Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014)....

32
Susan Engi Raiford, PhD James Holdnack, PhD Lisa Drozdick, PhD Ou Zhang, PhD Vertaling en bewerking: Vertaalbureau Noorderlicht B.V. Joëlle Dek, senior Product Developer Q-interactivetechnisch rapport 9 November 2014 Q-interactive ® onderzoeken bij speciale groepen: De WISC ® –V bij hoogbegaafde kinderen en kinderen met een intellectuele beperking

Transcript of Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014)....

Page 1: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

Susan Engi Raiford, PhD

James Holdnack, PhD

Lisa Drozdick, PhD

Ou Zhang, PhD

Vertaling en bewerking:

Vertaalbureau Noorderlicht B.V.

Joëlle Dek,

senior Product Developer

Q-interactive™ technisch rapport 9November 2014

Q-interactive® onderzoeken bij speciale groepen:

De WISC®–V bij hoogbegaafde kinderen en kinderen met een intellectuele beperking

Page 2: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken
Page 3: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | NOV EMB E R 2 0 1 4 | 3

Q-interactive™technisch rapport 9

Susan Engi Raiford, PhD

James Holdnack, PhD

Lisa Drozdick, PhD

Ou Zhang, PhD

November 2014

Vertaling en bewerking:

Vertaalbureau Noorderlicht B.V.

Joëlle Dek, senior Product Developer

Copyright: 2016 NCS Pearson, Inc. Alle rechten voorbehouden. Pearson, Q–interactive, en WISC zijn in de V.S. en/of andere landen handelsmerken van Pearson Education, Inc., of zijn aangesloten maatschappij(en).

Page 4: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

Inleiding

Q-interactive™ is een digitaal systeem van Pearson voorhet individueel afnemen van tests. Het is ontworpen omassessments makkelijker en nauwkeuriger te maken,behandelaars eenvoudig toegang te geven tot een grootaantal tests en nieuwe manieren van testen te faciliterendie niet zonder hulp van een computer kunnen wordenafgenomen of gescoord.

Page 5: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 5

Q-interactive wordt gebruikt door middel van twee draadloos verbonden tablets; een van de testleider en een van de cliënt. Hierop kan de testleider afname-instructies lezen, responsen timen en deze vastleggen (inclusief audio-opnames). Ook kan via de tablet van de testleider de tablet van de cliënt bekeken en bestuurd worden. De tablet van de cliënt laat visuele stimuli zien en legt vast waar de cliënt het scherm heeft aangeraakt.

Het doel van het geschikt maken van testinstrumenten voor het Q-interactive platform was het behouden van de ruwe score-equivalentie tussen de standaard (papieren) en de digitale manier van afnemen en scoren. Als equivalentie wordt aangetoond dan kunnen de normen, betrouwbaarheid en validiteitsinformatie verzameld voor de papieren versie worden toegepast op Q-interactive-resultaten. Tot op heden is de equivalentie geëvalueerd en aangetoond voor de Wechsler Intelligence Scale for Children–Fourth Edition (WISC–IV; Wechsler, 2003), de Wechsler Intelligence Scale for Children–Fifth Edition (WISC–V; Wechsler, 2014), de Wechsler Adult Intelligence Scale–Fourth Edition (WAIS–IV; Wechsler, 2008), en een aantal andere cognitieve, vaardigheids- en taaltests (Daniel, 2012a, 2012b, 2012c, 2013a, 2013b, 2013c; Daniel, Wahlstrom, & Zhang, 2014; Daniel, Wahlstrom, & Zhou, 2014).

Zoals werd opgemerkt in het technisch rapport van het equivalentieonderzoek van de WISC-V (Daniel, Wahlstrom, & Zhang, 2014), zijn voor de Q-interactive equivalentieonderzoeken steekproeven gebruikt met niet-klinische proefpersonen, om te kunnen focussen op het inschatten van de aanwezigheid en de omvang van eventuele effecten van de digitale afname. Deze

Page 6: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

6 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

onderzoeken werden ontworpen om de equivalentie van de normgegevens aan te tonen, en richtten zich daarom op niet-klinische gevallen om zo vast te kunnen stellen of de normgegevens van de papieren versie even goed kunnen worden gebruikt voor de test wanneer deze digitaal wordt afgenomen. Nadat de equivalentie van de normen was vastgesteld, kon de aandacht worden verschoven naar het leveren van bewijs voor consistentie van prestaties onder klinische omstandigheden en bij speciale groepen waarbij de test digitaal werd afgenomen.

Aangezien de invloed van computerondersteunde afname bij personen met specifieke klinische aandoeningen niet bekend is, was aanvullend onderzoek nodig om aan te tonen of er vergelijkbare resultaten zouden worden verkregen als de afnamewijze voor speciale populaties of bij verschillende klinische aandoeningen zou worden gewijzigd van papier naar digitaal.

Ten slotte is het voor klinische toepassingen van Q-interactive van belang de interactie te begrijpen tussen afnamewijze en proefper-sonen met klinische aandoeningen of uit andere speciale populaties (bijv. hoogbegaafden en getalenteerde kinderen). Dit technisch rapport beschrijft de resultaten van twee onderzoeken bij speciale groepen kinderen die werden getest met de digitale versie van de WISC-V op Q-interactive: Hoogbegaafde kinderen en kinderen met een intellectuele beperking. Resultaten van overige onderzoeken bij speciale groepen zijn te lezen in de andere whitepapers. Deze onderzoeken zijn allemaal uitgevoerd in Amerika. Hierbij werd de gehele WISC-V afgenomen (met uitzondering van de verwerkings-snelheidsubtests die op het moment van onderzoeken nog niet beschikbaar waren op Q-interactive). In deze Nederlandse vertaling worden alleen de resultaten gerapporteerd van de subtests die ook in de Nederlandstalige WISC-V beschikbaar zijn.

Het equivalentieonderzoek van de WISC-V wees uit dat er nagenoeg geen effect van een andere afnamewijze was per vaardigheidsniveau. Deze resultaten zijn relevant voor het huidige onderzoek, aangezien de speciale groepen die in dit rapport worden onderzocht (d.w.z. hoogbegaafd en met een

Page 7: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 7

intellectuele beperking) respectievelijk de uitersten van hoge en lage niveaus van vaardigheden vertegenwoordigen.

Hoogbegaafde kinderenKinderen die hoogbegaafd zijn laten een hoog prestatieniveau

zien op maten van intellectueel functioneren, cognitieve flexibili-teit, creativiteit en/of anderen domeinen van specifieke cognitieve vaardigheden (Geake, 2008; Koziol, Budding, & Chidekel, 2010; Munro, 2013; Valdés, Vera, & Carlos, 2013). Zij behalen gemiddeld cognitieve vaardigheidsscores die significant hoger zijn dan die van kinderen in de algemene populatie; verder behalen deze kinderen vergeleken met leeftijdsgenoten over het algemeen op alle indexscores hogere scores (Rimm, Gilman, & Silverman, 2008; Rowe, Kingsley, & Thompson, 2010; Sweetland, Reina, & Tatti, 2006; Wechsler, 2002, 2003).

Hoewel hoogbegaafde personen goed presteren op alle traditio-nele subtests van de Wechsler intelligentietest, vertonen sommige hoogbegaafde personen grote discrepanties tussen verbale en non-verbale scores (Sweetland et al., 2006). Hoogbegaafde kinde-ren zijn meestal met name sterk op het gebied van verbaal begrip, visueel-ruimtelijke vaardigheden en vloeibaar redeneren. Hoewel hun prestaties voor werkgeheugen en verwerkingssnelheid meest-al hoger zijn dan in de algemene populatie (Elliot, 2007; Kaufman & Kaufman, 2004; Wechsler, 2003, 2008, 2012, 2014), zijn deze meestal lager dan hun prestaties op de domeinen verbaal begrip, visueel-ruimtelijk en vloeibaar redeneren (Raiford, Weiss, Rolfhus, & Coalson, 2005; Rimm et al., 2008; Rowe et al., 2010).

Gezien het bewijs dat hoogbegaafde kinderen intra-individuele zwakheden vertonen op het gebied van werkgeheugen en verwer-kingssnelheid zijn er mensen die bepleiten dat zowel het Totaal IQ van de WISC–IV als de Algemene VaardigheidsIndex van de WISC–IV nuttig zijn bij toelatingseisen voor hoogbegaafden, als er cognitieve scores als criterium worden gebruikt (Rimm et al., 2008). Het Totaal IQ lijkt echter voor hoogbegaafde kinderen een betere voorspeller

Page 8: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

8 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

te zijn van leerprestaties, waaronder begrijpend lezen en rekenen (Rowe, Miller, Ebenstein, & Thompson, 2012). Van de indexscores van de WISC-IV, zijn ook de Index Verbaal Begrip en de Werkgeheugen Index sterke voorspellers van prestaties van hoogbegaafde kinderen (Rowe et al., 2010). De Technische handleiding van de WISC–V geeft aan dat zowel de TIQ als de AVI nuttig kunnen zijn voor de evaluatie van hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014).

Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken naar hoogbegaafdheid. Ten eerste produceren verschillende meetinstrumenten voor intellectuele vaardigheden hoog gecorreleerde, maar toch verschillende schattingen van cognitieve vaardigheden. Ten tweede variëren de criteria voor het vaststellen van hoogbegaafdheid bij kinderen van instelling tot instelling. Ten derde worden kinderen die zijn ingeschreven bij programma’s voor hoogbegaafde en getalenteerde kinderen soms aangenomen op basis van prestatiescores en hoge prestatiescores zijn niet altijd gerelateerd aan hoge intellectuele vaardigheden. Door deze factoren variëren de resultaten van onderzoeken met hoogbegaafde kinderen enigszins tussen verschillende steekproeven.

Er zijn tot op heden weinig onderzoeken gedaan naar digitale testafnames bij hoogbegaafde kinderen; over het algemeen wordt het gebruik van digitale technologie voor afname en instructie ech-ter door hoogbegaafde kinderen als positief gezien, en een over-zicht van de bestaande literatuur geeft aan dat digitale technologie bij hoogbegaafde personen kan worden ingezet om vergelijkbare of betere afname- en instructieresultaten te verkrijgen dan met de traditionele manier van afnemen op papier (Periathiruvadi & Rinn, 2012). Eén onderzoek onderzocht zowel een papieren als een digitale versie van een taak voor fluid redeneren om hoogbe-gaafdheid te beoordelen (Preckel & Thiemann, 2003). De resultaten suggereerden dat met beide afnamewijzen valide en betrouwbare gegevens werden verkregen. Een rechtstreekse vergelijking van de resultaten van de twee afnamecondities werd echter niet geschikt geacht omdat de digitale afname niet werd gesurveilleerd. Verder

Page 9: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 9

vielen er bij de digitale afname veel meer personen af dan bij de papieren afname, wat aangeeft dat motivatie een rol kan hebben gespeeld voor degenen die de taak afrondden. Andere onderzoeken waarin bij hoogbegaafde kinderen een afname werd gedaan op ge-relateerde constructen, zoals strategisch denken (Steiner, 2006) en zelfregulatie (Calero, García-Martín, Jiménez, Kazén, & Araque, 2007), geven aan dat de papieren en de digitale versie van een afname bij hoogbegaafde kinderen vergelijkbare resultaten opleveren.

Kinderen met een intellectuele beperkingVolgens de criteria in het Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen, Vijfde editie (DSM–5; American Psychiatric Association, 2013), moet een kind dat is gediagnosticeerd met een intellectuele beperking tekortkomingen vertonen op zowel het gebied van in-tellectuele functies als op het gebied van adaptief functioneren bij minimaal een activiteit onder verschillende omstandigheden in het dagelijks leven. De tekortkomingen moeten zijn bevestigd door zo-wel klinische toetsing als een individuele gestandaardiseerde intelligentietest en mogen niet zijn ontstaan tijdens de ontwikkelingsperiode. Volgens de American Association on Intellectual and Developmental Disabilities (AAIDD) beginnen intellectuele beperkingen vóór het 18e levensjaar en worden ze gekenmerkt door significante beperkingen op het gebied van zowel intellectueel functioneren als adaptief gedrag en zijn deze beperkingen zichtbaar in zowel conceptuele, sociale als praktische vaardigheden (AAIDD, 2010). In de definitie van zowel de DSM-5 als de AAIDD is een significant slechte prestatie op een test voor algemene intellectuele vaardigheden zoals de WISC-V, een noodzakelijk criterium, maar niet voldoende; het adaptief functioneren moet ook worden beoordeeld.

De criteria van zowel de DSM–5 als de AAIDD benadrukken dat het nodig is de omvang van de meetfout op een schaal mee te nemen bij het interpreteren van scores, waarmee opnieuw wordt benadrukt

Page 10: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

1 0 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

dat het nodig is meerdere informatiebronnen in ogenschouw te nemen en een zorgvuldig klinisch oordeel te vellen als het gaat om kinderen met een intellectuele beperking. In de normaalverdeling van IQ-scores behaalt ongeveer 2,2% van de mensen een score van ten minste 2 standaardafwijkingen onder het gemiddelde (d.w.z. IQ ≤70). De prevalentie van intellectuele beperking in de populatie verschilt van onderzoek tot onderzoek. Een grote meta-analyse gaf een totale prevalentie in de algemene populatie aan van 10,37 per 1000 (Maulik, Mascarenhas, Mathers, Dua, & Saxena, 2011) oftewel ongeveer 1%. Dit lagere percentage wordt aangetroffen omdat de diagnostische criteria vragen om lage intellectuele vaardigheden en laag adaptief functioneren.

Voor de eerdere edities van de Wechsler intelligentietests is veel onderzoek gedaan om de prestaties van mensen met een intellectuele beperking te evalueren. Er is aangetoond dat de pre-valentie van grote en ongebruikelijke discrepanties tussen verbale en non-verbale samengestelde scores afneemt met afnemende vaardigheidsniveaus (Gordon, Duff, Davidson, & Whitaker, 2010; Spruill, 1998; Wechsler, 2002, 2003). In sommige onderzoeken zijn de prestaties op verbaal begrip en werkgeheugen lager dan op perceptueel redeneren (Gordon et al., 2010). Verder zijn standaar-dafwijkingen van subtestscores en samengestelde scores lager voor personen met een intellectuele beperking dan voor personen in de algemene populatie (Nunes et al., 2012; Wechsler, 2002, 2003, 2008, 2012, 2014). Er lijkt dus voor personen met een intellectuele beperking op zowel het niveau van de subtest als de indexscore minder variabiliteit te zijn in de prestaties dan voor personen in de algemene populatie.

Onderzoek met taken voor auditief en visueel werkgeheugen bij kinderen met een lichte of matige verstandelijke beperking door Van der Molen, Henry en Van Luit (2014) suggereert dat lagere scores zouden kunnen worden gezien op taken voor auditief werkgeheu-gen dan op taken voor visueel werkgeheugen. De aanvullende subtests van de WISC-V zijn niet ontworpen voor het meten van intellectuele beperking, maar kunnen in een algemeen diagnostisch onderzoek wel worden gebruikt voor leerproblemen van kinderen met een intellectuele beperking.

Page 11: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 1 1

Onderzoek geeft aan dat afnames en interventies die worden gedaan bij personen met een intellectuele beperking of andere neurologische ontwikkelingsstoornissen, waarbij gebruik wordt gemaakt van een digitale afnamewijze, even effectief zijn of zelfs effectiever dan hun papieren tegenhangers (Bosseler & Massaro, 2003; Denaes, 2012; Fletcher-Flinn & Gravatt 1995; Hetzroni & Tan-nous, 2004). Tablettechnologie is verder vanwege doeleinden die te maken hebben met leren en diagnostisch onderzoek effectief gebruikt bij personen met intellectuele beperkingen en andere neurologische ontwikkelingsstoornissen (Bouck, Savage, Meyer, Tager-Doughty, & Hunley, 2014; Burton, Anderson, Prater, & Dyches, 2013; Kagohara et al., 2013; Murdock, Ganz, & Crittendon, 2013). Er wordt aangenomen dat tablettechnologie de motivatie en aandacht vergroot voor kinderen in het speciaal onderwijs en kinderen met een intellectuele beperking (Bruttin, 2011; Flewitt, Kucirkova, & Messer, 2014).

Page 12: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

WISC-V onderzoekenbij speciale groepen

Page 13: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 1 3

MethodeMeetinstrumenten

De WISC-V is een individueel afgenomen, uitgebreid klinisch instru-ment voor het beoordelen van de intelligentie van kinderen van 6 jaar 0 maanden tot 16 jaar 11 maanden (6:0–16:11).

De WISC-V geeft primaire indexscores die het intellectueel func-tioneren op specifieke cognitieve gebieden weergeven (d.w.z. de Verbaal Begrip Index [VBI], Visueel-Ruimtelijke Index [VRI], Fluid Redeneren Index [FRI], Werkgeheugen Index [WGI] en Verwer-kingssnelheid Index [VSI]), een samengestelde score die algemene intellectuele vaardigheid weergeeft (d.w.z. Totaal IQ [TIQ]), aan-vullende indexscores die de cognitieve vaardigheden weergeven in verschillende groepen op basis van klinische behoeften (d.w.z. Auditieve Werkgeheugen Index [AWI], Kwantitatief Redeneren Index [KRI], Non-verbale Index [NVI], Algemene VaardigheidsIndex [AVI], en Cognitieve Competentie Index [CCI]).

Voor deze onderzoeken bij speciale groepen werden alle subtests uit de gestandaardiseerde uitgave van de WISC-V op Q-interactive afgenomen. Met uitzondering van de drie subtests voor verwer-kingssnelheid (d.w.z. Symbool Substitutie Coderen, Symbool Zoeken en Figuur Zoeken).

Deelnemers

De steekproeven van de speciale groepen bestonden uit hoogbe-gaafde kinderen van 6-16 jaar en niet in een inrichting opgenomen

Page 14: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

1 4 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

kinderen van 7-16 jaar met een lichte verstandelijke beperking. De gematchte steekproeven van de controlegroepen werden uit de pool niet-klinische kinderen van 6-16 jaar gehaald die deelnamen aan het equivalentieonderzoek van de papieren en digitale versies van de WISC-V. Deelnemers aan de steekproeven van niet-klinische kinderen werden gescreend op de algemene exclusiecriteria die werden gebruikt voor de normeringssteekproef van de WISC-V, zoals genoemd in Bijlage A. Potentiële deelnemers voor de steek-proeven met hoogbegaafde kinderen en kinderen met een lichte verstandelijke beperking werden gescreend op algemene exclusie-criteria, zoals genoemd in Bijlage B.

De hoogbegaafde kinderen beschikten over een bestaande totale schaalscore op een gestandaardiseerde, individueel afgenomen maat voor cognitieve vaardigheid die minimaal twee standaardafwij-kingen boven het gemiddelde lag en zij kregen op school hulp voor hun hoogbegaafdheid. De kinderen met een lichte verstandelijke be-perking (terminologie ontleend aan Resing & Blok, 2002) beschikten over een bestaande totale schaalscore op een gestandaardiseerde, individueel afgenomen maat voor cognitieve vaardigheid die 2-3 standaardafwijkingen onder het gemiddelde lag (dat wil zeggen TIQ

= 55-70) of voldeden aan DSM–5-criteria voor een actuele diagnose van lichte verstandelijke beperking. Deze criteria waren hetzelfde als voor de onderzoeken die gelijktijdig werden uitgevoerd met de papieren versie van de WISC-V.

Testleiders die aan deze onderzoeken deelnamen waren opgeleid voor de papieren afnameprocedures van de WISC-V. De testleiders kregen ook een training voor de afname met Q-interactive, zij deden oefenafnames en kregen feedback over eventuele afnamefouten.

Procedure

Dit onderzoek werd uitgevoerd tijdens de standaardisatiefase van de WISC-V. Alle afnames vonden plaats in april en mei 2014. Test-leiders legden de antwoordinformatie vast op de standaard manier die wordt gebruikt voor normeren, inclusief het uitschrijven van het volledige letterlijke antwoord voor elk subtestitems van Verbaal Begrip, en scoorden alle items.

Page 15: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 1 5

Een team van een aantal onderzoekers bij Pearson scoorde alle protocollen. Voor elk protocol evalueerden twee onafhankelijke onderzoekers alle subjectief gescoorde items opnieuw met behulp van de definitieve scoringsregels en een deskundige onderzoeker of een lid van het onderzoeksteam loste eventuele discrepanties tussen twee onderzoekers indien nodig op. Alle ruwe scores van de subtests werden door personeel van Pearson berekend met behulp van de itemscores uit de voorbeeldantwoorden en de de-finitieve scoringsregels. Daarna werden de definitieve subtest- en indexscorenormen toegepast.

Page 16: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

1 6 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

ResultatenHoogbegaafde kinderenDe demografische gegevens voor de groep met hoogbegaafde kinderen (d.w.z. de Hoogbegaafde groep) staan in tabel 1.

Tabel 1 Demografische gegevens voor de Hoogbegaafde groep

N 24

LeeftijdGemiddelde 11.5

SD 2.9

GeslachtVrouw 45.8

Man 54.2

Ras/etnische achtergrondAziatisch 4.2

Latijns-Amerikaans 8.3Blank 70.8

Overige 16.7

Opleiding ouder(s)12 jaar 8.3

13-15 jaar 4.2≥16 jaar 87.5

Noot. De gegevens worden, afgezien van steekproefgrootte (N) en leeftijd, aangeduid in percentages. Door afronding kan het voorkomen dat het totale percentage niet op 100 uitkomt.

De demografische eigenschappen van deze steekproef zijn ver-gelijkbaar met die van het onderzoek dat werd gedaan bij de spe-ciale groep hoogbegaafde kinderen met de papieren versie van de WISC-V. Tabel 2 geeft de gemiddelde subtestscores en samen-gestelde scores voor hoogbegaafde kinderen en bijbehorende controlegroepen.

Page 17: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 1 7

Tabel 2 Gemiddelde prestaties van hoogbegaafde kinderen en gematchte controlegroep

Hoog-begaafden Ge matchte controlegroep

Subtest/Samen-

gestelde score

Gemiddelde SD Gemiddelde SD n Verschil t- waarde

p- waarde

Standaard-verschila

OV 15.1 3.1 11.5 2.6 24 -3.67 -4.33 <.01 -1.28

WS 14.8 2.7 10.4 2.7 24 -4.33 -5.83 <.01 -1.60

BG 13.2 3.2 10.0 2.3 24 -3.13 -4.17 <.01 -1.12

BP 13.8 2.3 11.3 2.3 24 -2.54 -4.91 <.01 -1.10

FS 13.8 2.5 11.3 2.3 24 -2.50 -3.46 <.01 -1.04

MR 13.0 2.6 11.4 2.5 24 -1.63 -2.00 .06 -.64

GW 14.4 2.9 11.1 3.0 24 -3.29 -4.70 <.01 -1.12

RE 13.7 3.3 10.4 2.0 24 -3.29 -5.07 <.01 -1.21

CR 14.3 2.5 12.5 2.6 24 -1.75 -2.22 .04 -.69

PR 14.0 2.8 11.4 3.3 24 -2.58 -3.62 <.01 -.84

CLN 14.5 2.8 11.8 01.8 24 -2.75 -4.81 <.01 -1.17

VBI 127.6 15.5 105.2 13.1 24 -22.38 -5.46 <.01 -1.56

VRI 121.9 12.3 107.2 11.7 24 -14.71 -4.66 <.01 -1.23

FRI 121.3 12.1 107.2 13.3 24 -14.04 -3.76 <.01 -1.10

WGI 122.9 12.5 111.0 13.7 24 -11.92 -3.48 <.01 -.91

KRI 123.9 17.4 104.4 11.5 24 -19.50 -5.93 <.01 -1.32

AWI 124.5 13.9 111.8 09.9 24 -12.63 -3.56 <.01 -1.05

AVI 127.1 11.8 107.4 11.0 24 -19.67 -6.33 <.01 -1.72

a Het standaardverschil is het verschil van de twee testgemiddelden gedeeld door de vier-kantswortel van de gepoolde variantie, berekend met Cohen’s (1996) Formule 10.4.

WISC-V afkortingen zijn:

OV = Overeenkomsten, WS = Woordenschat, BG = Begrijpen, BP = Blokpatronen, FS = Figuur Samenstellen, MR = Matrix Redeneren, GW = Gewichten, RE = Rekenen, CR = Cijferreeksen, PR = Plaatjesreeksen, CLN = Cijfers en Letters Nazeggen, VBI = Verbaal Begrip Index, VRI

= Visueel-Ruimtelijke Index, FRI = Fluid redeneren Index, WGI = Werkgeheugen Index, KRI = Kwantitatief Redeneren Index, AWI = Auditief Werkgeheugen Index, AVI = Algemene Vaardigheid Index.

Page 18: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

1 8 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

De gemiddelde samengestelde scores voor de hoogbegaafde groep zijn significant hoger dan die voor de bijbehorende contro-legroep. De gemiddelde primaire indexscores variëren van 121,3 (FRI) tot 127,6 (VBI) en de gemiddelde AVI is 127,1. Effectgroottes voor alle primaire indexscoreverschillen zijn groot, met de kleinste effectgrootte op de WGI. De aanvullende indexscores variëren van 123,9 (KRI) tot 127,1 (AVI) en alle effectgroottes voor de aanvullen-de indexscores zijn groot. Bij het gelijktijdig uitgevoerd onderzoek met de papieren versie was de gemiddelde AVI-score ook 127,1 (Wechsler, 2014).

Aanvullende analyse wijst uit dat 75% van de hoogbegaafde kinderen een WISC-V AVI-score behaalt van 120 punten of hoger, vergeleken met slechts 13% van de kinderen in de bijbehorende controlegroep. Deze resultaten zijn nagenoeg gelijk aan die van de papieren versie van de WISC-V (Wechsler, 2014).

Alle gemiddelde primaire en secundaire geschaalde subtestsco-res zijn, met uitzondering van Matrix Redeneren, significant hoger dan die van de bijbehorende controlegroep. Alle vergelijkingen van subtests produceerden gemiddelde tot grote effectgroottes. De grootste subtesteffectgroottes werden gevonden voor Woorden-schat, Overeenkomsten en Rekenen, in overeenstemming met re-sultaten uit eerdere onderzoeken (Wechsler, 2003, 2008), waaronder onderzoek naar de papieren versie van de WISC-V (Wechsler, 2014).

Kinderen met een lichte verstandelijke beperking

De demografische gegevens voor de groep kinderen gediagnosti-ceerd met een lichte verstandelijke beperking staan in tabel 3.

Page 19: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 1 9

Tabel 3 Demografische gegevens voor de groep lichte verstandelijke beperking

N 22

LeeftijdGemiddelde 11,8

SD 3,2

GeslachtVrouw 36,4

Man 63,6

Ras/etnische achtergrondAfrikaans-Amerikaans 13,6

Aziatisch 4,5Latijns-Amerikaans 18,2

Blank 59,1Overige 4,5

Opleiding ouder(s)≤11 jaar 27,3

12 jaar 9,113-15 jaar 18,2

≥16 jaar 45,5

Noot. De gegevens worden, afgezien van steekproefgrootte (N) en leeftijd, aangeduid in percentages. Door afronding kan het voorkomen dat het totale percentage niet op 100 uitkomt.

Page 20: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

2 0 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

De demografische eigenschappen van deze steekproef zijn over het algemeen vergelijkbaar met die van het onderzoek bij de spe-ciale groep lichte verstandelijke beperking die werd uitgevoerd met de papieren versie van de WISC-V (Wechsler, 2014); de huidige steekproef heeft echter een groter percentage kinderen met een opleidingsniveau ouder(s) van ≥16 jaar, en een iets kleiner percen-tage kinderen met een opleidingsniveau ouder(s) van 12 jaar. Tabel 4 geeft de gemiddelde subtestscores en samengestelde scores voor de groepen lichte verstandelijke beperking en de bijbehorende controlegroep.

Gemiddelde primaire indexscores voor de groep lichte verstande-lijke beperking variëren van 62,3 (VBI) tot 67,9 (FRI), en de gemiddel-de AVI is 63,7. Gemiddelde aanvullende indexscores voor de groep lichte verstandelijke beperking variëren van 61,6 (AWI) tot 64,7 (KRI). Bij het gelijktijdig uitgevoerd onderzoek met de papieren versie was de gemiddelde score 63,5. Alle primaire en aanvullende indexscores zijn significant lager dan de overeenkomstige gemiddelden van de bijbehorende controlegroep en alle effectgroottes zijn groot. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met die van de papieren versie van de WISC-V (Wechsler, 2014).

Aanvullende analyse geeft aan dat 91% van de kinderen met lichte verstandelijke beperking AVI-scores hebben van 75 punten of lager, vergeleken met slechts 5 % van de kinderen in de bijbeho-rende controlegroep.

Ook de aanvullende indexscores zijn significant lager in de groep lichte verstandelijke beperking dan in de bijbehorende controle-groep. De prestaties zijn echter in vergelijking hoger op deze index-scores dan op de primaire en aanvullende indexscores.

De variabiliteit in prestaties op de primaire en aanvullende in-dexscores is over het algemeen voor alle domeinen kleiner dan in de bijbehorende controlegroep. De standaardafwijkingen voor de primaire indexscores variëren van 9,1 (WGI) tot 10,6 (VRI) en de standaardafwijkingen voor de aanvullende indexscores variëren van 8,0 (AVI) tot 11,4 (AWI). Een vergelijkbaar patroon wordt gezien voor de SD’s van de primaire en secundaire subtests.

Page 21: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 2 1

Tabel 4 Gemiddelde prestaties van lichte verstandelijke beperking en gematchte controlegroep

Intellectuele beperking Gematchte controlegroep

Subtest/ Samengestelde score

Gemid-delde SD Gemid-

delde SD n Ver-schil

t-waarde

p-waarde

Standaard-verschila

OV 3.3 2.1 9.8 2.9 22 6.50 7.04 <.01 2.57

WS 3.2 1.9 9.3 3.0 22 6.09 7.88 <.01 2.43

BG 3.1 1.9 9.0 2.4 22 5.91 8.10 <.01 2.73

BP 5.0 2.2 10.5 2.6 22 5.59 6.83 <.01 2.32

FS 3.6 1.7 9.7 3.1 22 6.14 7.76 <.01 2.46

MR 4.0 2.4 9.7 2.6 22 5.68 7.24 <.01 2.27

GW 4.6 1.8 11.3 2.9 22 6.64 10.84 <.01 2.75

RE 2.9 1.5 10.3 2.6 21 7.43 11.19 <.01 3.50

CR 3.0 1.9 11.1 2.6 22 8.14 10.75 <.01 3.57

PR 4.3 2.1 11.3 3.1 22 7.00 9.96 <.01 2.64

CLN 3.7 2.0 11.0 2.0 21 7.29 10.40 <.01 3.65

VBI 62.3 10.3 97.8 14.9 22 35.45 7.94 <.01 2.77

VRI 67.6 10.6 100.8 14.7 22 33.18 7.69 <.01 2.59

FRI 67.9 10.3 103.0 14.8 22 35.09 9.65 <.01 2.75

WGI 64.5 9.1 106.8 14.3 22 42.32 11.79 <.01 3.53

KRI 64.7 8.5 104.1 14.4 21 39.48 12.40 <.01 3.34

AWI 61.6 11.4 105.5 11.4 21 43.95 11.04 <.01 3.86

AVI 63.7 8.0 100.9 14.2 22 37.14 9.71 <.01 3.22

a Het standaardverschil is het verschil van de twee testgemiddelden gedeeld door de vier-kantswortel van de gepoolde variantie, berekend met Cohen’s (1996) Formule 10.4.

WISC-V afkortingen zijn:

OV = Overeenkomsten, WS = Woordenschat, BG = Begrijpen, BP = Blokpatronen, FS = Figuur Samenstellen, MR = Matrix Redeneren, GW = Gewichten, RE = Rekenen, CR = Cijferreeksen, PR = Plaatjesreeksen, CLN = Cijfers en Letters Nazeggen, VBI = Verbaal Begrip Index, VRI

= Visueel-Ruimtelijke Index, FRI = Fluid redeneren Index, WGI = Werkgeheugen Index, KRI = Kwantitatief Redeneren Index, AWI = Auditief Werkgeheugen Index, AVI = Algemene Vaardigheid Index.

Page 22: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

2 2 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

De groep lichte verstandelijke beperking scoort echter op alle subtests significant lager dan de bijbehorende controlegroep. Van de primaire en secundaire subtests worden de grootste effectgroot-tes gevonden op Cijfers en Letters Nazeggen, Cijferreeksen, Reke-nen, Gewichten, Begrijpen, Plaatjesreeksen en Overeenkomsten.

Discussie

De scores behaald door kinderen in de onderzoeken bij speciale groepen komen overeen met hun eerdere indeling in die groep, en ook met de resultaten van andere vergelijkingsonderzoeken tussen kinderen uit deze speciale groepen en bijbehorende con-trolegroepen (Rimm et al., 2008; Rowe et al., 2010; Wechsler, 2002, 2003, 2008, 2012), waaronder die van de papieren versie van de WISC-V (Wechsler, 2014). De overeenkomsten die werden gezien in de resultaten van de digitale versie van de WISC-V en eerdere Wechsler intelligentieschalen bij de groepen hoogbegaafd en lichte verstandelijke beperking geven aan dat de tests vergelijkbare con-structen meten. De consistentie van de resultaten behaald met de digitale en de papieren versie van de WISC-V suggereert dat het doelconstruct niet wijzigt door het veranderen van de afnamewijze.

Alles bij elkaar leveren deze resultaten bewijs dat de digitale versie van de WISC-V scores produceert die nuttig zijn voor di-agnostisch onderzoek bij hoogbegaafdheid en intellectuele beper-king. Het onderzoek bij hoogbegaafden was beperkt tot kinderen waarvan was vastgesteld dat zij intellectueel hoogbegaafd waren; de resultaten mogen daarom niet worden gegeneraliseerd naar kinderen die op andere domeinen begaafd zijn.

Page 23: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 2 3

Page 24: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

2 4 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

Bijlage A.

Exclusiecriteria voor de niet-klinische steekproef

Kinderen werden uitgesloten van deelname als aan een van onderstaande criteria werd voldaan:

• eerste taal is niet Engels;

• hoofdzakelijk non-verbaal of niet-commu-nicatief;

• verstorend gedrag of onvoldoende volg-zaamheid tijdens het testen om een geldig assessment te krijgen;

• in de afgelopen 6 maanden getest op een maat voor intelligentie;

• goede vriend/vriendin, familielid of pupil van de testleider, of een kind waarmee de testleider samenwoont;

• eeneiige tweelingbroer/-zus van een ander kind in de steekproef;

• ongecorrigeerde visuele beperking;

• ongecorrigeerde gehoorbeschadiging;

• beperking van een van de armen, die de motorische prestaties kan beïnvloeden;

• op dit moment opgenomen in een zieken-huis of psychiatrische kliniek;

• neemt op dit moment medicatie die in-

vloed kan hebben op cognitieve testpres-taties (bijv. anti-epileptica, antipsychotica, bepaalde antidepressiva en anxiolytica);

• voorgeschiedenis van elektroschokthera-pie of bestraling van het centraal zenuw-stelsel;

• periode van bewustzijnsverlies niet gere-lateerd aan een operatie of langer dan 20minuten gerelateerd aan een medischeaandoening; of

• eerder of op dit moment gediagnosticeerdmet een fysieke aandoening, neurologischeaandoening, psychische aandoening, ofziekte die de testprestaties kan onderdruk-ken, zoals epilepsie, traumatisch hersenlet-sel of stemmingsstoornis.

Page 25: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 2 5

Bijlage B.

Inclusiecriteria voor speciale groepen

Algemene inclusiecriteria

• Kinderen kwamen in aanmerking voordeelname als zij aan alle onderstaandecriteria voldeden:

• leeftijd 6-16;

• eerste taal is Engels;

• kan communiceren op een niveau passendbij leeftijd en diagnose, en is niet volledigniet-communicatief;

• normaal gehoor en zicht (met hulp);

• normale fijne en grove motoriek (metuitzondering van matige motorische be-perking in de groep lichte verstandelijkebeperking);

• geen fysieke aandoeningen, ziekten of be-perkingen die invloed kunnen hebben opcognitief functioneren of testprestaties(met uitzondering van aandoeningen oftekortkomingen die te maken hebben meteen intellectuele beperking in de groeplichte verstandelijke beperking);

• geen diagnose van een neurologische aan-doening (bijv. aandoening met episodischen paroxysmaal verloop, epilepsie, encefa-litis, hersenoperatie, hersentumor) behalveeen intellectuele beperking in de groeplichte verstandelijke beperking;

• geen periode van bewustzijnsverlies nietgerelateerd aan een operatie of langer dan20 minuten gerelateerd aan een medischeaandoening;

• geen diagnose van een pervasieve ontwik-kelingsstoornis;

• geen diagnose van een psychiatrischestoornis (bijv. psychotische stoornis, stem-mingsstoornis) behalve intellectuele be-perking in de groep lichte verstandelijkebeperking;

• op dit moment niet opgenomen in een zie-kenhuis, dagbehandeling of psychiatrischekliniek (met uitzondering van overheids-scholen of plaatsen voor een intellectuelebeperking in de groep lichte verstandelijkebeperking);

• op dit moment geen medicijngebruik datde testprestaties kan beïnvloeden;

• dubbele diagnoses van ADHD of ontwrich-tend gedrag secundair aan een intellectu-ele beperking zijn aanvaardbaar voor degroep lichte verstandelijke beperking; en

• heeft niet de WISC-IV of een andere maatvoor cognitieve vaardigheden gedaan inde zes maanden voorafgaand aan de test-datum.

Page 26: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

2 6 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

Specifieke inclusiecriteria

Hoogbegaafden

Deelnamecriteria zijn onder andere:

• totale schaalscore ≥2 standaardafwijkingenboven het gemiddelde op een gestandaar-diseerde, individueel afgenomen maat voorcognitieve vaardigheden (bijv. TIQ ≥ 130);

EN

• krijgt op school hulp voor hoogbegaafd-heid.

Lichte verstandelijke beperking

Deelnamecriteria zijn onder andere:

• voldoet aan DSM–5-criteria voor een ac-tuele diagnose van lichte verstandelijkebeperking;

OF

• totale schaalscore 2-3 standaardafwijkin-gen onder het gemiddelde op een gestan-daardiseerde, individueel afgenomen maatvoor cognitieve vaardigheden (bijv. TIQ =55-70).

Page 27: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

― American Association on Intellectual and

Developmental Disabilities. (2010). Intellectual disability:

Definition, classification, and systems of supports (11th

ed.). Washington, DC: Author.

― American Educational Research Association,

American Psychological Association, & National

Council on Measurement in Education. (2014).

Standards for educational and psychological testing.

Washington, DC: Author.

― American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic

and statistical manual of mental disorders (5th ed.).

Arlington, VA: American Psychiatric Association.

― Bosseler, A., & Massaro, D. W. (2003). Development

and evaluation of a computer-animated tutor for

vocabulary and language learning in children with

autism. Journal of Autism and Developmental Disorders,

33(6),653–672.

― Bouck, E. C., Savage, M., Meyer, N. K., Taber-

Doughty, T., & Hunley, M. (2014). High-tech or low-tech?

Comparing self-monitoring systems to increase task

independence for students with autism. Focus on Autism

and Other Developmental Disabilities, 29(3), 156–167.

― Bruttin, C. D. (2011). Computerised assessment of

an analogical reasoning test: Effects of external memory

strategies and their positive outcomes in young children

and adolescents with intellectual disability. Educational &

Child Psychology, 28(2), 18–32.

― Burton, C. E., Anderson, D. H., Prater, M. A., &

Dyches, T. T. (2013). Video self-modeling on an iPad to

teach functional math skills to adolescents with autism

and intellectual disability. Focus on Autism and Other

Referenties

Developmental Disabilities 28(2), 67–77.

― Calero, M. D., García-Martín, M. B., Jiménez, M. I.,

Kazén, M., & Araque, A. (2007). Self-regulation advantage

for high-IQ children: Findings from a research study.

Learning and Individual Differences, 17, 328–343.

― Cohen, B. H. (1996). Explaining psychological statistics.

Pacific Grove, CA: Brooks & Cole.

― Daniel, M. H. (2012a). Equivalence of Q-interactive

administered cognitive tasks: WAIS®–IV. Q-interactive

Technical Report 1. Bloomington, MN: Pearson. Retrieved

from http://www.helloq.com/content/dam/ped/ani/us/

helloq/media/QinteractiveTechnical%20Report%201_WAIS-

IV.pdf

― Daniel, M. H. (2012b). Equivalence of Q-interactive

administered cognitive tasks: WISC®–IV. Q-interactive

Technical Report 2. Bloomington, MN: Pearson. Retrieved

from http://www.helloq.com/content/dam/ped/ani/us/

helloq/media/Technical%20Report%202_WISC-IV_Final.pdf

― Daniel, M. H. (2012c). Equivalence of Q-interactive

administered cognitive tasks: CVLT®–II and selected

D-KEFS® subtests. Q-interactive Technical Report 3.

Bloomington, MN: Pearson. Retrieved from http://www.

helloq.com/content/dam/ped/ani/us/helloq/media/

Technical%20Report%203_CVLT_DKEFS_final_rev.pdf

― Daniel, M. H. (2013a). Equivalence of Q-interactive

and paper administrations of cognitive tasks: Selected

NEPSY®-II and CMS subtests. Q-interactive Technical

Report 4. Bloomington, MN: Pearson. Retrieved from

http://www.helloq.com//content/dam/ped/ani/us/helloq/

media/Technical%20Report%204_NEPSY-II_CMS.pdf

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 2 7

Page 28: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

― Daniel, M. H. (2013b). Equivalence of Q-interactive

and paper scoring of academic tasks: Selected WIAT®–III

subtests. Q-interactive Technical Report 5. Bloomington,

MN: Pearson. Retrieved from http://www.helloq.com/

content/dam/ped/ani/us/helloq/media/Technical-Report-5-

WIAT-III.pdf

― Daniel, M. H. (2013c). Equivalence of Q-interactive

and paper administration of WMS®-IV cognitive tasks.

Q-interactive Technical Report 6. Bloomington, MN:

Pearson. Retrieved from http://www.helloq.com/content/

dam/ped/ani/us/helloq/media/Technical_Report_6_WMS-

IV.pdf

― Daniel, M. H., Wahlstrom, D., & Zhang, O. (2014).

Equivalence of Q-interactive® and Paper Administrations

of Cognitive Tasks: WISC®–V. Q-interactive Technical

Report 8. Bloomington, MN: Pearson. Retrieved from

http://www.helloq.com/content/dam/ped/ani/us/helloq/

media/Technical-Report_WISC-V_092514.pdf

― Daniel, M. H., Wahlstrom, D., & Zhou, X. (2014).

Equivalence of Q-interactive® and paper administrations

of language tasks: Selected CELF®–5 tests. Q-interactive

Technical Report 7. Bloomington, MN: Pearson. Retrieved

from http://www.helloq.com/content/dam/ped/ani/us/

helloq/media/Technical%20Report%207_CELF-5_Final.pdf

― Denaes, C. (2012). Analogical matrices in young

children and students with intellectual disability: Reasoning

by analogy or reasoning by association? Journal of Applied

Research in Intellectual Disabilities, 25, 271–281.

― Fletcher-Flinn, C. M., & Gravatt, B. (1995). The

efficacy of computer assisted instruction (CAI): A meta-

analysis. Journal of Educational Computing Research, 12(3),

219–241.

― Elliott, C. D. (2007). Differential ability scales (2nd ed.).

2 8 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

San Antonio, TX: Harcourt Assessment.

― Flewitt, R., Kucirkova, N., & Messer, D. (2014).

Touching the virtual, touching the real: iPads and enabling

literacy for students experiencing disability. Australian

Journal of Language and Literacy, 37(2), 107–116.

― Geake, J. G. (2008). High abilities at fluid analogizing:

A cognitive neuroscience construct of giftedness. Roeper

Review, 30, 187–195. doi: 10.1080/02783190802201796

― Gordon, S., Duff, S., Davidson, T., & Whitaker,

S. (2010). Comparison of the WAIS–III and WISC–IV in

16-year-old special education students. Journal of Applied

Research in Intellectual Disabilities, 23, 197–200. doi:

10.1111/j.1468-3148-2009-00538.x

― Hetzroni, O. E., & Tannous, J. (2004). Effects

of a computer-based intervention program on the

communicative functions of children with autism. Journal

of Autism and Developmental Disorders, 34(2), 95–113.

― Kagohara, D. M., van der Meer, L., Ramdoss, S.,

O’Reilly, M. F., Lancioni, G. E., Davis, T. N., … Sigafoos,

J. (2013). Using iPods® and iPads® in teaching programs

for individuals with developmental disabilities: A systematic

review. Research in Developmental Disabilities, 34,

147–156.

― Kaufman, A. S., & Kaufman, N. L. (2004). Kaufman

assessment battery for children (2nd ed.). Bloomington,

MN: NCS Pearson.

― Koziol, L. F., Budding, D. E., & Chidekel, D. (2010).

Adaptation, expertise, and giftedness: Towards an

understanding of cortical, subcortical, and cerebellar

network contributions. Cerebellum, 9, 499–529. doi:

10.1007/s12311-010-0192-7

Page 29: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

― Maulik, P. K., Mascarenhas, M. N., Mathers, C. D.,

Dua, T., & Saxena, S. (2011). Prevalence of intellectual

disability: A meta-analysis of population-based studies.

Research in Developmental Disabilities, 32, 419–436. doi:

10.1016/j.ridd.2010.12.018

― Munro, J. (2013). High ability learning and brain

processes: How neuroscience can help us to understand

how gifted and talented students learn and the

implications for teaching. In ACER Research Conference

13. How the brain learns: What lessons are there for

teaching? (pp. 103–110). Camberwell, VIC 3124 Australia:

Australian Council for Educational Research.

― Murdock, L. C., Ganz, J., & Crittendon, J. (2013).

Use of an iPad play story to increase play dialogue of

preschoolers with autism spectrum disorders. Journal of

Autism & Developmental Disorders, 43, 2174–2189. doi:

10.1007/s10803-013-1770-6

― Nunes, M. M., Honjo, R. S., Dutra, R. L., Amaral, V. A.

S., Oh, H. K., Bertola, D. R., … Teixeira, M. C. T. V. (2012).

Assessment of intellectual and visuo-spatial abilities in

children and adults with Williams syndrome. Universitas

Psychologica, 12(2), 581–589.

― Periathiruvadi, S., & Rinn, A. N. (2012). Technology in

gifted education: A review of best practices and empirical

research. Journal of Research on Technology in Education,

45(2), 153–169.

― Pfeiffer, S. I. (2013). Serving the gifted: Evidence-based

clinical and psychoeducational practice. New York, NY:

Routledge.

― Preckel, F., & Thiemann, H. (2003). Online- versus

paper-pencil-version of a high potential intelligence test.

Swiss Journal of Psychology, 62(3), 131–138.

― Raiford, S. E., Weiss, L. G., Rolfhus, E., & Coalson,

D. (2005). General ability index [WISC–IV Technical Report

No. 4]. Retrieved from http://www. pearsonassessments.

com/NR/rdonlyres/1439CDFE- 6980-435F-93DA-

05888C7CC082/0/80720_ WISCIV_Hr_r4.pdf

― Resing, W. & Blok, J. (2002). De classificatie van

intelligentie-scores: een eerste stap. De Psycholoog.

Oktober 2002.

― Rimm, S., Gilman, B., & Silverman, L. (2008).

Nontraditional applications of traditional testing . In J. L.

VanTassel-Baska (Ed.), Alternative assessments with gifted

and talented students (pp. 175–202). Waco, TX: Prufrock

Press.

― Rowe, E. W., Kingsley, J. M., & Thompson, D. F.

(2010). Predictive ability of the general ability index (GAI)

versus the full scale IQ among gifted referrals. School

Psychology Quarterly, 25(2), 119–128. doi: 10.1037/

a0020148

― Rowe, E. W., Miller, C., Ebenstein, L. A., &

Thompson, D. F. (2012). Cognitive predictors of reading

and math achievement among gifted referrals. School

Psychology Quarterly, 27(3), 144–153. doi: 10.1037/

a0029941

― Spruill, J. (1998). Assessment of mental retardation

with the WISC–III. In A. Prifitera & D. H. Saklofske (Eds.),

WISC–III clinical use and interpretation: Scientist-

practitioner perspectives (pp. 73–91). San Diego, CA:

Academic Press.

― Steiner, H. H. (2006). A microgenetic analysis of

strategic variability in gifted and average-ability children.

The Gifted Child Quarterly, 50(1), 62–74.

― Sweetland, J. D., Reina, J. M., & Tatti, A. F. (2006).

R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4 | 2 9

Page 30: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

WISC–III verbal/performance discrepancies among a

sample of gifted children. Gifted Child Quarterly, 50(1),

7–10.

― Valdés, A. A., Vera, J. A., & Carlos, E. A. (2013).

Variables que diferencian a estudiantes de bachillerato

con y sin aptitudes intelectuales sobresalientes. Revista

Electronica de Investigacion Educativa, 15(3), 85–97.

Recuperado de http://redie.uabc.mx/vol15no3/ contenido-

valdesverac.html

― Van der Molen, M. J., Henry, L. A., & Van Luit, J.

E. H. (2014). Working memory development in children

with mild to borderline intellectual disabilities. Journal

of Intellectual Disability Research, 58(7), 637–650. doi:

10.1111/jir.12061

― Wechsler, D. (2002). Wechsler preschool and primary

scale of intelligence (3rd ed.). Bloomington, MN: Pearson.

― Wechsler, D. (2003). Wechsler intelligence scale for

children (4th ed.). Bloomington, MN: Pearson.

― Wechsler, D. (2008). Wechsler adult intelligence scale

(4th ed.). Bloomington, MN: Pearson.

― Wechsler, D. (2012). Wechsler preschool and primary

scale of intelligence (4th ed.). Bloomington, MN: Pearson.

― Wechsler, D. (2014). Wechsler intelligence scale for

children (5th ed.). Bloomington, MN: Pearson.

3 0 | R A P P O R T 9 | N O V E M B E R 2 0 1 4

Page 31: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken

R A P P O R T 8 | S E P T E M B E R 2 0 1 4 | 3 1

Page 32: Q-interactive De WISC –V bij hoogbegaafde kinderen en ... · hoogbegaafdheid (Wechsler, 2014). Een aantal factoren kan invloed hebben op de resultaten verkregen in de onderzoeken