Redekundig ontleden

20
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe...

description

Redekundig ontleden. Over waarom, wat en hoe. Wat is redekundig ontleden?. Redekundig ontleden is een vorm van taalbe-schouwing . Het is dus een bepaalde manier waarop je naar taal kunt kijken om het Nederlands beter te begrijpen. Wat is redekundig ontleden?. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Redekundig ontleden

Page 1: Redekundig ontleden

Redekundig ontleden

Over waarom, wat en hoe...

Page 2: Redekundig ontleden

Wat is redekundig ontleden?

Redekundig ontleden is een vorm van taalbe-schouwing.

Het is dus een bepaalde manier waarop je naar taal kunt kijken om het Nederlands beter te begrijpen.

Page 3: Redekundig ontleden

Wat is redekundig ontleden?

Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam.

Elk zinsdeel vind je door een bepaalde vraag aan delen van de zin te stellen.

Page 4: Redekundig ontleden

Waarom ontleden?

Taal is een belangrijke vorm van communicatie. In het onderwijs heeft taal daarom ook een belangrijke plek. In je latere beroep, maar ook daarbuiten, ben je elke dag bezig met taal!

Daarom moet je weten hoe het Nederlands in elkaar zit: wat kun je er mee? Wat kun je er niet mee? Waarom is er toch nog miscommunicatie? Natuurlijk zou deze kennis onderdeel moeten zijn van de algemene ontwikkeling, maar dat is helaas niet altijd zo.

Page 5: Redekundig ontleden

Wat zijn zinsdelen?

Woorden of woordgroepen die je kunt verplaatsen:

Vandaag moet ik de droge plantjes water geven.Moet ik vandaag de droge plantjes water geven?Ik moet vandaag de droge plantjes water geven.De droge plantjes moet ik vandaag water geven.Water moet ik de droge plantjes vandaag geven.Geef ik vandaag de droge plantjes water?

Page 6: Redekundig ontleden

Zinsdelen in categorieën

Vandaag / moet / ik / de droge plantjes / water / geven.

Vandaag = categorie tijdmoet = categorie werkwoordik = categorie persoonde droge plantjes= categorie dingwater = categorie dinggeven = categorie werkwoord

Page 7: Redekundig ontleden

De zinsdelen

Persoonsvorm Onderwerp Werkwoordelijk gezegde Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Bijwoordelijke bepaling

Bijvoegelijke bepaling

Page 8: Redekundig ontleden

De zinsdelen

Persoonsvorm = categorie werkwoord Onderwerp = categorie persoon Werkwoordelijk gezegde = categorie werkwoord Lijdend voorwerp = categorie persoon, ding Meewerkend voorwerp = categorie persoon, ding Bijwoordelijke bepaling = categorie plaats, tijd

Bijvoegelijke bepaling = categorie eigenschap

Page 9: Redekundig ontleden

De persoonsvorm

Wat is het?Altijd een werkwoord, dus ook altijd onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.

Hoe vind je hem?Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat dan verandert is de persoonsvorm. LET OP: in een zin kunnen ook twee of zelfs meer persoonsvormen staan! Kijk maar:

Mijn moeder houdt van bloemen, maar mijn vader vindt daar niets aan.Ik vind het niet leuk dat je mijn favoriete poster hebt verscheurd.

Meest gemaakte foutBij de wat langere zinnen, lezen sommigen niet de hele zin, waardoor ze een persoonsvorm vergeten op te schrijven. Veel mensen vergeten 'is'.

Page 10: Redekundig ontleden

Het onderwerp

Wat is het?Meestal mensen of dingen: 'Mijn opa', 'De auto van de buren', 'Die bank', etc.

Hoe vind je hem?Je stelt de vraag: WIE/WAT + PERSOONSVORM

Elke donderdag haalt hij een goulashkroket bij de snackbar op de hoek.Vanmiddag merkte ik dat mijn nieuwe tv nú al kuren vertoont!

Meest gemaakte foutSommigen stellen de vraag niet alleen aan de PERSOONSVORM, maar meteen ook aan het LIJDEND VOORWERP, waardoor je een verkeerd antwoord krijgt op de vraag.

Page 11: Redekundig ontleden

Het werkwoordelijk gezegde

Wat is het?Alle werkwoorden bij elkaar!

Hoe vind je hem?Je speurt de hele zin woord voor woord af en je controleert bij elk woord of het gaat om een handeling of activiteit (= werkwoord). Bijvoorbeeld: slapen, schilderen, denken, twijfelen, eten, gaan, zijn, willen etc.

In dat drukke winkelcentrum heb ik m'n broer niet meer kunnen vinden.

Meest gemaakte foutSommige woorden zien er uit als werkwoorden, maar zijn het niet. Kijk maar:

1. Dit is niet jouw fiets, maar zijn fiets. (zijn = geen werkwoord!)2. Zijn verkorte broek ligt klaar op tafel. (verkorte = geen werkwoord!)

Page 12: Redekundig ontleden

Het lijdend voorwerp

Wat is het?Net als het onderwerp: meestal mensen of dingen: 'Het schrift', 'De trap', etc.

Hoe vind je hem?Je stelt de vraag: WIE/WAT + ALLE BOVENSTAANDE ZINSDELEN

Dit gebouw heeft een mooi ontwerp.Gisteren heb ik bijna die dure jas gekocht.

Meest gemaakte foutSommige mensen verwarren dit zinsdeel met het onderwerp. Zij zoeken bijvoorbeeld het onderwerp, maar stellen de vraag die bij het lijdend voorwerp hoort.

Page 13: Redekundig ontleden

Het meewerkend voorwerp

Wat is het?Altijd personen (heel soms ook wel eens dieren).

Hoe vind je hem?Je stelt de vraag: AAN WIE/VOOR WIE + ALLE BOVENSTAANDE ZINSDELEN

Meest gemaakte fout1. Sommige mensen stellen de verkeerde vraag.2. In de onderstaande voorbeeldzin vergeten mensen wel eens het voorzetsel bij het meewerkend voorwerp te voegen. Regel: neem het voorzetsel altijd mee in het meewerkend voorwerp, maar alleen als het voorzetsel duidelijk bij het zinsdeel hoort. Kijk maar:

Page 14: Redekundig ontleden

Het meewerkend voorwerp

1. Vandaag heb ik het schrift aan mijn zus gegeven.meewerkend voorwerp = aan mijn zus

2. Vandaag heb ik mijn zus een cadeau gegeven. meewerkend voorwerp = mijn zus

Page 15: Redekundig ontleden

Bijwoordelijke bepaling

Wat is het?Meestal plaats of tijd, maar het kan ook iets zeggen van een werkwoord, een andere bijwoordelijke bepaling en een bijvoeglijke bepaling.

Hoe vind je hem?Je speurt de zin af naar plaats- of tijdsaanduidingen en je kijkt of er over woorden uit een zin iets gezegd wordt. Je kunt ook 'restvragen' stellen als: waarom?, hoe? waar? wanneer? waarmee?

Meest gemaakte foutSommige mensen verwarren dit zinsdeel met de bijvoeglijke bepaling, die alleen iets kan zeggen over een zelfstandig naamwoord.

Page 16: Redekundig ontleden

Bijwoordelijke bepaling

1a. Op dat dak staat een mooie schoorsteen. (plaats)1b. Ibiza? Ik ben daar nog nooit geweest. (plaats)

2a. Een poosje geleden heb ik een mooie film gezien. (tijd)2b. Hij vertelde me toen dat ik maar beter weg kon gaan. (tijd)

3a. Die auto kan ontzettend snel rijden! (zegt iets over werkwoord)3b. Hij moest hard lachen om die flauwe grap. (zegt iets over ww.)

4. Die auto kan ontzettend snel rijden! (zegt iets over bwb)5. Opeens stond daar een hele oude man. (zegt iets over bvb)

Page 17: Redekundig ontleden

Bijvoeglijke bepaling

Wat is het?Het is een woord of woordgroep dat iets zegt van een zelfstandig naamwoord.

Hoe vind je hem?Je kijkt of er iets wordt gezegd over de zelfstandige naamwoorden die in de zin staan. Het gaat hierbij meestal om eigenschappen.

Meest gemaakte foutSommige mensen verwarren deze woordgroep met de bijwoordelijke bepaling, die over verschillende zinsdelen iets kan zeggen, maar nooit over een zelfstandig naamwoord.

Page 18: Redekundig ontleden

Bijvoeglijke bepaling

Op dat dak staat een mooie schoorsteen.

Het kleine schilderij aan de linkerkant vind ik het mooist.

Een flinke tijd geleden heb ik een hele mooie film gezien.

Die dure, rode, gestroomlijnde auto kan ontzettend snel rijden!

Hij moest hard lachen om die flauwe grap.

Opeens stond daar een hele oude man.

Page 19: Redekundig ontleden

Beknopt overzicht (1/2)

Persoonsvorm - zin in een andere tijd zetten.

Onderwerp - wie?/wat? + pv.

Werkwoordelijk gezegde - alle werkwoorden in een zin.

Lijdend voorwerp - wie?/wat? + alle bovenstaande zinsdelen.

Page 20: Redekundig ontleden

Beknopt overzicht (2/2)

Meewerkend voorwerp - aan wie?/voor wie? + alle bovenstaande zinsdelen

Bijwoordelijke bepaling - plaats, tijd, zegt iets over ww., restvragen

Bijvoeglijke bepaling - zegt iets over zelfstandig naamwoord