Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 ,...

11
Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen Wetenschappers, advocaten en leden van de Hoge Raad waarschuwden onlangs tegen uitholling van de rechtsstaat, onder meer wegens de antiterrorismewetgeving. 2 Waar politieke, bestuurlijke en ambtelijke gezagsdragers hun bevoegdheden misbruiken, wordt de rechtsstaat op een andere manier bedreigd. Dat is het geval in de zaak Spijkers. Hij weigerde een immorele opdracht uit te voeren en hij ondervond daarvan sindsdien gevolgen. D e kafkaeske lotgevallen van Spijkers zijn ver- bonden met ongelukken met AP-23 landmij- nen op 18 juli 1983 en 14 September 1984. Bij het eerste ongeval kwamen zeven dienstplichtige mili- tairen om het leven en raakten negen zwaar ge- wond doordat in een leslokaal van Defensie een mijn ontplofte. Het tweede ongeval vond plaats bij een proefneming met de AP-23 landmijn. Daarbij werd Ovaa, een burger in dienst bij Defensie, ge- dood. Dat Defensie die opdracht aan Spijkers gaf, is door Defensie ontkend en bevestigd Spijkers, bedrijfsmaatschappelijk werker bij Defen- sie, kreeg op de dag van het ongeval in 1984 een dienstopdracht om weduwe Ovaa-Van den Broek te bezoeken en te vertellen dat Ovaa door eigen onvoorzichtigheid was omgekomen, terwijl de toe- dracht van het ongeval nog niet was onderzocht. Dat Defensie die opdracht aan Spijkers gaf, is door [1] Sokje van Oest is de nom de plume voor de auteurs van dit artikel, studenten die in het kader van het vak Beroepsethiek aan de faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amster- dam met dr mr J van der Vliet de zaak Spijkers onderzochten Martijn Anneveld, Bo Bouw, Stepha- me Brown, Ernst Dijxhoorn, Debbie van Hulsen, Robert Komng, Kim Koops, Annebel van Meegen, Mehke Sagdinc, Lyn Tjon Soei Len en Olivier Woerde Sokje is een referentie in bescheidenheid aan Socrates en Van Oest verwyst naar een histonsch slachtoffer van maatschappehjk en jundisch onrecht [2] G J M. Corstens, Dijkdoorbraken in de strafrechtspleging, MB 2005, p. 289. Interview met mr. I Weski, Intermetiiair, 14 december 2006 Rede van senator dr B Bonier tijdens de behandelmgvan het wetsvoorstel Wet politiegegevens door de Eerste Kamer, Handelingen I 2006/2007, 35, p. 10631065. [3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175, p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7] <http //www.ombudsman nl/pdf/Behoorhjkheidswijzer.pdf>. Defensie ontkend en bevestigd; ontkenning en be- vestiging komen later in dit artikel aan de orde. Formeel beschouwd voerde Spijkers de opdracht uit, maar hij maakte Ovaa-Van den Broek duidelijk dat hij het met dat standpunt niet eens was: een gewetensvolle weigering van een opdracht wegens het onrecht dat zij impliceert. 3 Door Spijkers' inzet nadien verhinderde hij dat de zaak in de doofpot ging. Hij dwong de minister van Defensie uiteinde- hjk in 1997 tot erkenning van aansprakelijkheid van Defensie voor de dood van Ovaa. 4 De Nationale ombudsman toonde in 1999 inderdaad aan dat het ministerie van Defensie al in 1970 wist dat het ont- stekingsmechanisme van de AP-23 landmijn een le- vensgevaarlijke ontwerpfbut bevatte. 5 Waren in 1970 adequate maatregelen getroffen, dan waren de ongevallen in 1983 en 1984 met gebeurd, aldus de Ombudsman. 6 Spijkers' leven werd verwoest door toedoen van po- litieke, bestuurlijke, rechterlijke en ambtelijke ge- zagsdragers namens de Nederlandse staat. We re- construeren het optreden van sommige van die gezagsdragers op grond van documenten en toet- sen het aan rechtsstatelijke eisen waaraan zij zijn gebonden, zoals verwoord in de Behoorlijkheidwij- zer 7 van de ombudsman. Het werkelijke aantal ge- zagsdragers dat bij de zaak was betrokken en het aantal relevante beslissingen en handelingen was een veelvoud. De auteurs hebben overwogen slechts rollen te noemen en geen namen van dege- nen die ze vervulden. Wegens de reeds verschenen publicaties over de zaak zou anonimisering beteke- nisloos zijn. Dat neemt niet weg dat jegens de be- trokkenen de grootst mogelijke zorgvuldigheid past. Daarom zijn de normen, gesteld in de juris- prudentie van HR en EHRM, strikt in acht geno- men. Daarbij is van belang dat het publieke rollen OPENBAAR BESTUUR MAART 2008

Transcript of Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 ,...

Page 1: Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 , p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7]

Rechtsstaat zonder zelfkritisch enzelfreinigend vermogenWetenschappers, advocaten en leden van de Hoge Raad waarschuwden onlangs tegen uitholling van derechtsstaat, onder meer wegens de antiterrorismewetgeving.2 Waar politieke, bestuurlijke en ambtelijkegezagsdragers hun bevoegdheden misbruiken, wordt de rechtsstaat op een andere manier bedreigd. Dat ishet geval in de zaak Spijkers. Hij weigerde een immorele opdracht uit te voeren en hij ondervond daarvansindsdien gevolgen.

De kafkaeske lotgevallen van Spijkers zijn ver-bonden met ongelukken met AP-23 landmij-

nen op 18 juli 1983 en 14 September 1984. Bij heteerste ongeval kwamen zeven dienstplichtige mili-tairen om het leven en raakten negen zwaar ge-wond doordat in een leslokaal van Defensie eenmijn ontplofte. Het tweede ongeval vond plaats bijeen proefneming met de AP-23 landmijn. Daarbijwerd Ovaa, een burger in dienst bij Defensie, ge-dood.

Dat Defensie die opdracht aan Spijkers gaf,is door Defensie ontkend en bevestigd

Spijkers, bedrijfsmaatschappelijk werker bij Defen-sie, kreeg op de dag van het ongeval in 1984 eendienstopdracht om weduwe Ovaa-Van den Broekte bezoeken en te vertellen dat Ovaa door eigenonvoorzichtigheid was omgekomen, terwijl de toe-dracht van het ongeval nog niet was onderzocht.Dat Defensie die opdracht aan Spijkers gaf, is door

[1] Sokje van Oest is de nom de plume voor de auteurs van dit artikel, studenten die in het kadervan het vak Beroepsethiek aan de faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amster-dam met dr mr J van der Vliet de zaak Spijkers onderzochten Martijn Anneveld, Bo Bouw, Stepha-me Brown, Ernst Dijxhoorn, Debbie van Hulsen, Robert Komng, Kim Koops, Annebel van Meegen,Mehke Sagdinc, Lyn Tjon Soei Len en Olivier Woerde Sokje is een referentie in bescheidenheid aanSocrates en Van Oest verwyst naar een histonsch slachtoffer van maatschappehjk en jundischonrecht[2] G J M. Corstens, Dijkdoorbraken in de strafrechtspleging, MB 2005, p. 289. Interview met mr. IWeski, Intermetiiair, 14 december 2006 Rede van senator dr B Bonier tijdens de behandelmgvanhet wetsvoorstel Wet politiegegevens door de Eerste Kamer, Handelingen I 2006/2007, 35, p.10631065.[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175, p 224[4] Op cit , p 287[5] Op cit , p 257[6] Op cit , p 260[7] <http //www.ombudsman nl/pdf/Behoorhjkheidswijzer.pdf>.

Defensie ontkend en bevestigd; ontkenning en be-vestiging komen later in dit artikel aan de orde.

Formeel beschouwd voerde Spijkers de opdrachtuit, maar hij maakte Ovaa-Van den Broek duidelijkdat hij het met dat standpunt niet eens was: eengewetensvolle weigering van een opdracht wegenshet onrecht dat zij impliceert.3 Door Spijkers' inzetnadien verhinderde hij dat de zaak in de doofpotging. Hij dwong de minister van Defensie uiteinde-hjk in 1997 tot erkenning van aansprakelijkheidvan Defensie voor de dood van Ovaa.4 De Nationaleombudsman toonde in 1999 inderdaad aan dat hetministerie van Defensie al in 1970 wist dat het ont-stekingsmechanisme van de AP-23 landmijn een le-vensgevaarlijke ontwerpfbut bevatte.5 Waren in1970 adequate maatregelen getroffen, dan warende ongevallen in 1983 en 1984 met gebeurd, aldusde Ombudsman.6

Spijkers' leven werd verwoest door toedoen van po-litieke, bestuurlijke, rechterlijke en ambtelijke ge-zagsdragers namens de Nederlandse staat. We re-construeren het optreden van sommige van diegezagsdragers op grond van documenten en toet-sen het aan rechtsstatelijke eisen waaraan zij zijngebonden, zoals verwoord in de Behoorlijkheidwij-zer7 van de ombudsman. Het werkelijke aantal ge-zagsdragers dat bij de zaak was betrokken en hetaantal relevante beslissingen en handelingen waseen veelvoud. De auteurs hebben overwogenslechts rollen te noemen en geen namen van dege-nen die ze vervulden. Wegens de reeds verschenenpublicaties over de zaak zou anonimisering beteke-nisloos zijn. Dat neemt niet weg dat jegens de be-trokkenen de grootst mogelijke zorgvuldigheidpast. Daarom zijn de normen, gesteld in de juris-prudentie van HR en EHRM, strikt in acht geno-men. Daarbij is van belang dat het publieke rollen

OPENBAAR BESTUUR MAART 2008

Page 2: Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 , p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7]

betreft en dat het algemeen belang van rechtvaar-digheid en rechtsstaat in het geding is De vaststel-ling en de interpretatie van feiten en de evaluatiezijn vanzelfsprekend voor discussie vatbaar In ge-val van gerede twijfel bleven beshssmgen en gedra-gmgen onbesproken Voor het ovenge moet het ar-tikel worden gelezen onder het voorteken van declausule "Indien het geval is, dan ", omdat vol-strekte zekerheid met is te verknjgen

Proces-verbaal P4/85Het ongeval waarbij Ovaa omkwam, deed zich tij-dens een proefneming met een AP-23 landmijnvoor De myn die Ovaa fataal zou worden, ging ineerste instantie met af8 Conform het geldende al-gemene veihgheidsvoorschrift wachtte Ovaa vyfminuten - de zogeheten vertragingstijd - en na-derde de mijn omzichtig om die op veihg te zet-ten9 Toen Ovaa by de mijn hurkte, ontplofte dezeBhjkens het rapport van de ombudsman uit 1999had Defensie belang bij het afwijzen van aanspra-kehjkheid voor het ongeval Daarom was voor De-fensie de belangnjkste conclusie uit het Mare-chausseeonderzoek door luitenant-kolonel Fabiusen opperwachtmeester Martens in proces-verbaalP4/85, dat Ovaa onvoorzichtig had gehandeldOvaa handelde 'naar eigen goeddunken', volgde'op onverldaarbare wijze zijn eigen veihgheidspro-cedure' en 'conformeerde [zich met] aan het ge-bruikehjke veiligheidsgedrag'10 Deze passages uithet proces-verbaal boden steun aan het standpuntvan het ministene Ovaa had zijn dood aan zich-zelf te wijten " De Nationale ombudsman maaktein zijn rapport melding van een mformele, afwij-kende procedure doch onderzocht die met, omdathij het onjuist achtte dat die met was vastgelegdin de interne order Mumtieveihgheid van de Com-missie van Proefhemmgen van MBA1 Daarom hadhet meer voor de hand gelegen het gedrag vanOvaa te beoordelen aan de hand van de veihgheids-procedure die wel schnftelijk was vastgelegdDat in het ontstekingsmechamsme van de mijneen levensgevaarhjke ontwerpfout school, wasslechts indirect uit het proces-verbaal af te lei-den12 De geschiedems van de mijn kwam wel opverschillende plaatsen aan de orde, maar de duidelykste verwoordmg van de ontwerpfout in de emd-conclusie luidde 'De ontsteker van de mijn mor-tier AP-23 LOT AI 68-2 wordt met gemodificeerden is in zijn oude vorm thans nog in de bewape-ning '13 Opmerkehjk is dat Defensie een kopie vanhet proces-verbaal naar het ABP stuurde, maardaaruit weghet de passage waaruit de ontwerpfoutis af te leiden In de kopie staat dus slechts de doorde Marechaussee gereconstrueerde voorstelling

van het handelen van Ovaa Het ABP stuurde dezekopie naar het mimstene van Fmancien, op gronddaarvan stelde dit mimstene - met verwonderhjk- dat het ABP geen regresvordering had voor hetnabestaandenpensioen van Ovaa-Van den BroekDefensie was immers volgens deze bloemlezmg uithet proces-verbaal met voor de dood van Ovaa aan-sprakehjk

Wegens de reeds verschenenpublicaties over de zaak zou anonimisering

betekenisloos zijn

P4/85 legde een zekere nadruk op verwijten aanOvaa, gebaseerd op verklanngen over 'ongeschre-ven veiligheidsprocedures' Waarschuwingen overhoe te handelen in geval van een 'weigeraar' wer-den volgens het proces-verbaal en volgens hun ver-klaring aan Ovaa gegeven door Andnessen, Trauer-bach en Schelling Juister was geweest het gedragvan Ovaa aan de destijds geldende schriftelijke vei-ligheidsmstructie te toetsen Die toets wees metuit dat Ovaa 'naar eigen goeddunken' handelde,doch dat Ovaa precies handelde volgens de gelden-

Juister was geweest het gedrag vanOvaa aan de destijds geldende schriftelijke

veiligheidsinstructie te toetsen

de veihgheidsprocedure M Mumtie-expert kolonelMarghenta concludeerde (naar verluidt op basisvan bestudenng van video-opnamen van het onge-val) dat Ovaa de veihgheidsprocedure secuur hadgevolgd en 'zo voortreffehjk en bedachtzaam [had]gewerkt als maar ( ) mogehjk [was]'ls Hrj merkteweliswaar ook op dat men Ovaa een ander vaktech-nisch oordeel had gegund, maar die formulenngverwijst naar de tragische afloop van de proefne-ming en met naar verkeerd optreden van OvaaMarghenta noemde nadien het proces-verbaal sug-gestief en in somrmge opzichten tendentieus 16 Deverwijten aan Ovaa in het proces-verbaal waren, zobeschouwd onjuist, werden met gedragen door hetonderzoek en gaven steun aan het standpunt vanDefensie dat Ovaa door eigen onvoorzichtigheidwas gestorven Fabius en Martens hebben daardoorbegmselen van formele behoorlykheid geschon-den en hun phcht tot onpartijdige waarheidsvin-ding verzaakt (art 6 Pohtiewet) Indien zij opzette-lijk handelden, schonden zij tevens begmselen van

[8] Op cit p 61[9] Op cit p 273[10] Proces verbaal P4/85p 16[11] Nationale ombudsmanrapport 1999/175 p 275[12] Op cit p 171[13] Proces verbaal P4/85p 15[14] Aldus ook de NationaleOmbudsman rapport1999/175 p 273[15] Nationale ombudsmanrapport 1999/175 p6465[16] Op cit p 102

OPENBAAR BESTUUR MAART 2008

Page 3: Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 , p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7]

materiele behoorlijkheid en pleegden zij boven-dien een ambtsmisdraging en misschien zelfs vals-heid in geschrifte. Dergelijk opzet is echter nietaantoonbaar.

Bunnik schond criteria van behoorlijkheiddoor voorbarig en herhaaldelijk te bewerendat Defensie niet aansprakelijk was

Ovaa-Van den Broek kreeg ten lange leste in 1989inzage in een gedeelte van P4/85, al moest zij dieinzage via een WOB-verzoek afdwingen.17 In dewoorden van de ombudsman: '[Het trekt] de aan-dacht dat het Ministerie de weduwe zeer langdurigheeft gedwarsboomd in haar pogingen om kenniste nemen van alle stukken die op het ongeval be-trekking hebben.' Fabius gaf toelichting, omdat decommandant van de Marechaussee in een notitiehad geadviseerd door de verbalisanten uitleg te la-ten geven, onder meer omdat anders uit 'P4/85mogelijk de indruk zou kunnen gaan ontstaan datOvaa onverstandig zou hebben gehandeldf.]'18 Depassage impliceert dat die indruk volgens de com-

Een oorspronkelijk niet-medischprobleem (te weten een verstoordearbeidsverhouding) werd door RBB enDefensie gemedicaliseerd

mandant onjuist zou zijn. Volgens het rapport vande Ombudsman is aannemelijk dat Fabius preciesdie indruk bij Ovaa-Van den Broek heeft gewektdoor te zeggen dat haar man (mede) door eigenonvoorzichtigheid om het leven was gekomen.19

BunnikProces-verbaal P4/85 was de inleiding tot de weder-waardigheden tussen Ovaa-Van den Broek en Spij-

[17] Op cit p 286.[18] Op cit. p 174 De commandant overwoog tevens dat uitleg was vereist wegens de complexiteit van de matene en omdat de indruk zou kunnen ontstaan dat' Defensie gegevens over het optre-den van Ovaa achterhield[19] Op. cit. p 224, p. 277[20] Op. cit. p 274-275[21] Brief minister dr. ir. J.J.C. Voorhoeve, 15 november 1996 aan Ovaa-Van den Broek.[22] Ministerie reageert verkrampt op dossier Spijkers, NRC Handelsblad, 12 jull 1997. De ombuds-man kwam tot de conclusie dat hij met kon vaststellen dat de opdracht was gegeven, schnftelijkbewijs ontbreekt Nationale ombudsman, rapport 1999/175, p 275-276[23] Art 225 en 365 Sr

kers enerzijds en Defensie anderzijds. Gezagsdra-gers hebben namens Defensie ruim twaalf jaar vanhet proces-verbaal gebruik gemaakt, dat stelde datOvaa zijn dood (mede) aan zichzelf te wijten had,om politieke, civielrechtelijke en strafrechtelijkeaansprakelijkheid voor de dood van Ovaa te ontwij-ken, een standpunt dat zij volgens de ombudsmanin redelijkheid niet konden innemen.20

Defensie wees bij herhaling en expliciet alle aan-sprakelijkheid af, onder anderen bij monde vanplaatsvervangend directeur burgerpersoneel Bun-nik en van minister Voorhoeve.21 Bunnik was eenvan de hoogste superieuren van zowel Ovaa alsSpijkers. In die lijn paste de dienstopdracht (onderverantwoordelijkheid) van Bunnik aan Spijkers ommevrouw Ovaa-Van den Broek onwaarheid te ver-tellen. Een woordvoerder van Defensie bevestigdein 1997 tegenover NRC Handelsblad dat die opdrachtaan Spijkers was gegeven.22 De aangevoerde redenis, zoals NRC Handelsblad concludeert, zacht gezegdniet aannemelijk: de woordvoerder deelde mee datSpijkers de opdracht (op 14 September 1984) kreegnaar aanleiding van proces-verbaal P4/85, geda-teerd 12 april 1985.

Bunnik schond criteria van behoorlijkheid (wel-licht via de opdracht aan Spijkers, maar in elk ge-val) door voorbarig en herhaaldelijk te bewerendat Defensie niet aansprakelijk was. Hij heeft aldan niet opzettelijk de feiten tegenover de nabe-staanden van Ovaa verdraaid, valse verklaringenafgelegd en, indien hij dit opzettelijk deed, heefthij zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrif-te en aan misbruik van bevoegdheden door Ovaa-Van den Broek op het verkeerde been te zetten.23

Bovendien schond hij het criterium van redelijk-heid. Hij moest alle relevante feiten en omstandig-heden vergaren, de betrokken belangen wegen entot een redelijke uitkomst komen. Volgens het be-ginsel van evenredigheid moest hij daarbij reke-ning houden met mogelijke gevolgen voor betrok-kenen. Volgens het beginsel van rechtszekerheidmocht hij gerechtvaardigde verwachtingen nietbeschamen. De uitkomst van zijn weging voor enna het verschijnen van het proces-verbaal was ech-ter onredelijk. Voordien, omdat het ontbrak aaneen feitelijke grondslag voor de ontkenning vanaansprakelijkheid. Nadien, omdat zorgvuldige le-zing van het proces-verbaal en bijlagen, gepaardmet de kennis die Bunnik had of behoorde te heb-ben, niet tot de ontkenning van aansprakelijkheidkon leiden. Bunnik heeft daarom verzuimd gelijkezorg en respect te betrachten en de rechten van denabestaanden van Ovaa en van Spijkers geschaaddoor ongefundeerde beweringen en onwaarheden

10 OPENBAAR BESTUUR MAART 2008

Page 4: Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 , p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7]

te verkondigen. Zodoende heeft hij ook de beginse-len van formele behoorlijkheid geschonden. Almet al schond Bunnik ook het beginsel van profes-sionaliteit volgens de standaard van zijn beroeps-groep.

RBB-artsenSpijkers weigerde genoemde dienstopdracht enstond de nabestaanden van Ovaa bij. Defensie be-sloot (daarom) in 1987 Spijkers uit zijn functie teontheffen. Dit besluit werd echter in 1991 door deCentrale Raad van Beroep vernietigd.24

In die periode werd Spijkers door bedrijfsartsenvan de Rijks Bedrijfsgezondheids- en Bednjfsveilig-heidsdienst (RBB) begeleid. Zij deden echter meerdan louter begeleiden, zij achtten Spijkers onge-schilct om zijn werk te hervatten en kwamen toteen oordeel over de psychische gesteldheid vanSpijkers zonder hem te hebben gesproken. Zij oor-deelden zodoende buiten hun competentie.25 Gere-nommeerde psychiaters verklaarden dat Spijkersin psychische zin niets mankeerde en dat hij dusniet arbeidsongeschikt was.25 De RBB-artsen ver-draaiden die verklaringen.

Deze verdraaiingen werden aan een onderzoeks-commissie voorgelegd. Spijkers werd naar die com-missie verwezen na vernietiging van het besluittot ontheffing door de Centrale Raad van beroepin 1991. Deze commissie, samengesteld uit RBB-art-sen, stelde dat Spijkers zich nog eens aan een psy-chiatrisch onderzoek moest onderwerpen. Psychia-ter Keilson onderzocht Spijkers en concludeerdedat hij niet leed aan enig psychiatrisch gebrek enniet arbeidsongeschikt was.27 Hij oordeelde dateen oorspronkelijk niet-medisch probleem (te we-ten een verstoorde arbeidsverhouding) door RBBen Defensie werd gemedicaliseerd.De uitkomst van dit psychiatrisch onderzoek werdeveneens verdraaid, nu door de onderzoekscom-missie. Zij beweerde dat Keilson had vastgestelddat Spijkers leed aan ziekte of gebrek en daaromarbeidsongeschikt was.28

Crombag schreef over het optreden van de RBB: 'Eris geen twijfel over mogelijk dat het ministerie vanDefensie probeert om aan een arbeidsconflict metu [Spijkers] een einde te maken door u psychia-trisch ziek te doen verklaren. De met dat doel ge-raadpleegde externe psychiatrische deskundigen[die de genoemde second opinions opstelden] hebben- en dat strekt hen tot eer - aan deze ontoelaatba-re manoeuvre geen medewerking gegeven. Anderslag dat voor [de RBB-artsen], die er blijkbaar geenbeen in zagen om met hun medische verantwoor-dehjkheid de hand te lichten. De verdraaiing van

in de psychiatrische rapportages vermelde conclu-sies is zo flagrant, dat goede trouw uitgeslotenkan worden. Als er iemand of iets ziek is, dan ishet de organisatie die zulk een gang van zakenduldt of zelfs instigeert.'29 Bovens verklaarde: 'De-fensie heeft u bewust willen marginaliseren dooru als "psychiatrisch geval" af te schilderen.'

Spijkers' gerechtvaardigdeverwachtingen werden beschaamd; de

commissie schond daarom ook hetbeginsel van rechtszekerheid

De RBB-artsen en de onderzoekscommissie mis-bruikten hun bevoegdheden en schonden begin-selen van materiele behoorlijkheid door secondopinions te verdraaien. Zij pleegden valsheid ingeschrifte, indien zij dat opzettelijk deden. Ook deonderzoekscommissie misbruikte haar bevoegdhe-den. Zij velde immers een zelfstandig oordeel overde arbeidsgeschiktheid van Spijkers zonder hem tehebben onderzocht. Bovendien schond zij hetbeginsel van redelijkheid, want zij vergaarde nietalle relevante feiten en omstandigheden ter we-ging, in aanmerking genomen de belangen die inhet geding waren. De RBB-artsen en de onder-zoekscommissie hebben de schijn van partijdig-heid gewekt en dus het beginsel van onpartijdig-heid geschonden.De RBB-artsen schonden het beginsel van professi-onaliteit door zonder medische grond en buitenhun competentie in dossiers aan te tekenen datSpijkers in psychiatrische zin ziek was en schon-den a fortiori hun beroepseed.30 Als 'ambtenarenmet een bijzondere training of opleiding' dienenzij uit hoofde van de Behoorlijkheidswijzer im-mers te handelen volgens de standaard van hunberoepsgroep.De beslissing van de onderzoekcommissie wasslecht gemotiveerd, want gebaseerd op de verdraai-ing van de second opinions en op het ongefundeerdeeigen oordeel van de commissie dat Spijkers aanziekte of gebrek leed. De beslissing werd dus nietfeitelijk en logisch door een kenbare motiveringgedragen, die een deugdelijke redenering behelstop grond van feiten en van weging van belangen.Spijkers' gerechtvaardigde verwachtingen werdenbeschaamd; de commissie schond daarom ook hetbeginsel van rechtszekerheid. Tevens schond zijhet beginsel van fair play waar zij Spijkers de kansontnam zijn standpunt over de verdraaiing van desecond opinions te verdedigen.

[24] CRvB Sljanuan 1991,rolnr AW1988/653[25] Rapport De zaak FredSpijkers, Geneva Initiative onPsychiatry, p 7-8[26] Rapport De zaak FredSpijkers, Geneva Initiative onPsychiatry, p. 14 Brief profdr FH L Beyaertaan Geneva Initiative on Psychiatry,24 oktober 1997[27] Brief dr H Keilson aande RBB, 24 oktober 1991[28] Brief commissiesecre-tans P van den Heuvel aanhet ministerie van Defensie,12jum 1992[29] Brief prof dr H FMCrombag aan Spijkers, 21apnl 1993 Verklanng profdr H M Dupuis in brief 1juni 1993, verklanng prof drVan Wijmen in brief aan Spij-kers, 24 mei 1993, verkla-ring dr J. Reinders in briefaan Spijkers, 10 mei 1993en verklanng drmr M A.PBovens in brief aan Spijkers,2 maart 1994[30] Behoorhjkheidwijzer<http //www ombudsmannl/pdf/Behoorlijkheidswijzerpdf>, p 6

OPENBAAR BESTUUR MAART 2008 11

Page 5: Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 , p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7]

Landsadvocaat bij Medisch TuchtcollegeHet Medisch Tuchtcollege gaf de RBB-artsen in1992 een offlciele waarschuwing wegens hun han-delen ten opzichte van Spijkers De Landsadvocaatgmg namens de arisen tegen die beslissing in be-roep De waarschuwing werd teruggedraaidDe Landsadvocaat kende de merites van de zaak envan het optreden van zijn chenten (de RBB-artsen),althans behoorde die te kennen De Landsadvocaat

De Landsadvocaat heeft het beginsel vanredelijkheid geschonden door onzorgvuldigeweging van belangen

wist of kon weten van de valsheid in geschrifte,van het misbruik van bevoegdheden en van hetoverschrijden van hun competentie door de RBB-artsen en de commissie en behoorde daarnaar tehandelen Een advocaat moet immers nagaan ofhet standpunt dat hij verdedigt klopt, althans hijmag geen onwaarheden verkondigen en hij magde rechten van derden met schenden Daar deLandsadvocaat de staat vertegenwoordigt, heeft hijeen gekwahficeerde verantwoordehjkheid en moethij de standpunten en belangen van zijn chentenaan rechtsstatehjke maatstaven toetsen Deson-danks verdedigde hij het handelen van de RBB-

Overigens is de bewering van de landelijkofficier dat Spijkers geen nadeel onder-vond, vanzelfsprekend feitelijk onjuist

artsen in de beroepszaak en schetste hij nadien inhoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep inde ontslagzaak namens Defensie een beeld vanSpijkers als psychiatrisch patient31

[31] Defensie weigert eerherstel oud werknemer deVolkskrant 5 September1997 p 8[32] Hof s Gravenhage proces verbaal verhoor in raadkamer 20 oktober 1999[33] G J M Corstens HetNetherlands strafprocesrechtDeventer (1993) 1999 p52[34] Corstens 1999 p 683[35] Hof s Gravenhage proces verbaal verhoor in raadkamer 20 oktober 1999

De Landsadvocaat heeft het beginsel van redehjk-heid geschonden door onzorgvuldige weging vanbelangen Hij heeft met alle relevante feiten enomstandigheden vergaard, de rechten en belangenvan Spijkers met evenredig gewogen en hij kwammet tot een redelijke uitkomst Hij schond hetrechtszekerheidsbegmsel, omdat Spijkers mochtverwachten dat de Landsadvocaat geen onwaarhe-den zou verkondigen Hij heeft het gehjkheidsbe-gmsel geschonden door met gehjke zorg en res-pect voor de rechten en de belangen van Spijkerste hebben

Officier van justitieMensenrechtenorgamsatie Geneva Initiative onPsychiatry (GIF) onderzocht het optreden van deRBB en op haar advies werd in 1996 bij de landehj-ke officier van justitie in Den Haag aangifte ge-daan van valsheid in geschrifte en systematischegeestehjke mishandehng van Spijkers door Defensie en door RBB-artsen De Rijksrecherche onder-zocht de zaak De officier van justitie gmg echtermet tot vervolging over, omdat Spijkers 'geen na-deel heeft ondervonden [van een] uitermate kwa-hjk feit [ ] waarvoor vervolging zeker tot de moge-hjkheden behoort"32

De landelijk officier mocht echter slechts afzienvan vervolging op grond van het algemene belang,indien de vervolging geen pnonteit had (wegensschaarste van middelen) en, indien een veroorde-ling met haalbaar was 33 Of Spijkers nadeel heeftondervonden, doet met ter zake voor de vervol-gingsbeshssing, dat is slechts voor de straftoeme-ting van belang 34 Overigens is de bewering van delandelijk officier dat Spijkers geen nadeel onder-vond, vanzelfsprekend feitelijk onjuist

Een officier moet staan voor de rechtsstaat De lan-dehjke officier deed dat met en schond zodoendehet beginsel van matenele behoorlijkheid Hij ge-bruikte zijn bevoegdheden tot een ander doel danwaartoe die zijn gegeven door op oneigenhjkegronden en in stnjd met de eisen van de rechts-staat tot met-vervolgmg te beslissen Dat weegt deste zwaarder, omdat hier volgens het oordeel vande officier sprake was van strafbare gedragmgendoor overheidsdienarenDe beslissing tot met-vervolgmg streed, op dezelf-de gronden, met het beginsel van redelijkheid Ge-zien de in het geding zijnde (rechtsstatehjke) be-langen kon een weging met in redelijkheid leidentot de beslissing met te vervolgen Hij schond zo-doende ook het rechtszekerheidsbegmsel burgersmogen verwachten dat een officier een dergehjkezaakjuist wel vervolgt De officier heeft daaromook het beginsel van professionahteit geschonden

Het HofSpijkers vorderde in 1999 bij het Gerechtshof DenHaag dat de officier van justitie alsnog vervolgingzou instellen 35 Het Hof vond dat er zeker redenenwaren om vervolging in te stellen en kwahficeerdehet optreden van de artsen - verdedigd door deLandsadvocaat - als vatbaar voor strafrechtehjkevervolging Het Hof schorste echter het strafrechte-hjk onderzoek, omdat Spijkers met Defensie inonderhandehng was Het Hof het dus de civiel-rechtehjke kwestie tussen klager (Spijkers) en De-

12 OPENBAAR BESTUUR MAART 2008

Page 6: Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 , p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7]

fensie in de beslissing over een opdracht tot vervol-ging meewegen. Die doet echter strafrechtelijkbeschouwd niet ter zake.

Het Hof schond met deze beslissing behoorlijk-heidmaatstaven die milder zijn dan de eisen aande rechter: het schond het motiveringsbeginsel enhet beginsel van onpartijdigheid. Het wekte ten-minste de schijn van partijdigheid door een ver-keerde motivering voor een verkeerde beslissing inhet voordeel van overheidsdienaren die met vervol-ging werden bedreigd. Het Hof miskende hetrechtsstatehjke belang van de zaak.

VermeulenWegens een overweging ten overvloede in het ar-rest van de CRvB uit 1991 over de ontheffing uitzijn functie, diende Spijkers een herzieningsver-zoek in. De overweging ten overvloede was datSpijkers door zijn optreden de vervulling van zijnfunctie ernstig had bemoeilijkt. De Centrale Raadvan Beroep besliste in 1993 dat hij de overweginginderdaad ten onrechte (misleid door de RBB-art-sen) had opgenomen, maar wees het verzoek totherziening af.36 De uitspraak uit 1991 bleef instand; het ontheffingsbesluit was vernietigd.Defensie ontsloeg Spijkers vervolgens per 1 okto-ber 1993. Spijkers ging in beroep en de ontslag-zaak eindigde in 1997 bij de Centrale Raad van Be-roep met een beslissing in het nadeel van Spijkers.Voorzitter van de meervoudige kamer in hoogsteinstantie was vice-president mr. Vermeulen.37 Ver-meulen was eertijds ambtenaar bij het directoraat-generaal voor Overheidspersoneelsbeleid van hetministerie van Binnenlandse Zaken, dat het ont-slag van burgers in dienst van de rijksoverheid be-handelde. De RBB ressorteerde onder hem.38 Zijnafdeling had bemoeienis met de zaak Spijkers. Eenondergeschikte van Vermeulen voerde gesprekkenover de zaak met de advocaat van Spijkers.39 Ver-meulen was dus als ambtenaar bij de zaak Spijkersbetrokken geweest.40 Journalisten kwamen dit feitop het spoor door wat zij noemden 'partijdig op-treden' van Vermeulen bij getuigenverhoren.41

Rechter Vermeulen had een verschoningsplicht.Hij diende zich actief af te vragen of een procespar-tij redelijke twijfel over zijn onpartijdigheid zoukunnen koesteren en zijn uitspraak in verbandkon brengen met zijn ogenschijnlijke partijdig-heid, ongeacht de feitelijke gegrondheid van dietwijfel, wegens het rechtsstatehjke belang van on-partijdige rechtspraak. Vermeulen schond zijnplicht tot verschoning en daarmee de eis van on-partijdigheid. Dat weegt des te zwaarder, omdatgetuigen en toehoorders zijn optreden ter zitting

grof en partijdig vonden, nog voor zij wisten dathij eerder bij de zaak Spijkers in een andere func-tie was betrokken. Vermeulen wekte zodoende deindruk zijn functie als rechter te gebruiken om af-

Het Hof schorste het strafrechtelijkonderzoek, omdat Spijkers met Defensie

in onderhandeling was

doening van de zaak Spijkers conform de wensenvan Defensie te realiseren. Crombag schreef over'de onmiskenbare partijdigheid van het arrest'.

Vermeulen schond zijn verschoningsplicht en deeis van onpartijdigheid door een zaak te behande-len waarbij hij via een vroegere werkkring was be-trokken, ongeacht zijn toenmalige functie en hettijdsverloop. Hetzelfde geldt voor zaken waarbijcollegae waren betrokken.42

LandsadvocaatDe ontslagprocedure kwam in 1997 voor de CRvB.Daar kwam aan de orde dat Defensie aan Spijkerseen schikkingsvoorstel had gedaan. Senator Glas-tra van Loon43 en senator Vis44 deden eerder eenbemiddelingspoging tussen Defensie en Spijkers.In dat kader had staatssecretaris van DefensieGmelich Meijling aan Glastra van Loon gezegddat Spijkers recht op een schadevergoeding had enbedragen genoemd, zo getuigde Glastra van Loonvoor de Raad.Landsadvocaat De Groot ontkende ter zitting datde staatssecretaris zoiets had gezegd en dat ersprake was (geweest) van onderhandelingen metSpijkers.45 Defensie sprak echter al in 1995 metSpijkers' advocaat over schadevergoeding en eer-herstel.46 Eerder schreef staatssecretaris van Defen-sie Prinking aan Glastra van Loon en Vis dat Defen-sie spoedig met Spijkers zou spreken om eendefinitieve oplossing voor de kwestie te bereiken.47

Minister Voorhoeve schreef: 'De Landsadvocaatheeft opdracht gekregen namens Defensie de on-derhandelingen te voeren over de mogelijkhedenom tot een minnelijke regeling met de heer Spij-kers te komen. Defensie heeft daartoe concretevoorstellen gedaan, die in eerste aanleg in aanwe-zigheid van de heer Spijkers zelf en de wederzijdseadvocaten en vervolgens in het overleg tussen dewederzijdse advocaten zijn besproken.' Verder be-richtte hij dat een 'schikkingsvoorstel van Defensie[...] ook bekend [is] bij de Kamerleden Glastra vanLoon en Hoekema'. Beiden hebben in de zaak gein-tervenieerd, aldus de minister, en de onderhande-

[36] Rechtbank Den Haag 4oktober 1993, rolnr. AW93/839.[37] CRvB 16 oktober 1997,TAR 1997, 231[38] Aanhangsel Handelmgen II1998/99, nr 1310.[39] Aanhangsel Handelm-gen II1998/99, nr 1310.[40] Brief van Crombag, 17jull 2007.[41] H Rijkers in KatholiekNieuwsblad, 24 oktober1997[42] Leidraad onpartijdigheidrechterlijke macht, aanbeve-ling 7[43] Prof.mr.dr J F Glastravan Loon was lid van de Eer-ste Kamer van 1980 tot1999[44] Mr J J Vis was lid vande Eerste Kamer van 1980tot 1995 en lid van de Raadvan State van 1995 tot2003.[45] Defensie weigert eerherstel oud werknemer, deVofkskrant, 5 September1997, p 8[46] Brief Bunnik aan mrBoone (advocaat van Spy-kers), 8 maart 1995. NotitieBunnik aan directeur juridi-sche zaken ministerie vanDefensie, 23 apnl 1997Brief van De Groot aan mrLeijendekker (advocaat vanSpijkers), 15 maart 1996.Antwoord minister vanDefensie Voorhoeve opKamervragen waarm ditwordt bevestigd Aanhangse-len II1996/97, nr 1778.[47] Brief staatssecretarisDefensie Fnnking aan Glas-tra van Loon en Vis, 9 febru-an 1994

OPENBAAR BESTUUR MAART 2008 13

Page 7: Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 , p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7]

lingen werden inmiddels door de advocaten - deLandsadvocaat namens Defensie - gevoerd. Hij be-sloot met: 'Ik blijf van opvatting dat de pogingenspoedig tot een oplossing te komen moeten wor-den voortgezet.'48

Vermeulen schond zijn plicht totverschoning en daarmee de eis vanonpartijdigheid

Landsadvocaat De Groot beweerde dat niet overschadevergoeding en eerherstel was of werd onder-handeld. Er was geen concreet voorstel. Naar aan-leiding van het optreden van Landsadvocaat DeGroot schreef staatssecretaris Gmelich Meijlingechter aan Glastra van Loon dat hij wel degelijkeen 'niet krenterig voorstel tot schadevergoeding'had gedaan.49 Ter zitting verklaarde de Landsadvo-caat echter dat Spijkers parano'ide was en fictieniet van werkelijkheid kon scheiden: Spijkers hadmensen ernstig beschadigd en de zaak Ovaa loutervoor eigen belang gebruikt. Defensie had Spijkers

Ter zitting verklaarde de Landsadvocaatdat Spijkers parano'ide was en fictie nietvan werkelijkheid kon scheiden

niet krankzinnig verklaard - Spijkers was krank-zinnig, zo betoogde De Groot volgens de Volks-krant.50 Hij bestreed bovendien de getuigenverkla-ring van Glastra van Loon, die hij typeerde als eenverwarde, oude man. Toen Glastra van Loon DeGroot wilde weerspreken, ontnam Vermeulen hemhet woord. Glastra van Loon was een van de getui-gen die door Vermeulen grof werd bejegend.51

Landsadvocaat De Groot heeft Spijkers ernstiggeschaad. Zijn betoog was onwaar en dat wist hij,

[48] Brief minister Defensie Voorhoeve aan drs R van Voren, 15 augustus[49] Brief staatssecretaris Gmelich Meijling aan Glastra van Loon, 25 September 1997. Glastra vanLoon verweet Gmelich Meijling dan ook dat hij zich buiten de procedure had gehouden[50] Defensie weigert eerherstel oud-werknemer, de Volkskrant, 5 September 1997, p. 8.[51] Dit alles volgens getuigen van de zitting.[52] Brief minister Defensie Voorhoeve, 15 augustus 1997 (P/9700391) aan drs R van VorenBrief staatssecretaris Frinkmg aan Vis en Glastra van Loon, 9 februan 1994 en brief staatssecreta-ns Gmelich Meijling aan Glastra van Loon, 25 September 1997[53] Opdrachtbevestigmg KPMG aan staatssecretans Defensie Van Hoof, 16 maart 2000.[54] Kamerstukken II, 26 200 X, nr. 36, p 11[55] Brief prof.dr. Crombag, 17 jull 2007

althans dat kon en behoorde hij te weten. Volgensschriftelijke verklaring van ten minste een mi-nister en een staatssecretaris werd wel degelijkover schadevergoeding en eerherstel voor Spijkersonderhandeld, al voor 1997.52 Hij wist dat, omdatde Landsadvocaat zelf namens Defensie onder-handelde.Het optreden van de Landsadvocaat jegens Spijkers(en Glastra van Loon) was in strijd met de behoor-lijkheid. Zou de Landsadvocaat gerede twijfel aande gesteldheid van Spijkers of aan de verklaringvan Glastra van Loon hebben gehad, dan moest hijdie wegens het belang van zijn client vanzelfspre-kend verwoorden. De beoordeling van de geestes-gesteldheid van Spijkers was echter niet aan hemen aangezien hij zelf namens Defensie met de ad-vocaat van Spijkers onderhandelde, had de Lands-advocaat geen grond de verklaring van Glastra vanLoon in twijfel te trekken.Een advocaat mag geen onwaarheden verkondigenen hij mag de rechten van derden niet schenden,de Landsadvocaat heeft een gekwalificeerde ver-antwoordelijkheid, omdat hij de Staat vertegen-woordigt. De Landsadvocaat heeft onwaarheid ge-sproken en dus het rechtszekerheidsbegmsel enhet gelijkheidsbeginsel geschonden: Spijkersmocht verwachten dat de advocaat van de over-heid geen onwaarheden zou verkondigen en zorgen respect voor zijn persoon en rechten zou tonen.Hij heeft niet alle relevante feiten en omstandighe-den vergaard, althans de rechten en belangen vanSpijkers niet evenredig gewogen en hij is zodoendeniet tot een redelijke uitkomst gekomen.

KPMGMedia-aandacht voor de ontslagzaak tegen Spijkersbracht aan het licht dat het ontslag verband hieldmet de mijnongelukken uit 1983 en 1984 en hoeSpijkers door gezagsdragers was bejegend sinds1984. De Vaste Kamercommissie voor Defensie ver-zocht de ombudsman een onderzoek naar de onge-lukken uit 1983 en 1984 met de AP-23 landmijn inte stellen, niet naar de bejegening van Spijkers.Mevrouw Ovaa-Van den Broek verbond echter deafronding van haar geschil met Defensie aan dezaak Spijkers.53 Staatssecretaris Van Hoof zegdedaarop aan de Vaste Kamercommissie een onaf-hankelijk onderzoek toe.54

Volgens overeenkomst tussen Ovaa-Van den Broek,Spijkers en staatssecretaris Van Hoof werd eencommissie onder voorzitterschap van prof. Roodingesteld, die bindend advies zou uitbrengen.55

Deze poging strandde en vervolgens werd KPMG in2000 ingeschakeld om het onderzoek te doen.KPMG schreef aan de opdrachtgevers (Ovaa-Van

14 OPENBAAR BESTUUR MAART 2008

Page 8: Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 , p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7]

den Broek, Spijkers en Van Hoof) dat het noodzake-hjk was de gehele toedracht van het geschil te on-derzoeken en dus ook een oordeel te geven over dedienstopdracht aan Spijkers en de bejegemng vanSpijkers door het ministerie nadien56 In 2001 werdde opdracht op mstigatie van KPMG echter veranderd, men zou summier over het optreden van De-fensie rapporteren S7

Dat gebeurde in 2002 Van der Knaap was inmid-dels staatssecretaris van Defensie Zijn voorgangerVan Hoof verphchtte Defensie het rapport zondermeer als bmdend te beschouwen Van der Knaapweigerde echter het KPMG-advies te aanvaarden,omdat KPMG het handelen van Defensiemedewer-kers ten opzichte van Spijkers 'misleidend' noem-de en die kwahficatie volgens de Van der Knaapmet (voldoende) had onderbouwd 58

Dat KPMG summier rapporteerde, was conform degewijzigde opdracht uit 200159 Daarbij werd over-eengekomen dat KPMG op een hoog abstractiem-veau zou rapporteren en van detailonderzoek overde gehele periode zou afzien, er zou een 'totaaloor-deel' worden geformuleerd De staatssecretariskwam dus op oneigenlijke gronden tot buitenge-rechtehjke vermetiging van de clausule dat hetKPMG-rapport voor Defensie bmdend was Na eenmotie van de Tweede Kamer accepteerde de staats-secretans het advies van KPMG alsnog en onderte-kende hij een door KPMG opgestelde vaststellings-overeenkomst60 Deze overeenkomst is ruim vijfjaar later nog met volledig uitgevoerd

De advocatenOp grond van de vaststellmgsovereenkomst is deStaat verphcht de vordenngen van sommige derden - ook van Spijkers' advocaten - te voldoen 61

Daardoor kwam de onafhankehjkheid van de be-trokken advocaten m het geding De Staat kreegimmers (financiele) greep op de jundische by standaan Spijkers en het belang van de advocaten (beta-ling) werd in de zaak betrokken Defensie heeft in-derdaad tot op heden geweigerd de advocaten tebetalen en dat was (mede) oorzaak dat Spijkers bijverschillende gelegenheden van rechtsbij stand ver-stoken bleef De reden is dat de declaraties volgensDefensie (volgens de Landsadvocaat) onvoldoendezijn gespecificeerd Kennehjk is de hoogte van dedeclaratie met het probleem De vraag is of Defen-sie hier imsbruik maakt van de situatie, door deadvocaten met conform de vaststelhngsovereen-komst te betalen Dat zou immers een schendingopleveren van de phcht van de overheid om funda-mentele rechten van burgers met te schaden, dochjuist te waarborgen

Administratieve rectificatieDe Staat was krachtens de vaststelhngsovereen-komst verphcht zorg te dragen voor administrateve rectificatie van de dossiers over Spijkers Diemoesten van negatieve kwahficaties waardoor Spij-kers kon worden geschaad, worden geschoond Defensie vroeg Deloitte m 2003 te onderzoeken hoe

De vraag is of Defensie hier misbruikmaakt van de situatie, door de

advocaten niet conform de vaststellings-overeenkomst te betalen

de rectificatie moest plaatsvmden 62 Deloitte advi-seerde eind 2004 de 'collectie Spijkers' uit alle ar-chieven van overheidsmstanties te halen en naareen gesloten deel van het Nationaal Archief te ver-plaatsen Deloitte heeft dat advies uitgevoerd 63 Dedossiers van Spijkers zijn by mmistenes, maar ookbij het ABP en het UWV weggehaald (zelfs de CRvBwerd gevraagd de dossiers over Spijkers over te dra-gen)«

De verwijdering van zijn dossiers bij het UWV enhet ABP vergrootte de problemen die Spijkers hadSpijkers heeft recht op wachtgeld, tenminste voorde periode van 1 oktober 1993 tot 1 juh 2011 Hijkreeg tot op heden met uitbetaald door toedoenvan de RBB artsen namens Defensie 55 Zij achttenSpijkers immers arbeidsongeschikt, contrair aaneen reeks adviezen van deskundigen Defensie ontsloeg hem, doch meldde hem aan als arbeidsonge-schikt66 Als gevolg daarvan weigerde het Arbeids-bureau hem in te schryven en kreeg hij met deuitkering waar hij recht op had 67 Wegens het ont-slag werd Spijkers wel uitgeschreven bij het ABP,doch met weer mgeschreven, omdat hij zich met bijhet Arbeidsbureau kon inschnjven en met de uitke-ring kreeg waar hi) recht op had Dat veroorzaakteook problemen over zijn pensioenrechtenDe Staat (Defensie) heeft met aan zijn verphchtingvoldaan er was geen rectificatie, de admimstratieswerden 'geleegd' De Staat veroorzaakte zodoendeproblemen met de uitkering en de pensioenrechtenvan Spijkers, maar staatssecretaris van Defensie Vander Knaap beweerde in het leader van het onderzoekvan de Ombudsman dat Spijkers de problemen metzijn wachtgeld aan zichzelf te wijten had 68

OmbudsmanOmbudsman Brenmnkmeijer begon in 2005 uit ei-gen bewegmg een bemiddelmgspogmg, omdat hij

[56] OpdrachtbevestigmgKPMG aan staatssecretarisDefensie Van Hoof 16maart 2000[57] Brief KPMG aan OvaaVan den Broek Spijkers enDefensie 10juh200258] Brief staatssecretarisDefensie Van der Knaap aanTweede Kamer 8 november2002[59] Brief KPMG aan OvaaVan den Broek Spijkers enDefensie lOjuli 2002[60] Kamerstukken II2002/03 28 686 nr 2[61] Vaststelhngsovereenkomst art 4 en 8[62] Brief Deloitte aanWagenaar(advocaat Spykers) 22 december 2004[63] Nationale ombudsmanrapport 2006/390 p4951[64] Brief UWV aan Spijkers7 november 2005[65] Brief ABP aan Spijkers7juni 1994 Brief UWV aanSpijkers 8 juni 2004 Nationale ombudsman rapport2006/390 p 6061[661 RB Den Haag 4 oktober1993 rolnr AW93/839[67] Brief USZO aan Spijkers 30 augustus 1996[68] Nationale ombudsmanrapport 2006/390 p 60

OPENBAAR BESTUUR MAART 2008 15

Page 9: Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 , p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7]

zich de zaak aantrok en een haperende uitvoeringvan de vaststellingsovereenkomst signaleerde.69

Die poging strandde na acht maanden, omdat De-fensie niet op Spijkers' verzoek wilde erkennen dat

Brenninkmeijer's initiatief wasaanvechtbaar, ongeacht zijn oprechtheid

men bij de nakoming van de vaststelhngsovereen-komst ernstig tekort schoot.70 Brenninkmeijerstartte een onderzoek en concludeerde dat Defen-sie de vaststellingsovereenkomst behoorlijk haduitgevoerd.71

[69] Bneven ombudsmanBrenninkmeijer aan Spijkersen Kamp, 20 oktober 2005[70] Brief Brenninkmeijeraan Jongenus, 27 februan2007[71] Nationale ombudsman,rapport 2006/390, p 3[72] Brief Brenninkmeijeraan Jongenus, 27 februan2007.[73] Brief Koeleman aanBrenninkmeijer, 20 februan2006 Brief Koeleman aanSchets, 16 december 2006.Brief Koeleman aan Brennmkmeijer, 28 december2006 naar aanleidmg vanrapport 2006/390[74] Brief Brenninkmeijeraan Koeleman, 9 februan2007 als reactie op briefKoeleman aan Brenninkmeyer, 28 december 2006[75] Nationale ombudsman,rapport 2006/390, p 54[76] Brief Koeleman aanombudsman Brenninkmeijer,20 februan 2006[77] Bneven 4 en 25 november 2005 aan Brennink-meijer[78! Brief 25 oktober 2005(2005 09000 001)[79] Reactie Brenninkmeijerop kritiek Van Steenbergen,bylage bij zijn brief, 31 september 2006 (20070944U)[80] In het eerdere rapportoverde landmijnaffaire(1999/175) van Nationaleombudsman Costing werdSpijkers aangeduid als 'debedryfsmaatschappelijk werker van Defensie'[81] Art 9 36 lid 1 AWEjuncto art. 10 lid 2 sub gAWB

Brenninkmeijer's initiatief was aanvechtbaar,ongeacht zijn oprechtheid.72 Brenninkmeijer wascollega van vice-president Vermeulen bij de Cen-trale Raad van Beroep toen de ontslagzaak tegenSpijkers diende. Daarom was Brenninkmeijervolgens de richtlijnen van de rechterlijke machtals bemiddelaar en onderzoeker niet onpartijdig,te meer gegeven het belang van de ontslagzaak inde affaire en de twijfel aan de onpartijdigheidvan Vermeulen.Spijkers en zijn advocaat klaagden over een gebrekaan transparantie en aan hoor en wederhoor,73

doch volgens Brenninkmeijer paste dat in het 'de-juridiserende karakter van het bemiddelingspro-ces', daarom zette hij afspraken niet op papier.74

Transparantie en hoor en wederhoor zijn echterformele behoorlijkheidseisen volgens de Behoor-hjkheidswijzer van de ombudsman. Die eisen zijnbij dejuridisering van groot belang, omdat proce-durele waarborgen en controleerbaarheid (open-baarheid) ontbreken. Dit klemt in dit geval temeer,omdat de bemiddelaar een collega was van Ver-meulen bij de CRvB en dat feit, volgens de richtlijnonpartijdigheid van de rechterlijke macht, grondvoor verschoning is. De positie van de ombudsmanis in deze vergelijkbaar met die van een rechter.De conclusie dat de vaststellingsovereenkomst be-hoorlijk is uitgevoerd, is aanvechtbaar. Dat geldtbijvoorbeeld voor de conclusie dat de rectificatieinhoudelijk behoorlijk is verricht en dat met hetlegen van dossiers over S.pijkers 'recht wordt ge-daan aan de bedoeling van de bepaling over de ad-ministratieve rectificatie'.75 De ombudsman wistimmers van Spijkers' problemen met zijn wacht-geld en pensioenrechten.76 De advocaat van Spij-kers stuurde hem een niet-limitatieve opsommingvan zaken die Defensie urgent moest oplossen(waaronder het wachtgeld en zijn pensioenrech-

ten). Brenninkmeijer noemde deze ook tevoren alsonderwerpen voor zijn onderzoek en hij heeft on-derzoek gedaan naar de wachtgeldkwestie. Spij-kers heeft sinds 1993 geen inkomen. Ook nadathet ontslag van Spijkers finaal werd, merkte De-fensie hem immers als arbeidsongeschikte aan.Spijkers weigerde echter te tekenen voor een uitke-ring wegens arbeidsongeschiktheid, omdat ditvalsheid in geschrifte zou opleveren: hij was nietarbeidsongeschikt. Een voorlopige voorziening wasdus urgent. Uit bneven van Spijkers en zijn advo-caat aan Brenninkmeijer blijkt dan ook dat herstelvan de wachtgeldregeling een van Spijkers' priori-teiten was.77 Brenninkmeijer stelde uitdrukkelijkdat betaling van het wachtgeld (met name van1 oktober 1996 tot juli 1998 en vanaf September1998) mede onderwerp van onderzoek was. Achter-af stelde hij dat, als Spijkers die kwesties belang-rijk had gevonden, een voorlopige voorziening mo-gelijk was geweest.78 De ombudsman concludeerdeechter met de staatssecretaris van Defensie datSpijkers de problemen zelf had veroorzaakt, dathjkt zacht gezegd een onhoudbaar standpunt.

De Ombudsman toetste het gedrag van Defensieslechts aan de behoorlijkheidseisen van voortva-rendheid, actieve en adequate informatieverstrek-king, rechtszekerheid en rechtvaardigheid.79 Inzijn visie brengen deze eisen niet een toetsing aangrondrechten mee. De vraag is waarom Brennink-meijer beperkt toetste. De reden kon niet zijn dathet onderzoek slechts de uitvoering van de vast-stellingsovereenkomst betrof, want deze was deuitkomst van een lijdensweg van 23 jaar en moestin dat licht worden gemterpreteerd.

Het was bij uitstek de taak van de ombudsman hetdubieuze optreden van gezagsdragers aan alle be-hoorlijkheidseisen te toetsen. Brenninkmeijer be-weerde dan ook dat hij wel aan alle behoorlijk-heidsnormen had getoetst, doch dat hij in zijnrapport slechts de meest toepasselijke criteria hadgebruikt en niet meer dan een norm tegelijk hadgenoemd. De behoorlijkheidsgebreken in de zaakSpijkers zouden vooral in de informatievoorzie-ning hebben gezeten. De beginselen van gelijk-heid, rechtvaardigheid, rechtszekerheid en be-scherming van individuele rechten lijken echterook gerede kandidaten voor 'toepasselijke criteria'.Het rapport van de ombudsman is niet geanonimi-seerd, waar het Spijkers betreft.80 Dat is in strijdmet de norm en met Spijkers' privacy.81 De normluidt: 'Het verstrekken van informatie [in verbandmet het rapport] blijft achterwege voor zover hetbelang daarvan niet opweegt tegen het voorkomen

16 OPENBAAR BESTUUR MAART 2008

Page 10: Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 , p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7]

van onevenredige benadehng van bij de aangele-genheid betrokken natuurhjke personen 'De Ombudsman concludeert ten gunste van Defen-sie dat de overeenkomst goed is uitgevoerd enspreekt van 'de voortgezette strijd van de heer Spij-kers' alsof hij een keuze heeft zijn wachtgeld issinds 1993 met betaald, zijn pensioenrechten zijnmet geregeld, zijn dossiers by UWV en ABP zijnverdwenen, zijn vertrouwensarts en advocaten zijnmet betaald en de Belastmgdienst legt Spijkers eenaanslag op, terwijl Defensie die belastmgen mge-volge artikel 6 van de Vaststellingsovereenkomstzou betalen De betaling hangt op een memngsver-schil tussen Defensie en Fmancien over de vraag ofde schadevergoeding voor Spijkers als mkomenmoet worden beschouwd Om die reden valt deBelastmgdienst Spijkers lastig met vordenngen enDefensie doet bhjkbaar niets De Ombudsman hetna Spijkers ook al in verband met deze proble-men82 te beschermen tegen gezagsdragers en deStaat die ruim twmtigjaai zijn leven en de uitoefe-mng van zijn rechten onmogehjk maakten

Onrechtvaardig, slecht of kwaadaardig?We hebben het gedrag van gezagsdragers getoetstaan eisen van redelijkheid die voortvloeien uit vrij-wilhg aanvaarde functies Daar voldeed het metaan De eisen zijn ondergeschikt aan die van recht-vaardigheid en de onvoorwaardehjke natuurhjkephchten die daaruit voortvloeien positieve phch-ten om rechtvaardigheid te dienen en te bestendi-gen, een wederkerige phcht om hulp te bieden enrespect te tonen en negatieve phchten om onschul-digen met m hun persoon te schaden en ook oven-gens geen schade te berokkenen Men mag geenonrecht begaan, ongeacht veiphchtmgen uit hoof-de van een functie Gezagsdragers kunnen zichdus met op pohtieke of ambtelijke verplichtmgenberoepen ter rechtvaardigmg van het onrecht datzij jegens Spijkers begmgen, laat staan van misdnj-ven die men misschien pleegdeSommige gezagsdragers en pohtiek verantwoorde-hjken hebben hun natuurhjke phchten ten opzich-te van Spijkers op een reeks van mameren grofgeschonden, onder wie ministers en staatssecreta-nssen van Defensie en Bmnenlandse Zaken van1984 tot heden Zij zyn immers mede verantwoor-delijkvoor alle (ambts)misdnjven en de schendm-gen van behoorhjkheidscriteria door overheids-dienaren die hiervoor aan de orde waren Datgeldt ook voor staatssecretaris Van Hoof, al past bijzijn optreden de kanttekemng dat hij via de instel-ling van de commissie Rood, de inschakehng vanKPMG en via zyn persoonlijke contact met OvaaVan den Broek en Spijkers seneuze pogmgen heeft

gedaan de zaak zo goed mogehjk uit de wereld tehelpen Het zou de moeite waard zijn het optredenvan alle betrokken politici en detail aan alle behoorhjkheidsmaatstaven te toetsen hun optredenmoet precies zo worden gediskwahficeerd als datvan de gezagsdragers, zij hebben al dan met incommissie eveneens vnjwel alle behoorlijkheids-maatstaven geschonden

Het was bij uitstek de taak vande ombudsman het dubieuze optreden

van gezagsdragers aan allebehoorlijkheidseisen te toetsen

Spijkers' gewetensvolle weigering strookt met denatuurhjke phcht tot rechtvaardigheid gehoor-zaamheid zou onrecht zijn geweest en weigeringwas onvoorwaardehjke phcht en een kwestie vanmorele moed en waardigheid 83 Gezagsdragers enpohtiek verantwoordehjken hadden als vertegen-woordigers van onze rechtsstaat hem om die redenmoeten prijzen Dat deden zij met (uit eigenbewegmg84) Van der Knaap erkende in zijn eerder-genoemde brief aan Spijkers ten lange leste 'inalle oprechtheid' dat ernstig onrecht tegen Spij-kers was begaan, maar het concept voor die briefkwam uit de koker van KPMG en de uitvoeringvan de Vaststellingsovereenkomst door Defensieis met met die beweerde oprechtheid in overeen-stemming

Het zou de moeite waard zijn het optredenvan alle betrokken politici en detail aan alle

behoorlijkheidsmaatstaven te toetsen

Daarom ontbreekt het de betrokken gezagsdragersaan morele moed en waardigheid Gebrek aan mo-rele waardigheid kent gradaties onrechtvaardig-held, slechtheid, kwaadaardigheid 85 'Onrechtvaar-dig' is het slechte doen met op zich legitiemedoelen 'Slecht' is arbitrair gebruik van macht ofbevoegdheid 'Kwaadaardig' is streven naar hetslechte op zich of onverschilhgheid over onrechtDe onthutsende conclusie is dat sommige hoofdrolspelers namens de (rechts)staat met eens 'on-rechtvaardig' waren, maai erger, omdat zij geenrechtmatige doelen nastreefden Ze hebben rechts

[82] Brief 25 oktober 2005(2005 09000 001)[83] Over de rechtvaardigmgvan gewetensvolle weigeringzie Rawls p 323326[84] Brief van Van derKnaap aan Spijkers d d 29november 2002|85] J Rawls A Theory ofJustice 1999 p 385

OPENBAAR BESTUUR MAART 2008 17

Page 11: Rechtsstaat zonder zelfkritisch en zelfreinigend vermogen[3] Nationale ombudsman, rapport 1999/175 , p 224 [4] Op cit , p 287 [5] Op cit , p 257 [6] Op cit , p 260 [7]

statehjke middelen 23 jaar lang gebruikt om on-recht te begaan en zijn dus 'slecht' of zelfs 'kwaad-aardig' wegens de klaarbhjkelijke onverschillig-held over dat onrecht

Bedreiging rechtsstaatMinisters, staatssecretarissen en hun onderge-schikten hebben Spijkers het leven en de uitoefe-ning van zijn rechten gedurende 23 jaar onmoge-hjk gemaakt, omdat hij onrecht aan de kaakstelde Zij waren geen hoeders van rechtvaardigheid en van de rechtsstaat, integendeel, ze gebruikten de bevoegdheden die hen ten dienstestonden om de rechten van een burger met voetente treden86

De minister-president kan en mag zich nietals een innocent bystander opstellen

[86] H A Couzy in interviewmet Th Broer Vnj Nederland2007 nummer 14[87] Verzoek Deloittenamens Defensie aanbestuur Centrale Raad vanBeroep om dossier Spijkersdoor drs P Hofstra RO CIA14 februan 2005 L HageRO kenmerk PH/ssa/05071[88] Brief minister presidentmrdrj P Balkenende 6 apnl2005 aan vertrouwensartsvan Spijkers L A Beth[89] G E van der Wulpdirecteur generaal Rijksvoorlichtingsdienst in briefnamens minister president2 augustus 2007(3222574)

Volgens generaal b d Couzy is deze gang van zakenbij Defensie mm of meer normaal Couzy 'By dekrijgsmacht heerst een cultuur van het zwijgenBij Defensie vmdt men nog steeds dat er geen fou-ten kunnen worden gemaakt Als je de vuile wasbuiten hangt, knjg je er onmiddelhjk van langsZodra een mihtair meldt dat er lets is misgegaan,gaat zijn baas wild om zich heen slaan Dat is be-paald geen aanmoediging voor openheid 'Om tot de conclusie te komen dat de rechten vanSpijkers op vele mameren grof zijn geschonden,hoeft men slechts de relevante documenten teraadplegen en rechtsstatehjke eisen seneus te ne-men S7 Hoewel, ook het raadplegen van documen-ten probeert de overheid m de persoon van Vander Knaap zoveel mogehjk te voorkomen door dearchieven met te schonen van misplaatste diskwa-hficaties over Spijkers (zoals de Vaststellmgsover-eenkomst voorschnjft), maar de dossiers te legenen een poging te doen het archief over de zaakSpijkers bij de Centrale Raad van Beroep te verwij-deren Het is met duidehjkof dat isgelukt Mochtdat het geval zijn, dan wordt Spijkers belemmerdin de uitoefenmg van zijn recht om herziemngvan de uitspraak van de-Raad uit 1997 te vragenBovendien, ook de dossiers bij het UWV en het ABPzijn verdwenen met alle gevolgen van dien voorzijn mkomen (uitkering) en zijn pensioenOnze minister-president antwoordde op Spijkers'verzoek om hulp met 'ik kan niets voor u doen',al begreep hij wel dat zijn antwoord voor Spijkers'met geheel bevredigend' zou zijn 88

Naschrift'Er zijn toereikende procedures op grond van debestaande regelgevmg voor aangelegenheden alsdeze De minister-president, minister van Algeme-ne Zaken, heeft daarbij geen bevoegdheden 'schreef G E van der Wulp namens de minister-president in een reactie op dit artikel 89 Hij meen-de dat het citaat van de minister-president een alte prormnente plaats m dit artikel kreeg, omdat deinhoud van het artikel op andere gezagsdragers isgericht De zaak viel onder de verantwoordehjk-heid van het mimstene van Defensie Bovendienonthoudt de minister-president zich steevast vaneen oordeel over zaken die aan het oordeel van derechter onderworpen zijn (geweest) in verband methet belang dat hij aan de onafhankelijkheid van derechterlijke macht hecht, zo besloot Van der WulpDaarover het volgende De minister-presidentdraagt toch zeker samen met de overige ministersen de staatssecretarissen de verantwoordehjkheidvoor de rechtsstaat, voor de bescherming van burgers en voor het optreden van de staat ten opzichtevan burgers, ook in het verleden Daarmee heeftde prormnente plaats van het citaat van doen, metmet een verzoek te treden m een rechterhjk oor-deel De geschiedems van Spijkers moest leiden totcoulance, de minister-president kan en mag zichmet als een innocent bystander opstellen, hij kan enmag zich met achter andere gezagsdragers ver-schuilen

Op 18 September 2007 stelde Kamerlid Van Raakvragen aan de minister van Bmnenlandse Zakenen Konmkrijksrelaties, onder meer of de minsterbekend was dat klokkenluiders als gevolg van hunmelding in financiele moeihjkheden kunnen ko-men De minister antwoordde dat klokkenluidersdie te goeder trouw een melding doen, geenlechtspositionele nadelen mogen ondervmdenDe minister meent dat de rechtsbeschermmg vanambtenaren 'die op deze wijze actief mvullmg ge-ven aan het goed ambtenaarschap' is opgenomenin de Ambtenarenwet, de Mihtaire Ambtenaren-wet 1931 en de Pohtiewet 1993 Op 23 januan 2008kwam het bencht dat een ambtenaar van Justitievijf jaar zonder functie zat, omdat hij in 2003 mis-standen bij het Schadefonds Geweldsmisdnjvenaan het hcht had gebracht Het mimstene werktehem regelrecht tegen bij solhcitaties, zodat hij 65keer werd afgewezen, hij kreeg bovendien een verbod van Justitie om bezwaar tegen de afwijzmgente maken

18 OPENBAAR BESTUUR MAART 2008