Rechercheren op jeugdgroepen

5

Click here to load reader

description

De aanpak van jeugdgroepen heeft een hoge prioriteit. Afhankelijk van de ernst van het probleem moet ieder zijn rol oppakken. ‘Bestuurlijke interventies, zorg­ interventies en waar nodig strafrechtelijke interventies. Hoe vroeger je ingrijpt, hoe groter de kans op succes.’

Transcript of Rechercheren op jeugdgroepen

Page 1: Rechercheren op jeugdgroepen

14 Blauw 31 mei 2014 – nr. 5

Het gaat heel erg goed met de bestrijding van criminele

jeugdgroepen in Nederland’, zei korpschef Gerard Bouman

begin dit jaar in de talkshow Knevel & Van den Brink. ‘De

politie is de baas op straat’, aldus Bouman. En dat ondanks de

onrust van de ingrijpende reorganisatie binnen de politie.

De aanpak van criminele jeugdgroepen is onder het bewind van

minister Opstelten een topprioriteit sinds 2010. Het streven van de

minister was om alle criminele jeugdgroepen ­ destijds 89 ­ binnen

twee jaar aan te pakken. Onlangs presenteerde het ministerie van

Veiligheid en Justitie (V&J) de nieuwste rapportage Problematische

jeugdgroepen van Bureau Beke te Arnhem: eind 2013 waren er nog

45 criminele jeugdgroepen, deels oude, deels ook nieuwe.

De rapportage Problematische jeugdgroepen wordt gemaakt

sinds 2009. De rapportage onderscheidt criminele, overlastgevende

en hinderlijke jeugdgroepen, op basis van de zogenaamde shortlist

van Bureau Beke (zie onder). Eind 2013 waren er ­ naast de 45

criminele jeugdgroepen ­ 183 overlastgevende en 536 hinderlijke

groepen. Alle groepen lieten een daling zien ten opzichte van de

jaren ervoor. Volgens criminoloog Henk Ferwerda van Bureau Beke

blijven de verhoudingen door de jaren heen ongeveer hetzelfde:

zeventig procent van de jeugdgroepen is hinderlijk, ongeveer een

kwart is overlastgevend, zes procent crimineel.

De aanpak van jeugdgroepen heeft een hoge prioriteit. Afhankelijk van de ernst van het probleem moet ieder zijn rol oppakken. ‘Bestuurlijke interventies, zorg­interventies en waar nodig strafrechtelijke interventies. Hoe vroeger je ingrijpt, hoe groter de kans op succes.’

‘Rechercheren op jeugd is niet sexy’

■ Jeugdgroepen

Bron: Shortlist Bureau Beke

Page 2: Rechercheren op jeugdgroepen

>>

Blauw 31 mei 2014 – nr. 5 15

Meersporen De daling is voor een belangrijk deel te danken

aan de zogenaamde meersporenaanpak, aldus Etienne van Ko­

ningsveld, landelijk coördinator Aanpak problematische jeugdgroe­

pen bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. Uit de praktijk en uit

een evaluatie van het WODC in 2013 blijkt dat die aanpak effectief

is bij nagenoeg alle problematische jeugdgroepen. Per groep

wordt namelijk geanalyseerd en vastgesteld op welk

spoor, ofwel interventies, de nadruk moet liggen. Van

Koningsveld: “Deze aanpak richt zich op de groep, de

omgeving ­ met name het gezin ­ en de persoon. Hij

bestaat uit bestuurlijke interventies, zorginterven­

ties en waar nodig en noodzakelijk strafrechtelijke

interventies. Hoe vroeger je ingrijpt, hoe groter

de kans op succes. Verschillende gemeenten en

regio’s zijn met een dergelijke aanpak bezig (zie

het interview op pagina 10­13 en de kaders bij dit

artikel, red.). De essentie is overal gelijk, de invul­

ling is lokaal gekleurd en georganiseerd.”

Speerpunten zijn vroegtijdig signaleren en in­

grijpen, burgers betrekken, de inzet van zogenaamde

rolmodellen en nazorg. Het ministerie ondersteunt

lokaal bij de aanpak.

Van Koningsveld: “De burgemeester en het college moeten

de aanpak dragen. Daar wordt de informatie in beeld gebracht en

de integrale inzet bepaald. Alle effectieve aanpakken hebben een

ding gemeen: de burgemeester is boegbeeld, is nauw betrokken

en treedt op wanneer het om welke reden dan ook te traag gaat of

stokt.”

Politie Volgens criminoloog Ferwerda zijn de criminele, maar

ook de zwaar overlastgevende groepen echter toch vooral aan te

pakken door inzet van recherchecapaciteit, naast handhavingsac­

ties en gemeentelijke instrumenten (APV, uitkeringen). “Het gemak

waarmee sommige jongens gebruik maken van intimidatie, geweld

of vuurwapens in de wijk is echt zorgelijk. Een criminele groep be­

gint vaak als overlastgevende groep, die de omgeving terroriseert,

en bijvoorbeeld gezinnen wegpest. Vaak ontstaat bij de politie een

handelingsverlegenheid: de jongens zijn vervelend, maar plegen

net geen strafbare feiten. Als de politie komt, gedragen ze zich

‘Rechercheren op jeugd is niet sexy’

Tekst: Marielle den Breejen · Infographics: MediagraphiX

De eenheden Den Haag, Midden­Nederland, Oost­Nederland en Noord­Holland staan bovenaan qua aantal criminele jeugdgroepen.

verschijnen gaat de informatie naar de kopstukkenofficier.

Zo willen politie en OM de rotte appels uit de jeugdgroepen

verwijderen, in de hoop andere jongens weer op het rechte pad

te brengen. Ieder kopstuk weet dat hij als zodanig bekend is: de

wijkagent heeft hem en zijn ouders een brief uitgereikt dat hij

als kopstuk extra in de gaten wordt gehouden.

Sinds twee jaar voert Utrecht het kopstukkenbeleid bij de

aanpak van criminele en overlastgevende jeugdgroepen.

Binnen de jeugdgroepen worden de kopstukken, de jongens

met de meeste invloed, door de wijkagenten geselecteerd en

aan een adoptierechercheur verbonden. Alle informatie over

een kopstuk wordt verzameld, als deze voor de rechter moet

Kopstukken Kanaleneiland

Page 3: Rechercheren op jeugdgroepen

>>

16 Blauw 31 mei 2014 – nr. 5

■ Jeugdgroepen

netjes. Maar inmiddels weten we dat een aantal van deze jongens

doorgroeit van territoriaal geweld naar crimineel geweld. Zover

moet het niet komen. Met name in de top van de overlastgevende

en in de criminele jeugdgroepen gebeuren heel vervelende din­

gen: dat zijn straatgroepen die intimideren, bedreigen, inbreken,

overvallen en geweld plegen.”

Hij waarschuwt dus ook alert te zijn op de overlastgevende

groepen. “De focus ligt altijd op die zes procent criminele jeugd­

groepen. Mensen realiseren zich niet dat ze het meest last hebben

van de overlastgevende groeperingen. Die zien ze op straat. Terwijl

de meeste criminele groeperingen in de luwte opereren.” Juist de

overlastgevende jeugdgroepen ­ tegen de classificatie criminele

jeugdgroepering aanhangend ­ zijn voor politie en gemeente heel

lastig aan te pakken. Ferwerda: “Vaak ontbreekt het de politie

aan een informatiepositie, omdat mensen geen melding dur­

ven te maken en zeker geen aangifte durven te doen. Het zijn

complexe groepen met jongere en oudere knapen. Er is sprake

van straatgeweld en intimidatie, een aantal van de groeps­

leden begeeft zich langzaam richting de zwaardere

criminaliteit.”

Recherche Ferwerda: “De minister heeft als

target gesteld het aantal criminele jeugdgroe­

pen te reduceren tot nul. Dat is natuurlijk niet

realistisch, maar hij heeft wel een punt aan de

horizon gezet en daarmee een ambitie. Natuur­

lijk leverde dat eerst weerstand op, maar het OM is

gaan investeren, de politie krijgt ruimte om te rechercheren. Het

blijft echter heel moeilijk om er binnen een weegploeg van OM en

politie prioriteit aan te geven en er recherchecapaciteit op te zetten.

Ik denk dat het label jeugd een grote rol speelt. Het is gewoon niet

sexy om recherchecapaciteit op jeugd te zetten. De capaciteit is

schaars en daarnaast zie je ook bij professionals de houding: ‘Ach,

het zijn maar jongeren.’”

Top 600 AmsterdamDe gemeente Amsterdam probeert met de Top 600 aanpak

de recidive onder de meest criminele jongeren terug te

brengen en het aantal high impact crimes te verminderen.

Leden van de Amsterdamse problematische jeugdgroepen

worden met prioriteit besproken. Er wordt een concreet inter­

ventieplan gemaakt, toegespitst op iedere jongere. Veelplegers

worden zoveel mogelijk opgepakt en versneld voor de rechter

gebracht. De een krijgt detentie, de ander een gedragsmaatre­

gel of bijzondere voorwaarden met scherp toezicht, in combi­

natie met een voorwaardelijke straf. Men gaat aan de slag met

psychiatrische problemen en verslavingsproblemen. Daarbij

Overlastgevende jeugdgroepen komen het meest voor in de eenheden Den Haag, Oost­Nederland en Rotterdam.

is van belang het persoonlijk perspectief te verbeteren op het

gebied van onderwijs, werk en wonen. Omdat er vaak sprake is van

multiprobleemgezinnen, doen reclassering en de Raad voor de

Kinderbescherming onderzoek en adviseren de rechterlijke macht.

Er is specifieke aandacht voor broertjes en zusjes.

Het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom is naar Amsterdams

voorbeeld gestart met een Top X aanpak, gericht op jonge

veelplegers van woninginbraken, overvallen en straatroven. Ook

hier wordt het gezin van de jonge dader bij de aanpak betrokken.

Gouda kent sinds 2013 een Top 60, Tilburg een Top 100 en Haarlem

en Oosterhout hebben een Top 25.

Page 4: Rechercheren op jeugdgroepen

>>

Blauw 31 mei 2014 – nr. 5 17

Het gaat de laatste tijd gelukkig wel beter, vindt hij. Zelf was hij

drie jaar geleden nauw betrokken bij de aanpak van een over­

lastgevende jeugdgroep in de Haagse Schilderswijk. De groep

kwam steeds net niet door de prioriteitenweegploeg van OM en

politie. “De bureauchef formeerde zelf een zogenaamd flexteam,

met een aantal wijkagenten die de groep en de jongens goed

kenden, een analist, twee rechercheurs en een teamchef.

Ze hebben de kopstukken op een lijst gezet en over

deze achttien jongens op alle mogelijke manieren

informatie verzameld. Langzaam maar zeker kwam

er opsporingsinformatie boven water. Vervolgens

kreeg het team toestemming van de rechter om

de jongens onder de tap te zetten. Toen bleek de

groep in grote delen van Nederland overvallen te

plegen.”

Maar meestal gaat het anders. “De politie bena­

dert een probleem vanuit ‘hoe wij het altijd doen’,

niet vanuit het fenomeen. Denk out of the box, in

het klein. Ga gewoon eens posten bijvoorbeeld. Ik

heb mijn hoop gevestigd op de basiseenheden. Daar

komen blauw en recherche bij elkaar. Daar kan een wijk­

agent in een opsporingsteam stappen, kunnen een paar

rechercheurs meedenken met blauw. Die expertises bestaan nu

vaak naast elkaar, terwijl ze elkaar zouden moeten aanvullen.”

Combinatie Vaak hoeft het niet zover te komen dat een

problematische jeugdgroep met groot machtsvertoon en

politieacties wordt aangepakt of opgerold. Ferwerda: “Ik weet

zeker dat de wijkagent in de Schilderswijk of in Culemborg in

2008 ook al kon vertellen dat er iets niet pluis was. Pas als het

escaleert wordt er geacteerd, met veel inzet en capaciteit. Dat is

jammer.” Hij vindt dat de politie op een serieuze overlastgevende

jeugdgroep ­ met indicaties dat de leden zich bezighouden met

ernstige vormen van criminaliteit ­ een lichter recherchemodel

moet inzetten. Een slimme combinatie tussen blauw en recher­

che, met ondersteuning van een analist. “Door vervolgens infor­

matie te verzamelen en een dossier op te bouwen, komt vanzelf

een opsporingsindicatie bovendrijven.”

De eenheid Oost­Nederland telt de meeste hinderlijke jeugdgroepen. Dat komt doordat de eenheid een gigantisch gebied bestrijkt. Rotterdam, Midden­Nederland en Limburg volgen, daarna Noord­Nederland en Den Haag.

Mammoetaanpak Den HaagIn de Haagse Schilderswijk startte de gemeente samen met

politie, OM en reclassering het project Mammoet om een eind

te maken aan de criminaliteit en overlast van en door een

jeugdbende.

Binnen een integrale aanpak zetten alle partners in op een straf­

rechtelijk traject per individu, gedragstrainingen en toezicht.

Er wordt ook begeleiding geboden op het gebied van wonen,

scholing, werk, gezondheid en vaardigheden. De politie­inzet

is vergroot op de aanpak van criminele jeugdgroepen. Met het

Wijkgericht Outreachend Werken in een ander deel van Den

Haag hebben wijkagent en reclassering intensieve aandacht

voor een jeugdgroep.

Page 5: Rechercheren op jeugdgroepen

18 Blauw 31 mei 2014 – nr. 5

Hinderlijk Op hinderlijke jeugdgroepen moet de politie

juist níet al te veel gefocust zijn, vindt Ferwerda. “Dan criminaliseren

we hun gedrag alleen maar. Bij die groepen is een rol weggelegd

voor de buurt zelf, de gemeente en jongerenwerkers. Overigens

pakken gemeenten hun rol ook steeds meer.” Wat betreft de

hinderlijke jeugdgroepen in Nederland vindt Ferwerda dat er door

de jaren heen langzaam maar zeker een goede aanpak is ontstaan.

“In gezamenlijkheid welteverstaan, met gemeente, justitie, politie,

leerplicht, straatwerk en jongerenwerk. Inmiddels snapt iedere

gemeente dat de aanpak van jeugdgroepen onder haar regie moet

gebeuren. De politie heeft veel meer de taak van signalering en

advisering opgepakt en doet natuurlijk toezicht en handhaving

waar nodig.”

In de kiem Hein Oudshoorn is Regionaal Projectleider Jeugd­

groepen van de eenheid Oost­Brabant. Hij was in 2012 onder

het ministerie van Veiligheid en Justitie regiocoördinator van de

regio’s Midden­ en West Brabant en Zuid­Holland­Zuid. “Ik ben in

die periode weinig écht succesvolle aanpakken tegengekomen

en dat baarde me toen zorgen. Hardnekkige stedelijke ­ veelal

criminele ­ jeugdgroepen werden vaak vanaf het begin op de ver­

keerde manier aangepakt.” Hij maakt zich met name zorgen over

de problematische jeugdgroepen in de grote steden. “In kleinere

gemeenten werd een opkomende jeugdgroep over het algemeen,

onder regie van de gemeente, wel aangepakt. Dat loste zich in de

meeste gevallen wel op. Maar in de grotere steden speelden heel

andere dingen. Een problematische jeugdgroep, waarvan negen

leden high impact crimes pleegden, werd bijvoorbeeld binnen de

weegploeg van OM en politie, met alle goede bedoelingen, niet

geprioriteerd. Vaak was het ontbreken van voldoende opsporings­

indicatie een reden om niet te prioriteren.”

Integraal De ‘oude’ manier van werken ­ reactief in plaats van

proactief ­ is hardnekkig, vindt Oudshoorn. “Er werd op alle niveaus

hard gewerkt, maar de samenhang en regievoering op het totaal

ontbrak nog te vaak. Als een problematische jeugdgroep zich

aandient, moet de gemeente de regie oppakken en met informatie

van alle partijen een goede probleemstelling op de groep en de

groepsleden maken. Op basis van die probleemstellingen moet

een integraal team in de breedste zin van het woord tot stand

komen, onder regie van de gemeente en met de burgemeester als

voortrekker. Dit team moet bestaan uit alle mogelijke partijen die

met de jongeren van doen hebben, juist niet alleen politie en OM,

maar ook uitkeringsinstanties, Sociale zaken en werkgelegenheid,

Huisvesting, Leerplicht, jeugd­ en jongerenwerkers, Bureau Jeugd­

zorg. Als goed in beeld is welke jongeren een aanpak behoeven,

moeten er persoonsdossiers worden gevormd en een persoonsge­

bonden aanpak.”

Wilt u reageren op dit artikel?

Mail naar [email protected]

Voor meer informatie:

Voor een overzicht van aanpakken voor problematische

jeugdgroepen: www.wegwijzerjeugdenveiligheid.nl/onderwerpen/

jeugdgroepen/selectiefunctie

PKN > Jeugdtaak > Problematische jeugdgroepen > Aanpak

problematische jeugdgroepen

■ Jeugdgroepen

In Purmerend zijn jeugdnetwerkoverleggen, Alkmaar inves-

teert in vroegsignalering op middelbare scholen.

De jeugdnetwerkoverleggen in Purmerend vinden plaats onder

regie van de gemeente. Met politie en jeugd­ en welzijnsinstellin­

gen worden daar afspraken gemaakt over de aanpak van jeugdcri­

minaliteit. De politie doet dat gericht door middel van jeugdteams:

een samenwerking met jeugdagenten, recherche, reclassering en

OM. Het jeugdteam heeft alle groepen samen met de wijkagen­

ten in kaart gebracht en bezoekt jongeren thuis, op school of op

straat. Er is 24 uur per dag aandacht voor jeugd door handhaving,

controles, de signalering van een Top X en aanhoudingen bij

overtredingen. De gemeente zet straathoekwerkers in, jongeren­

en buurtbemiddeling en heeft wijzigingen in de APV aangebracht

(drinken op straat, verboden hangplekken etc). Jongeren worden

begeleid bij scholing, huisvesting en werk.

In Alkmaar is een van de speerpunten het vroegsignaleren

van problemen bij jongeren op middelbare scholen. Zo wordt

voorkomen dat jongeren door onder andere schooluitval in

de criminaliteit belanden of overlast veroorzaken. Jeugdco­

ordinatoren van de politie en jeugdagenten staan in nauwe

verbinding met de veiligheidscoördinatoren van de scholen.

Aan iedere school is een schoolagent toegewezen, meestal de

jeugdagent.

Aanpak jeugdgroepen Noord-Holland>>