Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Lichaamsverzorging en observatie 223

© Vilans 24-07-2013 Reanimeren met AED: 1 (van 3) Hanzehogeschool Groningen SAVK 22-6-2015

Reanimeren met AED (observatielijst) ja nee + -

Cursist benoemt het doel ◻ ◻ ◻ ◻

Cursist benoemt de mogelijke complicaties ◻ ◻ ◻ ◻

Werkwijze ja nee + -

1 Zorg voor een veilige omgeving voor de cliënt, jezelf en andere aanwezigen ................................................................................................... ◻ ◻ ◻ ◻

2 Schud aan schouders cliënt en vraag op luide toon: ‘gaat het?’ .................. ◻ ◻ ◻ ◻

Reageert de cliënt wel

3 Laat de cliënt zo liggen ................................................................................. ◻ ◻ ◻ ◻ 4 Vraag wat er aan de hand is......................................................................... ◻ ◻ ◻ ◻ 5 Zorg voor hulp............................................................................................... ◻ ◻ ◻ ◻ 6 Blijf bewustzijn controleren. Ga door naar 16 ............................................... ◻ ◻ ◻ ◻

Reageert de cliënt niet

3 Sla alarm, bel arts (of 112, als geen arts aanwezig is) ................................ ◻ ◻ ◻ ◻ 4 Draai de cliënt op de rug en maak de luchtweg vrij ..................................... ◻ ◻ ◻ ◻ 5 Kijk of de borstkas omhoog komt ................................................................. ◻ ◻ ◻ ◻ 6 Luister bij mond en neus of je ademhaling hoort.......................................... ◻ ◻ ◻ ◻ 7 Voel met je wang of je lucht voelt stromen vanuit mond of neus ................. ◻ ◻ ◻ ◻ 8 Stel vast of de ademhaling normaal, niet normaal of afwezig is .................. ◻ ◻ ◻ ◻

Ademt normaal

9 Leg de cliënt in de stabiele zijligging ............................................................ ◻ ◻ ◻ ◻ 10 Controleer of de ademhaling nog normaal is ............................................... ◻ ◻ ◻ ◻ 11 Blijf de ademhaling elke minuut controleren (ga door naar 16) .................... ◻ ◻ ◻ ◻

Ademt niet normaal of ademhaling is afwezig

9 Bel 112 en haal de AED ............................................................................... ◻ ◻ ◻ ◻ 10 Start borstcompressies ................................................................................. ◻ ◻ ◻ ◻ 11 Begin met mond-op-mondbeademing na 30 borstcompressies ................... ◻ ◻ ◻ ◻ 12 Geef weer 30 borstcompressies ................................................................... ◻ ◻ ◻ ◻ 13 Onderbreek de reanimatie niet, behalve als de cliënt bij bewustzijn komt ... ◻ ◻ ◻ ◻ 14 Sluit de AED zo snel mogelijk aan ............................................................... ◻ ◻ ◻ ◻ 15 Stop met reanimeren als de AED het hartritme gaat analyseren. Zorg dat

niemand de cliënt aanraakt als de AED het hartritme analyseert. Voer de AED-opdrachten onmiddellijk uit .................................................................. ◻ ◻ ◻ ◻

16 Blijf bij de cliënt of ga door totdat de arts of ambulance er is, de cliënt bij bewustzijn is of totdat je uitgeput bent ......................................................... ◻ ◻ ◻ ◻

17 Als de reanimatie/het probleem voorbij/opgelost is, ruim dan alles op ........ ◻ ◻ ◻ ◻ 18 Pas handhygiëne toe .................................................................................... ◻ ◻ ◻ ◻

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Lichaamsverzorging en observatie 224

© Vilans 24-07-2013 Reanimeren met AED: 2 (van 3) Hanzehogeschool Groningen SAVK 22-6-2015

19 Noteer de handelingen, tijdstip, duur en bevindingen .................................. ◻ ◻ ◻ ◻

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Lichaamsverzorging en observatie 225

© Vilans 24-07-2013 Reanimeren met AED: 3 (van 3) Hanzehogeschool Groningen SAVK 22-6-2015

Aandachtspunten ja nee nvt

Cursist informeert de cliënt/mantelzorg:

- voor de handeling .......................................................................................... ◻ ◻ ◻ *

- over het resultaat van de handeling .............................................................. ◻ ◻ ◻ *

Cursist heeft de cliënt om toestemming gevraagd ............................................ ◻ ◻ ◻ *

Cursist werkt hygiënisch, o.a.:

- handhygiëne voor de handeling .................................................................... ◻ ◻ ◻ *

- handhygiëne na de handeling ....................................................................... ◻ ◻ ◻ *

Cursist betrekt cliënt bij de behandeling ........................................................... ◻ ◻ ◻ *

Cursist observeert en bewaakt cliënt tijdens de handeling ............................... ◻ ◻ ◻ *

Cursist beargumenteert op verantwoorde wijze eventuele wijziging ................ ◻ ◻ ◻ Cursist corrigeert tijdens de vaardigheid verkeerd/foutief uitgevoerde handelingen (max. 2x) ....................................................................................... ◻ ◻ ◻ * De handeling moet een ja-score hebben. Naam cursist: .......................................................................................... Team: ...................................................

Geboortedatum cursist: ........................................ Personeelsnummer cursist: ...................................................

Naam observator/trainer: ..................................................................... Functie: ...................................................

Datum Vaardigheidstraining: ................................................................................................................................

Resultaat Vaardigheidstraining: 0 voldoende

0 onvoldoende (vervolgafspraak: ........................................................ )