Wat? 

 

De regel van drieën is een handig hulpmiddel om verhoudingen uit te rekenen. We onderscheiden zaken die recht evenredig zijn en zaken die omgekeerd evenredig zijn. 

Recht evenredig? 

Als bij recht evenredige dingen één van beide vergroot, dan vergroot ook het ander en dan nog volgens dezelfde verhouding. 

Voorbeeld: 

Aantal  Kostprijs 1 blik cola  €0,60 2 blikken cola  €1,20 5 blikken cola  €3,00 10 blikken cola  €6,00 

Als je dus vijf keer meer cola koopt, zal je ook vijf keer meer betalen. Het aantal gekochte blikken en de prijs zijn dus recht evenredig. 

Hoe de regel van drieën toepassen? 

Voorbeeld: 

In vijf pakjes suikerwafels zitten dertig wafels. Hoeveel wafels zitten er dan in twaalf pakjes? 

Stap 1: Controleer of de grootheden recht evenredig zijn ( hier: meer pakjes = meer wafels   recht evenredig). 

Stap 2: Herleidt het gevraagde naar één eenheid. 

:5    5 pakjes    30 wafels    :51 pakje    6 wafels 

 

Stap 3: Je bepaalt het gevraagde. 

x12    1 pakje    6 wafels    x1212 pakjes    72 wafels 

 

 

Instructiekaart 2106 Domein   Vaardigheid 

Regel van drie – percent – schaal regel van drie (2) 

 

Instructiekaart : regel van drieën  

Omgekeerd evenredig? 

Als de ene grootheid kleiner wordt, wordt de andere grootheid groter (en omgekeerd). Dit gebeurt opnieuw in dezelfde mate. 

Voorbeeld: Hoe sneller een voertuig rijdt, hoe minder tijd het nodig heeft om eenzelfde afstand af te leggen. 

Snelheid  Tijd over 120 km 20 km/u  6 u 40 km/u  3 u 60 km/u  2 u 120 km/u  1 u 

Als je dus drie keer sneller rijdt, zal je ook drie maal minder tijd nodig hebben. De tijd en de snelheid zijn omgekeerd evenredig. 

Hoe de regel van drieën toepassen? 

Voorbeeld: 

Een automobilist legt een weg af van 90 km in twee uur als hij gemiddeld 45 km/u rijdt. Hoe vlug moet hij rijden om diezelfde afstand in anderhalf uur af te leggen? 

Stap 1: Controleer of de grootheden omgekeerd evenredig zijn ( hier: meer snelheid = minder tijd nodig   omgekeerd evenredig). 

Stap 2: Herleidt het gevraagde naar één eenheid. 

:2    2 uur    45 km/u    x21 uur    90 km/u 

 

Stap 3: Je bepaalt het gevraagde. 

x1,5    1 uur    90 km/u    :1,51,5 uur    60 km/u