Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 :...

42
1 Vastgesteld door het College van Bestuur d.d. 17 maart 2016 Protocol Dyscalculie

Transcript of Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 :...

Page 1: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

1

Vastgesteld door het College van Bestuur d.d. 17 maart 2016

Protocol Dyscalculie

Page 2: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 2

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Inleiding Blz. 4

Hoofdstuk 2

Visie en uitgangspunten

Blz. 5

Hoofdstuk 3

3.1

3.2

3.3

3.4

3.5

3.6

Rekenwiskundige ontwikkeling van het kind

Ontwikkeling rekenwiskundige kennis en vaardigheden

Ontwikkeling baby’s en peuters

Groep 1 en 2

Groep 3 en 4

Groep 5 en 6

Groep 7 en 8

Blz. 7

Blz. 7

Blz. 8

Blz. 8

Blz. 8

Blz. 8

Blz. 8

Hoofdstuk 4

Leren rekenen en problemen

Blz. 9

Hoofdstuk 5

Observeren en analyseren

Blz. 10

Hoofdstuk 6

Diagnosticeren

Blz. 13

Hoofdstuk 7

Intern diagnosticeren

Blz. 15

Hoofdstuk 8

Extern diagnosticeren

Blz. 17

Hoofdstuk 9

Zorgniveau in fasen

Blz. 18

Hoofdstuk 10

Stappenplan ERWD

Blz. 19

10.1 Fasen van signalering Blz. 19

10.2 Diagnostisch stroomschema Blz. 20

10.3 Interventies Blz. 21

10.4 Effectieve begeleiding en instructie Blz. 23

10.4.1 Dyscalculie Blz. 23

10.4.2 Leerling met ernstige en hardnekkige rekenproblemen Blz. 24

10.4.3 behandelingsstrategie Blz. 25

Hoofdstuk 11

De ouders/verzorgers als partner

Blz. 26

Hoofdstuk 12

Organisatie- en schoolbeleid

Blz. 27

Hoofdstuk 13

Bijlagen

Blz. 28

13.1 Sporen van lesgeven

13.2 Handelingsgericht rekenonderzoek OBD Noordwest

13.3 Hulpvragen

Page 3: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 3

13.4 Uitwerking fasen, bijbehorende signalering, diagnostiek en

begeleiding

13.5 Behandelingsplan

13.6 Maatregelen en hulpmiddelen fase rood

13.7 Aanpassingen CITO

13.8 Individuele kaart

13.9 Eenvoudige tafelkaart

13.10 Strategiekaart

Page 4: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 4

Hoofdstuk 1 : Inleiding

Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van

(Ernstige) RekenWiskundeproblemen en Dyscalculie.

Het protocol is tot stand gekomen dankzij een subsidie van het ministerie van OCW in het kader van

Passend Onderwijs.

Het protocol richt zich op het rekenwiskunde-onderwijs aan alle leerlingen in de leeftijd van 4 tot 12

jaar in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs.

De doelgroep van het protocol bestaat uit degenen die zich direct of indirect met het rekenwiskunde-

onderwijs bezig houden, zowel binnen de scholen als daaromheen.

Het doel van rekenwiskunde-onderwijs is functionele gecijferdheid, afgestemd op de mogelijkheden

van iedere individuele leerling. Hierbij gaat het om adequaat handelen in functionele, dagelijkse

situaties.

Het protocol geeft aanwijzingen om dit doel langs een aantal stappen te bereiken, met name

wanneer

de rekenwiskundige ontwikkeling van een leerling niet optimaal verloopt.

Het protocol biedt een leidraad voor de volgende activiteiten:

• het ontwikkelen van goed rekenwiskunde-onderwijs;

• het afstemmen van het onderwijs op de ontwikkeling van leerlingen;

• het voorkomen van rekenwiskunde-problemen;

• het gericht begeleiden van leerlingen met rekenwiskunde-problemen en

dyscalculie;

• het ontwikkelen van rekenbeleid;

• het ontwikkelen van zorgbeleid.

Deze samenvatting is een korte weergave van de hoofdstukken waaruit het protocol ERWD is

opgebouwd.

De samenvatting volgt het protocol op de voet.

Page 5: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 5

Hoofdstuk 2. Visie en uitgangspunten

Het vertrekpunt van het protocol is de onderwijssituatie, waarbinnen passend onderwijs wordt

aangeboden. Passend onderwijs is een samenspel tussen leerling, leerstof en leraar. Iedere leerling

heeft recht op onderwijs dat goed afgestemd is op zijn mogelijkheden. Problemen bij het leren zijn

normaal. Bij de ene leerling verloopt het leren makkelijker dan bij de andere leerling. Naarmate

problemen groter worden, moet het onderwijs steeds nauwkeuriger worden afgestemd op de

mogelijkheden van de individuele leerling.

Passend onderwijs begint bij goed onderwijs. De leraar is de professional. Hij heeft kennis van de

ontwikkeling van leerlingen in het algemeen en, in het kader van dit protocol, specifiek van de

rekenwiskundige ontwikkeling. De leraar werkt in een team van professionals.

Gezamenlijk hebben zij de zorg voor de optimale ontwikkeling van elke individuele leerling van de

school.

Het protocol ERWD biedt handvatten om het rekenwiskunde-onderwijs zo goed mogelijk af te

stemmen op de ontwikkeling van iedere leerling en zoveel mogelijk problemen te voorkomen. De

kwaliteit van het rekenwiskunde-onderwijs staat voorop. Kenmerken en mogelijkheden van de

individuele leerling die het leren bevorderen of belemmeren spelen hierbij een rol. Daar waar

problemen ontstaan, biedt het protocol handvatten voor optimale afstemming van het

rekenwiskunde-

onderwijs op de ontwikkeling van de leerling.

Het eerste motto van het protocol is:

Waar mogelijk preventie, waar nodig zorg.

Vanuit deze visie hanteren wij de volgende uitgangspunten als leidraad.

1. Functionele gecijferdheid.

2. Ontwikkeling van rekenwiskundige concepten als fundament.

3. Ieder kind is anders.

4. Afstemming van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften van de leerling.

5. Onderscheid tussen Ernstige rekenwiskunde-problemen en Dyscalculie.

6. Vroegtijdige signalering en onderkenning.

7. Diagnosticerend onderwijzen en handelingsgerichte diagnostiek.

8. Resultaatgerichte begeleiding.

3

De eerste vijf uitgangspunten onderbouwen onze visie op (ernstige) rekenwiskunde-problemen en

dyscalculie. De uitgangspunten 6, 7 en 8 vormen de basis voor het handelen in de praktijk.

In de praktijk is de grens tussen ernstige rekenwiskunde-problemen en dyscalculie moeilijk te

trekken. Alleen met extern diagnostisch onderzoek en vervolgens een periode van intensieve,

deskundige begeleiding kan worden vastgesteld of het gaat om ernstige rekenwiskunde-problemen

of om dyscalculie.

Page 6: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 6

In het onderwijs hebben we te maken met gradaties van stagnatie in de rekenwiskundige

ontwikkeling van individuele leerlingen. De leerlingen die vooruit lopen op de groep worden in dit

protocol buiten beschouwing gelaten. In het protocol gebruiken wij de volgende gradaties:

• De normale, vrijwel ongestoorde ontwikkeling, waarbij de leerling voldoende baat heeft bij

het standaard onderwijsaanbod.

• Een ontwikkeling met geringe rekenwiskunde-problemen, op te lossenbinnen de school met

gerichte begeleiding.

• Een ontwikkeling met ernstige rekenwiskunde-problemen die in principe op te lossen zijn

met intensieve begeleiding binnen de school. Er is sprake van specifieke onderwijsbehoeften.

• Een ontwikkeling met ernstige en hardnekkige rekenwiskunde-problemen die in principe te

begeleiden zijn binnen de school, eventueel met externe ondersteuning. Alleen in dit geval

spreken wij van dyscalculie.

Het eerste doel van dit protocol is rekenwiskunde-problemen te voorkomen (preventie).

Het tweede doel is het bieden van passende en effectieve begeleiding in situaties waar toch

problemen ontstaan (interventie).

Juist dan is optimale afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerling

noodzakelijk.

Door in het onderwijs de optimale afstemming van het onderwijsaanbod op onderwijsbehoeften van

alle leerlingen na te streven, krijgen zowel preventie als interventie een handelingsgericht karakter.

Het doel van het protocol is:

• het bieden van passend rekenwiskunde-onderwijs aan alle leerlingen;

• het bieden van handreikingen voor de preventie van rekenwiskunde-problemen;

• het bieden van handreikingen en richtlijnen om problemen in de rekenwiskundige

ontwikkeling vroegtijdig te signaleren en te verhelpen;

• het verhogen van de kwaliteit van de begeleiding van leerlingen met (ernstige)

rekenwiskundeproblemen of dyscalculie;

• iedere leerling te brengen tot een passend, acceptabel niveau van functionele

gecijferdheid.

Page 7: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 7

Hoofdstuk 3. De rekenwiskundige ontwikkeling van het kind

Om zicht te krijgen op problemen in de ontwikkeling van kinderen en om aansluitend het onderwijs

adequaat af te kunnen stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling, is een eerste vereiste dat

leraren weten hoe kinderen zich ‘normaal’ ontwikkelen op het gebied van (taal en) rekenen.

Dit hoofdstuk geeft een globaal beeld van hoe kinderen rekenwiskundige kennis en vaardigheden

ontwikkelen als deel van hun totale ontwikkeling. Het hoofdstuk volgt deze ontwikkeling aan de hand

van de rekenwiskundige activiteiten die kinderen doen in de voorschoolse periode, de onderbouw,

de middenbouw en de bovenbouw van het basisonderwijs. Wij nemen daarbij ruime marges in

leeftijd.

Wij volgen de ontwikkeling van kinderen in vier leeftijdsfasen en op de vier domeinen van rekenen-

wiskunde.

3.1 Ontwikkeling rekenwiskundige kennis en vaardigheden

De ontwikkeling van rekenwiskundige kennis en vaardigheden verloopt bij de meeste kinderen

geleidelijk en vrijwel ongemerkt. Veel kinderen leren min of meer “vanzelf”. Zij weten en kunnen

steeds meer. Zij kunnen vaak achteraf niet meer aangeven wanneer en hoe ze iets hebben geleerd

.”Ze weten het gewoon”

Elk kind leert tellen, op tellen en aftrekken en elk kind ontwikkelt begrip van tijd, meten ,inhoud en

wegen. Sommige mijlpalen zijn voorwaardelijk voor een volgende fase.

Optellen is voorwaardelijk voor vermenigvuldigen . De begrippen delen en eerlijk delen zijn

voorwaardelijk voor het begrip breuken.

De route waarlangs kinderen die begrippen ontwikkelen, de diepgang en het tempo zijn per kind

verschillend.

Er zijn 4 domeinen:

1 Getallen en Bewerkingen

(getallen, getal structuren en eigenschappen van getallen en leren zij hoe zij bewerkingen uitvoeren.

2 verhoudingen

( relaties tussen getallen (bij voorbeeld 24 is de helft van 48.

Denk hier ook bij aan breuken (1/3 van de taart) decimalen en procenten)

3 meten en meetkunde (metriek stelsel , geld,, tijd en kalender. Maar ook ruimtelijk inzicht.

4 Verbanden (denk hierbij aan tabellen en grafieken)

Page 8: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 8

3.2. Ontwikkeling van jonge kinderen : baby’s en peuters

Baby’s en peuters ontwikkeling zich door al hun zintuigen in te zetten.

De rol van spel is hier leidend in.

Door de ontwikkeling van de woordenschat wordt ook de basis gelegd voor rekenkundige begrippen

en handelingen.

3.3 rekenen in groep 1 – 2

Kleuters doen hetzelfde alleen nu veel bewuster.

Ze kunnen al analyseren , tellen ,ordenen, combineren, construeren en structureren.

*getallen en bewerkingen : patronen worden herkend

*verhoudingen: relaties leggen en vergelijken hoeveelheden

*meten en meetkunde : verkennen van maten en benoemen. Ruimtelijke constructies

*verbanden: relaties leggen tussen ruimtelijke begrippen en zichzelf

3.4 rekenen in groep 3 – 4

Nog steeds gericht op handelen, maar wel gedetailleerder en selectiever. (m.b.t. waarnemen,

analyseren, ordenen en structureren) Verbale ondersteuning (verwoorden) is secundair.

*getallen en bewerkingen : verkennen van de basisbewerkingen, getal structuur

*verhoudingen: vergelijken (helft, dubbel)

*meten en meetkunde : informeel en actief zelf doen

*verbanden: kinderen worden bewust van hun omgeving (stationsklok/ verpakkingen)

3.5 rekenen in groep 5 – 6

Elementaire gecijferdheid wordt ontwikkeld. Handelingen worden gekoppeld aan het formele

rekenen..

*getallen en bewerkingen : het kind begrijpt het tientallig stelsel en relatie +/x en -/:

*verhoudingen: eenvoudige breuken op concreet handelend niveau / omtrek/opp

*meten en meetkunde : standaardmaten en het decimale stelsel

*verbanden: kinderen ontdekken dat decimale getallen worden gebruikt bij geld, lengtematen,

gewicht, inhoud als bij oppervlaktematen

3.6 rekenen in groep 7 – 8

Er wordt steeds meer een beroep gedaan op de formele rekenkennis en –vaardigheden.

Elementaire gecijferdheid wordt nu gekoppeld aan het formele rekensysteem.

terwijl de functionele gecijferdheid voortbouwt op het directe (informele) handelen.

*getallen en bewerkingen : algoritmes en rekenmachine worden onderdeel van het rekenproces

*verhoudingen: schaalberekeningen komen erbij en kinderen leren beredeneren

*meten en meetkunde : praktisch uitvoeren en rekenen met maten op papier

*verbanden: meerdere rekenvaardigheden en domeinen worden toegepast om tot een oplossing te

komen

Page 9: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 9

Hoofdstuk 4. Leren rekenen en rekenproblemen

Goed rekenwiskunde-onderwijs is optimaal afgestemd op de ontwikkeling van de individuele leerling.

Elke stap in de ontwikkeling van de leerling bouwt voort op eerder verworven inzichten, kennis en

vaardigheden. Het afstemmen van het onderwijs op de ontwikkeling van de leerling maakt leren

mogelijk. Onvoldoende of onjuiste afstemming kan leiden tot verstoring in het proces van leren

rekenen.

In dit hoofdstuk beschrijven wij de rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen aan de hand van vier

hoofdlijnen binnen alle (sub)domeinen:

begripsvorming,

ontwikkelen van oplossingsprocedures,

vlot leren rekenen

flexibel toepassen van kennis en vaardigheden.

De ontwikkeling op deze hoofdlijnen verloopt normaal gesproken aaneensluitend. De ene is

voorwaardelijk voor de volgende. Als de ontwikkeling op deze vier hoofdlijnen evenwichtig verloopt,

is er sprake van een goede doorgaande rekenwiskundige ontwikkeling. Als er in één van deze

hoofdlijnen ernstige problemen ontstaan of zelfs stilstand optreedt, kan er stagnatie in de totale

rekenwiskundige ontwikkeling van een leerling ontstaan.

Per hoofdlijn wordt het volgende aangegeven.

• Welke ontwikkeling maken leerlingen globaal door?

• Welke knelpunten kunnen rekenzwakke leerlingen hierbij ervaren?

• Welke preventieve maatregelen zijn zinvol?

• Welke aandachtspunten zijn er voor interventie?

Inzicht in de vier hoofdlijnen is voorwaarde om de signalen op te kunnen vangen en de begeleiding

van rekenzwakke leerlingen toe te spitsen op hetgeen zij nodig hebben. Wij pretenderen niet hierbij

volledig te zijn. Leerlingen kunnen ook nog andere dan de genoemde signalen afgeven. Elk kind is

anders.

De relevante signaleringspunten zijn :

a) Problemen met het verlenen van betekenis

b) Gebrekkige conceptvorming ( een concrete handeling koppelen aan een formele bewerking)

c) Problemen met verwerven van de basisbewerkingen

d) Problemen met het leren van tafels

e) Problemen met het uitvoeren van complexere bewerkingen (d.a. breuken/procenten)

f) Problemen met het verwerven van algoritmes ( m.n. complexe procedures)

g) Onbegrepen procedures en losse feitenkennis in de basisvaardigheden

h) Problemen met standaardalgoritmes en complexe procedures automatiseren belemmeren

het vlot leren rekenen

i) Problemen met memoriseren leiden tot het niet goed georganiseerd opslaan van informatie

j) Gebrekkige oplossingsprocedures en tekorten in het strategisch denken en handelen

Page 10: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 10

Hoofdstuk 5. Observeren en analyseren van leerprocessen

De rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen valt in de klassensituatie ‘af te lezen’ aan de

rekenwiskundige activiteiten van de leerlingen. Het is dan ook cruciaal in de benadering van dit

protocol dat leraren (en andere betrokkenen) het denken en handelen van leerlingen observeren,

analyseren en interpreteren.

Het protocol biedt twee modellen als handvat:

het handelingsmodel en het drieslagmodel.

Deze modellen vormen de basis voor het volgen, observeren, analyseren en interpreteren van de

rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen. Ze bieden aanknopingspunten om te bepalen wanneer

en hoe problemen in de ontwikkeling van leerlingen ontstaan. Op basis van de analyses en

interpretaties kan de leraar het rekenwiskunde-onderwijs beter afstemmen op de ontwikkeling en de

onderwijsbehoeften van leerlingen.

Het handelingsmodel

Dit is een schematische weergave van de rekenwiskundige ontwikkeling, zoals

die geldt voor alle leerlingen.

Het model bestaat uit vier handelingsniveaus. (Wat doet het kind)

1. Informeel handelen in werkelijkheidssituaties (doen);

2. Voorstellen – concreet (representeren van objecten en werkelijkheidssituaties in concrete

afbeeldingen);

3. Voorstellen – abstract (representeren van de werkelijkheid aan de hand van denkmodellen);

4. Formeel handelen (formele bewerkingen uitvoeren).

Een goede ontwikkeling op de eerste twee handelingsniveaus is voorwaarde voor het handelen en

functioneren op de twee hoogste niveaus. Het eerste handelingsniveau is tevens de link met het

rekenen in dagelijkse situaties en daardoor de basis voor functionele gecijferdheid.

Page 11: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 11

Aan de hand van dit model kan de leraar observeren en signaleren, om daarna zijn onderwijs af te

stemmen op de handelingsniveaus van de leerlingen.

Daarna kan de leerkracht zijn interventies hierop aanpassen

Het drieslagmodel

Dit is een model voor probleemoplossend handelen.( Welke procedure doorloopt een kind om een

contextopdracht op te lossen.)

De leerling gaat stapsgewijs van de context naar bewerking (plannen), vandaar naar oplossing

(uitvoeren van de bewerking) en van de oplossing terug naar het oorspronkelijke probleem

(reflecteren). Het eigenlijke rekenen is slechts een onderdeel van het probleemoplossend handelen,

maar meestal wel essentieel voor het resultaat.

De leraar het kan inzetten als didactisch model en als model voor observatie en interventie. Bij de

didactische toepassing leert hij leerlingen hoe zij met behulp van dit model rekenwiskundige

problemen kunnen oplossen.

stap 1 :Wat is het probleem? Wat ga je doen om het probleem op te lossen?

(Deze vragen leiden tot het plannen van een actie of een bewerking)

stap 2: Wat ga je doen? Wat ga je uitrekenen? Wat doe je eerst?

(De keuze van uitvoering leidt uiteindelijk tot de oplossing)

stap 3 :Wat heb je gedaan? Wat betekent deze oplossing binnen de context

waarmee je begon? Heb je de bewerking goed uitgevoerd?

Bij observatie en interventie kan de leraar het rekenen van leerlingen bij contexten, maar ook bij kale

bewerkingen, systematisch analyseren en, indien nodig, kan hij kan ingrijpen in het leerproces.

Het handelingsmodel en het drieslagmodel kunnen beide worden gebruikt in reguliere lessituaties,

maar zijn essentieel voor het observeren van leerlingen bij diagnostisch onderzoek.

Het handelingsmodel en het drieslagmodel kunnen worden gekoppeld. Tijdens de stappen van het

Page 12: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 12

probleemoplossend werken kunnen leerlingen hun rekenactiviteiten op verschillende

handelingsniveaus uitvoeren.

Bij goed onderwijs stemt de leraar het onderwijsaanbod zo goed mogelijk af op de

onderwijsbehoeften van de leerling. Als er toch problemen ontstaan kijkt de leraar niet alleen naar

onderwijsfactoren maar ook naar kind kenmerken.

7

Page 13: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 13

Hoofdstuk 6. Diagnosticerend onderwijzen

In het rekenwiskunde-onderwijs spelen drie variabelen een rol:

*1 de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling,

*2 het rekenwiskunde-onderwijs

*3 de leraar.

Zij vormen de pijlers van dit protocol.

Deze pijlers worden in hun onderlinge samenhang beschreven. Elk van de pijlers beïnvloedt de

andere. Het protocol zoekt steeds naar de optimale combinatie om de rekenwiskundige ontwikkeling

van leerlingen zo goed mogelijk te laten verlopen.

Pijler *1. De leerling

De rekenwiskundige ontwikkeling van leerlingen wordt in vier fasen onderscheiden. Elke fase heeft

een eigen kleurcode die in de afbeelding wordt gebruikt. In de volgorde van fase groen naar fase

rood neemt de zorg en dus ook de specifieke afstemming toe.

De leerling kan tijdens een bepaalde periode van zijn rekenwiskundige ontwikkeling tot de ene fase

behoren en op een ander moment tot een andere fase. De pijltjes in het schema geven aan dat een

leerling kan wisselen van de ene fase naar de andere.

Pijler *2 Goed rekenkundig-onderwijs

Goed of passend rekenwiskunde-onderwijs houdt in dat de leraar zijn onderwijsaanbod optimaal

afstemt op de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling en de daaruit voortvloeiende

onderwijsbehoeften.

Page 14: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 14

Dit betekent een continu proces van observeren, signaleren, analyseren, registreren,

interpreteren en daardoor komen tot afstemming op specifieke onderwijsbehoeften. Om die

afstemming op de ontwikkeling van de (individuele) leerling te realiseren, zijn zorgvuldige analyses

van de vorderingen van de leerling en programmering van onderwijsactiviteiten noodzakelijk.

Daardoor kan de leraar differentiatie toepassen, dat wil zeggen dat leerlingen niet allemaal op

hetzelfde ogenblik, in hetzelfde tempo, op dezelfde wijze hetzelfde werk doen.

Dit is kenmerkend voor diagnosticerend onderwijzen. Het begrip diagnosticerend onderwijzen lijkt

uit te gaan van het perspectief van de leraar. De nadruk ligt echter op diagnosticerend, wat betekent

dat de leraar zich concentreert op het denken en handelen van de leerling en zijn eigen pedagogisch

en didactisch handelen daar zo goed mogelijk op afstemt.

Pijler *3. De leraar

Wij onderscheiden drie sporen van lesgeven. Deze zijn afhankelijk van de didactische begeleiding die

een leraar aan een groep kan geven. Met name de manier waarop de leraar in staat is differentiatie

toe te passen is bepalend. De bekwaamheid van de leraar is bepalend voor de mate waarin hij kan

differentiëren. Een leraar kan groeien in zijn bekwaamheid.

De drie sporen zijn:

• Spoor 1. De leraar benadert de klas als een homogene groep. Hij kan omgaan met

geringe verschillen in de groep.

• Spoor 2. De leraar differentieert binnen de groep met subgroepen.

• Spoor 3. De leraar differentieert binnen de groep met subgroepen en individuele

leerlingen.

Spoor 1 zien wij als de startfase voor beginnende leraren.

Spoor 2 zien wij als de basis voor passend onderwijs. Het diagnosticerend

Onderwijzen krijgt vorm, waardoor afstemming kan worden gerealiseerd. De leraar kan

differentiëren naar subgroepen.

Op spoor 3 voert de leraar diagnosticerend onderwijzen verder door om – waar nodig – tot

individuele afstemming te komen.

Iedere leraar maakt deel uit van een team. Elk team bestaat uit meer en minder ervaren leraren met

verschillende specialismen, bijvoorbeeld rekenen of taal. Binnen een team zijn leraren die goed

kunnen differentiëren bij rekenen-wiskunde en andere leraren die daar moeite mee hebben. De

school kan het werken zo organiseren dat leraren elkaar ondersteuning bieden. Een leraar kan ook

systematisch ondersteuning krijgen van een rekenexpert binnen de school. (zie bijlage 13.1)

Page 15: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 15

Hoofdstuk 7. Intern diagnostisch onderzoek

In dit hoofdstuk beschrijven wij het proces van de diagnostiek binnen de school.

Soms kunnen leerlingen geringe problemen ervaren op deelgebieden. De leerlingen gaan dan van

fase groen naar fase geel. Er is tijdelijke specifieke ondersteuning nodig. Na verloop van tijd kan het

kind weer aan sluiten bij fase groen.

Wanneer bij een leerling in fase geel het vermoeden

bestaat dat zelfs door gerichte afstemming de gewenste

vooruitgang niet wordt geboekt, dan komt de leerling in

fase oranje. Bij deze overgang gaan de leraar en de interne

rekenexpert in overleg met het team en de

ouders/verzorgers over tot een intern diagnostisch

onderzoek.

Dit onderzoek is diepgaander dan de rekengesprekken die de leraar op spoor 2 of 3 zelf voert in de

klas.

Wij spreken van diagnostiek als het gaat om:

• een geplande interventie,

• met een duidelijke vraagstelling,

• in een systematisch gesprek met de leerling,9

• aan de hand van een weloverwogen selectie van rekenwiskunde-opdrachten,

• met de bedoeling beter te begrijpen hoe de leerling denkt en rekent.

De interne onderzoeker (de interne rekenexpert , IB-er, rekenspecialist supportteam of een leraar op

spoor 3) is speciaal opgeleid om dergelijk onderzoek uit te voeren. Hij onderzoekt de (totale)

rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling (wat kan hij al?) en de wijze waarop de leerling leert

rekenen. Dit doet hij bijvoorbeeld d.m.v. een Handelingsgericht rekenonderzoek .

Hierbij neemt de onderzoeker een diagnostisch gesprek af en een kort onderzoek van de

vaardigheden. (bijlage 13.2)

Hij neemt waar dat er mogelijk ook kindkenmerken

een rol spelen. Een of meer diagnostische

gesprekken met een individuele leerling leiden tot

een onderwijskundig rapport. Dit biedt het

vertrekpunt om de afstemming voor deze leerling

verder te verfijnen naar zijn specifieke

onderwijsbehoeften. De interne rekenexpert

stelt samen met de leraar een individueel

handelingsplan voor de begeleiding van deze leerling. Dit plan bevat ontwikkeldoelen op korte en

langere termijn.

In het gunstige geval zijn de maatregelen afdoende en komt het ontwikkelingsproces weer op gang.

De leerling gaat terug naar fase geel.

Page 16: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 16

De leerling gaat naar fase rood als blijkt dat de rekenwiskundige ontwikkeling van de leerling dreigt

vast te lopen of te stagneren. Externe deskundige hulp is noodzakelijk. De leerling krijgt een

verwijzing voor extern diagnostisch onderzoek. (zie hoofdstuk 8)

Page 17: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 17

Hoofdstuk 8. Extern diagnostisch onderzoek

In dit hoofdstuk gaan wij in op fase rood, die begint met inroepen van externe diagnostiek. De school

heeft de grenzen bereikt van haar eigen mogelijkheden het onderwijs op de specifieke

onderwijsbehoeften van de leerling af te stemmen. Er is meer specialistische diagnostische kennis

nodig om te onderzoeken welke factoren de ontwikkeling van de leerling belemmeren.

Vanuit die diagnose wordt bepaald welke intensieve begeleiding – zorgvuldig afgestemd op de

specifieke onderwijsbehoeften van de leerling – noodzakelijk is. Deze vorm van onderzoek is de

competentie van een externe onderzoeker, die hiervoor is opgeleid en geregistreerd. Hij is zelf

tevens rekenexpert of werkt nauw samen met een rekenexpert.

De ouders/verzorgers melden de leerling aan voor een extern onderzoek en dragen de financiële

verantwoordelijkheid.

De school verleent medewerking door het aandragen van een verslag van de maatregelen die zij

heeft getroffen. Zij vermeldt tevens de hulpvragen van de school, van de ouders/verzorgers en van

de leerling, of hun gezamenlijke hulpvraag. De school beschrijft de specifieke hulp die geboden is aan

de leerling en de bereikte resultaten daarvan. (zie bijlage 13.3)

De opbrengsten van de externe diagnostiek zijn uiteindelijk:

1. Een beeld van de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling binnen de vier

domeinen van rekenen-wiskunde.

2. Een beschrijving van het perspectief op lange termijn (koersbepaling).

3. Handelingsadviezen en concrete aanknopingspunten voor de begeleiding.

De externe onderzoeker schrijft een inhoudelijk verslag van zijn onderzoek met een handelingsadvies

voor de begeleiding van de leerling. Indien van toepassing geeft de onderzoeker een ERWDindicatie

voor de leerling af. De leerling houdt gedurende een half jaar intensieve, individuele begeleiding. De

verantwoordelijkheid het handelingsadvies voor de intensieve begeleiding optimaal uit te voeren ligt

bij de school.

Na een periode van maximaal een half jaar vindt de evaluatie plaats en worden

afspraken gemaakt voor vervolg.

Bij een goede, intensieve begeleiding, eventueel met externe ondersteuning, en bij aantoonbaar

effect heeft de leerling zicht op terugkeer in fase oranje. Blijkt echter dat de ernstige problemen

hardnekkig blijven en dat de leerling aantoonbaar (methodegebonden toetsen en LOVS) niet of

onvoldoende vooruit gaat, dan kan de externe onderzoeker een dyscalculieverklaring verlenen.

Deze verklaring is geldig voor de hele verdere schoolcarrière van de leerling. Bij deze verklaring geeft

de externe onderzoeker aan welke faciliteiten en begeleiding de leerling nodig heeft. Deze verklaring

kan in principe alleen worden afgegeven voor leerlingen vanaf groep 6 en met voldoende

intelligentie. Bij jonge kinderen wordt tot aan eind groep 5 alleen een ERWDindicatie afgegeven.

Page 18: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 18

Hoofdstuk 9. Zorgniveau is fasen

Dit hoofdstuk beschrijft aspecten van een goede begeleiding van leerlingen in de fasen geel, oranje

en rood.

Wij kiezen voor de term begeleiding en handelingsplan om duidelijk te maken dat het niet gaat om

de leerling te ‘behandelen’. Het behandelplan is bedoeld voor de leraar om het onderwijs (de

begeleiding) zo goed mogelijk te kunnen afstemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van de

individuele leerling. Een goede begeleiding bestaat uit samenwerking met alle betrokkenen.

De organisatie, planning en uitvoering van de begeleiding zijn beschreven in het zorgbeleid. De

begeleiding wordt ingepland in het model: groepsplan, werken met subgroepen, met daarbinnen

individuele accenten. De begeleiding van leerlingen in fase geel vindt plaats in subgroepen.

Voor de afstemming van de begeleiding van leerlingen in de fasen oranje en rood worden individuele

momenten gecreëerd.

De begeleiding wordt in principe uitgevoerd door de leraar met ondersteuning

van de interne rekenexpert. De begeleiding vindt zo veel mogelijk plaats binnen de eigen groep.

Soms kan een deel van de individuele begeleiding ook buiten de groep worden uitgevoerd.

Het streven is dat de leerling een vloeiende overgang ervaart tussen de inhoud en de aanpak van de

begeleiding en van de activiteiten in de groep. Dit vereist een goede afstemming van inhoud en

didactiek tussen alle betrokkenen. De begeleiding gaat uit van actieve betrokkenheid van de leerling.

Het groepsonderwijs wordt inhoudelijk uitgebreid en versterkt met elementen uit de begeleiding.

Dat kan ook een positieve uitwerking hebben op de andere leerlingen in de (sub)groep.

11

Voor de leerlingen in de fasen oranje en rood wordt een individueel behandelplan

opgesteld op basis van het extern diagnostisch onderzoek. (dit is nader uitgewerkt in hoofdstuk 10)

En is opgenomen in het OPP in overleg met de ouders.

Dit plan beschrijft waaruit de begeleiding van de individuele leerling moet bestaan. De interne

rekenexpert en de groepsleraar stellen op basis hiervan een handelingsplan op. Dit omvat de

volgende componenten:

• doelen op lange en korte termijn;

• inhoud;

• werkwijze;

• uitvoering (planning en organisatie);

• evaluatie.

Page 19: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 19

Hoofdstuk 10. Stappenplan protocol ERWD

10.1 Fasen van signalering

Aan de hand van een actiepuntenlijst kan de school verantwoord beslissingen nemen over opzet en

uitvoering van haar beleid voor de begeleiding van leerlingen in alle fasen van rekenwiskundige

ontwikkeling.

Het overzicht aan het eind van deze samenvatting laat zien hoe de fasen en de sporen in elkaar

grijpen bij signalering, diagnostiek en begeleiding.

Stap 1 Vaststellen reken- en zorgbeleid in ondersteuningsplan en- profiel

Stap 2 Analyseren en diagnosticeren van leerlingvolgsysteem in groepsplan

Stap 3 Vroegtijdig signaleren en preventie in groepsbespreking

Stap 4 fase groen volgt primair

rekenwiskundige ontwikkeling

Stap 5 fase geel subgroepen

Stap 6 fase oranje individuele

begeleiding met intern onderzoek

start OPP

Stap 7 fase rood extern onderzoek

als na half jaar oranje vorderingen

gering zijn. Of de rekenwiskundige

ontwikkeling dreigt te stagneren

Stap 8 fase rood uitvoering extern

onderzoek

Stap 9 fase rood begeleiden en

evaluatie van begeleiding.

Stap 10 a fase oranje geleidelijke

vooruitgang, geen dyscalculie verklaring maar wel intensieve begeleiding

Stap 10 b fase rood geen of nauwelijks aantoonbare vooruitgang : een dyscalculieverklaring

Stap 11 overdracht VO

*afbeelding ook als bijlage 13.4

Page 20: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

20

10.2 Diagnostisch stroomschema

Tijdelijk extra ondersteuning op een enkel onderdeel heeft voldoende geholpen

Verzamel gegevens op basis van de

criteria voor fase rood hoofdstuk 10.2

Een half jaar ondersteuning op één of meerdere domeinen heeft voldoende geholpen

Hardnekkigheid is onvoldoende aangetoond

- Behandelplan voor gerichte hulp in de klas

Hardnekkigheid is voldoende aangetoond

- behandelplan voor gerichte hulp in de klas

- intern diagnostisch onderzoek (vanaf groep 5)

Kind heeft onvoldoende baat bij de gerichte

aanpak

Tijdelijk extra ondersteuning op een enkel onderdeel heeft onvoldoende geholpen

Een half jaar ondersteuning op één of meerdere domeinen heeft onvoldoende geholpen

Uitvoeren behandelplan en intern

diagnostisch onderzoek

Kind heeft voldoende baat bij de gerichte

aanpak

Kind krijgt aangepaste lesstof (criteria 10.2)

Ouders worden verwezen voor extern

diagnostisch onderzoek (voor eigen kosten)

School verleent medewerking

Page 21: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

21

10.3 Interventies

Signalering Fase criteria Actie uitvoerder betrokkenen

Groep 1 en 2 Moeite met aanleren van één

of meer domeinen van de

voorwaardelijke rekenkennis

-Verlengde instructie in de groep

gericht op hiaten in een domein.

-Diagnostisch gesprek

Leerkracht Leerkracht

Ouders

Groep 3 en 4 IQ > 70 , maar 3x V score in

opeenvolgende toetsen CITO

Plusleerling, maar

onderpresteerder

Gedragsprobleem dat

prestaties beïnvloedt

Start Behandelplan gericht op

verlengde instructie en methode

volgend

Leerkracht voert plan uit Leerkracht

IB-er

Ouders

Groep 3 t/m

5

IQ > 70 , maar 3 x IV score in

opeenvolgende toetsen CITO

Ernstige problemen op

bepaalde domeinen

-Verlengde instructie in de groep

gedurende een half jaar en

gericht op hiaten

-Diagnostisch gesprek

Leerkracht Leerkracht

Ouders

Groep 3 t/m

5

IQ ≤ 70 -Verlengde instructie in de groep

methode volgend

-aangepast lesaanbod bij <1F

Leerkracht Leerkracht

Ouders

IB-er

Eind groep 5 wordt vastgelegd of de interventies voldoende hebben geholpen en wat de vervolgstappen zijn

Groep 6 t/m

8

Gedragsprobleem dat

prestaties beïnvloedt

Methode volgend met groep

Methode volgend met groep

m.b.v. routeboekje 1F en/of

differentiatie

-IB-er of leerkracht spoor 3 of

rekenspecialist neemt HGO af

-IB-er en Leerkracht stellen plan

op/bij

-Leerkracht voert uit in de klas

(begeleide inoefening)

Leerkracht / IB-er /

Ouders

(medewerker

SWV/Supportteam

rekenspecialist)

Plusleerling, maar

onderpresteerder

Methode volgend met groep

m.b.v. routeboekje 1F

Extern onderzoek

Leerkracht / IB-er /

Ouders

Page 22: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 22

Methode volgend met groep

d.m.v. compacten en

verrijken

of routeboekje 1S+

-IB-er en Leerkracht stellen plan

op/bij

-Leerkracht voert uit in de klas

(verkorte en/of pre-instructie)

(medewerker

SWV/Supportteam

HB-specialist)

IQ ≤ 70

IQ > 70 , maar 3x V score in

opeenvolgende toetsen CITO

Achterstand van 1 ½ jaar

Eigen leerlijn vanaf groep 6

uitgewerkt in behandelplan

Extern onderzoek

-IB-er en Leerkracht stellen plan

op/bij

-Leerkracht voert uit in de klas

(verlengde instructie)

Leerkracht / IB-er /

Ouders

(medewerker

SWV/Supportteam

rekenspecialist)

Groep 6 t/m

8

Ernstige rekenproblemen op

bepaalde domeinen

IQ 70 > , maar 3 x IV score in

opeenvolgende toetsen

Verlengde instructie in de

groep gedurende een jaar

Leerkracht Leerkracht

Ouders

IB-er

Page 23: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

23

10.4 Effectieve begeleiding en instructie

Voor het begeleiden van kinderen met rekenproblemen maken we een onderscheid tussen kinderen

met een dyscalculieverklaring en kinderen die daar niet voor in aanmerking komen, omdat ze niet

voldoen aan de gestelde criteria.

10.4.1 Dyscalculie*

Als een deskundige bij een leerling dyscalculie vaststelt, wordt er naast het deskundigenrapport

meestal ook een dyscalculieverklaring afgegeven. In de dyscalculieverklaring staat welke hulp en

voorzieningen de deskundige adviseert. Een dyscalculieverklaring mag alleen worden afgegeven door

een daartoe bevoegde deskundige.

In de verklaring wordt aangegeven bij welke aanpassingen en maatregelen het kind in de klas gebaat

is. Deze maatregelen zijn niet standaard, maar zijn afhankelijk van de specifieke moeilijkheden die

het betreffende kind met rekenen ondervindt. (zie hoofdstuk 8)

Hierbij kan onderscheid worden gemaakt in:

remediërende hulp (bijvoorbeeld externe remedial teaching)

compenserende maatregelen (bijvoorbeeld een rekenmachine mogen gebruiken om de som

uit te rekenen; het doel wordt daarmee bereikt)

zie bijlage : 13.6

dispenserende maatregelen (vrijgesteld zijn om toch een gelijkwaardig doel te behalen) zie

bijlage : 13.7 en 13.8

Kinderen met dyscalculie vinden het vaak lastig om verschillende oplossingsstrategieën te gebruiken.

Ze blijven vaak een methode gebruiken die eerder succesvol is gebleken, maar niet in elke situatie te

gebruiken is. Ze blijven bijvoorbeeld rekenen op de vingers, ook wanneer het om te grote getallen

gaat. Bij de behandeling van dyscalculie is het erg belangrijk dat hier aandacht aan wordt besteed.

Het is belangrijk dat ze uiteindelijk gebruik leren maken van verschillende strategieën en hier ook

tussen leren omschakelen.

Bied alleen een volgende strategie aan als de eerste wordt beheerst. En kies daarbij voor een

strategie die (zo mogelijk) in alle gevallen toepasbaar is !

Denk hierbij bijvoorbeeld aan:

o Sommen tot 20 : doortellen

o Sommen tot 100 : eerst tienen dan lossen

o Sommen boven 100 : onder elkaar

o Gebruik eenvoudige tafelkaart en opzoekboekjes

*Uit: Masterplan dyscalculie

Page 24: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 24

10.4.2 Leerling met ernstige en hardnekkige rekenproblemen*

Wanneer de deskundige onvoldoende onderbouwing ziet in het vermoeden van dyscalculie en het

kind niet in aanmerking komt voor een verklaring, wordt het zorgteam ingeschakeld voor advies over

de mogelijke vervolgstappen.

De leerling wordt terugverwezen naar de school.

Ook deze leerling heeft baat bij dezelfde aanpak

- 1 oplossingsstrategie

- Compenserende maatregelen

- Dispenserende maatregelen

- Maar ook extra aandacht voor werkhouding en motivatie**

Voorbeeld opzoekboekje Braams

Voor het kiezen van de juiste maatregelen is er een aparte lijst waar kan worden aangegeven wat er

wordt ingezet aan ondersteuning. (bijlage 13.8)

Tevens wordt er een behandelplan opgesteld in overleg met de ouders.

*uit : “Aan de slag met rekenproblemen” M v Oostendorp 2014

** uit : “ Tien vragen over compenserende en dispenserende maatregelen in het basisonderwijs”

Lief Nauwelaerts 2009

Page 25: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 25

10.4.3 Behandelstrategie

Zodra een kind in fase oranje zit wordt er gestart met een Handelingsgericht onderzoek.

Een handelingsgericht onderzoek (HGO) wordt afgenomen door de IB-er of een rekenspecialist

(medewerker SWV/Supportteam of interne deskundige)

De resultaten worden opgenomen in een kort individueel handelingsplan.

Komt het kind in fase rood zit of heeft hij/zij een dyscalculieverklaring dan wordt er een uitgebreid

behandelplan opgemaakt. (bijlage 13.5).

De eerste stap is het in kaart brengen van welke onderdelen al wel beheerst worden en welke niet.

In het behandelplan wordt vastgelegd wat het plan van aanpak is voor een bepaalde periode en wat

het te verwachten eindniveau is van het kind.

Er kan een begin worden met gemaakt met een groeidocument en een OPP.

Hierin wordt vastgelegd wat de volledige leerontwikkeling is geweest van het kind en wat het te

verwachten uitstroomprofiel is.

Page 26: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 26

Hoofdstuk 11. De ouders/verzorgers als partners

Uitgangspunt is dat de school de ouders/verzorgers ziet als partners. De school en de

ouders/verzorgers werken samen en vullen elkaar aan. Zij hebben daarbij verschillende

verantwoordelijkheden.

De ouders/verzorgers en de school streven in alle situaties naar een optimale samenwerking.

In het algemeen kan worden gesteld dat ouders het op prijs stellen tijdig geïnformeerd te willen

worden. Bijvoorbeeld door het bespreken van toetsuitslagen.

en het afstemmen op onderwijsbehoeften tijdens de rekenlessen.

Zodra kinderen in de oranje fase komen bestaat ook de mogelijkheid dat er een individueel

handelingsplan wordt opgesteld samen met de ouders.

Page 27: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 27

Hoofdstuk 12. Schoolbeleid en organisatie

Versterking van de kwaliteit van het rekenwiskunde-onderwijs kan niet los worden gezien van het

totale beleid van een school.

Daarom besteden wij aandacht aan het kader waarin de in dit protocol

beschreven kwaliteitsimpuls een plek krijgt in de school.

Door middel van het Opbrengstgericht Werken en het Handelingsgericht Werken stemmen wij het

handelen af op de ondersteuningsbehoeften van het

kind.

Deze cyclus is een hulpmiddel om de zorg op

groepsniveau en individueel concreet te maken. Op

groepsniveau benoemt de leerkracht de

onderwijsbehoeften van de leerlingen in zijn groep in

een groepsplan. De leerkracht doet dit ook op

individueel niveau voor de leerlingen die extra

begeleiding nodig hebben.

Deze cyclus kent vier fasen:

1. Signaleren. Onder andere het signaleren van leerlingen die extra begeleiding nodig hebben.

(januari en juni)

2. Analyseren. Hieronder valt het benoemen van de onderwijsbehoeften van de leerlingen.

(januari/februari en juni/juli)

3. Plannen. De leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften clusteren en een groepsplan

opstellen.(januari/februari en juli/augustus)

4. Realiseren. Het groepsplan in de praktijk uitvoeren (februari-juni en augustus-januari)

In principe volgen alle leerlingen het standaard programma en is het streven van de school dat het

kind uitstroomt op een niveau van 1F/1S.

Als blijkt dat door meerdere factoren dit niet gehaald kan worden kan er starten een behandelplan

op zodra een kind 3 keer een niveau V score heeft behaald.

Ons uitgangspunt is dat kinderen t/m groep 5 meedoen aan de basisstof, tenzij er sprake is van één

van de volgende criteria:

Leerling heeft een IQ van <70

Leerling heeft een IQ ≤ 70 en al 3 keer een V of V- score gehaald op de CITO toets

Leerling kan meer aan maar is een onderpresteerder

Als eind groep 5 blijkt dat het kind aan één van deze criteria voldoet, dan kan er gekozen voor een

andere aanpak.

Optie 1 : leerling vervolgt methode en krijgt extra ondersteuning in de groep

Optie 2 : leerling vervolgt methode er werkt volgens het routeboekje (1Fof 1S+)

Optie 3 : leerling krijgt maatwerk aangeboden volgens een eigen leerlijn (waarbij

waarschijnlijk het te verwachten uitstroomprofiel <1F is)

Page 28: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 28

Bijlagen

12.1 Sporen van lesgeven

12.2 Handelingsgericht rekenonderzoek OBD Noordwest

12.3 Hulpvragen

12.4 Uitwerking fasen, bijbehorende signalering, diagnostiek en begeleiding

12.5 Behandelingsplan

12.6 Maatregelen en hulpmiddelen fase rood

12.7 Aanpassingen CITO

12.8 Individuele kaart

12.9 Stappenplan rekenstrategie

12.10 Eenvoudige tafelkaarten

Page 29: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 29

Bijlage 12.1 Sporen van lesgeven

Page 30: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 30

Bijlage 12.2 Handelingsgericht rekenonderzoek OBD Noordwest

HANDELINGSGERICHT REKENONDERZOEK

Bij het handelingsgericht rekenonderzoek maken wij gebruik van een door de OBD Noordwest

ontwikkelde onderzoeksmap. Deze onderzoeksmap is vernieuwd met handreikingen vanuit het

protocol ERWD en de Digilijn Rekenen (SLO). Het protocol ERWD is leidend in de achtereenvolgende

fasen richting mogelijke dyscalculie. Met Digilijn Rekenen krijgt men een helder overzicht van de

leerlijnen en de cruciale leerstappen daarbinnen. Aan de rekenonderzoeksmap zijn peilingsspellen

en onderzoeksactiviteiten toegevoegd voor de onderbouw. Deze bevatten heldere observatiepunten

en kunt u eenvoudig inzetten.

Aan de orde komen de volgende onderwerpen:

Diagnostisch gesprek aan de hand van vragenlijsten

Observatie van werkgedrag en werkhouding

Observatie van strategieën

Emotionele aspecten

Rekengebied 0 tot 20

Rekengebied tot 100

Rekengebied tafels en vermenigvuldiging

Page 31: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 31

12.3 Hulpvragen

Page 32: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 32

12.4 Uitwerking fasen, bijbehorende signalering, diagnostiek en begeleiding

Page 33: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 33

12.5 Behandelingsplan

naam : datum:

Signalering

aankruisen wat van toepassing is

IQ ≤ 70

Plusleerlingen maar onderpresteerder

Fase oranje, 3 keer IV –score

Fase rood, 3 keer V score

Groep Toets Toets

datum

Ruwe

Score

V .S. Niveau I -V Fase kleur

Handelingsgericht onderzoek

Verslag

Diagnostisch gesprek

Verslag vragenlijsten

Observatie werkgedrag

Observatie werkhouding

Observatie strategieën

Emotionele aspecten

Rekenen tot 20

Rekenen tot 100

Tafels en vermenigvuldiging

Werkt uit

aankruisen wat van toepassing is

Methode (eindniveau 1F/1S)

Methode met routeboekje (eindniveau 1F)

Eigen leerlijn ( eindniveau < 1f)

Methode met routeboekje + verrijkingsstof (1S/1S+)

Page 34: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 34

Plan van Aanpak

Periode Doel(en) Aantal

weken

Tijd Door wie organisatievorm

Aanpak (naam methodieken, korte omschrijving activiteiten, verder verwijzen naar handelingsplan/groepsplan).

Is er thuis extra geoefend? Zo ja, wat is er gedaan?

Stimulerende factoren Belemmerende factoren onderwijsbehoeften

Page 35: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 35

12.6 Maatregelen en hulpmiddelen fase rood

De leerling maakt gebruik van de volgende hulpmiddelen

Uit : “aan de slag met rekenproblemen: van Marije van Oostendorp 2014

“Centrum van Leerlingbegeleiding

(aankruisen wat van toepassing is)

Basismateriaal (bij voorkeur standaard in hun kastje)

Multibase Arithmatic Blocks ( MAB-materiaal)

Speelgeld

Pionnen

Meetlint

Liniaal

Getalkaarten (met enen, tienen, honderden en duizenden)

Aanvullend materiaal

Gouden materiaal (Montessorimateriaal) losse kralen, staafjes van 10 etc.

Cuisenaire staafjes

Kralenketting

Rekenrek

Honderdbord met fiches

Eierdozen

Flitskaarten

Tafelkaart

Rekenmachine (vanaf groep 7)

Stimulerende maatregelen

De leerling wordt aangemoedigd om veel tijd te nemen om de som op te lossen, ook al

betekent dat de leerling dan niet alles af krijgt

De leerling wordt gemotiveerd om eerst een tekening te maken

De leerling wordt gemotiveerd om bij elke opgave een + en een – som te maken

Indien de leerling een toets vroeger wil inleveren moet hij/zij dit opnieuw nalezen.

De leerling wordt sterk aangemoedigd en gemotiveerd en krijgt de gelegenheid de beleving

van zijn problematiek in de klas bespreekbaar te stellen indien hij/zij dit wenst.

Compenserende maatregelen

De leerkracht geeft duidelijk aan als er van strategie verandert moet worden

(bijv. door plussommen rood te maken en minsommen blauw)

De leerling werkt met voorgedrukte, aan het niveau aangepaste werkbladen

De leerkracht geeft de opgaven op papier, dus niet enkel gedicteerd of op het bord

geschreven.

De leerling mag tussenuitkomsten noteren, eventueel op een kladblad.

De leerling mag bijkomende vragen stellen.

De leerkracht kondigt herhalingstoetsen (ruim) op voorhand aan om onnodige spanningen

te

vermijden.

De leerling krijgt meer tijd om toetsen en taken op te lossen.

Page 36: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 36

Bij grotere leerinhouden krijgt de leerling een simulatietoets.

De leerling heeft een speciaal opzoekboekje met rekenstrategieën (bijv. Braams partners)

De leerling zit best vooraan omdat hij zo minder afleidingsprikkels krijgt en ook door de

leerkracht zelf sneller kan worden bijgestuurd.

De leerkracht leest de vragen van een toets voor, ook bij multiple choice.

De leerkracht kijkt regelmatig de notities van de leerling na.

De leerling maakt een groene kaart met zijn/haar eigen struikelblokken. Deze kaart toont hij

op geregelde tijdstippen aan zijn/haar leerkracht.

De leerkracht ondervraagt de leerling mondeling bij uitval.

De leerling mag in samenspraak met de vakleerkracht een zakrekenmachine gebruiken

wanneer hij/zij berekeningen moet maken.

De leerling mag oplossingsschema’s gebruiken. (bijv stappenplan)

De leerling mag taken, toetsen mondeling toelichten om uit te leggen hoe het resultaat

bereikt werd.

Remediërende maatregelen

De leerkracht helpt de leerling bij het zoeken naar verbanden en inzichten.

De leerkracht helpt bij het opsplitsen van de leerstof in deeltaken en deelhandelingen.

De leerkracht helpt de leerling bij het maken van een ondersteunende tekening

Bij zwakke resultaten krijgt de leerling bijkomende oefeningen en oplossingen om de

leerling de juiste volgorde van de stappen te helpen automatiseren.

De leerling krijgt oefeningen vooral gericht op automatisering.

De leerkracht doet handelingen voor op het werkblad van de leerling met materiaal van de

leerling (niet enkel aan het bord).

Dispenserende maatregelen

De leerling wordt vrijgesteld van hoofdrekenen.

De leerling maakt geen onvoorbereide oefeningen aan het bord.

De leerling krijgt waar nodig een korter, geen gemakkelijker, toets

De leerling krijgt een speciale toets van het CITO

De leerling moet niet alle oefeningen maken maar enkel de basisoefeningen. (Maak een

onderscheid in extra oefeningen en verdieping).

Voor de methodetoets begint, spreekt de leerling met de leerkracht af welke oefeningen

wel en niet gemaakt moeten worden.

Voor de CITO toets begint, spreekt de leerling met de leerkracht af welke oefeningen wel en

niet gemaakt moeten worden.

De leerling maakt gebruik van een kladblaadje bij de onderdelen waarbij het uitdrukkelijk

wordt verboden

Page 37: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 37

12.7 aanpassingen CITO

Page 38: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

19 februari 2016 38

Page 39: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

39

12.8 Individuele kaart naam :

groep Toets

CITO

VS

CITO

Niveau

CITO

Zorgniveau

(Fase kleur)

Protocol

ERWD

Ondersteunings

route

Stap

Wat is het lesaanbod

(methode + leerjaar)

Methode

Routeboekje

compacten /

verrijken 1S/1S +

Methode

1F/1S

Methode

Routeboekje

1F

Eigen leerlijn

<1F

Page 40: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

40

12.9 Stappenplan rekenstrategie

Stappenplan rekenen

stap Som Wat doe ik

Stap 1 Ik wil een boek kopen van 80 euro. Ik heb al

15 euro gespaard. Hoeveel moet ik nog?

Ik lees de som en zet een streep onder de getallen

Stap 2

Ik maak een tekening

Stap 3 80+15= 95

80-15= 65

Ik maak een + en een – som

(ik begin met het grootste getal)

Stap 4 “Ik moet nog sparen 65 euro” Ik kies een antwoord

15 80

Page 41: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

12.10 Eenvoudige tafelkaarten

Page 42: Protocol Dyscalculie - KariboeProtocol Dyscalculie OPO IJmond 19 februari 2016 4 Hoofdstuk 1 : Inleiding Het landelijk protocol ERWD is ontwikkeld voor de integrale aanpak van (Ernstige)

Protocol Dyscalculie OPO IJmond

16 maart 2016 42