Referentieniveaus Taal en Rekenen PO
-
Upload
slo-stichting-leerplanontwikkeling -
Category
Documents
-
view
223 -
download
0
description
Transcript of Referentieniveaus Taal en Rekenen PO
PrimairOnderwijs
ReferentieniveausTaal en Rekenen
De referentieniveaus gelden voor het basis- en
speciaal (basis)onderwijs, het voortgezet onder-
wijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Dus
ook voor uw school.
In deze krant vindt u informatie over de indeling
en betekenis van de referentieniveaus voor uw
school. Voor uitgebreidere informatie bent u
welkom op de website www.taalenrekenen.nl.
Zijn referentieniveaus nodig?Nederland heeft toch een goed onderwijssysteem?
Natuurlijk, en daar draagt u dagelijks aan bij.
Maar dat taal en rekenen beter moet en kan,
is voor iedereen duidelijk. Referentieniveaus
maken beter duidelijk wat we verwachten van
leerlingen op het gebied van taal en rekenen.
Dat is voor uw leerlingen een voorwaarde voor
een geslaagde schoolloopbaan en om later goed
mee te kunnen doen in de samenleving. Een
van de belangrijke opgaven voor het basis- en
speciaal (basis)onderwijs is: een fundamentele,
duurzame verbetering van de taal- en reken-
prestaties via opbrengstgerichte manieren van
werken. Referentieniveaus zijn een instrument
om dat opbrengstgerichte werken in de praktijk
te realiseren. Want met referentieniveaus kunt
u preciezer doelen vaststellen en leerprestaties
van individuele leerlingen meten, volgen en
waar nodig bijstellen. Bovendien bevorderen de
referentieniveaus een soepele aansluiting tussen
de verschillende onderwijssectoren, doordat in
elke fase van de opleiding van een leerling zijn
of haar niveau eenduidig kan worden vastgelegd.
Daarom dus: referentieniveaus!
Resultaat met referentieniveaus
Breng uw leerlingen op een hoger niveauoktober 2010
Niveaus en domeinen De referentieniveaus voor taal en rekenen zijn
ingedeeld in domeinen, met per domein een
nadere beschrijving.
Voor taal gaat het om de domeinen:
• Mondelinge taalvaardigheid (gespreksvaardig-
heid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid)
• Lezen (zakelijke teksten en fictionele,
narratieve en literaire teksten)
• Schrijven
• Begrippenlijst en taalverzorging
De vier domeinen zijn ieder op vier niveaus
beschreven. De niveaus geven een opklimmende
moeilijkheidsgraad in basiskennis en vaardig-
heden aan. Elk fundamenteel niveau omvat
het voorgaande niveau: leerlingen op niveau 2F
beheersen dus ook niveau 1F. Bij het behalen van
een fundamenteel niveau kunt u het volgende
niveau zien als streefniveau, aangezien niveau
1S en 2F voor taal gelijk zijn.
De domeinen voor rekenen zijn:
• Getallen
• Verhoudingen
• Meten en Meetkunde
• Verbanden
Anders dan bij taal gaat het bij rekenen om van
elkaar onderscheiden fundamentele niveaus en
streefniveaus. Deze zijn beide op drie niveaus
beschreven, dus voor het fundamentele niveau
1F, 2F en 3F en voor het streefniveau 1S, 2S en
3S. De fundamentele niveaus richten zich op
basale kennis en inzichten en zijn gericht op
een meer toepassinggerichte benadering van
rekenen.
De streefniveaus bereiden al voor op de meer
abstracte wiskunde. Bij rekenen is er geen
vierde niveau, omdat dat het domein van de
wiskunde is.
Voor nadere informatie en gedetailleerde
referentiebeschrijvingen kunt u terecht op
www.taalenrekenen.nl > Referentieniveaus
Taal/Rekenen > Beschrijvingen.
Scholen zijn sinds 1 augustus 2010 wettelijk verplicht de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het onderwijsaanbod als uitgangspunt te nemen. In de referentieniveaus is beschreven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan. Dit in tegenstelling tot de meer globale kerndoelen, waarin alleen de eisen voor het aanbod in het onderwijs zijn vastgelegd.
Pagina 2:
Onderwijsinspectie aan het woord
Pagina 3:
Referentieniveaus als hulpmiddel bij opbrengst-gericht werken
Pagina 4:
Overzicht van hulpbronnen
Wat leerlingen moeten kennen en kunnen
1F
1S 2F
2S 3F
3S
4S
4F
Referentiekader
Algemeen maatschappelijk niveau
Drempels
Toewijzing aan sectoren:
Taal 1F en 1S: primair en speciaal onderwijs 2F: mbo 1, 2, 3, vmbo 3F: mbo 4, havo 4F: vwo Rekenen 1F en 1S: primair en speciaal onderwijs 2F: mbo 1, 2, 3, vmbo 3F: mbo 4, havo, vwo
De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en -vaardigheden uw leerlingen moeten
beheersen voor taal en rekenen. Er zijn vier fundamentele niveaus en vier streefniveaus (1F t/m 4F en
1S t/m 4S) over alle onderwijssectoren (po, so, vo en mbo) heen. Tussen de vier niveaus is sprake van
overgangen of drempels. Dit zijn de overstappen die uw leerlingen maken binnen hun schoolloop-
baan. Niveau 1F en 1S zijn van toepassing op het einde van het basis- en speciaal (basis)onderwijs.
Natuurlijk is het de bedoeling dat zoveel mogelijk leerlingen een zo hoog mogelijk niveau halen,
maar tenminste 1F. Voor leerlingen die méér kunnen, kunt u toewerken naar niveau 1S en hoger.
Betekent de invoering van referentieniveaus veel extra werk? Dat kan meevallen, zeker als u het inpast in de aanpak van ‘opbrengst-gericht werken’. Bovendien sluiten veel taal- en rekenmethoden al goed aan bij de referentieniveaus (zie www.taalenrekenen.nl > Referentiekader > Relevante documenten, onder subkop Onderzoek). De voordelen op een rij:
1. De referentieniveaus dragen bij aan efficiën-
tere en effectievere onderwijsprogramma’s.
Wat uw leerlingen precies moeten kennen en
kunnen als het gaat om de basiskennis en
basisvaardig heden is nu duidelijk omschreven.
2. Met de referentieniveaus kunt u - binnen
het opbrengstgericht werken - doelen stellen
en leerprestaties van leerlingen meten en zo
nodig bijsturen.
3. Door de referentieniveaus sluiten de pro-
gramma’s van de verschillende schooltypen
beter op elkaar aan waardoor herhalingen of
hiaten voorkomen worden.
4. Door het gebruik van de referentieniveaus
is bij de overstap tussen scholen voor de
ontvangende school direct duidelijk hoe
ver de leerling is op het gebied van taal en
rekenen. Daardoor kan de school makkelijker
vaststellen of en waar remediëring nodig is,
of onderhoud volstaat, of dat een leerling
kan doorwerken naar het volgende niveau.
De voordelen op een rij
De referentieniveaus gelden integraal voor het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, met uitzondering van zeer moei-lijk lerenden en meervoudig gehandicapte leerlingen (zml en mg). Wat betekent dit voor u als leraar in het speciaal (basis)onder-wijs? Moet u andere materialen en middelen gebruiken? En wat gaat er veranderen als uw school deelneemt aan het project Implemen-tatie van leerlijnen in het (v)so?
Scholen in het speciaal basisonderwijs en
speciaal onderwijs werken voor taal en rekenen
vaak met methodes die zijn geschreven voor het
reguliere basisonderwijs. De referentieniveaus
zijn voor een groot deel gedekt door die metho-
des. Om het onderwijs aan te laten sluiten bij de
mogelijkheden van de leerlingen, moet de leraar
een inhoudelijke keuze maken: krijgt de leerling
meer tijd om aan taal en rekenen te besteden,
krijgt de leerling extra ondersteunende hulpmid-
delen en/of krijgt de leerling een selectie uit
het onderwijsaanbod? Om de referentieniveaus
daarbij in beeld te houden, is het belangrijk
om de vorderingen van de leerling nauwlet-
tend te volgen. Het werken met leerlijnen kan
hierbij behulpzaam zijn. Leerlijnen verbinden
het beginniveau waarmee de meeste leerlingen
het onderwijs binnenkomen en het niveau dat
leerlingen geacht worden te bereiken aan het
einde van groep acht.
Een groot aantal scholen voor speciaal onderwijs
werkt op dit moment met leerlijnen binnen het
project Implementatie van leerlijnen in het (v)so
van de WEC-Raad. Het betreft een samenwerking
met CED-Groep, SLO, KPC Groep, Freudenthal
Instituut en Cito. In het project wordt gewerkt
met een inhoudelijk kader waarbij de samen-
hang tussen kerndoelen, leerlijnen, het werken
met leerroutes, het formuleren van een ontwik-
kelingsperspectief (verwachte uitstroombe-
stemming van de leerling) en opbrengstgericht
werken helder wordt beschreven. Ook de
referentieniveaus krijgen een plaats binnen het
project. Daardoor zijn aparte referentieniveaus
voor leerlingen die extra zorg en aandacht nodig
hebben, niet noodzakelijk. Door uit te gaan van
de huidige leerlijnen blijft een vergelijkings-
mogelijkheid met het gewenste (referentie)
niveau mogelijk. Dit houdt de school scherp.
Voor zml- en mg-leerlingen zijn er overigens wel
aparte leerlijnen.
Meer informatie: www.wec-raad.nl.
Onderwijsinspectie:
‘ Resultaten eenduidiger en transparanter’
De Inspectie van het Onderwijs vraagt al enige jaren aandacht voor het verbeteren van de taal- en rekenprestaties en het meten van deze prestaties met een goede eindtoets. Als verantwoordelijk toezichthouder voor het onderwijs zal de inspectie de invoering van de referentieniveaus dan ook goed volgen. Wat gaan scholen daar concreet van merken?
“De referentieniveaus
op zich brengen geen
nieuwe eisen met zich
mee”, vertelt Leon
Henkens, hoofd-
inspecteur primair
onderwijs en expertisecentra. ”Het zijn namelijk
uitwerkingen van de kerndoelen en deze veran-
deren niet. Het onderwijsaanbod moet aange-
past zijn op de referentieniveaus. Inhoudelijk is
het huidige aanbod - methodes en programma’s
- echter al grotendeels in lijn met de referentie-
niveaus. Invoering van de referentieniveaus is
voor ons dan ook geen reden om op korte termijn
anders te gaan werken. In ons huidige toezicht
gaan wij immers al na of het aanbod van scholen
dekkend is voor de kerndoelen. We zijn natuur-
lijk wel benieuwd naar de resultaten, maar die
worden pas over enkele jaren zichtbaar.”
Henkens benadrukt de betekenis van de referen-
tieniveaus als verbeterinstrument. “Referentie-
niveaus, met de tussentijdse toetsen, zijn concrete
handvatten waarmee je als leerkracht en als
school het aanbod nog beter kunt afstemmen op
de individuele leerling. Tegelijkertijd gelden de
referentieniveaus voor de hele sector, waardoor
resultaten van scholen beter vergelijkbaar zijn.
Scholen zouden zich moeten afvragen, of ze te-
vreden zijn met de resultaten die ze halen.” Met
andere woorden: de referentieniveaus leiden tot
transparantie op leerlingniveau en op instellings-
niveau. Een goede zaak, ook voor de aanslui-
tingen binnen en tussen onderwijsroutes. “Er
ontstaat een doorlopende schaal van oplopende
niveaus waaraan leerlingen op diverse momenten
in hun onderwijsloopbaan moeten (kunnen)
voldoen. Dit helpt om prestaties eenduidiger
en transparanter in beeld te brengen en door te
geven aan het vervolgonderwijs.”
Hoe brengen scholen in Arnhem en omstreken het primair onderwijs naar een hoger niveau? Door de onderwijsopbrengsten periodiek te meten en te monitoren en in nauwe samen-werking met elkaar het onderwijs bij te sturen. “In dat kader kunnen we de referentie-niveaus flexibel inpassen”, aldus coördinator Peter Burgers. “Zo krijgen we nog beter zicht op de niveaus en prestaties van leerlingen.”
Peter Burgers werkt bij Stichting PAS en verricht
coördinerende en ondersteunende taken voor
de gemeente Arnhem en de drie gezamenlijke
schoolbesturen primair onderwijs: De Basis,
Delta en Fluvius. Met 56 schoollocaties in
Arnhem en 14 in de nabije omgeving is dat een
uitdagende klus.
Evaluatierapport en toetskalender Burgers: “Onze belangrijkste speerpunten zijn
kwaliteitszorg, onderwijsachterstandenbeleid
(inclusief vve) en het brede schoolbeleid. Alle
scholen, 70 in totaal, ontvangen jaarlijks een
evaluatierapport met daarin onder meer een
uitgebreide analyse van de leeropbrengsten. Om
het niveau van de basisvaardigheden inzichtelijk
te krijgen, gebruikt Stichting PAS bovendien een
toetskalender op basis van het Cito-volgsysteem.
Scholen nemen op gelijktijdige momenten toetsen
af op de basisvaardigheden taal en rekenen en
de resultaten worden geanalyseerd. Zo wordt
inzichtelijk of de leerlingen op het gewenste niveau
presteren. Wij nemen die resultaten onder de loep
en bespreken in nauwe samenwerking met de
scholen onze visie op de uitkomsten, het evaluatie-
rapport en de benodigde vervolgstappen.”
Fantastisch resultaat Burgers benadrukt dat de uitgebreide monitoring
geen afrekenmiddel is. “Het is puur meten en
bijsturen om samen met de scholen het onderwijs
naar een hoger niveau te tillen.” En met succes!
Onlangs haalde 95 procent van de kinderen op
een achterstandschool op de Cito-Eindtoets een
bovengemiddelde score. “Dat is een fantastisch
resultaat.”
“De referentieniveaus zijn een mooie toevoeging
aan de kwaliteitszorg”, vervolgt Burgers. “In feite
is het een hulpmiddel bij het instrumentarium dat
we al hebben. Het idee achter de referentieniveaus
is goed, maar de uitwerking is nog belangrijker. Er
moet nog veel gebeuren, ook al zijn de referentie-
niveaus op 1 augustus 2010 ingevoerd. Methoden,
leerlijnen maar ook toetsen worden de komende
jaren aangepast, daar ben ik erg benieuwd naar.
De leerkracht zal er straks bij gebaat zijn, hij pro-
beert immers het beste uit het kind te halen. En
daar doen we het uiteindelijk allemaal voor.”
Praktijkvoorbeeld
‘ Referentie niveaus mooie toevoeging kwaliteitszorg’
De PO-Raad, de VO-Raad en AVS werken in een gezamenlijk traject aan een versoepeling van de overgang tussen po en vo. Naast een aantal instrumentele verbeteringen is daarbij het overbruggen van cultuurverschillen heel belangrijk. Daarom wordt onderzocht of met een dakpanconstructie tussen groep 8 en de brugklas de gezamenlijke pedagogisch-didac-tische verantwoordelijkheid beter tot stand
kan komen. Ook worden goede praktijkvoor-beelden geïnventariseerd over de informa-tieoverdracht tussen po en vo. Verder is een praktische handleiding in ontwikkeling voor de overdracht van valide en objectieve infor-matie over het beheersingsniveau van taal en rekenen. Tot slot is er een pilot om te zien of een latere afname van eindtoetsen bijdraagt aan een soepeler overgang tussen po en vo.
Geluid van vrolijk spelende kinderen. Een kleine speelplaats beschut tussen bomen, een laag hek en een klein, uitnodigend schoolgebouw zonder verdiepingen. Welkom bij de Roelant Berk en Beukschool (RBB), ‘de leukste school van 2010’ staat in graffiti op de muur. Locatiedirecteur Esther Willems en haar team werken er met hart en ziel aan om dat waar te maken, referen-tieniveaus of niet: “Wij willen het beste halen uit iedere leerling, wij gaan uit van wat het kind wél kan. En dat is vaak meer dan gedacht.” De RBB-school - een cluster 4-school op het terrein
van Entréa in Nijmegen - biedt een overzichtelijke,
veilige wereld voor 70 à 80 leerlingen tussen 8 en 12
jaar. De school biedt onderwijs aan kinderen met
een verhaal: een complexe opvoedsituatie, ADHD,
stoornis in het autistisch spectrum of een andere
indicatie voor speciaal onderwijs. En daarbij gaat
het niet alleen om de pedagogische uitdaging,
maar steeds meer ook om didactische resultaten.
“Ons doel is dat kinderen aan het eind van groep 8
het (streef)niveau van de kerndoelen halen. Of zo
dicht mogelijk benaderen.” Het cruciale belang van
taal, ook voor de sociale ontwikkeling, is voor het
RBB-team mede drijfveer om structureler te
werken aan niveauverbetering. Willems: “De drive
komt uit het team zelf, daar ben ik trots op. We
hebben de laatste jaren diverse nieuwe methodes
aangeschaft, maar er was weinig samenhang.
Sinds vorig jaar nemen we deel aan een taal-lees-
verbetertraject, een schoolbrede aanpak met goede
aansluiting tussen de klassen. Dat voorkomt dat
leerlingen in elke groep weer iets anders horen over
spelling, stellen, of lezen.” De schoolbrede aanpak
omvat ook de betrokkenheid van de logopediste:
zij volgt en beoordeelt de taalontwikkeling van
leerlingen in relatie tot het taalonderwijs.
Inge Janssen (leerkracht groep 3/4) coördineert het
taal-leesverbetertraject op de locatie in Nijmegen.
“Wij werken SLIM (Stimuleringsprogramma bij
het Lezen uitgaande van Instructie en Motivatie)
aan de motivatie, dat bevalt goed.” Of er al
resultaten zichtbaar zijn? Ja, we zien nu al
duidelijke verbeteringen.”
“Het is belangrijk dat we vanuit onze professio-
nele insteek weten dat we de goede dingen doen
en dat we die ook goed doen”, zegt Kete Kervezee,
bestuursvoorzitter van de PO-Raad. “We moeten
met elkaar werken in een cultuur waarin we
openstaan om met én van elkaar te leren. Alleen
op die manier kunnen we bijdragen aan goed on-
derwijs voor ieder kind.” Dat is volgens Kervezee
de grootste uitdaging in het primair onderwijs.
“En daarbij gaat het niet alleen om de basisvaar-
digheden taal en rekenen, maar ook om sociale
vaardigheden, emotionele ontwikkeling en
burgerschap. Duurzame verbetering van taal- en
rekenprestaties, als belangrijke doelstelling in de
Kwaliteitsagenda PO opgenomen, is echter wel
een belangrijk startpunt. Meer opbrengstgerichte
manieren van werken op het niveau van de klas,
de school en het bestuur, leveren een wezenlijke
bijdrage aan het realiseren van deze ambitie.”
Werken met de referentieniveaus vormt een
belangrijk hulpmiddel om het opbrengstgericht
werken in de praktijk succesvol te realiseren.
“Met de referentieniveaus kun je doelen vaststel-
len en leerprestaties van individuele leerlingen
meten, volgen en waar nodig bijsturen”, aldus
Kervezee. “Het (verder) implementeren van
meer opbrengstgerichte werkwijzen is voor de
komende jaren een aandachtspunt voor het po.
Dat dit thema leeft is duidelijk, gezien de animo
voor de vele conferenties op dit gebied. De focus
moet de komende jaren dan ook gericht blijven
op het opbrengstgericht werken. We moeten niet
ineens andere prioriteiten gaan stellen. Het veld
Team kiest gemotiveerd voor een taal-leesverbetertraject
‘Al na eerste jaar positief effect’
Kervezee, voorzitter PO-Raad:
‘ Referentieniveaus belangrijk voor opbrengstgericht werken’
Referentieniveaus en leerlijnen
Passende perspectievenMisschien vraagt u zich ook af wat u het beste kunt doen voor leerlingen met taal- en/of rekenproblemen. Want wanneer is er sprake van een echt probleem en wat kunt u deze leerlingen dan aanbieden? Mag u ook (ge-deeltelijk) andere doelen nastreven dan in de referentieniveaus beschreven, als blijkt dat het om een leerling gaat die waarschijnlijk naar het praktijkonderwijs doorstroomt?
Het project Passende perspectieven, met door-
lopende leerlijnen taal en rekenen beantwoordt dit
soort vragen en biedt steun bij uw keuzes voor
leerstof en/of hulpmiddelen, onafhankelijk van
het schooltype. Het doel is deze leerlingen verder
te helpen door passend onderwijs te bieden,
dat aansluit bij hun capaciteiten en ontwik-
kelingsperspectief en waarbij wordt uitgegaan
van de referentieniveaus. Dit is niet eenvoudig.
Daarom wordt in dit project nauw samengewerkt
met taal- en rekenexperts, maar ook met scholen
en andere onderwijsinstellingen.
Sommige van deze leerlingen kunnen meer dan u
wellicht in eerste instantie denkt. Zij kunnen met
een extra inspanning alsnog 1F halen. Andere leer-
lingen lukt dat met het juiste hulpmiddel, zoals de
spellingchecker voor leerlingen met dyslexie. Voor
de overige leerlingen is een selectie van doelen
uit de referentieniveaus mogelijk, bijvoorbeeld op
basis van de eisen van het vervolgonderwijs.
Om verschillende groepen leerlingen een pas-
send aanbod te bieden zijn afgestemde leerrou-
tes mogelijk, passend bij de belangrijkste doelen.
De komende jaren wordt vanuit dit project een
handreiking opgeleverd met een overzicht van
het kernaanbod voor taal en rekenen voor de
verschillende groepen zorgleerlingen. Met daarbij
voorbeelden van materialen, hulpmiddelen en
tips. Daarnaast komt er een digitale leerlijn met
inhoudelijke, didactische en pedagogische tips.
Tot slot komt er een handelingsprotocol. Via
www.taalenrekenen.nl wordt u nader geïnfor-
meerd over het project Passende perspectieven.
Soepeler overgang tussen po en vo
Referentieniveaus in het (voortgezet) speciaal onderwijs
Vanaf 1 augustus 2010 geldt de wet referentie-niveaus Nederlandse taal en rekenen. Deze wet geldt wel voor het speciaal onderwijs, maar nog niet voor het voortgezet speciaal onderwijs. De referentieniveaus voor deze scholen zullen namelijk worden vastgesteld in het kader van de wetgeving kwaliteit (v)so. Deze wetgeving gaat voor het vso pas in per 1 augustus 2013 (voor het so is dat 1 augustus 2012) en heeft als doel de opbrengsten van dit type onderwijs te verbeteren. De referentie-niveaus taal en rekenen kunnen daar zeker een bijdrage aan leveren.
‘ Wij willen het beste halen uit iedere leerling, wij gaan uit van wat het kind wél kan. En dat is vaak meer dan gedacht.’
‘ Het gaat niet alleen om taal en rekenen, maar ook om sociale vaardigheden, emotionele ontwikkeling en burgerschap.’
moet de tijd krijgen om zich verder te versterken.
Daar zetten we ons de komende tien jaar voor in.
Zie ook ons manifest In tien jaar naar de top!. Om
die ambitie te realiseren vraagt de PO-Raad wel
enkele randvoorwaarden aan de politiek.
Continuïteit in beleid is er daar één van.”
Kete Kervezee, bestuursvoorzitter van de PO-Raad
Leon Henkens, hoofdinspecteur primair onderwijs en
expertisecentra
Esther Willems (locatiedirecteur) en Inge Janssen (leerkracht groep 3/4) van de Roelant Berk en Beukschool
‘ Door referentieniveaus ontstaat een doorlopende schaal met oplopende niveaus.’
OverdrachtOp termijn moet uit uw gegevens blijken waar
de individuele leerling voor taal en rekenen staat
ten opzichte van de referentieniveaus. Het verza-
melen van deze gegevens is op dit moment nog
niet mogelijk, omdat er nog geen toetsen zijn die
de beheersing van de referentieniveaus in beeld
brengen. Daarom wordt deze verplichting waar-
schijnlijk pas vanaf het schooljaar 2012-2013 van
kracht. De informatie die u in de toekomst voor
elke leerling verzamelt over de beheersing van de
referentieniveaus is nodig voor de overdracht van
leerlingen naar het voortgezet (speciaal) onder-
wijs. Voor elke v(s)o-school is daarmee direct
duidelijk wat uw leerlingen al wel en wat ze nog
niet beheersen. Deze verplichting heeft overigens
geen consequenties voor de doorstroom naar het
voortgezet (speciaal) onderwijs; het beheersen
van referentieniveau 1F of 1S is geen wettelijke
voorwaarde voor toelating tot één van de brug-
klastypes voortgezet onderwijs.
En de inspectie?De referentieniveaus spelen nog geen rol bij
uw verantwoording over de leeropbrengsten. Er
verandert voorlopig dus niets in de beoordeling
van uw resultaten door de inspectie. U krijgt als
school eerst enkele jaren de tijd om de referentie-
niveaus goed en zorgvuldig in te passen. Op
termijn zullen de resultaten van uw leerlingen
ten opzichte van de referentieniveaus wel worden
meegewogen in het kwaliteitsoordeel van uw
school. Wanneer dit precies zal zijn, is nu nog
niet bekend. Uiteraard wordt u daar tijdig over
geïnformeerd.
Invoeringstraject De komst van de referentieniveaus vergt aanpassing van de instrumenten die u gebruikt bij uw taal- en rekenonderwijs. Dit geldt voor onder meer de leerlijnen, de leermiddelen en voor de toetsen tijdens en aan het einde van de schoolloopbaan. Deze aangepaste instrumenten komen op termijn beschikbaar. U kunt ze vinden via www.taalenrekenen.nl. Een overzicht van (een deel van) de reeds beschikbare hulpbronnen vindt u op de laatste pagina van deze krant.
De referentieniveaus gelden integraal voor het speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs, met uitzondering van zeer moei-lijk lerenden en meervoudig gehandicapte leerlingen (zml en mg). Wat betekent dit voor u als leraar in het speciaal (basis)onder-wijs? Moet u andere materialen en middelen gebruiken? En wat gaat er veranderen als uw school deelneemt aan het project Implemen-tatie van leerlijnen in het (v)so?
Scholen in het speciaal basisonderwijs en
speciaal onderwijs werken voor taal en rekenen
vaak met methodes die zijn geschreven voor het
reguliere basisonderwijs. De referentieniveaus
zijn voor een groot deel gedekt door die metho-
des. Om het onderwijs aan te laten sluiten bij de
mogelijkheden van de leerlingen, moet de leraar
een inhoudelijke keuze maken: krijgt de leerling
meer tijd om aan taal en rekenen te besteden,
krijgt de leerling extra ondersteunende hulpmid-
delen en/of krijgt de leerling een selectie uit
het onderwijsaanbod? Om de referentieniveaus
daarbij in beeld te houden, is het belangrijk
om de vorderingen van de leerling nauwlet-
tend te volgen. Het werken met leerlijnen kan
hierbij behulpzaam zijn. Leerlijnen verbinden
het beginniveau waarmee de meeste leerlingen
het onderwijs binnenkomen en het niveau dat
leerlingen geacht worden te bereiken aan het
einde van groep acht.
Een groot aantal scholen voor speciaal onderwijs
werkt op dit moment met leerlijnen binnen het
project Implementatie van leerlijnen in het (v)so
van de WEC-Raad. Het betreft een samenwerking
met CED-Groep, SLO, KPC Groep, Freudenthal
Instituut en Cito. In het project wordt gewerkt
met een inhoudelijk kader waarbij de samen-
hang tussen kerndoelen, leerlijnen, het werken
met leerroutes, het formuleren van een ontwik-
kelingsperspectief (verwachte uitstroombe-
stemming van de leerling) en opbrengstgericht
werken helder wordt beschreven. Ook de
referentieniveaus krijgen een plaats binnen het
project. Daardoor zijn aparte referentieniveaus
voor leerlingen die extra zorg en aandacht nodig
hebben, niet noodzakelijk. Door uit te gaan van
de huidige leerlijnen blijft een vergelijkings-
mogelijkheid met het gewenste (referentie)
niveau mogelijk. Dit houdt de school scherp.
Voor zml- en mg-leerlingen zijn er overigens wel
aparte leerlijnen.
Meer informatie: www.wec-raad.nl.
Onderwijsinspectie:
‘ Resultaten eenduidiger en transparanter’
De Inspectie van het Onderwijs vraagt al enige jaren aandacht voor het verbeteren van de taal- en rekenprestaties en het meten van deze prestaties met een goede eindtoets. Als verantwoordelijk toezichthouder voor het onderwijs zal de inspectie de invoering van de referentieniveaus dan ook goed volgen. Wat gaan scholen daar concreet van merken?
“De referentieniveaus
op zich brengen geen
nieuwe eisen met zich
mee”, vertelt Leon
Henkens, hoofd-
inspecteur primair
onderwijs en expertisecentra. ”Het zijn namelijk
uitwerkingen van de kerndoelen en deze veran-
deren niet. Het onderwijsaanbod moet aange-
past zijn op de referentieniveaus. Inhoudelijk is
het huidige aanbod - methodes en programma’s
- echter al grotendeels in lijn met de referentie-
niveaus. Invoering van de referentieniveaus is
voor ons dan ook geen reden om op korte termijn
anders te gaan werken. In ons huidige toezicht
gaan wij immers al na of het aanbod van scholen
dekkend is voor de kerndoelen. We zijn natuur-
lijk wel benieuwd naar de resultaten, maar die
worden pas over enkele jaren zichtbaar.”
Henkens benadrukt de betekenis van de referen-
tieniveaus als verbeterinstrument. “Referentie-
niveaus, met de tussentijdse toetsen, zijn concrete
handvatten waarmee je als leerkracht en als
school het aanbod nog beter kunt afstemmen op
de individuele leerling. Tegelijkertijd gelden de
referentieniveaus voor de hele sector, waardoor
resultaten van scholen beter vergelijkbaar zijn.
Scholen zouden zich moeten afvragen, of ze te-
vreden zijn met de resultaten die ze halen.” Met
andere woorden: de referentieniveaus leiden tot
transparantie op leerlingniveau en op instellings-
niveau. Een goede zaak, ook voor de aanslui-
tingen binnen en tussen onderwijsroutes. “Er
ontstaat een doorlopende schaal van oplopende
niveaus waaraan leerlingen op diverse momenten
in hun onderwijsloopbaan moeten (kunnen)
voldoen. Dit helpt om prestaties eenduidiger
en transparanter in beeld te brengen en door te
geven aan het vervolgonderwijs.”
Hoe brengen scholen in Arnhem en omstreken het primair onderwijs naar een hoger niveau? Door de onderwijsopbrengsten periodiek te meten en te monitoren en in nauwe samen-werking met elkaar het onderwijs bij te sturen. “In dat kader kunnen we de referentie-niveaus flexibel inpassen”, aldus coördinator Peter Burgers. “Zo krijgen we nog beter zicht op de niveaus en prestaties van leerlingen.”
Peter Burgers werkt bij Stichting PAS en verricht
coördinerende en ondersteunende taken voor
de gemeente Arnhem en de drie gezamenlijke
schoolbesturen primair onderwijs: De Basis,
Delta en Fluvius. Met 56 schoollocaties in
Arnhem en 14 in de nabije omgeving is dat een
uitdagende klus.
Evaluatierapport en toetskalender Burgers: “Onze belangrijkste speerpunten zijn
kwaliteitszorg, onderwijsachterstandenbeleid
(inclusief vve) en het brede schoolbeleid. Alle
scholen, 70 in totaal, ontvangen jaarlijks een
evaluatierapport met daarin onder meer een
uitgebreide analyse van de leeropbrengsten. Om
het niveau van de basisvaardigheden inzichtelijk
te krijgen, gebruikt Stichting PAS bovendien een
toetskalender op basis van het Cito-volgsysteem.
Scholen nemen op gelijktijdige momenten toetsen
af op de basisvaardigheden taal en rekenen en
de resultaten worden geanalyseerd. Zo wordt
inzichtelijk of de leerlingen op het gewenste niveau
presteren. Wij nemen die resultaten onder de loep
en bespreken in nauwe samenwerking met de
scholen onze visie op de uitkomsten, het evaluatie-
rapport en de benodigde vervolgstappen.”
Fantastisch resultaat Burgers benadrukt dat de uitgebreide monitoring
geen afrekenmiddel is. “Het is puur meten en
bijsturen om samen met de scholen het onderwijs
naar een hoger niveau te tillen.” En met succes!
Onlangs haalde 95 procent van de kinderen op
een achterstandschool op de Cito-Eindtoets een
bovengemiddelde score. “Dat is een fantastisch
resultaat.”
“De referentieniveaus zijn een mooie toevoeging
aan de kwaliteitszorg”, vervolgt Burgers. “In feite
is het een hulpmiddel bij het instrumentarium dat
we al hebben. Het idee achter de referentieniveaus
is goed, maar de uitwerking is nog belangrijker. Er
moet nog veel gebeuren, ook al zijn de referentie-
niveaus op 1 augustus 2010 ingevoerd. Methoden,
leerlijnen maar ook toetsen worden de komende
jaren aangepast, daar ben ik erg benieuwd naar.
De leerkracht zal er straks bij gebaat zijn, hij pro-
beert immers het beste uit het kind te halen. En
daar doen we het uiteindelijk allemaal voor.”
Praktijkvoorbeeld
‘ Referentie niveaus mooie toevoeging kwaliteitszorg’
De PO-Raad, de VO-Raad en AVS werken in een gezamenlijk traject aan een versoepeling van de overgang tussen po en vo. Naast een aantal instrumentele verbeteringen is daarbij het overbruggen van cultuurverschillen heel belangrijk. Daarom wordt onderzocht of met een dakpanconstructie tussen groep 8 en de brugklas de gezamenlijke pedagogisch-didac-tische verantwoordelijkheid beter tot stand
kan komen. Ook worden goede praktijkvoor-beelden geïnventariseerd over de informa-tieoverdracht tussen po en vo. Verder is een praktische handleiding in ontwikkeling voor de overdracht van valide en objectieve infor-matie over het beheersingsniveau van taal en rekenen. Tot slot is er een pilot om te zien of een latere afname van eindtoetsen bijdraagt aan een soepeler overgang tussen po en vo.
Geluid van vrolijk spelende kinderen. Een kleine speelplaats beschut tussen bomen, een laag hek en een klein, uitnodigend schoolgebouw zonder verdiepingen. Welkom bij de Roelant Berk en Beukschool (RBB), ‘de leukste school van 2010’ staat in graffiti op de muur. Locatiedirecteur Esther Willems en haar team werken er met hart en ziel aan om dat waar te maken, referen-tieniveaus of niet: “Wij willen het beste halen uit iedere leerling, wij gaan uit van wat het kind wél kan. En dat is vaak meer dan gedacht.” De RBB-school - een cluster 4-school op het terrein
van Entréa in Nijmegen - biedt een overzichtelijke,
veilige wereld voor 70 à 80 leerlingen tussen 8 en 12
jaar. De school biedt onderwijs aan kinderen met
een verhaal: een complexe opvoedsituatie, ADHD,
stoornis in het autistisch spectrum of een andere
indicatie voor speciaal onderwijs. En daarbij gaat
het niet alleen om de pedagogische uitdaging,
maar steeds meer ook om didactische resultaten.
“Ons doel is dat kinderen aan het eind van groep 8
het (streef)niveau van de kerndoelen halen. Of zo
dicht mogelijk benaderen.” Het cruciale belang van
taal, ook voor de sociale ontwikkeling, is voor het
RBB-team mede drijfveer om structureler te
werken aan niveauverbetering. Willems: “De drive
komt uit het team zelf, daar ben ik trots op. We
hebben de laatste jaren diverse nieuwe methodes
aangeschaft, maar er was weinig samenhang.
Sinds vorig jaar nemen we deel aan een taal-lees-
verbetertraject, een schoolbrede aanpak met goede
aansluiting tussen de klassen. Dat voorkomt dat
leerlingen in elke groep weer iets anders horen over
spelling, stellen, of lezen.” De schoolbrede aanpak
omvat ook de betrokkenheid van de logopediste:
zij volgt en beoordeelt de taalontwikkeling van
leerlingen in relatie tot het taalonderwijs.
Inge Janssen (leerkracht groep 3/4) coördineert het
taal-leesverbetertraject op de locatie in Nijmegen.
“Wij werken SLIM (Stimuleringsprogramma bij
het Lezen uitgaande van Instructie en Motivatie)
aan de motivatie, dat bevalt goed.” Of er al
resultaten zichtbaar zijn? Ja, we zien nu al
duidelijke verbeteringen.”
“Het is belangrijk dat we vanuit onze professio-
nele insteek weten dat we de goede dingen doen
en dat we die ook goed doen”, zegt Kete Kervezee,
bestuursvoorzitter van de PO-Raad. “We moeten
met elkaar werken in een cultuur waarin we
openstaan om met én van elkaar te leren. Alleen
op die manier kunnen we bijdragen aan goed on-
derwijs voor ieder kind.” Dat is volgens Kervezee
de grootste uitdaging in het primair onderwijs.
“En daarbij gaat het niet alleen om de basisvaar-
digheden taal en rekenen, maar ook om sociale
vaardigheden, emotionele ontwikkeling en
burgerschap. Duurzame verbetering van taal- en
rekenprestaties, als belangrijke doelstelling in de
Kwaliteitsagenda PO opgenomen, is echter wel
een belangrijk startpunt. Meer opbrengstgerichte
manieren van werken op het niveau van de klas,
de school en het bestuur, leveren een wezenlijke
bijdrage aan het realiseren van deze ambitie.”
Werken met de referentieniveaus vormt een
belangrijk hulpmiddel om het opbrengstgericht
werken in de praktijk succesvol te realiseren.
“Met de referentieniveaus kun je doelen vaststel-
len en leerprestaties van individuele leerlingen
meten, volgen en waar nodig bijsturen”, aldus
Kervezee. “Het (verder) implementeren van
meer opbrengstgerichte werkwijzen is voor de
komende jaren een aandachtspunt voor het po.
Dat dit thema leeft is duidelijk, gezien de animo
voor de vele conferenties op dit gebied. De focus
moet de komende jaren dan ook gericht blijven
op het opbrengstgericht werken. We moeten niet
ineens andere prioriteiten gaan stellen. Het veld
Team kiest gemotiveerd voor een taal-leesverbetertraject
‘Al na eerste jaar positief effect’
Kervezee, voorzitter PO-Raad:
‘ Referentieniveaus belangrijk voor opbrengstgericht werken’
Referentieniveaus en leerlijnen
Passende perspectievenMisschien vraagt u zich ook af wat u het beste kunt doen voor leerlingen met taal- en/of rekenproblemen. Want wanneer is er sprake van een echt probleem en wat kunt u deze leerlingen dan aanbieden? Mag u ook (ge-deeltelijk) andere doelen nastreven dan in de referentieniveaus beschreven, als blijkt dat het om een leerling gaat die waarschijnlijk naar het praktijkonderwijs doorstroomt?
Het project Passende perspectieven, met door-
lopende leerlijnen taal en rekenen beantwoordt dit
soort vragen en biedt steun bij uw keuzes voor
leerstof en/of hulpmiddelen, onafhankelijk van
het schooltype. Het doel is deze leerlingen verder
te helpen door passend onderwijs te bieden,
dat aansluit bij hun capaciteiten en ontwik-
kelingsperspectief en waarbij wordt uitgegaan
van de referentieniveaus. Dit is niet eenvoudig.
Daarom wordt in dit project nauw samengewerkt
met taal- en rekenexperts, maar ook met scholen
en andere onderwijsinstellingen.
Sommige van deze leerlingen kunnen meer dan u
wellicht in eerste instantie denkt. Zij kunnen met
een extra inspanning alsnog 1F halen. Andere leer-
lingen lukt dat met het juiste hulpmiddel, zoals de
spellingchecker voor leerlingen met dyslexie. Voor
de overige leerlingen is een selectie van doelen
uit de referentieniveaus mogelijk, bijvoorbeeld op
basis van de eisen van het vervolgonderwijs.
Om verschillende groepen leerlingen een pas-
send aanbod te bieden zijn afgestemde leerrou-
tes mogelijk, passend bij de belangrijkste doelen.
De komende jaren wordt vanuit dit project een
handreiking opgeleverd met een overzicht van
het kernaanbod voor taal en rekenen voor de
verschillende groepen zorgleerlingen. Met daarbij
voorbeelden van materialen, hulpmiddelen en
tips. Daarnaast komt er een digitale leerlijn met
inhoudelijke, didactische en pedagogische tips.
Tot slot komt er een handelingsprotocol. Via
www.taalenrekenen.nl wordt u nader geïnfor-
meerd over het project Passende perspectieven.
Soepeler overgang tussen po en vo
Referentieniveaus in het (voortgezet) speciaal onderwijs
Vanaf 1 augustus 2010 geldt de wet referentie-niveaus Nederlandse taal en rekenen. Deze wet geldt wel voor het speciaal onderwijs, maar nog niet voor het voortgezet speciaal onderwijs. De referentieniveaus voor deze scholen zullen namelijk worden vastgesteld in het kader van de wetgeving kwaliteit (v)so. Deze wetgeving gaat voor het vso pas in per 1 augustus 2013 (voor het so is dat 1 augustus 2012) en heeft als doel de opbrengsten van dit type onderwijs te verbeteren. De referentie-niveaus taal en rekenen kunnen daar zeker een bijdrage aan leveren.
‘ Wij willen het beste halen uit iedere leerling, wij gaan uit van wat het kind wél kan. En dat is vaak meer dan gedacht.’
‘ Het gaat niet alleen om taal en rekenen, maar ook om sociale vaardigheden, emotionele ontwikkeling en burgerschap.’
moet de tijd krijgen om zich verder te versterken.
Daar zetten we ons de komende tien jaar voor in.
Zie ook ons manifest In tien jaar naar de top!. Om
die ambitie te realiseren vraagt de PO-Raad wel
enkele randvoorwaarden aan de politiek.
Continuïteit in beleid is er daar één van.”
Kete Kervezee, bestuursvoorzitter van de PO-Raad
Leon Henkens, hoofdinspecteur primair onderwijs en
expertisecentra
Esther Willems (locatiedirecteur) en Inge Janssen (leerkracht groep 3/4) van de Roelant Berk en Beukschool
‘ Door referentieniveaus ontstaat een doorlopende schaal met oplopende niveaus.’
OverdrachtOp termijn moet uit uw gegevens blijken waar
de individuele leerling voor taal en rekenen staat
ten opzichte van de referentieniveaus. Het verza-
melen van deze gegevens is op dit moment nog
niet mogelijk, omdat er nog geen toetsen zijn die
de beheersing van de referentieniveaus in beeld
brengen. Daarom wordt deze verplichting waar-
schijnlijk pas vanaf het schooljaar 2012-2013 van
kracht. De informatie die u in de toekomst voor
elke leerling verzamelt over de beheersing van de
referentieniveaus is nodig voor de overdracht van
leerlingen naar het voortgezet (speciaal) onder-
wijs. Voor elke v(s)o-school is daarmee direct
duidelijk wat uw leerlingen al wel en wat ze nog
niet beheersen. Deze verplichting heeft overigens
geen consequenties voor de doorstroom naar het
voortgezet (speciaal) onderwijs; het beheersen
van referentieniveau 1F of 1S is geen wettelijke
voorwaarde voor toelating tot één van de brug-
klastypes voortgezet onderwijs.
En de inspectie?De referentieniveaus spelen nog geen rol bij
uw verantwoording over de leeropbrengsten. Er
verandert voorlopig dus niets in de beoordeling
van uw resultaten door de inspectie. U krijgt als
school eerst enkele jaren de tijd om de referentie-
niveaus goed en zorgvuldig in te passen. Op
termijn zullen de resultaten van uw leerlingen
ten opzichte van de referentieniveaus wel worden
meegewogen in het kwaliteitsoordeel van uw
school. Wanneer dit precies zal zijn, is nu nog
niet bekend. Uiteraard wordt u daar tijdig over
geïnformeerd.
Invoeringstraject De komst van de referentieniveaus vergt aanpassing van de instrumenten die u gebruikt bij uw taal- en rekenonderwijs. Dit geldt voor onder meer de leerlijnen, de leermiddelen en voor de toetsen tijdens en aan het einde van de schoolloopbaan. Deze aangepaste instrumenten komen op termijn beschikbaar. U kunt ze vinden via www.taalenrekenen.nl. Een overzicht van (een deel van) de reeds beschikbare hulpbronnen vindt u op de laatste pagina van deze krant.
nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling
Ondersteuning bij invoering referentieniveaus Bij de invoering van de referentieniveaus taal en rekenen staat u er niet alleen voor. Het ministerie van OCW, de PO-Raad en de WEC-Raad werken - samen met organisaties als APS, Cito, CPS, Expertisecentrum Nederlands, Freudenthal Instituut, KPC Groep en SLO - de referentieniveaus uit in concrete handreikingen voor het onderwijsveld. Hieronder vindt u een selectie van het reeds beschikbare aanbod aan hulpbronnen.
Concretisering van referentieniveaus Rekenen 1F en 1S einde basisonderwijs Aan de hand van toelichtingen en voorbeelden
krijgt u een beter beeld van de referentieniveaus
rekenen. De voorbeelden illustreren wat in de
praktijk onder referentieniveau 1F en 1S kan worden
verstaan. www.taalenrekenen.nl >
Referentie niveaus rekenen > Uitwerkingen
Inventarisatie methodesUit analyse blijkt dat de meeste taal- en reken-
methoden al goed aansluiten op de referentie-
niveaus. Er is dus voldoende basismateriaal
om het onderwijsaanbod op uw school op de
referentie niveaus in te richten. Voor informatie
over de referentieniveaus in uw methode, kunt u
de publicatie ‘Inventarisatie van referentieniveaus
in taal- en rekenmethodes’ raadplegen op www.
taalenrekenen.nl/referentiekader/rel_doc/ of de
methode opzoeken op www.leermiddelenplein.nl.
Referentiespel taal en rekenenMet dit spel kunt u kennismaken met de
beschrijvingen en begrippen van de referentie-
niveaus. U raakt met uw collega’s in gesprek over
het taal- en rekenbeleid, leerlingen en methoden.
De eerste 15 exemplaren van het spel worden
gratis weggegeven. www.taalenrekenen.nl/
referentiekader/rel_doc/spel
Leerstoflijnen schrijven beschreven In deze publicatie zijn de doorlopende leerlijnen
voor het schrijfonderwijs uitgewerkt. Na een
korte beschrijving van de leerstof en de algemene
kenmerken van de leerlijn schrijven volgt een
karakteristiek van de schrijfdidactiek. Ook staan
er schrijftaken en teksten van leerlingen in.
www.slo.nl/organisatie/recentepublicaties/
leerstoflijnen
Referentieniveaus verbeeld Posters met een overzicht van alle reken-
domeinen voor de referentieniveaus 1f, 2f, 3F
rekenen. Hierdoor leert u de referentieniveaus
beter kennen. Meer informatie of bestellen kan
per e-mail: [email protected].
Producten
WebsitesAlgemeen
www.taalenrekenen.nl Biedt handvatten voor de invoering van de refe-
rentieniveaus taal en rekenen. U vindt er onder
andere informatie over het wetgevingstraject,
beschrijvingen, duidingen van de betekenis van
de referentieniveaus voor leraren en schoolleiders
en veelgestelde vragen. Ook wordt de site voort-
durend aangevuld met concrete voorbeelden en
leerervaringen uit pilots en projecten.
www.rijksoverheid.nl/ onderwerpen/taal-en-rekenenBiedt informatie over de invoering van de refe-
rentieniveau’s taal en rekenen in de verschillende
onderwijssectoren (van po tot en met mbo).
www.schoolaanzet.nlBiedt informatie voor iedereen die werkt aan
kwaliteit in het primair onderwijs. Op de site
staat onder andere informatie over taal, rekenen
en conferenties.
www.thuisintaalenrekenen.nlBiedt ouders oefenmateriaal en praktische tips
waarmee ze kinderen kunnen ondersteunen in de
vakken taal en rekenen.
www.cito.nlBiedt voor v(s)o ontwikkelde toetsen waarmee
uw school een helder beeld krijgt van de taal-
en rekenvaardigheden van uw leerlingen, de
zogenoemde diagnostische toetsen. Inschrijven
kan via www.cito.nl > Voortgezet onderwijs >
Diagnostische toetsen.
Rekenen www.fi.uu.nl/wikiBiedt in de vorm van een wiki informatie over
onderzoek en ontwikkeling van het reken-/
wiskundeonderwijs (po, vo, mbo).
www.fi.uu.nl/dllBiedt een overzicht van producten en diensten van
het Freudenthal Instituut op het gebied van reke-
nen en wiskunde. Ook vindt u er informatie over
recente projecten en de laatste ontwikkelingen.
www.rekenbeter.nlBiedt na aanmelding dagelijks zes opgaven:
drie op niveau 1F, twee op 1S en een doordenker.
U krijgt direct antwoord, een korte uitleg en
doorklikmogelijkheden naar de theorie.
Conferenties Bestuur aan zetdinsdag 12 oktober 2010, Utrecht Conferentie voor schoolbesturen over sturen
op onderwijskwaliteit. Er wordt onder andere
ingegaan op manieren om te voorkomen dat een
verbetercultuur een afrekencultuur wordt, onder-
wijskundig leiderschap in de keten en ‘waarmee
morgen te beginnen?’.
www.schoolaanzet.nl
Doorlopende Leerlijnen taal en rekenen - de referentieniveaus in praktijkwoensdag 10 november 2010, ZwolleConferentie over de referentieniveaus voor
doorlopende leerlijnen voor leraren in po, vo en
mbo. Naast actuele informatie is er gelegenheid
praktijkervaringen uit te wisselen. Scholen die
op de snijvlakken van de sectoren bezig zijn met
taal en rekenen, verzorgen presentaties.
www.taalenrekenen.nl
Regionale conferenties opbrengst-gericht werkennajaar 2010Diverse regionale conferenties over opbrengst-
gericht werken, waarbij ook aandacht is voor de
referentieniveaus.
www.schoolaanzet.nl
www.RekenWeb.nlBiedt de mogelijkheid om uw leerlingen spelen-
derwijs te leren rekenen. Maandelijks wordt een
rekenspel toegevoegd.
www.rekendoelen.slo.nlBiedt een vertaling van referentieniveau 1F naar
doelen die aansluiten bij de onderwijspraktijk in
het primair onderwijs en helpt u bij de inrichting
van het rekenonderwijs voor leerlingen voor wie
1F het hoogst haalbare is.
www.rekenlijn.nlBiedt een visuele weergave van de leerlijnen
rekenen voor leerlingen van 4 t/m 14 jaar.
Rekenlijn.nl is opgebouwd vanuit de domeinen
van de referentieniveaus (1F, 2F, 1S en 2S). Er zijn
verschillende leerlijnen beschreven waarop u
kunt inzoomen voor details van de opbouw en
samenhang van vaardigheden. Onderliggende
begrippen en vaardigheden worden toegelicht
met een kernopgave, leerlingenwerk en achter-
grondinformatie.
www.speciaalrekenen.nlBiedt informatie over rekenen in het s(b)o. Uit-
gangspunt is dat ook in het s(b)o wordt gewerkt
met een reguliere reken-wiskundemethode.
Het project Speciaal Rekenen heeft bij de meest
gebruikte rekenmethoden extra materialen
ontwikkeld alsmede handreikingen om ‘speciaal
rekenen’ op uw school te implementeren.
Taal www.expertisecentrumnederlands.nlBiedt een overzicht van producten en diensten
van het Expertisecentrum Nederlands. Ook vindt
u er informatie over recente projecten en de
laatste ontwikkelingen.
www.leerlijnentaal.nlBiedt een koppeling tussen de referentieniveaus
taal en de tussendoelen en leerlijnen van het
Expertisecentrum Nederlands. De site brengt de
taalontwikkelingslijn van leerlingen van 4 t/m 12
jaar in beeld en biedt ondersteuning bij het reali-
seren van de referentieniveaus 1F en 1S/2F.
Wist u dat• u zich kunt abonneren op een digitale
nieuwsbrief bij www.taalenrekenen.nl/
actueel/nieuwsbrief?
• professionalisering van taal en rekenen
mogelijk is door cursussen en scholing op
maat, bijvoorbeeld via Freudenthal Instituut,
APS en CPS?
Steunpunt taal en rekenen po
Speciaal voor de invoering van de referentie-
niveaus voor taal en rekenen in het primair
onderwijs kunt u terecht bij een steunpunt. Op de
website taalenrekenen.nl vindt u meer informatie
over het steunpunt.
Colofon
Deze informatiekrant over de referentie-
niveaus taal en rekenen is tot stand
gekomen met financiële steun van het
ministerie van OCW. De krant is
samengesteld door SLO, de PO-Raad en
de WEC-Raad en bevat bijdragen van de
Inspectie van het Onderwijs en de onder-
wijsondersteunende instellingen: APS,
Cito, CPS, Expertisecentrum Nederlands,
Freudenthal Instituut en KPC Groep.
Contactadreswww.taalenrekenen.nl
SLO, nationaal expertisecentrum-
leerplanontwikkeling
Piet Heinstraat 12, 7511 JE Enschede
Postbus 2041, 7500 CA Enschede
Secretariaat Onderzoek & Advies
Email: [email protected]
Telefoon: (053) 484 06 66
Ont
wer
p en
real
isat
ie: N
eerl
ands
vlak
, T
ekst
reda
ctie
: Kei
jzer
Com
mun
icat
ie