programmaboekje 1048 Brahms Derde

8
Programma michel Tabachnik dirigeerT BRAHMS prijs €1,50 Vrienden NNO gratis dirigent michel Tabachnik Viool eeva koskinen

description

programmaboekje 1048 Brahms Derde

Transcript of programmaboekje 1048 Brahms Derde

Programma

michel Tabachnik dirigeerT

Brahms

pri j s €1,50

Vrienden NNO grat is

di r ig ent michel Tabachnik

V iool eeva koskinen

é é n e n a l r o m a n t i e k | n n o 2

één en al romanTiek

dinsdag 30 november | 20.15 uur *Meppel | Schouwburg Ogterop

woensdag 1 december | 20.15 uur *Emmen | De Muzeval

donderdag 2 december | 20.00 uur *Stadskanaal | Theater Geer Teis

vrijdag 3 december | 20.00 uurViersen | Festhalle

zaterdag 4 december | 20.15 uur *Hoogeveen | De Tamboer

Dirigent Michel TabachnikViool Eeva Koskinen

Dvorák De Woudduif, opus 110Khachaturian Vioolconcert in d kl.t.

Pauze

Brahms Derde symfonie in F gr.t., opus 90

* Gratis lezing één uur voor aanvang concert.

heT noord nederlands orkesT

Het Noord Nederlands Orkest (NNO) heeft wortels in het jaar 1862, toen het Orchest der Vereeniging De Harmonie werd opgericht als onderdeel van sociëteit De Harmonie. In 1926 ging het orkest zelfstandig verder als Groninger Orchest Vereeniging. In 2012 viert het NNO het 150-jarig bestaan van een orkest met Groningen als standplaats. Het NNO kan dus als het oudste nog bestaande symfonieorkest van Nederland gezien worden. Het NNO is tevens het grootste regionale symfonieorkest in Nederland, waarvan Michel Tabachnik sinds 2005 chef-dirigent is. Het orkest verzorgt zo’n 140 concerten per seizoen in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, maar ook op belangrijke podia in de rest van Nederland, waaronder het Concertgebouw in Amsterdam en de Doelen in Rotterdam. Het NNO treedt ook regelmatig op in het buitenland, zoals in 2007 in Salle Pleyel en Cité de la Musique in Parijs en in 2009 in Perugia, Italië, tijdens het 64e Festival Sagra Musicale Umbra. Het NNO is geregeld te beluisteren tijdens radio-uitzendingen en heeft afgelopen jaren diverse CD’s op gerenommeerde labels uitgebracht. De programmering van het orkest onderscheidt zich door durf en originaliteit. In elk seizoen zijn cross-overs te vinden met andere muziekstijlen - zoals jazz en popmuziek - naast bijzonder samengestelde programma’s van barok tot 21e-eeuws. Daarnaast organiseert het NNO samen met diverse partners elk jaar een festival rondom een prominente hedendaagse componist. Kijk voor de meest actuele informatie over onze concerten op www.nno.nu.

é é n e n a l r o m a n t i e k | n n o3

In de afgelopen seizoenen dirigeerde hij er de Prague Philharmonia en de Brussels Philharmonic Sinds september 2005 is Michel Tabachnik chef-dirigent van het NNO. Hij heeft grote affiniteit met jonge musici en dirigeerde verschillende internationale jeugdorkesten. Hij was artistiek directeur van L’Orchestre des Jeunes du Québec en l’Orchestre des Jeunes de la Méditerranée. Ook gaf hij vele masterclasses in onder andere Hilversum (NOS), Lissabon (the Gulbenkian Foundation) en de conservatoria van Parijs, Stockholm en Kopenhagen. Michel Tabachnik is bovendien een gerespecteerd componist.Daarnaast is hij met ingang van seizoen 2008-2009 chef-dirigent / artistiek directeur van het Brussels Philharmonic.

Michel Tabachnik studeerde piano, compositie en orkestdirectie in Genève en werd gecoacht door grote dirigenten als Igor Markevitsj, Herbert von Karajan en Pierre Boulez. Vier jaar lang was hij assistent-dirigent van Boulez. Michel Tabachnik was chef-dirigent van het orkest van de Gulbenkian Foundation in Lissabon, het Orchestre Philharmonique de Lorraine en het Ensemble InterContemporain in Parijs. Het CV van Tabachnik toont verder engagementen bij de Berliner Philharmoniker, het Filharmonisch Orkest van St. Petersburg, het Koninklijk Concertgebouworkest en het Orchestre de Paris. Hij was gastdirigent bij de Canadese Opera Company in Toronto alwaar hij Lohengrin, Butterfly, Carmen en Rake’s Progress dirigeerde. Michel Tabachnik is regelmatig te gast in ‘Cité de la Musique’ en ‘Salle Pleyel’ te Parijs.

michel Tabachnikdir igent

é é n e n a l r o m a n t i e k | n n o 4

zoals de Wigmore Hall in Londen en de Alte Oper in Frankfurt en met orkesten zoals het Nederlands Radio Filharmonisch Orkest, de Dresdener Philharmonie, het Tokyo Metropolitan, het Concertgebouworkest en alle toonaangevende orkesten in Finland. Als soliste en als primarius van het Utrecht String Quartet maakte zij talloze CD-opnames. Eeva Koskinen is verbonden aan het Utrechts Conservatorium als hoofdvakdocent viool en is eerste concertmeester van het NNO.

Eeva Koskinen werd in Helsinki geboren. Na haar opleiding aan de Sibelius Academy in Finland kwam zij op jonge leeftijd naar Nederland waar zij haar studie voltooide bij Viktor Liberman aan het Utrechts Conservatorium. Gedurende enkele jaren volgde zij ook lessen bij Wladimir Spivakov. Na het winnen van prijzen op internationale concoursen zoals het Tibor Varga concours in Zwitserland en de Japan Competition in Tokio treedt zij regelmatig op als soliste en kamermusicus in alle continenten in zalen

eeva koskinenV iool

s t e u n h e t o r k e s tw o r d v r i e n d v a n h e t n n om e e r in fo ve rkri jgba ar bi j de vrie n de n balie e n op www.nno.nu

é é n e n a l r o m a n t i e k | n n o5

antonin dvorák (1841 - 1904)

De Woudduif, opus 110 (1896)Andante, Marcia funebreAllegro - lentoMolto vivaceAndanteEpiloog

In Wenen (maart 1896) - na een bezoek aan Engeland - ontmoet Dvorák zijn collega Grieg. Grieg was in Wenen voor een pianorecital en voor een concert hedendaagse muziek van het Boheems strijkkwartet. Op het programma stonden werken van Dvorák, Brahms en Bruckner. Grieg en Dvorák werden ontvangen door hun vriend Brahms en deze probeerde wederom Dvorák over te halen om aan het conservatorium van Wenen compositieleraar te worden. Opnieuw meldt Dvorák dat hij het zich niet kan veroorloven om in Wenen te gaan wonen met zijn familie omdat dit te hoge kosten met zich meebrengt. Brahms oppert dan dat hij zijn hele vermogen aan zijn vriend en gerespecteerde collega wil schenken, daar hij niet weet wat hij er mee moet doen wanneer hij zou komen te overlijden. Dvorák is diep geroerd maar kan het aanbod niet aannemen. Brahms overlijdt kort hierna in april 1897. Tijdens deze woelige periode (1896 en 1897) legt Dvorák zich toe op het componeren van vijf symfonische gedichten, een muzikale vorm waarmee Richard Strauss de wereld enkele jaren eerder had geëlektrificeerd. Helaas bezat Dvorák niet het psychologische inzicht zoals Strauss dat had. Zodoende kwamen de karakters minder krachtig, scherp en helder tot uiting dan bij zijn meerdere, Richard Strauss. Hoe dan ook, ook hier kunnen we spreken van muzikale juweeltjes ondanks het feit dat de muziek het verhaal niet altijd even helder verklankt. Vier van de vijf symfonische gedichten die hij allen

in 1896 componeerde waren geïnspireerd op teksten van de bekende Tsjechische dichter K.J. Erben.

De onderstaande tekst schreef Dvorák bij zijn symfonisch gedicht:

Andante, marcia funebreHuilend en jammerend volgt een jonge weduwe de doodskist

Allegro - LentoZe treft een knappe jonge man die haar ervan probeert te overtuigen om het verdriet van zich af te zetten en hem te trouwen.

Molto vivaceDe jonge vrouw stopt met treuren en viert met de mooie jonge man een groots huwelijksfeest.

AndanteOndertussen is het graf van haar eerste man die zij vergiftigd had, begroeid met gras. Aan het hoofdeinde groeit een jonge eik. In één van de takken van de eik zingt een woudduif zijn klagende lied. Dit droevige lied raakt het hart van de verraderlijke vrouw die hierdoor bezwijkt van berouw. Zoekend naar de dood stort ze zich in het nabij gelegen water.

Epiloog

Marcel Mandos

é é n e n a l r o m a n t i e k | n n o 6

De finale is in rondovorm gecomponeerd, het hoofdthema keert telkens terug, afgewisseld door tussenzinnen. De levende ritmiek en briljante instrumentatie maken dit deel tot een muzikaal folkloristisch feest. De Armeniër Kachaturian, die in Tiflis geboren werd, gaf aan de violisten een nieuw repertoirestuk dat - hoewel pas in 1940 gecomponeerd en in 1944 uitgegeven - nu reeds terecht een grote populariteit bezit. Het is opgedragen aan David Oistrach.

Archief Het Gelders Orkest

Tsjaikovski, Rimski-Korsakov, Borodin en Moessorgski - om er slechts enkelen te noemen - hebben het repertoire verrijkt met werken, die uitmunten door oorspronkelijkheid en vindingskracht. Het Slavische bloed verloochent zich nooit. Het gebonden zijn aan land en volk en daardoor aan de volksmuziek is karakteristiek. Diepmelancholieke melodieën wisselen af met volksdansen; een bijzonder gevoel voor orkestrale kleur geeft de werken nuance en diepte. De Russische componisten van onze tijd bezitten nog diezelfde eigenschappen. Bij het beluisteren van werken van componisten als Prokofjev, Sjostakovitsj en Kachaturian meent men steeds de thema’s te herkennen, ook al heeft men de werken nooit gehoord. Deze vurige, ritmische en zangerige melodieën vindt men ook in Kachaturians Vioolconcert.Het hoofdthema van het eerste deel, zowel in het orkest als in de solopartij, is slechts uit vier noten opgebouwd. Het tweede thema is een echt zangthema, romantisch en Oosters-lyrisch. Ook in het tweede deel maakt Kachaturian weer gebruik van het vier-noten kernmotief. Ofschoon het concert in klassieke vorm is geschreven, permitteert de componist zich in dit deel vrijheden, die rapsodisch aandoen.

aram kachaturian (1903 - 1978)

Vioolconcert in d kl.t. (1940)Allegro con fermezzaAndante sostenutoAllegro vivace

é é n e n a l r o m a n t i e k | n n o7

het meest de complexe persoonlijkheid van de componist. De toon soort nodigt weinig uit tot emotionele uitbarstingen of groot-se klankeffecten en zowel het eerste als het laatste deel eindigen niet triomfaal, maar beschouwend en sereen. De middendelen doen door de ongecompliceerde vorm en de een voud in melodie eerder aan Intermezzi denken dan aan delen uit een symfonie. Wat Brahms over zijn Vierde schreef (“een paar entr’actes (...) - die men tesamen een symfonie pleegt te noemen”), lijkt hier meer van toepassing. Maar er zijn vele momenten van warmte en expressie, vooral in de finale, het zwaartepunt van de compositie. De mineur/majeur tegenstelling die het geheel bepaalt, komt ook in dit laatste deel terug. Dit begint in de toonsoort f mineur, talrijke korte motieven worden van het hoofdthema afgeleid en door Brahms meesterlijk uitgewerkt en na een felbewogen climax volgt een kalmerende afsluiting - als een stralende zonsondergang na een stormach tige dag.

Archief NNO

Johannes Brahms deed over het algemeen weinig uitlatingen over composities waaraan hij werkte. Bij de Derde symfonie was hij bijzonder zwijgzaam. Over de ontstaansgeschiedenis is weinig meer met zekerheid bekend dan plaats en tijd van componeren: in de zomer van 1883, bij mevrouw von Dewitz, Geisbergstrasse 19, Wiesbaden. Brahms was oorspronkelijk van plan geweest om, evenals het jaar daarvoor, de zomermaanden in Bad Ischl door te brengen.Tijdens een uitstapje naar de Rijn kreeg hij plotseling inspiratie voor een symfonie en hij besloot in Wiesbaden een kamer te huren. Mogelijk is er een connectie met zangeres Hermine Spies die daar woonde en die hij niet alleen om haar zangkunst bewonderde. Na enkele voorbereidende schetsen werd het hele werk zonder onderbreking voltooid en op 2 december 1883 verzorgde Hans Richter de première. Het werd, ondanks een groep militante Wagnerianen in de zaal, een bijzonder succes. De componist werd met een naar Weense begrippen ongekend enthousiasme gehuldigd. Hans Richter, die de eerste uitvoering had gegeven, noemde deze Derde symfonie, de Eroïca van Brahms - die overigens zelf sprak van zijn “helaas al te beroemde”. Het karakter van de symfonie valt moeilijk in één woord te kenschetsen; van de vier symfonieën weerspiegelt deze

Johannes brahms (1833 - 1897)

Derde symfonie in F gr.t. opus 90 (1883)Allegro con brioAndantePoco allegrettoAllegro - un pocoSostenuto

é é n e n a l r o m a n t i e k | n n o 8

nieuwjaarsConCert

201104/01 | groNiNgeN | de oosterpoort | 20.15 uur

HaNzevast NieuwjaarsCoNCert

05/01 | eMMeN | de Muzeval | 20.15 uur

06/01 | HoogeveeN | de taMboer | 20.15 uur

07/01 | stadskaNaal | tHeater geert teis | 20.00 uur

08/01 | wiNsCHoteN | traMwerkplaats | 20.00 uur

09/01 | Meppel | sCHouwburg ogterop | 11.30 uur

11/01 | draCHteN | de lawei | 20.00 uur

12/01 | leeuwardeN | de HarMoNie | 20.15 uur

Werken van StrauSS, mOzart, rOSSini, bernStein en DOnizetti

Dirigent MartiN fisCHer-dieskau

SOPraan julia NeuMaNN