Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de...

40
1 Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de cultuursector van Den Haag Opdrachtgever Gemeente Den Haag Onderzoekers Erasmus University Rotterdam ESHCC / Department of Arts & Culture Studies Dr. Pauwke Berkers Chloë Neeleman, MA Eva Lemstra Fien Kester

Transcript of Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de...

Page 1: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

1

Rapport

Onderzoek

Culturele diversiteit in de

cultuursector van Den Haag

Opdrachtgever Gemeente Den Haag

Onderzoekers Erasmus University Rotterdam

ESHCC / Department of Arts & Culture Studies

Dr. Pauwke Berkers

Chloë Neeleman, MA

Eva Lemstra

Fien Kester

Page 2: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

2

Page 3: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

3

Rapport

Onderzoek Culturele diversiteit in de cultuursector van Den haag

Inhoudsopgave

Inleiding 4

Samenvatting en conclusie 5

Onderzoeksopzet en –methode 6

Resultaten – Jaarverslagen 2016 8

Resultaten – Jaarverslagen 2017 12

Resultaten – Vergelijking jaarverslagen 2016 en 2017 15

Resultaten – Survey 17

Resultaten – Vergelijking Den Haag – Rotterdam 21

Bijlagen 23

Page 4: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

4

Inleiding

Aanleiding

Breder programmeren en een breder publiek bereiken is een belangrijk thema voor de

culturele sector. De bevolkingssamenstelling van Den Haag verandert in rap tempo, wat

invloed heeft op de manier waarop het culturele aanbod vorm krijgt. Dit heeft invloed op

programmering, publiek, personeel en partners waarmee wordt samengewerkt. . Sinds 2011

biedt de Code Culturele Diversiteit een kapstok om op deze punten integraal

diversiteitsbeleid te ontwikkelen. Sinds 2017 is de Code eveneens een leidraad voor

instellingen die gesubsidieerd worden vanuit het Meerjarenbeleidsplan. De gemeente Den

Haag heeft reeds incidentele projecten op dit gebied ondernomen en wil hier in 2018 meer

structureel aandacht aan geven.

Onderzoek Erasmus Universiteit Rotterdam en partners

De Erasmus Universiteit Rotterdam heeft in Rotterdam hetzelfde thema binnen de culturele

sector onderzocht. Omwille van de onderlinge vergelijkbaarheid, het wetenschappelijke

karakter en de snelheid waarmee het onderzoek kan starten in Den Haag, heeft de Erasmus

Universiteit Rotterdam ook in Den Haag dit onderzoek uitgevoerd. De gemeente Den Haag

heeft de samenwerking gezocht met de Erasmus Universiteit én het Directieoverleg

Podiumkunsten Den Haag, Directieoverleg Haagse Musea en Directieoverleg Festivals Den

Haag en Directieoverleg Cultuurankers om samen met de sector te onderzoeken in hoeverre

de Code Culturele Diversiteit wordt toegepast in Den Haag.

Onderzoeksopdracht

Het doel is om kennis te vergaren over de diversiteit van de cultuursector van Den Haag, om

te onderzoeken óf en wélke knelpunten door instellingen worden ervaren en welke mogelijke

oplossingen voor deze knelpunten kunnen worden aangedragen. Daarnaast willen we het

gesprek stimuleren om bewustwording te creëren rondom dit thema en van elkaar te leren

door best practises met elkaar te delen.

De concrete onderzoeksvraag betreft: Wat is het culturele diversiteitsgehalte van de 79 culturele

instellingen uit het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2013-2016 van Den Haag?

Projectdoelstellingen

Het onderzoek beoogt meer handen en voeten te geven aan eerdere incidentele projecten

die de gemeente op het gebied van culturele diversiteit heeft ondernomen. Met dit project

willen wij het volgende bereiken:

Eerste nulmeting van culturele diversiteit in de Haagse cultuursector in kaart brengen;

Een document opstellen van waaruit de gemeente op basis van onderzoeksresultaten

aanbevelingen kan doen.

Page 5: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

5

Samenvatting en conclusie

De belangrijkste bevindingen wat betreft het culturele diversiteitsgehalte van de 79 culturele

instellingen uit het Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2013-2016 van Den Haag vatten we

hieronder samen. Hierbij onderscheiden we 4 P’s: Personeel, Programma, Publiek en Partners.

Het culturele diversiteitgehalte is het laagst onder het personeel en het hoogst in de

programmering. Dit geldt zowel voor de aandacht voor culturele diversiteit in de

jaarverslagen van de culturele instellingen over 2016 en 2017 alsmede de vertaling in concrete

maatregelen (formulering visie, agendapunt, reserveren middelen etc.), zoals deze uit de

survey naar voren komt.

Het relatief lage diversiteitsgehalte van het personeel lijkt zich deels dit te laten verklaren

doordat een groot deel van de ondervraagden van mening is dat men ook zonder een cultureel

divers personeelsbestand een goed diversiteitsbeleid voeren en dat divers personeel niet per

se leidt tot een diverse programmering. Ook worden er nauwelijks concrete maatregelen

genomen om de culturele diversiteit van het personeel te vergroten. Als reden wordt ten

slotte regelmatig gegeven dat de organisatie – en het personeelsverloop – te klein is om een

structureel diversiteitsbeleid te voeren.

Er is een toename van het percentage jaarverslagen waarin expliciet naar culturele

diversiteit verwezen wordt, van 73% in 2016 naar 88% in 2017. In de categorie Personeel

zien we ruime verdubbeling van het percentage verwijzingen. In de overige categorieën vinden

we tevens een toename in het percentage verwijzingen waarbij de focus ligt op het cultureel

diverse gehalte van de missie en de samenwerking met cultureel diverse lokale en/of

nationale partners.

In vergelijking met Rotterdam zien we vooral veel belangrijke overeenkomsten, zoals

het laagste culturele diversiteitsgehalte onder personeel, het vaker gebruiken van impliciete

verwijzingen naar culturele diversiteit (bijv. ‘breed publiek’) en het in meerderheid hanteren

van de Code Culturele Diversiteit. Het meest opvallende verschil is dat Haagse culturele

instellingen iets meer aandacht hebben – zowel in de jaarverslagen als in het treffen van

concrete maatregelen – voor de diversiteit van de programmering, waar in Rotterdam wat

meer de nadruk ligt op publiek.

Page 6: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

6

Onderzoeksopzet en –methode

Bereik, omvang en afbakening

Culturele instellingen

Het onderzoek combineert kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethodes, te weten:

inhoudsanalyses van jaarverslagen en een verkennende enquête. In het onderzoek worden

alle culturele instellingen die onder het Kunstenplan 2017-2020 vallen meegenomen.

Definitie culturele diversiteit

In dit onderzoek naar culturele diversiteit in de cultuursector van Den Haag is ervoor gekozen

om de definitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) te gebruiken, met de focus

op personen met een niet-westerse migratieachtergrond: Een persoon heeft een westerse

migratieachtergrond als hij, zij of één van de ouders in Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika

of Oceanië is geboren. Als een persoon of één van de ouders in Afrika, Latijns-Amerika of Azië (inclusief

Turkije) is geboren, heeft deze persoon een niet-westerse migratie-achtergrond. Binnen de

huidige definitie vormen Indonesië en Japan een uitzondering. Zij worden op grond van hun

sociaaleconomische en sociaal-culturele positie tot de westerse landen gerekend. Er is gekozen voor

deze definitie om redenen van vergelijkbaarheid, zowel binnen dit onderzoek als met andere

onderzoeken. We zijn ons ervan bewust dat deze definitie zijn beperkingen kent.

Meten van culturele diversiteit

We hebben culturele diversiteit gemeten (deels) aan de hand van de Code Culturele

Diversiteit. Deze is in 2011 gelanceerd om een brug te slaan naar het cultureel diverse deel

van de samenleving. De Code is een praktisch instrument voor leden van besturen, raden van

toezicht, directies en medewerkers van publiek gefinancierde culturele instellingen. Het biedt

concrete handreikingen aan de hand van vier P’s (personeel, programma, publiek, partners),

om culturele diversiteit structureel in de instelling te verankeren. In de analyse zullen we het

onderscheid tussen de vier P’s als leidraad gebruiken.

Onderzoeksmethoden

Onderzoeksmethode – jaarverslagen 2016 en 2017

Er is een inhoudsanalyse gedaan van de jaarverslagen van de culturele instellingen uit het

Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2013-2016 en 2017-2020, met als doel het vaststellen

van het discours rondom culturele diversiteit. Het aantal geanalyseerde jaarverslagen bedroeg

70 in 2016 en 69 in 2017.

De verslagen zijn gecodeerd in de volgende stappen: (1) alle documenten zijn ingeladen in

het kwalitatieve data-analyse programma Atlas.ti; (2) vervolgens zijn voor alle documenten

alle tekst passages die betrekking hebben op (culturele) diversiteit gemarkeerd; (3) ten

slotte zijn de gemarkeerde teksten van (sub)codes voorzien op basis van een

codeerschema.

We onderscheiden vier algemene codes – personeel, programma, publiek, partners –

welke zijn onderverdeeld in subcodes, en is er bepaald of er expliciet of impliciet verwezen

wordt naar culturele diversiteit.

Page 7: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

7

Zie bijlage 1 Codeerschema voor meer informatie.

Kortom: wat schrijven de instellingen zelf over culturele diversiteit (personeel, programma,

publiek en partners) in hun jaarverslagen?

Onderzoeksmethode – survey

Tevens is er een online survey gedaan onder de directeuren van de culturele instellingen uit

het Cultuurplan 2017-2020, met als doel inzicht te krijgen in handelen en visie met betrekking

tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen

ingevuld;

De surveyvragen zijn gebaseerd op eerder onderzoek, de jaarverslagen van de instellingen,

Quick Scan Code Culturele Diversiteit, input Binoq Atana en input van de Gemeente Den

Haag;

Deze vragen zijn onderverdeeld in drie delen: (1) algemene informatie van de respondent,

(2) kenmerken (visie / handelen) van de organisatie in termen van publiek, programmering

en personeel en (3) de Haagse cultuursector in het algemeen.

Zie bijlage 2 Surveyvragen voor meer informatie.

Kortom: wat zeggen de directeuren van culturele instellingen over culturele diversiteit

(personeel, programma, publiek en partners) binnen hun organisatie wanneer ze hier naar

gevraagd worden?

Page 8: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

8

Resultaten – jaarverslagen 2016

Korte samenvatting

Er wordt veel vaker impliciet dan expliciet naar culturele diversiteit verwezen, in het

bijzonder in referentie naar publiek (‘breed’, ‘divers’, ‘nieuw’) en partners.

Expliciete verwijzingen hebben het vaakst betrekking op het programma – met name in

referentie tot de maker en de inhoud – en het minst vaak op het personeel.

De Code Culturele Diversiteit wordt slechts door 11% van de culturele instellingen

expliciet genoemd in hun jaarverslag.

Resultaten

De onderstaande tabel geeft de belangrijkste resultaten weer, namelijk het percentage van het

totaal aantal instellingen dat deze (sub)code in het jaarverslag minimaal één keer gebruikt

(‘percentage instellingen’) en hoe vaak een bepaalde (sub)code in de jaarverslagen 2016

gehanteerd wordt (‘aantal codes’). De resultaten zullen hieronder worden toegelicht.

Tabel 1. Discours diversiteit in jaarverslagen, totaal aantal codes en percentage per jaarverslag 2016

Categorie Expliciet Impliciet

% instellingen Aantal codes % instellingen Aantal codes

Personeel (totaal) 20% (14) 26 21% (15) 18

Missie 11% (8) 10 4% (3) 3

Raad van Toezicht 7% (5) 5 1% (1) 1

Werknemers 11% (8) 9 10% (7) 8

Vrijwilligers 3% (2) 2 6% (4) 6

Programma (totaal) 66% (46) 275 73% (51) 243

Missie 30% (21) 40 51% (36) 95

Makers 40% (28) 111 34% (24) 61

-Lokaal/Nationaal 20% (14) 30 nvt nvt

-Internationaal 29% (20) 81 nvt nvt

Programma inhoudelijk 47% (33) 124 51% (36) 87

Publiek (totaal) 39% (27) 78 86% (60) 302

Missie 26% (18) 41 76% (53) 168

Makers 7% (5) 8 11% (8) 12

Programma inhoudelijk 19% (13) 29 57% (40) 122

Partners (totaal) 27% (19) 61 56% (39) 125

Lokaal/Nationaal 21% (15) 37 nvt nvt

Internationaal 14% (10) 24 nvt nvt

Totaal 73% (51) 94% (66)

Noot: Omdat sommige tekst passages betrekking kunnen hebben op meerdere elementen komen de totalen per

categorie soms boven de honderd procent uit.

Page 9: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

9

Totale aandacht voor culturele diversiteit

Expliciet

In 73% van alle geanalyseerde jaarverslagen werd er expliciet aandacht besteed aan culturele

diversiteit. In 11% (8/70) van alle jaarverslagen werden alle vier de P’s expliciet benoemd. Zo

worden bijvoorbeeld veelal termen als ‘etnische achtergrond’ of ‘culturele achtergrond’

genoemd. Het betreft voornamelijk verwijzingen naar een cultureel divers programma (66%),

en heeft in veel mindere mate betrekking op de culturele diversiteit van publiek (39%),

partners (27%) en personeel (20%).

Impliciet

Als we kijken naar impliciete verwijzingen naar culturele diversiteit zien we dat bijna alle

instellingen (94%) hier in hun jaarverslag aandacht aan besteden. Hierbij worden termen als

een ‘groot’ en ‘breed’ publiek, ‘nieuw’ en ‘divers’, ‘wijkgericht’, en ‘internationaal’ gehanteerd.

In ongeveer gelijke mate wordt er impliciet verwezen naar een cultureel divers publiek (86%)

en programma (73%), en in iets mindere mate naar partners (56%). Er wordt opvallend minder

aandacht besteed aan culturele diversiteit binnen de pijler personeel (21%).

Culturele diversiteit in personeel, programma, publiek en partners

Personeel

In 14 (20%) van de in totaal 70 jaarverslagen wordt expliciet aandacht besteed aan de culturele

diversiteit van het personeel; indirecte verwijzingen komen ongeveer net zo frequent voor

(21%). Expliciete verwijzingen naar culturele diversiteit hebben met name betrekking op de

formuleringen van missie en/of doelstellingen van de instelling (11%) en de samenstelling van

de werknemers (11%).1 Eerstgenoemde verwijzingen betreffen veelal opmerkingen over dat

er wordt gestreefd naar een gebalanceerde personele verhouding in culturele achtergrond.

Laatstgenoemde verwijzingen betreffen vaak het aannemen van nieuw personeel welke qua

etnisch culturele achtergrond een aanvulling op een bestaand personeelsbestand levert.

Wanneer het diversifiëren van het personeelsbestand wordt toegelicht, is dit vaak met de

doelstelling een (meer) cultureel divers publiek te bereiken.

Programma

Wat betreft verwijzingen naar een cultureel divers programma zien we weinig verschil tussen

expliciete (66%) en impliciete verwijzingen (73%). De aandacht van culturele instellingen gaat

hierbij voornamelijk uit naar artistiek-inhoudelijke aspecten van het programma die culturele

diversiteit bevatten, zoals een Arabische filmprogramma, een Koerdisch festival en een

Hindoestaanse dansvoorstelling. Cultureel diverse makers waren te verdelen in twee

groeperingen: zij die vanuit het buitenland uitgenodigd waren om hier hun werk te tonen

(internationaal), en binnenlandse makers met een cultureel diverse achtergrond

(lokaal/nationaal). De internationale groep kreeg binnen de verslagen iets meer aandacht (81

vermeldingen van internationale makers t.o.v. 30 vermeldingen van nationale makers). Het

minst frequent wordt er expliciet gesproken van een missie of doelstellingen met betrekking

tot cultureel divers programmeren.

1 Let wel hierbij is het enkel noemen van namen niet meegerekend.

Page 10: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

10

Publiek

Als we kijken naar publiek valt op dat 39% van de instellingen hierbij expliciet verwijst naar

culturele diversiteit, en 86% hier in meer impliciete termen aan refereert. We vinden deze

grote verschillen met name in de missiestatements en programma-inhoudelijk. De wijze

waarop impliciet gesproken wordt over de cultureel diverse samenstelling van het publiek, is

in dit onderzoek verdeeld onder ‘divers’, ‘internationaal’ en ‘wijkgericht’. 25% van de

gecodeerde missie-statements met betrekking tot het publiek zijn gericht op de wijk,

bijvoorbeeld wanneer een organisatie ‘zoveel mogelijk kinderen uit de Schilderswijk’ wil

bereiken. Gezien de demografische gegevens van deze wijk is het mogelijk dat een organisatie

hiermee impliciet aangeeft een cultureel diverse samenstelling van haar publiek na te streven.

Ook blijkt het lastig expliciet te krijgen welke programma-inhoudelijke onderdelen een

cultureel divers publiek trekken. In 53% van deze gevallen spreken organisaties in termen als

‘deze avonden trekken een breed publiek’. Dergelijke uitspraken geven onvoldoende inzicht

in de daadwerkelijke samenstelling van het publiek en derhalve kan er niet met zekerheid

gezegd worden of een cultureel divers publiek bereikt is.

Partners

Ten slotte laat de analyse van de instellingspartners zien dat er ook hier een groot onderscheid

is tussen expliciete (27%) en impliciete (56%) verwijzingen naar culturele diversiteit. In de

analyse van de expliciete referenties hebben we een onderscheid gemaakt tussen lokale en/of

nationale partners (21%) en internationale partners (14%), met name om een onderscheid te

maken tussen culturele diversiteit en internationalisering. Een voorbeeld van een lokale

partner is The Hague African festival. Een internationaal voorbeeld is wanneer er sprake is

van een coproductie met een buitenlandse niet-westerse (productie)partner. Impliciete

samenwerkingen met bijvoorbeeld ambassades schetsen echter een onvoldoende beeld van

de cultureel diverse samenstelling van die partner.

Andere vormen van aandacht voor diversiteit

Code Culturele Diversiteit / Governance Code Cultuur

Ten slotte wordt de Code Culturele Diversiteit door 8 van de 70 (11%) instellingen expliciet

in het jaarverslag 2016 genoemd. Zes organisaties hanteren de Code actief, dat wil zeggen,

dat deze in beleidsmaatregelen vertaald is. Twee organisaties onderschrijven de CCD, maar

moeten hiervoor nog structureel beleid ontwikkelen.

De Governance Code Cultuur bestaat sinds 2006 en is een instrument voor goed bestuur en

toezicht in de cultuursector. De negen principes van de Code vinden hun vertaling in praktijk

aanbevelingen. In Principe 6.5 wordt expliciet aandacht gevraagd voor diversiteit (van het

personeel): “In zijn samenstelling waarborgt de raad van toezicht diversiteit; in het bijzonder

heeft hij daarbij aandacht voor leeftijd, etnische achtergrond en geslacht.” Deze code wordt

door 25 instellingen (36%) expliciet in hun jaarverslag 2016 genoemd.

Andere diversiteiten

Binnen de jaarverslagen is er ook aandacht voor andere vormen van diversiteit. Veelal is dit

gericht op publiek, bijvoorbeeld het aannemen van een inclusieve houding naar mensen met

Page 11: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

11

een beperking en gender/seksualiteit, of een specifieke leeftijdscategorie (jongeren dan wel

ouderen) of die deel uit maken van een bepaalde (lagere) sociale klasse. Een voorbeeld van

deze inclusieve houding is het aanbieden van speciale rondleidingen voor mensen met een

beperking.

Page 12: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

12

Resultaten – jaarverslagen 2017

Korte samenvatting

In totaal wordt iets vaker impliciet dan expliciet naar culturele diversiteit verwezen.

Echter, in categorie personeel vinden we juist meer expliciete aandacht voor dit thema.

Expliciete verwijzingen hebben het vaakst betrekking op het programma – met name in

referentie tot de inhoud – en het minst vaak op het personeel en partners.

De Code Culturele Diversiteit wordt door 36% van de culturele instellingen expliciet

genoemd in hun jaarverslag.

Resultaten

De onderstaande tabel geeft de belangrijkste resultaten weer, namelijk het percentage van het

totaal aantal instellingen dat deze (sub)code in het jaarverslag minimaal éen keer gebruikt

(‘percentage instellingen’) en hoe vaak een bepaalde (sub)code in de jaarverslagen 2017

gehanteerd wordt (‘aantal codes’). De resultaten zullen hieronder worden toegelicht.

Tabel 2. Discours diversiteit in jaarverslagen, totaal aantal codes en percentage per jaarverslag 2017

Categorie Expliciet Impliciet

% instellingen Aantal codes % instellingen Aantal codes

Personeel (totaal) 45% (31) 76 26% (18) 26

Missie 36% (25) 34 7% (5) 7

Raad van Toezicht 16% (11) 13 3% (2) 3

Werknemers 16% (11) 19 12% (8) 8

Vrijwilligers 13% (9) 10 9% (6) 8

Programma (totaal) 80% (55) 410 80% (55) 316

Missie 45% (31) 58 41% (28) 51

Makers 42% (29) 123 51% (35) 141

-Lokaal/Nationaal 30% (21) 62 nvt nvt

-Internationaal 25% (17) 61 nvt nvt

Programma inhoudelijk 57% (39) 229 58% (40) 124

Publiek (totaal) 57% (39) 108 93% (64) 317

Missie 42% (29) 51 81% (56) 163

Makers 1% (1) 1 7% (5) 5

Programma inhoudelijk 38% (26) 56 75% (52) 149

Partners (totaal) 45% (31) 102 62% (43) 166

Lokaal/Nationaal 42% (29) 82 nvt nvt

Internationaal 12% (8) 20 nvt nvt

Totaal 88% (61) 97% (66)

Noot: Omdat sommige tekst passages betrekking kunnen hebben op meerdere elementen komen de totalen per

categorie soms boven de honderd procent uit.

Page 13: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

13

Totale aandacht voor culturele diversiteit

Expliciet

In 88% van alle geanalyseerde jaarverslagen (61/69) werd er expliciet aandacht besteed aan

culturele diversiteit. Zo worden bijvoorbeeld termen als ‘wijkbewoners met een niet-

westerse achtergrond’ of het specifiek benoemen van cultureel diverse doelgroepen zoals

‘Turkse jongeren’ of ‘Marokkaanse Nederlanders’ gebruikt.

Impliciet

Als we kijken naar impliciete verwijzingen naar culturele diversiteit zien we dat nagenoeg alle

instellingen (97%) hier in hun jaarverslag aandacht aan besteden. Hierbij worden termen als

‘een groot en breed publiek’, ‘nieuw en divers’, ‘wijkgericht’, en ‘internationaal’ gehanteerd.

Culturele diversiteit in personeel, programma, publiek en partners

Personeel

In 31 (45%) van de in totaal 69 jaarverslagen wordt expliciet aandacht besteed aan de culturele

diversiteit van het personeel; wat opvalt, is dat impliciete verwijzing minder frequent

voorkomen (26%). Het betreft met name de expliciete formuleringen van missie en/of

doelstellingen van de instelling (36%), gevolgd door verwijzingen naar de culturele diversiteit

van de Raad van Toezicht en werknemers (beiden 16%) en vrijwilligers (13%).

Programma

Wat betreft verwijzingen naar een cultureel divers programma is het aantal organisaties dat

expliciet dan wel impliciet verwijst naar culturele diversiteit gelijk (80%). Wederom gaat de

aandacht van culturele instellingen voornamelijk naar programma-inhoudelijke aspecten die

cultureel divers zijn (57%), zoals thema’s rondom vluchtelingen en migranten, en samen

organiseren en creëren met cultureel diverse doelgroepen zoals wijkbewoners en scholieren.

In het oog springend is dat instellingen voor het cultureel divers programmeren eerder kiezen

voor een programma-inhoudelijke invulling dan dat er wordt gewerkt met makers met

cultureel diverse achtergrond (42%). Ten slotte valt uit de jaarverslagen op te maken dat zij

die wel met cultureel diverse makers werken, vaker samenwerken met lokale dan met

internationale makers (30% lokaal, 25% internationaal).

Publiek

Als we kijken naar publiek valt op dat 57% van de instellingen hierbij expliciet verwijst naar

culturele diversiteit, en 93% hier in meer impliciete termen aan refereert. We vinden deze

grote verschillen met name in de missiestatements (42% expliciet, 81% impliciet) en

programma-inhoudelijk (38% expliciet, 75% impliciet), maar nauwelijks in relatie tot het

programmeren van makers die een cultureel divers publiek aantrekken.

Partners

Ten slotte laat de analyse van de instellingspartners zien dat er ook hier – wederom – een

groot onderscheid is tussen expliciete (45%) en impliciete (62%) verwijzingen naar culturele

diversiteit. Het betreft hier voornamelijk lokaal en/of nationale partners (42%) en in mindere

mate internationale partners (12%).

Page 14: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

14

Andere vormen van aandacht voor diversiteit

Code Culturele Diversiteit / Governance Code Cultuur

Tot slot wordt de Code Culturele Diversiteit door 25 van de 69 (36%) instellingen expliciet

in het jaarverslag 2017 genoemd. Het betreft hier zowel instellingen die de code hanteren als

organisaties die dit van plan zijn en/of erover nadenken. De term ‘culturele diversiteit’ is in

2017 door 33 instellingen genoemd (48%).

41 (59%) instellingen benoemen de Governance Code Cultuur. Principe 6.5 van deze code

benoemt dat bij de samenstelling van de Raad van Toezicht deze verantwoordelijk is voor het

waarborgen van diversiteit en in het bijzonder aandacht heeft voor leeftijd, etnische

achtergrond en geslacht.

Andere diversiteiten

Binnen de jaarverslagen van 2017 is er wederom aandacht voor andere vormen van diversiteit.

Vergelijkbaar met 2016 is dit ook in 2017 veelal gericht op publiek, bijvoorbeeld bij het

aannemen van een inclusieve houding naar mensen met een beperking en gender/seksualiteit,

een specifieke leeftijdscategorie (jongeren dan wel ouderen), of doelgroepen uit een bepaalde

(lagere) sociale klasse. In de praktijk komt de aandacht voor deze diversiteit naar voren in

bijvoorbeeld het aanbieden van speciale rondleidingen voor mensen met een beperking.

Page 15: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

15

Resultaten – vergelijking 2016 en 2017

Korte samenvatting

Het percentage expliciete verwijzingen stijgt sterk in de jaarverslagen uit 2017 in

vergelijking met 2016, met name onder personeel waar we een verdubbeling.

Deze toename van expliciete verwijzingen naar culturele diversiteit zien we voornamelijk

terug in referentie tot de missie van de instelling en het aangaan van lokale

partnerschappen.

Het percentage organisaties dat de Code Culturele Diversiteit expliciet noemt

verdrievoudigt van 11% (2016) naar 36% (2017).

Totale aandacht voor culturele diversiteit

Expliciet

Ten eerste zien we een groei in het percentage jaarverslagen dat – op welke manier dan ook

en ten minste één maal– expliciet verwijst naar culturele diversiteit, van 73% in 2016 naar 88%

in 2018. Ten tweede valt de verdubbeling bij het percentage expliciete verwijzingen naar

diversiteit van het personeel op, van 20% (2016) naar 45% (2017). Ook in de andere P’s neemt

het percentage expliciete verwijzingen toe. Dit lijkt deels het gevolg van een oproep van de

gemeente Den Haag om hier in het jaarverslag expliciet aandacht aan te besteden. Echter,

zowel in 2016 als in 2017, vinden we de meeste verwijzingen naar culturele diversiteit in de

categorie programma, en hebben deze verwijzingen in (veel) mindere mate betrekking op de

culturele diversiteit van publiek, personeel en partners.

Impliciet

Het aantal impliciete verwijzingen naar culturele diversiteit neemt in elke P licht toe ten

opzichte van 2016.

Culturele diversiteit in personeel, programma, publiek en partners

Personeel

Zoals hierboven reeds is opgemerkt zien we een grote toename in het percentage

jaarverslagen dat expliciete verwijzingen naar de culturele diversiteit van het personeel bevat,

van 20% in 2016 naar 45% in 2017. Het percentage impliciete verwijzingen neemt slechts licht

toe. Deze toename moeten we voornamelijk op het conto schrijven van een vermeerdering

van verwijzingen naar culturele diversiteit in de missie van de organisatie; dit percentage

verdrievoudigd in 2017 ten opzichte van 2016. Opvallend is ook de groei van expliciete

aandacht voor de diversiteit onder vrijwilligers. In 2016 was dit slechts 3% waar in 2017 dit is

ontwikkeld tot 13%.

Programma

In 2017 is het percentage jaarverslagen welke expliciete vermeldingen omtrent de culturele

diversiteit van het programma bevatten aanzienlijk hoger dan in 2016 – 66% in 2016 en 80%

in 2017. Dit percentage stijgt ook iets voor impliciete verwijzingen. Ook hier betreft het

hoofdzakelijk expliciete verwijzingen naar culturele diversiteit in de missie welke toenemen

Page 16: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

16

van 30% in 2016 naar 45% in 2017 en cultureel diverse lokale en/of nationale makers – van

20% naar 30%.

Publiek

Als we kijken naar publiek, valt het op dat er in 2017 een toename is voor zowel het expliciet

als impliciet verwijzen naar culturele diversiteit. Het totaal aantal expliciete verwijzingen is

gegroeid van 39% (2016) naar 57% (2017); het percentage jaarverslagen dat impliciete

referenties bevatte naar culturele diversiteit groeide van 86% (2016) naar 93% (2017). Deze

groei komt met name op het conto van de toegenomen expliciete aandacht voor culturele

diversiteit in missie-statements en impliciete aandacht voor culturele diversiteit in de

programma-inhoud. Het programmeren van cultureel diverse makers voor een cultureel

divers publiek heeft in 2017 minder de aandacht (1% ten opzichte van 7% in 2016).

Partners

Ten slotte laat de analyse van de instellingspartners zien dat er bijna een verdubbeling heeft

plaatsgevonden van expliciete aandacht voor culturele diversiteit (in 2016 27%, in 2017 45%)

waar het percentage impliciete verwijzingen slechts licht gestegen is (in 2016 56%, in 2017

62%). Ook verdubbelt het percentage instellingen dat aandacht besteed aan cultureel diverse

lokale en/of nationale partners (van 21% in 2016 naar 42% in 2017), waar dit percentage gelijk

blijft voor verwijzingen naar cultureel diverse internationale organisaties.

Code Culturele Diversiteit / Governance Code Cultuur

In vergelijking met 2016 wordt er vaker in de jaarverslagen van 2017 vermeld dat een instelling

de Code Culturele Diversiteit hanteert; we zien een stijging van 11% (2016) naar 36% (2017).

Het is moeilijk te zeggen of deze toename het gevolg is van een daadwerkelijke toename in

het hanteren van de CCD of dat meer instellingen dit zijn gaan vermelden in hun jaarverslag.

Wat betreft de Governance Code Cultuur signaleren we een – minder spectaculaire –

toename, van 36% (2016) naar 59% (2017).

Page 17: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

17

Resultaten – survey

Korte samenvatting

59% van de instellingen geeft aan de code culturele diversiteit (CCD) te hanteren. 29%

zegt dit in de toekomst van plan te zijn en 12% is dit niet van plan.

Het nemen van concrete maatregelen t.v. diversiteitsbeleid is stelselmatig groter bij de

onderdelen programma of publiek dan bij personeel.

42% van de instellingen heeft hun personeelsbestand diverser zien worden. Veelal geven

zijn aan dat zij hier ‘veel meer aandacht’ aan hebben besteed in hun werving. Waar het

personeelsbestand minder divers is geworden of gelijk is gebleven, wordt vaak ‘weinig

verloop in personeel’ als reden aangevoerd. Instellingen schatten de culturele diversiteit

van het personeel (percentage met een niet-westerse migratie-achtergrond) in op

ongeveer 25%.

In meerderheid signaleren instellingen dat hun publiek en programma diverser is

geworden wat ook weer tot een groter draagvlak leidt.

Algemeen

De 66 respondenten van de survey omschrijven zichzelf, op een enkeling na, allemaal als

directeur, voorzitter of zakelijk leider van de instelling die zij vertegenwoordigen. Zestien van

hen hebben zelf een migratie-achtergrond. 50 van deze organisaties ontvangen subsidies vanuit

het meerjarenbeleidsplan kunst en cultuur 2017-2020 of de subsidieregeling culturele

projecten, 10 (ook) vanuit integratiebeleid en 20 organisaties (ook) vanuit een andere

gemeentelijke subsidieregeling.

Code Culturele Diversiteit

Van alle respondenten geeft 59% aan de code culturele diversiteit (CCD) te hanteren. 29%

zegt dit in de toekomst van plan te zijn en 12% is dit niet van plan. Het hanteren van deze

code hangt enigszins samen met de wijze waarop de instelling diversiteit benadert. 70% van

de instellingen die aangeven expliciet en bewust met diversiteitsbeleid bezig te zijn, hanteert

de CCD. Ditzelfde geldt voor 62% van de instellingen die een impliciete benadering van

culturele diversiteit hanteert. Hierbij dient te worden opgemerkt dat een handvol instellingen

stelt dat culturele diversiteit geen core business, een speerpunt of een onderdeel is van de

organisatie, maar een vanzelfsprekendheid (‘diversiteit is een feit’).

Culturele diversiteit in personeel, programma, publiek en partners

Algemeen

In de enquête zijn met name vragen stelt over diversiteitsbeleid op de terreinen programma,

publiek en personeel. Tabel 3 geeft een overzicht van de mate waarin men op die onderdelen

instemt2 met een aantal stellingen.

2 Percentages geven aan in hoeverre respondenten de betreffende stellingen ‘grotendeels’ of ‘ geheel’ van toepassing achten op hun instelling.

Page 18: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

18

Tabel 3. Maatregelen t.b.v. diversiteitsbeleid op de terreinen programma, publiek en personeel

Programma Publiek Personeel

Visie geformuleerd 54% 46% 28%

-Visie: Hanteren concrete doelstellingen* 11% (21%) 11% (25%) 5% (18%)

-Visie: Ondernemen concrete activiteiten* 33% (65%) 20% (64%) 9% (35%)

Onderwerp van bespreking 45% 42% 28%

Regelmatig terugkerend agendapunt 38% 24% 16%

Reserveren specifieke middelen 27% 15% nvt

Jaarlijkse evaluatie diversiteitsbeleid 35% 24% nvt

Jaarlijkse bespreking met toezichthouders 29% 23% 20%

* Er werd eerst gevraagd of men een visie had. Zo nee, dan vulde men deze vraag niet in. Eerste percentage is incl.

organisaties zonder visie; tweede percentage betreft alleen instellingen met een visie op programmering (34), publiek (28)

en personeel (17).

De helft van de instellingen heeft een visie heeft geformuleerd over culturele diversiteit met

betrekking tot programmering en publiek. Echter, wat betreft personeel geldt dit een

aanzienlijk geringer aantal instellingen (28%). Instellingen met een visie geven twee tot drie

keer vaker aan dat zij concrete activiteiten ondernemen in vergelijking met het hanteren van

concrete doelstellingen. Dit wijst erop dat lang niet alle beleidsmaatregelen t.b.v. diversiteit

zijn ingebed in – of vertaald naar – concrete doelen. Concrete doelstellingen en activiteiten

worden vaker genoemd bij programma en publiek dan bij personeel, waarvoor slechts 5% van

de onderzochte instellingen concrete doelstellingen hanteert en slechts 9% concrete

activiteiten onderneemt.

Met name de culturele diversiteit van het programma en publiek is vaak onderwerp van

bespreking; dit geldt voor respectievelijk voor 45% en 42% van de instellingen. Diversiteit van

het programma het vaakst als agendapunt aan de orde komt (38%). Voor de diversiteit van

het programma worden ook het vaakst specifieke middelen gereserveerd, terwijl de diversiteit

van het publiek het vaakst aanbod komt in jaarlijkse evaluaties (35%) of besprekingen met

toezichthouders (29%). Over het algemeen kan worden gesteld de bekommernis om

diversiteit stelselmatig groter bij de onderdelen programma of publiek dan bij personeel.

Personeel

Tabel 4 laat zien hoe de respondent (vaak directeur) de culturele diversiteit van het personeel

inschat. Deze is het hoogst onder vrijwilligers en het laagste in de Raad van Toezicht. De

overige percentages schommelen rond de 25%.

De meerderheid van de ondervraagden is van mening dat men ook zonder een cultureel divers

personeelsbestand een goed diversiteitsbeleid voeren; ook over de vraag of divers personeel

leidt tot een diverse programmering of een divers publiek zijn de meningen ongeveer gelijk

verdeeld. Met het idee dat een quotum om het personeelsbestand diverser kan maken stemt

23% in.

Ook geeft maar een klein deel van de organisaties aan altijd concrete maatregelen te nemen

om de culturele diversiteit van het personeel te vergroten via werving en selectie (15%),

behoud (12%) of doorstroom (14%). Hierbij dient een kanttekening geplaatst te worden

namelijk dat sommige organisaties – vaak omdat ze te klein zijn – überhaupt geen specifiek

beleid voeren wat betreft werving/selectie, behoud en doorstroom van personeel.

Page 19: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

19

42% van de instellingen heeft het personeelsbestand de afgelopen vier jaar diverser zien

worden. Veelal geven zijn aan dat zij hier ‘veel meer aandacht’ aan hebben besteed in hun

werving. Waar het personeelsbestand minder divers is geworden of gelijk is gebleven, wordt

vaak ‘weinig verloop in personeel’ als reden aangevoerd.

Tabel 4. Inschatting de culturele diversiteit (%) van de personeelssamenstelling in organisatie in wat betreft

personeel met een niet-westerse migratieachtergrond

Raad van Toezicht (26) 14%

Bestuur (29) 27%

Directie / managementteam (23) 28%

Medewerkers (43) 25%

Ondersteunend personeel (36) 24%

Stagiaires / vrijwilligers (43) 30%

Ondernemingsraad (12) 22%

Programma

Voor slechts 9% van de instellingen is culturele diversiteit voor het programma core business;

meestal is het een van de speerpunten. Voor een kwart van de instellingen speelt diversiteit

niet of nauwelijks een rol in de programmering. 25% geeft aan dat het een (extra of tijdelijk)

onderdeel, apart project of activiteit is. 56% van de ondervraagden is van mening dat het

publiek niet diverser zal worden als het aanbod niet verandert. 11% vindt de omvang van het

publiek belangrijker dan de diversiteit. Het percentage dat meent dat kwaliteit en diversiteit

op gespannen voet staan is met 5% verwaarloosbaar. Een derde van de ondervraagden stelt

echter dat een gebrek aan middelen het uitvoeren van een cultureel divers programma in weg

staat.

24% verwacht dat diverser programmeren tot hogere kosten zal leiden, maar ook meer

publiek (39%), meer creativiteit (55%) en met name meer maatschappelijk draagvlak (65%).

Enkele respondenten vullen aan: ‘anders’ en ‘relevanter’. Financiering van een meer diverse

programmering komt in 44% van de gevallen enkel uit het reguliere budget, terwijl 12%

(daarnaast) kan putten uit een geoormerkt projectpotje.

49% van de instellingen heeft het programma de afgelopen vier jaar diverser zien worden. Als

redenen worden genoemd: bewust anders programmeren en inspelen op een veranderende

bevolkingssamenstelling, input van nieuwe medewerkers en het aangaan van nieuwe

partnerschappen.

Publiek

Uit de specifieke vragen over het publiek kunnen we ten eerste opmaken dat 77% bereid is

om de publiekswerving of prijzen aan te passen om een diverser publiek te bereiken. Ruim de

helft (55%) geeft aan voldoende kennis te hebben om cultureel diverse groepen te bereiken.

Tot een aanpassing van de programmering met het oog op publieksdiversiteit is 67% bereid,

terwijl 35% aangeeft dat het aantrekken van divers publiek lastig is vanwege de aard van de

eigen programmering.

Page 20: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

20

De afgelopen vier jaar is de samenstelling van hun publiek volgens een meerderheid (60%) van

de respondenten meer divers geworden. 32% ziet geen verandering. De ontwikkeling loopt

nagenoeg parallel met de gepercipieerde verandering in het culturele diversiteitsgehalte in de

programmering welke ook diverser is geworden, volgens 58% van de respondenten. Zij

noemen dit zelf ook vaak als reden: ‘Meer divers aanbod leidt tot meer divers publiek’.

Culturele diversiteit in de cultuursector als geheel

Tot slot bevatte de enquête een aantal vragen over de (Haagse) cultuursector in het algemeen.

De belangrijkste bevindingen van dit onderdeel zijn (zie Figuur 1):

24% vindt dat er in de Haagse culturele sector voldoende wordt gedaan om culturele

diversiteit te bevorderen.

Slechts 29% is voorstander van dwingende maatregelen van de gemeente.

Een ruime meerderheid van 81% vindt dat culturele diversiteit noodzakelijk is om de

maatschappelijke relevantie van de culturele sector te waarborgen.

Eveneens een krappe meerderheid van 59% meent dat subsidierichtlijnen culturele

diversiteit niet in de weg staan.

Slechts 10% vindt dat cultureel diverse organisaties voorrang moeten krijgen bij het

verdelen van de subsidiemiddelen.

Deze cijfers laten zien dat er nog veel moet gebeuren volgens de respondenten, maar dat

dwingende maatregelen of financiële prikkels vanuit de gemeente daarvoor niet nodig zijn.

Figuur 1. Stellingen met betrekking tot de cultuursector in het algemeen

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

Percentage eens/zeer eens met stelling

Page 21: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

21

Resultaten – Vergelijking Den Haag – Rotterdam

Hieronder schetsen beknopt we enkele opvallende verschillen tussen het onderzoek wat we

verricht hebben onder Rotterdamse culturele instellingen in opdracht van de Rotterdamse

Raad voor Kunst en Cultuur en de het onderzoek wat we gedaan hebben onder Haagse

culturele instellingen in opdracht van de Gemeente Den Haag.

Jaarverslagen

De analyse van de Rotterdamse jaarverslagen was een stuk minder fijnmazig dan de analyse

van de Haagse cultuursector. Echter, we vinden enkele opvallende overeenkomsten tussen

de cultuursector in Rotterdam en Den Haag:

Er wordt in de jaarverslagen van culturele instellingen uit beide steden beduidend meer

op een impliciete dan een expliciete wijze verwezen naar culturele diversiteit.

Er wordt in de jaarverslagen relatief de minste aandacht besteed aan de diversiteit van het

personeel in vergelijking tot programma, publiek en partners.

De gebruikte terminologie om culturele diversiteit aan de duiden verschilt sterk tussen

culturele instellingen.

Maar enkele verschillen tussen beiden steden springen in het oog:

In de jaarverslagen van Haagse culturele instellingen lijkt er relatief meer expliciet naar

culturele diversiteit verwezen te worden. Dit kan achter het gevolg zijn van een iets andere

operationalisering van culturele diversiteit.

De meeste expliciete aandacht voor culturele diversiteit vinden we in Rotterdam in de

categorie publiek, terwijl deze diversiteit in Den Haag met name in de categorie

programma te vinden is. Mogelijkerwijs heeft dit te maken met de voortrekkersrol van

Rotterdam Festivals in het doen van publieksonderzoek m.b.v. hun veelgebruikte

doelgroepsegmentatiesysteem MOSAIC.

Survey

De survey zoals deze is gehanteerd in Rotterdam en Den Haag is nagenoeg hetzelfde opgezet,

op enkele kleine aanpassingen na. Echter, de non-response in de Haagse survey was groter,

aangezien niet-reageerders niet telefonisch benaderd zijn. Dit zou selectie in de hand gewerkt

kunnen hebben.

Ook in de resultaten van de survey zien we veel overeenkomsten:

Het percentage instellingen dat de CCD hanteert (of van plan is te gaan hanteren) is

nagenoeg hetzelfde in beide steden.

In beide steden treffen culturele instellingen het minst vaak maatregelen op het gebied van

het diversiteitsbeleid van het personeel in vergelijking met programma en publiek.

De meerderheid van de ondervraagden is van mening dat men ook zonder een cultureel

divers personeelsbestand een goed diversiteitsbeleid voeren; ook vindt een krappe

meerderheid dat subsidierichtlijnen culturele diversiteit niet in de weg staan.

In beide steden vindt minder dan 11% van de ondervraagden dat kwaliteit en diversiteit

op gespannen voet staan en de omvang van het publiek belangrijker dan de diversiteit van

het programma.

Page 22: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

22

Ongeveer 60% van de respondenten signaleert dat het publiek diverser is geworden;

tevens is men in grote meerderheid bereid om publiekswerving of prijzen aan te passen

om deze diverse doelgroep te bereiken.

Wat betreft de cultuursector in het algemeen is in beiden steden ongeveer een kwart van

de ondervraagden voorstander van dwingende maatregelen om de culturele diversiteit te

bevorderen.

De meeste in het oog springende verschillen tussen Rotterdam en Den Haag zijn:

In Den Haag had 24% van de respondenten (vnl. directeuren van culturele instellingen)

een migratie-achtergrond in vergelijking met 13% in Rotterdam.

Waar culturele instellingen in Den Haag relatief vaak maatregelen betreffende het

diversiteitsbeleid van het programma richt de aandacht zich in Rotterdam wat vaker op

publiek.

De Haagse respondenten schatten de diversiteit van hun personeel gemiddeld wat lager in

dan hun Rotterdamse collega’s – 25% versus 35%. En treffen iets vaker concrete

maatregelen in werving en selectie om de diversiteit te vergroten.

In Den Haag signaleert men het gebrek aan middelen die nodig zijn om cultureel divers te

programmeren iets vaker als een probleem dan in Rotterdam. Het percentage

respondenten dat hogere kosten verwacht als gevolg van zulks programmeren is ook iets

hoger.

Haagse culturele instellingen geven vaker dan hun Rotterdamse collega’s aan dat zij het

lastig vinden een divers publiek aan te trekken vanwege de aard van de eigen

programmering, maar zij zijn wel meer bereid tot aanpassing van de programmering om

een diverser publiek te bereiken.

Wat betreft de cultuursector in het algemeen, vindt ongeveer een kwart van de Haagse

instellingen dat er in Haagse culturele sector voldoende wordt gedaan om culturele

diversiteit te bevorderen, terwijl slechts 5% van de Rotterdamse instellingen eenzelfde

mening toegedaan is betreffende Rotterdamse culturele sector.

Page 23: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

23

Bijlage 1 – Codeerschema

Codegroep Code Toelichting

ALGEMEEN

Expliciet en impliciet

EX

(expliciet)

Deze code is niet los gecodeerd. Van toepassing op termen als (of variaties op): culturele

diversiteit/achtergronden, multicultureel, etniciteit, allochtonen, niet-westerse groepen, kleurrijk, diversiteit aan culturen, migranten (tenzij expliciet westerse migranten betreft), expliciete verwijzingen

naar ‘Nederlandse’ etniciteit. Exclusief: namen, tenzij een opsomming/tabel met toelichting en/of in de tekst een toelichting wordt gegeven (helder uit de context), westers culturele diversiteit.

IM

(impliciet)

Deze code is niet los gecodeerd. Zie onder.

IM_DIV Deze code is altijd gekoppeld aan een ‘impliciete P’. Variaties op divers/diversiteit zonder dat

expliciet duidelijk wordt dat het culturele diversiteit betreft. Bijvoorbeeld: nieuw, breed, alle Hagenaren, uitgebalanceerde samenstelling, alle lagen van de samenleving.

IM_WIJK Deze code is altijd gekoppeld aan een ‘impliciete P’. Refereert naar verwijzingen naar de bevolkingssamenstelling van diverse wijken. Bijvoorbeeld: Schilderwijk, Laak.

IM_INT Deze code is altijd gekoppeld aan een ‘impliciete P’. Refereert naar verwijzingen naar het buitenland en ‘westerse’ landen. Bijvoorbeeld: internationaal, Griekenland.

PERSONEEL (d.w.z. alle

betaalde en niet-betaalde

medewerkers, zowel artistieke

staf als ondersteunend

personeel, inclusief toezichthouders.)

PERS_MIS_EX In de missie statement met betrekking tot het personeel wordt culturele diversiteit expliciet benoemd.

PERS_MIS_IM In de missie statement met betrekking tot het personeel wordt culturele diversiteit impliciet benoemd.

PERS_RVT_EX Wanneer er geschreven wordt over (de samenstelling van) de Raad van Toezicht wordt expliciet benoemd dat er rekening wordt gehouden met culturele diversiteit dan wel een

aandachtspunt is.

PERS_RVT_IM Wanneer er geschreven wordt over (de samenstelling van) de Raad van Toezicht wordt impliciet benoemd dat er rekening wordt gehouden met culturele diversiteit dan wel een

aandachtspunt is.

PERS_VS_EX Wanneer er geschreven wordt over (de samenstelling van) de vrijwilligers (incl. stagiaires)

wordt expliciet benoemd dat er rekening wordt gehouden met culturele diversiteit dan wel een aandachtspunt is.

PERS_VS_IM Wanneer er geschreven wordt over (de samenstelling van) de vrijwilligers (incl. stagiaires) wordt impliciet benoemd dat er rekening wordt gehouden met culturele diversiteit dan wel

een aandachtspunt is.

PERS_WN_EX Wanneer er geschreven wordt over (de samenstelling van) de betaalde werknemers

(directeur, artistiek en ondersteunend personeel) wordt expliciet benoemd dat er rekening wordt gehouden met culturele diversiteit dan wel een aandachtspunt is.

PERS_WN_IM Wanneer er geschreven wordt over (de samenstelling van) de betaalde werknemers (directeur, artistiek en ondersteunend personeel) wordt impliciet benoemd dat er rekening

wordt gehouden met culturele diversiteit dan wel een aandachtspunt is.

PROGRAMMA

(d.w.z. de inhoudelijke

producten en diensten van de

organisatie. Hiermee bedoelen

we het complete aanbod, zowel

hoofd- als randprogrammerin

g alsmede tijdelijke als vaste exposities,

activiteiten, cursussen etc.)

PRO_MIS_EX In de missie statement met betrekking tot de programmering wordt culturele diversiteit

expliciet benoemd, bijvoorbeeld in doelstellingen.

PRO_MIS_IM In de missie statement met betrekking tot de programmering wordt culturele diversiteit

impliciet benoemd.

PRO_MAK_EX_INT De organisatie toont het werk van een maker (d.w.z. theatermakers, dansers, beeldend kunstenaars, muzikanten, etc.) uit een niet-westers land. Bijvoorbeeld: een kunstenaar uit China.

PRO_MAK_EX_LOK De organisatie toont het werk van een Nederlandse maker (d.w.z. theatermakers, dansers, beeldend kunstenaars, muzikanten, etc.) met een cultureel diverse achtergrond. Bijvoorbeeld:

een Algerijns-Nederlandse dichter.

PRO_PRO_EX De organisatie programmeert expliciet cultureel divers op programma-inhoudelijk niveau. Het

gaat hierbij om de thematische invulling van een programma-onderdeel. Bijvoorbeeld: een Arabische avond.

PRO_PRO_IM De organisatie programmeert impliciet cultureel divers op programma-inhoudelijk niveau. Het gaat hierbij om de thematische invulling van een programma-onderdeel. Bijvoorbeeld: een

Engels gesproken voorstelling.

PUBLIEK

(d.w.z. de (eind)afnemers van

de inhoudelijke producten en

diensten van de organisatie).

PUB_MIS_EX In de missie statement met betrekking tot het publiek wordt culturele diversiteit expliciet

benoemd, bijvoorbeeld in doelstellingen.

PUB_MIS_IM In de missie statement met betrekking tot het publiek wordt culturele diversiteit impliciet

benoemd.

PUB_MAK_EX Er komt expliciet een cultureel divers publiek af op een specifiek geprogrammeerde maker.

PUB_MAK_IM Er komt impliciet een (cultureel) divers publiek af op een specifiek geprogrammeerde maker.

PUB_PRO_EX Er komt expliciet een cultureel divers publiek af op een programma-inhoudelijk product van de organisatie. Bijvoorbeeld: de Hindoestaanse dansvoorstelling trok veel Indiase bezoekers.

PUB_PRO_IM Er komt impliciet een cultureel divers publiek af op een programma-inhoudelijk product van de organisatie. Bijvoorbeeld: de Hindoestaanse dansvoorstelling trok een groot en gemêleerd

publiek.

Page 24: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

24

PARTNERS

(d.w.z. externe personen en

organisaties waar de instelling

opdrachten aan verstrekt of mee

samenwerkt, incl. onderwijsinstellingen en externe

curatoren)

PAR_EX_INT De organisatie werkt samen met een partner uit een niet-westers land. Bijvoorbeeld: een

coproductie met een theater uit Marokko.

PAR_EX_LOK De organisatie werkt samen met een lokale Nederlandse partner waarbij gericht wordt op

culturele diversiteit. Bijvoorbeeld: Indian Film Festival The Hague.

PAR_IM De organisatie werkt samen met partners die impliciet culturele diversiteit vertegenwoordigen

dan wel bevorderen. Hieronder vallen ook partners uit westerse landen. Bijvoorbeeld: ambassades, Frans dansgezelschap.

OVERIGE CODES ALT_DIV Alternatieve vormen van diversiteit die benoemd worden. Bijvoorbeeld: seksueel en genderdivers, diversiteit in leeftijd, sociaal-economisch, etc.

CCD De Code Culturele Diversiteit. Dit is een praktisch instrument voor leden van besturen, raden van toezicht, directies en medewerkers van publiek gefinancierde culturele instellingen. De

Code biedt concrete handreikingen om culturele diversiteit structureel in de instelling te verankeren.

GCC De Governance Code Cultuur is een instrument voor goed bestuur en toezicht in de cultuursector. Principe 6.5 benoemt dat bij de samenstelling van de Raad van Toezicht deze

verantwoordelijk is voor het waarborgen van diversiteit en in het bijzonder aandacht heeft voor leeftijd, etnische achtergrond en geslacht.

CULT_DIV Culturele diversiteit’ verwijst naar een specifiek persoonskenmerk: de etnisch-culturele achtergrond. Deze codering wordt toegepast wanneer een instelling de term ‘cultureel

divers/culturele diversiteit’ gebruikt.

Page 25: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

25

Bijlage 2 – Surveyvragen

Den Haag Diversiteit SURVEY - ONDERZOEK CULTURELE DIVERSITEIT

Namens de gemeente Den Haag

Beste lezer,

Wij waarderen het zeer dat u de moeite neemt deze survey in te vullen. Hieronder volgt een korte

toelichting op de vragenlijst.

Invulinstructie

Drie P’s

Deze enquête is onderverdeeld in drie P’s: Programma, Publiek en Personeel. Dit zijn onderdelen

binnen culturele organisaties waar culturele diversiteit zichtbaar wordt. Onder iedere P wordt

gevraagd naar zowel praktijken als opvattingen die betrekking hebben op úw organisatie. Aan het

einde van de survey worden enkele stellingen voorgelegd die betrekking hebben op de Haagse

cultuursector in het algemeen.

Survey vragen

Alle vragen zijn gebaseerd op eerder onderzoek. Tevens zijn ze voorgelegd aan experts betrokken bij

de ontwikkeling van de Code Culturele Diversiteit. Ten slotte zijn de vragen voorgelegd aan de

vertegenwoordigers van de directieoverleggen Podiumkunsten, Musea, Festivals en Cultuurankers

en hun commentaar in de survey verwerkt.

Definitie culturele diversiteit Net als de Code Culturele Diversiteit volgt dit onderzoek het CBS in het

definiëren van culturele diversiteit:

Een persoon heeft een westerse migratieachtergrond als hij, zij of één van de ouders in Europa

(exclusief Turkije), Noord-Amerika of Oceanië is geboren. Ook Indonesië en Japan worden tot de

westerse landen gerekend. Als een persoon of één van de ouders in een ander land is geboren,

heeft deze persoon een niet-westerse migratieachtergrond.

Dit onderzoek richt zich op Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond. Niet-

Nederlandse staatsburgers vallen hier niet onder.

We zijn ons ervan bewust dat definities geen a-politieke feiten zijn en er meerdere definities

mogelijk zijn. Echter, voor de betrouwbaarheid van het onderzoek en vergelijkbaarheid met andere

studies is een eenduidige definitie noodzakelijk.

Page 26: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

26

1.1 Voor welke culturele organisatie bent u werkzaam?

________________________________________________________________

1.2 Ontvangt uw organisatie subsidie van de gemeente Den Haag?

(meerdere antwoorden mogelijk)

- Vanuit het meerjarenbeleidsplan kunst en cultuur 2017-2020 of de subsidieregeling culturele

projecten

- Vanuit integratiebeleid

- Vanuit een andere gemeentelijke subsidieregeling

- Geen subsidie van de gemeente Den Haag

1.3 Welke functie vervult u binnen deze organisatie? (directeur, etc.)

________________________________________________________________

1.4 Heeft u een migratieachtergrond?

Ja, namelijk: ________________________________________________

Nee

Zeg ik liever niet

1.5 Hanteert uw organisatie de Code Culturele Diversiteit?

Ja

Nee, maar wel van plan

Nee, en ook niet van plan

1.6 Uw organisatie benadert culturele diversiteit:

Expliciet (d.w.z. de organisatie werkt bewust en expliciet aan het bereiken van een cultureel

divers(e) identiteit/positionering/imago en/of richt zich op specifieke cultureel diverse

doelgroepen en/of werft cultureel diverse personeels- en/of bestuursleden en/of

programmeert/produceert werk met een nadrukkelijk cultureel diverse vorm/inhoud en

benoemt dit zelf ook zo)

Impliciet (d.w.z. de instelling ziet activiteiten als hierboven genoemd onder "expliciet" genoemd

als een vanzelfsprekend onderdeel van zijn praktijk, dat niet afzonderlijk hoeft te worden

benoemd en dat in de ene activiteit zichtbaarder aanwezig is dan in de ander)

Niet

Anders, namelijk: ________________________________________________

De onderstaande vragen hebben betrekking op de culturele diversiteit van uw programma binnen

uw organisatie.

Page 27: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

27

Met programmering bedoelen we het complete aanbod van uw organisatie, zowel hoofd- als

randprogrammering alsmede tijdelijke en vaste exposities / activititeiten / cursussen.

2.1 Heeft uw organisatie een visie op culturele diversiteit met betrekking tot de programmering

geformuleerd?

Ja

Nee

2.2 De organisatie heeft een visie op culturele diversiteit met betrekking tot de programmering

geformuleerd, met daarin opgenomen:

Niet van

toepassing Beperkt van toepassing

Deels wel/deels niet

van toepassing

Grotendeels van toepassing

Volledig van toepassing

Concrete doelstellingen (bijv.

streefcijfers, minimumaantallen)

Concrete activiteiten op het

gebied van cultureel divers programmeren

Page 28: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

28

2.3 In welke mate zijn de volgende stellingen van toepassing op úw organisatie?

Niet van toepassing

Beperkt van toepassing

Deels wel/deels niet van toepassing

Grotendeels van toepassing

Volledig van toepassing

Bij het tot stand komen van de

programmering is culturele diversiteit een onderwerp van

bespreking;

Het diversiteitsbeleid vormt een regelmatig

terugkerend agendapunt tijdens

werkoverleggen over het programma;

De organisatie reserveert specifieke

middelen voor de uitvoering van een

diverse programmering;

De uitvoering van het diversiteitsbeleid ten

behoeve van de programmering wordt jaarlijks geëvalueerd;

De toezichthouders / bestuurders

bespreken jaarlijks met de directie de

gang van zaken met betrekking tot de uitvoering van het

diversiteitsbeleid ten behoeve van de programmering;

Page 29: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

29

2.4 In welke mate zijn de volgende opvattingen van toepassing op úw organisatie?

Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens

Diversiteit staat op gespannen

voet met artistieke kwaliteit;

Diversiteit van het publiek zal

niet bereikt worden als de

programmering niet verandert;

Een gebrek aan middelen staat een volledige uitvoering van een cultureel

divers programma in

de weg;

De programmering

van onze organisatie is

een gegeven en het maakt ons niet zoveel uit welk publiek

daar op af komt, zolang het

publiek voldoende talrijk is;

2.5 Is culturele diversiteit voor het huidige programma van uw organisatie:

(het betreft louter karakterisering, geen waardering)

Core business

Een van de speerpunten

Een (extra of tijdelijk) onderdeel, apart project of activiteit

Geen van allen

Geef hier eventueel een toelichting op uw antwoord op de vorige vraag.

________________________________________________________________

Page 30: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

30

2.6 De activiteiten op het gebied van culturele diversiteit worden gefinancierd uit:

Het reguliere budget d.w.z eigen inkomsten, structurele subsidie, etc.

Project-/extra aanvullende subsidies

Beide

Geen van beide

2.7 Cultureel divers programmeren leidt (uiteindelijk) tot:

(meerdere antwoorden mogelijk)

- Hogere kosten

- Meer publiek

- Meer creativiteit

- Minder maatschappelijk draagvlak

- Hogere inkomsten

- Anders, namelijk: ________________________________________________

- Lagere kosten

- Minder publiek

- Minder creativiteit

- Meer maatschappelijk draagvlak

- Lagere inkomsten

2.8 Hoe zou u de ontwikkeling in de diversiteit van het programma van uw organisatie beschrijven

over de afgelopen 4 jaar?

Meer divers

Gelijk gebleven

Minder divers

Weet ik niet

Kunt u aangeven wat volgens u de redenen hiervoor zijn?

________________________________________________________________

Page 31: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

31

Onderstaande vragen hebben betrekking op de culturele diversiteit van uw publiek.

Met uw publiek bedoelen wij de (eind)afnemers van de inhoudelijke producten en diensten van uw

organisatie.

3.1 Heeft uw organisatie een visie op culturele diversiteit met betrekking tot de

publiekssamenstelling geformuleerd?

Ja

Nee

3.2 De organisatie heeft een visie op culturele diversiteit met betrekking tot de

publiekssamenstelling geformuleerd, met daarin opgenomen:

Niet van

toepassing Beperkt van toepassing

Deels wel/deels niet van

toepassing

Grotendeels van

toepassing

Volledig van toepassing

Concrete doelstellingen (bijv.

streefcijfer/minimum-aantallen)

Concrete activiteiten vastgesteld om een

cultureel divers publiek aan te trekken

Page 32: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

32

3.3 In welke mate zijn de volgende stellingen van toepassing op úw organisatie?

Niet van

toepassing Beperkt van toepassing

Deels wel/deels niet

van toepassing

Grotendeels van toepassing

Volledig van toepassing

Bij publieksbereik is culturele diversiteit een onderwerp van

bespreking;

Het diversiteitsbeleid

met betrekking tot publieksbereik

vormt een regelmatig

terugkerend agendapunt tijdens

werkoverleggen;

De organisatie reserveert

specifieke middelen voor de uitvoering

van een divers publieksbeleid;

De uitvoering van het beleid ten

behoeve van een diverser publiek wordt jaarlijks geëvalueerd;

De toezichthouders bespreken jaarlijks met de directie de

gang van zaken met betrekking tot de uitvoering van het diversiteitsbeleid van het publiek;

Page 33: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

33

3.4 In welke mate zijn de volgende opvattingen van toepassing op úw organisatie?

Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens

De organisatie is bereid de

programmering aan te passen

om een diverser publiek te bereiken;

De organisatie is bereid om de

publiekswerving aan te passen

om een diverser publiek te bereiken

De ervaring heeft ons

geleerd dat het aantrekken van

een cultureel divers publiek

lastig is vanwege de

aard van onze programmering;

Het ontbreekt ons de kennis

om een diverser publiek te bereiken;

De samenstelling

van het publiek maakt ons niet

zoveel uit, zolang er maar

voldoende mensen komen;

Page 34: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

34

3.5 Is naar uw mening de samenstelling van uw publiek in de afgelopen 4 jaar veranderd?

Meer divers

Gelijk gebleven

Minder divers

Weet ik niet

Kunt u aangeven wat volgens u de redenen hiervan zijn?

________________________________________________________________

De onderstaande vragen hebben betrekking op de culturele diversiteit van uw personeel.

Met uw personeel bedoelen wij alle betaalde en niet betaalde medewerkers, zowel artistieke staf als

ondersteunend personeel.

4.1 Heeft uw organisatie een visie op een cultureel diverse personeelssamenstelling geformuleerd?

Ja

Nee

4.2 De organisatie heeft een visie op een cultureel diverse personeelssamenstelling geformuleerd,

met daarin opgenomen:

Niet van

toepassing Beperkt van toepassing

Deels wel/deels niet van

toepassing

Grotendeels van

toepassing

Volledig van toepassing

Concrete doelstellingen (bijv.

streefcijfer/minimum-aantallen)

Concrete activiteiten vastgesteld om cultureel divers personeel aan te

trekken

Page 35: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

35

4.3 In welke mate zijn de volgende stellingen van toepassing op úw organisatie?

Niet van

toepassing Beperkt van toepassing

Deels wel/deels niet van

toepassing

Grotendeels van

toepassing

Volledig van toepassing

In de samenstelling van het personeel is culturele diversiteit een onderwerp van

bespreking;

Het diversiteitsbeleid van het personeel

vormt een regelmatig terugkerend

agendapunt tijdens werkoverleggen;

Interculturele competenties maken

deel uit van de functie- en/of

competentieprofielen;

De toezichthouders bespreken jaarlijks met de directie de

gang van zaken met betrekking tot de uitvoering van het

diversiteitsbeleid op het terrein van het

personeel;

Page 36: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

36

4.4 In welke mate zijn de volgende opvattingen van toepassing op úw organisatie?

Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens

Een cultureel divers

personeelsbestand leidt tot een

diverse programmering;

Een cultureel divers

personeelsbestand leidt tot een divers

publiek;

Een quotum kan een

personeelsbestand diverser maken;

Ook zonder een cultureel divers

personeelsbestand kan een

organisatie een goed

diversiteitsbeleid voeren;

Page 37: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

37

4.5 Hoe schat u de culturele diversiteit (%) van de personeelssamenstelling van uw organisatie in

wat betreft personeel met een niet-westerse migratieachtergrond:

Toelichting

Een persoon heeft een westerse migratieachtergrond als hij, zij of één van de ouders in Europa

(exclusief Turkije), Noord-Amerika of Oceanië is geboren. Ook Indonesië en Japan worden tot de

westerse landen gerekend. Als een persoon of één van de ouders in een ander land is geboren, heeft

deze persoon een niet-westerse migratieachtergrond (bron: CBS).

Dit onderzoek richt zich op Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond. Niet-

Nederlandse staatsburgers vallen hier niet onder.

0 25 50 75 100

Raad van Toezicht

Bestuur

Directie/managementteam

Medewerkers

Ondersteunend personeel

Stagiaires/vrijwilligers

Ondernemingsraad

4.6 Worden er bij de werving en selectie concrete maatregelen genomen om de culturele diversiteit

binnen de organisatie te bevorderen?

Altijd

In sommige gevallen

Nooit

4.7 Wordt het behoud van een cultureel divers personeelsbestand binnen de organisatie bevorderd

middels concrete maatregelen?

Altijd

In sommige gevallen

Nooit

Page 38: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

38

4.8 Wordt de doorstroom van personeel met een cultureel diverse achtergrond binnen de

organisatie gestimuleerd middels concrete maatregelen?

Altijd

In sommige gevallen

Nooit

Geef hier eventueel een toelichting op uw antwoord op vorige drie vragen over mogelijke concrete

maatregelen met betrekking tot een cultureel divers personeelsbeleid.

________________________________________________________________

4.9 In welk opzicht is uw personeelsbestand in de afgelopen 4 jaar veranderd?

Meer divers

Minder divers

Gelijk gebleven

Weet ik niet

Kunt u aangeven wat volgens u de redenen hiervan zijn?

________________________________________________________________

Page 39: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

39

De onderstaande vragen hebben betrekking tot de cultuursector in het algemeen, en richten zich op

zowel publiek, personeel als programma.

5 In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende stellingen:

Zeer oneens Oneens Neutraal Eens Zeer eens

De urgentie van culturele diversiteit is in de culturele sector meer dan in andere

sectoren;

Er wordt in de Haagse culturele sector voldoende

gedaan om culturele diversiteit binnen de sector

te bevorderen;

Willen we de cultuursector cultureel diverser maken dan is extra geld nodig;

Een multiculturele stad als Den Haag heeft een

voorbeeldfunctie bij de bevordering van culturele

diversiteit t.o.v andere steden;

De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om zo

nodig dwingende maatregelen te nemen om culturele diversiteit binnen

de culturele sector te bevorderen;

Culturele diversiteit is noodzakelijk om de maatschappelijke relevantie van de cultuursector te

waarborgen;

Subsidierichtlijnen staan culturele diversiteit niet in

de weg;

Cultureel diverse organisaties hebben

voorrang bij de verdeling van subsidiemiddelen.

Heeft u nog concrete suggesties met betrekking tot dit onderzoek en/of vervolgonderzoek?

________________________________________________________________

Page 40: Rapport Onderzoek Culturele diversiteit in de ... · tot culturele diversiteit. In totaal is de survey door (veelal) de directeuren van 66 instellingen ingevuld; De surveyvragen zijn

40