Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het...

19
rechtstreeks Rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard? Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde

Transcript of Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het...

Page 1: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

rechtstreeks

Rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard? Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde

Page 2: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

Redactioneel

De bijzondere gelegenheid vormde tevens De bijzondere gelegenheid vormde tevens aanleiding om ook nog op een andere aanleiding om ook nog op een andere wijze aandacht aan de positionering van wijze aandacht aan de positionering van de Rechtspraak aandacht te besteden: het de Rechtspraak aandacht te besteden: het huis van de Rechtspraak als een van de huis van de Rechtspraak als een van de hoekpunten van de driehoek Binnenhof, hoekpunten van de driehoek Binnenhof, Paleis Noordeinde en de Raad voor de Paleis Noordeinde en de Raad voor de rechtspraak. Het symbolische karakter van rechtspraak. Het symbolische karakter van de ligging werd onderstreept met een de ligging werd onderstreept met een terugblik op het verleden van de locatie terugblik op het verleden van de locatie door prof. F. C. J. Ketelaar, hoogleraar door prof. F. C. J. Ketelaar, hoogleraar archiefwetenschap aan de universiteit archiefwetenschap aan de universiteit van Amsterdam. Ook zijn betoog van Amsterdam. Ook zijn betoog – ‘Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof – ‘Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde’ – treft u hierbij aan.en Noordeinde’ – treft u hierbij aan.

Zoals opgemerkt: de jaarlijkse Rechtspraak­Zoals opgemerkt: de jaarlijkse Rechtspraak­lezing dient te fungeren als een moment lezing dient te fungeren als een moment van reflectie. De lezing vormt onderdeel van reflectie. De lezing vormt onderdeel van het onderzoeksprogramma van devan het onderzoeksprogramma van de Raad en het is daarom dat de tekst ervanRaad en het is daarom dat de tekst ervan verschijnt binnen het kader van Rechtstreeks.verschijnt binnen het kader van Rechtstreeks.

De redactie

Op 16 mei 2006 opende H.M. de Koningin Op 16 mei 2006 opende H.M. de Koningin het nieuwe gebouw van de Raad voor het nieuwe gebouw van de Raad voor de rechtspraak aan de Kneuterdijk 1 in de rechtspraak aan de Kneuterdijk 1 in Den Haag. Om deze gebeurtenis voor de Den Haag. Om deze gebeurtenis voor de toekomst vast te houden heeft de Raad toekomst vast te houden heeft de Raad besloten om jaarlijks een Rechtspraaklezing besloten om jaarlijks een Rechtspraaklezing te laten plaatsvinden. Ieder jaar zal iemand te laten plaatsvinden. Ieder jaar zal iemand van binnen of buiten de juridische wereld van binnen of buiten de juridische wereld gevraagd worden zijn of haar licht te laten gevraagd worden zijn of haar licht te laten schijnen over onderwerpen die betrekking schijnen over onderwerpen die betrekking hebben op de plaats en de rol van de hebben op de plaats en de rol van de Rechtspraak in de samenleving. Rechtspraak in de samenleving.

De eerste Rechtspraaklezing werd De eerste Rechtspraaklezing werd voorafgaand aan de opening uitgespro­voorafgaand aan de opening uitgespro­ ken door de voorzitter van de Raad ken door de voorzitter van de Raad mr. A. H. van Delden. Het thema van zijn mr. A. H. van Delden. Het thema van zijn voor de gelegenheid beperkt van omvang voor de gelegenheid beperkt van omvang gehouden lezing was ‘Wat is de rechter gehouden lezing was ‘Wat is de rechter waard?’. Onder dit motto gaf hij een beeld waard?’. Onder dit motto gaf hij een beeld van de verschillende perspectieven van van de verschillende perspectieven van waaruit men de waarde van rechtspraak waaruit men de waarde van rechtspraak en rechter voor de samenleving kan en rechter voor de samenleving kan benaderen en besteedde hij aandacht aan benaderen en besteedde hij aandacht aan een tweetal actuele discussies, die voor een tweetal actuele discussies, die voor het behoud van die waarde van grote het behoud van die waarde van grote betekenis kunnen zijn, namelijk die over betekenis kunnen zijn, namelijk die over de betrokkenheid van leken bij rechtspraak de betrokkenheid van leken bij rechtspraak en over de introductie in ons land van de en over de introductie in ons land van de mogelijkheid tot het geven van zogeheten mogelijkheid tot het geven van zogeheten ‘dissenting opinions’.‘dissenting opinions’.

rechtspraaklezing 2006 Redactioneel

RedactieDr. A. Klijn (eindredacteur)Adviseur wetenschappelijk onderzoekRaad voor de rechtspraak

Mr. Drs. E.C.M. Bouman Beleidsadviseur Raad voor de rechtspraakRaad voor de rechtspraak

J. de Waard (secretaris)Programmamanager wetenschappelijk onderzoekRaad voor de rechtspraak

RedactieraadMr. Th. Groeneveld (voorzitter)Lid Raad voor de rechtspraak.

Drs. M.J.G. BrackelHoofd Kabinet & CommunicatieRaad voor de rechtspraak,

Mr. W. DuitemeijerPresident rechtbank Groningen

Prof. Dr. H. FrankenHoogleraar Informatierecht Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden

Prof. mr. J. GaakeerBijzonder hoogleraar RechtstheorieFaculteit der Rechtsgeleerdheid, Erasmus Universiteit RotterdamRechter rechtbank Middelburg

Dr. H. GribnauUniversitair hoofddocent fiscale methodologie en formeel belastingrechtFaculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit van Tilburg

Dr. J.W. de KeijserSenior onderzoekerNederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR), Leiden

Mr. J.J.M. de LaatVice-president inhoudelijk adviseur, sector kantonRechtbank Utrecht

Mr. Th.C.M. WillemseRechter rechtbank Zutphen

Rechtstreeks is een periodiek van de Raad voor de rechtspraak en richt zich op de praktijk en de ontwikkeling van de rechtspraak in Nederland. Het blad stelt zich ten doel wetenschappelijke inzichten en bijdragen aan het publieke debat over de rechtspraak ter kennis te brengen van allen die beroepshalve bij de rechtspraak betrokken zijn. Opname in Rechtstreeks betekent niet dat de inhoud het standpunt van de Raad voor de rechtspraak weergeeft.

Page 3: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

� �

rechtspraaklezing 2006 Opening Kneuterdijk rechtspraaklezing 2006 Opening Kneuterdijk

Page 4: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

rechtspraaklezing 2006

6 �

Mr. A.H. van DeldenIs voorzitter van de Raad voor de rechtspraak. Dit sedert 1 januari 2002, de datum waarop de Raad bij wet werd ingesteld. Hij is sedert 1966 werkzaam binnen de rechterlijke macht. Vanaf 1990 tot zijn benoeming tot voorzitter van de Raad was hij president van de Rechtbank Den Haag.

Wat is de rechter waard? Bert van Delden

InleidingDe oprichting van de Raad is ingegeven door de lang gevoelde wens om de Rechtspraak beter dan voorheen in staat te stellen in te spelen op en gelijke tred te houden met de ontwikkelingen op het gebied van veranderende wetgeving en in de samenleving. Op dit punt is een aardige analogie te maken tussen de Rechtspraak en het nieuwe gebouw van de Raad aan de Kneuterdijk1. Het gebouw – voorheen een bankgebouw – oogt van buiten monumentaal, klassiek en gesloten, maar is na de indrukwekkende verbouwing van binnen modern en transparant. De Rechtspraak heeft, zeker in de uitingsvormen naar de burger toe, zoals de toga, ook iets monumentaals, klassieks en geslotens. Van de Rechtspraak kunnen wij nog niet zeggen dat de verbouwing al voltooid is, maar wel dat het iets zou moeten opleveren dat lijkt op dit gebouw: het met behoud van de klassieke elementen realiseren van meer transparantie en moderniteit. En waar het gaat om het rechtspreken zelf: de ietwat stijve, deftige vorm zal altijd wel blijven, maar de inhoud dient modern te zijn en met een voor burger herkenbaar gevoel voor de noden en behoeften van de tijd. Moge de Rechtspraaklezing aan dit resultaat een belangwekkende bijdrage leveren!

De vraag die in de onderhavige lezing centraal staat is ‘Wat is de rechter waard?’. Al zoekend naar het antwoord op deze vraag wil ik in het navolgende een beeld geven – zij het beslist geen volledig beeld – van de bijdrage die de rechtspraak, met als zijn belangrijkste exponent de rechter, levert aan de Nederlandse samenleving, zowel in staatsrechtelijke, maatschappelijke als ook in financieel-economische zin. Daarbij zal ik uw aandacht vragen voor een aantal actuele discussies die voor het behoud van die waarde in de toekomst van grote betekenis zijn.

rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?

1 DegenendiegeïnteresseerdzijnindehistorieenarchitectuurvanhetgebouwwordenverwezennaardebijdragevanP.P.LampeenBarbaraLampe,HetnieuwehuisvandeRaadvoorderechtspraak,TREMA2006,p.205-209endespecialvanhetblad‘Smaak’,uitgegevendoordeRijksgebouwendienst,vanmei2006,diegeheelaanhetgebouwisgewijd.

Page 5: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

� �

De zorg voor stabiliteit en continuïteit

Ik wil mijn zoektocht laten beginnen zo’n honderd jaar geleden op een steenworp afstand van de plek waar wij vandaag bijeen zijn. Toen de minister van Justitie mr. Eduard Ellis van Raalte op zaterdag – toen nog een gewone werkdag – 16 februari 1907 tegen lunchtijd van zijn departement aan het Plein naar zijn woonhuis aan de Amaliastraat wandelde, werd hij door een man met een revolver beschoten. Drie kogels misten hun doel volledig en een vierde ketste vermoedelijk af op het knoopje waarmee het lintje van de onderscheiding Ridder Nederlandsche Leeuw op ’s ministers jas was bevestigd. Van Raalte bleef ongedeerd. De ter plaatse ingerekende dader bleek een gefrustreerde onderkapelmeester van een militair muziekkorps. Hij wilde, omdat hij nergens gehoor voor zijn grieven vond, een daad stellen. Dat Van Raalte het slachtoffer van zijn onvrede werd was puur toeval.2

Het strafproces dat volgde3 verschilde niet wezenlijk van dat wat de verdachte in de huidige tijd zou hebben gekregen. Daarmee illustreert dit incident een primaire waarde van de rechtspraak, namelijk de zorg voor stabiliteit en continuïteit in de samenleving, het herstel van de ‘rechtsvrede’. Met alles wat er sinds honderd jaar gelden is veranderd en nu nog te veranderen is aan de rechtspraak – en daar kom ik nog op terug – de essentie blijft het garanderen van een goed en eerlijk proces volgens de normen van de democratische rechtsstaat. Dat was toen zo, en dat is nu nog zo. En dat is goed. Aan sommige zaken moet men beter niet morrelen, althans niet aan de essentie ervan.

Men moet daarmee echter niet denken dat aan veranderingen geen behoefte bestaat. De paradox is namelijk dat de zo-even bedoelde waarde van de rechtspraak alleen dan tot volledige gelding kan komen als de rechtspraak zich weet aan te passen aan de veranderende eisen van de tijd. Dit is een continu proces, dat kan voelen als het lopen op een lopende band. Omdat zowel de prestaties als de eisen toenemen, lijkt het soms alsof weinig vooruitgang wordt geboekt en lijken de discussies steeds dezelfde te zijn.

Zo werd in de tijd dat de aanslag op van Raalte plaatsvond door de rechters geklaagd over de sterke toename van het aantal zaken, vooral tengevolge van de invoering van nieuwe wetten zoals de Leerplichtwet en de Kinderwetten, terwijl de justitiabelen zich bekreunden over de te lange duur van de procedures. Nu, ruim een eeuw verder, komt dit alles ons bekend voor: ook nu kampen rechters met werklast en de klacht over de traagheid waarmee procedures worden afgedaan wordt nog steeds gehoord.

De betekenis van snelheidToch is er meer bereikt dan men op het eerste gezicht zou denken. De nabestaanden van een man die in 1903 tussen Delft en Den Haag uit de trein was gevallen moesten ruim vijf jaar wachten op een uitspraak van de rechter – in eerste aanleg – over hun eis tot schadevergoeding op de ‘Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij’. Cijfers over doorlooptijden in die tijd zijn er niet, maar een uitzondering vormde deze zaak zeker niet.

In de huidige tijd zou een dergelijke procedure geen vijf jaar, maar afgaande op de huidige zo geheten ‘mediane’ doorlooptijd van ‘een handelszaak’, zoals wij dat plegen te noemen, waarschijnlijk zo’n 14 maanden duren. De versnelling van de doorlooptijd die de Rechtspraak heeft gerealiseerd mag er dus zeker zijn. Om in de sfeer van de zojuist genoemde casus te blijven: de versnelling van doorlooptijden kan, nu de hogesnelheidslijn hier te lande nog (steeds) niet rijdt, de vergelijking met de versnelling die de spoorwegen in dezelfde periode heeft bereikt doorstaan!4 Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat die versnelling is bereikt in een periode waarin het aantal zaken zeer sterk is toegenomen. Dit niet alleen tengevolge van de exponentiele toename van het aantal wetten en regels, maar ook door ontwikkelingen in de samenleving, zoals de toegenomen mondigheid en assertiviteit van de burger, de veelbesproken juridisering en de opkomst van de claimcultuur.5 Om u een indicatie te geven van de groei waarmee wij in de huidige tijd te maken hebben: het aantal zaken dat is ingestroomd in 2005 lag 43% hoger dan in 1995 en 54% hoger dan in 1999 (zie Box 1). Het zal duidelijk zijn dat het niet eenvoudig is om tegen die wassende stroom in te zorgen voor een snellere afdoening en daarbij ook de kwaliteit ten minste constant te houden.

2 MeeroverhetincidentistelezeninI.vanErpecum(samenstelling),‘Naareerengeweten’,DegeschiedenisvanJustitieinvogelvlucht,1798-1998,p.32ev.eninM.E.Verburg,GeschiedenisvanhetMinisterievanJustitie.DeelII1898-1940,DenHaag2001,p.71-74.ZieookhetartikelinTrouwvan10mei2002,‘Terugblik/DevergetenaanslagopNederlandseminister’.

3 Voordeliefhebber,hetgingongeveeralsvolgt.Dedaderwerdpsychiatrischonderzochtmetalsconclusiedathijvolledigontoerekenbaarwasenalskrankzinnigmoestwordenbeschouwd.HetOMconcludeerdedienovereenkomstigtotontslagvanrechtsvervolgingenplaatsingineenkrankzinnigeninrichting.Deraadsmanvonddatmeteenontslagvanrechtsvervolgingvolstaanmoestworden,endedaderbetoogde–hetzaldestrafrechtersooknuvertrouwdindeorenklinken–dathijnogliever15jaargevangenisstrafzouondergaandanineenkrankzinnigengestichtopgenomenteworden.Derechtbankkwamtotdeslotsomdatdedadervanrechtsvervolgingontslagenmoestwordenenineenkrankzinnigeninrichtingverpleegddiendeteworden.

4 Demaximalesnelheidvandetreinlagaanhetbeginvande20eeeuwtussende40en50kilometerperuur.

Hedentendageisditzorondde180à200km/u,maarisdemaximaletoegestanesnelheid140km/u(eni.g.vdeThalys160km/u).

5 Zieoverdeinditverbandrelevantemaatschappelijketrendsnaderhetrapport‘Justitieovermorgen’,DenHaag

rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?

Page 6: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

10 11

Tegelijkertijd vraagt de samenleving dit wel van de organisatie. Dit blijkt niet alleen uit de klantwaarderingsonderzoeken die de gerechten periodiek onder hun klanten houden, maar bijvoorbeeld ook uit een vorige maand in opdracht van een televisieprogramma gehouden opinieonderzoek: 75% van de ondervraagden was het eens met de stelling dat het rechtssysteem zaken niet snel en efficiënt genoeg afhandelt. Het is te eenvoudig om dit af te doen met de badinerende opmerking dat de ondervraagden onvoldoende zicht hebben op de situatie om hierover een gefundeerd oordeel te kunnen geven. Laten wij de burger serieus nemen en er van uit gaan dat men vindt dat het beter moet.

En dit is terecht. Het gaat namelijk wel ergens over als we het hebben over rechtspraak. Rechtspraak raakt mensen zeer persoonlijk. Voor degenen die betrokken zijn bij een procedure, zowel mensen als bedrijven, staat er vaak heel veel op het spel. Zij worden niet voor niets betiteld als ‘rechtzoekenden’, zij zoeken naar rechtvaardigheid en gerechtigheid en plaatsen daartoe hun vertrouwen in de rechter. Rechtspraak is voor de betrokkenen emotioneel beladen. Mensen zitten vaak met spanning op een uitspraak te wachten. Die uitspraken kunnen diep ingrijpen in iemands gezins- of werk situatie. Het zal dan ook maar weinig voorkomen dat iemand zijn rechtszaak uit het hoofd kan zetten.

De financieel-economische waardeDat de rechtspraak en de snelheid waarmee recht wordt gesproken ook een waarde in financieel-economische zin vertegenwoordigt is een inzicht van vrij recente datum.Onlangs is berekend dat het totale geldelijke belang dat is gemoeid met civiele dagvaar-dingszaken op tegenspraak zo’n 4,4 miljard Euro bedraagt (zie Box 2). En dit betreft dan nog maar één categorie van zaken, zij het een belangrijke. Op basis van dit gegeven is berekend wat het netto effect is van een bekorting van de doorlooptijden van die zaken. De uitkomst van de berekening was dat de investeringen die nodig zijn om tot een verantwoorde versnelling te komen slechts een fractie bedragen van de economische en maatschappelijke baten die daarmee behaald kunnen worden. Ik wil hier dan ook een lans breken voor verder onderzoek in dit opzicht. Instandhouding en verbetering van de juridische infrastructuur zijn zeker niet minder belangrijk dan verbetering van ons wegennet. Wat we nu vaak zien is dat de Rechtspraak door die onderschatting maar moeilijk kan wedijveren met beleidsterreinen waarvan het economische belang veel directer duidelijk is.

BOX 1

In tal en duurHetaantalzakendatderechtspraakbehandelt,isindeloopdertijdbehoorlijkgestegen.Zoverdrievoudigdehetaantaldoorderechterbehandeldecivielezakentussen1960en1995,terwijlhetaantalbestuurszakenbijnavervijfvoudigde.Hetaantaldoorderechterbehandeldemisdrijfzakenverdubbeldeindezelfdeperiode‘slechts’.Ookdelaatste10jaarisernogsprakevangroei.Hetaantaldoorderechterbehandeldecivielezakensteegtussen1995en2005met56%,hetaantalbestuurszakenmet15%enhetaantalstrafzakenmet31%.Hettotaleaantalzakensteegdaarmeeindelaatste10jaarmet43%

Deresultatenvandebeleidsinspanningenmetbetrekkingtotdeverkortingvandedoorlooptijdinderechtspraakkunnenweergegevenwordenaandehandvandeontwikkelingvandeafhandelingsduurvanbodemzakendoordecivielesectoren.Indejaren1994-1996bedroegdemediaan–demiddelstewaarnemingineenreekswaarnemingen–vanproceduresoptegenspraak525dagen(Eshuis,1998).In2003wasdiemediaangedaaldtot336dagen(Eshuis,2005).Uitdemeestrecentemetingdiebetrekkingheeftophetjaar2005,blijktdatdemediaanligtop294dagen.Ditbetekentdatruimdehelftvandezezakenbinnen10maandenwordtafgedaan.Deinspanningenvandecivielesectorenbeginnendusvruchtaftewerpen.Deonderstaandegrafiekbrengtdehuidigesituatie(2005)inbeeld.Hetbeeldmaaktduidelijkwaaromdemedianewaardezorelevantis.Wantzichtbaarishetgroteverschilindoorlooptijd(indagen)tussenhetlaatstepercentielendedaaraanvoorafgaande.Hetzijnde10procentlangstdurendezakendieveellangerdurenendiedewaardevaneenrekenkundiggemiddeldeforsoptrekken!

Percentielen, afdoening contradictoire bodemzaken in 200�, bij Sector Civiel

Bron:Interneregistratiegegevens,Raadvoorderechtspraak.R.Eshuis,Een kwestie van tijd. Onderzoek naar de afdoening van civiele bodemprocedures,1998,WODCDenHaagR.Eshuis,Sneller procederen: empirisch onderzoek naar de afdoening van civiele bodemprocedures, Rechtstreeksnr.22005

rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

1800

percentage afgedane zaken

aant

al d

agen

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

1800

10 20 30 40 50 60 70 80 90

10 20 30 40 50 60 70 80 90

Page 7: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

12 13

Men vindt het, terecht, vanzelfsprekend dat bij landen in ontwikkeling het versterken van de rechtspraak een belangrijke voorwaarde is voor het bevorderen van handel en investeringen en daarmee voor de economische groei. Onder meer de Europese Unie en de Wereldbank hebben daarom ook forse hulp- en investeringsprogramma’s hiervoor opgezet. Zo weinig vanzelfsprekend wordt het echter helaas gevonden dat ook een kwalitatief hoogwaardige rechtspraak, zoals in ons land bestaat, niet als een ‘rustig bezit’ mag worden gezien, maar om continue aandacht en investeringen vraagt.

De staatsrechtelijke waarde

Het is dáárom zo belangrijk dat wij er voor zorgen dat de rechtspraak blijft beantwoorden aan de eisen van de tijd, en dus ook het veranderende tempo van deze tijd, omdat de waarde van de rechtspraak ook dáárin is gelegen, dat zij als één van de drie staatsmachten een pijler van de rechtsstaat is. Zonder een onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak is er geen rechtsstaat. Met de instelling van de Raad voor de rechtspraak heeft men beoogd die pijler nog steviger dan voorheen te funderen. Deze instelling viel – achteraf bezien – samen met de aanvang van een in maatschappelijk en politiek opzicht wel bijzonder woelige periode. Tussen de drie staatsmachten is daarbij ook een wat ander spanningsveld ontstaan, al was het maar omdat oude terreinafbakeningen niet meer als vanzelfsprekend in acht werden genomen. Het is dan ook goed geweest dat de Tweede Kamer het initiatief heeft genomen dat heeft geresulteerd in de begin dit jaar gehouden conferentie over de Trias Politica. Uit die bijeenkomst heb ik de indruk overgehouden dat politici, bestuurders en rechters, het inzicht delen dat zij weliswaar gescheiden verantwoordelijkheden en soms schurende bevoegdheden hebben, maar uiteindelijk wel hetzelfde achterliggend en hogere belang dienen: dat van instandhouding van de rechtsstaat, van de democratie en van een geordende samenleving. De Trias moet dan ook samenwerken om het tanende vertrouwen van de burger in de overheidsinstituties niet verder te laten wegglijden, maar terug te winnen.

De vertrouwenswaardeDe sleutel voor dat vertrouwen ligt overigens wat betreft de rechtspraak niet zozeer in handen van Raad, als wel in die van de ruim 2000 rechters en 7000 andere medewerkers aan wie de Raad zijn bestaansrecht ontleent. Op de Raad rust vooral de niet geringe taak te bewerkstelligen dat zij voldoende geïnstrumenteerd worden om hun taak te verrichten.

Om mij nu verder op de waarde van de rechter te concentreren: het rechtersambt gaat gepaard met grote bevoegdheden en verantwoordelijkheden en er worden daarom terecht hoge eisen gesteld aan de selectie en de benoeming. De Amerikaanse rechtsfilosoof Ronald Dworkin heeft het over de rechter als ‘a lawyer of superhuman skill, learning, patience and acumen’. Zo’n figuur is natuurlijk zijn gewicht in goud waard, en er zijn wel rechters die een dergelijke honorering passend zouden vinden.

De typering van Dworkin, hoe gewichtig ook, behoort overigens wel tot richtsnoer genomen te worden. Een zorgvuldige selectie en het stellen van hoge eisen loont. Het vertrouwen in de rechter is in ons land groot. Uit een recent in opdracht van een televisieprogramma

BOX 2

Het geldelijk belang anno 2006Hetgeldelijkbelangvandehandelszakenmetverweer/civieledagvaardingszakenoptegenspraakkangeschatwordenmetbehulpvangegevensuitderegistratiesystemenvanderechtbanken.Tenbehoevevanhetheffenvandegriffierechtenwordtindagvaardingszakengeregistreerdwathetgeldelijkbelangisvandevorderingineenzaak.Vande46.244dagvaardingszakendiein2005bijderechtbankzijngeregistreerd,isvan31.494hetgeldelijkbelangbekend.HetgemiddeldebedraagtF 102.629.Opbasisvanditgemiddeldebedragwordthettotalegeldelijkebelangvanallezaken(inclusiefdezakendiewordeningetrokkenofbijverstekwordenafgedaan)geschatopF 5,3mld.Dezeschattingistengevolgevaneenaantalonzekerhedenwataandetehogekanttebeschouwen.Aandeanderkantisdeschattingtelaagvanwegehetfeitdatverzoekschriftprocedures–faillissementen,schuldsanerings-zaken(WSNP)enontbindingvanarbeidsovereenkomstenopgemeenschappelijkverzoek–nietindeschattingzijnbetrokken.EnverfijningismogelijkdoorgebruiktemakenvandesteekproefdieEshuisinzijnonderzoekterevaluatievanhetversnellingsbeleidindecivielrechtspraak(Eshuis,2005)heeftbetrokken.Daarbijsteldehijvastdatvandehandelszaken/civieledagvaardingszaken83%wordtafgedaanoptegenspraak.WanneerwedeschattingvanhetgeldelijkbelangvoorzichtigheidshalvedaartoebeperkenkomtdatuitopeenwaardevanF 4,4mld.

Bron:Kosten en baten van doorlooptijden in de rechtspraak,Raadvoorderechtspraak2006(invoorbereiding)R.Eshuis,Sneller procederen: empirisch onderzoek naar de afdoening van civiele bodemprocedures,Rechtstreeksnr.22005

rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?

Page 8: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

1� 1�

gedaan onderzoek blijkt dat 68% van de ondervraagden tamelijk veel tot heel veel vertrouwen heeft in de rechters in Nederland. Dat cijfer strookt met onderzoek dat in 2004 in opdracht van de Raad door het SCP is uitgevoerd en dat onlangs is herhaald. Daarmee bevindt ons land zich al jaren aan de bovenkant van de middenmoot in vergelijking met de andere Europese landen. Een nationale vergelijking met het vertrouwen in andere instituties laat verder zien dat de rechtspraak aanzienlijk hoger scoort dan bijvoorbeeld de regering en de Tweede Kamer (zie Box 3). Ik constateer dit overigens niet met enige triomf, te minder omdat ik net heb betoogd dat deze drie staatsmachten uiteindelijk niet buiten elkaar kunnen.

Lekendeelname aan de rechtspraak

Maar met alle gevoel voor de relativiteit waarmee men cijfers als deze moet benaderen, zijn zij wel interessant in het licht van een discussie die de afgelopen maanden in volle hevigheid is uitgebarsten. Bijna wekelijks verschijnen er bespiegelingen van politici en anderen over de wenselijkheid van de invoering van jury- en/of lekenrechtspraak in ons land. Tot op heden heeft de Raad weinig van zich laten horen, terughoudend als de Rechtspraak nu eenmaal is waar het gaat om discussies met een duidelijk politieke inslag. Vandaag wil ik toch een duit in het zakje doen omdat ik mij zorgen maak over het verloop en de kwaliteit van de discussie.

Als argument wordt steeds aangevoerd ‘het vergroten van het vertrouwen van de burger’. Het is scoren voor open doel om aan te voeren dat, als de politiek zo goed weet hoe het vertrouwen van de burger in een bepaalde institutie vergroot kan worden, het toch wat vreemd overkomt dat het vertrouwen in de politiek zelf zo laag blijkt. Maar er valt meer over dit onderwerp te zeggen. Toch. kan men er misschien begrip voor opbrengen dat er bij de Rechtspraak enige scepsis bestaat over het beoordelingsvermogen van de politiek in dit opzicht.

Daarbij wil ik voorop stellen dat de Rechtspraak alleszins bereid is om een serieuze discussie over de voor- en nadelen van juryrechtspraak en de deelneming van leken aan de rechtspraak aan te gaan. De Agenda van de Rechtspraak voor de jaren 2005-2008, die in juli 2004 is verschenen stelde al vast dat Nederland het enige land in Europa is dat een rechtspraak kent die uitsluitend door beroepsrechters wordt uitgeoefend. Daarom zou bezien moet worden of er geen mogelijkheden zijn om burgers op zinvolle wijze nauwer bij de rechtspraak te betrekken. Inmiddels zijn wij een eind op streek met deze verkenning en dit najaar zal de Raad een conferentie organiseren waarop dit onderwerp centraal staat.6

Zoals ik al aangaf bevindt het vertrouwen in de rechtspraak zich op een zowel in nationaal als internationaal opzicht relatief hoog niveau. Dat zou een reden moeten zijn om de discussie over invoering van jury- of lekenrechtspraak met omzichtigheid te voeren. Daarbij moet niet worden vergeten dat ons stelsel van rechtspraak, net zoals dat in andere landen het geval is, het resultaat is van een historische ontwikkeling en verbonden is met onze cultuur. Een radicale breuk met dat stelsel brengt grote risico’s met zich. Die risico’s moeten door de deelnemers aan het debat onder ogen worden gezien. En het debat moet op de juiste gronden worden gevoerd. Het vertrouwen in de rechtspraak in ons land is niet, zoals wel is beweerd, lager dan in landen waar jury- of lekenrechtspraak bestaat.

BOX 3

Vertrouwen – in politiek en rechtspraak – gemetenVertrouwenininstitutiesvormteenbelangrijkeindicatorvoorhettotuitdrukkingbrengenvandekwaliteitvansamenlevingen.Inditverbandwordtereenonderscheidgemaakttussenzogenaamdehigh trustenlow trustsamenlevingen.BeperkttotEuropazijndeScandinavischelanden(Zweden,FinlandenDenemarken)enNederlandvertegenwoordigersvandeeerstecategorie,Zuid-Europeselanden(alsGriekenland,ItaliëenPortugal)voorbeeldenvandetweede.Hetiszinvolomeennaderonderscheidtemakentussenpolitiekenrechtspraak.Deontwikkelingenvanhetvertrouweninonslandindeinstitutiesbinnenbeidesferenvertonennamelijkopmerkelijkeverschillen.

Gegevensuitzowelinternationalealsnationalebronnenwijzenuitdathetvertrouwenindepolitiekinonslanddelaatstejarensterkafgenomenis.Opbasisvancijfersoverhetgemiddeldvertrouweninpolitiekeinstituties–zoalshetnationaleparlement,denationaleregering,politiekepartijen,justitieendepolitie–overdejaren2001totenmet2004wordtgeconcludeerddatnergensinEuropadatvertrouwenzoconstantenzosterkgedaaldisalsinonsland.Datvertrouwendaaldevan60(2001)naar49%(2004).Laghetvertrouwenin2001inonslandnog11%bovenhetEuropesegemiddelde,in2004wasdatgedaaldtothetEuropeesgemiddelde.Deauteursvragenzichzelfsafofwedaarmeenogweltotdehightrustcategoriemogenwordengerekend(Dekker&vanderMeer,2006).

Hetvertrouweninderechtspraaklijktgedurendedejarennegentigookaanerosieonderhevigtezijngeweestmaarhetniveauschijntzichrecentgestabiliseerdtehebben.DeEurobarometerlaatziendathetvertrouwenvandeNederlandersvan15jaarenouderindecombinatie‘justitie/rechtspraak’61%(in1999),64%(in2001)en58%(in2004)bedroeg.Hetvertrouweninderegeringdaarentegenbedroegin199966%,looptvervolgensoptot73%in2001omdaarnapijlsneltedalentot38%in2004.Ervaltenverschilteconstaterenindewaarderingvandeinstitutieopzichzelfendepersonendiedaarbinnenwerkzaamzijn.UitdeperiodiekeopiniepeilingdiedoorhetministerievanJustitiewordtgehouden–dezogenaamdeJustitieIssueMonitor–blijkthetoordeeloverdematewaarinderechtersinNederlandhunwerknaartevredenheidvandebevolkingverrichteneengrotematevanstabiliteittehebben.Sindseindvandejarennegentigschommelthetaantalburgersdattevredenisoverdewijzewaaropderechterzijnwerkdoet,teschommelenrondde60%.

Bron:PaulDekker&TomvanderMeer,Vertrouwen in de rechtspraak nader onderzocht,Raadvoorderechtspraak(teverschijneninnajaar2006)

6 Tenbehoevevandeverkenningismr.A.Penn-teStrake,coördinerendvice-presidentvanderechtbankMaastrichtgedetacheerdbijdeRaadvoorderechtspraak.Debedoeldeconferentiestaatgeplandvoor30november2006.

rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?

Page 9: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

16 1�

Lekenrechtspraak, iets anders dan juryrechtspraak, is ook niet altijd wat het lijkt. Engeland kent zo’n 30.000 magistrates (leken), maar die blijken zich in de praktijk vooral – en volgens insiders gelukkig maar – te laten leiden door hun juridisch geschoolde beroepsgriffiers.

Verder: als men het heeft over het succesvol deelnemen van leken aan de rechtspraak wordt vaak verwezen naar landen als Zweden en Denemarken. Het is de vraag of men zich daarbij wel realiseert dat in die landen de benoeming van leken geheel in handen is van de politieke partijen en dat het resultaat dan ook is dat slechts actieve partijleden voor benoeming in aanmerking worden gebracht. Is dat passend binnen de Nederlandse verhoudingen, waarbij ik maar daar laat dat, zoals enige tijd terug in het Belgische dagblad De Standaard werd opgemerkt, de Nederlandse politieke voorkeur de laatste jaren de wendbaarheid van een school sprot vertoont.

En dan zijn er bijvoorbeeld nog het Duitse en Oostenrijkse stelsel van de Schöffengerichte waar lekenrechters en professionele rechters samen tot een oordeel komen. Al de genoemde stelsels verschillen niet alleen in de wijze waarop zij burgers bij rechtspraak betrekken, maar vooral ook in de wijze waarop zij die burger dan ook daadwerkelijke invloed en beslissingsbevoegdheid geven. Ook het beroep dat op de tijd en inspanningen van burgers zal worden gedaan en de kosten die met de invoering gepaard gaan zullen totaal verschillend uitpakken. De ervaring in andere landen leert dat de behandeling van omvangrijke, en daarom langdurige, strafzaken een aanzienlijke psychische en fysieke belasting voor burgers oplevert. Dat geldt zowel voor lekenrechters als juryleden. Zeker nu niet iedereen even gemotiveerd blijkt te zijn om zijn burgerplicht te vervullen leidt dit er nogal eens toe dat leken het ‘niet meer aankunnen’ en ziek worden. In Duitsland, waar deze gegevens uit onderzoek naar voren komen, kan dit tot gevolg hebben dat, als het onderzoek ter zitting langer dan zes weken onderbroken is, dat onderzoek van voren af aan moet beginnen.

Waar het gaat om de kosten kan nu al worden gezegd dat de invoering van lekenrechtspraak voor de zaken waarop de discussie zich vooral richt, de zwaardere strafzaken, tot een aan-zienlijke hogere werklast voor de professionele rechters en daarmee tot hogere kosten zal leiden (zie Box 4). Althans, als men de kwaliteit van de behandeling van deze zaken ten minste op peil wil houden. De Raad voor de rechtspraak en de gerechten hebben kort geleden een plan van aanpak vastgesteld, dat ten doel heeft de kwaliteit en de professionaliteit van de behandeling van strafzaken te bevorderen.7 Dit als gevolg van het feit dat deze zaken de laatste jaren een steeds bewerkelijker en zwaarder karakter hebben gekregen en de rechters steeds vaker en indringender worden geconfronteerd met complexe vragen van niet-juridische aard.

Ter zake zal juist meer deskundigheid moeten worden opgebouwd. Het kan daarom geen optie zijn om rechters te vervangen door leken. Dit betekent dat bij het professionele drietal al gauw een tweetal leken zal moeten aanschuiven. Het laat zich raden dat daardoor de behandeling van de zaak en in ieder geval de beraadslaging in raadkamer meer tijd zal vergen. Wil men bij een gelijkblijvend aantal zaken de doorlooptijden niet laten oplopen, dan zal met de invoering van lekenrechtspraak dus ook het aantal professionele rechters moeten uitgebreid. Het zal dus eerder duurder dan goedkoper worden. En dan heb ik het nog niet over vergoeding die juryleden of lekenrechters zouden moeten ontvangen ter compensatie van de tijd die zij besteden aan de vervulling van hun burgerplicht.

BOX �

Lekenrechtspraak duurderUiteeninternationalevergelijkingmet10andereEuropeselanden–België,Denemarken,Duitsland,Engeland/Wales,Finland,Frankrijk,Italië,OostenrijkenZweden–blijktdatNederlandhoogindemiddenmootzitwaarhetdekostprijsperstrafzaakzit:gemiddeldF 980.AlleenZweden,OostenrijkenDuitslandscorenhoger.OokdegemiddeldekostprijspercivielezaakligtinEuropeesperspectiefbezienhoog:F 57.AlleenItaliëenZwedenzijnduurder.

OmdatdekostprijseenresultanteisvankenmerkenvanzoweldebrederejustitiëleinfrastructuuralsdeinrichtingvandeRechtspraakinstriktezin,ishetlastigtoteenzuiverekostprijsvergelijkingtekomenvoorzoveellanden.Naasthetberekenenvangemiddeldeprijzen,zoalshiergedaan,isereenalternatievemanieromdevraagnaardekostentebeantwoorden:nagaanwelkekenmerkenbinnendejustitiëleinfrastructuurbijdragentotdehoogtevandekostprijsvanrechtszaken.Uitdieanalyseblijkteenverbandtussendekostprijsperzaakendeaanwezigheidvanlekenrechtspraak:waarmeerlekenrechtspraakis,isdekostprijsperzaakhoger.Demoeilijkheidbijdeinterpretatiehiervanisoverigensdatlekenrechtspraakdiverseeffectenkanhebben,diehiernietkunnenwordenonderscheiden.Lekenzijnenerzijds‘goedkope’rechters,maaranderzijdskanhetinwerkeneninstruerenvanlekendereguliererechtersextratijdkostenzodateenkostenbesparinggeheelofgedeeltelijktenietwordtgedaan.Onzeanalysesuggereertiniedergevalnietdathetgebruikvanlekenrechtspraakgemiddeldoverde11landenaanwijsbaardrukkendeffectopdekostprijsheeft.

Bron:A.KlijnenF.VanTulder,De Rechtspraak internationaal bezien: Nederland en Denemarken vergeleken,Rechtstreeksnr.12005,pp.48-50

7 Raadvoorderechtspraak,‘Inhetbelangvangoedestrafrechtspaak’,DenHaag2006.HetplanwerdgepresenteerdtijdensdepresentatievanhetjaarverslagvandeRechtspraakop10mei2006.

rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?

Page 10: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

1� 1�

Ik heb mij vaak afgevraagd hoe het toch komt dat in de ons omringende landen ook degenen die bepaald niet kritiekloos zijn ten opzichte van de rol die leken in hun rechtspraak spelen, die rol toch behouden willen zien. En in het verlengde daarvan dus waarom wij in Nederland niet zonder meer zouden moeten zeggen: dat nooit. Misschien is een antwoord daarvoor wel te vinden in wat de bekende Engelse rechtsgeleerde Atiyah nu alweer zo’n 20 jaar geleden heeft geschreven:

‘In a sense the jury performs in the legal process a function not dissimilar to that performed by the back-bench member of Parliament in the politicial process. Both of them represent the lay element in an increasingly professionalized process – the law on the one hand, the administration of government on the other. Both of them can bring into their respective processes bigotry and prejudice as well as sheer incompetence; both of them generally co-operate with and are controlled by the professionals around them – judges on the one side and civil servants on the other. But in the last resort both have the power to demonstrate to the professionals that there are some things the public simply will not tolerate’.8

Echt overtuigend vind ik deze verklaring niet, zeker niet binnen de Nederlandse context. Reden te meer waarom ik vind dat het debat moet worden voortgezet en dat ik uitkijk naar het congres dat in voorbereiding is.

Een scherper profiel voor de rechterZelf denk ik vooralsnog, dat waar het gaat om de relatie tussen rechter en burger de band tussen beide ook op andere wijze kan worden versterkt. Behalve aan bijvoorbeeld het toegankelijker motiveren van uitspraken, denk ik hierbij, aan wat ik zou willen noemen, het ‘persoonlijker’ maken van de rechtspraak. De Nederlandse rechter is het waard om meer gezicht te krijgen en zijn waarde zou wel eens kunnen worden versterkt door hem dan ook meer gezicht te geven. Het feit dat de Hoge Raad een journalist binnen zijn toch bijkans heilig geachte hallen heeft toegelaten juich ik daarom toe en ik betreur het dat dit initiatief door sommigen onmiddellijk langs een politieke millimeter maatlat is gelegd. Uiteraard heeft de rechter, en zeker de hoogste rechter, er baat bij iets ‘mythisch’ om zich heen te houden. Dat hangt samen met de belangrijke functie van de rechtspraak waaraan ik eerder refereerde om bij te dragen aan de stabiliteit en continuïteit in de samenleving. Daarbij horen ook de rituele trekjes van het proces, de mystiek en de symboliek van weeg-schaal en toga. We moeten dit zeker niet overboord zetten en ernaar streven de individuele rechter meer in de krant of op de televisie te krijgen. En bepaald ongelukkig is het als,

zoals een enkele keer gebeurt, uitgespit wordt wat de persoonlijke achtergronden zijn van de rechters die in een bepaalde zaak zullen optreden. Men mag van een rechter enige professionele distantie verwachten en het is daarom misplaatst om zijn privé leven al op voorhand binnenstebuiten te keren.Maar anderzijds moeten we niet ontkennen dat een rechterlijke uitspraak een persoonlijke dimensie heeft, net zo min als we moeten ontkennen dat het recht geen exacte wetenschap – volgens sommigen trouwens helemaal geen wetenschap, maar louter geleerdheid – is. Binnen het recht met al zijn dogmatiek, systematiek, algemene beginselen, precedenten en wettelijke normen, is er steeds ruimte voor interpretatie en appreciatie. Het gewicht van de persoonlijke inkleuring kan daarbij niet worden ontkend en dat zouden wij ook niet moeten willen. Het rechtspreken is geen automatische exercitie. Dat weet de burger ook en het is niet verstandig om te pretenderen dat het anders is. Die burger weet immers heel goed dat de ene rechter niet in alle opzichten aan de andere gelijk is. Ons systeem van rechtspraak door een meervoudige kamer is ook gebaseerd op de veronderstelling dat rechters met elkaar in debat zullen gaan en dat juist dat debat tot de beste beslissing zal leiden. In dit verband is het interessant dat onlangs de discussie over de bij ons niet bestaande mogelijkheid van een dissenting opinion, die ruim dertig jaar geleden al tot twee fraaie preadviezen van H. Drion en O. de Savornin Lohman voor de Nederlandse Juristen-Vereniging heeft geleid, nieuw leven is ingeblazen. Door twee leden van de Hoge Raad werden de dissenting opinion en het geheim van de raadkamer wederom op de agenda geplaatst.9 Ik hoop dat de discussie die dertig jaar geleden tot weinig heeft geleid nu vruchtbaarder zal verlopen (zie Box 5).

Uiteraard is in een uitspraak van een meervoudige kamer het oordeel van de meerderheid doorslaggevend. Maar als er in feite geen sprake is van een unaniem oordeel is het de vraag of de hedendaagse samenleving niet meer gebaat is bij een uitspraak waarbij ook de minderheid van zich heeft doen horen dan bij een beslissing waarin slechts in schijn sprake is van een gesloten front.

8 P.S.Atiyah,LawandModernSociety,1983OxfordUniversityPress,OxfordNewYork.9 W.M.E.Thomassen,Hetgeheimvanderaadkamerendedissentingopinion,NJB2006,p.685ev.enW.D.H.

Asser,Hetgeheimvanderaadkamerendevrijheidvanpublicatie,NJB2006,p.691ev.

rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?

Page 11: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

20 21

Het huis van de rechtspraakHet zal U duidelijk zijn dat ik de waarde van de Nederlandse rechter hoog schat, juist omdat hij zich niet in een ivoren toren pleegt terug te trekken, maar bereid is om aan het maatschappelijke debat deel te nemen. En, zoals u zag, voer voor debat is er genoeg.

Wat dit betreft kan de nieuwe huisvesting van de Raad vragen doen rijzen. Er is in Den Haag immers nauwelijks een pand te vinden dat van meet af aan zo uit de tijd is geweest als het bastion aan de Kneuterdijk 1. Een pand ook dat alleen maar gebouwd is kunnen worden omdat bepaalde krachten zo machtig waren dat zij in staat waren de regels naar hun hand te zetten. Maar ik kan U gerust stellen. Sedert de jaren twintig van de vorige eeuw is er veel veranderd. U zult nu een pand treffen dat zijn historie niet verloochent, maar van binnen uit geheel vernieuwd is en, net als de rechtspraak zelf, aan deze tijd is aangepast. Het nieuwe onderkomen van de Raad is mede door zijn ligging de rechtspraak waardig en ik ben ervan overtuigd dat de Rechtspraak in de komende jaren zal bewijzen dit eigen huis waard te zijn.

BOX �

Een meerderheid voor invoering van dissenting opinionsTijdensdeledenvergaderingvandeNederlandseJuristen-Verenigingin1973tijdenswelkedepreadviezenvanDrionenDeSavorninLohmanwerdenbesprokenwashetvolgendevraagpuntaandeorde.

Is het gewenst de mogelijkheid te openen, dat individuele leden van (nederlandse) rechterlijke colleges hun minderheidsstandpunt bij de beslissing kenbaar maken?

Innavolgingvandebeidepreadviseursbeantwoorddedemeerderheidvandeaanwezigeledendezevraagbevestigendvooralleinstantiesenvoorallerechtsgebieden.Menwasverdervanoordeeldatditzichnietzoumoetenbeperkentotrechtsvragenofvragenvanstraftoemeting,maarzoumoetenuitstrekkenoverhetgeheleoordeel,endathetopenbaarmakenvanafwijkendeoordeleninbeginselmetnaamsvermeldingdiendetegeschieden.VoorpreadviseurDrionwashetzwaarstwegendeargumentvoorbevestigendebeantwoording,dat‘ditzalkunnenleidentoteenbrederemotiveringvanhetmeerderheidsoordeelintegenspelmetdeafwijkendeopinies,toteenwatmeer‘dialogerende’redelijkheid(watvoormijbijnaeenpleonasmeis),endatdiemotiveringverrijktzalwordendoormotiveringsthema’sdienumaarzeldeninrechterlijkeuitsprakennaarbuitentreden’.DeSavorninLohmanachttehetverstandigdedissentingopinionnietmeteenintevoerenbijallecollegesdiedaarvoorinaanmerkingkomen,maartebeginnenbijdeHogeRaad.

Bron:Handelingen 1973 der Nederlandse Juristen-Vereniging,Zwolle1973.De preadviezen zijn besproken door J.C.M. Leyten,inNJB1973,p.649ev.

rechtspraaklezing 2006rechtspraaklezing 2006 Wat is de rechter waard?

Page 12: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

rechtspraaklezing 2006

22 23

Prof. dr. F.C.J. KetelaarIs hoogleraar in de Archiefwetenschap in de Afdeling Mediastudies van de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam en honorary professor in de Faculty of Information Technology, Monash University, Melbourne. Van 1989-1997 was hij algemeen rijksarchivaris. Van 1992-2002 was hij deeltijd hoogleraar Archiefwetenschap in de afdeling Geschiedenis van de Faculteit der Letteren van de Universiteit Leiden. http://www.archivistics.nl

Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde1

Eric Ketelaar

Het is dinsdag 6 mei 1664, de Haagse kermis op het Lange Voorhout is in volle gang. De Franse ambassadeur Godefroi d’Estrades stuit er op de jonge prins van Oranje, Willem III (zie Box 1).2 Beiden uiteraard in hun koets. Al is de rijweg breed genoeg voor twee karossen, geen van beide koetsiers wil wijken van het hekwerk, dat de rijweg scheidt van de wandelweg in het midden. D’Estrades heeft de balie links, de prins rechts. Uitwijken zou betekenen dat de ambassadeur van de Franse koning voorrang verleent aan een 13 jarige prins die niet regeert – we zijn nog in het stadhouderloze tijdperk. En omgekeerd: een prins van den bloede, kleinzoon van de Engelse koning, hoeft toch niet voor een ambassadeur te wijken? Het volk loopt te hoop – dankzij de kermis heeft iedereen vrij – ‘avec force murmure et menaces’. De stemming wordt dreigend, men is beducht voor ‘de très grandes et de très malheureuses extremitez’. De gouverneur van de prins, Zuylestein, haast zich naar paleis Noordeinde, naar prinses Amalia, de grootmoeder van de prins. Zij stuurt hem terug naar het Voorhout met voor haar kleinzoon de boodschap uit de koets te stappen en te voet de kermis te bezoeken. Later kan de prins naar zijn verblijf op het Binnenhof terugkeren. De lege Oranjekoets wijkt, zodat de Franse ambassadeur, op de ereplaats naast de balie, naar zijn logis kan rijden: Kneuterdijk, thans nr. 22, dat hij huurde van de dochter van Johan van Oldenbarneveldt.

1 InverkortevormuitgesprokenindebijeenkomstinDiligentiate’s-GravenhagevoorafgaandeaandeopeningvanhetgebouwvandeRaadvoorderechtspraak,16mei2006.

2 J.A.Worp(ed.),De briefwisseling van Constantijn Huygens(1608-1687)VI(’s-Gravenhage1917)blz.61;Lettres, mémoires et nécogiations de monsieur le comte d’EstradesII(Londres1743)429-430;J.Heringa,De eer en hoogheid van de Staat(Groningen1961)498-500.D’Estrades’relaaskentaanJohandeWitteenroltoe,maardaaroverzwijgtprinsesAmaliainhaarverslagaanHuygens.ReedsN.Japikse,Prins Willem III, de stadhouder-koning I(Amsterdam1930)116achttehetberichtvand’Estrades‘nietzeerduidelijk’.D’Estradesisontmaskerdalseenfantastdiezijnzakenmooiervoorsteldedandewerkelijkheid:Heringa,De eer en hoogheid van de Staat,500;L.Augustus,‘Derolvangraafd’Estrades,gouverneurvanMaastricht,bijdegeheimevredesonderhandelingenvan1674-1675’,in:Campus Liber. Bundel opstellen... aangeboden aan mr. dr. H.H.E. Wouters(Maastricht1982)226-248.

Hetincidentisookbeschrevenin:TheraWijsenbeek-Olthuis(red.),Het Lange Voorhout. Monumenten, mensen en macht(ZwolleenDenHaag1998)74;LucPanhuysen,De ware vrijheid: de levens van Johan en Cornelis de Witt(Amsterdam2005)300.Overderesidentievand’Estrades:HaagsGemeentearchief,notariëlearchieven,inv.nr.274,fol.204,206eninv.nr.280,fol.552.

rechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde

Page 13: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

2� 2�

Dit incident om aanzien en voorrang, maar ook om macht van hoge heren aan de Kneuterdijk en van het Binnenhof eindigde dankzij interventie vanuit het Noordeinde. Drie plaatsen, die als lieux de mémoire ook opgevat mogen worden als plaatsen van de macht. Aan de Kneuterdijk – maar dan in nr. 1 – situeren we de rechterlijke macht, in het Binnenhof huist de wetgevende macht en Paleis Noordeinde is het huis van de koningin, die niet alleen samen met de ministers de regering vormt, maar meer nog wetgever, rechter en bestuur representeert.3

Scheiding der machten

De scheiding der drie machten is ons zo vertrouwd. Als axioma is de Trias echter nog geen 250 jaar oud (1758). Toch kende men ook voordien, in de tijd van het incident op het Voorhout, een onderscheid tussen wetgeving, rechtspraak en bestuur als overheidsfuncties.4 Ten dele viel dat samen met een onderscheid in organen. Geen Trias, maar de dyade politie en justitie kenmerkte de Nederlandse staat onder de Republiek. Justitie was rechtspraak, terwijl politie of politiek alles was wat wij nu onder bestuur en wetgeving vatten. Justitie en politie waren over verschillende organen verdeeld. Justitie was de hoofdtaak van het Hof van Holland en Zeeland, in 1428 opgericht als grafelijke raad, en van de in 1582 in het leven geroepen Hoge Raad van Holland en Zeeland. Recht werd gesproken ‘vanwegen de hoege overicheyt ende graeffeliickheyt’. Die overheid werd in Holland gerepresenteerd door de Staten, de voornaamste wetgever op gewestelijk niveau. De stadhouder ontleende zijn bevoegdheden aan de Staten, maar had als bijzondere taak de zorg voor de openbare orde en voorts het soevereine recht van gratie. Bovendien was de stadhouder kapitein-generaal en dus opperbevelhebber (zie Box 2).

BOX 1

Willem IIIWillemIII,prinsvanOranje-Nassau,werdgeborenop14november1650.AchtdageneerderwaszijnvaderWillemIIoverleden.DeStatenvanHollandhaddendirectbeslotendestadhouderlijkerechtenaanzichtetrekken.Deanderegewestenvolgden:hetbeginvanhetstadhouderlozetijdperk,behalveinFriesland,GroningenenDrentewaarWillemFrederikvanNassau(eenneefvanWillemdeZwijger)stadhouderwerd.KoninginBeatrixiseenrechtstreekseafstammelingvanWillemFrederikvanNassau.DevoogdijoverWillemIIIkwamvoordehelftaanzijnmoeder,MaryStuart(dochtervandeEngelsekoningCharlesI),deanderehelftaanWillemsgrootmoederAmaliavanSolms(weduwevanstadhouderFrederikHendrik)samenmethaarschoonzoonFriederichWilhelmvanBrandenburg(getrouwdmeteendochtervanFrederikHendrikenAmalia).In1672verklarenEngeland,Frankrijk,MunsterenKeulendeoorlogaandeRepubliek(Spaansesuccessie-oorlog):hetvolkisredeloos,deregentenradeloos,hetlandlijktreddeloos.WillemIIIwordttotopperbevelhebberbenoemd,aanvankelijkvoorslechtséénveldtocht,eenpaarmaandenlaterechterwordthijstadhouder(behalveindenoordelijkegewesten)enkapitein-enadmiraal-generaalvandeRepubliek.

BOX 2

Nederlandse Staat onder de Republiek‘GeenenkelorgaanwasineenstaatalsdieonzeroudeRepubliekuitsluitendmetwetgevingbelast.Watderechtspraakaangaat,degewestelijkeHovenendeHogeRaadvanHollandenZeelandhaddenwelderechtspraakalshetzeeroverwegendedeelhunnertaak,maarindelagereinstantieswashetrechterlijkeorgaanòftevenszelfmetwetgevingenbestuurbelast,ofwelhetmaakteeenoverwegenddeeluitvanhetwetgevendeenhogebesturendeorgaan(demagistraat).…BestuursorganenalsdeRaadvanState,deGecommitteerdeRaden(GedeputeerdeStaten)derprovinciënhaddeneengoedstuk(bestuurs-)rechtspraaktothunlast;deburgemeesters-collegesderstedenendeovereenkomstigefunctionarissentenplattenlandevormdentevensmetschoutenschepenenhetwetgevendeorgaan,zozealniet–tenplattenlande–daarmedegeheelidentiekwaren.Sterkernog,wezullenzienhoezeerdewetgever/bestuurderinderechtspraak,hoezeerookderechtersinhetbestuurendewetgevingingrepen;hoeerdusnietslechtsnaardeorganen,maarooknaardefunctiesgeenconsequenteafscheidinginachtwerdgenomen,jazelfsdezeooknietalswenselijkwerdbeschouwd.Deéénheidderoverheid,indeplaatselijkemagistraat,maarookinhetsamensteldergewestelijkesouvereineorganen,wasvoordeburgersonderdeoudestaateenveelreëlerverschijnseldanhetfunktioneleonderscheid.’

Bron:S.J.FockemaAndreae,De Nederlandse staat onder de Republiek(Amsterdam1961)97.

3 Jaarverslag2006RaadvanState,22.

4 J.V.RijpperdaWierdsma,Politie en justitie. Een studie over Hollandschen staatsbouw tijdens de Republiek(Zwolle1937);J.Drion,Administratie contra rechter tot de intrekking van het Conflictenbesluit(‘s-Gravenhage1958);S.J.FockemaAndreae,De Nederlandse staat onder de Republiek(Amsterdam1961);R.H.Hartog,Onrechtmatige overheidsdaden in de Republiek der Verenigde Nederlanden. Een onderzoek naar de toenmalige rechtspraktijk(Deventer1971).

rechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinderechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde

Page 14: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

26 2�

De raden van justitie (Hof en Hoge Raad) vormden met de Staten en de stadhouder misschien geen Trias, maar wel een driehoek. De driehoek werd bepaald door de wederzijdse beïnvloeding – soms afhankelijkheid – van deze drie organen. Welke invloed had de stadhouder op Hof en Hoge Raad en omgekeerd hoe was de verhouding tussen de rechters en Oranje? Wat had de rechter te maken met de wetgever en omgekeerd wat was de bemoeienis van de Staten met de rechtspraak? Op deze twee vragen in twee richtingen wil ik ingaan. Slechts zijdelings komt de derde zijde van de driehoek – de verhouding tussen stadhouder en Staten – aan de orde (zie Box 3).

Stadhouder en rechtspraakWillem III, prins van Oranje werd stadhouder in het rampjaar 1672 (u weet nog: redeloos, radeloos, reddeloos). Korte tijd later kwam hij in aanvaring met het Hof over de jurisdictie in militaire zaken.5 In 1675 werd Willem de Wolff, raad en vroedschap van Gorinchem, op last van de krijgsraad gedetineerd in de herberg van het Hof van Holland, de Gevangen-poort. De Wolff werd ervan beschuldigd in Deventer de wacht te hebben geforceerd, een misdrijf waarop in de artikelbrief (het reglement op de krijgstucht) straf was bepaald. De detentie verwekte opschudding ‘in de mont van al de werrelt (sic)’ en ongenoegen bij het Hof van Holland. De beklaagde diende niet voor de krijgsraad, maar voor de ‘politycken reghter’ te komen, hetzij de rechter in Deventer waar het delict was gepleegd, hetzij voor het gerecht van Gorinchem. De gevangenneming was niet door een bevoegde rechter gedaan en dus krachteloos. In 1651, zo betoogde het Hof in een lange missive aan de prins, heeft de Grote Vergadering van de verenigde provinciën – bijeen in de Ridderzaal – besloten dat alle delicten begaan door niet militairen door de ordinaris justitie worden gestraft. Niemand kan uit eigen hoofde enige rechtsmacht uitoefenen, anders dan die door de soeverein is toegestaan: ‘Alle jurisdictie moet afvloeyen van de Prince van den lande’ (bedoeld wordt: de soeverein), gelyck de beeckjens van de fonteijn’. Bovendien zou berechting door de krijgsraad, voor een groot deel bestaande uit vreemdelingen, in strijd zijn met het oude privilege de non evocando dat Hollandse burgers vrijwaart van onttrekking aan de inheemse rechter. Het Hof wijst nog op ‘de gevaerlycke consequentie die in desen steeckt doordien niet ene borger met gerustigheyt soude connen gaen in een plaetse daer garnisoen leyt, uijt vrese van door die maght off ander militair gecommandeert te werden onder het een ofte ander opgeraept pretext waerdoor dan dagelycx grote onheylen ende beroerten soude comen te ontstaen.’

Willem III heeft daarop niet veel verweer. Hem ontbreekt ook de tijd er eens rustig met de raden over te confereren: hij staat immers op het punt te velde te trekken, in de campagne tegen Lodewijk XIV in de zuidelijke Nederlanden. De prins stelt een voorlopige regeling voor: publieke of burgerlijke personen kunnen niet voor de krijgsraad worden gedagvaard “tenwaere de voorn. criminele saecken sodanighen militairen delict impliceerden ende met sich braghten dat alleen tot kennisse van den kryghsraedt soude behooren te specteren.’ Dat voorstel slikt het Hof niet: gelijk zijne hoogheid weet heeft het Hof niet tot taak ‘om wetten te connen maecken, maer om ons nae de gemaeckte te moeten reguleren, versoeckende dienvolgende seer gedienstelyck, dat uw hoogheijt te bequamer gelegentheijt syne hooghwijse gedaghten daerheenen believe te laeten gaen ende dese saecke soodanigh te dirigeren, dat wij seeckerlyck mogen weten waarnaer wij ons met gerustigheijt, sonder te pecceren tegens onsen eed ende instructie, sullen connen en moeten gedraegen.’6

Het Hof verweerde zich dus tegen de stadhouder, onder meer door zich te beroepen op de onderschikking aan de wetgever van zowel de rechter als de prins. Een paar jaar later ging het om ingrijpen in de rechtspraak.

5 NationaalArchief,HofvanHolland,inv.nr.3644ennr.436,fol.84v-91;KoninklijkHuisarchief,prinsWillemIII,A16-XIb,nrs.48en229.ZieookL.M.RollinCouquerque,‘LegerbestuurtentijdevandeRepubliekderVerenigdeNederlanden’,Rechtsgeleerd Magazijn Themis(1949)67-163.

BOX 3

Hoven van Justitie‘DeSententienvandenHoogenRaad…wordengehoudenvoorArresten,aangeenerhandehoogerberoephoegenaamdonderworpen.DogvermitsendebillijkheidenhetalgemeeneRechtmedebrengen,dataaniederIngezetenbehoordvrijtestaanderecursus ad Principem,waarvanechterhetgevolgnietbehoordtezijn,dateenemetrijpedeliberatievanraadeuitgebragteSententiedoordePolitiqueauctoriteit,dienaarhaarenaartzulkeenbedaardennaauwkeurigonderzoekniettoelaat,zoomaaropeenmaalzoudewordenvernietigt;heeftdePractijcqingevoert,datiemand,zigbijeeneSententievandenHoogenRaadbezwaardachtende,kanverzoeken,datditzelfdeCollegiehetprocesopnieuwoverzie,teffensmetbijvoegingvaneenzekergetalpersoonen,dienomine Principisdaartoespeciaalgecommitteertworden.DitmiddelismengewoontenoemenRevisie.’

Bron:JoannesvanderLinden,Verhandeling over de judicieele practijcq, of form van procedeeren voor de Hoven van justitie in Holland gebruikelijk…I(Leyden1794)372-373.

6 Demissivevandeprinsvan19mei1675isopgenomeninCornelisCau,Groot placaet-boeck… VIII(’s-Gravenhage1795)837-838,naarikvermoednietvanwegededaarindoordeprinsvoorgestelde(hiervoorgeciteerde)uitzonderingmaarvanwegededoordeprinsgeformuleerdealgemeneregeldatmilitairenincivieleencriminelezakenvoordegewonerechterdiendenteverschijnen.

rechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinderechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde

Page 15: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

2� 2�

Administratie contra rechter

Pieter Ardes – tot 1671 thesaurier van prins Willem III – werd voor het Hof van Holland gedaagd om rekening af te leggen over zijn beheer.7 Hangende het proces publiceerde Ardes een aan de prins gericht vertoog. De prins beschouwde het als een smaadschrift, en vroeg het Hof om de schrijver te vervolgen. Ardes werd veroordeeld: hij moest een geldboete betalen en persoonlijk voor het Hof verschijnen om het geschrift eigenhandig te verscheuren. Willem III ‘was hoogst ontevreden over die uitspraak; hij vond de straf onevenredig licht; hij deelde dit aan het Hof mede en gaf daarbij als zijne meening te kennen, dat een man, die zooveel tegen Zijn persoon en Zijn gezag had geschreven, uit Den Haag moest worden gebannen.’8 Het Hof handhaafde echter zijn vonnis, waarop de prins zich tot burgemeesters en schepenen van Den Haag (de magistraat) wendde. Die beval op 2 juli 1680 de verbanning van Ardes. Ardes echter riep de bescherming van het Hof van Holland in: niet met het argument dat hij al was veroordeeld door het Hof – uitzetting werd gezien als een bestuursmaatregel. Ardes beriep zich op onbevoegdheid van burgemeesters en schepenen: hij was als advocaat bij het Hof ingeschreven en daarom – zoals alle suppoosten van het Hof – aan de rechtsmacht van het Haagse gerecht onttrokken. Het Hof vonniste dat het bevel tot verbanning moest worden ingetrokken, met verbod aan de magistraat om een dergelijk besluit opnieuw te nemen. De magistraat stoorde zich er niet aan en maakte aanstalten Ardes uit te zetten. Ardes wendde zich nu tot de Hoge Raad, die hem in het bezit van zijn suppoostschap handhaafde en de magistraat opdroeg de verbanning teniet te doen. Indien de magistraat niet zou gehoorzamen, dreigde de Hoge Raad met gijzeling. De Haagse burgemeesters en schepenen deden nu een beroep op de prins en vroegen hem te bepalen dat de Hoge Raad apprehensie zou opschorten totdat de Staten van Holland beslist zouden hebben over de bevoegdheid van de Raad. Willem III sprak met commissarissen van de Hoge Raad en zei hen de gijzelingsprocedure op te schorten. Maar diezelfde avond nog vernam de prins dat de Hoge Raad toch order had gegeven burgemeesters en schepenen vast te zetten. De prins richtte zich tot de Staten oordelende dat de Hoge Raad hem ‘grootelijcks’ had benadeeld in de door de Staten aan de stadhouder opgedragen autoriteit ‘te beletten dat in dese provincie alle saecken buyten feytelijckheydt souden mogen blyven.’ De Staten bedanken de prins ‘voor de goede en voorsichtige conduite’ en besluiten dat de Hoge Raad de procedure moet opschorten totdat de Staten hebben besloten. Acht dagen later besluiten de Staten, na onderzoek van de rekesten van de Haagse magistraat en van Ardes, dat aan de Hoge Raad de kennisneming van de zaak wordt ontnomen en dat de Raad ‘geene proceduyren op de voorschreve dachvaerdinge sal laten voortgaen.’

De prins was de uiteindelijke winnaar: het verzet van Ardes tegen verbanning uit Den Haag en de steun daarvoor van de Hoge Raad waren gebroken. Daartoe hadden de Staten moeten ingrijpen in een lopende rechtszaak, nadat de prins tevergeefs had geprobeerd het Hof van Holland te beïnvloeden, maar met succes het lokale Haagse bestuur had aangespoord tot politieke uitzetting wegens een vergrijp waarvoor Ardes al door de justitie was veroordeeld – alles in onze ogen ondenkbare aantastingen van rechterlijke autoriteit.

Conferenties met de StatenIngrijpen, zei ik, door de Staten in een lopende rechtszaak – maar zo zouden de Staten het niet hebben genoemd. Naar hun opvatting was het een zaak van politie, niet van justitie. Dat argument is vaker gebruikt, ook wanneer het niet om politieke uitzetting ging. Maar de Staten schroomden evenmin voor beïnvloeding van de justitie, veelal in de vorm van een conferentie van commissarissen van de Staten met de heren van Hof of Hoge Raad.9 De Staten van Holland kenden een vaste commissie van justitie, altijd voorgezeten door de stad Haarlem. In het archief van gedeputeerden van Haarlem vindt men tientallen dossiers van burgerlijke en strafzaken waarin de Statencommissie bemiddelde of ingreep of alleen maar advies aan de rechter vroeg. Uiteraard stond aan iedereen de recursus ad Principem open, waarvan echter – zo waarschuwt Joannes van der Linden – ‘het gevolg niet behoord te zijn, dat eene met rijpe deliberatie van raade uitgebragte Sententie door de Politique auctoriteit, die naar haaren aard zulk een bedaard en naauwkeurig onderzoek niet toelaat, zoo maar op eenmaal zoude worden vernietigt.’10 En Cornelis van Bynckershoek, president van de Hoge Raad (1724-1743), veroordeelt het gemak waarmee de Staten zich laten gebruiken door burgers die het niet eens zijn met een uitspraak van de Hoge Raad. Zelfs de vraag van de Staten om uitleg over een arrest acht Van Bynckershoek neigen tot schade voor de justitie: de rechter is alleen aan God verantwoording schuldig.11

Dat zijn andere argumenten dan u, mijnheer de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, een paar maanden geleden gebruikte ‘De politicus of bestuurder die de indruk wekt invloed te willen uitoefenen op een concrete rechterlijke beslissing gaat over de schreef,’ zei u in de Parlementaire Triasconferentie ‘Stoelendansen met de macht’ op 27 januari 2006. Maar in bezorgdheid over inmenging in de rechtspraak door wetgever en bestuur doet de huidige Raad niet onder voor de Raden van weleer.

7 Resolutien van de Heeren Staten van Hollandt ende Westvrieslandt,23julien1augustus1680;J.B.J.N.DevanderSchueren,‘Dejurisdictie-geschillentusschenhetHofvanHollandendenMagistraatvanDenHaagIII’,Jaarboek Die Haghe(1906)272-348;Hartog,Onrechtmatige overheidsdaden,89-92;PieterWagenaar,‘Haagsebestuurdersenambtenaren’,in:Th.WijsenbeekenE.vanBlankenstein(red.),Den Haag. Geschiedenis van de stad. 2. De tijd van de Republiek(Zwolle2005)93.

8 DevanderSchueren,‘Dejurisdictie-geschillen’,343.

9 P.TjeenkWillink,Publiekrechtelijke geschillen in de Republiek der Vereenigde Nederlanden(Haarlem1893)12-17.10 JoannesvanderLinden,Verhandeling over de judicieele practijcq, of form van procedeeren voor de Hoven van

justitie in Holland gebruikelijk…I(Leyden1794)373.11 E.M.Meijers–A.S.deBlécourt–H.D.J.Bodenstein(eds.),Cornelii van Bijnkershoek… Observationes tumultuariaeI

(Harlemi1926)nr.523:’Etsicjudices,quamneminidebentnisiDeoO.M.,Ordinibusrationemsuaesententiaeredderecompelluntur.Vergitearesinperniciemjustitiae.’

rechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinderechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde

Page 16: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

30 31

Rechterlijke macht als medewetgever

Over de ‘tegenligger’ – beïnvloeding van de wetgever door de rechter – is uw Raad tevreden. In datzelfde referaat zei de heer Van Delden: ‘De huidige situatie, waarin de rechtspraak adviseert over wets- en beleidsvoorstellen die gevolgen hebben voor de dagelijkse praktijk van de rechtspleging functioneert naar tevredenheid.’ Niet iedereen deelt die mening en is gelukkig met de manier waarop ‘de ongehoorzame rechter’ zich beweegt ‘tussen staat en straat’.12 Voor wat het ancien régime betreft staat ‘Het onderzoek naar de bevoegdheden van de hogere hoven van justitie op het gebied van de regelgeving… nog in zijn kinderschoenen,’ aldus de rechtshistoricus Remco van Rhee.13 Toch kon hij er wel iets over vinden, vooral in het onvolprezen handboek van Paulus Merula.14

12 L.E.deGroot-vanLeeuwen,Rechters tussen Staat en Straat. De positie van de rechterlijke macht in de democratische rechtstaat. Rede uitgesproken ter gelegenheid de aanvaarding van het ambt van hoogleraar rechtspleging aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit Nijmegen, 21 januari 2005(Nijmegen2005).De ongehoorzame rechter. Rechters versus andere rechters, de wetgever, de bevolking en het Europees recht (Deventer2006).

13 C.H.vanRhee,‘Bevoegdhedenvandehogerehovenvanjustitieophetterreinvanderegelgevingvóórdecodificatie’,in:E.J.M.F.C.BroersenB.C.M.Jacobs(eds.),Interactie tussen wetgever en rechter vóór de Trias Politica(DenHaag2003)131-155,citaatopblz.131.

14 PaulusMerula,Synopsis praxeos civilis, Maniere van procederen in dese provintien Hollandt, Zeelandt ende West-Vrieslandt, belanghende civile saken(Amsterdam1592)enveledrukkeninde17

een18

eeeuw.

Deondertitelvandevierdedruk(Delft1705)geeftaanuitwelkebronnenMerulaputte:(zieillustratiep.31).

rechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinderechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde

Page 17: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

32 33

15 B.C.M.Jacobs,‘Gewestelijkejustitiehovenenhetprocesvanwetgeving’,in:E.J.M.F.C.BroersenB.C.M.Jacobs(eds.),Interactie tussen wetgever en rechter vóór de Trias Politica(DenHaag2003)157-178

16 NationaalArchief,StatenvanHolland,inv.nr.6373.Opgrondvandorsaleaantekeningenopverscheidenestukkenvermoedikdatdezeband(overdejaren1726-1763)behoordheefttothetarchiefvanGedeputeerdenvanHaarlem.

17 E.M.Meijers–A.S.deBlécourt–F.J.deJong–K.N.Korteweg–G.J.terKuile–W.S.vanSpengler–B.M.Telders(eds.),Cornelii van Bijnkershoek… Observationes tumultuariaeIII(Harlemi1946)nr.2342;RijpperdaWierdsma,Politie en justitie,98-99,102-103.

Hof en Hoge Raad waren zeker bevoegd de procesorde zelf te regelen, maar ook meer: regelgeving was een bevoegdheid van de soeverein, die deze kon delegeren ook aan de hoven van justitie. Hof en Hoge Raad waren in de 17e en 18e eeuw wel degelijk bij het wetgevingsproces betrokken, al moet er nog veel archiefonderzoek plaatsvinden om de precieze rol van de rechter vast te stellen.15 De Staten vragen herhaaldelijk aan Hof en Hoge Raad om advies – onder meer over authentieke interpretatie door de Staten van hun wetten – of om wetgeving te ontwerpen.16 In 1725 bijvoorbeeld vragen de Staten om middelen te beramen tot bekorting van de processen – een euvel van alle tijden! Hof en Hoge Raad doen een voorstel voor een reglement, zowel civiel als crimineel, te besluiten door de Staten van Holland en Zeeland. In 1729 ontwerpt het Hof, op verzoek van de Staten, een placaat tegen ‘het divulgeeren van secreeten van staat’, dat vervolgens bij de Staten-Generaal wordt ingediend. In 1731 beraamt een commissie van Statenleden en raadsheren wetgeving aangaande confiscatie van goederen. Het jaar daarop besluiten de Staten met de hoven te zullen beraadslagen over wijziging van de Criminele ordonnantie uit 1570. Een paar jaar eerder hadden de Staten gevraagd of Hof en Hoge Raad een wetboek, een Corpus Juris Hollandici, konden samenstellen, maar die moeilijke opdracht werd in een onderonsje tussen Van Bynkershoek en de nieuwe raadpensionaris Simon van Slingelandt in 1727 opgeschort – lees in het vergeetboek bijgeschreven (zie Box 4).17

rechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinderechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde

BOX �

Merula‘HeerenStadhouder,PresidentendeRaaden…hebbenmagtendeauctoriteyt,OrdinantienendeActentemaakenop’tstukvandenStyleendeanders,dienendetotexpeditieendevorderingevandeProcessen…Wantzydaartoevanallentydengeprivilegeertzijn.…Watzyin’tstukvanOrdinantiendoenboven‘tgeenegesegdis,werdenzyverstaantedoenvanwegenendeuytdennaamevandeHoogeOverigheyd.WantdePrincevandenLandemagnietalleenbyzigselven,maarookdoorandereGecommitteerde,OrdinantientotwelvarenvanzyneOndersatenmakenendeuytgeven:...Overmidsgeengrootonderscheydenis,ofyetdooreenander,bymynenWil,Weten,Consentendegoed-dunckengedaanendeuytgerichtwerde,ofdatiksulcxselfsdoesonderyemandshulpedaartoetenemenofteversoecken.’

Bron:PaulusMerula,Synopsis praxeos civilis, Maniere van procederen in dese provintien Hollandt, Zeelandt ende West-Vrieslandt, belanghende civile saken(Delft1705)I.4.4.

Page 18: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

3� 3�

Buurten aan de Kneuterdijk

Van Bynkershoek was beducht voor het extra werk verbonden aan wetgeving – niet ongelijk aan het argument van prof. De Groot-van Leeuwen: ‘Elk uur besteed aan samenwerking in de trias kan immers niet besteed worden aan de rechtspraak zelf en, mede langs die weg, aan de relatie met de bevolking. Maar sterker nog, ieder uur besteed aan die samenwerking vormt een risico voor de relatie met de bevolking, omdat samenwerking het wantrouwen voedt.’18 Waarom wantrouwen? Omdat, in haar visie, het ‘buurten’ van rechters bij ambtenaren en parlementariërs, de dubbelfuncties, de advisering door de Hoge Raad, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en de Raad voor de rechtspraak tot vertroebeling van de trias leiden.

Nu is buurten aan de Kneuterdijk, het Voorhout en de Kazernestraat, tussen Binnenhof en Noordeinde, heel gemakkelijk. Zo beschouwd is de residentie van de Raad voor de rechtspraak strategisch gelegen. Dat we zoveel weten van wat zich in dit gebied twee-, driehonderd jaar geleden afspeelde, in het verkeer op straat en tussen de staatsorganen, danken we – u raadt het al – aan de archieven. De brieven van prinses Amalia aan Huygens, de rapportages van ambassadeur d’Estrades aan Parijs, de missives van de prins aan de Staten en het Hof van Holland, de resoluties, arresten en adviezen, de geheime aantekeningen van Van Bynkershoek – al deze archivalia overbruggen de tijd en geven ons inzicht in wat de Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde verhandelde.

rechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinderechtspraaklezing 2006 Trias: Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde

Archieven worden aangelegd en bewaard als bewijsstukken van het handelen van een organisatie of individu, omdat we de menselijke memorie wantrouwen en omdat wan-trouwen kan worden bestreden door rekenschap af te leggen. Rekenschap in openbaarheid. Die openbare rekenschapsfunctie hebben ook de archieven van de rechterlijke macht, de wetgever en het bestuur, waardoor ze een effectief wapen vormen tegen wantrouwen van de burger en tegen vertroebeling van de trias (zie Box 5).

De Trias wordt in woorden en door daden bevestigd, maar we kunnen haar ook tegenkomen in de ‘plaatsen van herinnering’ waaraan dit oude hofgebied zo rijk is. Kneuterdijk 1 was voorheen al zo’n plek: de plaats van het huis Egmond (later Van Wassenaer) en van het Haagse logement van de heren van de VOC (1632-1659).19 In de 20e eeuw was hier het hoofdkantoor van ‘de Koninklijke’ (Nederlandsche Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Nederlandsch-Indië) (na 1907 ook van de Bataafsche Petroleum maatschappij)20 en vanaf 1920 de Haagse zetel van die andere koninklijke schepping: de Nederlandsche Handel Maatschappij. Als we in ’s-Gravenhage een Freedom trail zouden hebben, zoals in Boston, dan zou Kneuterdijk 1 daarin zeker passen, vooral nu, door de vestiging van de Raad voor de rechtspraak, de Trias terug is in de ‘staatkundige architectuur’ van Kneuterdijk tussen Binnenhof en Noordeinde.

19 F.W.StapelenC.W.Th.baronvanBoetzelaervanAsperenenDubbeldam(eds.),Pieter van Dam, Beschryvinge van de Oostindische CompagnieI(’s-Gravenhage1927)408-409.

20 MaxvanRooy,Honderdzes adressen in Den Haag. De Koninklijke en de Residentie(DenHaag1986)21-27.18 DeGroot,Rechters tussen Staat en Straat,35.

BOX �

De waarde der archieven‘Archievenwordenineenorganisatiegevormdterondersteuningensturingvanhetwerk,omvastteleggenwaarom,wanneer,inwelkefunctieendoorwiewelkehandelingenverrichtzijn.Metdezedirectefunctievanhetarchiefhoudtdearchiefwetenschapofarchivistiekzichvooralbezig.Dezewetenschapsteltvragenals:watishetineensamenlevingoforganisatiedathaararchievendoetvormenengebruikenzoalszedoet.Kunnenwe,dooreenbeterinzichtindewijzewaaropmenseninorganisatiesarchievenvormenengebruiken,uitsprakendoenovereeneffectiefenefficiëntarchiefbeheer?Wijkijkendusnaardesamenlevingen,deorganisatiesendemensendiearchievenvormenengebruiken.Archivistiekisdaaromóóksocialeenculturelearchivistiek.Haarobjectishetcontinuumvanarchiefschepping,archiefverwerkingenarchiefgebruik,watomvatdevastlegging,opslag,ordening,beschrijving,selectie,hetbewarenenhetgebruiken.’

Bron:F.C.J.Ketelaar,Archivalisering en archivering. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in de archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam,(AlphenaandenRijn1998)6.

Page 19: Rechtspraaklezing 2006 · 1 Degenen die geïnteresseerd zijn in de historie en architectuur van het gebouw worden verwezen naar de bijdrage van P.P. Lampe en Barbara Lampe, Het nieuwe

rechtspraaklezing 2006

36