, als nakomertje inhaar eigen gezin op willen nemen.” Maar haar vader wil dat niet, hijbesluit dat het kind wordt afge-staan voor adoptie. „Of ik daarkwaad om ben geweest? Nee, ikheb het hem nooit kwalijk geno-men. De maatschappelijke drukwas zo groot. Ik heb later de ge-sprekken in mogen zien van maat-schappelijk werk met mijn ouders.’Wat moet zo’n meisje alleen meteen kind’, zeiden ze, ze bleven opze in praten. Het bedrijf van mijnvader stond op instorten, hij had alacht kinderen en was radeloos. Wat

levert het mij op om razend ophem te zijn, hij was ook getroffen.”Op 27 augustus 1967 wordt haardochtertje geboren, in het zieken-huis in Wormerveer. Agnes maghaar heel even zien. „Ik trof eenaardige verpleegkundige, er warenook meisjes die met een zak overhun hoofd moesten bevallen, zodatze het kindje niet zouden zien.”

Haar dochtertje gaat naar Kinder-tehuis St. Anna in Halfweg, waarze negen maanden verblijft. Daar-na wordt ze geadopteerd door eenechtpaar dat geen kinderen kankrijgen. „Ik wilde dat niet, geenenkele moeder wil haar kind af-staan. Maar ik wilde mijn oudersook niet teleurstellen.”Daarna gaat het leven verder, alsof

er niks gebeurd is. „Maar mijnleven was in één klap weg, wattoen is gebeurd, heeft mij ge-vormd. Het schuldgevoel was vre-selijk, maar ik kon het niet terug-draaien. Ik had in een diep gatkunnen duiken, maar ik laat megeen slachtofferrol aanpraten. Veelvrouwen doen dat wel en komen erniet meer uit. Want zoiets valt niet

meer te repareren. Er zijn vrouwendie hetzelfde is overkomen, diezelfmoord hebben gepleegd enheel veel afstandsmoeders zijn nadat eerste kind de rest van hunleven kinderloos gebleven.”

SchaamteAgnes’ leven liep anders. Ze sloegzich door de eerste zware tijd heen,werd verliefd en vertelde haartoenmalige vriendje dat ze eenkind had gekregen en afgestaan.„Ik ben er vanaf dat moment altijdopen over geweest. Dat zijn ermaar weinig, heel veel afstands-moeders durven er nog steeds nietover te praten praten. Er is zo veelschaamte, zelfs nu nog.” Twintig jaar na de geboorte vanhaar dochtertje wordt de eerste vanhaar twee zoons geboren. Ze heeftnu een gezin, maar de herinneringaan haar eerste kind blijft, ze heeftook altijd contact gehouden metJohn, de vader van haar dochter. In1997, dertig jaar na dato, besluit zehaar te gaan zoeken, naar laterblijkt nog geen dag nadat haardochter besluit haar biologischemoeder te gaan zoeken. „De eerste keer dat ik haar zag, waser zo veel herkenning, heel bijzon-der. Haar moeder ben ik nooitgeworden, we hebben allebei eeneigen leven. Het contact is ook eenpoos moeizaam geweest. Maar wehebben nu een goede band, zienelkaar met enige regelmaat.”Wat voor waarde het nu aangekon-

digde onderzoek voor haar heeft?„Voor mij niet zo heel veel. Destijdshad ik gewoon pech: 1968 was hetkantelpunt, met de seksuele revo-lutie en de invoering van de bij-stand, waardoor het mogelijk werdeen kind alleen op te voeden. Ikwas een jaar te vroeg. Terugdraaienkan ik het niet. Maar ik ben altijdopen geweest over wat me is over-komen en ik denk dat dat ervoorheeft gezorgd dat ik er zo goeddoorheen ben gekomen.”In 2008 verscheen van haar handhet boek ’Tijd van onschuld’. Hier-in schetst zij haar familiegeschie-denis. Ze beschrijft de tijd waarinze opgroeide; de jaren 50 en 60.Een tijd waarin het ondenkbaarwas dat een ongehuwd meisjezwanger raakte en al helemaal datze dit onechte kind zou houden. Zeverhaalt in rake bewoordingenover haar wanhoop en die van haarouders. Over haar verdriet en haarbesluit om, na dertig jaar, op zoekte gaan naar haar dochter. Over deeerste ontmoeting en de dilemma’sdie het contact met haar dochtermet zich meebrengt.

Afsluiting,,Mijn boek was voor mij een soortafsluiting. Daarom heeft een on-derzoek voor mij misschien watminder lading. Maar voor eengrote groep afstandsmoeders, -va-ders en -kinderen is het wel enormbelangrijk. Het is een erkenningvan wat er is gebeurd.”

En een erkenning van wat nu nogsteeds gebeurt, benadrukt ze. „Hetis nog steeds actueel. Kinderen zijnaltijd handel. En kijk alleen maarnaar de moslimwereld, waar hetnog steeds een schande is als eenmeisje ongehuwd zwanger raakt,waar zo’n meisje soms zelfs wordtvermoord.”„Een excuus? Dat was vooral voormijn ouders heel fijn geweest,denk ik, misschien dat mijn moe-der het nog mee mag maken.” Zekijkt even peinzend voor zich uit.„Ja, eigenlijk ben ik zelf ook welheel benieuwd wat er uitkomt.”

’Geen enkelemoeder wil haar

kind afstaan’

Agnes Klitsie (67) uit Alkmaar isafstandsmoeder. In 1967 beviel zijop 15-jarige leeftijd van een doch-tertje. Ze werd gedwongen hetkindje na de geboorte af te staanvoor adoptie. Net als zo veel onge-huwde moeders in die tijd. Kerk,maatschappelijk werk, de socialeomgeving; de druk was enorm omde schande te vermijden.

Agnes Klitsie: ,,Heel veel afstandsmoeders durven er nog steeds niet over te praten. Er is zo veel schaamte, zelfs nu nog.” FOTO JJFOTO.NL/JAN JONG

Het voormalige Xaverius Klooster in Halfweg, waar Kindertehuis St. Anna in gevestigd was. FOTO KRO/NCRV

Afstandsmoeder:’Onderzoek is

erkenning vanwat er is gebeurd’

Duizenden jonge ongehuwde vrouwen moesten inde jaren 60 en 70 van de vorige eeuw ondermaatschappelijke druk hun pasgeboren kind afstaanvoor adoptie. Agnes Klitsie is één van hen. Ze vertelthaar verhaal en gaat in op het door de ministeraangekondigde onderzoek naar misstanden bijbinnenlandse adopties.

Boek

’Tijd van onschuld’’Tijd van onschuld’ (Uitge-verij Boekerij, ISBN9789022550052) vanAgnes Klitsie verscheenvoor het eerst in 2008. Zeschreef het boek op ver-zoek van Federatie vanInstellingen voor Onge-huwde Moeders (Fiom).Inmiddels zijn er al zevendrukken uitgebracht.

D-ALK 9 VRIJDAG 1 MAART 2019

Algemeen 9

Reportage

De laatste jaren wordt de roepom onderzoek sterker naar degang van zaken bij binnen-landse adopties in met namede jaren 60 en 70 van de vorigeeeuw. De Radboud Universiteit Nij-megen deed in 2017 een ver-kennend onderzoek. Conclu-sie: er was geen sprake van for-mele dwang, maar onder infor-mele dwang hebben in deperiode tussen 1956 (het jaarvan de invoering van de Adop-tiewet) en 1984 circa 13.000moeders onvrijwillig hun kindafgestaan voor adoptie. In aansluiting op de bevindin-gen van de Radboud Universi-teit kondigde minister SanderDekker (Justitie & Veiligheid)onlangs aan dat er een onder-zoek komt naar de misstandenbij binnenlandse adopties tus-sen 1956 en 1984. Hij hoopt zoin kaart te kunnen brengenhoe deze adopties verliepen,welke rol onder andere ouders,hulpverleners en sociale omge-ving speelden en vooral ookwat de impact was op betrok-kenen.

Onderzoek naarmisstanden

Het Wetenschappelijk Onder-zoek- en Documentatiecen-trum (WODC) van het ministe-rie van Justitie & Veiligheidgaat onderzoek doen naar demisstanden bij binnenlandseadopties.

Onlangs maakte Federatie van In-stellingen voor Ongehuwde Moe-ders (Fiom) de jongste cijfers be-kend met betrekking tot afstandter adoptie. Van 2015 tot 2017overwogen 196 moeders – en in-dien betrokken de biologische va-ders – een kind af te staan. Dehelft van hen zag er van af en gingtoch zelf voor het kind zorgen, in

28 gevallen ging het kind naareen pleeggezin en in 52 gevallenkwam het wel tot adoptie. Hoewel van dwang vaak geensprake meer is, speelt in sommigevan deze gevallen schaamte,schande of gevaar wel mee. Omdie reden pleit Fiom al langervoor het wettelijk regelen van be-vallen onder pseudoniem, zodatdeze vrouwen veilig en anoniemkunnen bevallen. In Duitsland iszo’n wettelijke regeling er al vijfjaar, in ons land nog niet. DeTweede Kamer heeft het onder-werp inmiddels opgepakt.

Gemiddeld twintig kinderenper jaar afgestaan voor adoptieEind jaren 60, begin jaren 70werd het vaakst een kind afge-staan voor adoptie; dit gebeurdejaarlijks 1000 tot 1200 keer. Sindsde jaren 90 zijn dit er jaarlijksnog gemiddeld 20.

Marjolein [email protected]